Artikelen bij COM(2017)285 - Verslag over het mededingingsbeleid 2016

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2017)285 - Verslag over het mededingingsbeleid 2016.
document COM(2017)285 NLEN
datum 31 mei 2017
EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 31.5.2017

COM(2017) 285 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Verslag over het mededingingsbeleid 2016

{SWD(2017) 175 final}


VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Verslag over het mededingingsbeleid 2016

1. Inleiding

Het mededingingsbeleid is gebaseerd op juridische en economische beginselen. Vaak wordt het ook met die beide, zeer belangrijke aspecten in verband gebracht. Toch draait het om meer: het mededingingsbeleid raakt het leven van de mensen rechtstreeks en een van zijn belangrijkste opdrachten is het helpen openstellen van markten, zodat iedereen - bedrijven en burgers - een billijk deel in de baten van de groei kan krijgen.

In zijn rede over de Staat van de Unie 2016 herhaalde Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker dat 'een gelijk speelveld ook inhoudt dat de consumenten in Europa worden beschermd tegen kartels en misbruik door machtige ondernemingen. (...) De Commissie bewaakt deze billijkheid. Dat is de sociale kant van het mededingingsrecht. En dat is waar Europa voor staat.' 1  De mededingingsregels handhaven is ook een duidelijke boodschap uitsturen dat iedereen, hoe rijk of machtig ook, zich aan de regels moet houden.

Het mededingingsbeleid kan zelf niet voor een eerlijkere economie zorgen, maar het kan wel het verschil maken: handhaving van het mededingingsrecht betekent dat consumenten een stem krijgen. Het mededingingsbeleid helpt een samenleving vorm te geven die mensen keuzes biedt, innovatie stimuleert, misbruik door dominante spelers tegengaat en bedrijven prikkelt om schaarse hulpbronnen slim te gebruiken, om zo mondiale uitdagingen zoals klimaatverandering te helpen aanpakken.

Bovendien bevestigen Europese mededingingstoezichthouders (de Commissie en de nationale mededingingsautoriteiten) met hun besluiten dat de EU een gemeenschap is die stoelt op de rechtsstaat. Tegelijk laten deze besluiten aan het maatschappelijke middenveld zien dat het systeem in het algemeen belang kan functioneren en burgers tastbare voordelen oplevert.

In 2016 heeft de Commissie bij de concrete maatregelen van haar mededingingsbeleid de klemtoon gelegd op een breed aantal beleidsthema's, die ervoor helpen te zorgen dat markten eerlijker functioneren voor iedereen. Tegelijk was er ook nu weer voor het mededingingsbeleid een flankerende rol weggelegd bij de inspanningen van de Commissie om voor haar grote beleidsprioriteiten resultaten te boeken. Daarbij ging het met name om een connectieve digitale eengemaakte markt, een diepere en eerlijkere interne markt, en een geïntegreerde en klimaatvriendelijke energie-unie.

In een geglobaliseerde economie is ook een mondiale mededingingscultuur nodig. Daarom onderhoudt de Commissie ook nauwe contacten met andere EU-instellingen, internationale organisaties en mededingingshandhavers over de hele wereld. Samenwerking helpt de voordelen van eerlijke concurrentie te versterken en te delen, zowel in Europa als wereldwijd.

2. Zorgen voor een echt gelijk speelveld voor iedereen: hoe het staatssteuntoezicht mee de uitdaging helpt aan te gaan

Een van de kerntaken van de Commissie, en met name van de commissaris belast met het mededingingsbeleid, is erop toe te zien dat de EU-regels eerlijk worden toegepast op alle ondernemingen die actief zijn in de interne markt van de EU, ongeacht omvang, bedrijfstak of nationaliteit. Alleen zo kan een echt gelijk speelveld worden gegarandeerd. Dit is dan ook de reden waarom de Commissie de staatssteunregels de voorbije decennia handhaafde.

Optreden tegen selectieve belastingvoordelen

Deze benadering geldt ook voor fiscale steun: indien enkele ondernemingen belastingen kunnen ontwijken, wordt het voor ondernemingen die wél hun deel van de belastingen betalen, lastig om op voet van gelijkheid te concurreren. Wanneer de belastingdienst een onderneming apart behandelt, dan krijgt die onderneming daarmee evengoed een financieel voordeel. Daarom gelden de staatssteunregels voor belastingvrijstellingen net zo goed als voor iedere andere vorm van steun. De Commissie heeft zich zeer actief getoond in de strijd tegen verboden staatssteun in de vorm van fiscale rulings 2 . Zo oordeelde de Commissie in augustus 2016 dat Ierland aan Apple onterechte belastingvoordelen had toegekend, die verboden waren volgens de EU-staatssteunregels 3 .

Hoe er bij fiscale rulings sprake kan zijn van staatssteun - het Apple-besluit

De Commissie concludeerde dat twee fiscale rulings die Ierland aan Apple had afgegeven, de belastingen die Apple in Ierland betaalt, sinds 1991 aanzienlijk en kunstmatig hebben verlaagd. Met die rulings werd een methode goedgekeurd om de belastbare winst van twee Ierse vennootschappen van de Apple-groep (Apple Sales International en Apple Operations Europe) te bepalen die niet met de economische realiteit overeenstemde: bijna alle winst uit de verkopen van de beide vennootschappen werd intern toegerekend aan een 'hoofdkantoor' buiten Ierland dat alleen op papier bestond (het had geen fysieke aanwezigheid of werknemers) en dat die winst nooit had kunnen maken. Doordat deze methode van winsttoerekening in de fiscale rulings werd geaccepteerd, betaalde Apple over de winst uit haar omzet fors minder belasting dan andere bedrijven in Ierland. Dankzij deze selectieve behandeling slaagde Apple erin om over haar Europese winst in 2003 een reëel tarief van 1 % vennootschapsbelasting te betalen, dat in 2014 nog daalde tot 0,005 %.

Deze selectieve fiscale behandeling van Apple in Ierland is verboden volgens de EU-staatssteunregels, omdat Apple hierdoor een aanzienlijk voordeel krijgt ten opzichte van andere bedrijven waarvoor de gewone nationale belastingregels gelden. De Commissie kan de terugvordering van illegale staatssteun opleggen voor een periode van tien jaar voorafgaand aan het eerste verzoek om informatie van de Commissie in 2013. Ierland moet nu de belastingen terugvorderen die Apple over de periode 2003-2014 niet heeft betaald in Ierland. Het gaat om een bedrag tot 13 miljard EUR (plus rente).

In beginsel moet onverenigbare staatssteun volgens de EU-staatssteunregels worden teruggevorderd om de concurrentievervalsing die de steun veroorzaakt, ongedaan te maken. In het kader van de EU-staatssteunregels worden geen geldboeten opgelegd en de terugvordering van steun is dus geen sanctie voor de betrokken onderneming. Het is gewoon een manier om de gelijke behandeling tussen ondernemingen te herstellen. Voorts kan tegen alle besluiten van de Commissie beroep worden ingesteld bij de EU-rechter. Wanneer een lidstaat besluit om beroep in te stellen tegen een besluit van de Commissie, moet hij de verboden staatssteun toch nog terugvorderen, tenzij hij de EU-rechter om voorlopige maatregelen tot schorsing van de terugvordering vraagt en dit verzoek krijgt toegewezen. Om zijn verplichting tot terugvordering na te komen kan de lidstaat, in afwachting van de uitkomst van de zaak voor de EU-rechter, bijvoorbeeld het teruggevorderde bedrag op een geblokkeerde rekening storten.

In september is de Commissie ook een diepgaand onderzoek begonnen naar de fiscale behandeling van de GdF Suez-groep (thans Engie) in Luxemburg 4 . De Commissie vreest dat GdF Suez door verscheidene fiscale rulings die Luxemburg heeft afgegeven, misschien een oneerlijk voordeel heeft gekregen ten opzichte van andere ondernemingen. Dit zou in strijd zijn met de EU-staatssteunregels 5 . Daarnaast heeft de Commissie haar onderzoek voortgezet naar fiscale rulings die Luxemburg aan McDonald's heeft afgegeven 6 , en naar een verrekenprijsregeling die Luxemburg aan Amazon heeft toegestaan 7 .

Als stevige aanvulling op haar handhavingsbeleid is de Commissie ook gekomen met een voorstel voor een gecoördineerd EU-breed antwoord op de ontwijking van vennootschapsbelasting. Dit initiatief sluit aan bij de internationale normen die de OESO in het najaar 2015 heeft ontwikkeld. Daartoe heeft de Commissie in januari een ambitieus pakket anti-ontgaansmaatregelen vastgesteld 8 , dat lidstaten moet helpen om stevig en gecoördineerd op te treden tegen belastingontwijking en om ondernemingen belasting te doen betalen daar waar ze hun winst maken in de EU.

Daarnaast heeft de Commissie in april een voorstel goedgekeurd voor een richtlijn die EU- en niet-EU-multinationale groepen verplicht om per land te rapporteren over onder meer hun winst en de belastingen die ze betalen 9 . Dankzij dit soort rapportage zullen burgers zich een idee kunnen vormen van de fiscale strategieën die multinationals hanteren en hoe ze bijdragen aan de welvaart. Hiermee wordt het pad geëffend naar meer transparantie op het gebied van vennootschapsbelastingen.

Meer transparantie en rechtszekerheid nu het initiatief voor de modernisering van de staatssteunregels is voltooid

Transparantie is belangrijk omdat het helpt om het geld van de belastingbetalers verstandig te gebruiken. Transparantie was ook een van de belangrijke pijlers van het initiatief voor de modernisering van het staatssteunbeleid (SAM), dat in 2012 van start ging en rechtszekerheid wilde bieden en de regeldruk voor overheden en bedrijven moest verminderen 10 . Een van de middelen om de transparantie te vergroten, is marktdeelnemers de nodige informatie te verschaffen over staatssteunmaatregelen die door de lidstaten worden toegekend.

Volgens de nieuwe regels moeten steunverlenende overheden op de verschillende niveaus informatie geven over iedere individuele steunverlening van meer dan 500 000 EUR. Overheden hebben vanaf juli 2016 en vanaf het ogenblik dat de steun is toegekend, zes maanden de tijd om in een doorzoekbare database informatie te publiceren over de identiteit van de individuele begunstigden en de steun die deze ontvingen 11 . Transparantie gaat hand in hand met de vereenvoudigde toepassing van staatssteunregels, waardoor het voor lidstaten eenvoudiger wordt om steunmaatregelen toe te kennen zonder dat die vooraf bij de Commissie hoeven te worden aangemeld.

Om overheden en bedrijven te helpen bepalen welke overheidsuitgaven wel of niet onder het EU-staatssteuntoezicht vallen, heeft de Commissie in mei de mededeling over het begrip 'steun' gepubliceerd. Dit is een van de sluitstenen van haar initiatief voor de modernisering van het staatssteunbeleid 12 . De mededeling biedt duidelijke houvast over alle aspecten van het begrip staatssteun. Dit is van bijzonder belang om overheidsinvesteringen te stimuleren. Zo worden lidstaten en bedrijven immers geholpen om overheidsfinanciering zodanig vorm te geven dat het gelijke speelveld op de interne markt niet wordt verstoord of particuliere investeringen niet worden weggedrukt. Een en ander zal het effect van investeringen op economische groei en banen helpen te maximaliseren, in lijn met het Investeringsplan voor Europa van de Commissie 13 .

3. Concurrentie en innovatie stimuleren in de digitale eengemaakte markt

De markt voor digitale diensten is snel geëvolueerd tot een van de sectoren die er het meeste toe doen voor Europese consumenten. Digitale technologie kan zorgen voor lage prijzen, een ruim aanbod en snelle innovatie. Of consumenten daadwerkelijk ook van die voordelen kunnen profiteren, hangt echter af van het functioneren van de markt. Het mededingingsbeleid wil ervoor zorgen dat consumenten eerlijk worden behandeld en wil voorkomen dat machtige bedrijven afspraken kunnen maken die de prijzen doen stijgen, innovatie fnuiken of mensen beletten zelf de producten te kiezen die zij willen.

Zo bezien, gaat de digitale eengemaakte markt over veel meer dan alleen het verhogen van de economische efficiëntie. Het is ook een manier om iedereen een eerlijke kans te geven de vruchten te plukken van de technologische ontwikkeling. En het is een manier om consumenten controle te geven.

E-commerce is daarvan een goed voorbeeld: in 2015 hebben de meeste volwassenen in de EU consumentengoederen of diensten online besteld (in sommige lidstaten loopt dit aantal zelfs op tot acht op tien). E-commerce is een belangrijke aanjager geworden voor prijstransparantie en prijsconcurrentie, waardoor consumenten meer keuze en meer mogelijkheden krijgen om op zoek te gaan naar de beste deals. Zo worden ook concurrentie en innovatie gestimuleerd. E-commerce biedt ook bedrijven nieuwe zakelijke kansen. Tegelijk is optreden op een elektronische markt die volop in beweging is, niet altijd eenvoudig. Alle bedrijven die online actief zijn (zoals detailhandelaren en distributeurs, maar ook producenten en contentmakers), staan voor nieuwe en grote uitdagingen. Het sectorale onderzoek naar de e-commerce-sector dat de Commissie in 2015 begon, in het kader van haar strategie voor de digitale eengemaakte markt, helpt een beter inzicht te krijgen in die uitdagingen en kansen 14 .

Het sectoraal onderzoek e-commerce: eerste resultaten en follow-up

In september 2016 publiceerde de Commissie de eerste bevindingen van het sectorale onderzoek. Tijdens het onderzoek heeft de Commissie informatie verzameld bij bijna 1 800 ondernemingen die actief zijn in de e-commerce voor consumptiegoederen en digitale content. Ook heeft zij rond 8 000 distributieovereenkomsten geanalyseerd. Het voorlopige verslag bevestigt het toenemende belang van e-commerce, maar brengt ook bepaalde zakelijke praktijken in beeld die deze onlineconcurrentie kunnen beperken. Daarbij gaat het vooral om de onlineverkoop van consumentengoederen en licentieovereenkomsten voor auteursrechten. De Commissie kan individuele onderzoeken beginnen naar bepaalde zakelijke praktijken die mededingingsbezwaren kunnen doen rijzen. Over het voorlopige verslag is een publieke consultatie georganiseerd, die 18 november 2016 is afgesloten.

In maart 2016 heeft de Commissie haar eerste bevindingen over geoblocking gepubliceerd. Deze praktijk bleek ruim verspreid te zijn in e-commerce in de hele EU, vooral voor digitale content. Bijna 60 % van de aanbieders van digitale content die hebben geantwoord, zijn contractueel met de rechthebbenden overeengekomen om geoblocking toe te passen. Als geoblocking het resultaat is van overeenkomsten tussen leveranciers en distributeurs, kan deze praktijk de mededinging op de eengemaakte markt beperken, in strijd met de EU-mededingingsregels. Zoals bij iedere andere vorm van handhaving van de mededingingsregels moet bij onderzoeken naar geoblocking een juridische en economische beoordeling worden gemaakt. Daarbij moet ook worden gekeken naar mogelijke argumenten voor de beperkingen die nu aan het licht zijn gekomen.

De meeste gevallen van geoblocking door detailhandelaren berusten op eenzijdige zakelijke besluiten om niet over de grens te verkopen, en hebben dus niets te maken met overeenkomsten met of commerciële druk van leveranciers. Ze vallen dan ook buiten de EUmededingingsregels. In het kader van de strategie voor de digitale eengemaakte markt is de Commissie in mei 2016 ook met een voorstel voor een verordening gekomen voor het aanpakken van geoblocking en andere vormen van discriminatie van klanten op basis van nationaliteit, verblijfplaats of plaats van vestiging. Dat voorstel geeft ook aan in welke situaties niet te verdedigen valt dat klanten, afhankelijk van hun locatie, een verschillende behandeling krijgen 15 .

Innovatie vrijwaren tegen dominante onlinespelers

Sommige zakelijke praktijken kunnen het aanbod voor de consumenten beperken, maar een nog groter probleem is het wanneer nieuwe producten niet op de markt geraken. Handhaving van de mededingingsregels is van essentieel belang om te vermijden dat dominante bedrijven andere bedrijven de kans ontnemen om met de nieuwe generatie innovatieve ideeën te komen.

Zoekmachines spelen een cruciale rol wanneer het erom gaat consumenten doorheen de digitale omgeving te loodsen. Voor de Commissie is deze markt dan ook een van de prioriteiten in haar handhavingsbeleid. In juli zijn twee mededelingen van punten van bezwaar gezonden aan Google en haar moedermaatschappij Alphabet 16 . In een aanvullende mededeling van punten van bezwaar die er kwam na de mededeling die in april 2015 in deze zaak is uitgegaan, heeft de Commissie haar voorlopige conclusie aangescherpt dat Google misbruik heeft gemaakt van haar machtpositie door in haar zoekresultaten stelselmatig haar eigen prijsvergelijkingsdienst te bevoordelen. De Commissie maakt zich zorgen dat gebruikers niet noodzakelijk de meest relevante resultaten krijgen voor hun zoekopdracht. Dit zou schadelijk kunnen zijn voor consumenten en voor de innovatie op de markt. Door een aanvullende mededeling van punten van bezwaar te laten uitgaan heeft de Commissie haar voorlopige conclusie aangescherpt, maar tegelijk de rechten van verdediging van Google beschermd door de onderneming de kans te geven formeel te antwoorden op het bijkomende bewijsmateriaal. Een lopend onderzoek van de Commissie zegt nooit iets over de uiteindelijke beslissing die de Commissie in een zaak neemt. 

Daarnaast heeft de Commissie aan Google ook een mededeling van punten van bezwaar gezonden in verband met beperkingen die de onderneming stelde aan de mogelijkheden voor bepaalde derden om zoekadvertenties van Google's concurrenten op hun websites te tonen 17 . Google plaatst zoekadvertenties rechtstreeks op de eigen Google-zoekwebsite, maar via haar AdSense for Search-platform ook als tussenpersoon op websites van derden, zoals onlinedetailhandelaren, telecombedrijven en kranten. Het voorlopige standpunt van de Commissie is dat Google met deze praktijken bestaande en potentiële concurrenten (waaronder ook aanbieders van zoekdiensten en onlineadvertentieplatforms) de weg kon versperren naar deze commercieel belangrijke sector om daar uit te breiden.

Smartphones en tablets zijn goed voor meer dan de helft van het mondiale internetverkeer. De verwachting is dat dit aandeel in de toekomst alleen maar zal toenemen. Een concurrerende mobiele internetsector wordt steeds belangrijker voor consumenten en bedrijven in Europa. De Commissie ziet er dan ook nauw op toe om in deze sector een eerlijke en levendige concurrentie te bevorderen.

In april heeft de Commissie een mededeling van punten van bezwaar aan Google gezonden. Haar voorlopige standpunt daarin was dat de onderneming, in strijd met de EUmededingingsregels, haar machtspositie had misbruikt door beperkende voorwaarden op te nemen in overeenkomsten met producenten van Android-apparatuur en mobiele netwerkoperatoren 18 .

Volgens de voorlopige bevindingen van de Commissie konden, door deze handelwijze van Google, concurrerende zoekmachines, mobiele besturingssystemen en webbrowsers mogelijk niet op eigen kracht concurreren, maar zouden ze kunstmatig zijn uitgesloten van bepaalde zakelijke kansen. Tegelijk hebben consumenten misschien geen ruimer aanbod aan mobiele apps, onlinediensten en innovatieve platforms gekregen, wat in strijd zou zijn met de EUmededingingsregels.

Ook zette de Commissie haar mededingingsonderzoek voort dat zij in 2015 was begonnen tegen Amazon, de grootste distributeur van e-books in Europa 19 . De Commissie vreesde dat de afspraken die Amazon met uitgevers heeft gemaakt, het voor andere distributeurs van e-books moeilijker maken om met Amazon te concurreren door nieuwe en innovatieve producten en diensten te ontwikkelen.

Naar een markt voor digitale content zonder grenzen: de betaaltelevisiezaak

Een echte digitale eengemaakte markt betekent dat Europese consumenten de betaaltelevisiezenders van hun keuze moeten kunnen ontvangen, waar ze ook wonen of reizen in de EU. De Commissie beziet of de licentiëringsovereenkomsten die zes grote Amerikaanse productiehuizen en Sky UK hebben gesloten, consumenten in andere EU-landen de toegang beletten tot Britse en Ierse betaaltelevisiediensten van Sky. Het zou hier immers om een inbreuk op EU-mededingingsregels kunnen gaan 20 .

In april heeft Paramount toezeggingen gedaan die een antwoord moeten bieden op de bezwaren van de Commissie tegen een aantal bepalingen in contracten van Paramount met Sky UK inzake filmlicenties voor betaaltelevisie. De Commissie heeft bij marktdeelnemers gepeild of de voorgestelde toezeggingen afdoende waren. In het licht van de uitkomsten van deze markttest oordeelde zij dat de toezeggingen, zoals die verder zijn verduidelijkt door Paramount, tegemoetkwamen aan haar bezwaren. In juli heeft de Commissie een besluit vastgesteld waarmee de toezeggingen die Paramount had aangeboden, juridisch bindend werden verklaard op grond van de EU-mededingingsregels 21 . De Commissie zet haar onderzoek naar de gedragingen van Disney, NBCUniversal, Sony, Twentieth Century Fox, Warner Bros en Sky voort.

Een open en concurrerend telecomkader - in het voordeel van Europese consumenten

Consumenten zouden geen nieuwe digitale diensten kunnen krijgen zonder een goede, betaalbare internetverbinding. Dat betekent dat betaalbare mobiele netwerken van essentieel belang zijn - net als concurrentie. Concurrentie zorgt voor lage tarieven en zet mobiele operatoren ertoe aan te investeren in betere netwerken. Om een echte digitale interne markt te bevorderen, kan de Commissie geen vrij spel geven aan concurrentieverstorende afspraken of fusies die schadelijk zijn voor de mededinging en die de tarieven voor consumenten opdrijven 22 .


Concentratiecontrole - besluiten in twee belangrijke zaken in de telecomsector

Vandaag verschilt de situatie op nationale telecommarkten onderling sterk. Eén pasklare benadering bestaat niet. Bij haar onderzoek houdt de Commissie dan ook steeds rekening met die uiteenlopende kenmerken.

Na een grondig onderzoek heeft de Commissie in mei, op grond van de EU-concentratieverordening, de overnameplannen van Three (Hutchison 3G UK) voor O2 (Telefónica UK) geblokkeerd. Uit die operatie zou een nieuwe marktleider op de mobiele markt in het Verenigd Koninkrijk zijn ontstaan. De Commissie maakte zich grote zorgen dat door de sterk verminderde concurrentie op de markt de tarieven zouden gaan stijgen en consumenten minder keuze zouden krijgen in het Verenigd Koninkrijk. De overname had waarschijnlijk ook een rem gezet op innovatie en de uitbouw van netwerkinfrastructuur in het Verenigd Koninkrijk. Dit is met name op snel evoluerende markten een groot pijnpunt. De remedies die Hutchison had voorgesteld, konden geen adequaat antwoord bieden op de bezwaren die de overname had doen rijzen.

In september heeft de Commissie, op grond van diezelfde EU-concentratieverordening, groen licht gegeven voor de plannen van Hutchison en VimpelCom om in Italië een gemeenschappelijke onderneming op te richten (aan die goedkeuring waren wel voorwaarden verbonden.) Na een diepgaand onderzoek concludeerde de Commissie dat met de structurele remedies die Hutchison en VimpelCom hadden aangeboden, de mededingingsbezwaren van de Commissie volledig werden weggenomen. De partijen zullen ervoor zorgen dat het Franse telecombedrijf Iliad als een nieuwe mobiele netwerkoperator op de Italiaanse markt kan komen. Dit alles betekent dat de beide bedrijven kunnen groeien en de vruchten plukken van het samenvoegen van hun activa, terwijl Italiaanse mobiele klanten zullen kunnen blijven profiteren van innovatieve mobiele diensten tegen eerlijke tarieven en op netwerken van hoogwaardige netwerken. Deze zaak maakt duidelijk dat telecombedrijven in Europa kunnen groeien zowel binnen een land als over de grenzen heen. Voorwaarde is wel dat er echte concurrentie blijft bestaan.

In oktober is de Commissie een onderzoek begonnen naar een overeenkomst voor medegebruik van netwerken die twee Tsjechische mobiele operatoren hadden gesloten 23 . De beide operatoren, O2 CZ/CETIN en T-Mobile CZ, zijn grote telecomspelers in de Tsjechische Republiek en samen bedienen ze ongeveer drie kwart van de Tsjechische retailmarkt voor mobiele telecommunicatie. De Commissie kijkt nu met name of de samenwerking tussen O2 CZ/CETIN en T-Mobile CZ het risico inhoudt dat de verbetering van de kwaliteit van bestaande infrastructuur gaat vertragen en dat de uitrol van nieuwe technologie en diensten wordt vertraagd of gehinderd, met name in dichtbevolkte gebieden. Ook zal de Commissie onderzoeken wat het effect is van potentiële efficiëntieverbeteringen die het medegebruik van netwerken kan opleveren. Op basis van die beoordeling zal de Commissie dan bepalen of de samenwerking in strijd is met artikel 101 VWEU dat concurrentieverstorende zakelijke praktijken verbiedt.

Om te zorgen voor een concurrentiebevorderend telecomraamwerk is de Commissie in september 2016 met twee voorstellen gekomen: een richtlijn tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie en een verordening tot oprichting van het Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (BEREC).

Inclusieve toegang tot snelle breedbandnetwerken bevorderen

Om alle kansen aan te grijpen die het digitale werken biedt, moet Europa ook beschikken over telecominfrastructuur van topkwaliteit. Een sleutelprioriteit van de strategie voor de digitale eengemaakte markt 24 bestaat erin EU-burgers en -bedrijven (met name het mkb) toegang te bieden tot snelle breedbandnetwerken. Om die doelstelling op inclusieve wijze waar te maken, is vaak overheidsfinanciering nodig, vooral in landelijke gebieden die minder aantrekkelijk zijn voor particuliere investeerders.

Voorts gaf de Commissie, op grond van de EU-staatssteunregels, toestemming voor de Britse landelijke breedbandregeling voor 2016-2020 25 , het Italiaanse ultrabreedbandplan voor 2016-2022 26 en de Franse breedbandregeling 'Plan Très Haut Débit' 27 . Elk van deze regelingen ging vergezeld van een gedetailleerd evaluatieplan dat de effecten van deze regelingen moet meten. De uitkomsten van die evaluatie zullen de Commissie worden meegedeeld.

Voor haar beoordeling van deze steunmaatregelen baseerde de Commissie zich op de breedbandrichtsnoeren van 2013 28 . Daarmee wil zij voorkomen dat overheidsfinanciering de plaats inneemt van particuliere investeringen. Tegelijk willen deze richtsnoeren bijdragen tot reële concurrentie door ervoor te zorgen dat andere dienstverrichters de door de overheid gefinancierde infrastructuur zonder enige discriminatie kunnen gebruiken.

4. Een interne markt tot stand brengen voor mondige EU-burgers en -bedrijven

Doordat het mededingingsbeleid een diepere en eerlijkere interne markt tot stand brengt, is het effect ervan ook concreet voelbaar in het leven van mensen: EU-burgers en -bedrijven hebben dagelijks met de markt te maken. Bouwen aan een samenleving die iedereen eerlijk behandelt, betekent dat de markt zo moet functioneren dat consumenten meer inspraak krijgen en hun stem kunnen laten horen. Het handhavingsbeleid is aan zet wanneer consumenten bijvoorbeeld door een kartel meer moeten betalen dan eigenlijk zou moeten of wanneer ze het moeilijk hebben om het product te vinden waarnaar ze op zoek zijn. Concentratiecontrole is ook van essentieel belang om te voorkomen dat concentraties de concurrentiestructuur van de markt - en dus de consumenten en de economie in ruimere zin - schade toebrengen.

De Commissie wil dat de interne markt zijn potentieel ten volle waarmaakt. Daarom heeft zij recentelijk haar inspanningen opgevoerd om de naleving van Europese regels op alle beleidsterreinen daadwerkelijk af te dwingen. In december 2016 heeft de Commissie de mededeling 'EU-wetgeving: betere resultaten door betere toepassing' 29 goedgekeurd. Die moet de toepassing, uitvoering en handhaving van het EU-recht strategischer en doelgerichter laten verlopen - in het belang van burgers, consumenten en bedrijven.

Het vervoer in de hele EU efficiënt en duurzaam maken

Het vervoer is een sleutelsector voor Europese huishoudens: na uitgaven voor huisvesting is vervoer (goederen en diensten) de grootste uitgavenpost in het huishoudbudget 30 . Vervoersdiensten tegen concurrerende prijzen zijn van direct belang voor miljoenen Europeanen.

In oktober heeft de Commissie een mededeling van punten van bezwaar gezonden aan Brussels Airlines en TAP Portugal met betrekking tot hun codesharingsamenwerking voor passagiersvluchten tussen Brussel en Lissabon 31 . Een codesharingovereenkomst is een commerciële overeenkomst waarbij de luchtvaartmaatschappij die een vlucht verzorgt, een andere luchtvaartmaatschappij toestaat om de vlucht op de markt te brengen en daarvoor tickets te verkopen, als ging het om een van haar eigen vluchten. Bij codesharing spreken partners ook af hoe ze elkaar zullen vergoeden voor de zetels die ze op de vluchten van hun partners verkopen. Codesharing kan passagiers voordelen opleveren in de vorm van een ruimere netwerkdekking en betere verbindingen. Toch maakt de Commissie zich zorgen dat in dit specifieke geval Brussels Airlines en TAP Portugal hun codesharing misschien hebben gebruikt om de concurrentie te beperken en de belangen van passagiers op de verbinding Brussel-Lissabon te schaden.

In november is de Commissie ook een onderzoek begonnen om na te gaan of de gevestigde Tsjechische spoorwegmaatschappij České dráhy as (ČD) tarieven berekent die onder de kostprijs liggen, met de bedoeling zo concurrentie in het reizigersvervoer per spoor uit te sluiten. Dit zou namelijk in strijd zijn met de EU-mededingingsregels 32 . Concurrentie is van cruciaal belang om tarieven te drukken en de kwaliteit van de dienstverlening te verbeteren, vooral op markten waar voordien een monopolie bestond. De Commissie zal de zakelijke praktijken van České dráhy nu nader onderzoeken, om zeker te zijn dat concurrenten niet uit de markt worden gedrukt - ten nadele van reizigers. Dat een onderzoek wordt ingeleid, zegt nog niets over de uitkomst van het onderzoek.

Naar gevestigde spoorwegmaatschappijen is al vaker een concurrentieonderzoek gevoerd. In april heeft de Commissie Deutsche Bahn, vroeger dan voorzien, ontheven van toezeggingen die in december 2013 bindend waren verklaard voor de onderneming. Diverse concurrenten hebben nu immers de bestaande Duitse markt voor tractiestroom betreden, waardoor de bezwaren van de Commissie zijn weggevallen. De toenemende concurrentie op de Duitse markt voor tractiestroom bevestigt dat de mededingingsbezwaren van de Commissie dankzij de toezeggingen konden worden weggenomen. Dit is een goed voorbeeld van de wijze waarop besluiten met toezeggingen een markt snel en daadwerkelijk kunnen openbreken, een gelijk speelveld kunnen garanderen en kunnen leiden tot meer concurrentie en lagere prijzen voor consumenten en bedrijven.

Het vervoer speelt een belangrijke rol bij de groei, door zijn specifieke dienstverlenende functie aan de andere sectoren van de economie. Met name het wegvervoer is een onmisbaar onderdeel van de Europese interne markt: op de Europese wegen rijden meer dan 30 miljoen vrachtwagens, die samen goed zijn voor meer dan drie kwart van het goederenvervoer over land in Europa. De concurrentiekracht van deze bedrijfstak is afhankelijk van de prijzen voor de voertuigen die vervoerders gebruiken.

In juli oordeelde de Commissie dat MAN, Volvo/Renault, Daimler, Iveco en DAF de EU-mededingingsregels hadden overtreden, en legde zij deze bedrijven een recordboete van 2,9 miljard EUR op 33 .

Een baanbrekend besluit in het wegvervoer: de zaak van het vrachtwagenkartel

Het besluit van de Commissie betreft meer bepaald de markt voor de bouw van middelzware (tussen 6 en 16 ton) en zware vrachtwagens (van meer dan 16 ton). MAN, Volvo/Renault, Daimler, Iveco en DAF zijn samen goed voor negen op tien van alle middelzware en zware vrachtwagens die in Europa worden gebouwd.

In plaats van met elkaar te concurreren, hadden de ondernemingen meer dan 14 jaar lang (van 1997 tot 2011) prijsafspraken gemaakt, totdat de Commissie onaangekondigde inspecties uitvoerde bij deze ondernemingen. In die periode kwamen tijdens het overleg van de ondernemingen dezelfde thema's aan bod: verhoging van de respectieve 'bruto adviesprijzen', timing voor de introductie van nieuwe emissietechnologieën en het doorberekenen aan klanten van de kosten voor de emissietechnologieën. Alle ondernemingen erkenden hun betrokkenheid bij het kartel en stemden erin toe om de zaak te schikken.

De procedure is ook ingeleid tegen Scania, dat echter buiten het schikkingsbesluit bleef. Daarom loopt het onderzoek tegen deze onderneming nog volgens de gewone kartelprocedure (zonder schikking).

Het besluit van vandaag onderstreept ook het belang van een functionerende concurrerende markt die de ontwikkeling en verspreiding van kostenefficiënte emissiearme technologieën stimuleert. Dit is ook een van de onderdelen van de Europese Strategie voor emissiearme mobiliteit.

De concurrentie op geconcentreerde markten beschermen

De concentratiecontrole door de Commissie is een zeer belangrijk instrument om eerlijke concurrentie te beschermen in alle sectoren en bedrijfstakken. Die rol is misschien nog belangrijker in sectoren die al betrekkelijk geconcentreerd zijn. De Commissie wil ervoor zorgen dat machtige ondernemingen hun macht niet misbruiken in hun eigen voordeel - ten koste van hun klanten en de rest van de economie.

Zo is de Commissie bijvoorbeeld bijzonder waakzaam op de markt voor gewasbescherming omdat zij zeker wil zijn dat de marktstructuren die uit concentraties ontstaan, per saldo niet negatief uitpakken voor Europese boeren, die voor hun levensonderhoud afhankelijk zijn van de toegang tot zaden en gewasbescherming tegen betaalbare prijzen. In 2016 is de Commissie twee grondige onderzoeken begonnen naar voorgenomen concentraties in deze bedrijfstak.

De eerste voorgenomen transactie betreft Dow en DuPont, twee bedrijven uit de VS. Uit die transactie zou de grootste geïntegreerde onderneming voor gewasbescherming en zaden in de wereld ontstaan 34 . Hiermee zouden twee concurrenten samengaan die leidende portfolio's herbiciden en insecticiden hebben, met een sterk trackrecord waar het gaat om het op de markt brengen van innovatieve gewasbeschermingsmiddelen en zaden. Bij de tweede voorgenomen concentratie gaat het om het Zwitserse Syngenta, een van de belangrijkste internationale zaden- en gewasbeschermingsbedrijven, en het Chinese ChemChina, dat zeggenschap heeft over Adama, de grootste aanbieder van generieke gewasbeschermingsmiddelen in Europa 35 . Hun producten worden gebruikt bij de teelt van diverse hoofdgewassen in Europa, zoals granen, katoen, maïs, fruit en groente, koolzaad, sojabonen, suikerbieten en zonnebloemen. Bij deze grondige onderzoeken zal worden gekeken of de voorgenomen concentraties kunnen leiden tot hogere prijzen of minder innovatie voor deze producten.

Een eerlijkere financiële sector die de reële economie schraagt

Financiële markten vervullen een onmisbare rol voor de Europese economie. Om het huidige economisch herstel te ondersteunen, moeten financiële markten stabiel, open en concurrerend zijn. Sinds het uitbreken van de crisis speelt het mededingingsbeleid een sleutelrol bij de inspanningen om de financiële sector in de EU eerlijker en transparanter te maken.

In juni 2016 zijn alle onderdelen van de verordening interbancaire vergoedingen volledig van toepassing geworden 36 . Met de nieuwe regels worden de kosten van betalen met debet- of kredietkaarten transparanter voor detailhandelaren en consumenten, zodat deze ook echt kunnen kiezen. In het verleden bleven de vergoedingen die banken voor deze kaartbetalingen berekenden, grotendeels buiten beeld, ook al kwamen de kosten uiteindelijk voor rekening van de consumenten. De nieuwe verordening interbancaire vergoedingen heeft deze vergoedingen gemaximeerd, waardoor de kosten voor miljoenen Europese consumenten en detailhandelaren zijn gedaald.

Parallel hiermee heeft de Commissie haar mededingingsonderzoek voortgezet naar de interbancaire vergoedingen van MasterCard en Visa voor betalingen door kaarthouders uit landen van buiten de Europese Economische Ruimte (EER). Deze vergoedingen vallen niet onder de verordening interbancaire vergoedingen en wegen nog steeds op Europese handelaren 37 . De Commissie heeft ook haar onderzoek voortgezet naar de regels van MasterCard voor grensoverschrijdende acquisitie, die een beperking zijn voor de mogelijkheden van een handelaar om de betere voorwaarden te genieten die banken elders in de interne markt bieden.

Bedrijven en huishoudens hebben gezonde financiële intermediairs nodig - meestal banken - om te kunnen investeren of consumeren. De crisis heeft geleerd dat wanneer banken in Europa in de problemen komen, dit gevolgen kan hebben die verder reiken dan de onmiddellijke dreiging voor depositohouders en aandeelhouders. De financiële stabiliteit van een land kan hierdoor zwaar worden aangetast en er zijn haast onvermijdelijk overloopeffecten naar andere lidstaten en zelfs buiten de EU. Tegen deze achtergrond bleef staatssteuntoezicht een onmisbaar instrument om te zorgen voor een veiligere en gezondere banksector in de EU.

De staatssteunregels maken integrerend deel uit van de Bankenunie en garanderen een gelijke behandeling tussen de lidstaten die wel en de lidstaten die geen deel uitmaken van de Bankenunie. De taak van het staatssteuntoezicht is het om ervoor te zorgen dat de keuzes die een nationale regering maakt, de overheidsfinanciën niet zwaar onder druk zetten of het gelijke speelveld in de EU niet verstoren. In 2016 heeft de Commissie meerdere besluiten genomen die geholpen hebben om de banksector in diverse lidstaten te stabiliseren 38 .

Daarnaast heeft de Commissie, op grond van de EU-concentratieverordening, ook een diepgaand onderzoek geopend om na te gaan of de voorgenomen concentratie tussen Deutsche Börse AG (DB) en London Stock Exchange Group (LSE) de concurrentie voor diverse onderdelen van de infrastructuur van de financiële markten zou beperken 39 . Met dit concentratievoornemen zouden de activiteiten van DB en LSE samengaan. Uit het samengaan van de effectenbeurzen van Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Italië en diverse van de grootste Europese clearinghuizen zou de verreweg grootste Europese effectenbeurs ontstaan.

Een andere prioriteit van de Commissie was het vergroten van de transparantie in de sector van de financiële derivaten. In juli heeft de Commissie ingestemd met de toezeggingen die International Swaps and Derivatives Association Inc. (ISDA) en informatiedienstverrichter Markit hadden aangeboden met betrekking tot de licentiëring van het intellectuele eigendom dat nodig is om handelsdiensten aan te bieden op de markt voor credit default swaps (cds) 40 . Een cds is een contract dat is bedoeld om het krediet- of wanbetalingsrisico over te dragen dat is verbonden aan een schuldverplichting zoals soevereine obligaties of bedrijfsobligaties. Cds worden door investeerders gebruikt zowel voor het afdekken van risico's als voor investeringen.

In april had de Commissie voor de ontwerp-toezeggingen een markttest gehouden en de uitkomst daarvan was positief. In het licht van de uitkomsten van deze markttest heeft Markit een aantal kleinere aanpassingen en verduidelijkingen van de oorspronkelijke toezeggingen voorgesteld. Met de definitieve toezeggingen konden de bezwaren van de Commissie worden wegenomen, omdat het hiermee eenvoudiger wordt om cds op effectenbeurzen te verhandelen en de transparantie toeneemt. Het besluit van de Commissie zorgt ervoor dat alle handelsplatforms op eerlijke, redelijke en niet-discriminerende (FRAND) voorwaarden toegang krijgen tot gegevens en intellectueel eigendom van ISDA en Markit, waardoor ze handel tussen alle partijen (all-to-all trading) kunnen aanbieden. Dit maakt de markt stabieler en levert ook een ruimere keuze en lagere transactiekosten op voor investeerders. Zo dragen deze toezeggingen bij aan de doelstellingen van MiFID II 41 en de Bankenunie 42 . 

Voorts heeft de Commissie in december voor in totaal 485 miljoen EUR aan geldboeten opgelegd aan Crédit Agricole, HSBC en JPMorgan Chase voor hun deelname aan een kartel voor rentederivaten in euro 43 . In diezelfde kartelzaak schikten Barclays, Deutsche Bank, RBS en Société Générale in december 2013 hun zaak met de Commissie. Omdat Crédit Agricole, HSBC en JPMorgan Chase ervoor hadden gekozen niet te schikken, liep het onderzoek voor hen door volgens de normale procedure van de Commissie voor kartelzaken. Met dit besluit komt een eind aan het eerste van een reeks kartels in de sector financiële diensten die zijn opgespoord en bestraft.

De mededingingsregels handhaven in de sportwereld

Het mededingingsrecht stoot vanzelfsprekend soms op zijn grenzen, maar wanneer handhaving van de mededingingsregels het juiste instrument is, is het van belang dat de Commissie snel optreedt om in een bepaalde economische sector opnieuw eerlijke verhoudingen te krijgen. Sommige sectoren kennen een lange traditie van concurrentiebesluiten, maar voor andere sectoren is dit misschien niet altijd het geval. Sport is zo een recent voorbeeld.

In september 2016 heeft de Commissie de internationale schaatsbond (ISU) als haar voorlopige standpunt meegedeeld dat de bondsregels die sporters met zware sancties bedreigen wanneer ze deelnemen aan niet-erkende evenementen voor hardrijden op de schaats, mogelijk in strijd zijn met de EU-mededingingsregels 44 .

Mededingingsrecht en sportbonden: het onderzoek naar de internationale schaatsbond ISU

ISU is de enige instantie die door het Internationaal Olympisch Comité (IOC) is erkend om kampioenschappen te organiseren voor kunstschaatsen en hardrijden op de schaats. Nationale schaatsbonden zijn bij ISU aangesloten. Sportregels vallen onder de EU-mededingingsregels wanneer de instantie die de regels bepaalt of de ondernemingen en personen die met die regels te maken krijgen, een economische activiteit uitoefent.

Internationale sportbonden spelen een unieke rol bij het bepalen van de spelregels en het hoog houden van eenvormige gedragsnormen. Volgens de ISU-regels hangt een schaatser die deelneemt aan een niet-erkend evenement, een reeks sancties boven het hoofd die zelfs kunnen leiden tot een levenslange schorsing voor alle belangrijke internationale hardrijcompetities. De Commissie vreest dat de sancties in de ISU-toelatingsregels de commerciële vrijheid van sporters beperken en een belemmering zijn voor nieuwe organisatoren van internationale evenementen voor hardrijden op de schaats om de markt te betreden. Daardoor kunnen ze immers geen topschaatsers aantrekken.

De Commissie heeft besloten dit onderzoek door te zetten omdat het hier om specifieke mogelijke inbreuken op het mededingingsrecht op internationaal niveau gaat, en niet om bredere kwesties met betrekking tot de organisatie van een sporttak. 

Daarnaast speelt het staatssteuntoezicht een rol bij het behoud van een gelijk speelveld in de sport. Na drie afzonderlijke diepgaande onderzoeken is de Commissie in juli 2016 tot de conclusie gekomen dat zeven Spaanse profvoetbalclubs met de overheidssteun die ze hebben ontvangen, een oneerlijk voordeel kregen tegenover andere clubs, in strijd met de EUstaatssteunregels 45 . De EU-staatssteunregels gelden voor overheidsmaatregelen op de markt en moeten ervoor zorgen dat die maatregelen de mededinging niet verstoren door één marktpartij selectief te bevoordelen tegenover een andere. Het profvoetbal is een commerciële activiteit en voor overheidsmiddelen in deze sector gelden de regels voor eerlijke concurrentie. Dit is van bijzonder belang voor de meeste profclubs die moeten functioneren zonder subsidies.

5. Het potentieel van de Europese energie-unie en de circulaire economie aanboren

Consumenten zijn actieve en centrale spelers op de energiemarkt van de toekomst. IJveren voor een echt concurrerende Europese energiemarkt kan impact hebben op de energierekeningen van Europese bedrijven en huishoudens: door te bouwen aan een geïntegreerde en klimaatvriendelijke Europese energie-unie, zonder technische of regelgevingsobstakels, krijgen consumenten in de hele EU een beter aanbod en de beste energiedeals.

In november is de Commissie met een pakket maatregelen gekomen om de energiesector in de EU concurrerend te houden en de overschakeling naar schone energie te bevorderen 46 . Het pakket 'Schone energie voor alle Europeanen' heeft drie hoofddoelstellingen: energie-efficiëntie moet op de eerste plaats komen, de EU moet wereldwijd toonaangevend worden in hernieuwbare energie en consumenten moeten daarvan kunnen meeprofiteren. Bij de wetgevingsvoorstellen gaat het om thema's als energie-efficiëntie, hernieuwbare energie, de opzet van de elektriciteitsmarkt, leveringszekerheid voor elektriciteit en regels voor de governance van de energie-unie. Het pakket bevat ook een aantal maatregelen om de meest kwetsbare consumenten te beschermen.

Samen met dit pakket heeft de Commissie ook het eindverslag gepubliceerd van haar sectorale staatssteunonderzoek naar nationale maatregelen die ervoor moeten zorgen dat er steeds afdoende capaciteit beschikbaar is om elektriciteit op te wekken (de zogeheten 'capaciteitsmechanismen') 47 .

Helpen beter vorm te geven aan steunmaatregelen om de elektriciteitsvoorziening te garanderen

Het staatssteunonderzoek naar capaciteitsmechanismen bestreek meer dan 120 marktdeelnemers in 11 lidstaten. Het had als doel informatie te verzamelen over capaciteitsmechanismen, om met name na te gaan of deze een toereikende elektriciteitsvoorziening garanderen zonder de mededinging of het handelsverkeer op de interne markt in de EU te verstoren.

Capaciteitsmechanismen zijn zeer belangrijk omdat ze het risico op stroomuitval voor Europese consumenten en bedrijven kunnen helpen te verminderen. Tegelijk kunnen overbodige en slecht vormgegeven capaciteitsmechanismen de concurrentie verstoren, noodzakelijke markthervormingen afremmen, een hinderpaal zijn voor grensoverschrijdende elektriciteitsstromen, ertoe leiden dat consumenten te veel betalen voor elektriciteit en dreigen de doelstellingen van de overschakeling naar een koolstofarme economie te doorkruisen. Volgens het eindverslag moeten de lidstaten de behoefte aan dergelijke mechanismen beter evalueren. Het verslag geeft ook aan hoe de voorzieningszekerheid kan worden gewaarborgd met zo min mogelijk verstoring van de concurrentie. 

Werken aan een concurrerende olie- en gassector in de EU

De exploratie en winning van olie en gas zijn vitale sectoren om de energieprijzen voor consumenten en bedrijven in de hele EU concurrerend te houden. Ze zijn ook bijzonder belangrijk voor het efficiënte gebruik van de beschikbare gasreserves in de EU, een sleutelonderdeel van de strategie voor de energie-unie wat betreft de voorzieningszekerheid.

In deze sector is de Commissie in januari een diepgaand onderzoek begonnen naar de plannen van Halliburton voor de overname van Baker Hughes, een dienstverlener aan bedrijven in de olie- en gasindustrie 48 . In mei hebben de partijen hun plannen laten varen, nadat er tegen de transactie mededingingsbezwaren waren gerezen bij een aantal mededingingstoezichthouders overal in de wereld, waaronder ook de Commissie. Volgens de analyse van de Commissie deed de voorgenomen transactie mededingingsbezwaren rijzen voor een zeer groot aantal markten voor dienstverlening aan bedrijven voor de exploratie en winning van olie en gas in de Europese Economische Ruimte (EER). De Commissie voerde haar onderzoek in nauwe samenwerking met een aantal mededingingstoezichthouders elders in de wereld, zoals het Amerikaanse ministerie van Justitie, de Braziliaanse mededingingsautoriteit CADE en de Australische commissie voor mededinging en consumentenbescherming (Competition and Consumer Commission).

Daarnaast zette de Commissie haar onderzoek voort naar mogelijk misbruik van machtspositie door Gazprom bij de levering van aardgas in Centraal- en Oost-Europa 49 . Een tweede zaak betreft het onderzoek naar mogelijke afscherming van Bulgaarse gasmarkten door het gevestigde Bulgaarse energiebedrijf BEH 50 . Doel van het handhavingsbeleid in deze sector is Europese gasmarkten concurrerender te maken en de marktintegratie en de energiehandel tussen lidstaten te bevorderen.

Recycling en hernieuwbare energiebronnen steunen

De overgang naar een circulaire economie is een centrale bouwsteen in de strategie om Europa duurzamer te maken. 'De cirkel rond maken' in de levenscyclus van producten door meer te recyclen en te hergebruiken is niet alleen goed voor het milieu, maar ook voor de economie. Reële concurrentie in de afvalverwerking draagt bij tot het aanpakken van deze uitdaging doordat recycling voor consumenten betaalbaar wordt.

In september heeft de Commissie aan Altstoff Recycling Austria (ARA) een geldboete van 6 miljoen EUR opgelegd omdat het bedrijf in de periode 2008-2012 concurrenten de toegang had belet tot de Oostenrijkse markt voor de verwerking van huishoudelijk verpakkingsafval - en zo inbreuk maakte op artikel 102 VWEU dat misbruik van een dominante marktpositie verbiedt 51 . 

Handhaving mededingingsregels in de sector afvalverwerking

In Oostenrijk zijn fabrikanten verplicht om verpakkingsafval terug te nemen dat door het gebruik van hun producten ontstaat. Ze kunnen deze taak overdragen aan een bedrijf dat dan de inzameling en recycling voor zijn rekening neemt in ruil voor een licentievergoeding die de fabrikanten betalen. De Commissie constateerde dat concurrenten die de markt voor afvalverwerking wilden betreden of daar willen uitbreiden, afhankelijk waren van de toegang tot de landelijke inzamelinfrastructuur, die gedeeltelijk gecontroleerd werd door en gedeeltelijk eigendom was van ARA. Uit het onderzoek bleek voorts dat ARA tussen maart 2008 en april 2012 de toegang tot haar infrastructuur had geweigerd, zodat concurrenten van de markt werden uitgesloten en concurrentie werd uitgeschakeld.

Nadat de Commissie haar onderzoek was begonnen, heeft Oostenrijk in september 2013 een nieuwe afvalwet (AWG) goedgekeurd en is ARA begonnen met het openstellen van haar infrastructuur voor het inzamelen van huishoudelijk afval. Sindsdien zijn diverse concurrenten op de markt gekomen. ARA erkende de inbreuk, zorgde ervoor dat de besluitvorming in deze zaak soepel kon verlopen en heeft een structurele remedy voorgesteld. ARA zag haar geldboete dan ook met 30 % verlaagd omdat zij met de Commissie had meegewerkt.

Partijen kunnen met de Commissie meewerken in besluiten waarbij toezeggingen verbindend worden verklaard en in kartelzaken waarin wordt geschikt. Deze zaak is het eerste geval sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 1/2003 waarin de procedure voor medewerking is gebruikt in het kader van een mededingingsbesluit dat niét over een kartel gaat. Medewerking in mededingingsprocedures die geen kartels betreffen, kan de handhavingsmaatregelen van de Commissie meer slagkracht geven. Dit kan in de toekomst zeker ook in andere zaken worden toegepast.

Recycling stimuleren is slechts één stap op de weg naar een duurzamer Europa: ook investeren in koolstofarme en schone energietechnologie is een prioriteit. Hernieuwbare energie is de energie van de toekomst en de afgelopen jaren heeft bijna iedere lidstaat een steunregeling voor hernieuwbare energie opgezet. In 2016 heeft de Commissie in 15 staatssteunzaken een besluit vastgesteld over nieuwe steunregelingen voor producenten van hernieuwbare energie. Zo draagt zij bij tot de verduurzaming van de energiesector in de EU en tot de bescherming van het milieu.

7. Vorm geven aan een Europese en mondiale mededingingscultuur

Om echt het verschil te maken als het erom gaat de economie eerlijker te laten functioneren voor iedereen, moeten de mededingingsregels gelijk worden toegepast voor alle Europeanen, ongeacht de lidstaat waar ze leven, werken of winkelen. Daarom is de Commissie nagegaan of nationale mededingingsautoriteiten beschikken over de vereiste bevoegdheden, middelen en onafhankelijkheid om het EU-mededingingsrecht daadwerkelijk te handhaven.

Sterkere nationale mededingingsautoriteiten om de EU-mededingingsregels daadwerkelijk te doen toepassen

De EU-mededingingsregels zouden nooit op dezelfde schaal zijn gehandhaafd als de Commissie er bij die opdracht alleen had voor gestaan. Sinds 2004 hebben de Commissie en de nationale mededingingsautoriteiten meer dan 1 000 handhavingsbesluiten genomen. Daarvan kwam rond 85 % voor rekening van de nationale mededingingsautoriteiten. Optreden van meerdere handhavers geeft een krachtiger, doeltreffender en sterker afschrikkend signaal aan ondernemingen die in de verleiding kunnen komen om de EU-mededingingsregels te overtreden.

Voortbouwend op de mededeling over tien jaar handhaving op grond van Verordening (EG) nr. 1/2003 52 heeft de Commissie bezien hoe de gereedschapskist die nationale mededingingsautoriteiten nu al hebben, verder kan worden verbeterd. In 2016 heeft de Commissie over deze thema's feedback ontvangen en gevraagd van een brede groep stakeholders, zoals bedrijven, consumentenverenigingen, nationale mededingingsautoriteiten, regeringen van lidstaten en leden van het Europees Parlement.

Uit een publieke consultatie die tussen november 2015 en februari 2016 liep, is gebleken dat rond 75 % van de respondenten vond dat de slagkracht van nationale mededingingsautoriteiten verder kon worden versterkt. Bovendien steunde 80 % van de respondenten het initiatief om op EU-niveau maatregelen te nemen die nationale mededingingsautoriteiten de middelen en instrumenten moeten geven die ze nodig hebben 53 .

Voorts is op 19 april 2016 samen met het Europees Parlement een publieke hoorzitting georganiseerd om naar verdere standpunten te peilen 54 . Gezien de brede steun voor het idee om nationale mededingingsautoriteiten meer bevoegdheden te geven en zo tot krachtigere handhavers te maken, heeft de Commissie daarvoor een traject uitgestippeld, in de vorm van een voorstel voor een EUwetgevingsinitiatief.

Gelijke tred houden met de globalisering - Internationale samenwerking op mededingingsgebied

Bedrijven zijn steeds meer over de nationale grenzen actief. Daardoor krijgt een toenemend aantal concentratieoperaties, kartels en andere concurrentieverstorende praktijken een internationale dimensie en treffen ze markten in meerdere landen, vaak zelfs op verschillende continenten. Nu bedrijven wereldwijd actief zijn, moet ook het mededingingstoezicht die stap zetten. Daarom is de zoektocht naar betere vormen van samenwerking een prioriteit voor mededingingsautoriteiten overal in de wereld. 

Wanneer mededingingsautoriteiten samenwerken, helpt dit te zorgen voor coherente uitkomsten, gaat het onderzoek doelmatiger verlopen omdat minder dubbel werk nodig is, en wordt het onderlinge begrip tussen instanties aangemoedigd, terwijl de kosten voor ondernemingen afnemen. In 2016 heeft de Commissie haar inzet op dit gebied bevestigd, door haar actieve deelname aan internationale mededingingsfora zoals het Competition Committee van de OESO, de Wereldbank en de Conferentie van de Verenigde Naties inzake handel en ontwikkeling (UNCTAD). De Commissie vervult ook een leidinggevende rol in het International Competition Network (ICN), het belangrijkste internationale forum voor mededingingsinstanties, met 132 leden. Belangrijke resultaten van deze multilaterale inzet zijn twee documenten die het ICN in 2016 goedkeurde: de Merger Remedies Guide en de Catalogue on Investigative Powers van de werkgroep kartels.

Op bilateraal niveau heeft de Commissie in 2016 onderhandelingen over vrijhandelsakkoorden aangevat met Armenië, Mexico, Indonesië en de Filippijnen, heeft zij de onderhandelingen met de Mercosur hervat en vooruitgang geboekt bij de onderhandelingen met Japan. Wat mededinging betreft, spant de Commissie zich bij deze onderhandelingen vooral in om in die vrijhandelsakkoorden mededingings- en staatssteunbepalingen op te nemen. Daarmee wil zij bijdragen tot convergentie tussen de verschillende jurisdicties op het punt van instrumenten en praktijken van het mededingingsbeleid en wil zij het internationale gelijke speelveld beschermen.

In juni 2016 heeft de Commissie bij de Raad een ontwerp-overeenkomst ingediend om bepalingen over de uitwisseling van informatie verkregen tijdens mededingingsprocedures op te nemen in de bestaande samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en Canada. Nu het mogelijk wordt om bewijsmateriaal uit te wisselen, kan de samenwerking tussen de Commissie en het Canadese Competition Bureau worden verbeterd, wat leidt tot een versterkte handhaving van het mededingingsrecht. Voorts heeft commissaris voor mededingingsbeleid Margrethe Vestager een akkoord bereikt met de heer Sugimoto, voorzitter van de Japan Fair Trade Commission (JFTC), over het aanvatten van onderhandelingen om de samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en Japan uit te breiden met bepalingen over het uitwisselen van bewijsmateriaal.

Daarnaast is de Commissie ook actief betrokken bij technische samenwerking met opkomende economieën die hun mededingingsbeleid en handhavingsregeling aan het uitbouwen zijn. In juni heeft de Commissie een memorandum van overeenstemming ondertekend met Zuid-Afrika, nadat zij de voorbije jaren al met alle andere BRICS-landen 55 memoranda had ondertekend.

Een vruchtbare interinstitutionele dialoog handhaven

Het Europees Parlement, de Raad en de raadgevende comités zijn, elk binnen hun respectieve rol ten opzichte van de Europese burgers en stakeholders, belangrijke partners in de dialoog over het mededingingsbeleid.

Het Parlement heeft, evenals in de vorige jaren, een resolutie aangenomen over het jaarlijkse verslag van de Commissie over het mededingingsbeleid. De Commissie verwelkomt de steun van het Parlement voor het mededingingsbeleid als een hoeksteen van het Europese project. De Commissie is het ermee eens dat concurrentie consumenten mondiger maakt, economische groei aanjaagt en markten openhoudt voor bedrijven - ook het mkb. In die zin zorgt het mededingingsbeleid ervoor dat markten eerlijker worden voor iedereen. De Commissie deelt de standpunt van het Parlement dat handhaving van de mededingingsregels van essentieel belang is om misbruik van economische macht tegen te gaan en ervoor te zorgen dat iedere onderneming en ondernemer een billijk aandeel in de baten van de groei krijgt.

De Commissie verwelkomt de volgehouden inzet van het Parlement in de strijd tegen belastingontwijking en belastingontduiking. In april 2016 heeft commissaris Vestager van gedachten gewisseld met de tweede speciale commissie belastingafspraken van het Parlement. In 2016 heeft de Commissie belangrijke initiatieven ontplooid op dit terrein 56 . De Commissie heeft ook van alle lidstaten bewijsmateriaal over fiscale rulings ontvangen en werkt momenteel aan een systematische analyse van dat materiaal. In juni 2016 publiceerde de Commissie een werkdocument over staatssteun en fiscale rulings en organiseerde zij een forum op hoog niveau om lidstaten meer duidelijkheid te bieden over de toepassing van de staatssteunregels op fiscale rulings.

Het Parlement herhaalde zijn verzoek om een eind te maken aan de crisisregels voor staatssteun aan banken. De Commissie vindt dat de bestaande staatssteunregels nodig zijn om financiële stabiliteit te bewaren en de kosten voor de belastingbetalers zo laag mogelijk houden. Ook moeten deze regels ervoor zorgen dat geherstructureerde banken opnieuw krediet gaan verschaffen aan bedrijven en huishoudens, en zo bijdragen aan de voltooiing van de Bankenunie. De staatssteunregels houden ook een gelijk speelveld in stand voor banken die wel en banken die geen staatssteun ontvangen. In februari 2016 nam commissaris Vestager deel aan een open gedachtewisseling met Parlementsleden om toelichting te geven bij de benadering die de Commissie in het kader van de staatssteunregels hanteert.

Andere aanbevelingen van het Parlement zijn in dit verslag meegenomen. Daarbij gaat het om de bijdrage die een onafhankelijke handhaving van de mededingingsregels levert aan de politieke prioriteiten van de Commissie om de digitale eengemaakte markt en de energie-unie uit te diepen en om het concurrentievermogen van de Europese industrie in een geglobaliseerde wereld te verzekeren. Dit verslag bevat een lijst van de initiatieven die de Commissie dit jaar heeft genomen om de concurrentie in belangrijke sectoren van de Europese economie veilig te stellen. In mei en augustus 2016 heeft DG Concurrentie ook deelgenomen aan workshops en debatten in het Parlement om te overleggen over de vraag hoe handhaving van de mededingingsregels het functioneren van de voedselvoorzieningsketen kan helpen te verbeteren.

De Commissie verwelkomt de oproep van het Parlement aan de Commissie om een echte mededingingscultuur in de lidstaten te bevorderen. In april 2016 hebben de Commissie en het Parlement een hoorzitting georganiseerd over het initiatief van de Commissie dat nationale mededingingsautoriteiten hun volle potentieel als daadwerkelijke handhavers van de EUmededingingsregels moet helpen waar te maken. Aan die hoorzitting heeft ook commissaris Vestager deelgenomen. In het kader van haar gestructureerde dialoog met het Parlement heeft commissaris Vestager in oktober 2016 van gedachten gewisseld met de ECON-commissie.

De Commissie verwelkomt de belangstelling van het Europees Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio's voor het mededingingsbeleid en is bereid met hen constructief van gedachten te wisselen. Commissaris Vestager nam deel aan het debat over het Europese mededingingsbeleid tijdens de plenaire zitting van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 14 juli 2016. In het Comité van de Regio's heeft de Commissie toelichting gegeven bij haar benadering van diensten van algemeen economisch belang (DAEB's) in de EU.

(1)

 Staat van de Unie 2016, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/priorities/state-union-2016_nl  

(2)

Zie zaak SA.38374 – Vermeende steun aan Starbucks, besluit van de Commissie van 21 oktober 2015, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=3_SA_38374 ; zaak SA.38375 – Vermeende steun aan FFT- Luxembourg, besluit van de Commissie van 21 oktober 2015, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=3_SA_38375 ; zaak SA.37667 – Vrijstelling overwinst in België, besluit van de Commissie van 11 januari 2016, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=3_SA_37667  

(3)

Zaak SA.38373 – Vermeende steun aan Apple, besluit van de Commissie van 30 augustus 2016, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=3_SA_38373

(4)

Zaak SA.44888 - Mogelijke steun aan GdF Suez, besluit van de Commissie van 19 september 2016 tot inleiding van de formele onderzoeksprocedure, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=3_SA_44888  

(5)

Zie, voor meer informatie, het werkdocument van de diensten van de Commissie dat bij dit verslag is gevoegd.

(6)

Zaak SA.38945 – Mogelijke steun aan Mc Donald's – Luxembourg, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=3_SA_38945  

(7)

Zaak SA.38944 – Vermeende steun aan Amazon, zie onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=3_SA_38944

(8)

Zie http://ec.europa.eu/taxation_customs/business/company-tax/anti-tax-avoidance-package_en  

(9)

Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2013/34/EU wat betreft de openbaarmaking van informatie over de winstbelasting door bepaalde ondernemingen en bijkantoren, COM(2016) 198 final, beschikbaar onder: http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX:52016PC0198  

(10)

Zie http://ec.europa.eu/competition/state_aid/modernisation/index_en.html  

(11)

De lijst van begunstigden is, samen met andere gegevens over steunverleningen, te vinden onder: https://webgate.ec.europa.eu/competition/transparency/public/search/home/

(12)

Mededeling van de Commissie betreffende het begrip 'staatssteun' in de zin van artikel 107, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (PB C 262 van 19.7.2016, blz. 1), beschikbaar onder: http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=uriserv:OJ.C_.2016.262.01.0001.01.ENG&toc=OJ:C:2016:262:TOC  

(13)

Zie https://ec.europa.eu/priorities/jobs-growth-and-investment/investment-plan_nl  

(14)

Zie http://ec.europa.eu/competition/antitrust/sector_inquiries_e_commerce.html  

(15)

Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de aanpak van geoblocking en andere vormen van discriminatie van klanten op basis van nationaliteit, verblijfplaats of plaats van vestiging in de interne markt en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 en Richtlijn 2009/22/EG, COM(2016) 289 final - 2016/0152 (COD), beschikbaar onder: http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A52016PC0289  

(16)

Zaak AT.39740 - Google search; zie IP/16/2532 van 14.7.2016, beschikbaar onder: http://europa.eu/rapid/press-release_IP-16-2532_nl.htm  

(17)

Zaak AT.40411 - Google search (AdSense); zie IP/16/2532 van 14.7.2016, beschikbaar onder: http://europa.eu/rapid/press-release_IP-16-2532_nl.htm  

(18)

Zaak AT.40099 - Google Android; zie IP/16/1492 van 20.4.2016, beschikbaar onder: http://europa.eu/rapid/press-release_IP-16-1492_nl.htm  

(19)

Zaak AT.40153 - E-books MFN-clausules en verwante thema's, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=1_40153  

(20)

Zaak AT.40023 - Grensoverschrijdende toegang tot content voor betaaltelevisie, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=1_40023  

(21)

Zie IP/16/2645, beschikbaar onder: http://europa.eu/rapid/press-release_IP-16-2645_en.htm  

(22)

Zie zaak M.7612 - Hutchison 3G UK / Telefónica UK, besluit van de Commissie van 11 mei 2016, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=2_M_7612 en zaak M.7758 - Hutchison 3G Italy / Wind / JV, besluit van de Commissie van 1 september 2016, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=2_M_7758

(23)

Zaak AT.40305 - Medegebruik netwerken tussen O2 CZ / CETIN en T-Mobile CZ in de Tsjechische Republiek, zie IP/16/3539 van 25.10.2016, beschikbaar onder: http://europa.eu/rapid/press-release_IP-16-3539_en.htm  

(24)

In haar mededeling 'Connectiviteit voor een competitieve digitale eengemaakte markt. Naar een Europese gigabitmaatschappij' (COM(2016) 587) bevestigde de Commissie het belang van internetconnectiviteit voor de digitale eengemaakte markt. Daarin tekende zij, voortbouwend op de doelstelling van de Digitale agenda voor Europa, ook een visie uit voor een Europese gigabitmaatschappij die kan worden verwezenlijkt via drie strategische doelstellingen voor 2025.

(25)

Zaak SA.40720 - National Broadband Scheme for the UK for 2016-2020, besluit van de Commissie van 26 mei 2016, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=3_SA_40720  

(26)

Zaak SA.41647 - Italië - Strategia Banda Ultra Larga, besluit van de Commissie van 30 juni 2016, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=3_SA_41647

(27)

Zaak SA.37183 - Plan France Très Haut Débit, besluit van de Commissie van 7 november 2016, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=1_39861  

(28)

Mededeling van de Commissie 'EU-richtsnoeren voor de toepassing van de staatssteunregels in het kader van de snelle uitrol van breedbandnetwerken' (PB C 25 van 26.1.2013, blz. 1), beschikbaar onder: http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:C:2013:025:0001:0026:nl:PDF

(29)

Zie https://ec.europa.eu/info/law/law-making-process/overview-law-making-process/applying-eu-law_en  

(30)

Bron: Eurostat. Zie http://ec.europa.eu/eurostat/statistics-explained/index.php/Archive:Household_consumption_expenditure_-_national_accounts  

(31)

Zaak AT.39860 - Brussels Airlines / TAP Air Portugal; zie IP/16/3563 van 27.10.2016, beschikbaar onder: http://europa.eu/rapid/press-release_IP-16-3563_nl.htm  

(32)

Zie IP/16/3656 van 10.11.2016, beschikbaar onder: http://europa.eu/rapid/press-release_IP-16-3656_en.htm  

(33)

Zaak AT.39824 - Vrachtwagens, besluit van de Commissie van 19 juli 2016, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=1_39824 .

(34)

Zaak M.7932 - Dow / DuPont, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=2_M_7932

(35)

Zaak M.7962 - ChemChina/Syngenta, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=2_M_7962  

(36)

Verordening (EU) 2015/751 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2015 betreffende afwikkelingsvergoedingen voor op kaarten gebaseerde betalingstransacties (PB L 123 van 19.5.2015, blz. 1), beschikbaar onder: http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=uriserv%3AOJ.L_.2015.123.01.0001.01.NLD

(37)

Zaak AT.40049 - Mastercard II, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=1_40049 en zaak AT.39398 - Visa MIF, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=1_39398

(38)

Zie, voor meer informatie, het werkdocument van de diensten van de Commissie dat bij dit verslag is gevoegd.

(39)

Zaak M.7995 - Deutsche Börse / London Stock Exchange Group, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=2_M_7995  

(40)

Zaak AT.39745 - Cds-gegevensmarkt, besluit van de Commissie van 20 juli 2016, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=1_39745  

(41)

Richtlijn betreffende markten voor financiële instrumenten (Markets in Financial Instruments Directive). Zie http://ec.europa.eu/finance/securities/isd/mifid2/index_en.htm  

(42)

Zie, voor meer informatie over de Bankenunie, http://ec.europa.eu/finance/general-policy/banking-union/index_en.htm  

(43)

Zaak AT.39914 - Rentederivaten in euro, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=1_39914  

(44)

Zaak AT.40208 - Uitsluitingsregels internationale schaatsbond ISU, zie IP/16/3201 van 27.9.2016, beschikbaar onder: http://europa.eu/rapid/press-release_IP-16-3201_nl.htm  

(45)

Zaak SA.29769 - Steun voor bepaalde Spaanse voetbalclubs (belastingvoordelen voor Real Madrid CF, FC Barcelona, Athletic Club Bilbao, Club Atlético Osasuna), zaak SA.33754 - Steun voor Real Madrid, en zaak SA.36387 - Steun voor voetbalclubs in Valencia (Valencia, Hercules en Elche); zie IP/16/2401 van 4.7.2016, beschikbaar onder: http://europa.eu/rapid/press-release_IP-16-2401_en.htm  

(46)

Zie IP/16/4009 van 30.11.2016, beschikbaar onder: http://europa.eu/rapid/press-release_IP-16-4009_nl.htm  

(47)

Zie http://ec.europa.eu/competition/sectors/energy/state_aid_to_secure_electricity_supply_en.html#2  

(48)

Zaak M.7477 - Halliburton / Baker Hughes, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=2_M_7477  

(49)

Zaak AT.39816 - Upstream gasleveringen in Centraal- en Oost-Europa, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=1_39816  

(50)

Zaak AT.39849 - BEH gas, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=1_39849  

(51)

Zaak AT.39759 - Afscherming van de markt door ARA, besluit van de Commissie van 20 september 2016, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=1_39824 .

(52)

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad 'Tien jaar handhaving van de mededingingsregels op grond van Verordening nr. 1/2003: Resultaten en toekomstperspectieven', COM(2014) 453 van 9.7.2014, beschikbaar onder: http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A52014DC0453

(53)

Publieke consultatie over 'Hoe kunnen nationale mededingingsautoriteiten de EU-regels doeltreffender handhaven?', beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/consultations/2015_effective_enforcers/nl.pdf

(54)

Publieke hoorzitting van 19 april 2016, mede georganiseerd door de Commissie economische en monetaire zaken (ECON) van het Europees Parlement samen met DG Concurrentie van de Europese Commissie, beschikbaar onder: http://www.europarl.europa.eu/ep-live/nl/committees/video?event=20160419-0900-COMMITTEE-ECON

(55)

 Brazilië, Rusland, India, China, Zuid-Afrika.

(56)

Zie, voor meer informatie, hoofdstuk 2 van dit verslag.