Artikelen bij COM(2011)559 - Instelling van een evaluatie- en toezichtmechanisme voor de controle van de toepassing van het Schengenacquis

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


Artikel 1 - Doel en toepassingsgebied

Bij deze verordening wordt een evaluatie - en toezicht mechanisme ingesteld voor de controle op de toepassing van het Schengenacquis in de lidstaten waarop het Schengenacquis volledig van toepassing is.

Van de lidstaten die overeenkomstig hun Toetredingsakte het Schengenacquis nog niet volledig toepassen, nemen wel deskundigen deel aan de evaluatie van en het toezicht op alle onderdelen van het Schengenacquis.

Artikel 2 - Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

"Schengenacquis": de bepalingen van het Schengenacquis zoals dat in het kader van de Europese Unie is opgenomen door middel van het Protocol dat is gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, alsmede de daarop voortbouwende of anderszins daaraan gerelateerde rechtshandelingen.

Artikel 3 - Verantwoordelijkheden

1. De Commissie is verantwoordelijk voor de tenuitvoerlegging van dit evaluatie - en toezicht mechanisme in nauwe samenwerking met de lidstaten en bijgestaan door de Europese organen, overeenkomstig deze verordening.

2. De lidstaten werken met de Commissie samen zodat de Commissie de taken kan uitvoeren die haar bij deze verordening worden opgedragen. De lidstaten werken ook met de Commissie samen bij de voorbereiding, controles ter plaatse, verslaglegging en follow-up in het kader van de evaluaties.

Artikel 4 - Evaluaties

De evaluaties kunnen vragenlijsten en controles ter plaatse omvatten. Beide middelen kunnen worden aangevuld met door de beoordeelde lidstaat verzorgde presentaties over het te evalueren gebied. Controles ter plaatse en vragenlijsten kunnen los van elkaar of in combinatie worden gebruikt voor specifieke lidstaten en/of specifieke gebieden. Controles ter plaatse kunnen zowel aangekondigd als onaangekondigd zijn.

Artikel 5 - Meerjarenprogramma

1. De Commissie stelt een meerjarig evaluatieprogramma voor een periode van vijf jaar op overeenkomstig de in artikel 15, lid 2, bedoelde procedure ; zij doet dit uiterlijk zes maanden voor de aanvang van de volgende periode van vijf jaar. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 17, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

2. Het meerjarenprogramma bevat de lijst van de per jaar te beoordelen lidstaten. Elke lidstaat wordt per periode van vijf jaar ten minste eenmaal beoordeeld. De volgorde waarin de lidstaten worden beoordeeld, berust op een risicoanalyse waarin rekening wordt gehouden met de migratiedruk, de binnenlandse veiligheid, de tijd die verstreken is sinds de vorige evaluatie en de balans tussen de verschillende te evalueren delen van het Schengenacquis.

3. Het meerjarenprogramma kan, indien nodig, worden aangepast overeenkomstig de in lid 1 bedoelde procedure.

Artikel 6 - Risicoanalyse

1. Frontex dient jaarlijks uiterlijk op 30 september bij de Commissie een risicoanalyse in waarin rekening wordt gehouden met de migratiedruk en waarin prioriteiten worden aanbevolen voor de evaluaties van het komende jaar. In de aanbevelingen worden specifieke delen van de buitengrenzen en specifieke grensdoorlaatposten genoemd die het komende jaar in het kader van het meerjarenprogramma moeten worden geëvalueerd. De Commissie stelt deze risicoanalyse beschikbaar aan de lidstaten.

2. Voor dezelfde termijn als in lid 1 legt Frontex de Commissie een afzonderlijke risicoanalyse voor waarin prioriteiten worden aanbevolen voor evaluaties die in het komende jaar in de vorm van onaangekondigde controles ter plaatse moeten worden verricht. Deze aanbevelingen kunnen betrekking hebben op elke regio of een specifiek gebied en bevatten een lijst van ten minste tien specifieke delen van de buitengrenzen en tien specifieke grensdoorlaatposten. De Commissie kan Frontex te allen tijde verzoeken om een risicoanalyse met aanbevelingen voor evaluaties ter plaatse in de vorm van onaangekondigde controles.

Artikel 7 - Vragenlijst

1. De Commissie zendt de lidstaten die het komende jaar worden beoordeeld, uiterlijk op 15 augustus van het jaar daarvoor een standaardvragenlijst toe. De standaardvragenlijsten hebben betrekking op de betrokken wetgeving, de organisatorische en technische middelen die beschikbaar zijn voor de tenuitvoerlegging van het Schengenacquis, en statistische gegevens inzake alle onderdelen van de evaluatie.

2. De lidstaten dienen binnen zes weken na de toezending van de vragenlijst hun antwoorden in bij de Commissie. De Commissie stelt deze antwoorden ter beschikking van de overige lidstaten.

Artikel 8 - Jaarprogramma

1. Op basis van de risicoanalyse die Frontex overeenkomstig artikel 6 verstrekt, de antwoorden op de in artikel 7 bedoelde vragenlijst en, waar nodig, Europol of andere bronnen, stelt de Commissie uiterlijk op 30 november een jaarlijks evaluatieprogramma op voor het daaropvolgende jaar. Het programma kan voorzien in de evaluatie van:

- de toepassing van het acquis of onderdelen daarvan door één lidstaat, zoals vermeld in het meerjarenprogramma;

en daarnaast, waar nodig:

- de toepassing van specifieke onderdelen van het acquis in meerdere lidstaten (thematische evaluaties);

- de toepassing van het acquis door een groep lidstaten (regionale evaluaties).

2. In een eerste deel van het programma , dat volgens de in artikel 15, lid 2, bedoelde procedure wordt opgesteld, worden de lidstaten vermeld die volgens het meerjarenprogramma in het komende jaar moeten worden geëvalueerd. In dit deel worden de te evalueren gebieden vermeld, alsmede de geplande controles ter plaatse. Dit deel wordt vastgesteld door de Commissie. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 17, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

3. De Commissie stelt een tweede deel van het programma op, waarin de onaangekondigde controles ter plaatse worden vermeld die in het komende jaar moeten worden verricht. Dit deel geldt als vertrouwelijk en wordt niet aan de lidstaten meegedeeld.

4. Het jaarprogramma kan, indien nodig, worden aangepast overeenkomstig de leden 2 en 3.

Artikel 9 - Lijst van deskundigen

1. De Commissie stelt een lijst op van deskundigen die door de lidstaten zijn aangewezen voor deelname aan controles ter plaatse. Deze lijst wordt meegedeeld aan de lidstaten.

2. De lidstaten vermelden op welke van de in de bijlage bij deze verordening genoemde terreinen elke deskundige deskundig is. De lidstaten stellen de Commissie zo spoedig mogelijk in kennis van eventuele wijzigingen.

3. De lidstaten vermelden welke deskundigen beschikbaar kunnen worden gesteld voor onaangekondigde controles ter plaatse overeenkomstig de vereisten van artikel 10, lid 5.

4. De deskundigen moeten zowel beschikken over de nodige kwalificaties, waaronder een gedegen theoretische kennis van en praktische ervaring op de gebieden die onder het evaluatiemechanisme vallen, als over een grondige kennis van evaluatiebeginselen, -procedures en -technieken, en zij moeten doeltreffend kunnen communiceren in een gemeenschappelijke taal.

5. De lidstaten zien erop toe dat de door hen aangewezen deskundigen voldoen aan de in het vorige lid omschreven vereisten; hiertoe vermelden zij onder meer de opleiding die de deskundigen hebben genoten. Voorts zien de lidstaten erop toe dat de deskundigen voortdurend worden bijgeschoold, zodat zij aan deze vereisten blijven voldoen.

Artikel 10 - Teams belast met controles ter plaatse

1. Door de Commissie aangestelde teams verrichten controles ter plaatse. De teams bestaan uit deskundigen van de in artikel 9 bedoelde lijst van deskundigen en uit ambtenaren vertegenwoordigers van de Commissie. De Commissie ziet erop toe streeft ernaar dat elk team geografisch evenwichtig is samengesteld en vergewist zich ervan dat de deskundigen kennis van zaken hebben. De deskundigen van de lidstaten mogen niet deelnemen aan een controle ter plaatse in de lidstaat waar zij werkzaam zijn.

2. De Commissie kan verzoekt Frontex, en eventueel Europol, Eurojust of andere Europese organen verzoeken een vertegenwoordiger aan te wijzen om als waarnemer deel te nemen aan een controle ter plaatse waarbij een gebied dat onder hun mandaat valt, wordt geëvalueerd.

3. Aan controles ter plaatse nemen maximaal acht deskundigen (waarnemers inbegrepen) deel als het gaat om aangekondigde controles ter plaatse en maximaal zes als het gaat om onaangekondigde controles ter plaatse.

4. In het geval van aangekondigde controles ter plaatse stelt de Commissie de lidstaten waarvan de deskundigen overeenkomstig lid 1 zijn aangesteld, daarvan minstens vier weken voor de geplande controle ter plaatse in kennis. De lidstaten bevestigen de beschikbaarheid van de deskundigen binnen een week.

5. In het geval van onaangekondigde controles ter plaatse stelt de Commissie de lidstaten waarvan de deskundigen overeenkomstig lid 1 zijn aangesteld, daarvan minstens een week voor de geplande controle ter plaatse in kennis. De lidstaten bevestigen de beschikbaarheid van de deskundigen binnen 48 uur.

6. Voorafgaand aan de controle ter plaatse wijzen de leden van het team in onderlinge overeenstemming een ambtenaar vertegenwoordiger van de Commissie en een deskundige van een van de lidstaten aan als leidinggevenden voor de controle ter plaatse.

Artikel 11 - Het verrichten van controles ter plaatse

1. De teams voor controle ter plaatse treffen de nodige voorbereidingen om ervoor te zorgen dat de controles ter plaatse efficiënt, accuraat en op samenhangende wijze worden uitgevoerd.

2. De lidstaten worden ingelicht:

- minstens twee maanden voor een aangekondigde controle ter plaatse plaatsvindt;

- minstens 48 uur voor een onaangekondigde controle ter plaatse plaatsvindt.

3. De leden van het team voor controle ter plaatse beschikken elk over een legitimatiebewijs dat hun machtigt tot het verrichten van controles ter plaatse namens de Europese Unie.

4. De betrokken lidstaat ziet erop toe dat het team van deskundigen zich rechtstreeks tot de juiste personen kan wenden. Hij ziet erop toe dat het team toegang heeft tot alle gebieden, lokalen en documenten die nodig zijn voor de evaluatie. Hij ziet erop toe dat het team zijn opdracht om de activiteiten op de te evalueren gebieden te controleren, kan vervullen.

5. De betrokken lidstaat ondersteunt het team met alle middelen die hem wettelijk ter beschikking staan bij de vervulling van zijn taak.

6. In het geval van aangekondigde controles ter plaatse verstrekt de Commissie de betrokken lidstaten vooraf de namen van de deskundigen die deel uitmaken van het team. De betrokken lidstaat wijst een contactpunt aan dat de praktische regelingen in verband met de controle ter plaatse treft.

7. De lidstaten zijn verantwoordelijk voor het regelen van de reis en het verblijf van hun deskundigen. De reis- en verblijfkosten van deskundigen die aan de controlebezoeken deelnemen, worden door de Commissie vergoed.

Artikel 12 - Controle van het vrij verkeer van personen aan de binnengrenzen

In afwijking van artikel 10 bestaan teams voor onaangekondigde controle ter plaatse die controleren of er geen controles aan de binnengrenzen worden gehouden, uitsluitend uit ambtenaren vertegenwoordigers van de Commissie.

Artikel 13 - Evaluatieverslagen

1. Na elke evaluatie wordt een verslag opgesteld. Het evaluatie verslag wordt gebaseerd op de bevindingen van de controle ter plaatse en/of de vragenlijst.

- Als de evaluatie alleen op de vragenlijst of een onaangekondigde controle ter plaatse is gebaseerd, wordt het verslag door de Commissie opgesteld;

- In het geval van aangekondigde controles ter plaatse wordt het verslag gedurende het controlebezoek opgesteld door het team. De ambtenaar vertegenwoordiger van de Commissie draagt de algehele verantwoordelijkheid voor het schrijven, de integriteit en kwaliteit van het verslag. In geval van onenigheid probeert het team tot een compromis te komen. Het verslag mag afwijkende meningen bevatten.

2. In het verslag worden de kwalitatieve, kwantitatieve, operationele, administratieve en/of organisatorische aspecten geanalyseerd en de tijdens de evaluatie vastgestelde tekortkomingen of zwakke punten vermeld. Het verslag bevat aanbevelingen voor corrigerende maatregelen en termijnen voor de tenuitvoerlegging daarvan.

3. Aan elk van de bevindingen van het verslag wordt een van de volgende classificaties gegeven:

- in overeenstemming;

- in overeenstemming, maar verbetering geboden;

- niet in overeenstemming.

4. De Commissie brengt het ontwerp verslag binnen zes weken na de controle ter plaatse of de ontvangst van de antwoorden op de vragenlijst ter kennis van de betrokken lidstaat. De betrokken lidstaat maakt zijn opmerkingen over het verslag binnen twee weken kenbaar.

5. De deskundige van de Commissie legt het ontwerp verslag en het antwoord van de lidstaat voor aan het overeenkomstig artikel 15 17 opgerichte comité. De lidstaten wordt verzocht te reageren op de antwoorden op de vragenlijst, het ontwerp verslag en de opmerkingen van de betrokken lidstaat.

De Op grond hiervan neemt de Commissie een besluit over het evaluatieverslag en de aanbevelingen betreffende de in lid 3 bedoelde classificatie van de bevindingen worden door de Commissie vastgesteld volgens de in artikel 15, lid 2, bedoelde procedure . Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 17, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

Binnen een maand na de goedkeuring van het verslag dient de betrokken lidstaat een actieplan in bij de Commissie om de zwakke punten te verhelpen.

De Commissie deelt het overeenkomstig artikel 15 17 opgerichte comité na raadpleging van het team van deskundigen binnen een maand na de ontvangst van het actieplan van de lidstaat mee of zij het actieplan toereikend vindt. De lidstaten wordt verzocht opmerkingen te maken over het actieplan.

6. Binnen zes maanden na ontvangst van het evaluatie verslag brengt de betrokken lidstaat verslag uit aan de Commissie over de tenuitvoerlegging van het actieplan, en hij blijft dit vervolgens elke drie maanden doen, tot het actieplan geheel ten uitvoer is gelegd. Afhankelijk van de ernst van de vastgestelde zwakke punten en de maatregelen die zijn getroffen om deze te verhelpen, kan de Commissie volgens de in artikel 15, lid 2 bedoelde procedure aangekondigde controles ter plaatse plannen om de tenuitvoerlegging van het actieplan te controleren besluit de Commissie om over te gaan tot aangekondigde controles ter plaatse om de tenuitvoerlegging van het actieplan te controleren. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 17, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure. De Commissie kan ook onaangekondigde controles ter plaatse plannen.

De Commissie houdt het overeenkomstig artikel 15 17 opgerichte comité regelmatig op de hoogte van de tenuitvoerlegging van het actieplan.

7. Als bij een controle ter plaatse een ernstig gebrek wordt ontdekt dat waarschijnlijk belangrijke gevolgen zal hebben voor de algehele veiligheid van een of meer lidstaten, stelt de Commissie, op eigen initiatief of op verzoek van een lidstaat, het Europees Parlement en de Raad hiervan zo spoedig mogelijk in kennis.

Artikel 14 - Maatregelen aan de buitengrenzen en ondersteuning door Frontex

1. Als er in het evaluatieverslag ernstige gebreken worden vastgesteld bij de uitvoering van de procedures voor toezicht aan de buitengrenzen of terugkeer, kan de Commissie, teneinde te waarborgen dat de in artikel 13, lid 5, bedoelde aanbevelingen worden opgevolgd, besluiten om de geëvalueerde lidstaat te verzoeken een aantal specifieke maatregelen te nemen, waaronder een of meer van de volgende:

- teams van Europese grenswachten inzetten, overeenkomstig de bepalingen van de Frontex-verordening;

- strategische beslissingen over risico-evaluatie en plannen voor de inzet van apparatuur ter goedkeuring aan Frontex voorleggen;

- een specifieke grensdoorlaatpost voor bepaalde tijd sluiten, tot de gebreken zijn verholpen.

Deze uitvoeringshandelingen worden vastgeste ld overeenkomstig de in artikel 17, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

2. De Commissie houdt het overeenkomstig artikel 17 opgerichte comité regelmatig op de hoogte van de tenuitvoerlegging van de in lid 1 bedoelde maatregelen en van het effect ervan op de vastgestelde gebreken.

Artikel 15 - Ernstige gebreken in verband met de procedures voor toezicht aan de buitengrenzen of terugkeer

1. Indien in het in artikel 13, lid 5, bedoelde evaluatieverslag wordt geconcludeerd dat de geëvalueerde lidstaat zijn verplichting om procedures voor toezicht aan de buitengrenzen of terugkeer uit te voeren ernstig verwaarloost, brengt de lidstaat, niettegenstaande de verplichting van artikel 13, lid 6, om binnen een periode van zes maanden verslag uit te brengen over de tenuitvoerlegging van een actieplan, verslag uit binnen drie maanden na de ontvangst van het evaluatieverslag.

2. Indien de Commissie na de in lid 1 bedoelde periode van drie maanden vaststelt dat de situatie voortduurt, zijn de artikelen 23, 23 bis en 26 van de Schengengrenscode van toepassing.

Artikel 14 - 16 Gevoelige informatie

De teams dienen alle informatie die zij bij het verrichten van hun taken verkrijgen als vertrouwelijk te beschouwen. De na de controles ter plaatse opgestelde verslagen worden gerubriceerd als 'restreint'. Na overleg met de betrokken lidstaat besluit de Commissie welk deel van het verslag openbaar mag worden gemaakt.

Artikel 15 - Comité

1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité dat bestaat uit vertegenwoordigers van de lidstaten en wordt voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie.

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 4, 7 en 8 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.

Artikel 17 - Comité

1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité. Het betreft een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

Artikel 16 - 18 Overgangsbepaling

1. Het eerste meerjarenprogramma overeenkomstig artikel 5 en het eerste jaarprogramma overeenkomstig artikel 8 worden zes maanden na de inwerkingtreding van deze verordening opgesteld. Beide programma's gaan één jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van start.

2. De eerste overeenkomstig artikel 6 door Frontex te verstrekken risicoanalyse wordt uiterlijk drie maanden na de inwerkingtreding van deze verordening aan de Commissie voorgelegd.

3. De lidstaten wijzen uiterlijk drie maanden na de inwerkingtreding van deze verordening hun deskundigen aan overeenkomstig artikel 9.

Artikel 17 - 19 Informatieverstrekking aan het Europees Parlement en de Raad

De Commissie stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van de aanbevelingen die zij overeenkomstig artikel 13, lid 5, heeft vastgesteld.

Artikel 18 - 20 Verslag aan het Europees Parlement en de Raad

De Commissie legt jaarlijks een verslag voor aan het Europees Parlement en de Raad over de op grond van deze verordening verrichte evaluaties. Het verslag wordt openbaar gemaakt en bevat informatie over:

- de in het voorgaande jaar verrichte evaluaties, en

- de conclusies naar aanleiding van elke evaluatie en de stand van zaken betreffende de corrigerende maatregelen.

Artikel 19 - 21 Intrekking

Deel II van het Besluit van het Uitvoerend Comité van 16 september 1998 tot oprichting van een Permanente Schengenbeoordelings- en toepassingscommissie (SCH/Com-ex (98) 26 def.), getiteld ‘Toepassingscommissie voor de staten die de overeenkomst reeds toepassen’, wordt met ingang van een jaar na de inwerkingtreding van deze verordening ingetrokken.

Artikel 2022

De Raad kan besluiten de Schengenevaluaties als bedoeld in toetredingsaktes die worden gesloten na de inwerkingtreding van deze verordening, te verrichten overeenkomstig deze verordening.

Artikel 21 - 23 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie de Verdragen .