Artikelen bij COM(2017)534 - Groei en cohesie stimuleren in grensregio's van de EU

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2017)534 - Groei en cohesie stimuleren in grensregio's van de EU.
document COM(2017)534 NLEN
datum 20 september 2017
EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 20.9.2017

COM(2017) 534 final/2

CORRIGENDUM
This document corrects document COM(2017) 534 final of 20.9.2017.
Concerns the Dutch language version.
Title was left in English on page 1.
The text shall read as follows:

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT

Groei en cohesie stimuleren in grensregio's van de EU

{SWD(2017) 307 final}


1.grensregio’s zijn belangrijk in de europese unie

De Europese Unie (EU) en haar naaste buren van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) tellen 40 interne landsgrenzen 1 . De afgelopen decennia heeft het Europese integratieproces ertoe bijgedragen dat interne grensregio’s zijn veranderd van voornamelijk perifere gebieden in gebieden die door groei en nieuwe mogelijkheden worden gekenmerkt. De voltooiing van de eengemaakte markt in 1992 heeft tot meer productiviteit en minder kosten in de EU geleid dankzij de afschaffing van douaneformaliteiten, de harmonisatie of wederzijdse erkenning van technische voorschriften en lagere prijzen als gevolg van concurrentie. De afgelopen tien jaar is de handel binnen de EU met 15 % toegenomen. Er is extra groei gegenereerd en er zijn ongeveer 2,5 miljoen meer banen gecreëerd.

Deze veranderingen hebben zowel een positief als een negatief effect op de grensregio's gehad (positief: de vrijheid van verkeer heeft de plaatselijke grensoverschrijdende interactie bevorderd; negatief: de werkgelegenheid bij de douane en aanverwante diensten is gedaald) 2 . Over het algemeen zijn de mogelijkheden om gezamenlijke diensten en activiteiten op plaatselijk vlak te ontwikkelen toegenomen.

De interne grensregio’s in de EU...

Øbeslaan 40 % van het grondgebied van de EU

Øzijn goed voor 30 % van de bevolking (150 miljoen mensen)

Øproduceren 30 % van het bbp van de EU

Øontvangen bijna 2 miljoen grensoverschrijdende pendelaars, van wie 1,3 miljoen grensarbeiders zijn, d.w.z. 0,6 % van alle werknemers in de EU (bijvoorbeeld 450 000 in Frankrijk, 270 000 in Duitsland, 140 000 in Polen en 135 000 in Slowakije).

Artikel 174 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie erkent de uitdagingen waarmee grensregio’s worden geconfronteerd en bepaalt dat de Unie bijzondere aandacht aan deze regio’s moet besteden wanneer zij haar optreden ter versterking van de economische, sociale en territoriale samenhang ontwikkelt en vervolgt.

Sinds 1990 hebben grensoverschrijdende samenwerkingsprogramma's in de grensregio's van de EU (met inbegrip van de grensregio's die aan EVA-landen grenzen) financiële steun via Interreg ontvangen. Interreg heeft duizenden projecten 3 en initiatieven gefinancierd om de Europese integratie te bevorderen. De programma's van Interreg hebben onder meer de volgende belangrijke resultaten opgeleverd: meer vertrouwen, een hogere connectiviteit, een gezonder milieu, een betere volksgezondheid en economische groei 4 . De door Interreg gefinancierde projecten en initiatieven — van projecten tussen mensen tot investeringen in infrastructuur en steun voor institutionele samenwerking — hebben een echt verschil in de grensregio's gemaakt en bijgedragen tot de metamorfose van deze regio's.

Het werk wordt nog steeds voortgezet: bijna 6 miljard euro uit de EU-begroting is bestemd voor de grensoverschrijdende programma’s van Interreg in 2014-2020. De programma's worden in alle grensregio's uitgevoerd om de integratie verder te bevorderen en het volledige potentieel van de grensregio’s te kunnen benutten. Er zal aanzienlijk worden geïnvesteerd om de levensomstandigheden te verbeteren: dankzij gezamenlijke milieuacties en gezamenlijke maatregelen om de gevolgen van de klimaatverandering te milderen zal de bevolking in de grensregio's beter worden beschermd. Gezamenlijke onderzoeksinitiatieven en -faciliteiten zullen het economische en innovatieve potentieel van de grensregio’s verder benutten. Strategieën voor slimme specialisatie zullen de regionale en plaatselijke innovatie bevorderen, ook over de grenzen heen 5 . Ook het in 2016 versterkte en uitgebreide investeringsplan voor Europa zal de ontwikkeling van de grensregio’s bevorderen. De derde pijler van het plan beoogt obstakels voor investeringen uit de weg te ruimen en zal voor een gunstiger klimaat voor grensoverschrijdende investeringsprojecten zorgen 6 .

Grensregio's zijn plaatsen waar de positieve gevolgen van het Europese integratieproces het best voelbaar zouden moeten zijn — studeren, een opleiding volgen, werken, zorg verlenen en zaken doen over de grenzen heen zijn dagelijkse activiteiten die mogelijk moeten zijn ongeacht nationale administratieve grenzen.



Kaart: Terrestrische grensregio's langs binnengrenzen van de EU-28 en de EVA-landen


Uit door de Commissie verzamelde gegevens blijkt echter dat grensregio’s over het algemeen economisch minder goed presteren dan andere regio’s in een lidstaat. De bewoners van grensregio's hebben doorgaans minder gemakkelijk toegang tot openbare diensten zoals ziekenhuizen en universiteiten 7 . Het is vaak nog steeds ingewikkeld en duur om wegwijs te worden in de verschillende administratieve en rechtssystemen 8 . Burgers, bedrijven, overheden en niet-gouvernementele organisaties hebben de Commissie op de hoogte gebracht van hun soms negatieve ervaringen bij grensoverschrijdende interactie.

Europese financiële middelen en investeringen alleen volstaan niet om deze aanslepende problemen te verhelpen. Deze mededeling gaat dieper in op de vraag hoe de EU en de lidstaten de complexiteit, de duur en de kosten van grensoverschrijdende interactie kunnen verminderen en de bundeling van diensten langs binnengrenzen kunnen bevorderen. Nagegaan wordt wat moet worden verbeterd opdat de burgers in grensregio's de mogelijkheden aan beide zijden van de grens ten volle kunnen benutten. De Europese Unie kan de grensregio's dan nog beter ondersteunen en groei en werkgelegenheid bevorderen.

Doel van deze mededeling is de EU dichter bij de burgers te brengen en ervoor te zorgen dat het Europese wetgevingsproces doeltreffend functioneert in het voordeel van burgers en bedrijven. Via het Witboek over de toekomst van Europa 9 en de daaropvolgende discussienota's is een grootschalig debat opgestart over de vraag hoe Europa zich in de toekomst moet ontwikkelen om optimaal aan de verwachtingen van alle Europeanen te voldoen. Algemeen wordt erkend dat territoriale samenwerking — en grensoverschrijdende samenwerking in het bijzonder — de Europeanen een echte meerwaarde biedt.

Deze mededeling draagt ook bij aan dit debat door maatregelen voor te stellen en aanbevelingen te doen die het voor grensregio's met landbinnengrenzen gemakkelijker maken om samen te werken, obstakels uit de weg te ruimen en burgers en bedrijven in grensregio's te helpen het potentieel van deze regio's ten volle te benutten.

2.Aanhoudende problemen

Na een openbare onlineraadpleging in alle EU-talen en daaropvolgend onderzoek en overleg met de belanghebbenden 10 heeft de Commissie een aantal problemen vastgesteld waarmee burgers en bedrijven in grensregio's worden geconfronteerd. Hoewel deze problemen niet altijd specifiek zijn voor grensregio’s, zijn ze er bijzonder acuut vanwege de frequentie en de intensiteit van grensoverschrijdende interactie.

Ervaringen in grensregio's

ØEen therapeute die deeltijd in loondienst werkt in België en deeltijd als freelancer in Frankrijk, moest acht maanden wachten op betrouwbare informatie over het toepasselijke belastingstelsel en dus over haar beschikbaar inkomen;

ØHet slachtoffer van een arbeidsongeval in Zweden kreeg thuis in Denemarken geen rehabilitatiezorg vanwege onvolledige wederzijdse afspraken tussen de socialezekerheidsstelsels van beide landen;

ØEen leerling in het technisch onderwijs in België kreeg dichtbij huis in Frankrijk geen leerlingovereenkomst wegens de onverenigbare status van leerlingen in de twee landen;

ØMensen in het noorden van Portugal die net over de grens in Spanje willen werken, moeten soms veel geld voor officiële vertalingen van documenten uitgeven en verscheidene maanden wachten voordat hun beroepskwalificaties worden erkend;

ØBrandweerlieden moeten soms aan de grens wachten voordat ze hun collega's aan de andere kant van de grens te hulp mogen komen. In sommige lidstaten gelden beperkingen voor ambulances die patiënten over de grens willen brengen;

ØHet heeft 10 jaar gekost om de tramlijn van Straatsburg (Frankrijk) over de grens naar het naburige Kehl (Duitsland) door te trekken (onder meer vanwege uiteenlopende normen en complexe kwesties in verband met prijzen en tickets);

ØBedrijven die grensoverschrijdend actief zijn, besteden 60 % meer om aan belangrijke procedures te voldoen dan bedrijven die op de binnenlandse markt actief zijn (vooral vanwege extra kosten voor vertalingen en certificeringen) 11 .

Uit deze voorbeelden blijkt dat veel aspecten van het leven in grensregio's te ingewikkeld en omslachtig zijn. Tegelijkertijd is uit de openbare raadpleging en de studie echter ook gebleken dat de Europese integratie een aantal uitermate positieve gevolgen heeft gehad en dat grensregio's kansen bieden.

ØBelgische patiënten die drie keer per week 200 kilometer moesten afleggen voor een dialysebehandeling, krijgen nu een behandeling op 3 km van huis net over de Franse grens, omdat de twee landen een overeenkomst hebben gesloten om medische apparatuur te delen;

ØSommige kinderen in de regio's van Oostenrijk die grenzen aan Tsjechië, Hongarije en Slowakije gaan naar tweetalige, binationale kleuterscholen waar ze vertrouwd raken met twee talen en twee culturen;

ØDe Benelux-landen en Noordrijn-Westfalen in Duitsland voeren nieuwe aanbevelingen uit om de wederzijdse erkenning van kwalificaties te vergemakkelijken door samenwerking op basis van wederzijds vertrouwen in elkaars onderwijsstelsels;

ØBurgers kunnen ook zichzelf doeltreffend organiseren om hun gemeenschappelijke belangen te behartigen, zoals blijkt uit de Groupement Transfrontalier Européen 12 , een vereniging van meer dan 30 000 pendelaars tussen Zwitserland en Frankrijk.

Er zijn echter te weinig inspirerende voorbeelden van hoe de bevolking van grensregio's gebruikmaakt van de kansen die deze regio's bieden, en deze voorbeelden zijn te disparaat.


De Commissie heeft de kosten van complexe grensprocedures en van nodeloos dubbelwerk geanalyseerd. Uit een recente studie 13 naar het economisch effect van grensobstakels op het bbp en de werkgelegenheid in grensregio’s met landbinnengrenzen blijkt dat de rijkdom van deze regio’s gemiddeld met 8 % zou toenemen, als alle obstakels uit de weg werden geruimd en iedereen een gemeenschappelijke taal gebruikte 14 . Dit scenario is niet haalbaar en ook niet wenselijk aangezien Europa gebaseerd is op diversiteit en subsidiariteit. Als echter slechts 20 % van de bestaande obstakels uit de weg werd geruimd, zou het bbp van de grensregio’s nog met 2 % groeien. Het geraamde effect op de werkgelegenheid is ook belangrijk: er zouden meer dan 1 miljoen banen kunnen worden gecreëerd. Grensbarrières beperken momenteel het gebruik van productieve activa en maken het moeilijk schaalvoordelen te realiseren. Ze brengen ook kosten voor burgers en bedrijven mee. Deze negatieve economische impact varieert van lidstaat tot lidstaat, maar is duidelijk hoger in landen waar grensregio’s een aanzienlijk deel van het nationale bbp genereren.

Duidelijk is ook dat er geen gemakkelijke oplossingen zijn: de problemen zijn complex en de oplossing ervan vergt de betrokkenheid van bestuur en overheidsdiensten op alle niveaus. Volgens veel belanghebbenden worden grensproblemen altijd plaatselijk gevoeld, maar slechts zelden plaatselijk opgelost. Alleen als bestuur en overheidsinstanties op alle niveaus samenwerken kunnen de obstakels uit de weg worden geruimd en complexe procedures worden vereenvoudigd.

3.hoe kunnen de problemen worden verholpen?

Tijdens de voorbereidende werkzaamheden van de Commissie met de belanghebbende partijen (studie, raadpleging en workshops) is gebleken dat er op een aantal gebieden nog veel ruimte is om bestaande obstakels uit de weg te ruimen. Die gebieden worden in dit hoofdstuk nader beschreven. Toegelicht wordt welke positieve maatregelen de Commissie zelf kan nemen en hoe ze andere belangrijke actoren kan ondersteunen.

In elk deel wordt een gebied beknopt beschreven en met voorbeelden en/of goede praktijken geïllustreerd (de voorbeelden en/of goede praktijken worden in het begeleidende werkdocument van de diensten van de Commissie nader beschreven). Ook de lopende maatregelen van de Commissie of nationale instellingen worden beknopt vermeld. Ten slotte worden — waar mogelijk — voorstellen voor nieuwe maatregelen van de Commissie gedaan of aanbevelingen aan de lidstaten en andere belanghebbenden gericht.

Dankzij de oprichting van een 'Border Focal Point' binnen de Commissie kunnen de tien onderstaande maatregelen gemakkelijker worden uitgevoerd. Het 'Border Focal Point' heeft als taak 1) ervoor te zorgen dat bij belangrijke toekomstige maatregelen van de Commissie naar behoren rekening wordt gehouden met grensoverschrijdende regionale dimensies; 2) de lidstaten en andere belangrijke actoren te helpen juridische en administratieve regionale problemen op te lossen, met name bij de omzetting van EU-richtlijnen of coördinatievoorschriften; 3) ervoor te zorgen dat praktische regelingen worden getroffen voor nieuwe maatregelen die uit deze mededeling voortvloeien; en 4) ervaringen en goede praktijken doeltreffend en op grote schaal met alle relevante belanghebbenden te delen.


3.1.Samenwerking en uitwisselingen intensiveren

Nieuwe initiatieven van de Commissie zullen niet het volledige gewenste positieve effect in grensregio’s hebben als de doeltreffende mechanismen voor grensoverschrijdende samenwerking niet worden versterkt. Deze al dan niet geïnstitutionaliseerde mechanismen moeten de veellagige structuur van de beleidsvorming in de EU weerspiegelen. Een aantal samenwerkingsmechanismen bestaat nu al.

Goede praktijk: Op intergouvernementeel niveau hebben de Noordse Raad van Ministers en de Benelux procedures vastgesteld om bilaterale grensbarrières op te sporen en aan te pakken. Op regionaal niveau hebben de Oberrheinkonferenz of het Greater Copenhagen and Skåne Committee institutionele methoden ontwikkeld om plaatselijke obstakels op te sporen en uit de weg te ruimen.

De Commissie roept de lidstaten en de regio’s op om verder op gezette tijden dialogen over grenskwesties aan te gaan. De lidstaten en de regio's moeten meer aandacht schenken aan essentiële concepten van de Europese integratie (bijvoorbeeld wederzijdse erkenning of onderlinge aanpassing van regels en procedures). Ze worden verzocht ten volle gebruik te maken van de bestaande mogelijkheden om overeenkomsten of verdragen te sluiten. De vier macroregionale strategieën 15 kunnen bijvoorbeeld een geschikt kader bieden voor grensoverschrijdende institutionele samenwerking. Ook als de EU-wetgeving uitdrukkelijk samenwerking vereist (bijvoorbeeld in het kader van veel milieuwetgeving), moeten de mogelijkheden van deze samenwerking ten volle worden benut.


Actiepunt: Om dit proces te ondersteunen en ervoor te zorgen dat goede praktijken worden uitgewisseld, zal de Commissie een EU-wijd professioneel onlinenetwerk opzetten waar belanghebbenden bij grensoverschrijdende kwesties juridische en administratieve grenskwesties en oplossingen kunnen voorleggen en bespreken. Het netwerk zal van Futurium — een door de Commissie opgezet onlineplatform — gebruikmaken en de Commissie zal via haar Border Focal Point het voorzitterschap waarnemen.

Actiepunt: De Commissie zal bovendien uiterlijk eind 2017 een openbare oproep tot het indienen van proefprojecten publiceren. Doelgroep van de oproep zijn overheidsinstanties die een of meer grensspecifieke juridische of administratieve problemen willen oplossen. De projecten kunnen bijvoorbeeld tot doel hebben de compatibiliteit van administratieve systemen te verbeteren, de arbeidsmobiliteit dankzij een vlottere erkenning van kwalificaties te bevorderen of voor de harmonisatie van rechtsnormen te zorgen. De projecten zullen als basis dienen bij het zoeken naar innovatieve methoden om grenskwesties aan te pakken. De projectresultaten zullen in een eindverslag worden samengevat, dat op grote schaal zal worden verspreid om de belangrijkste actoren beter voor te lichten en hun capaciteit te vergroten. Alle overheidsinstanties die bereid zijn oplossingen voor te stellen voor grenskwesties die onder hun bevoegdheid vallen, kunnen aan de oproep deelnemen. Er zullen maximaal 20 proefprojecten worden geselecteerd met een hoge demonstratieve waarde en repliceerbaarheid.

3.2.Het wetgevingsproces verbeteren

Een aanzienlijk deel van de vastgestelde grensproblemen is vooral te wijten aan het feit dat nationale juridische en administratieve regelingen onderling verschillen. Zelfs wanneer een Europees rechtskader voorhanden is, beschikken de lidstaten over enige flexibiliteit en speelruimte bij de omzetting ervan in nationaal recht. Vaak worden in het EU-recht vastgestelde normen niet in alle lidstaten even strikt in nationaal recht omgezet. Hierdoor kunnen aan beide zijden van een binnengrens verschillende systemen van kracht zijn, wat kan leiden tot complexe situaties — en soms zelfs rechtsonzekerheid — en extra kosten.

Voorbeeld: In Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten komen 19 gevallen voor waar minimumnormen gelden (bijvoorbeeld bij de vaststelling van specifieke termijnen). Hierdoor ontstaan 19 potentiële gevallen waarin zich bij grensoverschrijdende overheidsopdrachten ernstige problemen kunnen voordoen (bijvoorbeeld omdat niet alle lidstaten in dezelfde termijnen voorzien).

In het in 2015 goedgekeurde pakket betere regelgeving 16 heeft de Commissie maatregelen voorgesteld om ervoor te zorgen dat bij beleidsopties rekening wordt gehouden met territoriale aspecten. Hiertoe worden voornamelijk solide effectbeoordelingen van wetgeving met territoriale aspecten uitgevoerd.

Goede praktijk: Een onafhankelijke instantie (het Institute for Transnational and Euregional Cross-Border Cooperation and Mobility van de Universiteit van Maastricht) voert grensoverschrijdende effectbeoordelingen uit van toekomstige nationale en EU-wetgeving op basis van een werkprogramma dat samen met nationale, regionale en plaatselijke belanghebbenden bij grensoverschrijdende kwesties langs de grenzen van Nederland met respectievelijk Duitsland en België is opgesteld 17 .

Actiepunt: De Commissie zal zich verder inspannen om significante grensoverschrijdende effecten op te sporen met behulp van de bestaande methoden en instrumenten. Via haar Border Focal Point en het eerder beschreven professionele netwerk zal de Commissie de belanghebbenden bij grensoverschrijdende kwesties nauwer bij dit proces proberen te betrekken.


Actiepunt: Om de lidstaten bij de omzetting van EU-recht in nationaal recht met de nodige coördinatie te ondersteunen zal het Border Focal Point van de Commissie voor expertise en advies zorgen over grensoverschrijdende regionale aspecten. Daarbij zal onder meer worden voortgebouwd op bestaande goede praktijken en de resultaten van de eerder vermelde proefprojecten.

3.3.Grensoverschrijdende overheidsdiensten bevorderen

De lidstaten van de EU hebben verschillende administratieve culturen en systemen. Deze verschillen kunnen problemen opleveren wanneer systemen met elkaar in aanraking komen. De meeste administratieve procedures hebben doorgaans een nationaal karakter en grensoverschrijdende procedures komen minder vaak voor. Belanghebbenden bij grensoverschrijdende kwesties komen echter regelmatig in aanraking met de procedures van een buurland. Het gebrek aan gemeenschappelijke methoden of afspraken en de weinige wederzijds erkende documenten kunnen leiden tot lange en dure procedures, zelfs voor kwesties van levensbelang.

Sommige overheidsinstanties zijn bijvoorbeeld sneller op e-overheid overgeschakeld dan andere, wat kan leiden tot problemen bij grensoverschrijdende interactie (vooral wanneer documenten of formulieren nodig zijn). Wanneer op e-overheid wordt overgeschakeld, is het gebruik ervan meer op de binnenlandse context dan op grensoverschrijdende interactie toegesneden 18 . De interoperabiliteit van de e-systemen van overheidsinstanties is nog steeds beperkt.

Voorbeeld: De interactie tussen burgers en overheidsinstanties in Denemarken is grotendeels gedigitaliseerd. Voor pendelaars uit buurlanden is het soms erg moeilijk de nodige identificatie en toegangsrechten te verkrijgen. De krappe termijnen bij de toekenning van een fiscaal identificatienummer (skattepersonnummer) kunnen bijvoorbeeld tot vertragingen leiden bij het afsluiten van een arbeidsovereenkomst of een ziektekostenverzekering. Wie bepaalde zaken niet op digitale wijze wil afhandelen, loopt het risico op vertragingen en gemiste termijnen.

In het actieplan inzake e-overheid 2016-2020 19 schetst de Commissie een langetermijnvisie voor open, efficiënte en inclusieve overheidsdiensten, die voorzien in een gepersonaliseerde en volledig digitale dienstverlening over de grenzen heen. Hoewel het om een algemeen plan gaat, worden toch maatregelen en instrumenten voorgesteld die bijzonder relevant zijn voor grensregio’s, zoals het eenmaligheidsbeginsel (informatie wordt slechts eenmaal aan overheidsinstanties verstrekt ongeacht het land van oorsprong 20 ) en een geautomatiseerd vertaalsysteem voor overheidsinstanties 21 .

Actiepunt: De nationale, regionale en plaatselijke autoriteiten moeten de uitdaging van e-overheid aangaan en concrete maatregelen nemen die een verschil maken voor de burgers in grensregio's. De Commissie zal dit proces ondersteunen door bestaande digitale oplossingen te promoten bij de belanghebbenden bij grensoverschrijdende kwesties en bij overheidsinstanties die het meest betrokken zijn bij de grensoverschrijdende uitwisseling van gegevens. De Commissie zal er in dit verband op aandringen dat belanghebbenden bij grensoverschrijdende kwesties bij haar lopende en toekomstige projecten op het gebied van e-overheid worden betrokken met het oog op grensoverschrijdende overheidsdiensten die aan de behoeften van burgers en bedrijven voldoen. Succesvolle lopende projecten (bijvoorbeeld de wederzijdse erkenning van de elektronische identiteitskaart of de elektronische uitwisseling van gegevens betreffende de sociale zekerheid (EESSI)) vormen hiervoor een solide basis.

3.4.Betrouwbare en begrijpelijke informatie en bijstand verstrekken

Het uit de weg ruimen van grensobstakels vergt tijd en volgehouden inspanningen. In de tussentijd is het van vitaal belang toegang te hebben tot alle beschikbare en betrouwbare informatie over wonen en werken aan de andere kant van de grens en tot diensten die problemen ter zake kunnen oplossen. Tijdens de voorbereiding van deze mededeling is gebleken dat burgers en bedrijven bezorgd zijn over het gebrek aan betrouwbare informatiediensten. Dit gebrek kan leiden tot rechtsonzekerheid, die grensoverschrijdende interactie bemoeilijkt of de uitvoering van grensoverschrijdende projecten langer en duurder maakt.

Goede praktijk: Het aanvankelijk door Interreg gefinancierde Infobest-netwerk 22 van onestopshops in het drielandengebied van Frankrijk, Duitsland en Zwitserland aan de Boven-Rijn voorziet burgers van betrouwbare informatie over alle aspecten van het leven aan de andere kant van de grens (bijvoorbeeld werkgelegenheid en onderwijs) en ondersteunt grensoverschrijdende contacten met de verschillende overheidsinstanties.

Pan-Europese diensten en instrumenten (bijvoorbeeld Uw Europa, het informatiesysteem interne markt en het Solvit-netwerk) zijn in dit verband nuttig.

Actiepunt: De Commissie heeft onlangs een voorstel voor een verordening betreffende 'één digitale toegangspoort' ingediend 23 . Als het voorstel wordt aangenomen, kunnen burgers en bedrijven via één digitaal toegangspunt gemakkelijker toegang krijgen tot informatie van hoge kwaliteit, administratieve onlineprocedures en bijstand. Het is de bedoeling het eenmaligheidsbeginsel in het kader van de éne digitale toegangspoort voor het eerst op EU-niveau toe te passen door de bevoegde autoriteiten uit verschillende lidstaten in staat te stellen gegevens rechtstreeks uit te wisselen voor een aantal belangrijke procedures. De gebruikers zullen ook worden aangemoedigd feedback te leveren zodat steeds aan hun behoeften kan worden voldaan en informatie over obstakels voor de eengemaakte markt kan worden verzameld.

Actiepunt: In haar recent goedgekeurde mededeling 'Actieplan ter versterking van Solvit: de voordelen van de eengemaakte markt bereikbaar maken voor burgers en bedrijven' 24 verbindt de Commissie zich ertoe Solvit samen met de lidstaten verder te versterken, zodat de grensoverschrijdende problemen van meer burgers en bedrijven kunnen worden opgelost.

3.5.Grensoverschrijdende werkgelegenheid ondersteunen

Tijdens de voorbereidende werkzaamheden is gebleken dat vooral de arbeidsmobiliteit de negatieve gevolgen van grensobstakels rechtstreeks ondervindt. Betroffen zijn vooral grensarbeiders die aan de ene kant van de grens wonen maar dagelijks of wekelijks naar de andere kant van de grens reizen om er te werken 25 .

Er bestaan een aantal instrumenten en coördinatiemechanismen op Europees niveau om grensoverschrijdende arbeid te vergemakkelijken, bijvoorbeeld het Europees netwerk van diensten voor arbeidsvoorziening (Eures), de regels voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels, het Europees kwalificatiekader (dat het inzicht in en de vergelijking van kwalificaties bevordert), het Europass-kader (dat burgers in staat stelt hun vaardigheden en kwalificaties kenbaar te maken), de Europese classificatie van vaardigheden, competenties, kwalificaties en beroepen en de Europese beroepskaart (een digitale procedure in de hele EU voor de erkenning van beroepskwalificaties). Zowel het EU-programma voor werkgelegenheid en sociale innovatie (EaSI) als het Europees Sociaal Fonds verleent financiële steun ter bevordering van arbeidsmobiliteit in grensregio’s. De Eures-pijler van het EaSI-programma ondersteunt grensoverschrijdende partnerschappen die voorzien in informatie en arbeidsbemiddeling ten behoeve van grensarbeiders en hun werkgevers.

Goede praktijk: De socialezekerheidsdiensten en de arbeidsinspecties van Galicië en Noord-Portugal hebben een netwerk opgezet dat door het plaatselijke grensoverschrijdende Eures-partnerschap wordt ondersteund en obstakels voor de grensoverschrijdende mobiliteit van werkgevers en werknemers sneller uit de weg helpt ruimen. Ze hebben voor doeltreffende samenwerkingskanalen tussen de socialezekerheidsdiensten en de arbeidsinspecties in de grensregio gezorgd.

Deze maatregelen en instrumenten hebben hun positieve effecten echter nog niet ten volle in de grensregio's kunnen sorteren. Bij een aantal procedures is er nog ruimte voor verbetering, bijvoorbeeld bij de afsluiting van een leerlingovereenkomst, de volledige erkenning van vaardigheden en competenties, de toegang tot vacatures, de identificatie van werknemers, het verkrijgen van rechtszekerheid inzake fiscale kwesties, het verwerven van een alles dekkende sociale zekerheid, het verkrijgen van beroepsaansprakelijkheidsverzekeringen voor medisch personeel en bij ingewikkelde procedures om een beroepscertificaat te verkrijgen. Ook de voorlichting (onder meer van burgers en werkgevers) en het verzamelen van gegevens ten behoeve van de besluitvorming moeten nog worden verbeterd.

Actiepunt: De lidstaten en de regionale autoriteiten worden aangespoord om de samenwerking tussen de openbare diensten voor arbeidsvoorziening in de grensregio’s (met inbegrip van de gezamenlijke grensoverschrijdende diensten voor arbeidsvoorziening) te intensiveren, zodat de toegang tot informatie en banen op de grensoverschrijdende arbeidsmarkt wordt verbeterd. Bestaande praktijken zullen op grotere schaal ter beschikking worden gesteld via het bovenvermelde voorgestelde professionele netwerk.

3.6.Meertaligheid in grensregio's bevorderen

De rijkdom aan culturen en tradities in Europa is een grote troef. Meertaligheid is een doelstelling van de Europese integratie. Actieve kennis van vreemde talen is ook steeds belangrijker om de inzetbaarheid, de mobiliteit en het concurrentievermogen te bevorderen, wat in grensregio's bijzonder relevant is.

Goede praktijk: De in 2014 aangenomen 'Frankreich-Strategie' van de Duitse deelstaat Saarland 26 bevordert meertaligheid op alle bestuursniveaus. De strategie wordt geschraagd door een leerplan met onder meer verplicht Frans vanaf de kleuterschool. Als gevolg hiervan is meer dan de helft van alle kleuterscholen in het gebied tweetalig.

Toch hebben talrijke deelnemers aan de openbare raadpleging voor deze mededeling taal aangemerkt als een bron van problemen. Uit de ervaring van belanghebbenden bij grensoverschrijdende kwesties blijkt dat het rigide gebruik van verschillende talen aan beide zijden van een grens vaak leidt tot meer administratieve lasten en zinvolle contacten tussen overheidsinstanties en burgers belemmert.

De Commissie volgt een door de Raad goedgekeurde strategie die gebaseerd is op de door de staatshoofden en regeringsleiders van de EU geformuleerde doelstelling dat alle burgers de kans moeten krijgen twee vreemde talen te leren vanaf jonge leeftijd 27 . In grensregio’s is een van deze talen idealiter de taal van de buren. Talen leren is ook een overkoepelende prioriteit van Erasmus+ (het Europese financieringsprogramma voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport). Het programma kan het leren van talen in grensregio's op velerlei manieren bevorderen.

Actiepunt: De lidstaten, regio’s en gemeenten worden aangespoord de mogelijkheden van een leven lang leren te benutten om de tweetaligheid in grensregio’s intensiever te bevorderen. Bestaande goede praktijken zouden als inspiratiebron moeten fungeren en zullen door de Commissie verder worden bevorderd. Er zal van bestaande financieringsinstrumenten (bijvoorbeeld Erasmus + en de programma’s voor grensoverschrijdende samenwerking van Interreg) worden gebruikgemaakt om waar nodig steun te verlenen.

3.7.De grensoverschrijdende toegankelijkheid bevorderen

Vervoer is van cruciaal belang om uitwisselingen tussen regio’s over nationale grenzen heen te bevorderen. Vooral het openbaar vervoer draagt bij tot zowel integratie als een duurzamere grensoverschrijdende connectiviteit. Veel burgers in grensregio's hebben nog steeds geen, onvoldoende of ondermaats openbaar vervoer. De problemen doen zich voor op drie niveaus: 1) infrastructuurverbindingen, 2) dienstverlening en 3) de kwaliteit van diensten. Vooral kleinschaligere spoorweginfrastructuur ontbreekt soms of is soms niet operationeel langs binnengrenzen in de EU vanwege allerhande problemen (bijvoorbeeld uiteenlopende prioriteiten, verschillende juridische/procedurele/organisatorische benaderingen of budgettaire beperkingen).

Goede praktijk: Interreg financiert grensoverschrijdende mobiliteitsprojecten, waarvan het merendeel is opgenomen in de Keep-database 28 . In het drielandengebied van Duitsland, Nederland en België hebben aanbieders van openbaar vervoer bijvoorbeeld een gemeenschappelijk platform ontwikkeld (http://mobility-euregio.com) met gecombineerde dienstregelingen, een gezamenlijk prijsbeleid en een gemoderniseerd ticketsysteem. Aan de Duits-Zwitserse grens is voor een nieuwe buslijn tussen Grenzach-Wyhlen (Duitsland) en Basel (Zwitserland) gezorgd ten behoeve van de 1 900 plaatselijke pendelaars (op een totale bevolking van 14 000 inwoners).

Op het niveau van de EU wordt hoge prioriteit verleend aan meer harmonisatie en coördinatie van technische en wettelijke normen en aan het streven naar interoperabiliteit in de vervoerssector. Er is met succes voor coördinatie en harmonisatie gezorgd op het gebied van TEN-V, dat als voorbeeld kan dienen voor andere beleidsgebieden dan vervoer. Met betrekking tot het verlenen van multimodale reisinformatiediensten in de hele EU zal toekomstige EU-wetgeving bijvoorbeeld voorzien in passende raamvoorwaarden om alle bij de reisinformatiewaardeketen betrokken belanghebbenden in staat te stellen samen te werken 29 .

Actiepunt: In 2018 zullen de resultaten van een onderzoek van de Commissie naar ontbrekende spoorverbindingen langs de binnengrenzen beschikbaar zijn. Belanghebbenden zullen toegang hebben tot de resultaten van het onderzoek via het Border Focal Point.

Actiepunt: De organisatie van grensoverschrijdend openbaar vervoer is een nationale, regionale en plaatselijke bevoegdheid. De lidstaten, regio’s en gemeenten worden daarom aangespoord meer inspanningen te leveren om voor meer geïntegreerd openbaar vervoer van betere kwaliteit te zorgen. Het Border Focal Point zal goede praktijken beschikbaar stellen en waar mogelijk deskundig advies verlenen.

3.8.Samenwerking in de gezondheidszorg bevorderen

De bevordering van de samenwerking tussen de lidstaten met het oog op meer complementariteit van de gezondheidsdiensten in grensregio's is een prioriteit voor de EU 30 . Er zijn verschillende structuren en beginselen voor de terugbetaling van grensoverschrijdende gezondheidszorg met als gevolg bijvoorbeeld uiteenlopende en complexe procedures voor de voorafgaande toestemming voor gezondheidsdiensten en voor betalingen/terugbetalingen; administratieve lasten voor patiënten die specialisten aan de andere kant van de grens willen raadplegen; onverenigbaarheden bij het gebruik van technologie en de uitwisseling van patiëntgegevens; en een gebrek aan geharmoniseerde toegankelijke informatie (met inbegrip van een gebrek aan informatie in de taal van de patiënt). De beperkte toegankelijkheid aan beide zijden van de grens belemmert daarom dat ten volle van de faciliteiten voor gezondheidszorg kan worden gebruikgemaakt. Ook nood- en reddingsdiensten worden soms gehinderd bij grensoverschrijdende interventies.

Goede praktijk: Dankzij een geïnstitutionaliseerde overeenkomst waarbij zeven georganiseerde zones voor grensoverschrijdende gezondheidszorg aan de Frans-Belgische grens zijn opgericht 31 , hebben meer dan 20 000 patiënten dichterbij huis gezondheidszorg in het buurland gekregen.

Actiepunt: De Commissie zal een uitgebreide inventaris opmaken van de grensoverschrijdende samenwerking in de gezondheidszorg in de EU om goede praktijken op te sporen en toekomstige uitdagingen te analyseren. De inventaris zal in 2018 beschikbaar zijn en belanghebbenden zullen er toegang toe hebben via het Border Focal Point. De Commissie zal in 2018 ook een strategisch evenement organiseren om de aandacht op goede praktijken bij grensoverschrijdende samenwerking in de gezondheidszorg te vestigen en na te gaan hoe deze samenwerking verder overal in de Unie kan worden ontwikkeld.

3.9.Over het juridische en financiële kader voor grensoverschrijdende samenwerking nadenken

De EU heeft voor een aantal juridische en financiële instrumenten gezorgd om de grensoverschrijdende samenwerking in Europa te vergemakkelijken. De Europese groepering voor territoriale samenwerking 32 bijvoorbeeld stelt entiteiten uit twee of meer lidstaten in staat samen te werken op basis van een gemeenschappelijke structuur met rechtspersoonlijkheid. De grensoverschrijdende samenwerking wordt hierdoor vaak vergemakkelijkt en de regionale en plaatselijke overheden kunnen samenwerken zonder een op het niveau van de lidstaten geratificeerde overeenkomst. Het volledig institutionele karakter van deze instrumenten is echter niet altijd geschikt om juridische en administratieve belemmeringen uit de weg te ruimen.

Goede praktijk: De EGTS-Eurometropool Lille-Doornik-Kortrijk 33 is de grootste grensoverschrijdende metropool in Europa. 14 instellingen uit Frankrijk en België (ontwikkelingsagentschappen en nationale, regionale en plaatselijke autoriteiten) werken samen om het 'grenseffect' teniet te doen en het dagelijkse leven van de 2,1 miljoen inwoners gemakkelijker te maken.

Actiepunt: Een aantal lidstaten denkt na over de waarde van een nieuw instrument dat het mogelijk maakt dat — op vrijwillige basis en met de instemming van de bevoegde autoriteiten — de regels van een lidstaat ook in de naburige lidstaat gelden voor een in de tijd beperkt en door de plaatselijke en/of regionale overheden opgezet specifiek project in een grensregio. De diensten van de Commissie volgen deze werkzaamheden aandachtig. Rekening houdend met de informatie die de in punt 3.1 vermelde proefprojecten opleveren, zal de Commissie nadenken over opties om dit instrument verder te ontwikkelen.

Actiepunt: De lidstaten en de Europese instellingen moeten in een vroeg stadium een dialoog aangaan over de vraag hoe toekomstige financieringsprogramma’s een meer strategische bijdrage kunnen leveren om grensobstakels te voorkomen en uit de weg te ruimen en grensoverschrijdende overheidsdiensten te ontwikkelen.

3.10.Gegevens over grensoverschrijdende interactie verzamelen ten behoeve van de besluitvorming

Om grensobstakels uit de weg te kunnen ruimen is het eerst en vooral noodzakelijk gegevens over de obstakels te verzamelen. Er worden echter maar weinig middelen geïnvesteerd in het verzamelen en analyseren van gegevens over grensproblemen. Gewezen zij op uitstekende voorbeelden van het verzamelen en analyseren van informatie in Frankrijk 34 en Hongarije 35 .

Ook de beperkte beschikbaarheid van statistische en geospatiale gegevens over grensoverschrijdende stromen doet afbreuk aan de mogelijkheden voor echte grensoverschrijdende beleidsontwikkeling en besluitvorming. Een paar regio's hebben inspanningen geleverd waarop andere regio’s kunnen voortbouwen.

Goede praktijk: Het dataportaal voor de 'Grand Région' 36 in en rond Luxemburg verzamelt gegevens van vijf nationale en regionale bureaus voor de statistiek om beleidsmakers te voorzien van gegevens over grensoverschrijdende stromen en territoriale trends in een gebied dat gekenmerkt wordt door een hoge mate van interactie (bijvoorbeeld 200 000 grensarbeiders).

Er zijn niet altijd voldoende of genormaliseerde statistische en geospatiale gegevens over grensoverschrijdende stromen en fenomenen beschikbaar om beleidsmakers in staat te stellen doordachte beslissingen te nemen. De lidstaten moeten innovatieve methoden voor gegevensverzameling (bijvoorbeeld georeferencing of geocoding) onderzoeken die voor grensoverschrijdende analysen (bijvoorbeeld gridgebaseerde gegevens) kunnen worden gebruikt. Eurostat zorgt daarbij voor coördinatie.

Actiepunt: De Commissie financiert een eenjarig proefproject met bureaus voor de statistiek om het potentiële gebruik te testen van gegevens van de arbeidskrachtenenquête, administratieve en tellingsgegevens en gegevens van mobiele telefoons. Deze samenwerking met de lidstaten moet worden voortgezet en versterkt op basis van de in 2018 beschikbare resultaten van het proefproject.

Actiepunt: De Commissie werkt samen met het programma voor territoriale samenwerking van ESPON (European Observation Network for Territorial Development and Cohesion) om territoriaal onderzoek in verband met grensregio's verder te bevorderen. De Commissie bouwt ook voort op succesvol territoriaal onderzoek dat gefinancierd wordt door zowel het zevende kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling en Horizon 2020 als via het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek. Het Border Focal Point zal van deze werkzaamheden gebruikmaken om een doordachte besluitvorming te bevorderen die aan de problemen van grensgemeenschappen tegemoetkomt.

4.conclusies

De interne grensregio’s in de EU dragen in aanzienlijke mate bij tot de sociaaleconomische rijkdom van Europa. Het zijn geografische gebieden waar burgers, bedrijven en overheden de Europese integratie in het dagelijkse leven ervaren.

Uit gegevens blijkt dat het erg zinvol is de negatieve effecten van het aanhoudende gebrek aan territoriale, juridische en administratieve samenhang in grensregio’s te verhelpen.

In samenwerking met de lidstaten, regio’s en andere belanghebbenden moeten maatregelen op EU-niveau worden genomen om het potentieel van de grensregio’s beter te benutten. De Commissie moet in dit verband een cruciale rol spelen. Bij het voorstellen van wetgeving of financieringsmechanismen kan de Commissie rechtstreeks maatregelen nemen op gebieden die onder haar bevoegdheid vallen. Even belangrijk is dat de Commissie de lidstaten en regio’s steunt om de problemen beter te begrijpen en doeltreffende oplossingen te ontwikkelen, met name door de uitwisseling van informatie te bevorderen en succesvolle praktijken onder de aandacht te brengen.

De afgelopen 25 jaar heeft de begroting van de EU aanzienlijk bijgedragen tot de ontwikkeling van de grensregio’s. Toekomstige financieringsprogramma’s zouden dit op de meest doeltreffende en efficiënte wijze moeten blijven doen, waarbij de aandacht vooral moet uitgaan naar gebieden waar de EU voor een bijzonder hoge meerwaarde zorgt. Er zou bijvoorbeeld kunnen worden overwogen het oplossen van grensproblemen een centrale plaats toe te kennen in de programma’s voor grensoverschrijdende samenwerking. Er moet in deze programma's ook bijzondere aandacht worden geschonken aan tekortkomingen en het gebrek aan samenhang op een aantal beleidsterreinen (bijvoorbeeld vervoer). Er zou ten slotte kunnen worden overwogen gezamenlijke overheidsdiensten in naburige grensregio’s te bundelen en er zou rekening kunnen worden gehouden met de behoeften voor de opbouw van instellingen.

Ook de lidstaten en regio’s moeten een centrale rol bij dit proces spelen. Ze moeten maatregelen op gebieden onder hun bevoegdheid nemen om nieuwe obstakels te voorkomen en bestaande obstakels uit de weg te ruimen. Ze moeten ernstig overwegen voor meer coördinatie (bijvoorbeeld bij de omzetting van EU-wetgeving), meer wederzijdse erkenning en een betere afstemming van hun beleid op alle buren te zorgen.

Zoals eerder vermeld zal de Commissie al in 2017 maar ook de volgende jaren maatregelen nemen. Het Border Focal Point zal spoedig operationeel worden zodat de voorgestelde maatregelen snel kunnen worden uitgevoerd.

Doel is aan te tonen dat grensregio’s hun bijdrage aan het sociaaleconomische welzijn van de EU-burgers kunnen vergroten en tegelijkertijd kunnen uitgroeien tot levende laboratoria van de Europese integratie ten behoeve van de Europese territoria en hun inwoners.

(1) EVA: Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein. IJsland heeft alleen zeegrenzen met de EU. Zie de kaart op blz. 3.
(2) Om statistische redenen zijn de gegevens gebaseerd op NUTS 3-regio's in het kader van de European Nomenclature of territorial units for statistics: http://ec.europa.eu/eurostat/web/nuts
(3) De projecten zijn opgenomen in de door Interreg gefinancierde KEEP-database: www.keep.eu
(4) De vijf belangrijkste resultaten zijn in 2015 uitgebreid aan bod gekomen tijdens de viering van de 25e verjaardag van Interreg.
(5) Mededeling van de Europese Commissie "Versterking van innovatie in de Europese regio’s: strategieën voor veerkrachtige, inclusieve en duurzame groei", COM(2017) 376 van 18 juli 2017: http://eur-lex.europa.eu/legal-content/nl/TXT/?uri=CELEX:52017DC0376
(6) Investeringsplan: https://ec.europa.eu/commission/priorities/jobs-growth-and-investment/investment-plan_nl
(7)

   "Territories with specific geographical features", Europese Commissie, DG Regio (2009), werkdocument nr. 02/2009:  http://ec.europa.eu/regional_policy/en/information/publications/working-papers/2009/territories-with-specific-geographical-features

(8) Een grensobstakel is in de context van deze mededeling niet alleen een beperking van het door het Europees Hof van Justitie vastgestelde vrije verkeer, maar ook een wet, een regel of een administratieve procedure die het inherente potentieel van een grensregio bij grensoverschrijdende interactie belemmert.
(9) 'Witboek over de toekomst van Europa' van de Europese Commissie, COM(2017) 2025 van 1 maart 2017.
(10) 'Cross-Border Review':
http://ec.europa.eu/regional_policy/en/policy/cooperation/european-territorial/cross-border/review/
(11) Ecorys Netherlands in samenwerking met Mazars, 'Study about administrative formalities of important procedures and administrative burdens for businesses', Europese Commissie, april 2017: https://ec.europa.eu/growth/tools-databases/newsroom/cf/itemdetail.cfm?item_id=9134&lang=en , en werkdocument van de diensten van de Commissie SWD(2017) 213 van 2 mei 2017: http://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?qid=1503565263778&uri=CELEX:52017SC0213
(12) Le Groupement Transfrontalier Européen: http://www.frontalier.org/
(13)

   Politecnico di Milano (2017) Quantification of the effects of legal and administrative border obstacles in land border regions.

(14) De kosten om de obstakels uit de weg te ruimen zijn niet in deze berekening opgenomen. Voor meer informatie: zie voetnoot 13.
(15) De EU-strategie voor het Oostzeegebied, de EU-strategie voor het Donaugebied, de EU-strategie voor de Adriatische en Ionische regio en de EU-strategie voor het Alpengebied.
(16) Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s 'Betere regelgeving voor betere resultaten - Een EU-agenda', COM(2015) 215 final van 19 mei 2015.
(17) Institute for Transnational and Euregional Cross-Border Cooperation and Mobility van de Universiteit van Maastricht: https://www.maastrichtuniversity.nl/research/institute-transnational-and-euregional-cross-border-cooperation-and-mobility-item
(18) Uit het verslag van de Europese Commissie uit 2016 over e-overheid blijkt dat de online-overheidsdiensten niet overal in gelijke mate zijn verbeterd, Digital Single Market, News, Digibytes, 3 oktober 2016: https://ec.europa.eu/digital-single-market/en/news/eu-egovernment-report-2016-shows-online-public-services-improved-unevenly
(19) "EU-actieplan inzake e-overheid 2016-2020 - Voor een snellere digitalisering van overheidsdiensten" van de Europese Commissie, COM(2016) 179 van 19 april 2016: https://ec.europa.eu/digital-single-market/en/news/communication-eu-egovernment-action-plan-201 6-2020-accelerating-digital-transformation http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?qid=1503566265012&uri=CELEX:52016DC0179
(20) Europese Commissie "The “Once-Only” Principle (TOOP) Project launched in January 2017", Digital Single Market, Project News and Results, 26 januari 2017: https://ec.europa.eu/digital-single-market/en/news/once-only-principle-toop-project-launched-january-2017
(21) Machine translation for public administrations - MT@EC: https://ec.europa.eu/info/resources-partners/machine-translation-public-administrations-mtec_en
(22) Infobest: https://www.infobest.eu/
(23) Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de oprichting van één digitale toegangspoort voor informatie, procedures en diensten voor ondersteuning en probleemoplossing en houdende wijziging van Verordening (EU) nr. 1024/2012: http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NLTXT/?uri=CELEX%3A52017PC0256
(24) Mededeling van de Europese Commissie 'Actieplan ter versterking van Solvit: de voordelen van de eengemaakte markt bereikbaar maken voor burgers en bedrijven', COM(2017) 255 van 2 mei 2017: http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX:52017DC0255
(25) Grensarbeiders worden gedefinieerd als burgers van de EU/EVA die in een EU- of EVA-land wonen maar in een ander EU- of EVA-land werken en regelmatig op dagelijkse of ten minste wekelijkse basis grenzen overschrijden, ongeacht hun precieze burgerschap (mits zij burgers van de EU-28/EFTA zijn).
(26) France Saarland Strategy October 2016: https://www.saarland.de/dokumente/ressort_finanzen/MFE_Frankreich_Startegie_LangDIn4S_UK_Lay2.pdf
(27) Europese Unie - "Conclusies van de Raad over meertaligheid en de ontwikkeling van taalcompetenties", mei 2014: http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX:52014XG0614(06)
(28) www.keep.eu
(29) Een gedelegeerde verordening tot aanvulling van Richtlijn 2010/40/EU.
(30) Naast bepalingen in het Verdrag zelf zij gewezen op Richtlijn 2011/24/EU betreffende de toepassing van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg en Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels.
(31) Espaces Transfrontaliers, La Communauté de santé transfrontalière: http://www.espaces-transfrontaliers.org/ressources/themes/sante/sante-4/
(32) Verordening (EG) nr. 1082/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 19), gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 1302/2013 van 17 december 2013 (PB L 347 van 20.12.213, blz. 303).
(33) Eurometropool: http://www.eurometropolis.eu/
(34) Mission Opérationnelle Transfrontalière: www.espaces-transfrontaliers.org
(35) Central European Service for Cross-Border Initiatives: www.cesci-net.eu
(36) Grand Région: http://www.grande-region.lu/portal/