Artikelen bij COM(2017)411 - Kortetermijnstatistieken, ingevolge artikel 14, lid 2, van Verordening 1165/98

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 2.8.2017

COM(2017) 411 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

over kortetermijnstatistieken, ingevolge artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1165/98 van de Raad


1.Inleiding

Europese kortetermijnstatistieken (KTS) bieden een uitgebreide verzameling indicatoren, zoals productie, omzet, outputprijzen (dit worden ook vaak producentenprijzen genoemd), aantal werkzame personen, gewerkte uren, brutolonen en verschillende andere indicatoren voor vier belangrijke economische gebieden: industrie, bouwnijverheid, detailhandel en diensten (uitgezonderd financiële diensten en overheidsdiensten). Tabel 1 biedt een overzicht van de KTS-indicatoren.

Tabel 1: Indicatoren voor kortetermijnstatistieken

Industrie    BouwnijverheidDetailhandelOverige diensten
Industriële productieProductie bouwnijverheid

- Productie van gebouwen

- Weg- en waterbouw
--
Omzet industrie, binnen- en buitenland (eurozone en buiten eurozone)-Omzet van de detailhandelOmzet van (overige) diensten
-Bouwvergunningen

- aantal woningen

- m2 nuttige vloeroppervlakte
--
Aantal werkzame personenAantal werkzame personenAantal werkzame personenAantal werkzame personen
Gewerkte urenGewerkte urenGewerkte urenGewerkte uren
BrutolonenBrutolonenBrutolonenBrutolonen
Industriële outputprijzen, binnen- en buitenland (eurozone en buiten eurozone)Outputprijzen in de bouw / bouwkostenVolume van de detailhandelOutputprijzen — (overige) diensten
Industriële invoerprijzen (eurozone en buiten eurozone)---


De wettelijke basis voor kortetermijnstatistieken is Verordening (EG) nr. 1165/1998 1 van de Raad, zoals gewijzigd bij opeenvolgende verordeningen (hierna de 'KTS-verordening' genoemd). In artikel 14, lid 2, van de verordening staat:

"De Commissie dient uiterlijk op 11 augustus 2008 en vervolgens eens in de drie jaar, bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de krachtens deze verordening opgestelde statistieken, en in het bijzonder over het belang en de kwaliteit daarvan en over de herziening van de indicatoren. Het verslag gaat ook concreet in op de kosten van het statistisch systeem en op de lasten voor het bedrijfsleven die uit deze verordening voortvloeien, afgezet tegen de voordelen. Het verslag bevat voorbeelden van goede praktijken voor het reduceren van de lasten voor het bedrijfsleven en geeft aan hoe de lasten en kosten kunnen worden gereduceerd.".

Het onderhavige verslag is een vervolg op de verslagen die overeenkomstig het bovenstaande artikel in juni 2008, juni 2011 en juni 2014 zijn ingediend 2 .

Het tweede deel van dit verslag betreft het gebruik van kortetermijnstatistieken en het belang ervan voor de belangrijkste Europese beleidsgebieden en voor de aansturing van het Europees monetair beleid. Ook komen de belangrijkste ontwikkelingen in de kortetermijnstatistieken sinds het laatste verslag uit juni 2014 aan de orde.

In deel 3 worden de verschillende kwaliteitsaspecten van de kortetermijnstatistieken uitgebreider beschreven.

Deel 4 presenteert enkele feiten in verband met de kosten en lasten die zijn verbonden met de verzameling en verwerking van gegevens voor kortetermijnstatistieken.

Het laatste deel biedt een vooruitzicht op toekomstige ontwikkelingen binnen de kortetermijnstatistieken, met name met betrekking tot de kaderverordening voor de integratie van bedrijfsstatistieken (FRIBS), welk voorstel door de Commissie op 6 maart 2017 is goedgekeurd. 


2.Overzicht van de kortetermijnstatistieken en de belangrijkste ontwikkelingen

Van de oorspronkelijke 22 voornaamste Europese economische indicatoren (VEEI's) 3 die zijn uitgewerkt om de economische ontwikkeling (conjunctuurcyclus) van de Europese Unie en de lidstaten te volgen en vooral om het monetair beleid in de eurozone te sturen, worden er acht geleverd door kortetermijnstatistieken. Deze indicatoren zijn: industriële productie, prijzen van de industriële output op de binnenlandse markt, prijzen van invoer door de industrie, productie van de bouwnijverheid, omvang van de detailhandel, omzet van diensten (met uitzondering van detailhandel), prijzen van geleverde diensten en bouwvergunningen.

De voornaamste gebruikers van kortetermijnstatistieken zijn de Europese Centrale Bank en nationale centrale banken, maar de gegevens zijn evenzeer van uitermate groot belang voor de Europese Commissie, nationale overheden, onderzoeksinstituten, het bedrijfsleven en bedrijfsorganisaties. Kortetermijnstatistieken bieden bovendien cruciale informatie voor andere statistische gebieden zoals nationale rekeningen.

Kortetermijnstatistieken worden vooral gebruikt voor analyses van economische ontwikkelingen, voor prognoses en om modellen op te stellen, maar zij zijn ook noodzakelijk om beleidsbeslissingen voor te bereiden, voor onderzoek, om gegevens uit andere bronnen te controleren en te valideren en als basis voor zakelijke beslissingen (bv. in marktonderzoek). In sommige gevallen worden de resultaten van kortetermijnstatistieken ook op verschillende andere manieren door bedrijven gebruikt (bv. het gebruik van prijsindexcijfers voor de output om contracten te indexeren).

Om er zeker van te zijn dat kortetermijnstatistieken voor de gebruikers ervan relevant zijn en om te zorgen voor een nog hogere kwaliteit van de gegevens, is Eurostat - sinds het laatste verslag over kortetermijnstatistieken in juni 2014 werd goedgekeurd - van start gegaan met een aantal initiatieven.

Het toezicht op de kwaliteit van de gegevens uit de kortetermijnstatistieken is uitgebreid als aanvulling op de bestaande reguliere beoordeling van de mate waarin wordt voldaan aan de gegevensvereisten. Behalve dat de gegevens die door nationale bureaus voor de statistiek aan Eurostat worden verstrekt, worden gecontroleerd op volledigheid en tijdigheid, zal ook de nauwkeurigheid (d.w.z. betrouwbaarheid en brongegevens) van kortetermijnstatistieken deel uitmaken van het uitgebreide kwaliteitstoezicht. In het kader van het initiatief zal met name ook worden gekeken naar de omvang van herzieningen, het moment waarop deze herzieningen plaatsvinden en de beschikbaarheid van brongegevens bij de eerste bekendmaking van gegevens.

In de afgelopen drie jaar zijn er aan de hand van de door Eurostat opgestelde normen voor metagegevens nationale referentiemetagegevens van bedrijfsstatistieken voor de korte termijn verzameld en bijgewerkt. Er is ten minste één nationaal metagegevensbestand voor elke voornaamste Europese economische indicator (VEEI) aangemaakt en aanvullende bestanden voor overige indicatoren. De meeste rapporterende landen hadden reeds in 2014 de laatste hand gelegd aan hun KTS-metagegevensbestanden, in 2015 de concepten inzake herzieningen en correcties verrijkt en in 2016 de nauwkeurigheid van hun metagegevens nog verder verbeterd. Nationale referentiemetagegevens van de rapporterende landen worden ook online gepubliceerd door middel van bijlagen aan het eind van het KST-metagegevensbestand van Eurostat 4 .

In maart 2016 werd nieuwe software voor seizoenscorrecties ingevoerd voor de Europese bedrijfsstatistieken voor de korte termijn. Met ingang van het referentiejaar 2016 is de nieuwe software JDemetra+ in gebruik. Met deze verandering richten kortetermijnstatistieken zich naar de aanbevelingen van Eurostat en de ECB voor de officiële correcties in verband met de seizoenen en het aantal werkdagen in de EU 5 . Met de nieuwe software worden de kwaliteit en transparantie van de correcties in verband met de seizoenen en het aantal werkdagen in kortetermijnstatistieken verhoogd. De overstap op de nieuwe software voor seizoenscorrecties heeft geen wijzigingen in de wezenlijke tijdreeksen en de interpretatie of het gebruik daarvan teweeggebracht. De specificaties van de voorgaande seizoenscorrecties worden ook in JDemetra+ gebruikt. Dit zorgt voor een stabiele seizoenscorrectieprocedure en houdt de noodzaak van herzieningen tot een minimum beperkt.

3.Werkingssfeer en naleving van de KTS-verordening

Eurostat houdt toezicht op de naleving door lidstaten van hetgeen in de KTS-verordening is bepaald ten aanzien van tijdigheid en volledigheid. Op basis van de verschillende kwaliteitsaspecten die zijn beschreven in de praktijkcode Europese statistieken 6 wordt tweemaal per jaar voor elk land een omvattende nalevingsscore berekend die alle indicatoren bestrijkt. In het algemeen blijkt uit de resultaten van het toezicht dat er in grote mate wordt voldaan aan de verordening. De gemiddelde score voor de EU-28 bedroeg 9,5 (op 10) op 1 april 2016, waarbij de meeste lidstaten volledig aan de verordening voldeden.

3.1.Nauwkeurigheid, betrouwbaarheid, coherentie en vergelijkbaarheid

Bij Verordening (EG) nr. 1503/2006 van de Commissie 7 zijn gemeenschappelijke definities voor kortetermijnstatistieken ingevoerd teneinde de coherentie en vergelijkbaarheid van gegevens te waarborgen. Eurostat en de nationale bureaus voor de statistiek werken nauw samen om de grote nauwkeurigheid, betrouwbaarheid en coherentie van de indicatoren voor kortetermijnstatistieken te handhaven en nog verder te verbeteren. Het door de KTS-verordening geschapen methodologische kader wordt voortdurend verbeterd door middel van overleg met technische deskundigen en speciale thematische taskforces.

Ondanks de uniforme definities hoeven de lidstaten niet exact dezelfde benadering te kiezen voor het samenstellen van statistische gegevens. Overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel en teneinde rekening te houden met nationale verschillen zoals grootte, economische structuur en de beschikbaarheid van administratieve gegevens, zijn de lidstaten op grond van de KTS-verordening vrij in hun keuze van de efficiëntste en doeltreffendste manier om gegevens te verzamelen en te verwerken.

Eurostat werkt ook samen met andere internationale organisaties, met name de OESO, om de vergelijkbaarheid van de gegevens en methodiek buiten de Europese Unie te verbeteren.

3.2.Tijdigheid en punctualiteit

Kortetermijnstatistieken behoren tot die officiële gegevens die als eerste een indicatie geven van de laatste economische ontwikkelingen. De KTS-verordening stelt zeer korte termijnen vast voor de indiening van nationale gegevens bij Eurostat 8 . Tabel 2 geeft een overzicht van de huidige termijnen voor de indiening van gegevens bij Eurostat (derde kolom) en van de doelstellingen die zijn vastgesteld door het Economisch en Financieel Comité (EFC) in zijn recentste verslag over informatieverplichtingen in de Europese Monetaire Unie. In de laatste kolom zijn de huidige termijnen voor verspreiding weergegeven (bv. via speciale persberichten en algemene publicaties op het internet).

In het algemeen kan de tijdigheid van de kortetermijnstatistieken zeer goed worden genoemd. Vertragingen treden doorgaans alleen op indien de indieningstermijn in een weekend of op een officiële vrije dag valt.

De gebruikers worden geruime tijd op voorhand geïnformeerd over de publicatiedata van de persberichten door het tijdschema op de Eurostat-website 9 . In de afgelopen jaren werden alle in het tijdschema vermelde termijnen nagekomen.

Tabel 2: Tijdigheid — dagen tussen het einde van de referentieperiode en de indieningstermijn, KTS-verordening, doelstellingen van het Economisch en Financieel Comité (EFC) en daadwerkelijke verspreiding van de EU-aggregaten (november 2016)

IndicatorFrequentieIndieningstermijnen KTS-verordening a)EFC-
doelstellingen voor 2016 b)
Verspreiding van EU-totalen c)
Industriële productieMaandelijks404042
Prijzen van de industriële output, binnenlandse marktenMaandelijks353533
Prijzen van invoer door de industrieMaandelijks454540
Productie bouwnijverheidMaandelijks454549
BouwvergunningenDriemaandelijks909091
Omzet van de detailhandelMaandelijks303034
Omzet van (overige) dienstenDriemaandelijks606063
Prijzen van verrichte dienstenDriemaandelijks909091

a) Termijnen voor de indiening van gegevens bij Eurostat overeenkomstig de KTS-verordening; voor kleinere landen gelden mogelijk langere termijnen.

b) Doelstellingen vastgesteld in het voortgangsverslag van 2016 van het Economisch en Financieel Comité (EFC) over de uitvoering van de informatieverplichtingen in de EMU.

c) Dagen tussen het einde van de referentieperiode en de verspreiding (bv. persbericht, bekendmaking van gegevens).


3.3.Herzieningen van de indicatoren voor kortetermijnstatistieken

De resultaten van de kortetermijnindicatoren moeten tot op zekere hoogte worden gebaseerd op voorlopige, geschatte en onvolledige gegevens. Na de eerste bekendmaking van gegevens worden de enquêteresultaten herzien na toevoeging van de gegevens van respondenten die te laat waren met de aanlevering ervan. Gegevens kunnen echter ook worden herzien om een groot aantal andere redenen, waaronder seizoenscorrecties, benchmarking, nieuwe en/of verbeterde gegevensbronnen en de correctie van fouten of wijzigingen in de gehanteerde methodiek. De omvang van de herzieningen blijft echter doorgaans tamelijk beperkt, vooral op het geaggregeerde EU-niveau en voor de eurozone.

Om de kwaliteit van de eerste resultaten van de vier maandelijks in een persbericht bekendgemaakte indicatoren voor kortetermijnstatistieken te beoordelen, werden de wijzigingen tussen de eerste en de tweede publicatie van maandelijkse groeicijfers geanalyseerd voor de periode 20142016.

Voor de eurozone-aggregaten van de vier KTS-indicatoren waarover een persbericht wordt uitgegeven, toont tabel 3 de gemiddelde omvang van herzieningen van groeicijfers tussen de eerste en de tweede publicatie een maand later (tweede kolom). Deze is nul of vrijwel nul, hetgeen betekent dat de opwaartse en neerwaartse herzieningen van de groeicijfers elkaar opheffen, d.w.z. dat er geen systematische onder- of overschatting van resultaten is.


Tabel 3: Omvang van de herziening voor de vier belangrijkste indicatoren voor kortetermijnstatistieken, 201416 a)

12345
Gemiddelde herziening b)Gemiddelde absolute herziening c)Gemiddelde absolute groeicijfersRelatieve gemiddelde herziening d)
Industriële productie0,10,20,70,2
Industriële outputprijzen, (binnenlandse markten)0,00,00,40,1
Productie bouwnijverheid0,00,40,70,5
Volume van de detailhandel0,00,20,40,5

a) Voor seizoensinvloeden gecorrigeerde groeicijfers van indicatoren voor de eurozone.

b) Verschillen tussen de groeicijfers in de tweede en de eerste publicatie, gemiddelde 20142016.

c) Verschillen in absolute termen tussen de groeicijfers in de tweede en de eerste publicatie, gemiddelde 20142016.

d) Verhouding tussen herzieningen (derde kolom) en groeicijfers bij de tweede publicatie (vierde kolom) (beide in absolute termen), gemiddelde 20142016. Verschillen zijn het gevolg van afrondingsfouten.

In absolute termen (derde kolom) variëren de gemiddelde herzieningen van bijna nul voor de prijzen van de industriële output tot 0,4 procentpunten voor de productie in de bouwnijverheid. De verschillen tussen de indicatoren kunnen vooral worden verklaard uit verschillen in de gehanteerde samenstellings- en herzieningsmethoden. De prijzen van de industriële output worden vaak geheel niet herzien, maar productie-indicatoren kunnen nog verschillende jaren na de eerste publicatie worden herzien.

Gemiddelde groeicijfers (in absolute cijfers bij de tweede publicatie) zijn vermeld in kolom 4. De laatste kolom toont de relatie tussen de herziening van het groeicijfer en het groeicijfer zelf (op het moment van de tweede publicatie). Dit cijfer is een nauwkeuriger weergave van de omvang van de herzieningen, aangezien het uitmaakt of een herziening van x procentpunten wordt toegepast op relatief hoge of op relatief lage groeicijfers.

3.4.Toegankelijkheid, duidelijkheid en beschikbaarheid van metagegevens

Op het gebied van de kortetermijnstatistieken publiceert Eurostat 48 persberichten per jaar, namelijk maandelijkse edities voor vier belangrijke indicatoren (industriële productie, prijzen van de industriële output, productie van de bouwnijverheid en omzet van de detailhandel). In de afgelopen jaren werden alle persberichten volgens het tijdschema gepubliceerd.

Alle Europese statistische kortetermijngegevens staan vermeld op de website van Eurostat en kunnen kosteloos worden geraadpleegd. Het gedeelte dat specifiek betrekking heeft op kortetermijnstatistieken 10 biedt toegang tot de volledige database voor kortetermijnstatistieken en tot een aantal vooraf gedefinieerde statistische tabellen. Dit specifieke gedeelte vermeldt eveneens de wettelijke grondslag voor de kortetermijnstatistieken en bevat tal van publicaties over methodieken. Via dit gedeelte kunnen ook metagegevens voor de EU-aggregaten en nationale metagegevens in verband met de diverse indicatoren voor kortetermijnstatistieken worden geraadpleegd.

Statistics Explained, een onlineplatform in de wikistijl, geeft toegang tot korte publicaties over alle indicatoren voor kortetermijnstatistieken en vele achtergrondartikelen over methodieken 11 . In het verleden is een groot aantal artikelen over kortetermijnstatistieken in pdf-indeling gepubliceerd als Statistics in focus.

4.Huidige kosten voor het statistisch systeem en lasten voor de bedrijven

Het vaststellen van de kosten (voor statistische systemen, om gegevens te verzamelen, te verwerken en te verspreiden) en de lasten (voor ondernemingen om gegevens te verschaffen) met betrekking tot kortetermijnstatistieken is uitzonderlijk lastig gebleken. In overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel hanteren bureaus voor de statistiek verschillende methoden voor het verzamelen en produceren van gegevens. Zo worden er bijvoorbeeld verschillende gegevensbronnen gebruikt: sommige landen maken gebruik van gegevens uit enquêtes, andere baseren zich op secundaire administratieve bronnen terwijl weer andere een combinatie van beide hanteren. Ook de enquêtemethoden en de instrumenten voor gegevensverzameling verschillen. Bijgevolg vraagt elke vergelijking tussen lidstaten van geraamde kosten en lasten om de grootst mogelijke voorzichtigheid. Bovendien dienen bij het beoordelen van de kosten en lasten in verband met kortetermijnstatistieken ook de voordelen te worden meegewogen, aangezien deze gegevens een belangrijke rol spelen bij andere statistieken (met name nationale rekeningen).

Als wordt gekeken naar de lasten, blijkt uit de gegevens die in het verleden van de lidstaten zijn ontvangen dat een gemiddeld bedrijf ongeveer twintig minuten per maand kwijt is aan de wettelijk verplichte verzameling van productiegegevens (industrie en bouwnijverheid) voor statistische doeleinden, terwijl het verstrekken van omzetgegevens minder moeite kost (vijf tot tien minuten per maand) en het aanleveren van prijsgegevens ongeveer 15 minuten per maand in beslag neemt. Deze cijfers zijn echter slechts ruwe indicaties aangezien de verschillen tussen de lidstaten zeer groot zijn.

Beschikbaar bewijs suggereert dat de lasten in verband met statistische gegevens in de afgelopen jaren enigszins zijn afgenomen. Steeds meer bureaus voor de statistiek maken het voor bedrijven eenvoudiger om gegevens aan te leveren, bv. elektronisch in plaats van via papieren vragenlijsten. Bureaus voor de statistiek doen tevens moeite om de omvang van steekproeven terug te brengen en om, waar mogelijk, af te gaan op administratieve gegevens.

5.Toekomstige ontwikkelingen in de kortetermijnstatistieken

Sinds 2000 is het aandeel van industrie en bouwnijverheid voor wat de toegevoegde waarde betreft in de gehele economische activiteit afgenomen van 34,0 % tot 30,5 %. In dezelfde periode is het aandeel van de dienstensector (met uitzondering van bank- en verzekeringsdiensten) toegenomen van 41,0 % tot 45,6 % 12 . Om dit toegenomen belang van de dienstensector op adequate wijze weer te geven in de kortetermijnstatistieken heeft Eurostat, in samenwerking met de lidstaten en na intensief overleg met belangrijke gebruikers, een voorstel gedaan voor een aanzienlijke uitbreiding en verbetering van de wetgevingsgrondslag voor kortetermijnstatistieken, zodat de dienstensectoren beter worden bestreken.

Dit zogeheten 'KTS-pakket' maakt deel uit van het voorstel voor een kaderverordening voor de integratie van bedrijfsstatistieken (FRIBS), dat op 6 maart 2017 door de Europese Commissie is goedgekeurd 13 , samen met een uitgebreide effectbeoordeling 14 .

In het verlengde van het FRIBS-voorstel omvat de verzameling indicatoren voor kortetermijnstatistieken met name ook een productie-indicator (volume-indicator) voor de dienstensector (met inbegrip van financiële diensten en overheidsdiensten). Bovendien zal het toepassingsgebied binnen de dienstensector waarop de verschillende indicatoren voor kortetermijnstatistieken van toepassing zijn, worden geconsolideerd. Voor de nieuwe indicator 'productie dienstensector' (ISP) zal een maandelijkse referentieperiode gelden en deze indicator dient zestig dagen na de referentieperiode beschikbaar te zijn. Behalve dat de dienstensector beter wordt vertegenwoordigd in de kortetermijnstatistieken, zullen de kortetermijnstatistieken ook in een aantal andere opzichten worden gestroomlijnd en geconsolideerd, bv. ten aanzien van de indieningstermijnen, het gebruik van statistische eenheden en de definitie van de grootteklassen van landen.

De voorgestelde wijzigingen zullen waarborgen dat trends op het gebied van conjunctuurcycli aan de hand van kortetermijnstatistieken correct en adequaat kunnen worden gemeten in een snel veranderend economisch landschap. Op basis van de aanvullende gegevens met betrekking tot de dienstensector zal Eurostat ook een nieuwe indicator 'totale productie' kunnen publiceren.


(1) PB L 162 van 5.6.1998, blz. 1.
(2) COM(2008) 340 definitief van 9.6.2008; COM(2011) 329 definitief van 8.6.2011; en COM(2014) 381 final van 26.6.2014. Er was ook een verslag in 2003: COM(2003) 36 definitief van 29.1.2003.
(3) De oorspronkelijke lijst van VEEI's is opgesteld in 2002 (Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over statistieken betreffende de eurozone van 27.11.2002, COM(2002) 661 definitief).
(4) http://ec.europa.eu/eurostat/cache/metadata/en/sts_esms.htm#annex
(5) Bovendien wordt in de ESS-richtsnoeren voor seizoenscorrectie het gebruik van JDemetra+ door Eurostat en de leden van het Europees statistisch systeem in een breder kader aanbevolen: http://ec.europa.eu/eurostat/en/web/products-manuals-and-guidelines/-/KS-GQ-15-001
(6) De praktijkcode Europese statistieken is beschikbaar op: http://ec.europa.eu/eurostat/web/quality/european-statistics-code-of-practice
(7) PB L 281 van 12.10.2006, blz. 15.
(8) De oorspronkelijke termijnen van Verordening (EG) nr. 1165/98 zijn verder verkort bij Verordening (EG) nr. 1158/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2005 (PB L 191 van 22.7.2005, blz. 1).
(9) Het tijdschema is te vinden op: http://ec.europa.eu/eurostat/web/short-term-business-statistics/overview
(10) http://ec.europa.eu/eurostat/web/short-term-business-statistics/overview
(11) http://ec.europa.eu/eurostat/statistics-explained/index.php/Short-term_business_statistics
(12) Kettingindexgegevens volume bruto toegevoegde waarde, Eurostat, nationale rekeningen, eigen berekeningen.
(13) https://ec.europa.eu/transparency/regdoc/rep/1/2017/EN/COM-2017-114-F1-EN-MAIN-PART-1.PDF  
(14) https://ec.europa.eu/transparency/regdoc/rep/10102/2017/EN/SWD-2017-98-F1-EN-MAIN-PART-1.PDF