Artikelen bij COM(2007)389 - Gemeenschappelijk standpunt van de Raad over de vaststelling van een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een gemeenschappelijk kader voor ondernemingsregisters voor statistische doeleinden

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Belangrijke juridische mededeling

|
52007PC0389

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea, van het EG-Verdrag betreffende het gemeenschappelijk standpunt van de Raad over de vaststelling van een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een gemeenschappelijk kader voor ondernemingsregisters voor statistische doeleinden en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2186/93 /* COM/2007/0389 def. - COD 2005/0032 */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 10.7.2007

COM(2007) 389 definitief

2005/0032 (COD)

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea, van het EG-Verdrag betreffende het

gemeenschappelijk standpunt van de Raad over de vaststelling van een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een gemeenschappelijk kader voor ondernemingsregisters voor statistische doeleinden en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2186/93

2005/0032 (COD)

MEDEDELING VAN DE COMMISSIEAAN HET EUROPEES PARLEMENTovereenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea, van het EG-Verdragbetreffende het

gemeenschappelijk standpunt van de Raad over de vaststelling van een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een gemeenschappelijk kader voor ondernemingsregisters voor statistische doeleinden en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2186/93 (Voor de EER relevante tekst)

1. Achtergrond

Indiening van het voorstel bij het Europees Parlement en de Raad (COM(2005) 112 –– 2005/0032 (COD)) | 5 april 2005 |

Advies van het Europees Parlement in eerste lezing: (PE A6-0194/2006) | 1 juni 2006 |

Vaststelling van het gemeenschappelijk standpunt in de Raad: | 21 mei 2007 |

2. Doel van het voorstel van de Commissie

Het voorstel heeft tot doel de huidige verordening over ondernemingsregisters (Verordening (EEG) nr. 2186/93 van de Raad) te actualiseren en aldus aan nieuwe behoeften aan te passen. Gaandeweg zijn immers drie soorten nieuwe behoeften aan de dag getreden:

- door de mondialisering van de economie is er vraag ontstaan naar informatie over ondernemingsgroepen;

- door de integratie van activiteiten van de verschillende sectoren is het noodzakelijk geworden de gehele economie te bestrijken;

- door de interne markt is er behoefte ontstaan aan een betere statistische vergelijkbaarheid, die vooral afhangt van de beschikbaarheid van geharmoniseerde bronnen voor de bedrijvenpopulatie van de EU.

Het voorstel van de Commissie houdt in dat Verordening (EEG) nr. 2186/93 van de Raad wordt ingetrokken.

3. Opmerkingen over het gemeenschappelijk standpunt

3.1. Algemeen

Het Europees Parlement heeft het voorstel van de Commissie in eerste lezing behoudens 22 amendementen goedgekeurd. Verreweg de meeste van deze amendementen betroffen redactionele of kleine technische wijzigingen en waren dus niet van invloed op de inhoud van het voorstel.

3.2. Beslissingen over de amendementen van het Europees Parlement na eerste lezing

De Commissie stemt in met de door het Parlement voorgestelde amendementen. De resolutie van het Europees Parlement geeft blijk van een positieve benadering van het voorstel, terwijl verreweg de meeste van de 22 amendementen technische of redactionele verduidelijkingen zijn. De Raad heeft deze amendementen in zijn gemeenschappelijk standpunt overgenomen.

3.3. Door de Raad ingevoerde nieuwe bepalingen en het standpunt van de Commissie

De Raad heeft op 17 juli 2006 Besluit 2006/512/EG tot wijziging van Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden vastgesteld en daarmee een nieuwe procedure, de zogenaamde regelgevingsprocedure met toetsing, ingevoerd (artikel 5 bis).

De nieuwe comitéprocedure moet worden gevolgd voor maatregelen van algemene strekking tot wijziging van niet-essentiële onderdelen van een volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag aangenomen besluit, ook wanneer de wijziging behelst dat sommige van deze niet-essentiële onderdelen worden geschrapt of dat het besluit wordt aangevuld met nieuwe niet-essentiële onderdelen.

De nieuwe bepalingen die door de Raad zijn ingevoerd, hebben betrekking op de uitvoeringsbevoegdheden van de Commissie in verband met de toepassing van de nieuwe procedure.

Er worden aan de Commissie met name bevoegdheden verleend om de in de bijlage opgenomen lijst van registerkenmerken en de desbetreffende definities en continuïteitsregels bij te werken, te beslissen over de opname van zeer kleine ondernemingen en geheel in één land gevestigde ondernemingsgroepen, gemeenschappelijke kwaliteitsnormen alsmede de inhoud en de frequentie van de kwaliteitsrapporten vast te stellen, en de regels voor de bijwerking van de registers vast te stellen. Aangezien het hierbij gaat om maatregelen van algemene strekking die bedoeld zijn om niet-essentiële elementen van de verordening te wijzigen, moeten ze volgens de regelgevingsprocedure met toetsing van artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG van de Raad worden vastgesteld.

De zin 'Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2007' is uit artikel 18 weggelaten vanwege vertraging bij de vaststelling van de verordening. De bedoeling van die zin was te bepalen vanaf welke datum de verordening van toepassing zou worden, en niet dat zij met terugwerkende kracht van toepassing zou zijn. De verordening wordt van toepassing twintig dagen na bekendmaking ervan.

De Commissie stemt in met deze nieuwe bepalingen.

4. Conclusie

Gezien het bovenstaande stemt de Commissie dus in met het gemeenschappelijk standpunt dat door de Raad met eenparigheid van stemmen is aangenomen.