Artikelen bij JOIN(2017)17 - Vernieuwde impuls voor het Partnerschap Afrika-EU

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier JOIN(2017)17 - Vernieuwde impuls voor het Partnerschap Afrika-EU.
document JOIN(2017)17 NLEN
datum 4 mei 2017
EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 4.5.2017

JOIN(2017) 17 final

GEZAMENLIJKE MEDEDELING AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

voor een vernieuwde impuls voor het Partnerschap Afrika-EU

{SWD(2017) 150 final}
{SWD(2017) 151 final}


Contents

1. Inleiding

2. Een veranderende context in Afrika

3. Strategische doelstellingen van de EU

4. Een sterkere politieke band

5. Strategische doelstellingen tot actie omvormen

5.1.Meer weerbare staten en gemeenschappen

A. Conflictpreventie, crisisaanpak en vredesopbouw

B. De bestuurssystemen versterken

C. Migratie en mobiliteit beheren

5.2.Meer en betere banen, met name voor jongeren

A. Verantwoorde en duurzame investeringen aantrekken

B. Afrika van energie voorzien

C. Omvorming van de Afrikaanse landbouw en agro-industrie, en de Afrikaanse blauwe economie, met inbegrip van de visserij

D. Kennis en vaardigheden bevorderen


1.Inleiding

2017 wordt een beslissend jaar voor het partnerschap tussen Europa en Afrika. In een snel veranderende mondiale context maakt Afrika diepgaande economische, politieke en maatschappelijke veranderingen mee, en het belang daarvan voor de interne en externe aspecten van de veiligheid en de welvaart van Europa wordt steeds duidelijker. Europa en Afrika hebben veel te winnen bij nauwere politieke en economische banden, maar ook veel te verliezen als er niet wordt opgetreden.

De vijfde Afrika-EU-top die in november 2017 moet plaatsvinden, biedt een belangrijke kans voor de leiders van Afrika en Europa om in te spelen op deze veranderende context en om het partnerschap tussen Afrika en de EU te hervormen en te verdiepen.

Deze mededeling presenteert een nieuw kader voor een gezamenlijk optreden van de EU en haar lidstaten dat op deze top zou kunnen worden gepresenteerd en zijn neerslag zou kunnen krijgen in een stappenplan voor 2018-2020. Er wordt gepleit voor een sterker, diepgaander en meer op actie georiënteerd strategisch partnerschap, met het oog op meer welvaart en stabiliteit in beide continenten. Het kader bevat beleidsprioriteiten en een initiële reeks concrete initiatieven voor 2018-2020 en daarna, die moeten worden gecoördineerd en geconsolideerd met de EU-lidstaten en tezamen met de partners in Afrika verder worden ontwikkeld, als antwoord op de Agenda 2063 1 van Afrika en voortbouwend op de Integrale EU-strategie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid 2 . Bijzondere aandacht gaat uit naar de verwachtingen en behoeften van jongeren, die in het algemene proces sterk betrokken zullen worden.

Daarnaast draagt het kader bij tot de aan de lopende reflectie die op gang is gebracht door de gezamenlijke mededeling over Een hernieuwd partnerschap met de landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan 3 , die input bevat voor de onderhandelingen die in 2018 van start zullen gaan met het oog op een vernieuwing van het sinds lang bestaande partnerschap met de landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, meer specifiek met de Afrikaanse pijler daarvan.

Aan de basis ervan liggen internationale kaders, zoals de VN-Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling 4 , de Addis Abeba-actieagenda voor financiering van ontwikkeling 5 en de Overeenkomst van Parijs inzake klimaatverandering 6 . Het kader is conform met ander relevant EU-beleid. 7


2.Een veranderende context in Afrika

Afrika is in al zijn diversiteit aanwezig op het internationale toneel met meer zelfvertrouwen, dynamisme en optimisme dan ooit tevoren.

De afgelopen twintig jaar heeft Afrika een indrukwekkende economische vooruitgang geboekt. In een aantal landen vinden positieve veranderingen plaats. Een groeiend aantal Afrikaanse regeringen en regionale organisaties vervullen een leidende rol voor de aanpak van problemen in verband met de veiligheid, de politiek en de terugdringing van de armoede binnen hun grenzen en daarbuiten, alsook een meer actieve rol voor de bevordering van goed bestuur en de rechtsstaat. In een aantal landen heeft dit ervoor gezorgd dat de staat en de maatschappij weerbaarder geworden zijn, met meer politieke participatie van de burgers en vooruitgang in de richting van structurele hervormingen.

Deze positieve tendensen blijven echter vaak fragiel en zijn niet inclusief of duurzaam genoeg om voor een groot deel van de bevolking een beter perspectief te bieden, met name voor het steeds groeiend aantal jongeren in Afrika. De openstelling van de politieke ruimte in een aantal landen contrasteert met regressieve tendensen in andere landen. Diverse landen zijn niet in staat geweest tot hervormingen of tot herstel na conflicten in de mate of met het ritme dat daarvoor nodig was, en blijven daarom in een fragiele situatie. Talrijke landen kampen nog steeds met ernstige problemen voor hun duurzame economische ontwikkeling en hangen in grote mate af van de exploitatie van hun natuurlijke hulpbronnen. De algemene economische groei op het Afrikaanse continent is momenteel inderdaad aan het vertragen. Naast lokale factoren vormen grensoverschrijdende veiligheidsproblemen, meer bepaald de georganiseerde misdaad, zoals de mensenhandel, en terrorisme een bedreiging voor regionale stabiliteit en duurzame ontwikkeling. De aftakeling van het milieu te land en ter zee, de gevolgen van de klimaatverandering, en uitbraken van besmettelijke ziekten zoals Ebola zijn ook een bedreiging van de vooruitgang. Het uitbreken van een hongersnood in Zuid-Sudan, in Nigeria en Somalië wijst op het effect van de onderlinge afhankelijkheid op het punt van onveiligheid, de klimaatverandering en het tekort aan drinkwater en levensmiddelen. Deze problemen hebben geleid tot een niet eerder geziene mate van gedwongen volksverhuizingen in Afrika. Zij hebben ook meer irreguliere migratie in de hand gewerkt, in de allereerste plaats binnen Afrika, maar ook naar Europa, waardoor op zijn beurt de druk wordt verhoogd op de politieke leiders en de openbare besturen in alle betrokken landen.

De demografische dynamiek zal een van de meest significante structurele wijzigingen zijn in de wereld in de 21e eeuw. Tegen 2050 zal de bevolking van Afrika 2,4 miljard bedragen, hoofdzakelijk jongeren 8 . De manier waarop wordt ingespeeld op deze veranderingen in het beleid en de economie, zal bepalend zijn voor de toekomst van het continent en daarbuiten.

Enerzijds laten de demografische ramingen voor Afrika weinig twijfel over de cruciale noodzaak om miljoenen nieuwe banen te creëren. Volgens de ramingen 9 moeten er in het Afrika bezuiden de Sahara tegen 2035 18 miljoen nieuwe banen per jaar worden gecreëerd om de nieuwkomers op de arbeidsmarkt te absorberen, vergeleken met 3 miljoen formele arbeidsplaatsen die nu jaarlijks worden gecreëerd. Gezien de beperkte omvang van de formele sector en het ontbreken van sociale beschermingssystemen in de meeste landen, zal een groot deel van de jongeren verder afhankelijk zijn van de informele economie, met inbegrip van zelfvoorzieningslandbouw, om te overleven.

Anderzijds biedt een dergelijke bevolkingsgroei ook significante economische kansen. Naar verwachting zal de algemene private consumptie vanuit de opkomende middenklasse 10 in 2025 jaarlijks 2 biljoen euro bereiken 11 en van de bedrijven in Afrika wordt verwacht dat zij een nog grotere markt bestrijken, met uitgavenniveaus die tegen 2025 jaarlijks 3,3 biljoen euro zouden bereiken.


3.Strategische doelstellingen van de EU

In een veranderende en mondiale context is het duidelijk in het strategische belang van de EU om het aloude partnerschap met Afrika te verdiepen en aan te passen.

De afgelopen tien jaar hebben de EU en Afrika reeds een sterker en meer politiek partnerschap uitgebouwd dat op gemeenschappelijke waarden en belangen is gebaseerd en in de Gemeenschappelijke strategie Afrika-EU 12 is vervat. Vandaag is de EU als geheel in Afrika de voornaamste buitenlandse investeerder 13 , de voornaamste handelspartner 14 , een belangrijke veiligheidsgarant 15 , de voornaamste bron van overmakingen 16 , en de eerste partner voor ontwikkeling en humanitaire hulp 17 . Een steeds dichter netwerk van menselijke contacten en uitwisselingen versterkt de banden tussen de volkeren van beide continenten.

Voortbouwend op de Gemeenschappelijke strategie Afrika-EU moet de EU drie onderling gerelateerde strategische doelstellingen nastreven:

·een sterker wederzijds engagement en een grotere samenwerking in internationale fora, gebaseerd op gemeenschappelijke waarden en belangen, met inbegrip van bilaterale betrekkingen;

·veiligheid te land en ter zee, en de strijd tegen grensoverschrijdende bedreigingen, als investering in de veiligheid voor beide continenten;

·duurzame en inclusieve economische ontwikkeling in Afrika, voor de creatie van de nodige werkgelegenheid en om gebruik te maken van de kansen die zich voor Europa bieden.


4.Een sterkere politieke band

Voor de verwezenlijking van een ambitieuze gezamenlijke agenda is in de allereerste plaats inzet op politiek vlak noodzakelijk om de bestaande politieke betrekkingen met Afrika op een hoger strategisch niveau te tillen. Dit kan als volgt worden bereikt:

·Verdieping van coalities op het gebied van mondiaal goed bestuur, door te streven naar meer dialoog en doeltreffende samenwerking binnen de internationale fora. De Afrikaanse Unie en de Afrikaanse groep landen in de VN zijn strategische partners en belangrijke bondgenoten voor een versterking van de rol van de VN en voor een op regels gebaseerde wereldorde die essentieel is voor vrede en welvaart in de toekomst. Alle partners hebben de taak om de doeltreffendheid, verantwoordelijkheid en representativiteit van het hele VN-systeem, met inbegrip van de Veiligheidsraad, te verbeteren. Een dergelijke samenwerking moet beogen de multilaterale instellingen te hervormen en te versterken, en overeenkomsten, normen en acties te ontwikkelen als antwoord op wereldwijde problemen zoals de klimaatverandering, epidemieën, druk op natuurlijke hulpbronnen, alsook migratie en mobiliteit en humanitaire crisissituaties. Evenzo dient een dergelijke samenwerking de rechtsstaat en de rechtvaardigheid op internationaal niveau te bevorderen en te steunen, door onder meer het recht te doen zegevieren en verantwoordingsplicht voor de ernstigste misdaden te garanderen, overeenkomstig de beginselen van het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof.

·Grotere samenwerking over gezamenlijke belangen op basis van frequente politieke interactie, door volledige gebruikmaking van de mogelijkheden van de Gemeenschappelijke strategie Afrika-EU en andere bestaande kaders voor samenwerking en door overeenkomsten op het meest passende niveau (multilateraal, continentaal, regionaal, nationaal, lokaal), gebaseerd op het subsidiariteitsbeginsel. Meer in het bijzonder moeten de EU en de Afrikaanse partners de politieke dialoog op ministerieel niveau nieuw leven inblazen, niet alleen over punten van buitenlands beleid, maar ook over initiatieven van sectoraal beleid en partnerschappen.

·De verwezenlijking van een partnerschap dat op de mensen is gericht, door contacten en uitwisselingen van persoon tot persoon en van bedrijf tot bedrijf te consolideren, en door meer bepaald het engagement met de lokale autoriteiten, de particuliere sector en de maatschappelijke organisaties te versterken. Het is gebleken dat dit problematisch is en er steeds weer gezamenlijke inspanningen voor nodig zijn. De dialoog met al deze actoren zal worden bevorderd in de aanloop van de top en daarna.


5.Strategische doelstellingen tot actie omvormen

Het kader voor het buitenlandse beleid van de EU en de eigen Hervormingsagenda 2063 van Afrika geven de juiste richting aan om deze doelstellingen een transformatief karakter te geven, rond twee belangrijke onderdelen:

·de opbouw van meer weerbare staten en gemeenschappen;

·meer en betere banen, met name voor jongeren.

5.1.Meer weerbare staten en gemeenschappen

De Agenda 2063 voorziet in een vredevol, veilig en welvarend Afrika, met goed bestuur, democratie, respect voor de mensenrechten, rechtvaardigheid en de rechtsstaat, een Afrika waar de ontwikkeling van de mensen zelf uitgaat, onder impuls van het jongerenpotentieel, met name van jonge vrouwen, zonder iemand uit te sluiten.

Deze aspiraties stemmen volledig overeen met de eigen waarden en doelstellingen van de EU, meer bepaald omdat fragiliteit aan de buitengrenzen een gevaar vormt voor de vitale belangen van de EU.

A.Conflictpreventie, crisisaanpak en vredesopbouw

Nooit eerder zijn de veiligheidsbelangen van de EU zo nauw verbonden geweest met Afrika. De directe verbinding tussen Libië en de Sahel, en tussen de Hoorn van Afrika en de Golf vragen om een meer strategische en niet-clichématige aanpak. De bedreigingen van de maritieme veiligheid in de Rode Zee, de Indische Oceaan en de Golf van Guinee hebben directe gevolgen voor de economie van Europa.

Terrorisme, gewelddadig extremisme en grensoverschrijdende georganiseerde misdaad, zoals de mensenhandel, alsook meer traditionele bedreigingen van de vrede en de stabiliteit (conflicten tussen staten, lokale conflicten over hulpbronnen, electoraal geweld, gewapende overvallen en piraterij, enz.) zijn allemaal symptomen van een diepgaande structurele instabiliteit en fragiliteit.

Afrikaanse visie

Met de Agenda 2063 streeft Afrika ernaar een vredevol en veilig continent te worden. Met de goedkeuring van de Afrikaanse vredes- en veiligheidsarchitectuur beoogt Afrika de mechanismen voor vredesbehoud en verzoening op alle niveaus te versterken, opkomende dreigingen voor de vrede en stabiliteit in Afrika aan te pakken, en strategieën op te zetten om de veiligheidsbehoeften in Afrika te financieren. Het verslag van Paul Kagame The imperative to reinforce our Union en het verslag van Donal Kaberuka Securing predictable and sustainable financing for peace in Africa 18 zijn belangrijke etappes om dit proces verder te versterken.

EU-optreden

Afrika blijft een van de zwaartepunten voor EU-actie op het gebied van veiligheid. Van 33 voltooide of aan de gang zijnde civiele en militaire operaties onder leiding van de EU vonden er 19 in Afrika plaats en vandaag zijn 5 van de 6 lopende militaire operaties onder leiding van de EU gesitueerd in Afrika. Alleen al via de Vredesfaciliteit voor Afrika heeft de EU sinds 2004 aanzienlijke financiering vrijgemaakt ten belope van meer dan 2 miljard euro. Dit komt bovenop de belangrijke steunprogramma's die verband houden met veiligheid/terrorismebestrijding/radicalisering op nationaal niveau, en andere activiteiten die door de EU en door individuele lidstaten worden georganiseerd. Overeenkomstig de integrale EU-strategie wenst de EU haar positie als veiligheidsgarant en als sleutelpartner voor Afrika inzake de inwerkingstelling van de Afrikaanse vredes- en veiligheidsarchitectuur en de ondersteuning van regionale strategieën te versterken, en aldus bij te dragen aan de lopende Afrikaanse inspanningen voor het vinden van Afrikaanse oplossingen voor Afrikaanse problemen.

De EU stelt voor het partnerschap te verdiepen door inspanningen te leveren op volgende terreinen:

i) verder intensiveren van de coördinatie en de dialoog, door:

·het opzetten van een samenwerkingsplatform van Europese en Afrikaanse partners, waarbij ook de VN en internationale actoren worden betrokken, voor meer weerbaarheid tegen een hele reeks bedreigingen en crisisfactoren;

ii) conflictpreventie, door:

·versterkte steun voor de volledige inwerkingstelling van de Afrikaanse vredes- en veiligheidsarchitectuur en capaciteitsopbouw in Afrika;

·stimulering van initiatieven voor capaciteitsopbouw in de veiligheidssector, met name door GBVB-missies 19 en aanvullende steun voor capaciteitsopbouw voor veiligheid en ontwikkeling;

·stimulering van de civiele rechtsstaat en van de capaciteiten voor rechtshandhaving alsook van de capaciteit van de Afrikaanse landen om doeltreffend het terrorisme, de piraterij, gewelddadige radicalisering en de georganiseerde misdaad te bestrijden, met inbegrip van de mensenhandel;

·stimulering van de doeltreffende tenuitvoerlegging van de relevante resoluties van de VN-Veiligheidsraad, en van het VN-beleid en de VN-verdragen, door relevante deskundigheid ter beschikking te stellen;

·versterking van de beschikbaarheid van samenwerking met deskundigen voor individuele Afrikaanse partners, met inbegrip van projecten voor capaciteitsopbouw, met het oog op meer veiligheid op zee en in de luchtvaart, onder meer via het    Instrument voor vrede en stabiliteit 20 ;

iii) crisissituaties aanpakken en conflictbeheersing verbeteren, door:

·verdere steunverlening aan de Afrikaanse Unie, subregionale organisaties en landen, door operaties voor vredesondersteuning via specifieke EU-instrumenten als de Vredesfaciliteit voor Afrika en GBVB-operaties, op hun vraag en waar het passend gevonden wordt; de activiteiten kunnen ook initiële stappen omvatten voor vredesopbouw na een conflict, zoals ontwapening, demobilisering en herintegratie. 

Kerninitiatieven

·Een platform voor samenwerking tot stand brengen met de VN, de Europese, Afrikaanse en andere internationale partners, voor meer politieke dialoog, strategische discussies en gezamenlijke acties op het gebied van conflictpreventie, vredesopbouw en ontwikkeling.

·Een initiële bijdrage aan het vredesfonds van de AU verstrekken, zodra de bestuursstructuur ervan operationeel is, en verder samenwerken met de AU en de VN om het plan AU/Kaberuka over opties voor financiële duurzaamheid ten uitvoer te leggen.

·Afrikaanse initiatieven ondersteunen op het gebied van maritieme veiligheid 21 , door maritieme bewustzijnsstrategieën, hulpmiddelen en informatienetwerken te verbeteren, alsook de politie en het gerechtelijke stelsel.


B.De bestuurssystemen versterken

Goed bestuur, ontwikkeling en veiligheid zijn nauw met elkaar verbonden. Weerbare maatschappijen, met verantwoordingsplichtige, democratische, doeltreffende en transparante instellingen op alle niveaus, die in een stabiel en voorspelbaar macro-economisch kader functioneren en waar de mensenrechten gerespecteerd worden, zijn de basis van duurzame ontwikkeling en stabiliteit. Dergelijke maatschappijen zijn ook het best geschikt om zich aan te passen aan en te reageren op veranderingen in het externe economische milieu en deze te beheren, alsook op interne veranderingen, onder meer door doeltreffende dienstverlening te verstrekken aan een groeiende bevolking.

De vooruitgang qua goed bestuur is ongelijk. Democratie wint terrein, maar zij moet worden gekoesterd. De integriteit van het verkiezingsproces komt immers vaak in gevaar en het komt voor dat via wijzigingen van de grondwet of pogingen daartoe wordt gepoogd politici aan de macht te houden. De vooruitgang wat betreft de bevordering en bescherming van de mensenrechten is nog ongelijk en variabel, ten gevolge van minder goed bestuur, instabiliteit en conflicten. 

Inclusieve participatie van de burgers in de openbare besluitvorming en meer bepaald de betrokkenheid van jongeren en vrouwen bij formele politieke processen zal het vertrouwen in de openbare instellingen doen toenemen. Vaak hebben deze instellingen niet de capaciteit om doeltreffend te functioneren, bijvoorbeeld op gebieden als het beheer van de overheidsfinanciën, met inbegrip van de transparantie van overheidsopdrachten en uitgaven en de strijd tegen corruptie en fraude. Meer bepaald blijft de mobilisering van de binnenlandse ontvangsten, een voorwaarde voor doeltreffend handelen van de overheid, vaak beneden het noodzakelijke niveau en wordt zij ondermijnd door ongeoorloofde kapitaalstromen 22 . Ten minste 50 miljard USD 23 verlaten jaarlijks het continent via ongeoorloofde kapitaalstromen, een bedrag dat de totale jaarlijkse officiële ontwikkelingshulp ruim overstijgt.

Op alle gebieden van goed bestuur, van participatie en emancipatie tot transparantie, kunnen aspecten als verantwoordingsplicht en kwalitatieve dienstverlening, digitale diensten 24 en technologieën een belangrijke faciliterende rol spelen en dit is ook reeds het geval. Zowel de EU als Afrika kunnen baat hebben bij en leren van elkaars ervaringen.

Afrikaanse visie

In de Agenda 2063 streeft Afrika ernaar een continent te zijn, waar democratische waarden, cultuur, praktijken, de universele beginselen van de mensenrechten, gelijkheid tussen mannen en vrouwen, rechtvaardigheid en de rechtsstaat zijn verankerd, en waar op alle niveaus degelijke instellingen en transformerend leiderschap bestaan. De agenda bepleit een ontwikkeling die gericht is op de burgers, met actieve participatie aan de sociale, economische en politieke ontwikkelingen, en waarbij de instellingen verantwoordingsplichtig zijn en doeltreffende en doelmatige diensten verstrekken met competent personeel. Met de Afrikaanse architectuur voor goed bestuur beschikt het continent nu over een belangrijk kader voor coördinatie en democratie-opbouw. Het Afrikaanse peer-review-mechanisme, een uniek instrument in eigen Afrikaans beheer, is hiervan een essentiële pijler.

EU-optreden

De EU is de belangrijkste partner voor Afrika voor goed bestuur, democratie, de rechtsstaat en de mensenrechten, met een sterk en langdurig engagement op nationaal, regionaal en continentaal niveau als fundamenteel element van de betrekkingen 25 . Met de meeste landen in Afrika worden structurele politieke dialogen gehouden overeenkomstig de artikelen betreffende politieke dialoog van de respectieve associatie-overeenkomsten, bv. artikel 8 van de overeenkomst van Cotonou voor de Afrikaanse ACS-landen. Daarnaast biedt de EU aanzienlijke steun voor de tenuitvoerlegging van de Afrikaanse verbintenissen inzake goed bestuur, via programma's met de nationale, regionale en continentale instellingen, aangevuld met acties die beogen de lokale autoriteiten en de participatie van de maatschappelijke organisaties aan de beleidsdialoog te versterken. De EU steunt eveneens de inspanningen van de Afrikaanse landen om meer binnenlandse middelen te mobiliseren, het beheer van de overheidsfinanciën te verbeteren en de houdbaarheid van de schulden te garanderen, meer bepaald door de uitvoering van de "Meer innen – beter besteden"-aanpak 26 die is gebaseerd op de actieagenda van Addis Abeba.

Op basis van deze ervaringen stelt de EU voor het partnerschap te verdiepen door de inspanningen op te drijven met het oog op:

i) steun aan de democratie, de mensenrechten en de rechtsstaat, door:

-versterking en uitbreiding van de politieke dialoog met de partnerlanden, met volledige gebruikmaking van de mogelijkheden die de bestaande kaders en overeenkomsten bieden;

-aanmoediging van de ratificatie en uitvoering van internationale en AU-eigen mensenrechteninstrumenten op nationaal niveau;

-verdere versterking van het vertrouwen in de democratische processen door meer samenwerking inzake verkiezingswaarneming, meer bepaald met de AU, en met inbegrip van de follow-up van de aanbevelingen van de verkiezingswaarnemingsmissies;

-versterking van de dialoog en de uitwisseling van informatie, het trekken van lessen en vaststellen van optimale werkwijzen op grond van de verkiezingswaarnemingsmissies uit het verleden ter plaatse, programma's voor samenwerking voor democratie en steun aan de Afrikaanse architectuur voor goed bestuur door de ontwikkeling van contacten en gezamenlijke evenementen met alle belanghebbenden (regeringen, politieke partijen, parlementaire vergaderingen en maatschappelijke organisaties), voor de uitwisseling van ervaringen en het vaststellen van manieren om de democratie in beide continenten te versterken;

ii) bevordering van verantwoordingsplichtig, transparant en adequaat reagerend goed bestuur, door:

-steun voor de capaciteit van de instellingen om kansen te bieden aan meer jongeren om op alle maatschappelijke niveaus te participeren;

-meer participatie van de burgers aan het besluitvormingsproces, meer transparantie en verantwoordingsplicht van de overheid, grotere doeltreffendheid en kwaliteit van de openbare dienstverlening, door met name e-bestuursdiensten te ontwikkelen, en met respect voor de persoonlijke levenssfeer en een grote mate van bescherming van persoonsgegevens;

-versterking van de gezamenlijke inspanningen om de ruimte voor de deelname van de maatschappelijke organisaties aan belangenbehartiging en bij de besluitvorming te faciliteren, te vrijwaren en te verbreden;

-steun voor een sterkere rol en grotere capaciteit van de lokale autoriteiten, meer bepaald om de problemen inzake de versnelde urbanisatie aan te pakken, met name door de uitvoering van het Afrikaanse charter inzake goed bestuur en de AHCLA 27 , en door jumelages te bevorderen;

-meer emancipatie van vrouwen en jongeren alsook van kwetsbare personen, door gerichte programma's die hun participatie aan de besluitvormingsprocessen begunstigen en die voor allen gelijke toegang verzekeren tot kwaliteitsonderwijs en beroepsonderwijs en -opleiding, adequate en duurzame sociale bescherming, universele dekking van de gezondheidszorg, met inbegrip van vaccinaties, reproductieve gezondheidszorg en de voorkoming van besmettelijke ziekten;

-bevordering van de samenwerking inzake het beheer van de overheidsfinanciën, met focus op proactief beleid en instrumenten voor de bestrijding van corruptie en fraude, en ter verzekering van een doeltreffende controle op de overheidsfinanciën door steun voor capaciteitsopbouw op gebieden als de hervorming van het belastingbeleid, belastingbeheer, beheer van inkomsten uit natuurlijke hulpbronnen, de bestrijding van ongeoorloofde kapitaalstromen, als follow-up van de actieagenda van Addis Abeba;

iii) weerbaarheid bevorderen tegen aantasting van het milieu en humanitaire crises, door:

-meer inspanningen voor steun aan de investeringen van de overheid in rampenrisicobeperking, capaciteitsopbouw voor vroegtijdige actie, langdurige ontheemdingscrises en de voorziening in de basisbehoeften om beter weerstand te bieden en zich aan te passen aan, en te herstellen van spanningen, shock en trauma's, inclusief in stedelijke omgevingen;

-steun aan de Afrikaanse partners voor de aanpak van kwetsbaarheid voor ziekte-uitbraken en andere bedreigingen van de gezondheid, zoals antimicrobiële resistentie, meer bepaald door de versterking van de gezondheidssystemen, capaciteitsopbouw voor rampenparaatheid en respons 28 , en steun voor hygiëne en de voorziening in schoon water;

-versterking van de eigen capaciteit van Afrika om milieugerelateerde en maatschappelijke problemen aan te pakken door het gebruik van ruimtevaarttechnologie en informatie via gegevens en diensten van het Europees programma voor aardobservatie (Copernicus);

-facilitering van verbeterde sociale en milieu-aspecten in verband met de exploitatie van natuurlijke hulpbronnen, zoals de winning, verwerking en recyclage van ertsen.

Kerninitiatieven

·Versterking van de dialoog en de uitwisseling van informatie over steun aan de democratie, te beginnen met een gezamenlijke AU-EU conferentie op hoog niveau inzake verkiezingsprocessen, democratie en goed bestuur in Afrika en Europa; overeenkomstig het Afrikaanse en Europese beleid, met de betrokkenheid van relevante instellingen, zoals het pan-Afrikaanse en het Europees Parlement, alsook maatschappelijke organisaties en de academische wereld;

·Dubbele steunverlening aan de mobilisering van binnenlandse middelen tegen 2020, overeenkomstig het initiatief van Addis Abeba inzake belastingen;

·Gezamenlijke actie voor een versterking van het duurzame beheer van natuurlijke hulpbronnen, met name via de uitwerking van een gezamenlijk charter EU-Afrika.


C.Migratie en mobiliteit beheren

Mobiliteit en migratie zijn belangrijke economische, veiligheidsgerelateerde en sociale kwesties zowel in Afrika als Europa. Zij kunnen een verrijking zijn voor maatschappijen, maar deze ook destabiliseren indien zij niet goed worden beheerd. Nu de migratie- en mobiliteitsstromen, met inbegrip van gedwongen ontheemding, binnen Afrika recordhoogten bereiken, en tegelijk het aantal asielzoekers en migranten uit Afrika in Europa toeneemt, zijn beide continenten tot de conclusie gekomen dat er meer moet worden gedaan om gevaarlijke reizen te voorkomen, het aantal dodelijke slachtoffers onderweg terug te brengen en de praktische samenwerking op te voeren. Afrika en Europa hebben een gezamenlijk belang en een gedeelde verantwoordelijkheid, en streven ook naar mondiale oplossingen, gebaseerd op het beginsel van solidariteit en gedeelde verantwoordelijkheid. De verklaring van New York 29 biedt een uitstekend politiek kader om grote stromen van vluchtelingen en migranten te beheren.

Afrikaanse visie

In de Agenda 2063 wordt de hoop uitgesproken op dynamische en wederzijds voordelige banden tussen Afrika en zijn diaspora, door de grenzen weg te werken, een einde te maken aan de hersenvlucht en ook aan alle vormen van irreguliere migratie en mensenhandel waarvan jongeren het slachtoffer zijn, en tegelijk te streven naar meer mobiliteit onder meer tussen academici, onderzoekers en studenten, door bijvoorbeeld de nadruk te leggen op het belang van de intra-Afrikaanse jeugdmobiliteit. Andere prioriteiten zijn onder meer de verbetering van de mechanismen voor overmakingen en een verantwoordelijk beleid voor arbeidsmigratie. Afrika streeft er ook naar een continent te worden zonder mensenhandel, en waar geen sprake meer is van georganiseerde misdaad en andere vormen van criminele netwerken.

EU-optreden

De EU pakt het migratievraagstuk aan in een geest van partnerschap en wederzijds vertrouwen via voortdurende dialoog en samenwerking met haar Afrikaanse partners. Belangrijke kaders voor dialoog zijn reeds in werking gesteld, zoals de migratie- en mobiliteitsdialoog met Afrika. Andere initiatieven brengen de Europese regeringen en instellingen samen met hun tegenpartij uit Centraal-, West- en Noord-Afrika ("proces van Rabat") en uit Noord- en Oost-Afrika ("proces van Khartoem"). De leiders van de 31 Europese en 35 Afrikaanse landen die lid zijn van deze twee dialoog-processen, kwamen in november 2015 in la Valletta een ambitieus actieplan overeen.

De meest ambitieuze en vernieuwende aanpak van de EU voor een doeltreffend migratiebeheer is het partnerschapskader 30 dat een overkoepelende structuur biedt voor praktische samenwerking om de diepere oorzaken van migratie aan te pakken en voor migratiebeheer tussen de EU en derde landen van oorsprong en doortocht, met volledig respect voor de humanitaire en mensenrechtenverplichtingen. In de geest van het partnerschapskader hebben de EU en haar lidstaten onlangs hun inspanningen opgevoerd ten aanzien van hun partners in Noord-Afrika, om meer levens op de Middellandse Zee te redden en de migratiestromen doeltreffender te beheren. Dit leidde tot de gezamenlijke mededeling Migratie via de route door het centrale Middellandse Zeegebied - Stromen beheren, levens redden 31 en werd opnieuw bevestigd door de Europese Raad, in de verklaring van Malta 32 over het aanpakken van de route door het centrale Middellandse Zeegebied.

Het EU-noodtrustfonds voor Afrika 33 (EUTF Afrika) is een belangrijk instrument om de in La Valletta aangegane verbintenissen te realiseren en blijft ook van uiterst groot belang voor de aanpak van het partnerschapskader. Het EUTF Afrika is goed voor 2,6 miljard euro 34 en bestrijkt de Sahel-regio en het gebied van het Tsjaad-meer, de Hoorn van Afrika en Noord-Afrika, voor de aanpak van de diepere oorzaken van destabilisering, irreguliere migratie, gedwongen ontheemding 35 en mensenhandel, door bij te dragen tot het creëren van werkgelegenheid en economische ontwikkeling, weerbaarheid, migratiebeheer, alsook stabiliteit en goed bestuur.

Naast deze processen en initiatieven zal het voorgestelde Europees plan voor externe investeringen 36 het belangrijkste middel zijn van de EU om investeringen en werkgelegenheid in Afrika te bevorderen, bij te dragen tot duurzame groei en de diepere oorzaken van migratie en gedwongen ontheemding direct aan te pakken.

Binnen deze bestaande kaders stelt de EU voor om het partnerschap te verdiepen door de inspanningen in de context van de aanpak van het partnerschapskader op te voeren, alsook:

i) Aanpakken van de regionale migratiestromen en daarmee verband houdende grensoverschrijdende problemen, door:

·ondersteuning van de goedkeuring en interne toepassing van regelgevende kaders die leiden tot reguliere migratie en mobiliteit binnen Afrika;

·bestrijding van gedwongen ontheemding en bevordering van internationale bescherming op basis van het beginsel van verdeling van verantwoordelijkheid, door het menselijk kapitaal van degenen die gedwongen werden hun huizen te verlaten, te behouden en te versterken, hun bescherming te verzekeren en uiteindelijk te voorzien in ontwikkelingsvoordelen voor de ontheemden en hun gastlanden;

·opvoering van de samenwerking inzake grensbeheer, ook via het concept van geïntegreerd grensbeheer;

·samenwerking met het oog op finalisering van de mondiale pacten in 2018 in nauwe samenspraak met de relevante internationale organisaties;

ii) Maximalisering van de baten van reguliere migratie en mobiliteit en het potentieel ervan als stimulans voor ontwikkeling, door:

·verdere steun aan de werkzaamheden van het Afrikaanse Geldovermakingsinstituut;

·betere kennis, werking en capaciteit van de Afrikaanse diaspora als actor voor ontwikkeling;

·verdere steun aan investeringen en ondernemerschap door de diaspora in de landen van oorsprong;

·verdere toename van de mobiliteit van studenten en onderzoekers;

iii) Stimuleren van de samenwerking inzake irreguliere migratie, door: 

·steun aan de uitvoering van omvattende wetgevende kaders die alle aspecten bestrijken van de mensenhandel en de mensensmokkel, overeenkomstig het VN-Verdrag tegen grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit en de bijbehorende protocollen, onder meer door de samenwerking op te voeren in de strijd tegen mensenhandel- en smokkelnetwerken;

·adequate maatregelen voor het beheer van inkomende, uitgaande en doorkomende migratiestromen, onder meer door de bevordering van betrouwbare civiele registratie- en ID-systemen, en van procedures voor het respecteren van de rechten van migranten en van het beginsel van non-refoulement;

·voorkoming en ontmoediging van het gebruik van irreguliere migratiekanalen en versterking van de samenwerking voor het faciliteren van de terugkeer en de duurzame herintegratie van irreguliere migranten, bevordering van reguliere migratie en mobiliteitskansen. 


Kerninitiatieven

·Ondersteuning van Afrikaanse initiatieven voor reguliere intra-Afrikaanse migratie en mobiliteit, met inbegrip van steun aan de ontwikkeling van het protocol inzake vrij verkeer van personen in Afrika en het protocol inzake het specifieke recht op nationaliteit en de uitbanning van staatloosheid in Afrika; steun aan de sociale-beschermingsstelsels, met inbegrip van de meeneembaarheid van sociale rechten; mechanismen voor de meeneembaarheid en de erkenning van vaardigheden en kwalificaties. 

·Versterking van de Europees-Afrikaanse samenwerking voor de strijd tegen smokkel- en mensenhandelnetwerken, onder meer door steun aan de toetreding van de Afrikaanse staten tot en de tenuitvoerlegging van het VN-Verdrag tegen grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit en de bijbehorende protocollen.


5.2.Meer en betere banen, met name voor jongeren

In de Agenda 2063 wil Afrika een paradigmaverschuiving bewerkstelligen met het oog op de opbouw van 'een welvarend continent dat over de nodige middelen en instrumenten beschikt om zijn eigen ontwikkeling aan te sturen en met economieën die structureel worden omgevormd door industrialisering, productie en de creatie van toegevoegde waarde om een gedeelde groei tot stand te brengen door middel van de ontwikkeling van de particuliere sector, ondernemerschap en waardig werk voor allen.' 

Om de paradigmaverschuiving te kunnen realiseren, ondersteunt de EU de industrialisering van Afrika met als uiteindelijk doel welvaart te creëren door meer en betere banen, waarbij de aandacht wordt toegespitst zowel op een verhoging van de arbeidsproductiviteit en hoogwaardige investeringen in arbeidsintensieve sectoren die meerwaarde kunnen creëren, in het bijzonder in de agrovoedingssector, waarbij internationaal overeengekomen arbeidsrechten en behoorlijke werkomstandigheden worden nageleefd, als op een verbetering van de positie van de vrouwen. Tegelijkertijd is het essentieel dat bij de economische transformatie rekening wordt gehouden met de uitdagingen en de kansen van klimaatverandering en milieuduurzaamheid.

A.Verantwoorde en duurzame investeringen aantrekken

Macro-economische stabiliteit, de totstandkoming van regionale markten, een passend investeringsklimaat en een gediversifieerde economie die waarde toevoegt, zijn essentieel voor de economische ontwikkeling en de creatie van waardig werk.

De particuliere sector biedt de beste mogelijkheden voor het scheppen van nieuwe banen. Derhalve is het essentieel verantwoorde particuliere - binnenlandse en buitenlandse - investeringen in Afrika aan te trekken. Hiervoor is het noodzakelijk dat met het oog op meer kredietverlening aan de particuliere sector stabiele en open financiële systemen worden ontwikkeld en dat een gunstig investeringsklimaat tot stand komt, waarbij investeerders worden aangespoord verantwoord gedrag aan de dag te leggen en sociale en milieunormen en deugdelijk ondernemingsbestuur in acht te nemen.

Afrikaanse visie

In de Agenda 2063 is het de ambitie van Afrika om 'een continent te worden waar het vrije verkeer van personen, kapitaal, goederen en diensten moet resulteren in een aanzienlijke toename van handel en investeringen'. Dit betekent dat gestreefd moet worden naar 'een macro-economisch beleid dat groei, werkgelegenheid, investeringen en industrialisering bevordert' en 'de ontwikkeling van een Afrikaanse particuliere sector op basis van betrokkenheid en een gunstig ondernemingsklimaat, waarbij de totstandkoming van pan-Afrikaanse ondernemingen wordt aangemoedigd door de groei van regionale productiecentra en een intensiever handelsverkeer op het Afrikaanse continent'.

EU-optreden

De EU heeft een uitgebreide samenwerking met Afrikaanse partners om het ondernemings- en investeringsklimaat te ontwikkelen, het economische integratieproces van Afrika op nationaal, regionaal en continentaal niveau te bevorderen en op het gehele continent openbare en particuliere investeringen aan te trekken. Met name het stimuleren van particuliere investeringen die de schaarse openbare middelen moeten aanvullen, is absoluut noodzakelijk en vervult een centrale rol in het plan voor externe investeringen (EIP).

De EU stelt voor het partnerschap te verdiepen door:

(i) Stimuleren van grootschalige verantwoorde en duurzame investeringen in Afrika in het kader van het voorgestelde EIP door:

·ondersteunen van een voorspelbaar en gunstig investeringsklimaat in Afrika voor verantwoorde en duurzame investeringen op basis van een dialoog met Afrikaanse landen en de particuliere sector;

·ondersteunen van essentiële faciliterende infrastructuur, met name in sectoren zoals duurzame energie, watervoorziening, transport, informatie- en communicatietechnologieën, milieu, duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen en blauwe groei, sociale infrastructuur en menselijk kapitaal; hierbij gaat het onder meer over het tot stand brengen van partnerschappen met het Europese bedrijfsleven, in het bijzonder op terreinen waar Europese ondernemingen tot de wereldtop behoren;

·ondersteunen van Afrikaanse ondernemers, kleine en middelgrote ondernemingen en startende ondernemingen, door specifieke lokale structuren en diensten voor bedrijfsondersteuning;

·samenwerken met internationale financiële instellingen en ontwikkelingsbanken om middelen uit de kapitaalmarkten te mobiliseren, met specifieke aandacht voor waardetoevoegende sectoren die de beste mogelijkheden bieden voor het scheppen van duurzame werkgelegenheid en koolstofarme ontwikkeling, waarbij gebruik wordt gemaakt van de kansen die worden geboden door de groene, blauwe en circulaire economie;

·bevorderen van maatschappelijk verantwoord ondernemerschap, sociaal ondernemerschap en codes voor verantwoorde bedrijfsvoering;

(ii) Bevorderen van de handelsbetrekkingen tussen Europa en Afrika door:

·opzetten van een gestructureerde dialoog met de Europese en Afrikaanse particuliere sector, via een platform voor duurzaam ondernemerschap voor Afrika (SB4A) in het kader van het EIP, bedrijfsfora en economische diplomatieke missies van Europese investeerders naar Afrika;

·verder versterken van de handelsbetrekkingen tussen de EU en Afrika, door ervoor te zorgen dat de partners ten volle kunnen profiteren van het stabiele en voorspelbare kader dat door de economische partnerschapsovereenkomsten (EPA) wordt ingesteld, de vrijhandelsovereenkomsten en andere gunstige handelsregelingen, in het kader van een versterkt multilateraal handelsstelsel. De handelsbetrekkingen zullen ook gebaat zijn bij de herziening van de "Hulp voor handel”-strategie van de EU;

(iii) De ambitie van Afrika ondersteunen om een echte intra-Afrikaanse markt tot stand te brengen door:

·bevorderen van de handel door een duurzame douanehervorming en -modernisering te ondersteunen;

·verder versterken van de pan-Afrikaanse kwaliteitsinfrastructuur (PAQI) 37  met specifieke aandacht voor de uitrol van een pan-Afrikaans normalisatiesysteem, geïnspireerd op de beste praktijken op de interne markt van de EU;

·ondersteuning bieden bij de voorbereidingen voor een vrijhandelsruimte op het Afrikaanse continent (CFTA).

Kerninitiatieven

·Grootschalige EU-investeringen in Afrika genereren via het voorgestelde EIP, dat naar verwachting tot 2020 44 miljard euro aan investeringen zal mobiliseren, ondersteund door een gestructureerde dialoog met de Europese en Afrikaanse particuliere sector in het kader van het platform voor duurzaam ondernemerschap voor Afrika (SB4A). Hierbij wordt gestreefd naar synergie-effecten met soortgelijke nationale initiatieven van de EU-lidstaten, en op multilateraal niveau, in het bijzonder met het pact met Afrika van de G20. 

·Ondersteunen van een meer voorspelbaar en gunstiger ondernemingsklimaat in Afrika, onder meer door de bekrachtiging van de EU-Afrika richtsnoeren voor beleidsvorming ten aanzien van investeringen.

·De digitale agenda van Afrika ondersteunen, waarbij de aandacht wordt toegespitst op het inzetten van e-governancediensten, initiatieven en investeringen die de ontwikkeling van de agro-industrie faciliteren door toegang tot en gebruik van markt-, klimaat- en milieugegevens, en op de ontwikkeling van een open digitale onderzoeksomgeving om vaardigheden en kennis te bevorderen.


B.Afrika van energie voorzien

Het tot stand brengen van een universele toegang tot betaalbare, betrouwbare, duurzame en moderne energie in Afrika, ook op het platteland, biedt eveneens de gelegenheid om inclusieve ontwikkeling en werkgelegenheid voor beide continenten te genereren, in overeenstemming met de klimaatproblematiek. Er is een gemeenschappelijk belang bij een versterking van de samenwerking op basis van de gemeenschappelijke waarden van een omschakeling naar schone energie, waarbij de EU mondiaal een voortrekkersrol vervult bij de verdediging van deze transitie.

De vraag naar elektriciteitsvoorziening zal naar verwachting tegen 2030 38 verdrievoudigen in heel Afrika, als gevolg van de economische groei, de bevolkingstoename en de verstedelijking. Ongeveer 700 miljoen Afrikanen, hoofdzakelijk in Afrika bezuiden de Sahara, hebben momenteel geen toegang tot moderne vormen van energie. Noch de huidige vooruitgang bij de elektrificatie, noch de jaarlijkse bbp-groei wordt toereikend geacht om universele toegang tot energie tot stand te kunnen brengen. De omvangrijke duurzame energiebronnen waarover Afrika beschikt, zijn evenwel meer dan toereikend om te kunnen voldoen aan de huidige en toekomstige energiebehoeften. Om het potentieel van Afrika te kunnen verwezenlijken, moet meer stroom worden opgewekt en moet energie efficiënt worden benut. Voorts moet ook gezorgd worden voor betere grensoverschrijdende interconnecties, inclusief met Europa, en het juiste beleidskader voor het beheer van de energiesector. De noodzakelijke investeringen om aan deze energiebehoefte tegemoet te komen, kunnen niet alleen met overheidsmiddelen worden gefinancierd.

Afrikaanse visie

Afrika is vastbesloten deel te nemen aan de wereldwijde inspanningen met het oog op de beperking van de klimaatverandering die de beleidsruimte voor duurzame ontwikkeling op het continent ondersteunen en verbreden. Deze inspanningen omvatten maatregelen die voorzien in nationaal vastgestelde Afrikaanse bijdragen op het vlak van klimaatverandering. In de Agenda 2063 wil Afrika 'alle Afrikaanse energiebronnen inzetten met het oog op een moderne, efficiënte, betrouwbare, kostenefficiënte, hernieuwbare en milieuvriendelijke energievoorziening voor alle Afrikaanse gezinnen, industrieën en instellingen'.

EU-optreden

De EU werkt sinds vele jaren samen met Afrika op het vlak van energie en neemt het voortouw in het decennium van duurzame energie voor allen 39 . Hierbij wordt ernaar gestreefd de elektriciteitsopwekking en -distributie te verhogen door een stijging van het aandeel van de hernieuwbare energie en een vermindering van het percentage fossiele brandstoffen in de totale energieproductie.

De EU heeft ambitieuze doelstellingen vastgesteld voor haar samenwerking op het vlak van duurzame energie met Afrika ten zuiden van de Sahara 40 , waarmee tegelijkertijd wordt bijgedragen tot de verwezenlijking van de COP21-doelstellingen: tegen 2020 moet dankzij EU-steun toegang worden verleend tot duurzame energie voor 30 miljoen Afrikanen, met een vermogen van 5 GW uit de opwekking van hernieuwbare energie en een jaarlijkse CO2-reductie van 11 miljoen ton, ter ondersteuning van het Afrikaanse initiatief voor hernieuwbare energie (AREI).

Wat Noord-Afrika betreft, wordt het energiepartnerschap op regionaal niveau verder uitgebouwd in het kader van de Unie voor het Middellandse Zeegebied. Op bilateraal niveau werkt de EU samen met Noord-Afrikaanse landen in het kader van brede waaier van programma's voor financiële en technische bijstand en in het specifieke geval van een belangrijke energieleverancier zoals Algerije, via een strategisch energiepartnerschap.

De EU stelt voor het partnerschap te verdiepen door inspanningen te leveren op volgende terreinen:

(i) Stimuleren van openbare en particuliere investeringen in duurzame energie in Afrika , in het bijzonder in het kader van het voorgestelde EIP, door :

·bevorderen van een publiek-private samenwerking door op hoog niveau sterke economische argumenten te ontwikkelen voor versnelde particuliere investeringen in Afrika;

·de rol van katalysator vervullen door Afrikaanse regeringen te helpen bij de verbetering van het ondernemingsklimaat voor de energiesector. Op basis van haar brede beleidskaders inzake energie en klimaat, inclusief het recente pakket Schone energie voor alle Europeanen 41 , kan de EU met haar Afrikaanse partners een relevante hoeveelheid unieke ervaringen, kennis en beste praktijken op het vlak beleidsanalyse en regelgeving delen om de aanzet te geven tot duurzame energieproductie en de modernisering van energiesystemen en in voorkomend geval, regionale marktintegratie;

·helpen bij de regionale integratie van energiemarkten in Afrika door de regelgeving inzake elektriciteit te harmoniseren;

·bevorderen van grensoverschrijdende interconnecties, inclusief met Europa, met het oog op een betrouwbare en betaalbare energievoorziening;

(ii) Verdiepen van strategische allianties en samenwerking door:

·intensiveren van de dialoog en coördinatie in het kader van het Afrika-EU energiepartnerschap, met EU-lidstaten in het kader van het EU-Energie-initiatief (EUEI), en met belangrijke partners en initiatieven zoals de G20, G7, Sustainable Energy for All (SE4All), en USAID Power Africa om samenwerking te bevorderen;

·partnerschappen aangaan met lokale autoriteiten in een transitie die vanuit de basis vertrekt naar een globale, koolstofarme en klimaatbestendige economie en maatschappij, onder meer door initiatieven zoals het wereldwijde burgemeestersconvenant (dat voortbouwt op de succesvolle EU-burgemeestersconvenant) en de verdere uitbreiding van de regionale Afrikaanse onderdelen van dit convenant;

·versterken van de samenwerking tussen onderzoekers en innovators in het kader van de Europees-Afrikaanse beleidsdialoog op hoog niveau over wetenschap, technologie en innovatie.

Kerninitiatieven

·Bijdragen aan het AREI en tegen 2020 een vermogen van 5 GW bereiken uit de opwekking van hernieuwbare energie, waarbij voor 30 miljoen Afrikanen toegang wordt verleend tot duurzame energie en een jaarlijkse CO2-reductie van 11 miljoen ton wordt gerealiseerd.

·Een nieuw initiatief lanceren om de publiek-private samenwerking tussen de EU en Afrika te stimuleren op het vlak van meer investeringen in de Afrikaanse duurzame energiesector via een forum op hoog niveau om het investeringsklimaat te verbeteren en het risico te verlagen voor particuliere investeringen, kennisdeling te bevorderen op het vlak van innovatieve bedrijfs- en financieringsmodellen en beste praktijken inzake het hefboomeffect van overheidsfinanciering.

·Opstarten van een nieuw Europees-Afrikaans onderzoeks- en innovatiepartnerschap inzake klimaatverandering en duurzame energie dat gericht is op de inzet 42 en de capaciteitsopbouw van energie-efficiëntie en hernieuwbare energie en op klimaatdiensten.


C.Omvorming van de Afrikaanse landbouw en agro-industrie, en de Afrikaanse blauwe economie, met inbegrip van de visserij 

De landbouw, met inbegrip van de veeteelt, visserij en aquacultuur, zijn essentieel voor Afrika. Zij vormen de belangrijkste inkomstenbron voor ongeveer 90% van de Afrikaanse plattelandsbevolking en voorzien in de bestaansmiddelen van ongeveer 75% van de beroepsbevolking, waarvan de helft vrouwen. De productiviteit blijft laag en is gebaseerd op kleinschalige zelfvoorzieningslandbouw en ambachtelijke visserij. Gebrek aan kapitaal, niet-duurzaam beheer van hulpbronnen, geschillen in verband met eigendomsrechten op land en maritieme onveiligheid zijn de belangrijkste belemmeringen voor de vereiste groei. Afrika verliest ettelijke miljarden euro's als gevolg van overbeviste visbestanden en suboptimaal visserijbeheer. Ook de huidige en toekomstige gevolgen van de klimaatverandering zullen de sectoren onder extra druk zetten.

Het ontsluiten van het potentieel van de voedselproducerende sectoren blijkt een van de doeltreffendste manieren om het probleem van de voedselzekerheid aan te pakken, werkgelegenheid en inkomstenkansen te creëren en de maatschappelijke positie van honderden miljoenen Afrikanen, in het bijzonder jongeren, te versterken.

Afrikaanse visie

In de Agenda 2063 streeft Afrika ernaar 'economische transformatie, groei en industrialisering tot stand te brengen, inclusief door het creëren van toegevoegde waarde van natuurlijke hulpbronnen, productiviteitsplannen en regionale waardeketens', waarbij wordt voorzien in de bevordering "van de uitvoering van het industriële beleid op alle niveaus, waarbij de aandacht word toegespitst op MSME's 43 en landbouwondernemingen, en strategieën voor de uitbouw van de Afrikaanse blauwe/maritieme en groene economieën" 44 .

EU-optreden

De EU is een van Afrika's belangrijkste partners de ontwikkeling van de landbouw en de blauwe economie 45 . De EU streeft ernaar de rol van verantwoorde waardeketens in programma's voor plattelands- en maritieme ontwikkeling uit te breiden en het flankerende regelgevings- en beleidskader te versterken en tegelijkertijd te zorgen voor een duurzaam beheer van kostbare hulpbronnen zoals water.

De EU stelt voor het partnerschap te verdiepen door inspanningen te leveren op volgende terreinen:

(i) Stimuleren van de ontwikkeling van verantwoorde en duurzame waardeketens door:

·faciliteren van de investeringen van de particuliere sector in het kader van waardeketens voor agrovoedingsmiddelen, voortbouwen op initiatieven zoals het financieringsinstrument voor landbouw (AgriFI), het voorgestelde EIP en de richtsnoeren van de FAO-OESO voor een verantwoord beheer van de toeleveringsketens voor landbouwproducten;

·bijstand verlenen aan Afrika bij het grijpen van marktkansen voor de Afrikaanse voedselproductie. De economische partnerschapsovereenkomsten (EPA) bieden aanzienlijke mogelijkheden, inclusief vrije toegang tot de EU, flexibele regels voor het aankopen van goederen of diensten, dialoog en samenwerking op het vlak van landbouw en uitvoeringsplannen van de EPA's. Voor de minst ontwikkelde landen zonder EPA's wordt voorzien in vrije markttoegang door middel van het 'alles behalve wapens'-initiatief. Voorts wil de EU steun blijven verlenen aan de ontwikkeling van de capaciteit van Afrika om te voldoen aan de veiligheids- en kwaliteitsnormen, inclusief op het vlak van sanitaire en fytosanitaire kwesties;

·verhogen van de duurzame productiviteit van de Afrikaanse visserijsector door indien nodig het netwerk van partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij tussen de EU en Afrikaanse landen uit te breiden en de capaciteit te versterken van de Afrikaanse partners op het vlak van duurzaam visserijbeheer en de strijd tegen illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO) door samenwerking en dialoog in het kader van de IOO-verordening 46 van de EU; 

·bevorderen van de uitvoering van klimaatmaatregelen in de Afrikaanse landbouw zoals vastgesteld in de nationaal vastgestelde bijdragen (NDC's) van de Afrikaanse landen;

·bevorderen van de doeltreffende integratie van de aanpassing aan de klimaatverandering, de instandhouding en het herstel van de biodiversiteit en beperking van het risico op rampen in het Afrikaanse landbouwbeleid, onder meer door het herstel van ecosystemen en natuurlijke oplossingen;

(ii) Een impuls geven aan de ontwikkeling van vaardigheden, innovatie en onderzoekswerk in samenwerkingsverband door:

·bevorderen van de inzet van Europese en Afrikaanse deskundigheid bij onderzoek en innovatie, in het bijzonder door een versterking van de uitvoering van het Afrikaans-Europese stappenplan inzake voedsel en voedselzekerheid en duurzame landbouw (FNSSA) 47 , het toekomstige partnerschap voor onderzoek en innovatie in het Middellandse Zeegebied (het Prima-initiatief) en de onderzoeks- en innovatie-alliantie voor de hele Atlantische Oceaan;

·verbeteren van de beroepsopleiding en het onderwijs op het vlak van landbouw en ondernemerschap in de agrovoedingsmiddelensector, waarbij voortgebouwd wordt op de vorige en huidige steunverlening aan landbouworganisaties;

·uitbreiden van de ondersteuning voor de toegang tot financiering, de toegang tot connectiviteit voor kleine boeren en het gebruik van digitale e-landbouwdiensten om de productiviteit en het inkomen een impuls te geven.

Kerninitiatieven

·Stimuleren van de ontwikkeling van waardeketens door het bevorderen van verantwoorde investeringen voor duurzame landbouwpraktijken en een duurzame blauwe economie, waarbij een brede waaier van instrumenten wordt ingezet, met inbegrip van het AgriFI en het voorgestelde Europese plan voor externe investeringen. 

·Europese en Afrikaanse investeringen genereren voor de ondersteuning van onderzoek en innovatie in de landbouw via het Europees-Afrikaanse onderzoeks- en innovatiepartnerschap op het vlak van voedsel- en voedingszekerheid en duurzame landbouw en een impuls geven aan het gebruik van nieuwe technologieën door lokale gemeenschappen met het oog op een verhoging van het landbouwinkomen en de beschikbaarheid van meer voeding.

·In voorkomend geval het netwerk van partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij tussen de EU en de Afrikaanse landen uitbreiden.


D.Kennis en vaardigheden bevorderen

Hoewel de deelname aan het onderwijs in de meeste Afrikaanse landen in de loop van de afgelopen decennia aanzienlijk is toegenomen, wordt de lagere school nog steeds niet afgemaakt door meer dan 20% van de Afrikaanse kinderen, in hoofdzaak meisjes; ongeveer 50% heeft geen toegang tot secundair onderwijs en slechts 7% stroomt door naar het tertiair onderwijs. De basiskennis, die noodzakelijk is om jongeren in staat te stellen hun opleiding voort te zetten via beroepsonderwijs en -opleiding en hoger onderwijs, bevindt zich momenteel nog steeds op een zeer laag niveau. Talrijke jongeren die erin slagen de lagere en middelbare school af te maken, verlaten de schoolbanken zonder de kennis en vaardigheden die noodzakelijk zijn voor verdere studies en om actieve, verantwoordelijke en productieve burgers te worden.

De vaardigheden die de jongeren aanleren in het beroepsonderwijs, de beroepsopleidingen en het hoger onderwijs sluiten niet aan bij die welke zij nodig hebben in hun beroepsleven. Het reguliere onderwijs en de stelsels voor beroepsonderwijs en -opleiding moeten meer inspelen op de behoeften van de arbeidsmarkt, nauwer aansluiten bij de sociale en industriële ontwikkelingen, meer innoveren en een hogere kwaliteit bieden. Aangezien talrijke jongeren in de informele sector werken en in hun eigen levensonderhoud moeten voorzien, is het essentieel dat zij toegang hebben tot onderwijs en opleiding over ondernemerschap en bedrijfsondersteunende dienstverlening om te kunnen integreren in de formele economie.

Door onderwijs, innovatie en onderzoek meer met elkaar te verbinden zal het onderwijs beter kunnen bijdragen tot het scheppen van werkgelegenheid en duurzame ontwikkeling. Dit geldt in het bijzonder voor het open en afstandsonderwijs.

Afrikaanse visie

In de Agenda 2063 is Afrika voornemens 'impulsen te geven aan het onderwijs en de revolutionaire veranderingen op het vlak van vaardigheden en actief wetenschap, technologie, onderzoek en ontwikkeling te bevorderen om de kennis, het menselijk kapitaal, de capaciteiten en de vaardigheden op te bouwen die noodzakelijk zijn om innovatie te stimuleren'.

EU-optreden

Op het vlak van onderwijs is de EU al jarenlang een partner van Afrika. Dit partnerschap heeft betrekking op voor- en vroegschoolse educatie, lager en hoger onderwijs, met inbegrip van beroepsonderwijs en -opleiding en opleiding over ondernemerschap 48 , alsook op onderzoek en innovatie.

De EU bevordert gelijke kansen, vermindering van de ongelijkheid en een grotere inzetbaarheid op de arbeidsmarkt, met sociale cohesie, gelijke rechten, diversiteit, inclusiviteit en de uitbanning van genderongelijkheid.

De EU stelt voor het partnerschap te verdiepen door inspanningen te leveren op volgende terreinen:

(i) Ondersteunen van hoogwaardig onderwijs op alle niveaus door:

·meer gezamenlijke inspanningen leveren om de toegang tot en de voltooiing van basis- en secundair onderwijs voor alle kinderen te bevorderen, in het bijzonder voor meisjes, door bilaterale programma's en het wereldwijde partnerschap voor onderwijs;

·aanpakken van vraagstukken op het vlak van gender en onderwijs, inclusief gendergerelateerd geweld, in het kader van een EU-initiatief voor gendergelijkheid;

·verder aanmoedigen van de deelname van Afrikaanse landen aan het Erasmus+-programma, waarbij de mobiliteit van academisch personeel en studenten en de academische samenwerking worden bevorderd en de vaardigheden van de studenten en de kwaliteit en de relevantie van het onderwijs worden verbeterd.

·verder ondersteunen van regionale mobiliteit en meer ondersteuning verlenen aan de harmonisatie van het hoger onderwijs door middel van grensoverschrijdende programma's, erkenning van kwalificaties, betere kwaliteitsborging, innovatie en een versterkt Tuning-project;

(ii) Uitbreiden van de steun voor beroepsonderwijs en -opleiding en ondernemerschap door:

·opzetten van een EU-faciliteit voor beroepsonderwijs en -opleiding die nationale belanghebbenden zal voorzien in deskundigheid op hoog niveau voor de ondersteuning van de transitieprocessen naar meer vraaggestuurde stelsels voor beroepsonderwijs en -opleiding die aangepast zijn aan de behoeften van en de kansen op de arbeidsmarkt;

·ondersteunen van de mobiliteit en de capaciteitsopbouw in het hoger onderwijs door middel van Erasmus+ en ontwikkelen van proefprojecten om mobiliteitsregelingen inzake beroepsonderwijs en -opleiding in het kader van Erasmus+ uit te breiden tot Afrika;

·ondersteunen van projecten voor capaciteitsopbouw die de actieve participatie van vrouwen en jongeren aan het maatschappelijke en economische leven moeten bevorderen, onder meer door verbeteringen op het vlak van niet-formeel leren en het versterken van synergieën tussen de onderwijsstelsels en de arbeidsmarkt;

·ondersteunen van de ontwikkeling van digitale vaardigheden en geletterdheid en het gebruik van digitale technologieën en diensten bij het verstrekken van toekomstgericht, inclusief en hoogwaardig onderwijs. Dit omvat ook het ondersteunen van de capaciteit en de vaardigheden van ondernemers, met inbegrip van vrouwen, om digitale technologie in te zetten bij de uitbouw van hun bedrijf;

(iii) Versterken van de samenwerking tussen de EU en Afrika op het vlak van onderzoek door:

·versterken van de samenwerking tussen onderzoekers en innovators van Afrika en Europa, onder meer door te voorzien in meer kansen op professionele ontplooiing voor onderzoekers via de Marie Skłodowska-Curie-acties en andere Horizon 2020-projecten;

·ondersteunen van de capaciteitsopbouw voor onderzoek in Afrika door middel van programma's zoals het subsidieprogramma voor onderzoek van de Afrikaanse Unie;

·ondersteunen van een open digitale onderzoeksomgeving voor universiteiten en onderzoeksinstellingen in Afrika.

Kerninitiatieven

·Oprichten van een faciliteit voor de Afrikaanse jeugd, uitbreiden van het toepassingsgebied van het Erasmus+-programma door drie afzonderlijke initiatieven:

A. Een programma om de positie van jongeren te versterken, de capaciteiten van jeugdorganisaties te ontwikkelen en de mobiliteit tussen jongeren en jonge ondernemers in Afrika en Europa te bevorderen.

B. Een proefproject voor mobiliteit in het kader van beroepsonderwijs en -opleiding.

C. Versterking van de Afrikaanse afdeling van de vereniging van Erasmus+-studenten en oud-studenten.

·Oprichten van een EU-faciliteit voor beroepsonderwijs en -opleiding om het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding relevanter te maken voor de arbeidsmarkt en de inclusie van risicogroepen te bevorderen.


(1) Agenda 2063 AU, , 2015.
(2) Integrale EU-strategie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid  , 2016 – hierna 'Integrale EU-strategie' genoemd.
(3) Gezamenlijke mededeling: Een hernieuwd partnerschap met de landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan  , JOIN(2016) 52 final.
(4) Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling VN, , 2015.
(5) Addis Abeba-actieagenda VN, , 2015.
(6) de Overeenkomst van Parijs VN, , 2015.
(7) Dit beleid omvat onder meer de voorgestelde nieuwe Europese consensus inzake ontwikkeling, het Europese nabuurschapsbeleid, de Europese migratieagenda en het actieplan van Valletta, het EU-actieplan inzake mensenrechten en democratie, de bestaande wettelijk bindende associatie-overeenkomsten met de diverse Noord-Afrikaanse landen (behalve Libië) en de ACS-landen.
(8) World population prospects VN, , 2015. Tegen 2050 zal de wereldbevolking daarentegen naar verwachting teruggaan met 500 miljoen eenheden, terwijl het aandeel van de ouderen zal verhogen.
(9) Regional economic outlook IMF, , 2015.
(10) Tracking Africa’s Progress in Figures AfDB, , 2014.
(11) Lions on the move II McKinsey Global Institute, , 2016.
(12) Gemeenschappelijke strategie Afrika-EU  , 2007.
(13) 32 miljard euro aan buitenlandse directe investeringen van de EU in Afrika in 2015 (33% van de totale instroom BDI naar Afrika). De EU nam in 2016 33,5% van de Afrikaanse invoer en 41% van de Afrikaanse uitvoer voor zijn rekening. De EIB verstrekt ook meer dan 2 miljard euro jaarlijkse financiering aan Afrika.
(14) De EU biedt vrije toegang tot de EU-markt voor alle producten via de economische partnerschapsovereenkomsten en het 'Alles-behalve-wapens'-initiatief voor de minst ontwikkelde landen, en voor talrijke producten in het kader van de vrijhandelsovereenkomsten met Algerije, Egypte, Marokko en Tunesië, en het stelsel van algemene preferenties van de Unie.
(15) Alleen al via de Vredesfaciliteit voor Afrika heeft de EU sinds 2004 financiering vrijgemaakt ten belope van meer dan 2 miljard euro. De EU heeft momenteel ook 7 GBVB-missies lopen in Afrika, zowel civiel als militair, met inbegrip van de operatie Atalanta.
(16) 21 miljard euro aan overmakingen uit de EU naar Afrika in 2015 (36% van de totale instroom naar Afrika).
(17) 21 miljard euro aan officiële ontwikkelingshulp van de EU en haar lidstaten voor Afrika in 2015 (50% van de totale officiële ontwikkelingshulp voor Afrika).
(18) Hier wordt meer bepaald voorzien in financiering voor de AU via een heffing van 0,2% op invoer naar Afrikaanse landen. Hiermee moeten de AU-lidstaten in staat worden gesteld om de werking van de Commissie van de AU volledig te financieren en 75% van de programma's te bestrijken.
(19) Gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid.
(20) Verordening (EU) nr. 230/2014 (PB L 77 van 15.3.2014).
(21) Gedragscode van Yaoundé, gedragscode van Djibouti, het charter van Lomé.
(22) Het betreft niet-geregistreerde kapitaalstromen die hun oorsprong vinden in corruptie, criminele activiteiten, belastingontduiking en het witwassen van commerciële transacties.
(23) Report of the High Level Panel on Illicit Financial Flows from Africa  , 2014.
(24) Werkdocument van de diensten van de Commissie 'Digital for Development', SWD (2017).
(25) Voor de periode 2014-2020 heeft de EU hiervoor meer dan 3,3 miljard EUR uitgetrokken.
(26) 'Collect More – Spend Better' Werkdocument van de diensten van de Commissie , SWD(2015) 198.
(27) Hoge raad van de Afrikaanse Unie van lokale autoriteiten.
(28) Dit impliceert werken met het 'Partnerschapsprogramma voor klinische proeven tussen Europese en ontwikkelingslanden' (EDCTP2) voor armoedegerelateerde besmettelijke ziekten.
(29) 'New York Declaration for Refugees and Migrants', goedgekeurd op 19 september 2016 door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties.
(30) COM(2016) 385 final Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad en de Europese Investeringsbank over een nieuw partnerschapskader met derde landen in het kader van de Europese migratieagenda .
(31) Gezamenlijke mededeling aan het Europees Parlement, de Europese Raad en de Raad over Migratie via de route door het centrale Middellandse Zeegebied - Stromen beheren, levens redden. JOIN(2017) 4.
(32) http://www.consilium.europa.eu/en/press/press-releases/2017/01/03-malta-declaration/
(33)

Besluit van de Commissie C(2015) 7293 final van 20 oktober 2015.

(34) Binnen het Europees Ontwikkelingsfonds als voornaamste financieringsbron en de beloofde bijdragen van de lidstaten en andere donoren. Het EUTF Afrika kondigt voor 2017 de mobilisering aan van 200 miljoen euro voor het onderdeel Noord-Afrika van het EU-trustfonds voor Afrika, waarbij prioriteit wordt gegeven aan projecten op het gebied van migratie die Libië betreffen.
(35) COM(2016)234 Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s: Waardig leven: van afhankelijkheid van steun tot zelfredzaamheid Gedwongen ontheemding en ontwikkeling .
(36)

Voorstel van de Commissie voor een verordening betreffende het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO) en tot instelling van de EFDO-garantie en het EFDO-garantiefonds (COM(2016)586); Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, de Europese Centrale Bank, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Investeringsbank 'Stimuleren van Europese investeringen voor banen en groei: naar een tweede fase van het Europees Fonds voor strategische investeringen en een nieuw Europees extern investeringsplan', Brussel, 14.9.2016, COM(2016) 581 final .

(37) AQI is officieel van start gegaan in 2013 en heeft tot doel de ontwikkeling en de uitvoering van het Afrikaanse beleid inzake standaarden, metingen, conformiteitsbeoordelingen en accreditatie te versterken.
(38) IRENA, 2015.
(39) In 2012 heeft de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties 2014-2024 uitgeroepen tot het decennium van duurzame energie voor allen.
(40) Voor de periode 2014-2020 heeft de EU hiervoor meer dan 2,7 miljard euro uitgetrokken.
(41) COM(2016) 860 final  .
(42) Overeenkomstig COM (2016) 763.
(43) Micro-, kleine en middelgrote ondernemingen.
(44) De omvorming van de Afrikaanse landbouw is vastgelegd in het alomvattende programma voor landbouwontwikkeling in Afrika (CAADP). In de verklaring van Malabo van de Afrikaanse Unie van 2014 inzake een versnelde groei en omvorming van de landbouwproductie voor gedeelde welvaart en een verbetering van de bestaansmiddelen wordt ervoor gepleit meer vaart te zetten achter het CAADP en wordt voorzien in richtsnoeren voor het Afrikaanse landbouwbeleid voor de komende 10 jaar.
(45) Voor de periode 2014-2020 voorziet de EU in een bedrag van meer dan 4,2 miljard euro voor de ondersteuning van acties op het vlak van voedsel- en voedingszekerheid, een duurzame landbouw en visserij in Afrika.
(46) Verordening (EG) Nr. 1005/2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen  .
(47)

  Roadmap towards a jointly funded EU-Africa Research & Innovation Partnership on Food and Nutrition Security and Sustainable Agriculture . (Stappenplan voor een gezamenlijk gefinancierd onderzoeks- en innovatiepartnerschap met betrekking tot voedsel- en voedingszekerheid en duurzame landbouw) Addis Abeba, 4-5 april 2016.

(48) In de huidige programmering (2014-2020) voorziet de EU in financiële steun aan de bilaterale programma's op het vlak van regulier onderwijs, beroepsonderwijs en -opleiding in Afrika ten belope van ongeveer 1,34 miljard euro. In deze periode verleent de EU ook steun aan onderwijs met mondiale initiatieven zoals het wereldwijde partnerschap voor onderwijs. Hiervoor is een bedrag van 375 miljoen euro uitgetrokken.