Artikelen bij COM(2018)148 - Gemeenschappelijke stelsel van een digitaledienstenbelasting op inkomsten uit de levering van bepaalde digitale diensten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.



Hoofdstuk 1

ONDERWERP EN DEFINITIES

Artikel 1 - Onderwerp

Bij deze richtlijn wordt het gemeenschappelijke stelsel van een digitaledienstenbelasting ("DDB") op de inkomsten uit de levering van bepaalde digitale diensten vastgesteld.

Artikel 2 - Definities

Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder:

(1)entiteit: een rechtspersoon of juridische constructie die zijn (haar) onderneming drijft door middel van een vennootschap of een fiscaal transparante structuur;

(2)voor de financiële boekhouding geconsolideerde groep: alle entiteiten die volledig zijn opgenomen in een geconsolideerde jaarrekening, opgesteld overeenkomstig de internationale standaarden voor financiële verslaglegging of een nationaal systeem voor financiële verslaglegging;

(3)digitale interface: software, met inbegrip van een website of een deel daarvan en applicaties, inclusief mobiele applicaties, toegankelijk voor gebruikers;

(4)gebruiker: een natuurlijke persoon of vennootschap;

(5)digitale content: data die in digitale vorm worden geleverd, zoals computerprogramma's, toepassingen, muziek, video's, teksten, spellen en alle andere software, met uitzondering van de tot een digitale interface zelf behorende data;

(6)internetprotocoladres (IP-adres): een reeks cijfers toegekend aan met een netwerk verbonden toestel of apparaat om de communicatie via het internet te vergemakkelijken;

(7)belastingtijdvak: een kalenderjaar.

Artikel 3 - Belastbare inkomsten

1. Als 'belastbare inkomsten' voor de toepassing van deze richtlijn worden aangemerkt de inkomsten uit het verlenen van elk van de volgende diensten door een entiteit:

(a)het plaatsen van advertenties op een digitale interface, gericht op de gebruikers van die interface;

(b)het ter beschikking stellen van een veelzijdige digitale interface, die gebruikers in staat stelt andere gebruikers te vinden en in interactie met hen te treden, en die ook de verrichting van onderliggende leveringen van goederen of diensten rechtstreeks tussen gebruikers kan faciliteren;

(c)de doorgifte van over gebruikers verzamelde data die zijn gegenereerd uit de activiteiten van gebruikers op digitale interfaces.

2. De in lid 1 bedoelde inkomsten omvatten de totale bruto-inkomsten, exclusief belasting over de toegevoegde waarde en andere soortgelijke belastingen.

3. Lid 1, onder a), vindt toepassing ongeacht of de digitale interface eigendom is van de entiteit die verantwoordelijk is voor het plaatsen van advertenties erop. Wanneer de entiteit die de advertenties plaatst, niet de eigenaar van de digitale interface is, wordt die entiteit en niet de eigenaar van de interface geacht een onder a) vallende dienst te verlenen.

4. Lid 1, onder b), omvat niet:

(a)het ter beschikking stellen van een digitale interface wanneer de entiteit die de interface ter beschikking stelt, daarmee als enige of belangrijkste doel heeft digitale content te leveren aan gebruikers of communicatiediensten te verlenen voor gebruikers of betaaldiensten te verlenen aan gebruikers;

(b)het verlenen van een van de in bijlage I, deel A, punten 1) tot en met 9), van Richtlijn 2014/65/EU genoemde diensten door een handelsplatform of een beleggingsonderneming met systematische interne afhandeling;

(c)het verlenen van een van de in bijlage I, deel A, punten 1) tot en met 9), van Richtlijn 2014/65/EU genoemde diensten of van een dienst bestaande in de facilitering van leningverstrekking door een gereglementeerde aanbieder van crowdfundingdiensten.

5. Lid 1, onder c), omvat niet de doorgifte van data door een handelsplatform, beleggingsonderneming met systematische interne afhandeling of gereglementeerde aanbieder van crowdfundingdiensten.

6. In de leden 4 en 5:

(a)hebben 'handelsplatform' en 'beleggingsonderneming met systematische interne afhandeling' de betekenis die eraan is gegeven in artikel 4, lid 1, punten 24) respectievelijk 20), van Richtlijn 2014/65/EU;

(b)wordt onder 'gereglementeerde aanbieder van crowdfundingdiensten' verstaan een aanbieder van crowdfundingdiensten die onderworpen is aan vereisten inzake vergunning en toezicht krachtens een harmonisatiemaatregel op grond van artikel 114 van het verdrag met het oog op de regulering van crowdfundingdiensten.

7. Inkomsten uit de levering van een onder lid 1 vallende dienst door een entiteit die tot een voor de financiële boekhouding geconsolideerde groep behoort, aan een andere entiteit in diezelfde groep, worden niet aangemerkt als belastbare inkomsten voor de toepassing van deze richtlijn.

8. Indien een entiteit die tot een voor de financiële boekhouding geconsolideerde groep behoort, een onder lid 1 vallende dienst levert en de inkomsten uit de levering van die dienst worden verworven door een andere entiteit binnen de groep, worden deze inkomsten voor de toepassing van deze richtlijn geacht te zijn verworven door de entiteit die de dienst heeft geleverd.

9. Onder lid 1 vallende diensten worden in de hoofdstukken 2 en 3 'belastbare diensten' genoemd.

Artikel 4 - Belastingplichtige

1. Onder belastingplichtige wordt verstaan een entiteit die, met betrekking tot een belastingtijdvak, aan beide onderstaande voorwaarden voldoet:

(a)het totale bedrag aan wereldwijde inkomsten dat door de entiteit voor het relevante boekjaar is gerapporteerd, is hoger dan 750 000 000 EUR;

(b)het totale bedrag aan belastbare inkomsten dat door de entiteit in de Unie in de loop van het relevante boekjaar is verworven, is hoger dan 50 000 000 EUR.

2. Wanneer een entiteit inkomsten rapporteert of verwerft in een andere valuta dan de euro, worden de inkomsten voor de toepassing van lid 1 omgerekend naar euro volgens de wisselkoers die in het Publicatieblad van de Europese Unie is bekendgemaakt op de laatste dag van het relevante boekjaar of, indien er op die dag geen bekendmaking heeft plaatsgevonden, volgens de op de vorige dag bekendgemaakte koers.

3. In de leden 1 en 2 wordt onder het relevante boekjaar verstaan het boekjaar waarop de recentst beschikbare jaarrekening betrekking heeft die door de entiteit is opgesteld vóór het einde van het belastingtijdvak in kwestie.

4. Wanneer er overeenkomstig lid 1, onder b), wordt bepaald of er in de Unie belastbare inkomsten zijn verworven, vindt de regel van artikel 5, lid 1, toepassing.

5. Belastbare inkomsten worden voor de toepassing van deze richtlijn opgevoerd als inkomsten die zijn verworven op het tijdstip dat zij verschuldigd zijn, ongeacht of de desbetreffende bedragen ook werkelijk al betaald zijn.

6. Indien de in lid 1 bedoelde entiteit tot een voor de financiële boekhouding geconsolideerde groep behoort, vindt dat lid evenwel toepassing op de wereldwijde inkomsten die gerapporteerd zijn en de belastbare inkomsten die in de Unie verworven zijn door de groep als geheel.

Hoofdstuk 2

PLAATS VAN BELASTINGHEFFING, VERSCHULDIGDHEID EN BEREKENING VAN DE BELASTING

Artikel 5 - Plaats van belastingheffing

1. Belastbare inkomsten die door een entiteit in een belastingtijdvak zijn verworven, worden voor de toepassing van deze richtlijn aangemerkt als inkomsten die in dat belastingtijdvak in een lidstaat zijn verworven indien gebruikers met betrekking tot de belastbare dienst zich in dat belastingtijdvak in die lidstaat bevinden.

De eerste alinea is van toepassing ongeacht of die gebruikers al dan niet in geld hebben bijgedragen aan het genereren van die inkomsten.

2. Met betrekking tot een belastbare dienst wordt een gebruiker geacht zich in een belastingtijdvak in een lidstaat te bevinden indien:

(a)in het geval van een onder artikel 3, lid 1, onder a) vallende dienst, de advertenties in kwestie op het toestel of apparaat van de gebruiker verschijnen op een tijdstip dat dit toestel of apparaat in dat belastingtijdvak in die lidstaat wordt gebruikt om toegang te krijgen tot een digitale interface;

(b)in het geval van een onder artikel 3, lid 1, onder b), vallende dienst:

i) indien bij de dienst een veelzijdige digitale interface betrokken is die de verrichting van onderliggende leveringen van goederen of diensten rechtstreeks tussen gebruikers faciliteert: de gebruiker in dat belastingtijdvak in die lidstaat een toestel of apparaat gebruikt om toegang te krijgen tot de digitale interface, en in dat belastingtijdvak op die interface een onderliggende transactie sluit;

ii) indien bij de dienst een andere veelzijdige digitale interface betrokken is dan de onder i) vallende soort: de gebruiker een account heeft voor de volledige duur of een deel van dat belastingtijdvak die hem toegang geeft tot de digitale interface, en die account werd aangemaakt met behulp van een toestel of apparaat in die lidstaat;

(c)in het geval van een onder artikel 3, lid 1, onder c) vallende dienst, data die zijn gegeneerd van de gebruiker die in die lidstaat een toestel of apparaat heeft gebruikt om toegang te krijgen tot een digitale interface, hetzij tijdens dat belastingtijdvak dan wel een voorgaand tijdvak, in dat belastingtijdvak zijn doorgegeven.

3. Voor elk belastingtijdvak wordt het aandeel in de totale belastbare inkomsten van een entiteit die overeenkomstig lid 1 worden aangemerkt als in een lidstaat verworven inkomsten, als volgt bepaald:

(a)wat betreft belastbare inkomsten uit de levering van onder artikel 3, lid 1, onder a), vallende diensten, naar evenredigheid van het aantal keren dat een advertentie in dat belastingtijdvak op toestellen of apparaten van gebruikers verschenen is;

(b)wat betreft belastbare inkomsten uit de levering van onder artikel 3, lid 1, onder b), vallende diensten:

i) indien bij de dienst een veelzijdige digitale interface betrokken is die de verrichting van onderliggende leveringen van goederen of diensten rechtstreeks tussen gebruikers faciliteert: naar evenredigheid van het aantal gebruikers dat in dat belastingtijdvak op de digitale interface onderliggende transacties heeft gesloten;

ii) indien bij de dienst een andere veelzijdige digitale interface betrokken is dan de onder i) vallende soort: naar evenredigheid van het aantal gebruikers dat een account heeft voor de volledige duur of een deel van dat belastingtijdvak die toegang geeft tot de digitale interface;

(c)wat betreft belastbare inkomsten uit de levering van onder artikel 3, lid 1, onder c), vallende diensten, naar evenredigheid van het aantal gebruikers van wie in dat belastingtijdvak doorgegeven data zijn gegenereerd doordat zij een apparaat of toestel hebben gebruikt om toegang te krijgen tot een digitale interface, hetzij tijdens dat belastingtijdvak dan wel een voorgaand tijdvak.

4. Bij het bepalen van de plaats van belastingheffing van de belastbare inkomsten die aan de DDB onderworpen zijn, wordt geen rekening gehouden met de volgende elementen:

(a)indien er sprake is van een onderliggende levering van goederen of diensten rechtstreeks tussen gebruikers van een veelzijdige digitale interface als bedoeld in artikel 3, lid 1, onder b): de plaats waar die onderliggende levering wordt verricht;

(b)de plaats vanwaar een betaling voor de belastbare dienst wordt verricht.

5. Voor de toepassing van dit artikel wordt de lidstaat waar een toestel of apparaat van een gebruiker wordt gebruikt, bepaald aan de hand van het internetprotocoladres (IP-adres) van het toestel of apparaat of, indien nauwkeuriger, een andere methode van plaatsbepaling.

6. De data die met het oog op de toepassing van deze richtlijn van gebruikers kunnen worden verzameld, zijn beperkt tot data die uitsluitsel geven over de lidstaat waar de gebruiker zich bevindt zonder dat zijn identiteit kan worden bepaald.

Artikel 6 - Verschuldigdheid

De DDB wordt in een lidstaat verschuldigd over het aandeel in de door een belastingplichtige in een belastingtijdvak verworven belastbare inkomsten die overeenkomstig artikel 5 als in die lidstaat verworven inkomsten worden aangemerkt. De DDB is in die lidstaat verschuldigd op de werkdag die volgt op de dag waarop dat belastingtijdvak eindigt.

Artikel 7 - Berekening van de belasting

De DDB wordt voor een lidstaat voor een belastingtijdvak berekend door het DDB-tarief toe te passen op het in artikel 6 bedoelde aandeel in de belastbare inkomsten.

Artikel 8 - Tarief

Het DDB-tarief bedraagt 3 %.

Hoofdstuk 3

VERPLICHTINGEN

Artikel 9 - Tot voldoening van de belasting en nakoming van de verplichtingen gehouden persoon

1. De DDB moet worden voldaan en de verplichtingen in dit hoofdstuk moeten worden nagekomen door de belastingplichtige die de belastbare diensten verleent.

2. Een voor de financiële boekhouding geconsolideerde groep mag één entiteit binnen de groep aanwijzen als entiteit die de DDB moet voldoen en de verplichtingen van dit hoofdstuk moet nakomen namens elke DDB-belastingplichtige binnen de groep.

Artikel 10 - Identificatie

1. Een belastingplichtige deelt de lidstaat van identificatie mee dat hij DDB-plichtig is in een of meer lidstaten.

2. Deze mededeling wordt elektronisch verricht uiterlijk tien werkdagen na afloop van het eerste belastingtijdvak waarvoor de belastingplichtige DDB-plichtig is krachtens deze richtlijn ("het eerste tijdvak van heffing").

3. De lidstaat van identificatie is:

(a)de lidstaat waar de belastingplichtige DDB-plichtig is voor het eerste tijdvak van heffing;

(b)indien de belastingplichtige voor dat belastingtijdvak in meer dan een lidstaat DDB-plichtig is: een van die lidstaten naar keuze van de belastingplichtige.

4. De krachtens lid 1 te verrichten mededeling omvat ten minste de volgende gegevens van de belastingplichtige:

(a)naam;

(b)handelsnaam, indien verschillend van de naam;

(c)postadres;

(d)elektronisch adres;

(e)in voorkomend geval, het nationale belastingnummer;

(f)naam contactpersoon;

(g)telefoonnummer;

(h)lidstaten waar de belastingplichtige DDB-plichtig is;

(i)IBAN- of OBAN-nummer.

5. De belastingplichtige deelt de lidstaat van identificatie eventuele wijzigingen van de krachtens lid 4 verstrekte gegevens mee.

6. Wanneer een entiteit op grond van artikel 9, lid 2, is aangewezen, omvatten de gegevens die deze aangewezen entiteit krachtens dit artikel met betrekking tot elke belastingplichtige van de groep verstrekt, ook inlichtingen over haarzelf wat betreft de in lid 4, onder a) tot en met g), genoemde gegevens.

7. De Commissie kan uitvoeringshandelingen aannemen om een gemeenschappelijk formaat voor de krachtens dit artikel vereiste mededeling vast te stellen. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 24, lid 2, bedoelde procedure aangenomen.

Artikel 11 - Identificatienummer

1. De lidstaat van identificatie kent de belastingplichtige een individueel identificatienummer voor de DDB toe en deelt hem dat nummer langs elektronische weg mee uiterlijk tien dagen vanaf de dag van ontvangst van de mededeling uit hoofde van artikel 10.

2. Elk individueel identificatienummer begint met een landencode overeenkomstig de tweeletterige ISO-code 3166 ter aanduiding van de lidstaat van identificatie. Griekenland en het Verenigd Koninkrijk gebruiken evenwel het prefix 'EL' respectievelijk 'UK'.

3. De lidstaten treffen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat belastingplichtigen met behulp van hun identificatiesysteem geïdentificeerd kunnen worden, en zij houden een identificatieregister met alle door hen toegekende individuele identificatienummers bij.

Artikel 12 - Schrapping uit het identificatieregister

1. Een belastingplichtige stelt de lidstaat van identificatie er langs elektronische weg van in kennis als een van de volgende situaties zich voordoet:

(a)de belastingplichtige verwerft niet langer belastbare inkomsten die krachtens deze richtlijn worden aangemerkt als in de Unie verworven inkomsten;

(b)de belastingplichtige kwalificeert niet langer als belastingplichtige;

(c)de belastingplichtige houdt op te bestaan;

(d)de belastingplichtige is om een andere reden niet langer DDB-plichtig in de Unie.

2. De lidstaat van identificatie schrapt de belastingplichtige uit het identificatieregister na afloop van de periode van 60 werkdagen volgende op het einde van het belastingtijdvak waarin de in lid 1 bedoelde informatie werd meegedeeld.

3. Artikel 10 is van toepassing indien een belastingplichtige, nadat hij uit het identificatieregister werd geschrapt, opnieuw DDB-plichtig wordt in de Unie. Verwijzingen naar het eerste tijdvak van heffing in artikel 10 worden dienovereenkomstig gelezen.

Artikel 13 - Wijziging van de lidstaat van identificatie

1. Wanneer een belastingplichtige overeenkomstig artikel 10, lid 3, onder b), een lidstaat van identificatie heeft gekozen, is hij aan die keuze gebonden voor het eerste tijdvak van heffing waarvoor een mededeling overeenkomstig artikel 10 is gedaan en voor de twee daaropvolgende belastingtijdvakken.

2. Indien de belastingplichtige evenwel niet langer DDB-plichtig is in die overeenkomstig artikel 10, lid 3, onder b), gekozen lidstaat van identificatie, wijzigt hij zijn lidstaat van identificatie in overeenstemming met de vereisten van artikel 10.

3. Een wijziging van de lidstaat van identificatie van een belastingplichtige wordt meegedeeld aan de huidige lidstaat van identificatie en de wijziging is van toepassing vanaf het belastingtijdvak volgende op het belastingtijdvak waarin deze informatie werd meegedeeld. De huidige lidstaat van identificatie schrapt de belastingplichtige uit het identificatieregister in overeenstemming met artikel 12, lid 2.

4. Die belastingplichtige doet mededeling aan de nieuwe lidstaat van identificatie in overeenstemming met artikel 10 en verwijzingen naar het eerste tijdvak van heffing in dat artikel gelden als verwijzingen naar het belastingtijdvak vanaf wanneer de wijziging van toepassing is.

Artikel 14 - DDB-aangifte

Een belastingplichtige dient bij de lidstaat van identificatie voor elk belastingtijdvak een DDB-aangifte in. De aangifte wordt elektronisch ingediend uiterlijk 30 werkdagen volgende op het einde van het belastingtijdvak waarop de aangifte betrekking heeft.

Artikel 15 - Gegevens in de DDB-aangifte

1. In de DDB-aangifte worden de volgende gegevens vermeld:

(a)het individuele identificatienummer als bedoeld in artikel 11;

(b)voor iedere lidstaat waar DDB verschuldigd is voor het desbetreffende belastingtijdvak, het totale bedrag aan belastbare inkomsten die worden aangemerkt als door de belastingplichtige in dat belastingtijdvak in die lidstaat verworven inkomsten, samen met de voor dat belastingtijdvak in die lidstaat over dat bedrag verschuldigde DDB;

(c)het totale bedrag aan DDB dat de belastingplichtige in alle lidstaten voor het desbetreffende belastingtijdvak verschuldigd is.

2. In de DDB-aangifte worden met betrekking tot het belastingtijdvak ook het totale bedrag van de wereldwijde inkomsten en het totale bedrag van de belastbare inkomsten in de Unie die gelden voor de toepassing van artikel 4, lid 1, vermeld.

3. De lidstaat van identificatie kan verlangen dat de aangifte in zijn nationale valuta wordt gedaan.

4. Bij ontvangst van een DDB-aangifte kent de lidstaat van identificatie onmiddellijk een DDB-aangiftenummer toe aan de aangifte.

5. De lidstaten treffen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat DDB-aangiften met behulp van hun identificatiesysteem geïdentificeerd kunnen worden, en zij houden een identificatieregister van DDB-aangiften met alle door hen toegekende individuele DDB-aangiftenummers bij.

6. De Commissie kan uitvoeringshandelingen aannemen om een gemeenschappelijk formaat voor de DDB-aangifte en het DDB-aangiftenummer vast te stellen. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 24, lid 2, bedoelde procedure aangenomen.

Artikel 16 - Wijze van betaling

1. Het totale bedrag aan DDB dat een belastingplichtige voor een belastingtijdvak in alle lidstaten verschuldigd is, wordt door de belastingplichtige betaald in de lidstaat van identificatie.

2. Het totale bedrag aan DDB dat verschuldigd is, wordt aan de lidstaat van identificatie betaald uiterlijk 30 werkdagen volgende op het einde van het desbetreffende belastingtijdvak en de belastingplichtige vermeldt bij de betaling het toegekende DDB-aangiftenummer.

3. Indien een belastingplichtige een betaling verricht zonder vermelding van het toegekende DDB-aangiftenummer, of het vermelde nummer geen betrekking heeft op een openstaande DDB-aangifte, kan de lidstaat van identificatie stappen nemen om de zaak uit te klaren. Als de zaak niet wordt uitgeklaard, wordt de betaling aan de belastingplichtige geretourneerd en voor de toepassing van de leden 1 en 2 geacht niet te zijn verricht.

4. Betalingen worden verricht op een door de lidstaat van identificatie aangewezen bankrekening.

5. De lidstaat van identificatie kan verlangen dat de betaling in zijn nationale valuta wordt verricht.

6. Een lidstaat van identificatie die een hogere betaling ontvangt dan het totale bedrag aan DDB dat verschuldigd is zoals vermeld in de desbetreffende DDB-aangifte, geeft het teveel betaalde bedrag rechtstreeks terug aan de betrokken belastingplichtige.

7. Wanneer een lidstaat van identificatie een bedrag heeft ontvangen met betrekking tot een DDB-aangifte die nadien onjuist blijkt te zijn en overeenkomstig artikel 17 wordt gewijzigd, terwijl deze lidstaat dat bedrag reeds heeft verdeeld over de lidstaten waar DDB verschuldigd was, geven de lidstaten waar DDB verschuldigd was, elk hun respectieve deel van het teveel betaalde bedrag rechtstreeks terug aan de belastingplichtige.

Artikel 17 - Wijzigingen van de DDB-aangifte

1. Bedragen op een DDB-aangifte kunnen uitsluitend worden gewijzigd door middel van een wijziging van diezelfde aangifte en niet door middel van aanpassingen op een latere aangifte.

2. De in lid 1 bedoelde wijzigingen worden langs elektronische weg ingediend bij de lidstaat van identificatie gedurende een periode van drie jaar te rekenen vanaf de datum waarop de oorspronkelijke aangifte moest worden ingediend. Voor wijzigingen na die periode gelden de regels en procedures die van toepassing zijn in elke lidstaat waar DDB verschuldigd is.

3. Aanvullende betalingen door de belastingplichtige van verschuldigde DDB naar aanleiding van overeenkomstig lid 1 aangebrachte wijzigingen worden in overeenstemming met artikel 16 aan de lidstaat van identificatie gedaan en verwijzingen naar het 'totale bedrag aan DDB dat verschuldigd is' worden dienovereenkomstig gelezen. Teruggaven aan een belastingplichtige van betaalde DDB naar aanleiding van overeenkomstig lid 1 aangebrachte wijzigingen worden verricht in overeenstemming met artikel 16, lid 7.

Artikel 18 - Maatregelen inzake boekhouding, administratievoering, fraudebestrijding, handhaving en controle

1. De lidstaten stellen verplichtingen vast op het gebied van boekhouding en administratievoering en op andere gebieden, die ervoor moeten zorgen dat de verschuldigde DDB ook werkelijk aan de belastingautoriteiten wordt betaald. De betreffende regels in een lidstaat zijn van toepassing op elke in die lidstaat DDB-plichtige entiteit, ongeacht de lidstaat van identificatie van die belastingplichtige.

2. De Commissie kan uitvoeringshandelingen aannemen om de overeenkomstig lid 1 te nemen maatregelen vast te stellen. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 24, lid 2, bedoelde procedure aangenomen.

3. De lidstaten kunnen maatregelen aannemen om belastingontduiking, -ontwijking en misbruik met betrekking tot de DDB te voorkomen.

4. Een overeenkomstig artikel 10 gekozen lidstaat van identificatie treedt op namens de andere lidstaten waar DDB verschuldigd is, in verband met de verplichtingen van dit hoofdstuk, maar de DDB wordt door de belastingplichtige rechtstreeks verschuldigd aan elke lidstaat waar DDB verschuldigd is. Dienovereenkomstig kan elke lidstaat waar DDB verschuldigd is, de betaling van de DDB rechtstreeks bij de desbetreffende belastingplichtige afdwingen. In zoverre zijn de regels en procedures van elke dergelijke lidstaat van toepassing, met inbegrip van de regels en procedures betreffende boetes, rente en andere vergoedingen voor laattijdige betaling of niet-betaling van DDB en de regels en procedures betreffende de invordering van schulden.

5. Met betrekking tot belastingcontroles en controlemaatregelen van lidstaten die tot doel hebben alle gegevens en handelingen te onderzoeken die van belang zijn voor de berekening van de DDB-plicht van een belastingplichtige in een lidstaat, gelden de toepasselijke regels en procedures van die lidstaat.

Artikel 19 - Aanwijzing van bevoegde autoriteiten

Elke lidstaat wijst de bevoegde autoriteit aan die in die lidstaat belast is met het beheer van alle aspecten in verband met de verplichtingen van dit hoofdstuk en van hoofdstuk 4, en deelt de Commissie de naam en het elektronische adres van die autoriteit mee. De namen en elektronische adressen van de bevoegde autoriteiten worden door de Commissie bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Hoofdstuk 4

ADMINISTRATIEVE SAMENWERKING

Artikel 20 - Inlichtingenuitwisseling met betrekking tot de identificatie

1. De lidstaat van identificatie zendt iedere door hem ontvangen mededeling overeenkomstig artikel 10 door aan de bevoegde autoriteit van elke lidstaat waar DDB verschuldigd is. De mededeling wordt doorgezonden uiterlijk tien werkdagen vanaf de dag van ontvangst van de mededeling.

2. De lidstaat van identificatie stelt elke dergelijke lidstaat ook in kennis van het individuele identificatienummer dat aan de betrokken belastingplichtige overeenkomstig artikel 11 is toegekend.

3. De lidstaat van identificatie stelt elke lidstaat waar DDB verschuldigd is, ook in kennis van elke schrapping in het identificatieregister overeenkomstig artikel 12 uiterlijk tien werkdagen vanaf de dag van schrapping.

Artikel 21 - Inlichtingenuitwisseling met betrekking tot de DDB-aangifte

1. De lidstaat van identificatie zendt DDB-aangiften en alle wijzigingen van DDB-aangiften die overeenkomstig artikel 14 of 17 bij hem zijn ingediend, door aan de bevoegde autoriteit van elke lidstaat waar DDB verschuldigd is. De aangiften en wijzigingen worden doorgezonden uiterlijk tien werkdagen vanaf de dag waarop zij werden ontvangen.

2. Indien een DDB-aangifte in een andere valuta dan de euro wordt ingediend, rekent de lidstaat van identificatie de bedragen om in euro volgens de wisselkoers die in het Publicatieblad van de Europese Unie is bekendgemaakt op de laatste dag van het belastingtijdvak waarop de aangifte betrekking heeft of, indien er op die dag geen bekendmaking heeft plaatsgevonden, op de voorgaande dag van bekendmaking, en zendt hij die informatie door aan de betrokken lidstaten samen met de aan hen overeenkomstig lid 1 toegezonden aangifte of wijziging.

3. De lidstaat van identificatie zendt de bevoegde autoriteiten van elke lidstaat waar DDB verschuldigd is, alle andere inlichtingen die nodig zijn om elke betaling aan de desbetreffende DDB-aangifte te kunnen koppelen.

Artikel 22 - Inlichtingenuitwisseling met betrekking tot de betaling

1. De lidstaat van identificatie ziet erop toe dat het bedrag dat een belastingplichtige overeenkomstig artikel 16 heeft betaald ter zake van de DDB die is verschuldigd in een andere lidstaat dan de lidstaat van identificatie, wordt overgemaakt aan de bevoegde autoriteit van die andere lidstaat. De overmaking gebeurt uiterlijk tien werkdagen volgende op de dag van ontvangst van de betaling.

2. Het in lid 1 bedoelde bedrag wordt overgemaakt in euro's op de door die andere lidstaat aangewezen bankrekening.

3. De lidstaten delen de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten het nummer van de voor de toepassing van lid 2 te gebruiken bankrekening mee.

4. Door de lidstaat van identificatie ontvangen bedragen in een andere valuta dan de euro worden omgerekend naar euro volgens de wisselkoers die in het Publicatieblad van de Europese Unie is bekendgemaakt op de laatste dag van het belastingtijdvak waarop de aangifte betrekking heeft of, indien er op die dag geen bekendmaking heeft plaatsgevonden, op de voorgaande dag van bekendmaking.

5. Indien een belastingplichtige slechts een deel van het totale door hem verschuldigde bedrag aan DDB betaalt, ziet de lidstaat van identificatie erop toe dat dat deel wordt overgemaakt aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaten waar DDB verschuldigd is, naar evenredigheid van de in elke lidstaat verschuldigde belasting. De lidstaat van identificatie stelt de bevoegde autoriteiten van de lidstaten waar DDB verschuldigd is, daarvan in kennis.

6. Indien een lidstaat waar DDB verschuldigd is, een teveel betaald bedrag rechtstreeks aan de belastingplichtige heeft teruggegeven overeenkomstig artikel 16, lid 7, deelt die lidstaat de lidstaat van identificatie het bedrag van de teruggaven mee.

Artikel 23 - Wijze van inlichtingenuitwisseling

1. Krachtens dit hoofdstuk te verstrekken inlichtingen en documenten worden elektronisch doorgezonden.

2. De Commissie kan uitvoeringshandelingen aannemen om de technische bijzonderheden voor de doorzending van dergelijke inlichtingen en documenten vast te stellen. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 24, lid 2, bedoelde procedure aangenomen.

Hoofdstuk 5

SLOTBEPALINGEN

Artikel 24 - Comitéprocedure

1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

Artikel 25 - Omzetting

1. De lidstaten dienen uiterlijk op [31 december 2019] de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Zij passen die bepalingen toe vanaf [1 januari 2020].

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen.

2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 26 - Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 27 - Adressaten

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.