Artikelen bij COM(2017)131 - Uitvoering van Verordening (EU) 2016/369 betreffende de verstrekking van noodhulp binnen de Unie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 15.3.2017

COM(2017) 131 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD

over de uitvoering van Verordening (EU) 2016/369 betreffende de verstrekking van noodhulp binnen de Unie


Inhoudsopgave

I. Inleiding    

II.    Voordelen van de verordening betreffende de verstrekking van noodhulp    

1) Meerwaarde van het instrument voor noodhulp binnen de Unie    

a. Snelle hulp    

b. Ervaren humanitaire partners    

c. Een duidelijke focus op humanitaire hulp    

d. Een aanvulling op bestaande capaciteiten    

e. De beschikbaarheid van bewezen deskundigheid en controlecapaciteit    

2) Outputs en resultaten    

a. Onderdak    

b. Voorbereiding op de winter    

c. Cashprogromma    

d. Bescherming    

e. Onderwijs    

f. Gezondheidsdiensten    

g. Voedsel, non-foodartikelen en andere activiteiten    

III.    Coördinatie en communicatie    

1) Coördinatie van de respons op de vluchtelingen- en migratiecrisis op EU-niveau    

2) Coördinatie en de samenwerking met de getroffen lidstaat    

3) Coördinatie tussen partnerorganisaties    

4) Communicatie betreffende noodhulpacties in Griekenland    

IV.    Volgende stappen    


I. Inleiding

In 2015 en 2016 hebben bijna 1,1 miljoen personen die mogelijk internationale bescherming behoeven, en irreguliere migranten (hierna 'vluchtelingen en migranten' genoemd) hun toevlucht gevonden in de Europese Unie (EU) via de route door het oostelijke Middellandse Zeegebied. Op het hoogtepunt van de vluchtelingencrisis in de zomer van 2015 kwamen dagelijks 10 000 migranten en vluchtelingen aan in Griekenland. Deze plotselinge toestroom leidde tot een humanitaire noodsituatie binnen de EU.

Hoewel de EU reeds beschikte over financiële instrumenten om lidstaten bijstand te helpen het hoofd te bieden aan verschillende soorten interne problemen en uiting te geven aan hun solidariteit met door rampen getroffen regio's, heeft de uitzonderlijke omvang van de vluchtelingencrisis aangetoond dat geen van deze instrumenten volledig geschikt was om de verreikende humanitaire behoeften in de EU aan te pakken. Een punt dat is benadrukt in de mededeling van de Commissie over de voortgang van de uitvoering van de prioritaire maatregelen van de Europese migratieagenda 1 , is de noodzaak voor de EU om de capaciteit op te bouwen voor het verlenen van humanitaire bijstand binnen de EU om lidstaten te ondersteunen die met grote aantallen vluchtelingen en migranten worden geconfronteerd. Er was een flexibel financieel instrument nodig met een snel reactievermogen dat op Europese solidariteit was gebaseerd en waarmee een beroep kon worden gedaan op de bestaande expertise.

In deze context riep de Europese Raad op 19 februari 2016 de Commissie op 'de capaciteit te creëren waarmee de EU intern, in samenwerking met organisaties als de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de vluchtelingen (UNHCR), humanitaire bijstand kan verlenen om landen te ondersteunen die met grote aantallen vluchtelingen en migranten worden geconfronteerd, waarbij wordt voortgebouwd op de ervaringen van de dienst Humanitaire Hulp en Civiele Bescherming van de EU' 2 .

Op 2 maart 2016 hechtte de Commissie goedkeuring aan haar voorstel voor Verordening (EU) 2016/369 van de Raad betreffende de verstrekking van noodhulp binnen de Unie 3 . De verordening werd door de Raad op 15 maart 2016 aangenomen 4 .

Zoals gevraagd door de Europese Raad, wordt in de verordening voortgebouwd op de gedegen ervaring die het directoraat-generaal Europese Civiele Bescherming en Humanitaire Hulp (DG ECHO) in de loop der jaren heeft verworven op de terreinen die onder zijn bevoegdheid vallen, waardoor het DG de knowhow kan benutten die het heeft opgedaan bij de activiteiten die het in derde landen verricht. Voorts wordt met de verordening niet alleen beoogd de uitzonderlijke humanitaire problemen aan te pakken die het gevolg zijn van de huidige migratiedruk aan de buitengrenzen van de Unie, maar is het ook de bedoeling dat met de verordening adequaat kan worden opgetreden bij door de natuur of door de mens veroorzaakte rampen met verstrekkende humanitaire gevolgen binnen de EU. Derhalve wordt in de verordening ook bepaald dat alle door de EU gefinancierde noodhulp wordt toegekend en besteed overeenkomstig de internationaal overeengekomen fundamentele humanitaire beginselen van menselijkheid, neutraliteit, onpartijdigheid en onafhankelijkheid.

Daarnaast is - met het oog op een zo groot mogelijke efficiëntie - in de verordening bepaald dat voor de uitvoering van noodhulpoperaties een beroep wordt gedaan op partnerorganisaties 5 waarmee de Commissie kader-partnerschapsovereenkomsten of een financiële en administratieve kaderovereenkomst heeft gesloten. Aangezien noodhulp wordt verstrekt op het grondgebied van een EU-lidstaat, gelden ook specifieke voorschriften. Met name dient de verstrekte noodhulp 'ter ondersteuning van en ter aanvulling op de acties van de getroffen lidstaat' 6 . Daartoe wordt voor nauwe samenwerking en nauw overleg met deze lidstaat gezorgd.

De rechtsgrond bepaalt dat de noodhulp geactiveerd wordt gedurende een periode van drie jaar tot en met 16 maart 2019 voor het beheer van de humanitaire gevolgen van de migratie- en vluchtelingencrisis.

Kort na de goedkeuring van de verordening van de Raad is de toestand langs de route door het oostelijke Middellandse Zeegebied drastisch veranderd. Sinds de verklaring EU-Turkije van 18 maart 2016 7 zijn de irreguliere oversteken vanuit Turkije naar Griekenland sterk afgenomen tot een gemiddeld aantal van 79 personen per dag (gegevens tot en met 6 maart 2017) 8 . Door de tijdelijke invoering van grenscontroles aan de binnengrenzen van sommige lidstaten en aan de buitengrenzen van sommige andere landen langs de route door het oostelijke Middellandse Zeegebied kwamen meer dan 62 000 personen in Griekenland in een zorgwekkende situatie te verkeren, waaronder 14 000 op de eilanden 9 . Dit heeft geleid tot aanzienlijke humanitaire behoeften, met inbegrip van voedselhulp, onderdak, gezondheidszorg, water, sanitaire voorzieningen en hygiëne (WASH), non-foodartikelen en bescherming.

Opgemerkt zij dat in 2016 Griekenland de enige lidstaat was die voldeed aan beide in de verordening opgenomen voorwaarden voor de toekenning van steun:

• de omvang en de gevolgen van de ramp zijn zo uitzonderlijk groot dat er ernstige en verstrekkende humanitaire gevolgen zijn in een of meerdere lidstaten; en

• geen ander voor de lidstaten of de Unie beschikbaar instrument is toereikend.

Bijgevolg zijn alle tot dusver in het kader van deze verordening gefinancierde acties uitsluitend gericht op het aanpakken van de humanitaire situatie in Griekenland.

Overeenkomstig artikel 8, lid 1, van de verordening heeft dit verslag tot doel een overzicht te geven van de belangrijkste verwezenlijkingen van het Instrument voor noodhulp binnen de Unie (hierna 'ESI' genoemd) sinds de activering, een analyse op te stellen van de belangrijkste problemen die zich hebben voorgedaan en te schetsen welke activiteiten in de toekomst worden gepland.

II.Voordelen van de verordening betreffende de verstrekking van noodhulp

Met de aansturing door de Griekse autoriteiten, die uiteindelijk verantwoordelijk zijn voor het beheer van de vluchtelingen- en migratiecrisis in Griekenland, konden de humanitaire hulpverleners dankzij de verordening snel optreden om de humanitaire gevolgen van deze crisis te beheersen. Dit heeft geleid tot tastbare resultaten in alle sectoren voor meer dan 45 000 begunstigden, die verspreid waren over meer dan 30 locaties op de eilanden en het vasteland in Griekenland.

De voornaamste pluspunten van dit nieuwe instrument en de belangrijkste operationele resultaten worden hierna uiteengezet.

1) Meerwaarde van het instrument voor noodhulp binnen de Unie

Het ESI is opgezet om een antwoord te kunnen bieden op de ernstige humanitaire gevolgen van acute crises. In de periode 2016-2017 heeft het ESI de Unie in staat gesteld om toereikende en tijdige bijstand te verlenen aan vluchtelingen en migranten in Griekenland. Het ESI heeft volgende kenmerken:

a. Snelle hulp

Het ESI berust op aangepaste procedures en personeel dat is opgeleid om te kunnen reageren op noodsituaties over de hele wereld. Na een beoordeling van de behoeften om de financieringsprioriteiten te kunnen bepalen, heeft de Commissie op 19 april 2016 een eerste toewijzing van 83 miljoen EUR 10 aan acht partnerorganisaties aangekondigd, slechts vijf weken na de vaststelling van de verordening. Onmiddellijk na de ondertekening van de contracten en slechts enkele dagen nadat de begrotingsautoriteit initiële financiering ter beschikking had gesteld, werd op het terrein reeds voorzien in onderdak, water en sanitaire voorzieningen, bescherming en onderwijs.

b. Ervaren humanitaire partners

De steun wordt uitgevoerd door ervaren humanitaire partners — agentschappen van de Verenigde Naties, internationale organisaties en niet-gouvernementele organisaties. Op grond van hun bekwaamheid, deskundigheid en goed beheer van snelle reacties op humanitaire noden zijn kaderovereenkomsten met de Commissie ondertekend. Tot dusver heeft de Commissie EU-financiering toegewezen aan veertien partners, die allemaal reeds in een vroeg stadium van de vluchtelingencrisis in Griekenland actief waren. Deze partners zorgen ook ervoor dat de internationale humanitaire beginselen in acht worden genomen.

c. Een duidelijke focus op humanitaire hulp

Andere bestaande EU-instrumenten, zoals het Fonds voor asiel, migratie en integratie (AMIF), het Fonds voor interne veiligheid (ISF), het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD) of wanneer het gaat over natuurrampen, het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (SFEU), kunnen weliswaar aanzienlijke financiële middelen vrijmaken voor hulpverlening binnen Europa, maar zij zijn sterk afhankelijk zijn van de administratieve en operationele capaciteit van nationale regeringen die reeds onder aanzienlijke financiële en economische druk kunnen staan. Voorts zijn deze instrumenten niet bedoeld om de louter humanitaire noden te lenigen van grote groepen vluchtelingen en migranten.

Ook het bestaande Europese mechanisme voor civiele bescherming van de Unie (UCPM) voorziet in hoognodige ondersteuning via vrijwillige bijdragen van middelen van lidstaten, maar het UCPM is onvoldoende uitgerust om de verreikende structurele humanitaire noden het hoofd te bieden die het gevolg zijn van de vluchtelingencrisis.

In tegenstelling tot deze instrumenten kan het ESI snel middelen vrijmaken voor doelgerichte humanitaire hulp in noodsituaties.

d. Een aanvulling op bestaande capaciteiten

Om een beroep te kunnen doen op noodhulp, hoeven de betrokken lidstaten geen nieuwe structuren of institutionele mechanismen op te richten. Het ESI vormt veeleer een aanvulling op de humanitaire hulp door extra personele en financiële middelen ter beschikking te stellen. De acties in Griekenland hebben aangetoond dat efficiënte communicatiekanalen en een doeltreffend coördinatiemechanisme in combinatie met het desbetreffende personeel bij de verantwoordelijke nationale autoriteiten, van cruciaal belang zijn voor het welslagen van de actie.

e. De beschikbaarheid van bewezen deskundigheid en controlecapaciteit

De Commissie beschikt over een wereldwijd netwerk van sectorale projectdeskundigen op het terrein. Drie van deze deskundigen werden ingezet om de met EU-middelen gefinancierde acties op het terrein te monitoren en coördineren. De aanwezigheid van deze deskundigen is essentieel ter ondersteuning van humanitaire partners bij hun werkzaamheden en voor het onderhouden van contacten met de Griekse autoriteiten. Dit snelle optreden was cruciaal was voor de snelle uitrol van door de EU gefinancierde projecten. Daarnaast heeft de Commissie ook enkele van haar wereldwijde thematische deskundigen (bv. op het gebied van gezondheidsdiensten, bescherming en gendervraagstukken) naar Griekenland gestuurd om de aanzet te geven voor de acties op hun expertisegebieden.

2) Outputs en resultaten

In 2016 waren de voornaamste operationele prioriteiten het verlenen van onderdak en voorbereiding op de winter, geldoverdrachten, de bescherming van niet-begeleide minderjarigen, onderwijs in noodsituaties en de verstrekking van gezondheidszorg 11 .

In totaal zijn er in 2016 voor een bedrag van 191,9 miljoen EUR contracten afgesloten, dat als volgt kan worden opgesplitst:

Partner 12Bedrag van de opdracht
OXFAM-NL6 000 000
STC-UK7 000 000
DRC-DK14 870 000
IRC-UK16 500 000
UNHCR-CH65 000 000
MDM-BE7 000 000
ASB-DE6 800 000
IFRC-CH17 000 000
NRC-NO11 000 000
IOM-CH17 800 000
CARE-DE3 500 000
MCE-UK6 250 000
UNICEF-US8 500 000
TDH-CH4 700 000
TOTAAL191 920 000


Tabel: In 2016 bestede EU-middelen, uitgesplitst per partner


a. Onderdak

De Commissie heeft 80 miljoen EUR uitgetrokken voor UNHCR, IOM, IRC, IFRC, ASB, DRC, NRC en OXFAM om onderdak te bieden aan meer dan 35 000 personen in Griekenland die in een zorgwekkende situatie verkeren. In coördinatie met de Griekse autoriteiten hebben met ESI-middelen gefinancierde activiteiten plaatsgevonden in 30 tijdelijke en permanente locaties van de 49 locaties die door de Griekse regering op het vasteland zijn aangewezen. Met ingang van 14 februari 2017 werden op deze locaties 11 568 personen opgevangen op een totale capaciteit van 18 510. De activiteiten omvatten de ontwikkeling van de locaties, de levering van tenten (in het begin), het installeren van containers, en het winterklaar maken en de renovatie van bestaande gebouwen. De respons van de EU voorzag ook in de financiering voor de rehabilitatie, modernisering en aanleg van watervoorziening en sanitaire voorzieningen (WASH), verwarmings- en elektriciteitssystemen en -faciliteiten.

b. Voorbereiding op de winter

Partnerorganisaties zijn betrokken bij acties die bijdragen aan het winterklaar maken van de voorzieningen. Zij waren ook actief op het vlak van het verlenen van onderdak, het opzetten en onderhouden van water- en sanitaire voorzieningen (WASH), waardoor de levensomstandigheden aanzienlijk zijn verbeterd en kon worden gezorgd voor een veilig onderkomen tijdens de wintermaanden. De 30 locaties die een beroep deden op ESI-middelen, zijn allemaal winterklaar. Het winterklaar maken omvat onder andere betere isolatie, installatie van verwarmingstoestellen en veiligheidsmaatregelen om het toegenomen risico op brand te verlagen.

De Griekse regering heeft de verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van de infrastructuur en het winterklaar maken van 14 locaties op het vasteland 13 uitsluitend toevertrouwd aan het UNHCR. Hoe de locaties die aan het UNHCR waren toevertrouwd, winterklaar werden gemaakt, varieerde van locatie tot locatie. In sommige gevallen heeft het UNHCR gekozen voor prefabwoningen 14 , terwijl op andere locaties bestaande gebouwen werden gerenoveerd en de faciliteiten werden verbeterd 15 .

Andere voorbeelden zijn onder meer:

• IFRC heeft noodopvang verstrekt op de tijdelijke locaties Softex en Cherso, inclusief tenten, vloerpanelen, isolatie, alsook verwarmingstoestellen en kerosine.

• ASB heeft gebouwen op het elektriciteitsnet aangesloten voor verlichting en verwarming in Diavata en Anagnostopoulou.

• IOM voert momenteel heraanleg- en renovatiewerkzaamheden uit op de volgende 6 locaties: Agios Andreas I, Agios Andreas II, Thiva, Serres, Drama, Kavala.

Met het oog op de komende winter is ook besloten om een aantal personen die verbleven op locaties met ontoereikende of onvolledige voorzieningen, over te brengen naar hotels of appartementen. Met ingang van 28 februari 2017 heeft de UNHCR alleen al meer dan 3 100 personen overgebracht naar andere locaties. De personen die op deze locaties verbleven, waren blootgesteld aan barre weersomstandigheden en ondergebracht in ongeschikte opvangcentra, hetgeen de gezondheidsrisico’s aanzienlijk verhoogde. De tot nu toe gemaakte kosten voor het winterklaar maken worden op ongeveer 52 miljoen EUR geraamd. 

c. Cashprogramma

De totale financiële bijstand die in de vorm van cash is verstrekt aan personen die in een zorgwekkende situatie verkeren in Griekenland, bedroeg in 2016 28,7 miljoen EUR. Dit bedrag dekt een aantal basisbehoeften, ter vervanging van de distributie van hulpgoederen in natura, met uitzondering van voedselhulp. Wanneer de locatie beschikt over voldoende keukenvoorzieningen, kan met flexibele subsidies worden voorzien in alle basisbehoeften van de vluchtelingenhuishoudens in Griekenland, met inbegrip van voedselhulp. Tegen februari 2017 hadden meer dan 35 000 mensen in 55 locaties op het vasteland en op de eilanden, alsook op twee stedelijke locaties, financiële bijstand ontvangen, die wordt versterkt in de vorm van prepaidkaarten. Deze aanpak geeft vluchtelingen en migranten waardigheid door hun keuzevrijheid te versterken. Voorts heeft deze vorm van bijstand een direct economisch voordeel voor de lokale gastgemeenschappen (waar voeding maar ook non-foodartikelen worden aangekocht) en is het een meer kosteneffectieve oplossing.

d. Bescherming

In het kader van het ESI heeft de Commissie 33 miljoen EUR toegekend aan ASB, OXFAM, IRC, UNHCR, DRC, NRC, IFRC, STC, MCE, CARE, TDH en UNICEF voor beschermingsactiviteiten in Griekenland. Hiervan is 23 miljoen  EUR uitgetrokken voor kinderbeschermingsactiviteiten voor meer dan 21 000 minderjarige vluchtelingen en migranten die in Griekenland verblijven 16 . De activiteiten behelzen het verstrekken van psychosociale steun, kindvriendelijke ruimtes in opvangcentra, casemanagementsystemen, het traceren van familieleden en het creëren van 417 noodopvangplaatsen voor niet-begeleide minderjarigen in speciaal daarvoor bestemde faciliteiten, in overeenstemming met Griekse opvangnormen. Twee derde van de kinderen die in kampen verblijven, kan gebruik maken van kindvriendelijke ruimtes ter beschikking. Dit zijn specifiek voor kinderen gecreëerde veilige ruimten waar zij kunnen bijeenkomen, spelen en opnieuw een gevoel van normaliteit kunnen ervaren. Tegelijkertijd kan hier worden bepaald welke kinderen gespecialiseerde ondersteuning van een team van professionele maatschappelijk werkers nodig hebben, en kunnen nauwere contacten met de ouders worden bevorderd. Tot de andere activiteiten behoorden onder meer de bescherming van vrouwen, ouderen en personen met een handicap. Hierbij werd ervoor gezorgd dat vluchtelingen en migranten behoorlijk geïnformeerd werden over hun status en rechten.

e. Onderwijs

Een bedrag van 2,8 miljoen EUR is aan de IOM toegewezen voor het vervoer van kinderen naar scholen en de terbeschikkingstelling van schooluitrusting aan sommige vluchtelingenkinderen van schoolgaande leeftijd (in de leeftijdscategorie 4-17 jaar) die in Griekenland verblijven, overeenkomstig de strategie van het Griekse ministerie van Onderwijs om te zorgen voor universele toegang tot onderwijs. Daarnaast is 7,7 miljoen EUR beschikbaar gesteld voor de ondersteuning van aanvullende niet-formele onderwijsactiviteiten 17 aan meer dan 9 000 kinderen die verblijven in kampen en stedelijke centra. Hierbij gaat het om basislessen rekenen en lezen, taallessen in Grieks, Engels en de moedertaal van de vluchtelingenkinderen.

f. Gezondheidsdiensten

Met bijna 15 miljoen EUR aan noodhulp werd voorzien in eerstelijnsgezondheidszorg, gespecialiseerde gezondheidszorg, psychosociale bijstand en doorverwijzing naar het ziekenhuis van meer dan 38 100 personen in 26 kampen op het vasteland en op de eilanden in 2016. Naast vaccinaties en psychosociale ondersteuning vonden elke maand gemiddeld meer dan 10 000 medische consulten plaats. Wat bijvoorbeeld de primaire gezondheidszorg betreft, voerde IFRK 67 994 nieuwe consulten uit 18 , ASB - 15 000 consulten; en MDM - 25 966 consulten. Wat vaccinaties betreft, zijn 2 763 kinderen ingeënt door IFRK en 1 527 door MDM, naast de vaccinaties die door het ministerie van Volksgezondheid zijn uitgevoerd. Alle patiënten die naar het ziekenhuis moesten worden doorverwezen, werden naar een ziekenhuis overgebracht.

g. Voedsel, non-foodartikelen en andere activiteiten

Een bedrag van 18,6 miljoen EUR aan noodhulp is uitgetrokken voor de verstrekking van voedsel en non-foodartikelen. In 2016 en de eerste twee maanden van 2017 heeft het UNHCR alleen al meer dan 820 000 essentiële hulpgoederen (dekens, kleding, regenponcho’s, hoeden, handschoenen, enz.) verstrekt. Voorts is 6,2 miljoen EUR toegewezen aan partnerorganisaties. Deze steun dient onder meer voor ondersteuning van het beheer van de locaties (één partner per locatie), ondersteuning van activiteiten en coördinatie.

III.Coördinatie en communicatie

Goede samenwerking op alle niveaus is de belangrijkste factor voor het bereiken van betekenisvolle resultaten. Partnerorganisaties hebben met name erop gewezen dat succesvolle resultaten werden geboekt wanneer een goede samenwerking met de Griekse autoriteiten en lokale partners tot stand was gekomen. De humanitaire respons kwam daarentegen met vertraging tot stand wanneer deze samenwerking niet optimaal verliep (bv. verlenen van onderdak, winterklaar maken, stroomvoorziening op locaties, voedselvoorziening, veiligheidskwesties).

Communicatie op alle niveaus is een andere belangrijke factor. Verbeteren van de communicatie met de lokale gemeenschappen en met de begunstigden van bijstand is essentieel voor een efficiënte en doeltreffende respons. Externe communicatie is nodig om te zorgen voor voldoende zichtbaarheid van en kennis over de EU-respons. Met het oog hierop zal de Commissie in 2017 blijven samenwerken met de humanitaire partners.

1) Coördinatie van de respons op de vluchtelingen- en migratiecrisis op EU-niveau

Acties in het kader van het ESI moeten worden uitgevoerd in volledige synergie en complementariteit met andere financiële instrumenten, in het bijzonder met die waarmee andere vormen van noodhulp worden verstrekt. In 2015 en 2016 was de EU veruit de grootste donor van humanitaire hulp voor het aanpakken van de vluchtelingencrisis in Griekenland, goed voor 77 % van de totale financiering 19 . Om de impact te maximaliseren en overlappingen en lacunes te voorkomen, is een hoge mate van coördinatie essentieel, zowel binnen de Commissie als met andere instellingen, agentschappen en organen van de EU, als met de bevoegde autoriteiten van de getroffen lidstaten.

2) Coördinatie en de samenwerking met de getroffen lidstaat

De Commissie moet steeds zorgen voor nauwe samenwerking en nauw overleg met de getroffen lidstaat, met name bij de selectie van de partnerorganisaties. Aangezien de noodhulp wordt verstrekt ter ondersteuning van en ter aanvulling op de maatregelen die de getroffen lidstaat heeft genomen, moeten de Commissie en haar partners ook optreden overeenkomstig het door de Griekse autoriteiten uitgetekende plan. De EU heeft aanzienlijke ervaring opgebouwd op het gebied van de financiering van humanitaire hulp in derde landen, maar dit is het eerste instrument voor humanitaire acties in een EU-lidstaat. Hierbij moet ook voor ogen worden gehouden dat de Griekse autoriteiten nog niet eerder waren geconfronteerd met een humanitaire crisis van dergelijke omvang.

Met het oog op een meer gestructureerde coördinatie met het ministerie van Migratiebeleid (MoMP) houdt de Commissie sinds mei 2016 regelmatig videoconferenties waaraan zowel vertegenwoordigers van het ministerie als van alle partnerorganisaties deelnemen. Hiermee wordt gezorgd voor een volledige uitwisseling van informatie met betrekking tot de besluiten van de nationale autoriteiten en de partnerorganisaties die op het terrein actief zijn, waardoor de verschillende prioriteiten kunnen worden besproken en onmiddellijke oplossingen kunnen worden uitgewerkt bij onvoorziene problemen.

Een duidelijke planning door de autoriteiten van de getroffen lidstaat is essentieel bij de totstandkoming van een goede coördinatie, die op haar beurt een voorwaarde is voor een doeltreffend, efficiënt en samenhangend humanitair optreden.

Op het gebied van financiële planning is veel vooruitgang geboekt. In februari 2017 hebben de Griekse regering en de bevoegde diensten van de Commissie overeenstemming bereikt over een financiële planning van middelen uit de nationale begroting, het AMIF en het ESI voor de opvangfaciliteiten en de behoeften van vluchtelingen en migranten.

Er is vooruitgang geboekt en de coördinatie met nationale autoriteiten, die uiteindelijk verantwoordelijk zijn voor de respons, blijft cruciaal voor een doeltreffende en tijdige hulpverlening. Dit blijft een prioriteit in 2017, met bijzondere aandacht voor een betere planning en operationele besluitvorming.

3) Coördinatie tussen partnerorganisaties

In 2016 hebben 14 partnerorganisaties contracten met de Commissie ondertekend voor de uitvoering van acties die op grond van de verordening in Griekenland worden gefinancierd. Deze organisaties werken op hun beurt samen met verschillende partners aan wie de uitvoering is toevertrouwd Aangezien de begunstigden over het hele land zijn verspreid, in huurwoningen en op formele en informele locaties op het vasteland en op de eilanden, is een doeltreffende coördinatie essentieel.

Een aantal thematische werkgroepen zijn opgericht op lokaal en nationaal niveau en met behulp van IT-middelen is de informatie gecentraliseerd 20 . De Commissie en de Griekse autoriteiten nemen deel aan deze werkgroepen, die de uitwisseling van informatie en de coördinatie faciliteren en actieve ondersteuning bieden aan de autoriteiten bij het coördineren van de humanitaire respons.

De handhaving van een doeltreffende coördinatie tussen alle humanitaire actoren, met behoud van de strengste normen op het gebied van respons, blijft een topprioriteit in 2017.

4) Communicatie betreffende noodhulpacties in Griekenland

Voor de EU-burgers is het ESI een duidelijke blijk van solidariteit, waarmee wordt aangetoond dat de EU in staat is met een gezamenlijke inspanning nijpende humanitaire problemen aan te pakken. In dit verband bevordert de Commissie actief doeltreffende communicatie en zichtbaarheid door de humanitaire partners en heeft zij ook haar eigen communicatieactiviteiten opgevoerd, met name op haar website en sociale media.

Daarnaast moet de communicatie ook gericht zijn op zowel de lokale gemeenschappen als de migranten in Griekenland om aldus hun betrokkenheid te vergroten en de weerstand bij deze groepen tegen de lopende maatregelen beter aan te pakken.

Hoewel in 2016 aanzienlijke vooruitgang is geboekt, wordt van de partnerorganisaties verwacht dat zij in 2017 meer inspanningen leveren en resultaten boeken op het vlak van voorlichtingsactiviteiten en communicatie met migranten en de lokale bevolking.

IV.Volgende stappen

Er zijn aanzienlijke resultaten geboekt bij het aanpakken van de meest urgente humanitaire noden die in Griekenland zijn vastgesteld. Toch moet nog steeds een oplossing worden gevonden voor een aantal problemen, zoals uitvoeriger wordt uiteengezet in het document inzake de operationele prioriteiten van de noodhulp (ESOP) 21 . De noodhulp zal volledig worden uitgevoerd in overeenstemming met de financiële planning 2017 die is afgesproken tussen de Griekse regering en de desbetreffende diensten van de Commissie, teneinde te zorgen voor complementariteit van alle instrumenten en activiteiten.

Wat betreft onderdak, worden vluchtelingen en migranten opgevangen op verschillende locaties met uiteenlopende kwaliteitsnormen, met inbegrip van tijdelijke opvang en huisvesting op langere termijn. De prioriteit voor 2017 is een omschakeling naar huurregelingen in stedelijke centra met toegang tot sociale diensten, aangezien hiermee wordt voorzien in een waardiger onderkomen in geval van een langdurig verblijf.

In 2016 en de eerste maanden van 2017 zijn dagelijks warme maaltijden verstrekt in de vluchtelingenkampen. Om ervoor te zorgen dat personen die in een zorgwekkende situatie verkeren, hun eigen voedsel kunnen aankopen en bereiden, is het de bedoeling het systeem van cash voor besteding naar eigen inzicht geleidelijk uit te breiden, waarbij kan worden voortgebouwd op de in 2016 ontwikkelde programma's voor de aankoop van non-foodartikelen. Dit systeem vormt een aanvulling op infrastructuurinvesteringen in het elektriciteitsnet en gemeenschappelijke keukenvoorzieningen die reeds waren tot stand gekomen of momenteel op bepaalde locaties worden uitgevoerd.

Op het gebied van de gezondheidszorg moeten eerste hulp en spoedeisende gezondheidszorg met passende verwijzingen naar nationale gezondheidszorg worden gewaarborgd. Toegang tot een basispakket van gezondheidsdiensten moet worden gegarandeerd en bevorderd, waarbij wordt voorzien in vervoer en vertaling. Vaccinatiecampagnes moeten worden uitgebreid.

Water- en sanitaire voorzieningen blijven op veel locaties nog steeds ontoereikend. Daarom moet de verstrekking van deze voorzieningen worden voortgezet.

Wat betreft bescherming, zal voorrang worden verleend aan activiteiten in verband met de bescherming van kinderen, zoals opsporing en hereniging van familieleden, psychosociale behoeften van kinderen die door conflicten en ontheemding zijn getroffen. Tolkendiensten voor het bevorderen van de informatie-uitwisseling met vluchtelingen en migranten in hun eigen taal (talen) zullen ook worden gefinancierd. Niet alleen minderjarigen moeten op bescherming kunnen rekenen. De bescherming moet ook betrekking hebben op de behandeling van dossiers van kwetsbare personen, zoals mensen met een handicap, alleenstaande moeders, enz.

Wat betreft onderwijs, is er nog steeds behoefte aan niet-formeel onderwijs als aanvulling op de inspanningen van de Griekse regering om te voorzien in openbaar onderwijs voor alle vluchtelingen- en migrantenkinderen. Vluchtelingen- en migrantenjongeren (15-24 jaar) moeten ook toegang moeten krijgen tot zowel kwalitatief hoogwaardige en inclusieve leermogelijkheden als beroepsopleiding en taalonderwijs voor volwassenen om sociale vaardigheden te ontwikkelen en een succesvolle integratie in de Europese samenleving te ondersteunen.

De verstrekking van noodhulp in Griekenland begon onmiddellijk na de vaststelling van de verordening. Een jaar later zijn er nog steeds behoeften op het terrein en het is dan ook niet wenselijk om de steunverlening in dit stadium te onderbreken. Niettemin moeten verschillende opties voor een geleidelijke afbouw en overdracht van de respons aan de Griekse autoriteiten worden overwogen. Met name tegen het einde van 2017 moet overleg met de partners plaatsvinden om een exitstrategie voor 2018 uit te tekenen, aangezien de verordening slechts voor een termijn van drie jaar is geactiveerd.

Tijdens het eerste jaar van uitvoering hebben de acties die in het kader van de verordening zijn uitgevoerd, duidelijke baten opgeleverd. De in de verordening ingebouwde flexibiliteit, die het bijvoorbeeld mogelijk maakte dat de Commissie met gedegen en ervaren partners kon samenwerken, heeft de aanpak van de humanitaire behoeften in Griekenland gefaciliteerd. De overdracht van de deskundigheid die was opgedaan bij acties in derde landen naar een EU-lidstaat, heeft ook bijgedragen aan de snelle reactie.

(1)

 COM(2016) 85 final. Brussel, 10.2.2016.

(2)

Conclusies van de Europese Raad EUCO 1/16, Brussel, 18-19 februari 2016.

(3)

COM(2016) 115 final. Brussel, 2.3.2016.

(4)

PB L 70 van 16.3.2016, blz. 1.

(5)

Dit zijn onder meer internationale organisaties, niet-gouvernementele organisaties zonder winstoogmerk, en gespecialiseerde diensten van lidstaten.

(6)

Zie artikel 1, lid 2, van Verordening (EU) 2016/369 van de Raad.

(7)

Zie http://www.consilium.europa.eu/nl/press/press-releases/2016/03/07-eu-turkey-meeting-statement/

(8)

Op basis van gegevens die de Griekse autoriteiten hebben verstrekt aan de ondersteuningsdienst voor structurele hervormingen (SRSS).

(9)

Gegevens van 28.2.2017, volgens de Griekse autoriteiten: http://mindigital.gr/index.php/προσφυγικό-ζήτημα-refugee-crisis/1009-summary-statement-of-refugee-flows-03-03-2017  

(10)

Zie IP/16/1447, Brussel, 19.4.2016

(11)

Financieringsbesluit voor noodhulp - operationele prioriteiten, beschikbaar op http://ec.europa.eu/echo/sites/echo-site/files/esop.pdf

(12)

OXFAM, Bureau van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de vluchtelingen (UNHCR), Internationale Organisatie voor Migratie (IOM), de Internationale Federatie van Rode Kruis- en Rode Halve Maan-verenigingen (IFRC), het International Rescue Committee (IRC), de Deense Vluchtelingenraad (DRC), Arbeiter-Samariter-Bund (ASB), Save the Children (STC), Médecins du Monde (MDM), Noorse Vluchtelingenraad (NVO) en het Kinderfonds van de Verenigde Naties (UNICEF), Care International (CARE), Mercy Corps (MCE) en Terre des Hommes (TDH).

(13)

Het gaat om de locaties Alexandria, Nea Kavala, Katsikas, Filippiada, Lagadikia, Redestos, Petra Olympou, Schisto, Andravida, Eleonas, Elefsina, Kipselohori, Thermophiles en Rafina.

(14)

150 in Alexandria, 180 in Lagkadikia, 100 in Filippiada, 100 in Katsikas en180 in Schisto, 180 in Nea Kavala.

(15)

In Andravida, Elefsina, Thermopiles, Eleonas, Rafina.

(16)

Gegevens vanaf 31 januari 2017. https://www.unicef.org/ceecis/General_data_January_2017_(1).pdf  

(17)

Niet-formele onderwijsactiviteiten vinden plaats buiten de formele nationale onderwijsstelsels (deze laatste kunnen niet met ESI-middelen worden gefinancierd). Zo wordt het onder meer mogelijk voor wie enkele jaren geen onderwijs heeft genoten om de opgelopen achterstand in te halen en vervolgens opgenomen te worden in het formele onderwijsstelsel.

(18)

Eerste consulten en consulten voor een andere medische reden.

(19)

Bureau van de Verenigde Naties voor de Coördinatie van Humanitaire Aangelegenheden (OCHA), september 2016.

(20)

Zie http://data.unhcr.org/mediterranean/regional.php

(21)

Zie http://ec.europa.eu/echo