Artikelen bij COM(2006)547 - Gemeenschappelijk standpunt van de Raad met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende het rijbewijs (herschikking)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Belangrijke juridische mededeling

|
52006PC0547

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea van het EG-Verdrag over het gemeenschappelijk standpunt van de Raad met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende het rijbewijs (herschikking) /* COM/2006/0547 def. - COD 2003/0252 */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 21.9.2006

COM(2006) 547 definitief

2003/0252 (COD)

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea van het EG-Verdrag over het

gemeenschappelijk standpunt van de Raad met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende het rijbewijs (herschikking)

2003/0252 (COD)

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea van het EG-Verdrag over het

gemeenschappelijk standpunt van de Raad met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende het rijbewijs (herschikking)

1. VOORGESCHIEDENIS

Datum van indiening van het voorstel bij het EP en de Raad (COM(2003) 621 –2003/0252(COD)) | 3 december 2003 |

Datum van het advies van het Europees Economisch en SociaalComité: | 31 maart 2004 |

Datum van het advies van het Europees Parlement, eerste lezing: | 23 februari 2005 |

Datum van aanname van het gemeenschappelijk standpunt: | 18 september 2006 |

2 . DOEL VAN HET VOORSTEL VAN DE COMMISSIE

De Commissie heeft op 21 oktober 2003 een voorstel goedgekeurd voor een richtlijn betreffende het rijbewijs. Het betreft hier een voorstel tot herschikking, dat in de plaats moet komen van Richtlijn 91/439/EEG betreffende het rijbewijs en de opeenvolgende wijzigingen van deze richtlijn. De drie voornaamste doelstellingen van het voorstel zijn:

1. verminderen van de mogelijkheden tot fraude : opheffing van de mogelijkheid om een papieren modelrijbewijs af te geven: er worden uitsluitend nog rijbewijzen in de vorm van een plastic kaart afgegeven; mogelijkheid om een microchip in het rijbewijs in te bouwen; invoering van beperkte administratieve geldigheid voor alle nieuwe rijbewijzen afgegeven vanaf de datum van toepassing van dit voorstel;

2. waarborgen van het vrij verkeer van burgers door invoering van een beperkte administratieve geldigheid en door harmonisering van de periodiciteit van medische controles voor beroepsbestuurders;

3. bijdragen tot een verbeterde verkeersveiligheid : invoering van een rijbewijs voor bromfietsen; uitbreiding van het beginsel van de geleidelijke toegang tot rijbewijzen voor de zwaarste types voertuigen; invoering van minimumeisen voor de basiskwalificatie en nascholing van examinatoren; onderbouwing van het beginsel van één rijbewijs (één houder, één rijbewijs).

3. OPMERKINGEN OVER HET GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT

De Raad heeft een gemeenschappelijk standpunt aangenomen met gekwalificeerde meerderheid op 18 september 2006. Dit standpunt weerspiegelt tevens het compromis dat door de drie Instellingen is bereikt tijdens de onderhandelingen van juni 2005. De voorzitter van de Commissie voor vervoer en toerisme van het Europees Parlement heeft aan de voorzitter van de Raad schriftelijk medegedeeld dat hij onder de gegeven omstandigheden de Commissie kan aanbevelen het gemeenschappelijk standpunt in tweede lezing ongewijzigd goed te keuren.

De Raad heeft het compromis echter door toedoen van een blokkeringsminderheid tot driemaal toe niet kunnen bevestigen. Uiteindelijk heeft men een politiek akkoord kunnen bereiken tijdens de Raad Vervoer, Telecommunicatie en Energie van 27 maart 2006, dankzij een wijziging met betrekking tot de vernieuwing van de rijbewijzen. Artikel 7, lid 2, is zodanig gewijzigd dat de geldigheid van de rijbewijzen tot maximaal 15 jaar kan worden verlengd. Dit punt is niet aan de orde geweest bij de interinstitutionele onderhandelingen.

De overige punten binnen het gemeenschappelijk standpunt waarover door de drie Instellingen onderhandeld en een compromis bereikt is zijn:

- de uitwisseling van de bestaande rijbewijzen binnen 20 jaar gerekend vanaf de datum van inwerkingtreding van de richtlijn (artikel 3, lid 3);

- de geleidelijke toegang tot motorfietsen, met name een periode van twee jaar voor de overgang van de ene categorie naar de andere en met 24 jaar rechtstreekse toegang voor motorfietsen met onbeperkt motorvermogen. De benamingen van de categorieën motorfietsen blijven als door de Commissie in haar oorspronkelijk voorstel is voorgesteld (artikel 4, leden 3 en 6);

- het beginsel van één rijbewijs waardoor fraude kan worden tegengegaan en dat een preventieve uitwerking zal hebben op het 'rijbewijstoerisme' (artikel 7, lid 5);

- voertuigen met aanhangwagen : voorzien is een opleiding van een dag of een praktische proef voor alle combinaties van 3500 kg tot en met 4250 kg en wanneer de aanhangwagen meer dan 750 kg weegt (artikel 4, lid 4b).

De Commissie is ermee ingenomen dat na de interinstitutionele onderhandelingen de nieuwe regels de bewegingsvrijheid van bestuurders kunnen bevorderen, de verkeersveiligheid verhogen en fraude voorkomen.

4. CONCLUSIE

De Commissie is van mening dat het gemeenschappelijk standpunt van de Raad geen wijziging van de hoofddoelstelling of de geest van haar voorstel teweegbrengt en kan er zich dus mee verenigen. Zij is blij dat het standpunt de stand van de interinstitutionele onderhandelingen weerspiegelt, zodat het voorstel reeds in tweede lezing kan worden aangenomen.

Richtlijn van de Raad 91/439/EEG van 29 juli 1991 betreffende het rijbewijs, PB L 237 van 24 augustus 1991, blz. 1, laatst gewijzigd door Richtlijn van de Commissie 2000/56/EG van 14 september 2000, PB L 237 van 21 september 2000, blz. 45.