Artikelen bij COM(2017)250 - Oprichting van een Europese pijler van sociale rechten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2017)250 - Oprichting van een Europese pijler van sociale rechten.
document COM(2017)250 NLEN
datum 26 april 2017
EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 27.6.2017

COM(2017) 250 final/2

CORRIGENDUM
This document corrects document COM(2017) 250 final of 26.04.2017.
Concerns the Dutch language version.
The title was left untranslated and it has been corrected.
The text shall read as follows:

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

inzake de oprichting van een Europese pijler van sociale rechten

{SWD(2017) 200 final}
{SWD(2017) 201 final}
{SWD(2017) 206 final}


"We moeten harder werken aan een eerlijke en echte pan-Europese arbeidsmarkt. Ik wil daartoe bijdragen met een Europese pijler van sociale rechten, die rekening houdt met de veranderende realiteit van de Europese samenlevingen en de arbeidsmarkt, en die kan dienen als kompas voor de hernieuwde convergentie in de eurozone. Die Europese pijler voor sociale rechten moet een aanvulling vormen op wat we al samen hebben bereikt op het vlak van de bescherming van werknemers in de EU. Ik denk dat wij er goed aan doen om dit initiatief eerst in de eurozone te nemen en daarna andere lidstaten te laten instappen als zij dat willen." 

Voorzitter Jean-Claude Juncker, toespraak over de toestand van de Unie,

Europees Parlement, 9 september 2015


1. Inleiding

Een inclusievere en rechtvaardigere Unie tot stand brengen is een topprioriteit voor deze Commissie 1 . Sinds voorzitter Juncker de oprichting van een Europese pijler van sociale rechten aankondigde, werkt de Commissie hiervoor actief samen met alle betrokken belanghebbenden op alle niveaus. In maart 2016 heeft zij een voorlopige schets van de Europese pijler van sociale rechten voorgesteld en een brede openbare raadpleging gelanceerd om feedback te verzamelen 2 . In januari 2017 is, voortbouwend op evenementen voor belanghebbenden en input uit heel Europa, een conferentie op hoog niveau georganiseerd ter afsluiting van de raadpleging 3 .

Vandaag presenteert de Commissie de resultaten van deze openbare raadpleging, samen met haar definitieve voorstel voor een Europese pijler van sociale rechten. De pijler bevat een aantal grondbeginselen en belangrijke rechten ter ondersteuning van goed werkende en billijke arbeidsmarkten en socialezekerheidsstelsels. Zoals in het verslag van de vijf voorzitters over de voltooiing van Europa’s economische en monetaire unie 4 werd benadrukt, is dit eveneens essentieel voor het bouwen van veerkrachtigere economische structuren. Daarom is de pijler ontworpen als een kompas voor een hernieuwd convergentieproces dat tot doel heeft in de deelnemende lidstaten te komen tot betere levensomstandigheden en arbeidsvoorwaarden. De pijler is in de eerste plaats bedoeld voor de eurozone maar alle EU-lidstaten kunnen deelnemen.

Deze beginselen en rechten in de praktijk omzetten, is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. De instrumenten die nodig zijn om resultaten te boeken met de pijler, zijn grotendeels beschikbaar op het niveau van de lokale, regionale en nationale overheden, de sociale partners en het maatschappelijk middenveld in het algemeen. De Europese Unie – en de Europese Commissie in het bijzonder – kan helpen door het kader vast te stellen, richting te geven en een gelijk speelveld te creëren, waarbij ten volle rekening wordt gehouden met de specifieke nationale omstandigheden en institutionele structuren. Dergelijke actie op EU-niveau is van essentieel belang maar moet worden ondersteund en opgevolgd op alle verantwoordelijkheidsniveaus.

De discussie over de sociale dimensie van Europa is onderdeel van het bredere debat dat is geopend over de toekomst van de EU-27. Het witboek van de Commissie over de toekomst van Europa 5 heeft de aanzet gegeven voor een uitgebreid debat over welke toekomst wij willen voor onszelf, onze kinderen en Europa. De discussienota over de sociale dimensie van Europa 6 die samen met het pakket over de Europese pijler van sociale rechten wordt bekendgemaakt, legt de nadruk op de diepgaande veranderingen die de Europese samenlevingen en de arbeidsmarkt het komende decennium zullen ondergaan, en bevat een aantal opties voor de manier om daar gezamenlijk mee om te gaan, door te bouwen aan een Europa dat beschermt, sterker maakt en verdedigt. In de Verklaring van Rome, die de EUleiders op 25 maart 2017 hebben aangenomen, wordt het belang van een sociaal Europa onderstreept. De 'Sociale Top voor eerlijke banen en groei', die op 17 november 2017 zal plaatsvinden in Göteborg, zal opnieuw de gelegenheid bieden om deze ideeën verder uit te werken.

Deze mededeling stelt de Europese pijler van sociale rechten voor en stippelt de weg uit voor de uitvoering ervan. De mededeling gaat vergezeld van een aantal wetgevende en nietwetgevende initiatieven in verband met evenwicht tussen werk en privéleven, voorlichting voor werknemers, toegang tot sociale bescherming en arbeidstijd. Eenmaal goedgekeurd, zullen deze voorstellen volgens de logica van de pijler het EU-acquis bijwerken en aanvullen. De tekst van de pijler zelf wordt ondersteund door een werkdocument van de diensten van de Commissie waarin nadere uitleg wordt gegeven over elk van de beginselen en rechten 7 . Bovendien is een sociaal scorebord uitgewerkt om de voortgang in de praktijk te meten 8 . Aan de hand hiervan zullen trends en prestaties in de verschillende landen kunnen worden bijgehouden en zullen met kennis van zaken beleidsrichtsnoeren kunnen worden verstrekt in het kader van het Europees semester voor coördinatie van het economisch beleid. Voor de EU als geheel zullen met het scorebord ook de vorderingen worden beoordeeld om te komen tot een 'triple A'-status op sociaal gebied.


2. De grondgedachte achter de Europese pijler van sociale rechten

De Europese pijler van sociale rechten wordt voorgesteld tegen de achtergrond van de realiteit van vandaag en morgen. Ondanks recente verbeteringen van de economische en sociale omstandigheden in heel Europa, zijn de gevolgen van de crisis van het afgelopen decennium nog steeds duidelijk voelbaar, met langdurige en jeugdwerkloosheid en armoederisico in vele delen van Europa. Daarnaast heeft elk van de lidstaten te maken met de snelle veranderingen die onze samenlevingen en de arbeidsmarkt ondergaan.
Zoals in de discussienota over de sociale dimensie van Europa nogmaals werd aangehaald, zijn er evenveel uitdagingen als mogelijkheden. De EU heeft de meest geavanceerde socialezekerheidsstelsels ter wereld en beschikt over een schat aan beste praktijken en sociale innovaties, maar zij zal het hoofd moeten bieden en zich moeten aanpassen aan ongekende maatschappelijke uitdagingen.


Tegen deze achtergrond staat de Europese pijler van sociale rechten voor het verlenen van nieuwe en meer effectieve rechten aan de burgers. De twintig beginselen en rechten die zijn vastgelegd in de pijler zijn opgebouwd rond drie categorieën: gelijke kansen en toegang tot de arbeidsmarkt, billijke arbeidsomstandigheden en sociale bescherming en inclusie. Hierbij ligt de nadruk op de manier waarop werk wordt gemaakt van de belofte van de Verdragen om een sociale markteconomie met een groot concurrentievermogen tot stand te brengen die gericht is op volledige werkgelegenheid en sociale vooruitgang. De beginselen en rechten zijn weliswaar gemeenschappelijk maar er wordt niet verwacht dat er een uniforme aanpak is voor de concrete uitwerking ervan: de pijler houdt rekening met de diverse situaties en de uiteenlopende middelen die beschikbaar zijn om deze gemeenschappelijke doelstellingen te bereiken.

In het definitieve voorstel voor de Europese pijler van sociale rechten dat vandaag wordt gepresenteerd, wordt rekening gehouden met de talrijke bijdragen die zijn verzameld tijdens de openbare raadpleging (zie kader 1). Na de raadpleging is een aantal parameters verfijnd in vergelijking met de voorlopige schets van maart 2016.

Kader 1. De raadpleging over de Europese pijler van sociale rechten

Van maart tot en met december 2016 heeft de Commissie een openbare raadpleging gehouden om feedback te verzamelen over een voorlopige schets van de pijler. Dit bood eveneens de kans om na te denken over de toekomst van werk en van de socialezekerheidsstelsels, over de vraag of het wettelijk acquis van de EU nog steeds afgestemd is op de behoeften en over de mogelijke rol van de pijler in het bestuur van de economische en monetaire unie.

In het kader van de raadpleging kon breed worden overlegd met de andere EU-instellingen, nationale regeringen en parlementen, deskundigen en het maatschappelijk middenveld in het algemeen. De sociale partners speelden een specifieke rol in speciale hoorzittingen waarin de EU, nationale sectoroverschrijdende organisaties en sectorverenigingen op EU-niveau waren betrokken. In heel Europa werden meer dan 60 specifieke evenementen georganiseerd, met meer dan 2 500 deelnemers. Op nationaal niveau vonden in 27 lidstaten specifieke evenementen plaats in het kader van de raadpleging. Meer dan 16 500 respondenten beantwoordden de specifieke online vragenlijst. Op 23 januari 2017 vond een conferentie op hoog niveau plaats ter afsluiting van het raadplegingsproces.

Het Europees Parlement nam op 19 januari 2017 een resolutie over de pijler aan 9 . Het Europees Comité van de Regio's en het Europees Economisch en Sociaal Comité keurden respectievelijk op 11 oktober 2016 10 en op 25 januari 2017 11 een advies goed. Daarnaast ontving de Commissie bijdragen van 21 nationale regeringen 12 en werd de pijler door ministers besproken in verschillende zittingen van de Raad.

Uit de raadpleging kwamen vier brede tendensen naar voren waarop de pijler een antwoord moet bieden: i) de sociale gevolgen van de crisis, met inbegrip van de toenemende armoede en uitsluiting, ongelijkheden en werkloosheid, lage groei en een gering concurrentievermogen; ii) de toekomst van werk en de opkomende digitale arbeidsmarkt; iii) demografische ontwikkelingen, met name de vergrijzing van de Europese bevolking; en iv) de economische verschillen tussen de lidstaten. Deze punten van zorg hebben mede vorm gegeven aan de Europese pijler van sociale rechten zoals die vandaag wordt voorgesteld.


Over het algemeen is uit de raadpleging gebleken dat er steun is voor de Europese pijler van sociale rechten, die wordt gezien als een mogelijkheid om een socialer Europa tot stand te brengen. Tegelijkertijd werd bevestigd dat de economische en sociale uitdagingen voor Europa met elkaar in verband staan en dat consistente maatregelen nodig zijn op alle niveaus. Veel respondenten wezen er met name op dat de doelstelling van de pijler niet de harmonisatie van het sociale beleid in de EU zou moeten zijn.

Het werkdocument van de diensten van de Commissie dat samen met deze mededeling wordt bekendgemaakt, bevat een meer gedetailleerd overzicht van de raadpleging 13 .


Deze uitdagingen krijgen een specifieke betekenis voor de voltooiing van de Europese economische en monetaire unie, zoals in het verslag van de vijf voorzitters van juni 2015 werd benadrukt 14 . Dit is niet enkel een sociale maar ook een economische noodzaak. De sociale en werkgelegenheidssituatie varieert sterk in de landen van de eurozone, deels als gevolg van de crisis maar ook deels door de onevenwichtigheden die tijdens de jaren voor de crisis zijn opgebouwd. Zoals in het verslag is aangegeven, zijn efficiënte en veerkrachtige arbeidsmarkten die een hoog niveau van werkgelegenheid bevorderen en in staat zijn schokken op te vangen zonder werkloosheid te creëren, van essentieel belang voor de goede werking van de economische en monetaire unie. Op termijn dragen zij ertoe bij dat de prestaties van verschillende lidstaten convergeren en dat maatschappijen inclusiever worden. Los van arbeidsmarkten is het ook belangrijk ervoor te zorgen dat iedere burger toegang heeft tot adequaat onderwijs en dat er een doeltreffend sociaal beschermingssysteem voorhanden is om de meest kwetsbare groepen in de samenleving te beschermen, met inbegrip van een minimum aan sociale bescherming. Ten slotte legt het verslag de nadruk op de behoefte een stap verder te gaan en inspanningen te leveren voor een diepere integratie van de nationale arbeidsmarkten door geografische en professionele mobiliteit te faciliteren. Hiervoor is een eerlijk en afdwingbaar gelijk speelveld nodig zowel voor overheden, werknemers en de bedrijfswereld.

De Europese pijler van sociale rechten is daarom in eerste instantie ontworpen voor de eurozone, maar is van toepassing op alle lidstaten die zich erbij wensen aan te sluiten.


3. De politieke en juridische aard van de pijler


De pijler put rechtstreeks inspiratie uit de overvloed aan goede praktijken die in Europa beschikbaar is, en bouwt voort op een sterk rechtscorpus op het niveau van de EU en op internationaal niveau. Veel van deze waarden waren reeds verankerd in de Verdragen van Rome van 1957 en zijn daarna wereldwijd erkend dankzij het werk van internationale organen zoals de Verenigde Naties, de Internationale Arbeidsorganisatie en de Raad van Europa. De pijler bouwt met name voort op het Europees Sociaal Handvest, ondertekend in Turijn op 18 oktober 1961, en op het Gemeenschapshandvest van de sociale grondrechten van de werkenden uit 1989, die essentiële sociale rechten vaststellen. Tegelijkertijd is ook het 'sociale acquis' van de EU de afgelopen dertig jaar geëvolueerd ten gevolge van nieuwe bepalingen in de Verdragen, de vaststelling van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, nieuwe wetgeving en de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie. Meer recentelijk lag de vaststelling van de doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling voor 2030 van de VN aan de basis van een nieuwe agenda om de uitbanning van armoede en de economische, sociale en milieudimensies van duurzame ontwikkeling op een evenwichtige en geïntegreerde manier aan te pakken.

In de definitieve tekst wordt ook ten volle rekening gehouden met bredere politieke overwegingen en juridische beperkingen. De lidstaten, en op vele gebieden de sociale partners, hebben primaire of zelfs exclusieve bevoegdheden op gebieden als arbeidsrecht, minimumlonen, onderwijs, gezondheidszorg en de organisatie van de socialezekerheidsstelsels. Zij staan ook grotendeels in voor de financiering op de gebieden waarop de Europese pijler van sociale rechten betrekking heeft. De beginselen en rechten van de pijler zullen op het niveau van de Unie en op dat van haar lidstaten moeten worden uitgevoerd met volledige eerbiediging van hun respectieve bevoegdheden. Dit is ook in overeenstemming met de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid, die bepalen dat de EU alleen optreedt wanneer de doelstellingen beter op het niveau van de Unie kunnen worden verwezenlijkt en dat dergelijk optreden niet verder gaat dan wat nodig is om de doelstellingen van de Verdragen te verwezenlijken. Deze beginselen garanderen dat beslissingen zo dicht mogelijk bij de burgers van de Unie worden genomen en dat de meerwaarde van de maatregelen die op EU-niveau worden voorgesteld, is verzekerd. Dat is wat burgers verwachten en dat is ook het meest effectief en efficiënt.


De pijler bevestigt de reeds bestaande rechten in de EU en in het internationale juridische acquis en vult deze aan om rekening te houden met de nieuwe realiteit. De pijler doet dus niets af aan de beginselen en rechten die al in bindende bepalingen van het EU-recht zijn vastgelegd: het is de bedoeling rechten en beginselen die op verschillende tijdstippen, op verschillende manieren en in verschillende vormen zijn vastgesteld bijeen te brengen, zodat zij zichtbaarder en explicieter worden voor burgers en voor actoren op alle niveaus.


Op deze manier creëert de pijler een kader om toekomstige acties van de deelnemende lidstaten te sturen. Daarom wordt de pijler gepresenteerd in de vorm van een aanbeveling van de Commissie, samen met een voorstel voor een interinstitutionele afkondiging. De aanbeveling wordt vandaag aangenomen door de Commissie op grond van artikel 292 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Zoals ook het geval was voor het Handvest van de grondrechten, zal het voorstel voor een interinstitutionele afkondiging worden besproken met het Europees Parlement en de Raad.


De uitvoering van de pijler zal plaatsvinden tegen de achtergrond van uiteenlopende situaties en veranderende sociaaleconomische contexten. De pijler stelt een referentiekader vast maar is ook ontworpen als een dynamisch instrument, dat actoren op alle niveaus bewegingsruimte biedt om gebruik te maken van hun bevoegdheden en hun instrumenten te actualiseren met het oog op specifieke situaties. Met name beleidsexperimenten en sociale innovaties moeten worden gestimuleerd om nieuwe uitdagingen te kunnen aangaan, wat iedereen ten goede kan komen. Zoals hieronder aangegeven, zal een aantal acties op EU-niveau in gang worden gezet dan wel worden versterkt om de vorderingen op te volgen.

De beginselen en rechten die in de pijler zijn opgenomen, zijn van belang voor burgers, overheidsinstanties en sociale partners op alle niveaus. Gezien het juridische karakter van de pijler zijn deze beginselen en rechten niet rechtstreeks uitvoerbaar: zij moeten worden vertaald in specifieke acties en/of afzonderlijke wetgeving op het juiste niveau. Dit wordt nader uitgelegd in het werkdocument van de diensten van de Commissie dat bij de pijler is gevoegd 15 .

In veel gevallen is het grootste probleem niet zozeer de erkenning van de rechten maar de daadwerkelijke uitoefening ervan. Er zijn gevallen waarin burgers hun rechten niet ten volle kunnen uitoefenen doordat de bestaande wetgeving niet bekend is of niet wordt uitgevoerd of nageleefd. Daarom zal in de vervolgstrategie sterk de nadruk liggen op een betere naleving van de bestaande rechten. Een voorbeeld is de recente evaluatie van het acquis op het gebied van gezondheid en veiligheid op het werk: er is een brede raadpleging gehouden om de doeltreffendheid, efficiëntie, relevantie en coherentie van de bestaande wetgeving te beoordelen en om een strategie te formuleren om een doeltreffender bescherming van de gezondheid en veiligheid van werknemers te garanderen, waarin rekening wordt gehouden met de administratieve belasting en met de specifieke behoeften van kleine en middelgrote ondernemingen 16 .


4. Follow-up op EU-niveau

Gezien de hierboven uitgelegde politieke en juridische overwegingen
zal de uitvoering van de pijler hoofdzakelijk de verantwoordelijkheid zijn van de nationale regeringen, de overheidsinstanties en de sociale partners op alle niveaus. In het begeleidende werkdocument van de diensten van de Commissie 17 wordt nader toegelicht of de EU de wettelijke bevoegdheid heeft om op te treden. 
De rest van dit deel gaat over de follow-up op EU-niveau.

Op Europees niveau zullen alle verschillende soorten beschikbare instrumenten worden ingezet: EU-wetgeving, met de nadruk op de handhaving van het al bestaande rijke acquis, dat waar nodig zal worden geactualiseerd en aangevuld; sociale dialoog, om contact te leggen met de Europese sociale partners en hun werk te ondersteunen; beleidsrichtsnoeren en een aanbeveling door middel van het Europees semester voor coördinatie van het economisch beleid; en financiële steun uit verschillende EU-fondsen. Daarnaast zal de uitvoering van de pijler worden ondersteund met een nieuw sociaal scorebord waarmee de voortgang van de prestaties kan worden gemeten.

Steun uitspreken voor de Europese pijler van sociale rechten

De Commissie stelt voor om de Europese pijler van sociale rechten formeel te laten aankondigen door de EU-instellingen. Samen met het Europees Parlement en het voorzitterschap van de Raad zal de Commissie de discussie aanzwengelen op basis van de vandaag gepresenteerde ontwerpafkondiging. De Sociale Top, die op 17 november van dit jaar plaatsvindt in Zweden, zal een bepalend moment zijn om de werkzaamheden een impuls te geven, zoals besproken in de bredere discussie over de sociale dimensie van Europa. In de tussentijd zal de vandaag aangenomen aanbeveling als referentie dienen en biedt deze mededeling een kader voor toekomstige acties van de Commissie. De vandaag vastgestelde aanbeveling zal worden gewijzigd op basis van de definitieve gezamenlijke afkondiging door de EU-instellingen.

De EU-wetgeving waar nodig actualiseren en aanvullen

De EU-wetgeving blijft cruciaal om de rechten van de burgers zoals vastgelegd in de Verdragen te garanderen. Voor een aantal beginselen en rechten die in de pijler zijn opgenomen, zijn meer wetgevingsinitiatieven nodig willen zij doeltreffend zijn. De Commissie is er voortdurend op gespitst ervoor te zorgen dat de EU-wetgeving actueel is en geschikt voor het beoogde doel. Dit blijkt uit een aantal recente initiatieven, zoals de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels, de detachering van werknemers, de herziening van het EU-kader inzake gezondheid en veiligheid op het werk, en de Europese toegankelijkheidswet om de werking van de interne markt voor toegankelijke producten en diensten te verbeteren ten behoeve van mensen met een handicap en ouderen. De pijler biedt een nieuwe manier om te bepalen of bestaande EU-wetgeving zodanig van opzet en bestuur is dat deze geschikt is voor haar doel en beantwoordt aan de nieuwe uitdagingen. De lancering van de pijler gaat gepaard met een eerste reeks wetgevingsinitiatieven met betrekking tot het evenwicht tussen werk en privéleven, toegang tot sociale bescherming en voorlichting voor werknemers. In de toekomst zullen andere initiatieven volgen op gebieden waarop de in de pijler opgenomen beginselen en rechten van toepassing zijn, als onderdeel van de voorbereidingen voor en bespreking van het jaarlijkse werkprogramma van de Commissie.

De EU-wetgeving beter handhaven

Naast nieuwe wetgevingsinitiatieven is de Europese pijler van sociale rechten gericht op een doeltreffende toepassing van de bestaande wetgeving. De lancering van de pijler biedt de kans om de uitvoering en handhaving van het bestaande acquis te verbeteren, ook met niet-wetgevende maatregelen. Een betere handhaving betekent steun voor
betere voorlichting over de rechten, handhavingsmechanismen of, waar nodig, beter advies bij de uitlegging. De onlangs gepresenteerde Europese agenda voor de deeleconomie 18 en de vandaag gepubliceerde interpretatieve mededeling over de arbeidstijdenrichtlijn zijn twee actuele voorbeelden van de vorm die dergelijke richtsnoeren kunnen aannemen 19 . De Commissie zal tevens, voornamelijk op basis van input van de sociale partners, nagaan op welke punten de uitvoering tekortschiet en beslissen welke maatregelen nodig zijn.

De sociale dialoog in de EU ondersteunen

De Commissie heeft sinds het begin van haar mandaat aangemoedigd dat de sociale dialoog op EU-niveau nieuw leven zou worden ingeblazen, door een nieuwe impuls te geven aan de betrokkenheid van de sociale partners bij het beleid en het wetgeven van de EU en aan de bevordering van de sociale dialoog op alle niveaus. In een gezamenlijke verklaring genaamd 'Een nieuwe start voor een nieuwe dialoog', die de Europese sociale partners, het voorzitterschap van de Raad en de Commissie in juni 2016 hebben ondertekend, bevestigden zij zich gezamenlijk te zullen inzetten voor verbetering van de randvoorwaarden, de doeltreffendheid en de kwaliteit van de sociale dialoog op alle niveaus. Bilaterale samenwerking tussen de werkgevers en de vakbonden is essentieel voor een goed functionerende sociale dialoog. De kaderovereenkomst over actief ouder worden en een intergenerationele aanpak die in maart 2017 door de sociale partners op EU-niveau is ondertekend, is een voorbeeld van hoe de sociale partners kunnen bijdragen aan een beter bestuur en doeltreffender sociale en economische hervormingen.

Voortgang meten binnen het Europees semester voor coördinatie van het economisch beleid

Sociale overwegingen zijn sinds het begin van het mandaat van deze Commissie geïntegreerd en versterkt in het Europees semester voor coördinatie van het economisch beleid. De analyse en aanbevelingen zullen de in de pijler vastgelegde beginselen weerspiegelen en bevorderen door de vorderingen met de toepassing ervan te beoordelen, te meten en te vergelijken. Op een aantal gebieden zullen benchmarking en uitwisseling van goede praktijken plaatsvinden, zoals arbeidsbeschermingswetgeving, werkloosheidsuitkeringen, minimumloon, minimuminkomen en vaardigheden 20 . Het meten van de voortgang zal plaatsvinden met behulp van het nieuwe sociale scorebord, dat bestaat uit een beperkt aantal bestaande indicatoren die belangrijk zijn voor het beoordelen van trends op sociaal en werkgelegenheidsgebied 21 . Het scorebord zal worden besproken met de desbetreffende comités van de Raad, zodat het kan worden opgenomen in het jaarlijkse gezamenlijke verslag over de werkgelegenheid dat elk najaar wordt gepubliceerd in het kader van het Europees semester. Het kan ook een referentiepunt worden voor het werk met betrekking tot de sociale dimensie in de eurozone en in Europa in het algemeen.


Conclusies trekken voor de voltooiing van de Europese economische en monetaire unie

De Europese pijler van sociale rechten maakt deel uit van het streven om een nieuw convergentieproces binnen de EMU te op te starten. Het uitgangspunt is dat convergentie naar betere sociaaleconomische resultaten, sociale veerkracht en billijkheid de nodige basis biedt voor een meer geïntegreerd en stabieler Europa en dat dit een dringende noodzaak is voor de duurzaamheid van de economische en monetaire unie. Als wij naar de toekomst kijken, hangt het toekomstige succes van de eurozone in niet geringe mate af van de doeltreffendheid van de nationale arbeidsmarkten en socialezekerheidsstelsels, alsook van het vermogen van de economie om schokken op te vangen en zich vervolgens snel aan te passen en de sociale gevolgen ervan doeltreffend aan te pakken. Het is ook afhankelijk van het vermogen van de nationale economieën om de levensstandaard en het groeipotentieel te verhogen. Dit vereist onderwijs en opleiding van hoge kwaliteit en goed functionerende arbeidsmarkten, die een soepele toewijzing van middelen mogelijk maken, maar ook goed opgezette socialebeschermingsstelsels om te voorzien in een doeltreffende automatische stabilisatie, armoede te voorkomen en te bestrijden en re-integratie op de arbeidsmarkt te ondersteunen. Zoals beschreven in het verslag van de vijf voorzitters, kan een aantal van de in de pijler vastgelegde beginselen en rechten dienen als meer bindende normen, overeenkomstig het proces van verdieping van de EMU.

Financiële steun van de EU

De uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten blijft ondersteund worden met middelen van de EU, en met name van het Europees Sociaal Fonds. Met name de operationele programma's van de Europese structuur- en investeringsfondsen voor 2014-2020, maar ook andere belangrijke financiële programma's zoals het Jongerenwerkgelegenheidsinitiatief, Erasmus+, het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering en het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen zullen een cruciale rol spelen in de ondersteuning van veel van de beginselen van de pijler. De pijler zal ook een referentie zijn voor de opzet van de financiële programmeringsperiode van de EU na 2020. De Commissie zal nauw samenwerken met de lidstaten en met lokale en regionale instanties om ervoor te zorgen dat de toekomstige EU-financiering gericht is op de vastgestelde prioriteiten en dat de lidstaten de nodige structuren opzetten om te zorgen dat deze fondsen volledig kunnen worden benut waar zij het hardst nodig zijn.


5. Conclusie

De raadpleging over de Europese pijler van sociale rechten heeft de omvang van de economische en sociale problemen van Europa, en met name de eurozone, duidelijk gemaakt, maar heeft ook laten zien dat er gezamenlijke uitdagingen zijn en dat er dringend samen moet worden opgetreden om Europa weer op het goede spoor te krijgen in haar streven naar een meer inclusieve economische groei en een grotere sociale samenhang. Deze inspanningen zijn onlosmakelijk verbonden met de bredere politieke en economische agenda die op Europees niveau in gang is gezet om de crisis van de laatste tien jaar het hoofd te bieden.

De Europese pijler van sociale rechten stelt concrete beginselen en rechten voor, die op EU- en nationaal niveau concreet moeten worden gemaakt. Daarbij staat de burger centraal en wordt een gezamenlijke koers uitgezet voor gelijke kansen en toegang tot de arbeidsmarkt, eerlijke arbeidsvoorwaarden en sociale bescherming en inclusie. Deze beginselen en rechten zijn ook essentieel voor het bredere debat over de toekomst van de EU-27.

De lidstaten, hun overheidsinstanties, de sociale partners op alle niveaus en de EU-instellingen hebben een gedeelde verantwoordelijkheid om zich in te zetten voor een welvarender en rechtvaardiger Europa, waar economische en sociale ontwikkelingen hand in hand gaan. De pijler zet de bakens voor toekomstige acties uit, en als onderdeel van dit pakket wordt vandaag een reeks EU-initiatieven gepresenteerd. De Commissie blijft nauw samenwerken met het Europees Parlement en de Raad om de afkondiging van de pijler mogelijk te maken, en met belanghebbenden om deze op alle niveaus op te volgen.


(1)

Zie de politieke beleidslijnen voor de volgende Europese Commissie, 'Een nieuwe start voor Europa: mijn agenda voor banen, groei, billijkheid en democratische verandering', 15 juli 2014.

(2)

 Zie COM(2016) 127 final van 8 maart 2016.

(3)

 Zie de resultaten van de openbare raadpleging in het begeleidende document SWD(2017) 206 van 26 april 2017.

(4)

 Zie het verslag van de vijf voorzitters over de voltooiing van Europa’s economische en monetaire unie van 22 juni 2015.

(5)

Zie COM(2017) 2025 van 1 maart 2017.

(6)

Zie COM(2017) 206 van 26  april 2017.

(7)

 Zie SWD(2017) 201 van 26 april 2017.

(8)

Zie SWD(2017) 200 van 26 april 2017.

(9)

2016/2095(INI).

(10)

CDR 2868/2016.

(11)

SOC/542-01902-00-01-ac.

(12)

Oostenrijk, België, Tsjechië, Denemarken, Estland, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Nederland, Polen, Portugal, Roemenië, Slowakije, Zweden en het Verenigd Koninkrijk.

(13)

Zie SWD(2017) 206 van 26 april 2017.

(14)

Zie 'De voltooiing van de Europese economische en monetaire unie', verslag van Jean-Claude Juncker in samenwerking met Donald Tusk, Jeroen Dijsselbloem, Mario Draghi en Martin Schulz, juni 2015.

(15)

Zie SWD(2017) 201 van 26 april 2017. De in de Europese pijler van sociale rechten vervatte beginselen hebben betrekking op burgers van de Unie en onderdanen van derde landen met een verblijfsvergunning.

(16)

Zie COM(2017) 12 van 10 januari 2017.

(17)

 Zie SWD(2017) 201 van 26 april 2017.

(18)

Zie COM(2016) 356 van 2 juni 2016.

(19)

C(2017) 2601 van 26 april 2017.

(20)

Er wordt nu al met de comités van de Raad aan deze specifieke gebieden gewerkt.

(21)

 Zie SWD(2017) 200 van 26 april 2017.