Artikelen bij COM(2018)36 - Verslag over het stelsel van algemene preferenties voor de periode 2016-2017

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 19.1.2018

COM(2018) 36 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Verslag over het stelsel van algemene preferenties voor de periode 2016-2017

{SWD(2018) 23 final}
{SWD(2018) 24 final}
{SWD(2018) 25 final}
{SWD(2018) 26 final}
{SWD(2018) 27 final}
{SWD(2018) 28 final}
{SWD(2018) 29 final}
{SWD(2018) 30 final}
{SWD(2018) 31 final}
{SWD(2018) 32 final}


1.Inleiding

In dit verslag en het begeleidende werkdocument van de diensten van de Commissie 1 worden de effecten van het stelsel van algemene preferenties ("SAP") in de periode 2016-2017 geëvalueerd, met bijzondere aandacht voor de prestaties van SAP+-begunstigde landen. Overeenkomstig de SAP-verordening 2 wordt dit verslag om de twee jaar aan het Europees Parlement en de Raad voorgelegd.


Via het SAP blijft de EU vooroplopen wat betreft het begeleiden van ontwikkelingslanden om duurzame ontwikkeling te bereiken met behulp van de economische aanjagers voor handel. Handelspreferenties als middel om universele waarden op het gebied van mensenrechten, sociale rechtvaardigheid en milieubescherming te bevorderen, maken integraal deel uit van de handel voor iedereen 3 -strategie van de Commissie. Een ruime toegang tot de EU-markt stelt SAP-begunstigde landen in staat om via internationale handel extra inkomsten te genereren en draagt bij aan hun inspanningen om armoede terug te dringen en duurzame ontwikkeling, mensenrechten en goed bestuur te bevorderen.

1.1.Drie regelingen in het kader van het SAP

Het SAP heeft drie verschillende handelspreferentieregelingen, die in het SAP-verslag van 2016 4 gedetailleerd zijn beschreven en hieronder zijn samengevat:

−De algemene regeling ("standaard-SAP") verleent tariefverminderingen voor ongeveer 66 % van alle EU-tarieflijnen naar laaginkomens- of lagermiddeninkomenslanden 5 die geen andere preferentiële toegang tot de EU-markt hebben. In de verslagperiode 2016-2017 waren er 23 standaard-SAP-begunstigde landen (zie Tabel   1 ).

−In het kader van de bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur ("SAP+") wordt in aanmerking komende landen die kwetsbaar zijn wat economische diversificatie en exportvolumes betreft volledige schorsing van rechten verleend voor in wezen dezelfde 66 % van de tarieflijnen als het standaard-SAP. In ruil daarvoor moeten de begunstigde landen 27 fundamentele internationale overeenkomsten, zoals vermeld in de SAP-verordening, die betrekking hebben op mensenrechten, arbeidsrechten, milieubescherming en goed bestuur ratificeren en daadwerkelijk ten uitvoer leggen. In de verslagperiode 2016-2017 waren er 10 SAP+-begunstigde landen (zie tabel 2).

−De bijzondere regeling 'alles behalve wapens' (Everything But Arms — EBA) verleent landen die door de VN als minst ontwikkelde landen ("MOL's") zijn aangemerkt een volledige rechten- en contingentvrije toegang voor alle producten behalve wapens en munitie. Landen die een vrijhandelsovereenkomst met de EU sluiten, verliezen hun status als begunstigde van het standaard-SAP of het SAP+, maar niet hun EBA-status. In de verslagperiode 2016-2017 waren er 49 EBA-begunstigde landen (zie Tabel 3 ).

In 2016 kwam 62,6 miljard EUR aan invoer de EU binnen in het kader van het SAP: 31,6 miljard EUR uit standaard-SAP-begunstigde landen, circa 7,5 miljard EUR uit SAP+-begunstigde landen en 23,5 miljard EUR uit EBA-begunstigde landen (zie de tabellen 4 tot en met 7 voor details) 6 .

De figuren 1 en 2 geven een overzicht van de invoer in het kader van de drie SAP-regelingen.


Zoals figuur 3 laat zien, zijn de twee landen die het grootste deel van alle EU-invoer uit SAP-begunstigde landen (inclusief niet-SAP-invoer) voor hun rekening nemen, India en Vietnam – beide standaard-SAP-begunstigde landen. Het land dat goed is voor het op twee na grootste deel is Bangladesh, een EBA-begunstigd land.


Figuur 4 laat zien dat India, Bangladesh en Vietnam ook de drie grootste begunstigden zijn op basis van alleen de preferentiële SAP-invoer.


2.De standaard-SAP-regeling

India

Sinds 2014 zijn verschillende productafdelingen, waaronder textiel, uit het SAP gegradueerd omdat ze niet langer in aanmerking kwamen voor SAP-handelspreferenties. Ondanks de graduatie blijft India de grootste exporteur naar de EU in het kader van het SAP. In 2016 exporteerde India 7,6 miljard EUR aan textiel en kleding naar de EU, waarvan 5,7 miljard EUR in het kader van het standaard-SAP.

In de verslagperiode 2016-2017 waren er 23 standaard-SAP-begunstigde landen (tabel 1). In deze periode verlieten vijf landen het standaard-SAP als gevolg van wijzigingen in hun toegang tot de EU-markt (die onder een vrijhandelsovereenkomst viel) of in hun economische status (classificatie door de Wereldbank als hogermiddeninkomensland of hoger gedurende drie opeenvolgende jaren). Figuur 5 toont de uitsplitsing van preferentiële invoer 7 naar de EU in het kader van het standaard-SAP in 2016.

Vietnam

In 2016 was Vietnam goed voor 23 % van de totale invoer uit alle standaard-SAP-begunstigde landen. Als we alleen naar de SAP-invoer uit Vietnam kijken, zien we dat schoeisel goed was voor bijna 40 %.

De lijst van productafdelingen die afkomstig zijn uit standaard-SAP-begunstigde landen wordt om de drie jaar herzien. De recentste herziening vond plaats in 2016 en heeft geleid tot een herziene lijst van productafdelingen die op 1 januari 2017 van kracht werd 8 . Producten waarvoor geen steun van SAP-preferenties meer nodig was, zijn uit de productlijst geschrapt.


3.De EBA-regeling

De EBA-regeling is het vlaggenschipinstrument van het EU-handelsbeleid en is bedoeld als hulpmiddel voor de armste en zwakste landen van de wereld, de MOL's, om handelskansen te benutten. In de verslagperiode 2016-2017 waren er 49 EBA-begunstigde landen (zie tabel 3).

Figuur 6 geeft een uitsplitsing van de waarde en het percentage van de preferentiële invoer uit EBA-begunstigde landen in 2016. Het grootste deel van de EBA-invoer kwam uit Bangladesh (66 %), gevolgd door Cambodja (18 %).


3.1.Grotere betrokkenheid bij bepaalde EBA-begunstigde landen

Myanmar

Myanmar werd in 2013 weer opgenomen als EBA-begunstigde, als een erkenning van zijn inspanningen om ambitieuze politieke, sociale en arbeidshervormingen op gang te brengen. De recente humanitaire en mensenrechtensituatie in de staat Rakhine is uiterst ernstig. De EU heeft er bij de regering van Myanmar op aangedrongen volledige humanitaire toegang te verlenen en de veilige, vrijwillige en waardige terugkeer van alle vluchtelingen mogelijk te maken. De EU heeft Myanmar opgeroepen een duurzame oplossing te vinden voor de structurele problemen in de deelstaat Rakhine, overeenkomstig zijn internationale verplichtingen en de EBA-vereisten.

Zoals vermeld in de 'handel voor iedereen'-strategie van de Commissie, kan de EU in uitzonderlijke omstandigheden standaard-SAP- of EBA-preferenties tijdelijk intrekken, met name in geval van ernstige en systematische schending van beginselen die zijn vastgelegd in de verdragen inzake mensenrechten en arbeidsrechten die in de SAP-verordening zijn vermeld.

Door grotere betrokkenheid heeft de EU de dialoog met sommige EBA-begunstigde landen geïntensiveerd om aan te dringen op concrete acties en duurzame oplossingen voor ernstige tekortkomingen wat betreft het respecteren van fundamentele mensenrechten en arbeidsrechten. Als de dialoog geen resultaten oplevert, blijft de EU in laatste instantie bereid om de SAP-intrekkingsprocedure in te leiden, terdege rekening houdend met de economische en sociale gevolgen van die intrekking.

Bangladesh

De EBA heeft bijgedragen tot de sociaal-economische ontwikkeling van Bangladesh door miljoenen banen te genereren in de confectie-industrie, waar de grote meerderheid van de werknemers vrouwen zijn. Dit moet echter hand in hand gaan met de eerbiediging van fundamentele mensenrechten en arbeidsrechten, in het bijzonder de vrijheid van vereniging, om bij te dragen tot meer welvaart en fatsoenlijk werk. De EU moet echte en duurzame verbeteringen zien wil het land verdere stappen vermijden.

Wat Myanmar betreft, maakt de EU samen met Denemarken, Japan, de Verenigde Staten en de IAO deel uit van het 'Initiative to Improve Labour Rights and Practices in Myanmar' (Initiatief ter verbetering van de arbeidsrechten en -praktijken in Myanmar), dat tot doel heeft de naleving van de internationale arbeidsnormen van de IAO alsmede verantwoorde bedrijfspraktijken te bevorderen. Dit internationale forum van belanghebbenden helpt om de hervorming van het arbeidsrecht in Myanmar tot prioriteit te maken en de relaties tussen de sociale partners te bevorderen.

Naar aanleiding van de verslechterende situatie op het gebied van mensenrechten en arbeidsrechten in Bangladesh en Cambodja hebben de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) de contacten met deze twee landen geïntensiveerd en hebben zij de desbetreffende belanghebbenden, waaronder ngo's, maatschappelijke organisaties, internationale organisaties, sociale partners en bedrijven, erbij betrokken.

Cambodja

De EU is met Cambodja in gesprek over mensenrechtenkwesties die verband houden met grondgeschillen voortvloeiend uit suikerrietconcessies en over arbeidsrechtkwesties, met name de vrijheid van vereniging. De EU moet echte en duurzame verbeteringen zien wil het land verdere stappen vermijden.

In Bangladesh heeft de Commissie haar bezorgdheid geuit over de arbeidsrechten, met name de vrijheid van vereniging en de uitvoering van het gezamenlijke initiatief 'Pact ter continuele verbetering van de arbeidsrechten en de veiligheid in fabrieken van confectiekleding en breigoederen in Bangladesh'. De EU heeft in het bijzonder de aanpassing van de arbeidswet van Bangladesh en de wet inzake exportproductiezones aan de IAO-verdragen inzake arbeidsrechten als een van de prioritaire acties aangemerkt.

De EU heeft er bij de regering van Cambodja op aangedrongen een onafhankelijk en transparant mechanisme in het leven te roepen voor de behandeling van schadeclaims die voortvloeien uit de toekenning van economische landconcessies aan suikerrietplantages.

Een grotere betrokkenheid is in de eerste plaats gebaseerd op de beschikbare aanbevelingen en conclusies van de IAO en andere VN-organen die toezicht houden op de verdragen inzake mensenrechten en arbeidsrechten. Het gebruik van deze aanbevelingen en conclusies maakt het mogelijk om de uitvoering van de aangegane internationale verbintenissen op een objectieve en transparante manier te beoordelen.

Het proces heeft ertoe bijgedragen dat de regeringen meer onder druk zijn komen te staan om zorgwekkende kwesties aan te pakken en heeft tot enkele positieve ontwikkelingen geleid. Tegelijkertijd zijn de kwesties op coherente en gecoördineerde wijze aan de orde gesteld via alle relevante kanalen (zoals handelscomités, politieke dialoog of mensenrechtendialoog).

De vooruitgang is bemoedigend. Desalniettemin is de EU bereid om in laatste instantie de SAP-intrekkingsprocedure in gang te zetten indien onze constructieve inspanningen via de dialogen niet tot bevredigende resultaten leiden. Bij een dergelijk besluit zal terdege rekening worden gehouden met de negatieve economische, sociale en menselijke gevolgen van de mogelijke intrekking van SAP-preferenties.

4.De SAP+-regeling

Het SAP+ is een van de belangrijkste instrumenten van de EU om duurzame ontwikkeling in kwetsbare ontwikkelingslanden te bevorderen. De SAP+-begunstigde landen profiteren van eenvoudigere handel met de EU, mits zij de 27 fundamentele internationale verdragen inzake mensenrechten en arbeidsrechten, milieubescherming en goed bestuur effectief ten uitvoer leggen.

4.1.SAP+-begunstigde landen

In de verslagperiode 2016-2017 waren er 10 SAP+-begunstigde landen: Armenië, Bolivia, de Filippijnen, Georgië, Kaapverdië, Kirgizië, Mongolië, Pakistan, Paraguay en Sri Lanka (zie tabel 2). 

Georgië valt sinds 1 januari 2017 niet langer onder de SAP+-regeling omdat het preferentiële markttoegang kreeg in het kader van een diepe en brede vrijhandelsovereenkomst (DCFTA) met de EU. Kort na het begin van de verslagperiode (januari 2016) werd Kirgizië een SAP+-begunstigd land. Sri Lanka werd in mei 2017 opnieuw in het SAP+ opgenomen nadat het land er in 2010 uit was verwijderd. Paraguay, dat drie jaar op rij door de Wereldbank als een hogermiddeninkomensland is geclassificeerd, zal het SAP+ op 1 januari 2019 verlaten.

In figuur 7 wordt de waarde van de preferentiële invoer 9  uit SAP+-begunstigde landen in 2016 weergegeven. Het grootste deel kwam uit Pakistan, dat 74 % van alle SAP+-invoer voor zijn rekening nam.


4.2.SAP+-monitoring

Bolivia

Ondanks de algemene sociaal-economische situatie is Bolivia in 2016-2017 aanzienlijke vooruitgang blijven boeken wat betreft de effectieve uitvoering van mensenrechtenverbintenissen. Bolivia heeft met name inspanningen geleverd om armoede uit te roeien, de toegang tot onderwijs, gezondheidszorg, voedsel en huisvesting te verbeteren en reproductieve-gezondheidskwesties aan te pakken. Een belangrijk punt van zorg blijft echter de minimumleeftijd voor toelating tot het arbeidsproces, die niet verenigbaar is met IAO-Verdrag 138.

Het SAP+ is gebaseerd op het concept van duurzame ontwikkeling. Bij hun toetreding tot het SAP+ verbinden de begunstigde landen zich ertoe de 27 fundamentele verdragen effectief ten uitvoer te leggen in ruil voor een betere toegang tot de EU-markt.

Van SAP+-begunstigde landen wordt verwacht dat zij blijk geven van eigen verantwoordelijkheid en politiek engagement en – het allerbelangrijkst – dat zij hun naleving in de loop van de tijd voortdurend verbeteren, ondanks de vastgestelde tekortkomingen.

Pakistan

Er zijn positieve ontwikkelingen geweest wat betreft de versterking van het mensenrechtenkader en wetgevingsmaatregelen inzake de rechten van vrouwen, kinderen en minderheden alsmede arbeidsrechten, met wetgeving inzake onder meer foltering, jeugdrecht en transgenderrechten in de pijplijn. Deze domeinen en het gebruik van foltering, de toepassing van de doodstraf, de hoge prevalentie van kinderarbeid en de vrijheid van meningsuiting baren echter ernstige zorgen. De algemene mensenrechtensituatie is dus gemengd en Pakistan moet zijn inspanningen opvoeren om de handhaving en tenuitvoerlegging van wetgeving te waarborgen.

Wat SAP+-monitoring betreft, werkt de EU samen met het begunstigde land op alle gebieden waar de tenuitvoerlegging ontoereikend is.

Sri Lanka

Sri Lanka heeft belangrijke stappen gezet om het bestuur en de eerbiediging van de mensenrechten te verbeteren. Sri Lanka werkt goed samen met het VN-systeem. Een aantal belangrijke hervormingen die van rechtstreeks belang zijn voor de effectieve tenuitvoerlegging van de mensenrechtenverdragen in het kader van het SAP+ zijn echter nog niet door de regering doorgevoerd, met name de intrekking van de wet ter voorkoming van terrorisme, het garanderen van fundamentele juridische waarborgen en de bestrijding van foltering.

4.2.1.Samenwerking met belanghebbenden

De bewijslast voor de naleving van de bindende verbintenissen in het kader van het SAP+ rust op het begunstigde land 10 . Begunstigde landen moeten alle informatie verstrekken die de EU nodig heeft om de naleving van het SAP+ door de begunstigde landen te kunnen beoordelen. De beoordeling door de EU is in de eerste plaats gebaseerd op de recentste verslagen en aanbevelingen van internationale toezichthoudende instanties, zoals de IAO en de VN. De EU werkt actief samen met deze internationale organisaties, met name omdat VN-verslagen om de vier à vijf jaar worden uitgebracht, wat een langer interval is dan bij het SAP+ met zijn tweejarige verslagleggingscyclus. Voorafgaand aan en tijdens SAP+-monitoringmissies van de EU vinden er bijeenkomsten met toezichthoudende VN- en IAO-organen en hun lokale vertegenwoordigers plaats.

De EU maakt ook gebruik van een breed scala aan andere informatie en ontmoet in zowel de EU als het begunstigde land maatschappelijke organisaties, waaronder vakbonden, mensenrechtenverdedigers, bedrijven en werkgevers vóór en tijdens monitoringmissies. In juni 2017 vond een dialoog met het maatschappelijk middenveld plaats om maatschappelijke organisaties te raadplegen en hun inbreng en standpunten te verzamelen 11 .

Het Europees Parlement (EP) en de Raad zijn actief betrokken bij de tenuitvoerlegging van het SAP+ en de monitoring van de naleving door de begunstigde landen. Er worden regelmatig bijeenkomsten met de lidstaten georganiseerd in de vorm van de SAP-deskundigengroep en de SAP-werkgroep van de Raad. Onderwerpen die met deskundigen van de lidstaten zijn besproken, zijn onder meer de antwoorden van SAP+-begunstigde landen op de scorekaarten en nabesprekingen van SAP+-monitoringmissies.

Mongolië

De SAP+-dialoog en steun via een door de EU gefinancierd IAO-project hebben Mongolië aangemoedigd om zijn arbeidswetgeving te herzien. Mongolië heeft een nationaal programma inzake gendergelijkheid goedgekeurd om tegen 2021 genderbewust beleid te ontwikkelen. Het onlangs aangenomen wetboek van strafrecht bevat een definitie van 'foltering' die in overeenstemming is met het Verdrag tegen foltering. Er bestaat grote zorg over de mogelijke herinvoering van de doodstraf en de wijdverbreide corruptie, die een diepgaande invloed hebben op de mensenrechtensituatie.

In de periode 2016-2017 heeft de Commissie internationale handel van het EP (INTA) verschillende gedachtewisselingen over SAP georganiseerd, onder meer over de vorderingen van SAP+-begunstigde landen, monitoringbezoeken en de rol van maatschappelijke organisaties in SAP+-toepassingen. De Commissie en de EDEO hebben ook geprofiteerd van de betrokkenheid van de missies van delegaties van het EP naar specifieke SAP+-begunstigde landen.

4.2.2.De SAP+-monitoringmissies

Filipijnen

Er is vooruitgang geboekt op gebieden als gendergelijkheid, mensenhandel, arbeidsrechten, gezondheid, onderwijs, sociaal-economische rechten, corruptiebestrijding en milieubescherming. President Duterte heeft de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en de Filippijnen ondertekend, die nu nog door de senaat moet worden goedgekeurd. Buitengerechtelijke executies, met name in de strijd tegen illegale drugs, en de daarmee samenhangende straffeloosheid blijven echter een ernstig probleem, evenals de mogelijke herinvoering van de doodstraf en de verlaging van de minimumleeftijd voor strafrechtelijke aansprakelijkheid.

Bij SAP+-monitoring wordt gebruikgemaakt van twee onderling samenhangende instrumenten. Het eerste is de 'scorekaart', een lijst van de voornaamste tekortkomingen die door de desbetreffende internationale toezichthoudende instanties (of een andere nauwkeurige en betrouwbare bron) voor elk verdrag zijn vastgesteld. Alle SAP+-begunstigde landen ontvangen jaarlijks een dergelijke scorekaart en worden verzocht om op de genoemde tekortkomingen te reageren.

Het tweede instrument is de "SAP+-dialoog", met inbegrip van de SAP+-monitoringmissies, waarmee de EU met de autoriteiten een openhartig en open gesprek aangaat over geconstateerde tekortkomingen en corrigerende maatregelen. Tijdens de verslagperiode 2016-2017 hebben de Commissie en de EDEO monitoringmissies uitgevoerd in Armenië, Bolivia, de Filipijnen, Kaapverdië, Kirgizië, Mongolië, Pakistan, Paraguay en Sri Lanka.

De SAP+-monitoringmissies hebben rechtstreekse contacten op hoog niveau mogelijk gemaakt met regeringen, ministeries en agentschappen, maar ook met bedrijven, lokale ngo's en maatschappelijke organisaties. Er zijn coördinatievergaderingen gehouden met internationale VN- en IAO-organisaties die in de landen aanwezig zijn, zoals het Bureau van de Hoge Commissaris van de VN voor de Mensenrechten, het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP) en het VN-Bureau voor drugs- en misdaadbestrijding (UNODC). Dit heeft ertoe geleid dat belanghebbenden een beter algemeen begrip hebben van het SAP+-systeem en van de specifieke verbintenis van elk SAP+-begunstigd land, wat ook het ter plaatse verzamelen van input van de belangrijkste belanghebbenden heeft vergemakkelijkt.

Lokale belanghebbenden spelen een belangrijke rol bij het aansporen van regionale en centrale autoriteiten om hun SAP+-verbintenissen na te komen. Van bedrijven wordt met name verwacht dat ze, als directe begunstigden van tariefpreferenties, de autoriteiten ondersteunen bij de tenuitvoerlegging van de desbetreffende 27 verdragen.

SAP+-missie naar Kirgizië (juni 2016)

Aangezien Kirgizië pas in januari 2016 tot het SAP+ is toegetreden, was de missie gewijd aan de invoering van het SAP+ en voorlopige monitoring. De opeenvolgende SAP+-monitoringbijeenkomsten die parallel met de mensenrechtendialoog zijn georganiseerd, zijn zeer doeltreffend gebleken, aangezien in het kader van deze laatste ook relevante SAP+-kwesties zijn besproken, zoals het voorkomen van foltering en mishandeling in detentiecentra, het verbeteren van interetnische relaties, het tegengaan van discriminatie, het terugdringen van de praktijk van bruidontvoering en het verbeteren van de rechten van kinderen. Bedrijven wilden graag meer te weten komen over de economische voordelen van het SAP+.

SAP+-missie naar Bolivia (juni 2016)

Kinderarbeid was hoog op de agenda geplaatst, met bijzondere aandacht voor de verlaging van de leeftijd waarop kinderen mogen werken. Bolivia heeft het grootste aandeel inheemse volkeren in Zuid-Amerika (ongeveer 66 % van de totale bevolking) en er is ook gewezen op het recht van die volkeren op voorafgaande raadpleging over en geïnformeerde toestemming voor landtoegang.

SAP+-missie naar Kaapverdië (juli 2017)

De algemene mensenrechtensituatie in Kaapverdië blijft positief. Aanhoudende problemen zijn onder meer gendergerelateerd geweld, de rechten van het kind en achterstand in de verslaglegging. Wat dat laatste betreft, doet Kaapverdië opmerkelijke inspanningen om dit probleem in nauwe samenwerking met de IAO aan te pakken in het kader van een door de EU gefinancierd project voor capaciteitsopbouw.

SAP+-missie naar Paraguay (juni 2016)

Positieve initiatieven op het gebied van mensenrechten zijn onder meer de oprichting van het Sistema de Monitoreo de Recomendaciones (SIMORE) met steun van het Bureau van de Hoge Commissaris voor de mensenrechten (OHCHR). Kinderarbeid, met name in verband met de praktijk van 'criadazgo' (huishoudelijk werk), is tijdens de missie besproken als een van de belangrijkste aandachtspunten.

SAP+-missie naar Pakistan (november 2016)

De tweede SAP+-missie stelde positieve ontwikkelingen vast op zowel institutioneel gebied (bv. de oprichting van de nationale commissie voor mensenrechten en de opstelling van een nationaal actieplan voor mensenrechten) als op wetgevend gebied (bv. goedkeuring van wetten om verkrachtingen en eremoorden tegen te gaan). Tegelijkertijd blijven er ernstige uitdagingen bestaan, onder meer op het gebied van de rechten van vrouwen, kinderen en minderheden, de vrijheid van meningsuiting, de toepassing van de doodstraf, foltering en het vermogen om wetgeving uit te voeren en te handhaven.

SAP+-missie naar de Filipijnen (jan – feb 2017)

Er zijn positieve ontwikkelingen vastgesteld op het gebied van onder meer gendergelijkheid, mensenhandel, arbeidsrechten, reproductieve gezondheid en milieubescherming. De vooruitgang op belangrijke punten hangt af van wetsvoorstellen die momenteel in het parlement worden besproken. Er blijft ernstige bezorgdheid bestaan over de wijze waarop de campagne tegen illegale drugs wordt gevoerd, met name over het recht op leven, wettelijke waarborgen, doeltreffende opsporing en vervolging, de samenwerking met VN-mechanismen alsmede de mogelijke herinvoering van de doodstraf en de mogelijke verlaging van de minimumleeftijd voor strafrechtelijke aansprakelijkheid.

SAP+-missie naar Mongolië (maart 2017)

Tijdens het eerste SAP+-monitoringbezoek zijn positieve ontwikkelingen op wetgevingsgebied vastgesteld, zoals de inwerkingtreding van het nieuwe wetboek van strafrecht, de herziene wet inzake huiselijk geweld, de wet inzake kinderbescherming en de wet inzake de rechten van kinderen. Mongolië heeft goede vooruitgang geboekt op het gebied van verslaglegging aan de IAO met de hulp van een door de EU gefinancierd project. Mongolië streeft er ook naar zijn capaciteit te verbeteren om de handelsvoordelen van SAP+ ten volle te benutten.

SAP+-missie naar Armenië (juni 2017)

De meest in het oog springende kwesties die door Armenië moeten worden aangepakt, zijn grondig besproken, waaronder de effectieve uitvoering van de actieplannen inzake mensenrechten voor de perioden 2014-2016 en 2017-2019, de voorlegging aan het parlement van het nieuwe gerechtelijk wetboek, wetboek van strafrecht en wetboek van strafvordering, een op zichzelf staande wet tegen huiselijk geweld en een alomvattende antidiscriminatiewet die in overeenstemming is met internationale normen, en de noodzaak om een arbeidsinspectiesysteem (opnieuw) op te zetten en vooruitgang te boeken op weg naar de status "Categorie 1" in het kader van de CITES-overeenkomst.

SAP+-missie naar Sri Lanka (september 2017)

Tijdens de eerste monitoringmissie na de toetreding van Sri Lanka tot het SAP+ in mei 2017, die ook een bezoek aan Jaffna omvatte, werd vastgesteld dat Sri Lanka in het algemeen vooruitgang boekt bij de tenuitvoerlegging van de 27 verdragen. Er zijn echter meer inspanningen nodig om de wet ter voorkoming van terrorisme in te trekken, het wijdverbreide gebruik van foltering aan te pakken, gedwongen verdwijningen te verantwoorden, land in voormalige conflictgebieden terug te geven en vakbondsdiscriminatie en oneerlijke arbeidspraktijken te bestrijden.

4.3.Projecten voor technische bijstand en ontwikkeling

Tijdens de verslagperiode hebben de Commissie en de IAO specifieke SAP+-projecten 12 uitgevoerd ter ondersteuning van de naleving van de IAO-vereisten inzake verslaglegging en tenuitvoerlegging in de volgende SAP+-begunstigde landen: Armenië, de Filipijnen, Kaapverdië, Mongolië, Pakistan en Paraguay. Deze projecten zullen de komende twee jaar worden voortgezet.

In Armenië, de Filippijnen en Paraguay lag de nadruk op het versterken van de capaciteit van overheidsinstanties om de fundamentele IAO-verdragen effectief toe te passen. In Kaapverdië ondersteunde de IAO de lokale overheid met het indienen van achterstallige IAO-verslagen. In Pakistan was het hoofddoel de ondersteuning van het opstellen van wetgeving en daarmee samenhangende uitvoeringsinitiatieven voor de uitbanning van kinderarbeid en dwangarbeid. In Mongolië heeft de IAO, naast capaciteitsopbouw voor tijdige verslaglegging, geholpen bij de aanpassing van de wetgeving aan het IAO-Verdrag betreffende de toepassing van de beginselen van het recht zich te organiseren en collectief te onderhandelen.

Kernpunten van EU-IAO-projecten in SAP+-begunstigde landen

Kaapverdië

In Kaapverdië heeft de SAP+-actie van de EU de drie groepen (regering, werkgevers en werknemers) beter bewust gemaakt van de fundamentele IAO-Verdragen. Ze heeft ook de tripartiete besprekingen over wetgeving bevorderd in het licht van de opmerkingen van de toezichthoudende organen van de IAO. Daarnaast heeft Kaapverdië zijn achterstand in de verslaglegging in het kader van IAO-Verdrag 87 betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en bescherming van het vakverenigingsrecht en IAO-Verdrag 98 betreffende de toepassing van de beginselen van het recht zich te organiseren en collectief te onderhandelen inmiddels weggewerkt. De sociale partners zijn zich meer bewust geworden van hun rol en zijn beter toegerust om gevolg te geven aan de opmerkingen van de toezichthoudende organen van de IAO.

Mongolië

Het EU-IAO-project heeft Mongolië geholpen de naleving van de internationale arbeidsnormen alsmede de verslaglegging in het kader daarvan te verbeteren. In het kader van het project is de Mongoolse vertaling van de fundamentele IAO-Verdragen herzien en heeft Mongolië hulp ontvangen om zijn verplichtingen beter te begrijpen. Het project heeft ook geleid tot tripartiet overleg over de herziening van het arbeidsrecht, dat nu beter is afgestemd op de fundamentele beginselen en rechten op het werk. Door middel van een beleidsnota over handel en internationale arbeidsnormen in het Engels en Mongools, alsmede dialogen op hoog niveau en workshops, hebben de regering, werknemersorganisaties en werkgeversorganisaties hun inzicht in de fundamentele beginselen en rechten op het werk verbeterd. Dankzij de technische bijstand heeft Mongolië zijn achterstand met de verslaglegging in verband met internationale arbeidsnormen weggewerkt.

Pakistan

Het door de EU gefinancierde initiatief voor capaciteitsopbouw heeft de federale en provinciale ministeries van Arbeid in staat gesteld hun verslaglegging over de geratificeerde IAO-Verdragen te verbeteren. De IAO-workshops in januari, februari en april 2017 hebben bijgedragen tot de versterking van de sociale dialoog in de federale en provinciale tripartiete raadgevende comités. Tijdens de workshops kwamen ministeries van Arbeid samen met werkgevers- en werknemersorganisaties om hun begrip van fundamentele arbeidsnormen te verbeteren.


Als onderdeel van de SAP+-actie van de EU en als reactie op nieuwe gedelegeerde wetgevende verantwoordelijkheden heeft de IAO de regering van Beloetsjistan ook specifieke technische ondersteuning geboden bij het opstellen van een reeks herziene arbeidswetten. Er is overleg gepleegd met de sociale partners om ervoor te zorgen dat de wetgeving beter in overeenstemming is met de IAO-beginselen.


Filipijnen

De SAP+-actie van de EU op de Filippijnen was gericht op het scheppen van een klimaat dat bevorderlijk is voor de vrijheid van vereniging en collectieve onderhandelingen, overeenkomstig de aanbevelingen van een directe-contactmissie van de IAO in februari 2017. De SAP+-actie van de EU heeft besprekingen mogelijk gemaakt tussen het ministerie van Arbeid en de sociale partners, die hebben geresulteerd in een tripartiet manifest dat zich ertoe heeft verbonden de beginselen van vrijheid van vereniging en collectieve onderhandelingen daadwerkelijk ten uitvoer te leggen en daartoe een nationaal actieplan op te stellen.

Verder zijn in 2017 in alle SAP+-begunstigde landen projecten ter ondersteuning van lokale maatschappelijke organisaties 13 en de deelname van de sociale partners aan het SAP+ van start gegaan. In de loop van 2017 hebben de projectteams onderzoeksmissies uitgevoerd om de kernpunten voor hun projecten te bepalen, die samen met lokale maatschappelijke organisaties zullen worden uitgevoerd. In de volgende verslagperiode zal de Commissie blijven nadenken over manieren om begunstigden te ondersteunen via expertise, technische bijstand en specifieke projecten voor capaciteitsopbouw.

4.4.Bijlage bij dit verslag: Werkdocument van de diensten van de Commissie over het SAP+

Als het SAP-verslag van 2016 gaat dit tweede tweejaarlijkse verslag over het SAP vergezeld van een werkdocument van de diensten van de Commissie over het SAP+. Het werkdocument van de diensten van de Commissie biedt een uitgebreide beoordeling van de mate waarin individuele SAP+-begunstigde landen hun SAP+-verplichtingen nakomen per aandachtsgebied: mensenrechten, arbeidsrechten, milieu en goed bestuur. In het verslag worden de vooruitgang, tekortkomingen, toekomstige acties en prioriteiten voor een doeltreffende uitvoering van de 27 fundamentele verdragen beoordeeld.

4.5.Tussentijds evaluatieverslag

Overeenkomstig de SAP-verordening 14 dient de Commissie vijf jaar na de inwerkingtreding van de SAP-verordening bij het Europees Parlement en de Raad een tussentijds evaluatieverslag over de toepassing van de SAP-verordening in. In dat tussentijdse evaluatieverslag wordt beoordeeld of de SAP-verordening haar doelstellingen bereikt. De conclusies in het verslag worden in aanmerking worden genomen bij het opzetten van het volgende SAP. Het verslag zal naar verwachting in de eerste helft van 2018 worden aangenomen.

5.Conclusies

In het tweejaarlijkse verslag over het SAP wordt een overzicht gegeven van de tenuitvoerlegging van het huidige SAP sinds de tariefpreferenties ervan in januari 2014 van toepassing werden. Het begeleidende werkdocument van de diensten van de Commissie bevat een beschrijving van de mensenrechten-, sociale en milieusituatie in de SAP+-begunstigde landen en biedt een platform voor de betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld bij de regeringen van de begunstigde landen.

Tijdens de huidige monitoringcyclus werd er bij de SAP+-begunstigde landen op aangedrongen steeds meer verantwoordelijkheid te nemen voor de tenuitvoerlegging van de 27 verdragen en proactiever te werk te gaan bij het aanpakken van de kwesties die in de scorekaarten zijn genoemd en tijdens de SAP+-monitoringmissies aan de orde zijn gesteld.

Kirgizië, dat in januari 2016 tot het SAP+ is toegetreden, is voor het eerst in dit verslag opgenomen. Sri Lanka is in mei 2017 opnieuw tot het SAP+ toegetreden, wat betekent dat de monitoringperiode minder dan zes maanden beslaat. In Armenië is de monitoringmissie een waardevolle manier gebleken om het lokale maatschappelijk middenveld erbij te betrekken. Bij gebrek aan recente verslagen aan de VN en de IAO was de monitoringmissie naar Kaapverdië van cruciaal belang om de informatie te verzamelen die de EU voor haar beoordeling nodig had. De monitoringmissie naar de Filippijnen was een gelegenheid voor de EU om uiting te geven aan haar bezorgdheid over de recente ontwikkelingen op het gebied van mensenrechten, waarbij ook de vooruitgang op het gebied van arbeidsrechten en sociaal-economisch beleid werd erkend. In Paraguay en Bolivia werd de kwestie van kinderarbeid openlijk besproken met deelname van alle relevante belanghebbenden, waaronder de IAO en UNICEF. Georgië wordt voor de laatste keer genoemd omdat het land het SAP+ geleidelijk heeft verlaten als gevolg van zijn diepe en brede vrijhandelsovereenkomst met de EU.

Over het geheel genomen bood de SAP+-monitoring een gestructureerde aanpak en een solide basis voor de beoordeling van elk SAP+-begunstigd land, voortbouwend op de bevindingen van toezichthoudende VN- en IAO-organen en op informatie die is verstrekt door derden, waaronder het maatschappelijk middenveld, de sociale partners, het Europees Parlement en de Raad. SAP+-monitoring is volledig geïntegreerd in het bilaterale kader en de dialogen van de EU, met inbegrip van de mensenrechtendialogen. Het SAP+ heeft met name landen als Bolivia, Mongolië, Pakistan en Sri Lanka gesteund om hun betrokkenheid bij de mensenrechtendialogen van de EU te intensiveren. Tegelijkertijd hebben de mensenrechtendialogen een platform geboden voor de bespreking van SAP+-gerelateerde mensenrechtenkwesties. Het SAP+ heeft de synergieën verbeterd en geleid tot een wederzijds versterkende hefboomwerking van de twee instrumenten.

Hoewel het SAP een belangrijk instrument is om bezorgdheid over mensenrechten- en arbeidskwesties in de begunstigde landen aan te pakken, is de EU vastbesloten elk relevant beleid en alle relevante instrumenten te gebruiken om hen te ondersteunen bij het bereiken van hun doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling en goed bestuur. Gezien de aard van dergelijke kwesties en de behoefte aan structurele en duurzame oplossingen vereist het SAP-engagement een gestage inzet op lange termijn van zowel de EU als de begunstigde landen.

De volgende verslagperiode, die 2018 en 2019 bestrijkt, zal worden gelanceerd met een nieuwe tweejaarlijkse cyclus van scorekaarten en monitoringmissies in de eerste helft van 2018. Tegen eind 2019 zal de Commissie haar derde tweejaarlijkse verslag over het SAP bij het Europees Parlement en de Raad indienen, met bijzondere aandacht voor de evaluatie van trends in alle SAP+-begunstigde landen.


6.Begunstigde landen van de standaard-SAP-regeling en de EBA-regeling

Tabel 1 – Standaard-SAP-begunstigde landen 2016-2017

Standaard-SAP-begunstigde landen in de verslagperiode 2016-2017Veranderingen in de status van begunstigde in 2016-2017
1.Cookeilanden
2.FijiVerliet het stelsel op 1 januari 2017
3.Ghana
4.India
5.Indonesië
6.IrakVerliet het stelsel op 1 januari 2017
7.Ivoorkust
8.KameroenVerliet het stelsel op 1 januari 2017
9.Kenia
10.MarshalleilandenVerlieten het stelsel op 1 januari 2017
11.Micronesia (Federale Staten van)
12.Nauru
13.Nigeria
14.Niue
15.OekraïneVerlaat het stelsel op 1 januari 2018
16.Oezbekistan
17.Republiek Congo
18.Sri LankaVerliet het stelsel op 18 mei 2017 na de SAP+-status
19.Swaziland
20.Syrië
21.Tadzjikistan
22.Tonga
23.Vietnam

SAP+-begunstigde landen in de verslagperiode 2016-2017Veranderingen in de status van SAP+-begunstigde in 2016-2017
1.Armenië
2.Bolivia
3.Filipijnen
4.GeorgiëVerliet het stelsel op 1 januari 2017
5.Kaapverdië
6.KirgiziëTrad toe tot het stelsel op 27 januari 2016
7.Mongolië
8.Pakistan
9.Paraguay
10.Sri LankaTrad toe tot het stelsel op 18 mei 2017


Tabel 2 – SAP+-begunstigde landen 2016-2017

EBA-begunstigden in de verslagperiode 2016-2017
1.Afghanistan27.Mali
2.Angola28.Mauritanië
3.Bangladesh29.Mozambique
4.Benin30.Myanmar/Birma
5.Bhutan31.Nepal
6.Burkina Faso32.Niger
7.Burundi33.Oeganda
8.Cambodja34.Oost-Timor
9.Centraal-Afrikaanse Republiek35.Rwanda
10.Comoren36.Salomonseilanden
11.Democratische Republiek Congo37.Samoa
12.Djibouti38.Sao Tomé en Principe
13.Equatoriaal-Guinea39.Senegal
14.Eritrea40.Sierra Leone
15.Ethiopië41.Soedan
16.Gambia42.Somalië
17.Guinee43.Tanzania
18.Guinee-Bissau44.Togo
19.Haïti45.Tsjaad
20.Jemen46.Tuvalu
21.Kiribati47.Vanuatu
22.Laos (Democratische Volksrepubliek)48.Zambia
23.Lesotho49.Zuid-Soedan
24.Liberia
25.Madagaskar
26.Malawi

Tabel 3 – EBA-begunstigde landen 2016-2017


7.Tabellen met statistische informatie over landen die op 1 december 2016 een SAP-begunstigd land waren

Tabel 4 – Waarde van de preferentiële invoer uit alle SAP-begunstigde landen (in duizenden EUR)


Tabel 5 – Waarde van de preferentiële invoer in de EU per standaard-SAP-begunstigd land (in duizenden EUR)


Tabel 6 – Waarde van de preferentiële invoer in de EU per EBA-begunstigd land (in duizenden EUR)*


* 'Totale invoer' omvat alle invoer, met inbegrip van producten die automatisch onder de nultarieven voor meest begunstigde naties ("MBN") vallen. 'Voor EBA in aanmerking komende invoer' omvat alleen producten in het kader van de EBA-regeling die niet op andere wijze onder het MBN-nultarief vallen.


Tabel 6 (vervolg) – Waarde van de preferentiële invoer in de EU per EBA-begunstigd land (in duizenden EUR)*


Tabel 7 – Waarde van de preferentiële invoer in de EU per SAP+-begunstigd land (in duizenden EUR)*


(1) Het eerste tweejaarlijkse SAP-verslag voor de jaren 2014 en 2015 werd in januari 2016 gepubliceerd: http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2016/january/tradoc_154180.pdf .
(2) Verordening (EU) nr. 978/2012 houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties
(3) http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2016/january/tradoc_154137.pdf
(4) http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2016/january/tradoc_154180.pdf
(5) http://databank.worldbank.org/data/download/site-content/CLASS.xls
(6) Bron voor alle statistieken in dit verslag: Eurostat-gegevens per september 2017. De totale invoer uit derde landen kan kleiner zijn dan de werkelijke totale invoer als gevolg van de uitsluiting van: handel waarvoor geheimhouding geldt, GN-hoofdstuk 99, dat geen deel uitmaakt van SAP-overeenkomsten, en handel voor actieve en passieve veredeling.
(7) Preferentiële invoer is de in aanmerking komende invoer waarvoor daadwerkelijk gebruik is gemaakt van SAP-preferenties.
(8) Uitvoeringsverordening (EU) 2016/330 van de Commissie van 8 maart 2016 (PB L 62 van 9.3.2016, blz. 9)
(9) Preferentiële invoer is in aanmerking komende invoer waarvoor daadwerkelijk gebruik is gemaakt van SAP+-preferenties.
(10) Artikel 15, lid 2, van de SAP-verordening (Verordening (EU) nr. 978/2012)
(11) http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2017/august/tradoc_155993.07.17%20report%20for%20web%20page.pdf
(12) http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2017/july/tradoc_155843.pdf  
(13) http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2017/july/tradoc_155843.pdf
(14) Verordening (EU) nr. 978/2012 houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties