Artikelen bij COM(2001)821 - Advies van de Commissie overeenkomstig artikel 251, lid 2, derde alinea, onder c), van het EG-Verdrag over de amendementen van het Europees Parlement op het gemeenschappelijk standpunt van de Raad inzake het voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de algemene beginselen en vereisten van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Voedselautoriteit en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden houdende wijziging van het voorstel van de Commissie overeenkomstig artikel 250, lid 2, van het EG-Verdrag

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Avis juridique important

|
52001PC0821

Advies van de Commissie overeenkomstig artikel 251, lid 2, derde alinea, onder c), van het EG-Verdrag over de amendementen van het Europees Parlement op het gemeenschappelijk standpunt van de Raad inzake het voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de algemene beginselen en vereisten van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Voedselautoriteit en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden houdende wijziging van het voorstel van de Commissie overeenkomstig artikel 250, lid 2, van het EG-Verdrag /* COM/2001/0821 def. - COD 2000/0286 */


ADVIES VAN DE COMMISSIE overeenkomstig artikel 251, lid 2, derde alinea, onder c), van het EG-Verdrag over de amendementen van het Europees Parlement op het gemeenschappelijk standpunt van de Raad inzake het voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vaststelling van de algemene beginselen en vereisten van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Voedselautoriteit en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden HOUDENDE WIJZIGING VAN HET VOORSTEL VAN DE COMMISSIE overeenkomstig artikel 250, lid 2, van het EG-Verdrag

TOELICHTING

In artikel 251, lid 2, derde alinea, onder c), van het EG-Verdrag is bepaald dat de Commissie advies uitbrengt over de amendementen die door het Europees Parlement in tweede lezing zijn voorgesteld.

De Commissie brengt onder punt 4 advies uit over de 28 amendementen op het gemeenschappelijk standpunt die door het Parlement werden voorgesteld. De Commissie neemt bovendien nota van de wetgevende resolutie met betrekking to the criteria voor de zetel van de Autoriteit, die gericht is aan de Raad.

1. Procedureverloop

- Goedkeuring van het voorstel door de Commissie: 8 november 2000

COM(2000) 716 def. 2000/286(COD) van 8.11.2000.

- Advies van het Economisch en Sociaal Comité: 28 maart 2001

PB C 155 van 29.5.2001, blz. 32.

- Advies van het Comité van de Regio's: 14 juni 2001

CDR/2001/64.

- Advies van het Europees Parlement in eerste lezing: 12 juni 2001

A5-0198/2001 def. van 12.6.2001.

- Datum van het politieke akkoord in de Raad: 28 juni 2001 (unanimiteit zonder de Commissie)

- Datum van verzending van het gewijzigde voorstel: 8 augustus 2001

PB C 304 van 30.10.2001, blz. 273.

- Goedkeuring van het gemeenschappelijk standpunt: 17 september 2001

PB C

- Mededeling van de Commissie betreffende het gemeenschappelijk standpunt: 18 september 2001

SEC(2001) 1406 def. van 18 september 2001.

- Goedkeuring door het Parlement van de aanbeveling voor de tweede lezing: 11 december 2001

2. Doel van het voorstel

Deze verordening stelt de algemene beginselen, definities en vereisten van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving op communautair en nationaal niveau vast, meer bepaald inzake de veiligheid van levensmiddelen en diervoeders, om een hoog beschermingsniveau en een doeltreffend functioneren van de interne markt te verzekeren. Hiermee wordt de basis gelegd voor een alomvattende en geïntegreerde aanpak tot regeling van de voedselvoorzieningsketen.

Bij deze verordening wordt een onafhankelijke Europese Voedselautoriteit opgericht als een sleutelcomponent om deze nieuwe aanpak ten uitvoer te leggen.

Deze verordening stelt de procedures vast voor aangelegenheden die direct of indirect op de voedsel- en voederveiligheid van invloed zijn.

3. Gemeenschappelijk Standpunt

Nagenoeg alle wijzigingen van de Raad waren in overeenstemming met de centrale doelstellingen van het voorstel en zijn door de Commissie overgenomen, met inbegrip van talrijke amendementen van het EP. Enkele wijzigingen daarentegen waren in strijd met de opvattingen van de Commissie. In het bijzonder week het artikel in het gemeenschappelijk standpunt betreffende de raad van bestuur van de Voedselautoriteit in belangrijke mate af van wat de Commissie op het oog had. Om deze reden kon de Commissie het gemeenschappelijk standpunt niet steunen.

Naar aanleiding van de eerste lezing werden alle drie de instellingen het ook eens over het feit dat het systeem voor snelle waarschuwingen door de Commissie beheerd dient te blijven en niet door de Voedselautoriteit.

De essentie van het oorspronkelijke voorstel voor een algemene levensmiddelenwet is niet veranderd; wel zijn de artikelen in een andere, soms logischer volgorde geplaatst, waarbij een scheiding tussen de beginselen en de eisen is aangebracht. De definities, met name van levensmiddel, levensmiddelenwetgeving, traceerbaarheid en primaire productie, zijn verduidelijkt en andere wijzigingen die verband houden met de invoer en uitvoer van levensmiddelen en diervoeder, en met de veiligheidseisen voor levensmiddelen en diervoeder, zijn aanvaardbaar. Het gemeenschappelijk standpunt heeft grotere klaarheid gebracht in het verband tussen de bestaande levensmiddelenwetgeving en de beginselen van de algemene levensmiddelenwetgeving en de nieuwe wetgeving.

4. Advies van de Commissie over de amendementen van het Europees Parlement in tweede lezing

4.1. Door de Commissie overgenomen amendementen

Het Europees Parlement en de Raad hebben in nauwe samenwerking met de Commissie naar compromisoplossingen gestreefd voor de problemen waarvan het gemeenschappelijk standpunt melding maakt. Als gevolg daarvan kan de Commissie alle amendementen op het gemeenschappelijk standpunt van het Europees Parlement accepteren.

De belangrijkste meningsverschillen waarvoor een oplossing is gevonden betreffen de procedures voor de samenstelling en selectie van de leden van de raad van bestuur en de keuze van de uitvoerend directeur (amendementen 16, 37, 38, 40). Hierdoor wordt het selectieproces voor de aanwijzing van de leden van de raad van bestuur en van de uitvoerend directeur verduidelijkt.De amendementen die betrekking hebben op de transparantie van de Autoriteit en die welke grotere juridische duidelijkheid verschaffen in verband met de procedures ervan, zijn voor de Commissie aanvaardbaar. Zij liggen in de lijn van de algemene doelstellingen van de Commissie en het oorspronkelijke voorstel van de Commissie (amendementen 13, 14, 19, 21, 39, 41, 42, 43).

De amendementen die betrekking hebben op de ontvangsten en de begroting van de Autoriteit zijn aanvaardbaar aangezien zij rekening houden met artikel 49 waarin voorzien is in financiële bijdragen door de EER/EVA-landen en waarin toekomstige vergoedingen voor vergunningen afhankelijk worden gemaakt van een nieuw verslag (amendementen 22, 23). Met betrekking tot amendement 24, en ondanks de ongeschikte verwijzing naar de medebeslissingsprocedure, is de Commissie bereid dit amendement te aanvaarden als deel van het globaal compromis.

De Commissie kan ook aanvaarden dat aan de naam van de Autoriteit de notie 'veiligheid' wordt toegevoegd (amendement 1).

Daarnaast behandelen de amendementen een aantal punten uit de levensmiddelenwetgeving. De amendementen van het Europees Parlement die verband houden met internationale verplichtingen en rechten, de binnen het Verdrag verleende rechten en de bestaande wettelijke procedures en werkwijzen zijn aanvaardbaar, aangezien hiermee de doelstellingen noch de algemene zin van de tekst worden gewijzigd (amendementen 7, 31, 44). De amendementen die grotere juridische duidelijkheid verschaffen inzake de algemene procedure voor risicobeoordeling zijn ook aanvaardbaar (amendementen 32 en 33). Kleinere amendementen inzake de doelstellingen van de verordening zijn eveneens aanvaardbaar (amendementen 29 en 30). Amendement 26 is aanvaardbaar aangezien zo de in de tekst vervatte procedures voor onveilige levensmiddelen en diervoeders consistenter worden.

De Commissie kan ook de amendementen aanvaarden waarin de verantwoordelijkheden van de levensmiddelen- of diervoederbedrijven worden verduidelijkt. Dit komt immers een verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de verordening ten goede (amendementen 10, 34).

De Commissie was in eerste lezing voorstander van het concept 'klokkenluiden' en handhaaft ook in tweede lezing haar steun voor deze amendementen. De nieuwe formulering ervan is nu juridisch duidelijk (amendementen 35 en 36).

4.2. Niet door de Commissie overgenomen amendementen

Geen

5. Conclusies

Overeenkomstig artikel 250, lid 2, van het Verdrag wijzigt de Commissie haar voorstel zoals hierboven aangegeven.