Artikelen bij COM(2018)302 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 767/2008, Verordening (EG) nr. 810/2009, Verordening (EU) 2017/2226, Verordening (EU) 2016/399, Verordening XX/2018 [de interoperabiliteitsverordening] en Beschikking 2004/512/EG

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


Artikel 1

Verordening (EG) nr. 767/2008 wordt als volgt gewijzigd:

(1) Aan artikel 1 worden de volgende alinea's toegevoegd:

"In deze verordening worden ook procedures vastgesteld voor de uitwisseling van informatie tussen de lidstaten over visa voor verblijf van langere duur en verblijfsvergunningen, inclusief informatie over bepaalde beslissingen over visa voor verblijf van langere duur en verblijfsvergunningen.

Door identiteitsgegevens, gegevens van reisdocumenten en biometrische gegevens op te slaan in het bij artikel 17 van Verordening 2018/XX van het Europees Parlement en de Raad* [Verordening 2018/XX inzake interoperabiliteit] ingestelde gemeenschappelijke identiteitenregister (CIR), draagt het VIS bij aan het vergemakkelijken en ondersteunen van de correcte identificatie van personen die in het VIS zijn geregistreerd".

_______

* Verordening 2018/XX van het Europees Parlement en de Raad* [Verordening 2018/XX inzake interoperabiliteit] (PB L).";

(2) artikel 2 wordt vervangen door:

Artikel 2 - Doelstelling van het VIS

1. Het VIS heeft ten doel de uitvoering van het gemeenschappelijk visumbeleid, de consulaire samenwerking en de raadpleging van de centrale visumautoriteiten te verbeteren door de uitwisseling van gegevens tussen de lidstaten betreffende aanvragen en de daarmee samenhangende beslissingen te vergemakkelijken, teneinde:

a) de procedure voor het aanvragen van een visum te vergemakkelijken;

b) te voorkomen dat de criteria voor de vaststelling van de lidstaat die verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag, worden omzeild;

c) fraudebestrijding te vergemakkelijken;

d) controles aan de doorlaatposten aan de buitengrens en op het grondgebied van de lidstaten te vergemakkelijken;

e) te helpen bij de identificatie en terugkeer van personen die niet of niet langer aan de voorwaarden voor binnenkomst, verblijf of vestiging op het grondgebied van de lidstaten voldoen;

f) te helpen bij de identificatie van vermiste personen;

g) de toepassing van Verordening (EU) nr. 604/2013 van het Europees Parlement en de Raad* en Richtlijn 2013/32/EU van het Europees Parlement en de Raad** te vergemakkelijken;

h) bij te dragen tot het voorkomen, opsporen en onderzoeken van terroristische misdrijven of andere ernstige strafbare feiten;

i) bij te dragen tot het voorkomen van bedreigingen van de binnenlandse veiligheid van een van de lidstaten;

j) een correcte identificatie van personen te waarborgen;

k) de doelstellingen van het Schengeninformatiesysteem (SIS) te ondersteunen die betrekking hebben op signaleringen van onderdanen van derde landen aan wie de toegang is geweigerd, van personen die worden gezocht met het oog op aanhouding ten behoeve van overlevering of uitlevering, van vermiste personen, van personen die worden gezocht met het oog op een gerechtelijke procedure en van personen die onopvallend of gericht moeten worden gecontroleerd.

2. Met betrekking tot visa voor verblijf van langere duur en verblijfsvergunningen heeft het VIS ten doel de uitwisseling van gegevens tussen de lidstaten betreffende de daarmee samenhangende beslissingen te vergemakkelijken, teneinde:

a) een hoog niveau van veiligheid te ondersteunen, door bij te dragen aan de beoordeling of de aanvrager wordt beschouwd als een bedreiging voor de openbare orde, de interne veiligheid of de volksgezondheid, vóór diens aankomst aan de doorlaatposten aan de buitengrenzen;

b) de grenscontroles en de controles op het grondgebied doeltreffender te maken;

c) bij te dragen tot het voorkomen, opsporen en onderzoeken van terroristische misdrijven of andere ernstige strafbare feiten;

d) een correcte identificatie van personen te waarborgen;

e) de toepassing van Verordening (EU) nr. 604/2013 en Richtlijn 2013/32/EU te vergemakkelijken;

f) de doelstellingen van het Schengeninformatiesysteem (SIS) te ondersteunen die betrekking hebben op signaleringen van onderdanen van derde landen aan wie de toegang is geweigerd, van personen die worden gezocht met het oog op aanhouding ten behoeve van overlevering of uitlevering, van vermiste personen, van personen die worden gezocht met het oog op een gerechtelijke procedure en van personen die onopvallend of gericht moeten worden gecontroleerd.

* Verordening (EU) nr. 604/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB L 180 van 29.6.2013, blz. 31).

**    Richtlijn 2013/32/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende gemeenschappelijke procedures voor de toekenning en intrekking van de internationale bescherming (PB L 180 van 29.6.2013, blz. 60).";

(3) artikel 3 wordt geschrapt;

(4) aan artikel 4 worden de volgende punten toegevoegd:

(12)"VIS-gegevens": alle gegevens die zijn opgeslagen in het centrale systeem van het VIS en het CIR overeenkomstig de artikelen 9 tot en met 14, en 22 quater tot en met 22 septies;

(13)"identiteitsgegevens": de gegevens als bedoeld in artikel 9, lid 4, onder a) en aa);

(14)"vingerafdrukgegevens": de gegevens betreffende vingerafdrukken die in een VIS-dossier zijn opgeslagen;

(15)"gezichtsopname": een digitale afbeelding van het gezicht;

(16)"gegevens van Europol": persoonsgegevens die door Europol worden verwerkt voor het in artikel 18, lid 2, onder a), van Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad* vermelde doel;

(17)"verblijfsvergunning": alle verblijfstitels die door de lidstaten worden afgegeven overeenkomstig het uniform model van Verordening (EG) nr. 1030/2002 van de Raad** en alle andere documenten als bedoeld in artikel 2, lid 16, onder b), van Verordening (EU) 2016/399;

(18)"visum voor verblijf van langere duur": een vergunning die door een lidstaat wordt afgegeven overeenkomstig artikel 18 van de Schengenovereenkomst;

(19)"nationale toezichthoudende autoriteit" voor rechtshandhavingsdoeleinden: de krachtens artikel 41 van Richtlijn (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad opgerichte toezichthoudende autoriteiten***;

(20)"rechtshandhaving": het voorkomen, opsporen of onderzoeken van terroristische misdrijven of andere ernstige strafbare feiten;

(21)"terroristische misdrijven": strafbare feiten naar nationaal recht die overeenkomen met of gelijkwaardig zijn aan die welke zijn bedoeld in Richtlijn (EU) 2017/541 van het Europees Parlement en de Raad****;

(22)"ernstige strafbare feiten": de strafbare feiten die overeenkomen met of gelijkwaardig zijn aan die welke zijn bedoeld in artikel 2, lid 2, van Kaderbesluit 2002/584/JBZ*****, indien die volgens het nationale recht strafbaar zijn gesteld met een vrijheidsstraf of een tot vrijheidsbeneming strekkende maatregel met een maximumduur van ten minste drie jaar.

________________

* Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en tot vervanging en intrekking van de Besluiten 2009/371/JBZ, 2009/934/JBZ, 2009/935/JBZ, 2009/936/JBZ en 2009/968/JBZ van de Raad (PB L 135 van 24.5.2016, blz. 53).

**    Verordening (EG) nr. 1030/2002 van de Raad van 13 juni 2002 betreffende de invoering van een uniform model voor verblijfstitels voor onderdanen van derde landen (PB L 157 van 15.6.2002, blz. 1).

***    Richtlijn (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 89).

****    Richtlijn (EU) 2017/541 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 inzake terrorismebestrijding en ter vervanging van Kaderbesluit 2002/475/JBZ van de Raad en tot wijziging van Besluit 2005/671/JBZ van de Raad (PB L 88 van 31.3.2017, blz. 6).

*****    Kaderbesluit 2002/584/JBZ van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten (PB L 190 van 18.7.2002, blz. 1).

(5) artikel 5 wordt vervangen door:

"Artikel 5 - Categorieën gegevens

1. Alleen de volgende categorieën gegevens worden in het VIS opgeslagen:

a) alfanumerieke gegevens betreffende de aanvrager van het visum voor kort verblijf en de aangevraagde, afgegeven, geweigerde, nietig verklaarde, ingetrokken of verlengde visa als bedoeld in artikel 9, leden 1 tot en met 4, en de artikelen 10 tot en met 14, alfanumerieke gegevens betreffende afgegeven, ingetrokken, geweigerde, nietig verklaarde of verlengde visa voor verblijf van langere duur en verblijfsvergunningen als bedoeld in de artikelen 22 quater tot en met 22 septies, alsmede informatie betreffende de treffers als bedoeld in de artikelen 9 bis en 22 ter, en de resultaten van de verificaties als bedoeld in artikel 9 quater, lid 6;

b) gezichtsopnames als bedoeld in artikel 9, lid 5, en artikel 22 quater, lid 2, onder f);

c) vingerafdrukgegevens als bedoeld in artikel 9, lid 6, en artikel 22 quater, lid 2, onder g);

d) koppelingen naar andere aanvragen als bedoeld in artikel 8, leden 3 en 4, en artikel 22 bis, lid 3.

2. Onverminderd de opslag van gegevensverwerkende handelingen krachtens artikel 34, worden de in artikel 16, artikel 24, lid 2, en artikel 25, lid 2, bedoelde kennisgevingen die via het VIS worden verzonden, niet in het VIS opgeslagen.

3. Het CIR bevat de gegevens als bedoeld in artikel 9, lid 4, onder a) tot en met cc), artikel 9, leden 5 en 6, artikel 22 quater, lid 2, onder a) tot en met cc), f) en g), en artikel 22 quinquies, onder a) tot en met cc), f) en g). De overige VIS-gegevens worden opgeslagen in het centrale systeem van het VIS."

(6) het volgende artikel 5 bis wordt ingevoegd:

"Artikel 5 bis

Lijst van erkende reisdocumenten

(1)De lijst van reisdocumenten waarmee de houder de buitengrenzen kan overschrijden en waarin een visum kan worden aangebracht, als ingesteld bij Besluit nr. 1105/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad*, wordt in het VIS opgenomen.

(2)Het VIS voorziet in de functie voor het gecentraliseerde beheer van de lijst van erkende reisdocumenten en van de kennisgeving van erkenning of niet-erkenning van in de lijst opgenomen reisdocumenten overeenkomstig artikel 4 van Besluit 1105/2011/EU.

(3)De nadere bepalingen betreffende het beheer van de in lid 2 bedoelde functie worden vastgelegd in uitvoeringshandelingen. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 49, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

_________________

* Besluit nr. 1105/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de lijst van reisdocumenten waarmee de houder de buitengrenzen kan overschrijden en waarin een visum kan worden aangebracht en betreffende de invoering van een mechanisme voor het opstellen van deze lijst (PB L 287 van 4.11.2011, blz. 9).

(7) artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 2 wordt vervangen door:

"2. De toegang tot het VIS voor raadpleging van de gegevens is uitsluitend voorbehouden aan de naar behoren gemachtigde personeelsleden van de autoriteiten van elke lidstaat en van de EU-organen die bevoegd zijn voor de in de artikelen 15 tot en met 22, 22 quater tot en met 22 septies, en 22 octies tot en met 22 undecies, genoemde doelen, alsmede voor de in de artikelen 20 en 21 van [Verordening (EG) nr. 2018/XX inzake de interoperabiliteit] genoemde doelen.

Deze toegang is beperkt tot de gegevens die vereist zijn voor de uitvoering van hun taken overeenkomstig deze doelen en staat in verhouding tot de doelstellingen.";

b) het volgende lid 4 wordt toegevoegd:

"4. Het VIS voorziet in de functie voor het gecentraliseerde beheer van deze lijst."

   c) het volgende lid 5 wordt toegevoegd:

"5. De nadere bepalingen betreffende het beheer van de functie voor het gecentraliseerde beheer van de in lid 3 bedoelde lijst worden vastgelegd in uitvoeringshandelingen. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de onderzoeksprocedure als bedoeld in artikel 49, lid 2."

(8) in artikel 7 wordt een nieuw lid ingevoegd:

"3. Bij alle procedures waarin deze verordening voorziet, stellen de lidstaten het belang van het kind voorop. Er wordt rekening gehouden met het welzijn en de veiligheid van het kind, in het bijzonder wanneer het gevaar bestaat dat het kind het slachtoffer wordt van mensenhandel, en met de mening van het kind, en afhankelijk van de leeftijd en de maturiteit van het kind, wordt daaraan passend belang gehecht."

(9) de titel van hoofdstuk II wordt vervangen door:

"INVOERING EN GEBRUIK VAN GEGEVENS BETREFFENDE VISA VOOR KORT VERBLIJF DOOR DE VISUMAUTORITEITEN"

(10) artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 1 wordt vervangen door:

"1. Indien de aanvraag ontvankelijk is overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EG) nr. 810/2009, stelt de visumautoriteit binnen 2 werkdagen het aanvraagdossier op door de in artikel 9 genoemde gegevens in het VIS in te voeren, voor zover deze gegevens door de aanvrager moeten worden verstrekt.";

b) het volgende lid 1 bis wordt ingevoegd:

"1 bis. Bij het opstellen van het aanvraagdossier start het VIS automatisch de zoekopdracht overeenkomstig artikel 9 bis en zendt het de resultaten terug.

(c) lid 5 wordt vervangen door:

5. 'Wanneer bepaalde gegevens om wettelijke redenen niet vereist zijn of feitelijk niet kunnen worden verstrekt, wordt in de rubrieken voor deze gegevens 'niet van toepassing" vermeld. Het ontbreken van vingerafdrukken wordt aangeduid door 'VIS0'; voorts is in het systeem een onderscheid mogelijk tussen de gevallen bedoeld in artikel 13, lid 7, onder a) tot en met d), van Verordening (EG) nr. 810/2009."

(11) artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

a) in punt 4 wordt het bepaalde onder a), b) en c) vervangen door:

"(a)achternaam (familienaam); voornaam/-namen; geboortedatum; nationaliteit/nationaliteiten; geslacht;

(aa) achternaam bij de geboorte (vroegere familienaam/-namen); plaats en land van geboorte; nationaliteit bij de geboorte;

(b)soort en nummer van het reisdocument/de reisdocumenten en de drielettercode van het land dat het reisdocument/de reisdocumenten heeft afgegeven;

(c)de datum waarop de geldigheidstermijn van het reisdocument/de reisdocumenten verstrijkt;

(cc)de autoriteit die het reisdocument heeft afgegeven en de datum van afgifte;";

b) punt 5 wordt vervangen door:

"5. een gezichtsopname van de aanvrager, overeenkomstig artikel 13, lid 1, van Verordening (EG) nr. 810/2009.";

c) het volgende punt 7 wordt toegevoegd:

"7. een scan van de pagina met biografische gegevens.";

d) de volgende twee alinea's worden toegevoegd:

"8. De in de punt 5 van de eerste alinea bedoelde gezichtsopnames van onderdanen van derde landen hebben een toereikende resolutie en kwaliteit voor gebruik bij automatische biometrische matching.

In uitzonderlijke gevallen, wanneer niet kan worden voldaan aan de voor de registratie van de ter plaatse gemaakte gezichtsopname in het VIS vastgestelde specificaties inzake kwaliteit en resolutie, kan de gezichtsopname, in afwijking van de tweede alinea, elektronisch van de chip van het elektronische machineleesbare reisdocument (eMRTD) worden uitgelezen. In dergelijke gevallen wordt de gezichtsopname slechts toegevoegd aan het persoonlijke dossier nadat elektronisch is geverifieerd of de in de chip van het eMRTD geregistreerde gezichtsopname overeenstemt met de ter plaatse gemaakte gezichtsopname van de onderdaan van een derde land.";

(12) de volgende artikelen 9 bis tot en met 9 quinquies worden ingevoegd:

"Artikel 9 bis

Zoekopdrachten in andere systemen

1. De aanvraagdossiers worden automatisch door het VIS verwerkt om na te gaan of er treffers zijn. Het VIS onderzoekt elk aanvraagdossier afzonderlijk.

2. Wanneer een aanvraag wordt gecreëerd of een visum wordt afgegeven, gaat het VIS na of het reisdocument dat met die aanvraag verband houdt, is erkend overeenkomstig Besluit 1105/2011/EU, door een automatische zoekopdracht uit te voeren in de in artikel 5 bis bedoelde lijst van erkende reisdocumenten, en zendt het een resultaat terug.

3. Met het oog op de verificaties waarin artikel 21, lid 1, en artikel 21, lid 3, onder a), c) en d), van Verordening (EG) nr. 810/2009 voorzien, start het VIS een zoekopdracht door gebruik te maken van het in artikel 6, lid 1, [van de interoperabiliteitsverordening] gedefinieerde Europese zoekportaal, om de in artikel 9, punt 4, van deze verordening bedoelde relevante gegevens te vergelijken met de gegevens in een notitie, dossier of signalering die zijn geregistreerd in het VIS, het Schengeninformatiesysteem (SIS), het inreis-uitreissysteem (EES), het Europees Systeem voor reisinformatie en -autorisatie (ETIAS), met inbegrip van de watchlist bedoeld in artikel 29 van Verordening (EU) 2018/XX met het oog op het instellen van een Europees systeem voor reisinformatie en -autorisatie, Eurodac, [het ECRIS-TCN-systeem voor zover het gaat om veroordelingen voor terroristische misdrijven en andere vormen van ernstige criminaliteit], de gegevens van Europol, de Interpol-databank voor gestolen en verloren reisdocumenten (SLTD) en de Interpol-databank voor reisdocumenten met signaleringen (Interpol TDAWN).

4. Het VIS voegt aan het aanvraagdossier een verwijzing toe naar elke treffer die wordt verkregen overeenkomstig lid 3. In voorkomend geval geeft het VIS aan welke lidstaat of lidstaten de gegevens hebben ingevoerd of aangeleverd die tot de treffer(s) hebben geleid, dan wel of Europol dat heeft gedaan, en registreert het deze informatie in het aanvraagdossier.

5. Voor de doeleinden van artikel 2, lid 1, onder k), worden bij de krachtens lid 3 uitgevoerde zoekopdrachten de in artikel 15, lid 2, bedoelde relevante gegevens vergeleken met de gegevens in het SIS, teneinde vast te stellen of ten aanzien van de aanvrager een van de volgende signaleringen is uitgevaardigd:

(a)een signalering van personen die worden gezocht met het oog op aanhouding ten behoeve van overlevering of uitlevering;

(b)een signalering van vermiste personen;

(c)een signalering van personen die worden gezocht met het oog op een gerechtelijke procedure;

(d)een signalering van personen en voorwerpen met het oog op onopvallende controles of gerichte controles.

Artikel 9ter

Specifieke bepalingen die van toepassing zijn op zoekopdrachten in andere systemen voor familieleden van EU-burgers of van andere onderdanen van derde landen die onder het Unierecht inzake vrij verkeer vallen

1. Wat betreft onderdanen van derde landen die familielid zijn van een burger van de Unie op wie Richtlijn 2004/38/EG van toepassing is of van een onderdaan van een derde land die het recht van vrij verkeer geniet dat gelijkwaardig is aan dat van de burgers van de Unie op grond van een overeenkomst tussen de Unie en haar lidstaten, enerzijds, en een derde land, anderzijds, worden de in artikel 9 bis, lid 3, bedoelde automatische controles uitsluitend uitgevoerd om na te gaan of er geen feitelijke aanwijzingen of op feitelijke aanwijzingen gebaseerde redelijke gronden zijn om aan te nemen dat de aanwezigheid van de betrokkene op het grondgebied van de lidstaten een risico voor de veiligheid of een groot epidemiologisch risico vormt overeenkomstig Richtlijn 2004/38/EG.

2. Het VIS gaat na niet of:

(a)de aanvrager momenteel geregistreerd staat als persoon die de toegestane verblijfsduur heeft overschreden dan wel of hij in het verleden als zodanig geregistreerd is geweest, door raadpleging van het EES;

(a)de aanvrager overeenkomt met een persoon wiens gegevens in Eurodac zijn geregistreerd.

3. Indien de automatische verwerking van de aanvraag als bedoeld in artikel 9 bis, lid 3, een treffer heeft opgeleverd die overeenkomt met een signalering met het oog op weigering van toegang en verblijf als bedoeld in artikel 24 van Verordening (EG) nr. 1987/2006, verifieert de visumautoriteit om welke reden werd beslist deze signalering in het SIS op te nemen. Als deze reden verband houdt met een risico op het gebied van illegale immigratie, wordt geen rekening gehouden met de signalering bij de beoordeling van de aanvraag. De visumautoriteit gaat te werk overeenkomstig artikel 25, lid 2, van de SIS II-verordening.

Artikel 9 - quater Verificatie door de centrale autoriteiten

1. Elke treffer die voortkomt uit de zoekopdrachten overeenkomstig artikel 9 bis, lid 3, worden handmatig geverifieerd door de centrale autoriteit van de lidstaat die de aanvraag behandelt.

2. Bij de handmatige verificatie van de treffers heeft de centrale autoriteit toegang tot het aanvraagdossier en eventueel daaraan verbonden aanvraagdossiers, evenals tot alle treffers die de automatische verwerking overeenkomstig artikel 9 bis, lid 3, heeft opgeleverd.

3. De centrale autoriteit verifieert of de in het aanvraagdossier geregistreerde identiteit van de aanvrager overeenkomt met de gegevens in het VIS of een van de geraadpleegde databanken.

4. Indien de persoonsgegevens niet overeenkomen en er geen andere treffer is geregistreerd gedurende de geautomatiseerde verwerking overeenkomstig artikel 9 bis, lid 3, wist de centrale autoriteit de valse treffer uit het aanvraagdossier.

5. Indien de gegevens overeenkomen met of er twijfel blijft bestaan over de identiteit van de aanvrager, informeert de centrale visumautoriteit die de aanvraag behandelt, de centrale autoriteit van de andere lidstaten waarvan is gebleken dat zij de gegevens die tot de treffer hebben geleid, hebben ingevoerd of aangeleverd overeenkomstig artikel 9 bis, lid 3. Indien is gebleken dat één of meer lidstaten de gegevens hebben ingevoerd of aangeleverd die tot de treffer hebben geleid, raadpleegt de centrale autoriteit de centrale autoriteiten van de andere lidstaten volgens de procedure van artikel 16, lid 2.

6. Het resultaat van door de centrale autoriteiten van de andere lidstaten uitgevoerde verificaties wordt aan het aanvraagdossier toegevoegd.

7. In afwijking van het bepaalde in lid 1 zendt het VIS, indien de in artikel 9 bis, lid 5, bedoelde vergelijking een of meer treffers oplevert, een automatische kennisgeving naar de centrale autoriteit van de lidstaat die de zoekopdracht heeft gegeven met het oog op het nemen van passende follow-upmaatregelen.

8. Indien blijkt dat Europol de gegevens heeft aangeleverd die tot een treffer hebben geleid overeenkomstig artikel 9 bis, lid 3, raadpleegt de centrale eenheid van de bevoegde lidstaat de nationale Europol-eenheid voor follow-up overeenkomstig Verordening (EU) 2016/794, en met name hoofdstuk IV.

Artikel 9 - quinquies Verantwoordelijkheden van Europol

Europol past zijn informatiesysteem aan om de automatische verwerking van de zoekopdrachten als bedoeld in artikel 9 bis, lid 3, en artikel 22 ter, lid 2, mogelijk te maken."

(13) aan artikel 13 wordt het volgende lid 4 toegevoegd:

"4.    Indien het aanvraagdossier overeenkomstig de leden 1 en 2 is bijgewerkt, zendt het VIS een kennisgeving naar de lidstaat die het visum heeft afgegeven, waarin de beslissing tot nietigverklaring of intrekking van dat visum wordt meegedeeld. Een dergelijke kennisgeving wordt automatisch door het centrale systeem gegenereerd en verzonden via het mechanisme bedoeld in artikel 16.";

(14) artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

a) in lid 2 wordt het volgende punt e bis) ingevoegd:

"e bis) gezichtsopname;";

b) het volgende lid 2 bis wordt ingevoegd:

"2 bis. De gezichtsopname als bedoeld in lid 2, onder e bis), mag niet het enige zoekcriterium zijn.";

(15) in artikel 16 worden de leden 2 en 3 vervangen door:

"2. Wanneer in het VIS een aanvraagdossier wordt aangemaakt betreffende een onderdaan van een bepaald derde land of een persoon die behoort tot een specifieke categorie onderdanen van een bepaald derde land, waarvoor op grond van artikel 22 van Verordening (EG) nr. 810/2009 voorafgaande raadpleging is vereist, zendt het VIS het verzoek om raadpleging automatisch naar de aangegeven lidstaat of lidstaten.

De geraadpleegde lidstaat of lidstaten zend(t)(en) het antwoord naar het VIS, dat dit antwoord doorzendt naar de lidstaat die het verzoek heeft aangemaakt.

Uitsluitend met het oog op de uitvoering van de raadplegingsprocedure wordt de lijst van lidstaten die op grond van artikel 22 van Verordening (EG) nr. 810/2009 vereisen dat hun centrale autoriteiten worden geraadpleegd door de centrale autoriteiten van andere lidstaten bij het onderzoek van visumaanvragen voor eenvormige visa die zijn ingediend door onderdanen van bepaalde derde landen of specifieke categorieën onderdanen van die landen, en van de betrokken onderdanen van derde landen, in het VIS geïntegreerd."

3. De in lid 2 omschreven procedure is ook van toepassing op:

a) de toezending van informatie over de afgifte van visa met territoriaal beperkte geldigheid overeenkomstig artikel 25, lid 4, over wijzigingen van gegevens overeenkomstig artikel 24, lid 2, en over ex-postkennisgevingen overeenkomstig artikel 31 van Verordening (EG) nr. 810/2009;

b) alle andere mededelingen in verband met de consulaire samenwerking die de doorgifte van in het VIS geregistreerde of daarmee verband houdende persoonsgegevens inhouden, de toezending van verzoeken aan de bevoegde visumautoriteit om kopieën van reisdocumenten overeenkomstig artikel 9, punt 7, en andere documenten ter staving van de aanvraag, en de toezending van elektronische kopieën van die documenten, alsmede op verzoeken als bedoeld in artikel 9 quater en artikel 38, lid 3. De bevoegde visumautoriteiten beantwoorden dergelijke verzoeken binnen twee werkdagen.";

(16) artikel 17 wordt geschrapt;

(17) de titel van hoofdstuk III wordt vervangen door:

"TOEGANG TOT GEGEVENS OVER VISA VOOR KORT VERBLIJF DOOR ANDERE AUTORITEITEN"

(18) in artikel 18, lid 6, wordt de tweede alinea vervangen door:

"De autoriteiten die bevoegd zijn om controles te verrichten aan de grenzen waar het EES wordt gebruikt, verifiëren de vingerafdrukken van de visumhouder aan de hand van de vingerafdrukken die in het VIS zijn opgeslagen. Voor visumhouders wier vingerafdrukken niet kunnen worden gebruikt, wordt de in lid 1 bedoelde zoekopdracht verricht aan de hand van de in lid 1 genoemde alfanumerieke gegevens, in combinatie met de gezichtsopname.";

(19) het volgende artikel 20 bis wordt ingevoegd:

"Artikel 20 - bis Gebruik van VIS-gegevens voor het invoeren van SIS-signaleringen van vermiste personen en de latere toegang tot die gegevens

1. De in het VIS opgeslagen vingerafdrukgegevens kunnen worden gebruikt om signaleringen van vermiste personen in te voeren overeenkomstig artikel 32, lid 2, van Verordening (EU) .... van het Europees Parlement en de Raad* [Verordening (EU) betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van politiële samenwerking en justitiële samenwerking in strafzaken]. In die gevallen worden de vingerafdrukgegevens via beveiligde kanalen uitgewisseld met het Sirene-bureau van de lidstaat die de gegevens bezit.

2. Indien er sprake is van een treffer met een SIS-signalering als bedoeld in lid 1, kunnen kinderbeschermingsautoriteiten en nationale gerechtelijke autoriteiten, met inbegrip van die welke belast zijn met de instelling van strafvervolging en van gerechtelijke onderzoeken voorafgaand aan tenlastelegging, alsook hun coördinerende instanties, als bedoeld in artikel 43 van Verordening (EU) … [COM(2016) 883 final – SIS LE], bij de uitoefening van hun taken om toegang tot de in het VIS opgenomen gegevens verzoeken. De voorwaarden waarin de wetgeving van de Unie en de nationale wetgeving voorzien, zijn van toepassing.

__________

* Verordening (EU) ... van het Europees Parlement en de Raad van ... (PB L ... van ..., blz. ...).";


(20) in artikel 22 wordt lid 2 vervangen door:

"2. Indien uit het zoeken aan de hand van de in lid 1 genoemde gegevens blijkt dat in het VIS gegevens zijn opgeslagen betreffende de persoon die om internationale bescherming verzoekt, wordt de bevoegde asielautoriteit, uitsluitend met het oog op het in lid 1 genoemd doel, toegang verleend voor het raadplegen van de volgende gegevens van de aanvrager of van gekoppelde aanvraagdossiers van de aanvrager, als bedoeld in artikel 8, lid 3:

a) het nummer van de aanvraag;

b) de uit het aanvraagformulier of de aanvraagformulieren overgenomen gegevens bedoeld in artikel 9, leden 4, 5 en 7; 

c) foto’s;

d) de gegevens die zijn ingevoerd in verband met afgegeven, nietig verklaarde, of ingetrokken visa, of in verband met visa waarvan de geldigheidsduur is verlengd, als bedoeld in de artikelen 10, 13 en 14;

e) de gegevens als bedoeld in artikel 9, punten 4) en 5), van de overeenkomstig artikel 8, lid 4, gekoppelde aanvraagdossiers.";

(21) artikel 23 wordt vervangen door:

"Artikel 23 - Bewaringstermijn van opgeslagen gegevens

1. Onverminderd de verwijdering van gegevens als bedoeld in de artikelen 24 en 25 en de registratie van gegevens als bedoeld in artikel 34, worden de dossiers voor ten hoogste vijf jaar in het VIS opgeslagen.

Deze termijn gaat in:

a) op de datum waarop de geldigheidsduur van het visum, het visum voor verblijf van langere duur of de verblijfsvergunning verstrijkt, indien een visum, een visum voor verblijf van langere duur of een verblijfsvergunning is afgegeven;

b) op de nieuwe datum waarop de geldigheidsduur van het visum, het visum voor verblijf van langere duur of de verblijfsvergunning verstrijkt, indien een visum, een visum voor verblijf van langere duur of een verblijfsvergunning is verlengd;

c) op de datum waarop het aanvraagdossier in het VIS is aangemaakt, indien de aanvraag ingetrokken, afgesloten of afgebroken is;

d) op de datum van de beslissing van de verantwoordelijke autoriteit, indien een visum, een visum voor verblijf van langere duur of een verblijfsvergunning is geweigerd, nietig verklaard of ingetrokken, of de geldigheidsduur ervan is ingekort, naargelang het geval.

2. Na het verstrijken van de in lid 1 bedoelde termijn worden het dossier en de in artikel 8, leden 3 en 4, en artikel 22 bis, leden 3 en 5, bedoelde koppelingen naar dit dossier automatisch uit het VIS gewist.

(22) in artikel 24 wordt lid 2 vervangen door: 

"2. Indien een lidstaat over aanwijzingen beschikt dat in het VIS verwerkte gegevens onjuist zijn of dat gegevens in strijd met deze verordening in het VIS zijn verwerkt, stelt die lidstaat de bevoegde lidstaat daarvan onmiddellijk in kennis. Die kennisgeving gebeurt volgens de in artikel 16, lid 3, bedoelde procedure.

Indien de onjuiste gegevens betrekking hebben op de koppelingen die zijn gemaakt overeenkomstig artikel 8, lid 3 of 4, en artikel 22 bis, lid 3, doet de bevoegde lidstaat de nodige verificaties, geeft hij binnen 48 uur een antwoord en rectificeert hij in voorkomend geval de koppeling. Bij gebreke van antwoord binnen de gestelde termijn rectificeert de verzoekende lidstaat de koppeling en stelt hij de bevoegde lidstaat daarvan in kennis via VISMail.";

(23) artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 1 wordt vervangen door:

"1. Indien voor het verstrijken van de in artikel 23, lid 1, bedoelde termijn een aanvrager de nationaliteit van een lidstaat heeft verworven, worden de aanvraagdossiers en de in artikel 8, leden 3 en 4, en artikel 22 bis, lid 3, bedoelde koppelingen betreffende hem of haar door de lidstaat die de betrokken aanvraagdossiers en koppelingen heeft aangemaakt, onmiddellijk uit het VIS gewist.";

b) in lid 2 worden de woorden 'de infrastructuur van het VIS' vervangen door 'VISMail'.

(24) in artikel 26 wordt het volgende lid 8 bis ingevoegd:

"8 bis. In de volgende omstandigheden is het eu-LISA toegestaan geanonimiseerde werkelijke persoonsgegevens uit het VIS-productiesysteem te gebruiken voor testdoeleinden:


a) voor diagnostiek en reparatie wanneer in het centraal systeem fouten worden ontdekt;

b) voor het testen van nieuwe technieken en technologieën die de prestaties van het centraal systeem of de verzending van gegevens naar het centrale systeem kunnen verbeteren.


In dergelijke gevallen worden in de testomgeving maatregelen voor beveiliging, toegangscontrole en registratie toegepast die gelijkwaardig zijn aan die van het productiesysteem van het VIS. Werkelijke persoonsgegevens die voor testdoeleinden worden gebruikt, worden zodanig geanonimiseerd dat de betrokkene niet meer kan worden geïdentificeerd.";


(25) artikel 27 wordt vervangen door:

"Artikel 27 - Plaats van het centrale Visuminformatiesysteem

Het hoofdsysteem van het centrale VIS, dat voor technisch toezicht en beheer zorgt, bevindt zich in Straatsburg (Frankrijk) en een centrale-VIS-back-up, die alle functies van het belangrijkste centrale VIS kan overnemen, bevindt zich in Sankt Johann im Pongau (Oostenrijk).


Beide locaties kunnen tegelijkertijd worden ingezet voor het operationele beheer van het VIS, mits de tweede locatie bij uitval van het systeem de werking ervan kan blijven waarborgen.";


(26) artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:

   a)    de titel wordt vervangen door:

"Verantwoordelijkheid voor het gebruik en de kwaliteit van gegevens"

   b)    lid 1, onder c), wordt vervangen door:

"c)    de gegevens accuraat en geactualiseerd zijn, een passend kwaliteitsniveau hebben en voldoende volledig zijn, wanneer zij naar het VIS worden gezonden.";

c) in lid 2, onder a), wordt het woord 'VIS' in beide gevallen vervangen door de woorden "VIS of het CIR;

   d)    het volgende lid 2 bis wordt ingevoegd:

"2 bis. Samen met de Commissie ontwikkelt en handhaaft de beheersautoriteit automatische mechanismen en procedures voor het controleren van de gegevenskwaliteit, waarmee de VIS-gegevens aan kwaliteitscontroles kunnen worden onderworpen, en brengt zij regelmatig verslag uit aan de lidstaten. De beheersautoriteit brengt regelmatig verslag uit over de controles van de gegevenskwaliteit aan de lidstaten en de Commissie.

Dit mechanisme en deze procedures en de uitlegging inzake de naleving van de regels op het gebied van gegevenskwaliteit worden door middel van uitvoeringsmaatregelen overeenkomstig de in artikel 49, lid 2, bedoelde procedure vastgesteld.";

(27) het volgende artikel 29 bis wordt ingevoegd:

"Artikel 29 -  bis Specifieke regels voor het invoeren van gegevens

1.Het invoeren van gegevens als bedoeld in de artikelen 9, 22 quater en 22 quinquies in het VIS moet aan de volgende voorafgaande voorwaarden voldoen:

a) gegevens als bedoeld in de artikelen 9, 22 quater en 22 quinquies, en in artikel 6, lid 4, mogen pas na een door de verantwoordelijke nationale autoriteiten uitgevoerde kwaliteitscontrole naar het VIS worden gezonden;

b) gegevens als bedoeld in de artikelen 9, 22 quater en 22 quinquies, en in artikel 6, lid 4, worden door het VIS verwerkt na een door het VIS overeenkomstig lid 2 uitgevoerde kwaliteitscontrole.

2.Kwaliteitscontroles door het VIS worden als volgt uitgevoerd:

(a)bij het aanmaken van aanvraagdossiers of dossiers van onderdanen van derde landen in het VIS worden kwaliteitscontroles uitgevoerd op de gegevens als bedoeld in de artikelen 9, 22 quater en 22 quinquies; indien deze controles niet voldoen aan de vastgestelde kwaliteitscriteria, worden de verantwoordelijke autoriteiten automatisch door het VIS in kennis gesteld;

(b)de automatische procedures als bedoeld in artikel 9 bis, lid 3, en artikel 22 ter, lid 2, kunnen pas door het VIS worden geactiveerd nadat het VIS een kwaliteitscontrole heeft uitgevoerd overeenkomstig dit artikel; indien deze controles niet voldoen aan de vastgestelde kwaliteitscriteria, worden de verantwoordelijke autoriteiten automatisch door het VIS in kennis gesteld;

(c)controles op de kwaliteit van gezichtsopnamen en dactyloscopische gegevens worden uitgevoerd bij het aanmaken van dossiers van onderdanen van derde landen in het VIS, om na te gaan of voldaan is aan de minimumnormen voor gegevenskwaliteit die biometrische matching mogelijk maken;

(d)kwaliteitscontroles op de gegevens als bedoeld in artikel 6, lid 4, worden uitgevoerd bij het opslaan van informatie over de nationale aangewezen autoriteiten in het VIS.

3.Er worden kwaliteitsnormen vastgesteld voor het opslaan van de in de leden 1 en 2 bedoelde gegevens. Deze normen worden gespecificeerd in uitvoeringshandelingen. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de onderzoeksprocedure als bedoeld in artikel 49, lid 2.";

(28) artikel 31, leden 1 en 2, worden vervangen door:

"1. Onverminderd Verordening (EU) 2016/679 kunnen de gegevens als bedoeld in artikel 9, lid 4, onder a), b), c), k) en m), artikel 9, lid 6, en artikel 9, lid 7, uitsluitend worden doorgegeven aan of ter beschikking gesteld van een derde land of een in de bijlage opgenomen internationale organisatie wanneer dat in individuele gevallen noodzakelijk is om de identiteit van onderdanen van derde landen te bewijzen, en uitsluitend met het oog op terugkeer overeenkomstig Richtlijn 2008/115/EG of hervestiging overeenkomstig Verordening …[kaderverordening hervestiging], en mits de lidstaat die de gegevens in het VIS heeft ingevoerd, zijn goedkeuring heeft gegeven.";

(29) Artikel 34 wordt vervangen door:

"Artikel 34
Bijhouden van logbestanden

1. Elke lidstaat, het Europees Grens- en kustwachtagentschap en de beheersautoriteit houden logbestanden bij van alle gegevensverwerkende handelingen in het VIS. Die logbestanden bevatten het doel van de toegang zoals bedoeld in artikel 6, lid 1, artikel 20 bis, lid 1, artikel 22 duodecies, lid 1, en de artikelen 15 tot en met 22, en 22 octies tot en met 22 undecies, de datum en het tijdstip van de toegang, het soort toegezonden gegevens zoals bedoeld in de artikelen 9 tot en met 14, het soort bij het zoeken gebruikte gegevens zoals bedoeld in artikel 15, lid 2, artikel 18, artikel 19, lid 1, artikel 20, lid 1, artikel 21, lid 1, artikel 22, lid 1, de artikelen 22 octies tot en met 22 undecies, artikel 45 bis en artikel 45 quinquies, en de naam van de autoriteit die de gegevens invoert of opvraagt. Voorts houdt elke lidstaat logbestanden bij van de personeelsleden die naar behoren gemachtigd zijn gegevens in te voeren of op te vragen.


2. Voor de in artikel 45 ter bedoelde handelingen wordt van elke in het VIS en het EES verrichte gegevensverwerkingsactiviteit een logbestand bijgehouden overeenkomstig dit artikel en artikel 41 van Verordening (EU) 2226/2017 tot instelling van een inreis-uitreissysteem (EES).


3. Deze logbestanden mogen uitsluitend worden gebruikt voor het toezicht op de toelaatbaarheid van de gegevensverwerking vanuit een oogpunt van gegevensbescherming en voor het verzekeren van de gegevensbeveiliging. De logbestanden moeten met passende maatregelen tegen ongeoorloofde toegang worden beschermd en na een periode van één jaar na het verstrijken van de in artikel 23, lid 1, bedoelde bewaringstermijn worden verwijderd, indien zij niet voor reeds aangevangen controleprocedures noodzakelijk zijn.";

(30) artikel 37 wordt als volgt gewijzigd:

a) in lid 1 wordt de inleidende zin vervangen door:

"Onderdanen van derde landen en de personen bedoeld in artikel 9, lid 4, onder f), artikel 22 quater, lid 2, onder e), of artikel 22 quinquies, onder e), worden door de bevoegde lidstaat ingelicht over:";

b) lid 2 wordt vervangen door:

"2. De in lid 1 bedoelde informatie wordt schriftelijk aan de onderdaan van een derde land meegedeeld bij het verzamelen van de gegevens, de foto en de vingerafdrukgegevens als bedoeld in artikel 9, punten 4, 5 en 6, artikel 22 quater, lid 2, en artikel 22 quinquies, onder a) tot en met g), en, indien nodig, mondeling in een taal en op een wijze die de betrokkene begrijpt of redelijkerwijze geacht wordt te begrijpen. Kinderen worden op een bij hun leeftijd passende wijze ingelicht, met behulp van brochures en/of informatiegrafieken en/of demonstraties die specifiek zijn ontworpen om hun de procedure voor het nemen van vingerafdrukken uit te leggen.";

c) in lid 3 wordt de tweede alinea vervangen door:

"Als er geen dergelijke door die personen ondertekende formulieren zijn, wordt deze informatie verstrekt overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EU) 2016/679.";

(31) in artikel 38 wordt lid 3 vervangen door:

"3. Indien het in lid 2 bedoelde verzoek tot een andere dan de bevoegde lidstaat wordt gericht, nemen de autoriteiten van de lidstaat waarbij het verzoek werd ingediend binnen zeven dagen contact op met de autoriteiten van de bevoegde lidstaat. De bevoegde lidstaat controleert de juistheid van de gegevens en de rechtmatigheid van de verwerking ervan in het VIS binnen één maand.";

(32) in artikel 43 worden de leden 1 en 2 vervangen door:

"1. De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming werkt nauw samen met de nationale toezichthoudende autoriteiten in verband met specifieke kwesties waarvoor nationale betrokkenheid vereist is, met name wanneer de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming of een nationale toezichthoudende autoriteit grote verschillen tussen praktijken van de lidstaten constateert of potentieel onrechtmatige gegevensdoorgifte via de communicatiekanalen van de interoperabiliteitscomponenten constateert, dan wel in de context van vragen die door een of meer nationale toezichthoudende autoriteiten worden gesteld ten aanzien van de uitvoering en de uitlegging van deze verordening.

2. In de in lid 1 bedoelde gevallen wordt gezorgd voor gecoördineerd toezicht in overeenstemming met artikel 62 van Verordening (EU) 2018/XXXX [herziene Verordening (EG) nr. 45/2001].";

(33) aan artikel 45 wordt het volgende lid 3 toegevoegd:

"3. De technische specificaties voor de kwaliteit, de resolutie en het gebruik van vingerafdrukken en de gezichtsopname voor biometrische verificatie en identificatie in het VIS worden vastgelegd in uitvoeringshandelingen. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 49, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.";

(34) het volgende artikel 45 bis wordt ingevoegd:

"Artikel 45 -  bis Gebruik van gegevens voor verslagen en statistieken

1. De naar behoren gemachtigde personeelsleden van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, de Commissie, eu-LISA en het bij Verordening (EU) 2016/1624 opgerichte Europees Grens- en kustwachtagentschap hebben, uitsluitend met het oog op het opstellen van verslagen en statistieken, zonder dat daarbij personen kunnen worden geïdentificeerd, toegang om de volgende gegevens te raadplegen:

(a)de statusinformatie;

(b)de bevoegde autoriteit, met plaatsaanduiding;

(c)geslacht, geboortedatum en huidige nationaliteit van de aanvrager;

(d)de lidstaat van eerste binnenkomst, uitsluitend wat visa voor kort verblijf betreft;

(e)de datum en de plaats van de aanvraag en van de beslissing betreffende de aanvraag (afgifte of afwijzing);

(f)het soort afgegeven document, meer bepaald een luchthaventransitvisum, een eenvormig visum, een visum met territoriaal beperkte geldigheid, een visum voor verblijf van langere duur of een verblijfsvergunning;

(g)het soort reisdocument en de drielettercode van het land dat het reisdocument heeft afgegeven, uitsluitend wat visa voor kort verblijf betreft;

(h)de redenen die zijn aangegeven voor een beslissing betreffende het document of de aanvraag, uitsluitend wat visa voor kort verblijf betreft; wat visa voor verblijf van langere duur en verblijfsvergunningen betreft, de beslissing over de aanvraag (of de aanvraag is ingewilligd of afgewezen, en om welke reden);

(i)de bevoegde autoriteit, met plaatsaanduiding, die de aanvraag heeft afgewezen en de datum van afwijzing, uitsluitend wat visa voor kort verblijf betreft;

(j)de gevallen waarin dezelfde aanvrager bij meer dan één bevoegde visumautoriteit een visum voor kort verblijf heeft aangevraagd, met vermelding van deze visumautoriteiten, met plaatsaanduiding, en de data van afwijzing, uitsluitend wat visa voor kort verblijf betreft;

(k)wat visa voor kort verblijf betreft, het/de hoofddoel(en) van de reis; met betrekking tot visa voor verblijf van langere duur en verblijfsvergunningen, het doel van de aanvraag;

(l)de gegevens die zijn ingevoerd in verband met een document dat is ingetrokken of nietig verklaard, of waarvan de geldigheidsduur is verstreken, naargelang het geval;

(m)in voorkomend geval, de datum waarop de geldigheidsduur van het visum voor verblijf van langere duur of de verblijfsvergunning verstrijkt;

(n)het aantal personen dat op grond van artikel 13, lid 7, van Verordening (EG) nr. 810/2009 is vrijgesteld van de verplichting om vingerafdrukken te laten afnemen;

(o)de gevallen waarin de in artikel 9, punt 6, bedoelde gegevens feitelijk niet konden worden verstrekt overeenkomstig de tweede zin van artikel 8, lid 5;

(p)de gevallen waarin de in artikel 9, punt 6, bedoelde gegevens om wettelijke redenen niet vereist waren, overeenkomstig de tweede zin van artikel 8, lid 5;

(q)de gevallen waarin een visum werd geweigerd aan een persoon die de in artikel 9, punt 6, bedoelde gegevens feitelijk niet kon verstrekken, overeenkomstig de tweede zin van artikel 8, lid 5.

De naar behoren gemachtigde personeelsleden van het Europees Grens- en kustwachtagentschap hebben toegang om de in de eerste alinea bedoelde gegevens te kunnen raadplegen, teneinde risicoanalyses en kwetsbaarheidsbeoordelingen zoals bedoeld in de artikelen 11 en 13 van Verordening (EU) 2016/1624 te kunnen uitvoeren.

2. Voor de toepassing van lid 1 worden de in dat lid bedoelde gegevens door eu-LISA opgeslagen in het centraal register voor rapportage en statistieken bedoeld in [artikel 39 van Verordening 2018/XX inzake interoperabiliteit].

3. De door eu-LISA ingevoerde procedures voor toezicht op de werking van het VIS als bedoeld in artikel 50, lid 1, omvatten de mogelijkheid om regelmatige statistieken op te stellen voor het waarborgen van dat toezicht.

4. Elk kwartaal stelt eu-LISA op basis van VIS-gegevens inzake visa voor kort verblijf statistieken op waarin met name voor elke locatie waar een visum werd aangevraagd, melding wordt gemaakt van:

(a)het totaal aantal aangevraagde luchthaventransitvisa, met inbegrip van meervoudige luchthaventransitvisa;

(b)het totaal aantal afgegeven visa, met inbegrip van meervoudige A-visa;

(c)het totaal aantal afgegeven meervoudige visa;

(d)het totaal aantal niet-afgegeven visa, met inbegrip van meervoudige A-visa;

(e)het totaal aantal aangevraagde eenvormige visa, met inbegrip van eenvormige visa voor meerdere binnenkomsten;

(f)het totaal aantal afgegeven visa, met inbegrip van visa voor meerdere binnenkomsten;

(g)het totaal aantal afgegeven visa voor meerdere binnenkomsten, uitgesplitst naar geldigheidsduur (minder dan 6 maanden, 1 jaar, 2 jaar, 3 jaar, 4 jaar, 5 jaar);

(h)totaal aantal niet-afgegeven eenvormige visa, met inbegrip van visa voor meerdere binnenkomsten;

(i)totaal aantal afgegeven visa met territoriaal beperkte geldigheid.

De dagelijkse statistieken worden opgeslagen in het centraal register voor rapportage en statistieken.

5. Elk kwartaal stelt eu-LISA op basis van de VIS-gegevens inzake visa voor verblijf van langere duur en verblijfsvergunningen statistieken op, waarin met name voor elke locatie melding wordt gemaakt van:

(a)totaal aantal aangevraagde, afgegeven, geweigerde, verlengde en ingetrokken visa voor verblijf van langere duur;

(b)totaal aantal aangevraagde, afgegeven, geweigerde, verlengde en ingetrokken verblijfsvergunningen.

6. Aan het eind van elk jaar worden statistische gegevens verzameld in kwartaalstatistieken voor het betrokken jaar. De statistieken bevatten een uitsplitsing van de gegevens per lidstaat.

7. Op verzoek van de Commissie verstrekt eu-LISA de Commissie statistieken over specifieke aspecten van de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijke visumbeleid of van het migratiebeleid, onder meer wat betreft de toepassing van Verordening (EU) nr. 1053/2013.";

(35) de volgende artikelen 45 ter, 45 quater, 45 quinquies en 45 sexies worden ingevoegd:

"Artikel 45 - ter Toegang tot gegevens voor verificatie door vervoerders

1. Ter nakoming van hun verplichtingen uit hoofde van artikel 26, lid 1, onder b), van de overeenkomst ter uitvoering van het akkoord van Schengen sturen luchtvervoerders, zeevervoerders en internationale vervoerders die groepen per bus over land vervoeren, een zoekopdracht naar het VIS om te verifiëren of onderdanen van derde landen die houder zijn van een visum voor kort verblijf, een visum voor verblijf van langere duur of een verblijfsvergunning, in het bezit zijn van een geldig visum voor kort verblijf, visum voor verblijf van langere duur of verblijfsvergunning, naargelang het geval. Wat visa voor kort verblijf betreft, verstrekken vervoerders hiertoe de in artikel 9, punt 4, onder a) tot en met c), of artikel 22 quater, onder a) tot en met c), van deze verordening vermelde gegevens, naargelang het geval.

2. Teneinde uitvoering te geven aan lid 1 of teneinde een oplossing te bieden voor een eventueel geschil waartoe de toepassing van dat lid aanleiding zou geven, houdt eu-LISA logbestanden bij van alle gegevensverwerkende verrichtingen van vervoerders binnen de gateway voor vervoerders. Deze logbestanden tonen de datum en het tijdstip van elke verrichting, de voor raadpleging gebruikte gegevens, de door de gateway voor vervoerders doorgezonden gegevens en de naam van de betrokken vervoerder.

Logbestanden worden gedurende een periode van twee jaar opgeslagen. Logbestanden worden door passende maatregelen beschermd tegen ongeoorloofde toegang.

3. Beveiligde toegang tot de gateway voor vervoerders, zoals bedoeld in artikel 1, lid 2, onder h), van Beschikking 2004/512/EG, als gewijzigd bij deze verordening, stelt vervoerders in staat om de in lid 1 bedoelde zoekopdracht te verrichten voordat de passagier instapt. Hiertoe zendt de vervoerder het verzoek om raadpleging van het VIS met gebruikmaking van de gegevens die zijn opgeslagen in de machineleesbare zone van het reisdocument.

4. In het antwoord van het VIS wordt aangegeven of de betrokkene beschikt over een geldig visum, door de vervoerders het antwoord OK/NIET OK te verstrekken.

5. Een uitsluitend voor vervoerders bestemd authenticatiesysteem wordt opgezet om, voor de doeleinden van lid 2, de gemachtigde personeelsleden van vervoerders toegang te bieden tot de gateway voor vervoerders. Het authenticatiesysteem wordt door de Commissie vastgesteld door middel van uitvoeringshandelingen volgens de in artikel 49, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

Artikel 45 quater

Vangnetprocedures ingeval het technisch niet mogelijk is voor vervoerders om toegang tot gegevens te verkrijgen

1. Als het technisch niet mogelijk is om de in artikel 45 ter, lid 1, bedoelde zoekopdracht te verrichten, wegens een storing van een onderdeel van het VIS of door andere factoren waarop de vervoerders geen invloed hebben, worden de vervoerders vrijgesteld van de verplichting om het bezit van een geldig visum of reisdocument te verifiëren met gebruikmaking van de gateway voor vervoerders. Indien de beheersautoriteit een dergelijke storing ontdekt, stelt zij de vervoerders daarvan in kennis. Zij doet hetzelfde wanneer de storing is hersteld. Indien de vervoerders de storing ontdekken, mogen zij de beheersautoriteit daarvan in kennis stellen.

2. De bijzonderheden van de vangnetprocedures worden bepaald in een uitvoeringshandeling die wordt vastgesteld volgens de in artikel 49, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

Artikel 45 quinquies

Toegang tot VIS-gegevens door de Europese grens- en kustwachtteams

1. Om de in artikel 40, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1624 van het Europees Parlement en de Raad* bedoelde taken en bevoegdheden te kunnen uitoefenen en naast de toegang bedoeld in artikel 40, lid 8, van die verordening, hebben de leden van de Europese grens- en kustwachtteams en van de teams van personeelsleden die betrokken zijn bij terugkeergerelateerde activiteiten, binnen de grenzen van hun mandaat recht op toegang tot en het doorzoeken van de VIS-gegevens.

2. Om de in lid 1 bedoelde toegang te waarborgen, wijst het Europees Grens- en kustwachtagentschap een gespecialiseerde eenheid met naar behoren gemachtigde ambtenaren van de Europese grens- en kustwacht aan als centraal toegangspunt. Het centrale toegangspunt verifieert of de in artikel 45 sexies vastgestelde voorwaarden zijn vervuld om om toegang tot het VIS te kunnen verzoeken.


__________

* Verordening (EU) 2016/1624 van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2016 betreffende de Europese grens- en kustwacht en tot wijziging van Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 863/2007 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad en Besluit 2005/267/EG van de Raad (PB L 251 van 16.9.2016, blz. 1).


Artikel 45 sexies

Procedure en voorwaarden voor toegang tot VIS-gegevens door Europese grens- en kustwachtteams

1. Met het oog op de in artikel 45 quinquies, lid 1, bedoelde toegang kan een Europese grens- en kustwachtteam een verzoek tot raadpleging van alle gegevens of een specifieke reeks in het VIS opgeslagen gegevens richten tot een in artikel 45 quinquies, lid 2, bedoeld centraal toegangspunt van de Europese grens- en kustwacht. In het verzoek wordt verwezen naar het operationeel plan inzake grenscontroles, grensbewaking en/of terugkeer van de betrokken lidstaat waarop het verzoek is gebaseerd. Bij ontvangst van een verzoek om toegang verifieert het centrale toegangspunt van de Europese grens- en kustwacht of de in lid 2 bedoelde voorwaarden voor toegang zijn vervuld. Indien alle voorwaarden voor toegang zijn vervuld, verwerkt het naar behoren bevoegde personeel van het centrale toegangspunt het verzoek. De VIS-gegevens waartoe toegang is verkregen, worden op zodanige wijze naar het team gezonden dat de beveiliging van de gegevens niet in gevaar wordt gebracht.

2. Voor de verlening van toegang gelden de volgende voorwaarden:

a) de ontvangende lidstaat staat de leden van het team toe het VIS te raadplegen om de operationele doelstellingen te bereiken die zijn vastgesteld in het operationele plan inzake grenscontroles, grensbewaking en terugkeer, en

b) de raadpleging van het VIS is nodig voor het vervullen van de specifieke taken die de ontvangende lidstaat het team heeft toevertrouwd.

3. Overeenkomstig artikel 40, lid 3, van Verordening (EU) 2016/1624 mogen teamleden en leden van teams van personeelsleden die betrokken zijn bij terugkeergerelateerde taken, in reactie op uit het VIS verkregen informatie alleen handelen op instructie van en, als algemene regel, in aanwezigheid van grenswachters of personeel dat betrokken is bij met terugkeer verband houdende taken van de ontvangende lidstaat waar zij actief zijn. De ontvangende lidstaat mag de teamleden toestaan namens hem op te treden.

4. In geval van twijfel of indien de verificatie van de identiteit van de houder van het visum, visum voor verblijf van langere duur of verblijfsvergunning mislukt, verwijst het lid van het Europees grens- en kustwachtteam de betrokkene naar een grenswachter van de ontvangende lidstaat.

5. De raadpleging van de VIS-gegevens door teamleden gebeurt als volgt:

a) bij de uitvoering van taken in verband met grenscontroles overeenkomstig Verordening (EU) 2016/399 hebben de teamleden toegang tot VIS-gegevens voor verificatie bij doorlaatposten aan de buitengrenzen overeenkomstig respectievelijk artikel 18 of artikel 22 octies van deze verordening;

b) bij de verificatie of de voorwaarden voor binnenkomst, verblijf of vestiging op het grondgebied van de lidstaten zijn vervuld, hebben de teamleden toegang tot de VIS-gegevens voor verificatie op het grondgebied van onderdanen van derde landen overeenkomstig respectievelijk artikel 19 of 22 nonies van deze verordening;

c) bij de identificatie van personen die mogelijk niet of niet langer aan de voorwaarden voor binnenkomst, verblijf of vestiging op het grondgebied van de lidstaten voldoen, hebben de teamleden toegang tot de VIS-gegevens voor identificatie overeenkomstig artikel 20 van deze verordening.

6. Wanneer een dergelijke toegang en zoekopdracht leiden tot een treffer in het VIS, wordt de ontvangende lidstaat daarvan in kennis gesteld.

7. Elk logbestand van gegevensverwerkende handelingen in het VIS door een lid van de Europese grens- en kustwachtteams of van teams van personeelsleden die betrokken zijn bij terugkeergerelateerde taken, wordt door de beheersautoriteit bijgehouden overeenkomstig de bepalingen van artikel 34.

8. Elke toegang en zoekopdracht door het Europees Grens- en kustwachtagentschap wordt overeenkomstig artikel 34 in een logbestand vastgelegd en elk gebruik dat dit agentschap maakt van de gegevens waartoe het toegang heeft, wordt geregistreerd.

9. Het is niet toegestaan om delen van het VIS te verbinden met een computersysteem voor gegevensverzameling en verwerking dat door of bij het Europees Grens- en kustwachtagentschap wordt gebruikt, noch om in het VIS opgeslagen gegevens waartoe het Europees Grens- en kustwachtagentschap toegang heeft, over te dragen naar een dergelijk systeem, tenzij zulks noodzakelijk is voor het uitvoeren van de taken op grond van de verordening tot instelling van een Europees systeem voor reisinformatie en autorisatie (ETIAS). Er mag geen deel van het VIS worden gedownload. Het registreren van de toegang en de zoekopdrachten in logbestanden wordt niet beschouwd als downloaden of kopiëren van VIS-gegevens.

10. Het Europees Grens- en kustwachtagentschap neemt maatregelen om te zorgen voor de beveiliging van gegevens als bedoeld in artikel 32, en past deze toe."

(36) artikel 49 wordt vervangen door:

"Artikel 49 - Comitéprocedure

1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad*.

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

____________

* Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).";

(37) het volgende artikel 49 bis wordt ingevoegd:

"Artikel 49 - bis Adviesgroep

Eu-LISA richt een adviesgroep op, die dat agentschap expertise levert met betrekking tot het VIS, in het bijzonder bij de opstelling van het jaarlijkse werkprogramma en van het jaarlijkse activiteitenverslag." ;

(38) artikel 50 wordt vervangen door:

"Artikel 50 - Monitoring en evaluatie

1. De beheersautoriteit zorgt ervoor dat er procedures zijn om de resultaten, de kosteneffectiviteit, de beveiliging en de kwaliteit van de dienstverlening van het VIS te toetsen aan de doelstellingen.

2. Met het oog op het technische onderhoud heeft de beheersautoriteit toegang tot de vereiste informatie over de in het VIS verrichte verwerkingshandelingen.

3. Om de twee jaar legt eu-LISA aan het Europees Parlement, de Raad en de Commissie een verslag voor over de technische werking en de beveiliging van het VIS.

4. Elke lidstaat en Europol stellen met inachtneming van de bepalingen van nationaal recht inzake de bekendmaking van gevoelige informatie jaarlijkse verslagen op over de doeltreffendheid van de toegang tot VIS-gegevens voor rechtshandhavingsdoeleinden, waarin informatie en statistieken zijn opgenomen over het volgende:

(a)het exacte doel van de raadpleging, met inbegrip van het soort terroristisch misdrijf of ander ernstig strafbaar feit;

(b)    gegronde redenen voor het gegronde vermoeden dat de verdachte, de overtreder of het slachtoffer onder deze verordening valt;

(c)    het aantal verzoeken om toegang tot het VIS rechtshandhavingsdoeleinden;

(d)    het aantal en het soort van gevallen die hebben geleid tot succesvolle identificaties.

De jaarlijkse verslagen van de lidstaten en van Europol worden uiterlijk op 30 juni van het daaropvolgende jaar aan de Commissie toegezonden.

5. Om de vier jaar stelt de Commissie een algemene evaluatie van het VIS op. In deze algemene evaluatie worden de bereikte resultaten afgezet tegen de doelstellingen, en wordt nagegaan of de uitgangspunten nog gelden, hoe deze verordening is toegepast met betrekking tot het VIS, hoe de beveiliging van het VIS is, hoe gebruik wordt gemaakt van de in artikel 31 bedoelde bepalingen en welke gevolgen een en ander voor toekomstige werkzaamheden heeft. De Commissie legt de evaluatie voor aan het Europees Parlement en de Raad.

6. De lidstaten verstrekken de beheersautoriteit en de Commissie de informatie die nodig is om de in de leden 3, 4 en 5 bedoelde verslagen op te stellen.

7. De beheersautoriteit verstrekt de Commissie de informatie die nodig is om de in lid 5 bedoelde algemene evaluaties op te stellen.";

(39) de titel van bijlage 1 wordt vervangen door:

"Lijst van internationale organisaties bedoeld in artikel 31, lid 1"

(40) na artikel 22 worden de volgende hoofdstukken III bis en III ter ingevoegd:

HOOFDSTUK III - bis


INVOERING EN GEBRUIK VAN GEGEVENS BETREFFENDE VISA VOOR VERBLIJF VAN LANGERE DUUR EN VERBLIJFSVERGUNNINGEN

Artikel 22 -  bis Procedures voor het invoeren van gegevens na een beslissing over een aanvraag voor een visum voor verblijf van langere duur of een verblijfsvergunning

1. Na een beslissing over een aanvraag voor een visum voor verblijf van langere duur of een verblijfsvergunning, maakt de autoriteit die de beslissing heeft gegeven, onverwijld een persoonlijk dossier aan, door de in artikel 22 quater of artikel 22 quinquies bedoelde gegevens in het VIS in te voeren.

2. Na het aanmaken van het persoonlijk dossier start het VIS automatisch de zoekopdracht overeenkomstig artikel 22 ter.

3. Indien de houder zijn aanvraag heeft ingediend als lid van een groep of samen met een familielid, maakt de autoriteit een persoonlijk dossier aan voor elke persoon die deel uitmaakt van de groep, en koppelt zij de dossiers van de personen die samen een aanvraag hebben ingediend en aan wie een visum voor verblijf van langere duur of een verblijfsvergunning is afgegeven.

4. Wanneer bepaalde gegevens overeenkomstig Uniewetgeving of nationale wetgeving niet moeten worden verstrekt of feitelijk niet kunnen worden verstrekt, wordt in de rubrieken voor deze gegevens 'niet van toepassing' vermeld. In het geval van vingerafdrukken is in het systeem een onderscheid mogelijk tussen de gevallen waarin overeenkomstig Uniewetgeving of nationale wetgeving geen vingerafdrukken vereist zijn en de gevallen waarin zij feitelijk niet kunnen worden verstrekt.

Artikel 22 ter

Zoekopdrachten in andere systemen

1. Uitsluitend met het doel na te gaan of de persoon een bedreiging vormt voor de openbare orde, de binnenlandse veiligheid of de volksgezondheid van de lidstaten overeenkomstig artikel 6, lid 1, onder e), van Verordening (EU) 2016/399, worden de dossiers automatisch door het VIS verwerkt om treffers vast te stellen. In het VIS wordt elk dossier afzonderlijk onderzocht.

2. Telkens wanneer een persoonlijk dossier wordt aangemaakt na de afgifte of weigering van een visum voor verblijf van langere duur of een verblijfsvergunning overeenkomstig artikel 22 quinquies, start het VIS een zoekopdracht door gebruik te maken van het in artikel 6, lid 1, [van de interoperabiliteitsverordening] gedefinieerde Europese zoekportaal, om de in artikel 22 quater, lid 2, onder a), b), c), f) en g) van deze verordening bedoelde relevante gegevens te vergelijken met de relevante gegevens in het VIS, het Schengeninformatiesysteem (SIS), het inreis-uitreissysteem (EES), het Europees Systeem voor reisinformatie en -autorisatie (ETIAS), met inbegrip van de watchlist bedoeld in artikel 29 van Verordening (EU) 2018/XX met het oog op het instellen van een Europees systeem voor reisinformatie en -autorisatie, [het ECRIS-TCN-systeem voor zover het gaat om veroordelingen voor terroristische misdrijven en andere vormen van ernstige criminaliteit], de gegevens van Europol, de Interpol-databank voor gestolen en verloren reisdocumenten (SLTD) en de Interpol-databank voor reisdocumenten met signaleringen (Interpol TDAWN).

3. Het VIS voegt aan het persoonlijk dossier een verwijzing toe naar elke treffer die wordt verkregen overeenkomstig de leden 2 en 5. In voorkomend geval geeft het VIS aan welke lidstaat of lidstaten de gegevens hebben ingevoerd of aangeleverd die tot de treffer(s) hebben geleid, dan wel of Europol dat heeft gedaan, en registreert het deze informatie in het persoonlijk dossier.

4. Voor de doeleinden van artikel 2, lid 2, onder f), betreffende een afgegeven of verlengd visum voor verblijf van langere duur, worden bij de krachtens lid 2 uitgevoerde zoekopdrachten de in artikel 22 quater, lid 2, bedoelde relevante gegevens vergeleken met de gegevens in het SIS, teneinde vast te stellen of ten aanzien van de houder een van de volgende signaleringen is uitgevaardigd:

(a)een signalering van personen die worden gezocht met het oog op aanhouding ten behoeve van overlevering of uitlevering;

(b)een signalering van vermiste personen;

(c)een signalering van personen die worden gezocht met het oog op een gerechtelijke procedure;

(d)een signalering van personen en voorwerpen met het oog op onopvallende controles of gerichte controles.

Indien de in dit lid bedoelde vergelijking een of meer treffers oplevert, zendt het VIS een automatische kennisgeving naar de centrale autoriteit van de lidstaat die het verzoek heeft ingediend en die passende follow-upmaatregelen dient te nemen.

5. Wat betreft de raadpleging van gegevens in het EES, het ETIAS en het VIS overeenkomstig lid 2, zijn de treffers beperkt tot de vermelding van weigeringen van reisautorisaties, van toegang of van een visum die zijn ingegeven door veiligheidsoverwegingen.

6. Indien het visum voor verblijf van langere duur of een verblijfsvergunning is afgegeven of verlengd door een consulaire instantie van een lidstaat, is artikel 9 bis van toepassing.

7. Wanneer de verblijfsvergunning is afgegeven of verlengd of een visum voor verblijf van langere duur is verlengd door een autoriteit op het grondgebied van een lidstaat, is het volgende van toepassing:

(a)de autoriteit gaat na of de in het persoonlijke dossier geregistreerde gegevens overeenkomen met de gegevens in het VIS of in een van de geraadpleegde EU-informatiesystemen/databanken, de gegevens van Europol, of de gegevens in de Interpol-databanken overeenkomstig lid 2;

(b)indien de treffer overeenkomstig lid 2 verband houdt met gegevens van Europol, wordt de nationale Europol-eenheid in kennis gesteld voor follow-up;

(c)indien de gegevens niet overeenkomen en er geen andere treffer is geregistreerd gedurende de automatische verwerking overeenkomstig de leden 2 en 3, wist de autoriteit de valse treffer uit het aanvraagdossier;

(d)indien de gegevens overeenkomen met of er twijfel blijft bestaan over de identiteit van de aanvrager, onderneemt de autoriteit stappen ten aanzien van de gegevens die tot de treffer hebben geleid overeenkomstig lid 4, volgens de procedures, voorwaarden en criteria waarin de EU-wetgeving en de nationale wetgeving voorzien.

Artikel 22 quater

Aanmaak van een persoonlijk dossier voor een afgegeven visum voor verblijf van langere duur of verblijfsvergunning

Een overeenkomstig artikel 22 bis, lid 1, aangemaakt persoonlijk dossier bevat de volgende gegevens:

(1)de autoriteit die het document heeft afgegeven, met plaatsbepaling;

(2)de volgende gegevens van de houder:

a) achternaam (familienaam); voornaam/-namen; geboortedatum; huidige nationaliteit of nationaliteiten; geslacht; datum, plaats en land van geboorte;

b) soort en nummer van het reisdocument en de drielettercode van het land van afgifte van het reisdocument;

c) de datum waarop de geldigheidstermijn van het reisdocument verstrijkt;

(cc) autoriteit die het reisdocument heeft afgegeven;

d) in het geval van minderjarigen: achternaam en voornamen van de persoon die het ouderlijk gezag of de wettelijke voogdij uitoefent over de houder;

e) de achternaam, voornaam en het adres van de natuurlijke persoon of de naam en het adres van de werkgever of een andere organisatie waarop de aanvraag is gebaseerd;

f) een gezichtsopname van de houder, indien mogelijk ter plaatse gemaakt;

g) twee vingerafdrukken van de houder, overeenkomstig de Uniewetgeving en nationale wetgeving;

(3)de volgende gegevens betreffende het afgegeven visum voor verblijf van langere duur of de afgegeven verblijfsvergunning:

(a)statusinformatie waaruit blijkt dat een visum voor verblijf van langere duur of een verblijfsvergunning is afgegeven;

(b)plaats en datum van de beslissing tot afgifte van het visum voor verblijf van langere duur of de verblijfsvergunning;

(c)het soort afgegeven document (visum voor verblijf van langere duur of verblijfsvergunning);

(d)het nummer van het afgegeven visum voor verblijf van langere duur of van de afgegeven verblijfsvergunning;

(e)de datum waarop de geldigheidsduur van het visum voor verblijf van langere duur of de verblijfsvergunning verstrijkt.

Artikel 22 quinquies

Aanmaak van een persoonlijk dossier in bepaalde gevallen van weigering van een visum voor verblijf van langere duur of verblijfsvergunning

Indien een beslissing is genomen tot weigering van een visum voor verblijf van langere duur of van een verblijfsvergunning, omdat de aanvrager wordt beschouwd als een bedreiging voor de openbare orde, de binnenlandse veiligheid of de volksgezondheid, of omdat de aanvrager documenten heeft overgelegd die op frauduleuze wijze zijn verkregen, zijn vervalst of op ongeoorloofde manier zijn gewijzigd, maakt de autoriteit die het visum of de verblijfsvergunning heeft geweigerd, onverwijld een persoonlijk dossier aan met de volgende gegevens:

a.familienaam, familienaam bij de geboorte (vroegere familienamen); voornaam/-namen; geslacht; datum, plaats en land van geboorte;

b.huidige nationaliteit en nationaliteit bij de geboorte;

c.soort en nummer van het reisdocument, de autoriteit die het heeft afgegeven, de datum van afgifte van het document en de datum waarop de geldigheidstermijn ervan verstrijkt;

d.in geval van minderjarigen: achternaam en voornamen van de persoon die het ouderlijk gezag of de wettelijke voogdij uitoefent over de aanvrager;

e.de achternaam, voornaam en het adres van de natuurlijke persoon waarop het verzoek is gebaseerd;

f.een gezichtsopname van de aanvrager, indien mogelijk ter plaatse gemaakt;

g.twee vingerafdrukken van de aanvrager, overeenkomstig de Uniewetgeving en nationale wetgeving;

h.informatie waaruit blijkt dat het visum voor verblijf van langere duur of de verblijfsvergunning werd geweigerd omdat de aanvrager wordt beschouwd als een bedreiging voor de openbare orde, de binnenlandse veiligheid of de volksgezondheid, of omdat de aanvrager documenten heeft overgelegd die op frauduleuze wijze zijn verkregen, zijn vervalst of op ongeoorloofde manier zijn gewijzigd;

i.de autoriteit die het visum voor verblijf van langere duur of de verblijfsvergunning heeft geweigerd, met plaatsbepaling;

j.plaats en datum van de beslissing tot weigering van het visum voor verblijf van langere duur of van de verblijfsvergunning;

Artikel 22 sexies

Toe te voegen gegevens bij intrekking van een visum voor verblijf van langere duur of verblijfsvergunning

1. In geval van een beslissing tot intrekking van een verblijfsvergunning of een visum voor een verblijf van langere duur of tot verkorting van de geldigheidsduur van een visum voor verblijf van langere duur, voegt de autoriteit die de beslissing heeft genomen, de volgende gegevens toe aan het persoonlijke dossier:

a) statusinformatie waaruit blijkt dat het visum voor verblijf van langere duur of de verblijfsvergunning is ingetrokken of, in het geval van een visum voor verblijf van langere duur, dat de geldigheidsduur ervan is verkort;

b) de autoriteit die het visum voor verblijf van langere duur of de verblijfsvergunning heeft ingetrokken, of de geldigheidsduur van het visum voor verblijf van langere duur heeft verkort, met plaatsbepaling;

c) plaats en datum van de beslissing;

d) in voorkomend geval, de nieuwe datum waarop de geldigheidsduur van het visum voor verblijf van langere duur verstrijkt;

e) het nummer van de visumsticker, indien in verband met de verkorting van de geldigheidsduur een nieuwe visumsticker is verstrekt.

2. Het persoonlijke dossier bevat ook de reden(en) waarom het visum voor verblijf van langere duur of de verblijfsvergunning werd ingetrokken of de geldigheidsduur van het visum voor verblijf van langere duur werd ingekort overeenkomstig artikel 22 quinquies, onder h).

Artikel 22 septies

Toe te voegen gegevens bij verlenging van een visum voor verblijf van langere duur of verblijfsvergunning

In geval van een beslissing tot verlenging van een verblijfsvergunning of een visum voor verblijf van langere duur, voegt de autoriteit die de verblijfsvergunning of het visum voor verblijf van langere duur heeft verlengd, de volgende gegevens toe aan het persoonlijk dossier:

a) statusinformatie waaruit blijkt dat het visum voor verblijf van langere duur of de verblijfsvergunning werd verlengd;

b) de autoriteit die het visum voor verblijf van langere duur of de verblijfsvergunning heeft verlengd, met plaatsbepaling;

c) plaats en datum van de beslissing;

d) in geval van een visum voor verblijf van langere duur, het nummer van de visumsticker, indien ter verlenging van het visum voor verblijf van langere duur een nieuwe visumsticker wordt verstrekt;

e) de datum waarop de verlengde termijn verstrijkt.

Artikel 22 octies

Toegang tot gegevens voor verificatie van visa voor verblijf van langere duur en verblijfsvergunningen bij doorlaatposten aan de buitengrens

1. Uitsluitend met het oog op de verificatie van de identiteit van de houder van een document en/of de echtheid en de geldigheid van het visum voor verblijf van langere duur of de verblijfsvergunning, en om na te gaan of de betrokkene geen bedreiging vormt voor de openbare orde, de binnenlandse veiligheid of de volksgezondheid van een lidstaat overeenkomstig artikel 6, lid 1, onder e), van Verordening (EU) 2016/399, hebben de autoriteiten die bevoegd zijn voor het verrichten van controles bij de doorlaatposten aan de buitengrens overeenkomstig die verordening, toegang om te zoeken aan de hand van het documentnummer in combinatie met een of meer van de in artikel 22 quater, lid 2, onder a), b) en c), van deze verordening genoemde gegevens.

2. Indien uit het zoeken aan de hand van de in lid 1 genoemde gegevens blijkt dat in het VIS gegevens betreffende de houder van het document zijn opgeslagen, wordt de bevoegde grenscontroleautoriteit, uitsluitend met het oog op de in lid 1 genoemde doeleinden, toegang verleend voor het raadplegen van de volgende gegevens in het persoonlijk dossier:

(a)de statusinformatie van het visum voor verblijf van langere duur of de verblijfsvergunning waaruit blijkt dat het visum voor verblijf van langere duur of de verblijfsvergunning werd afgegeven, ingetrokken of verlengd;

(b)gegevens als bedoeld in artikel 22 quater, lid 3, onder c), d) en e);

(c)in voorkomend geval, gegevens als bedoeld in artikel 22 sexies, lid 1, onder d) en e);

(d)in voorkomend geval, gegevens als bedoeld in artikel 22 septies, onder d) en e);

(e)foto’s als bedoeld in artikel 22 quater, lid 2, onder f).

Artikel 22 nonies

Toegang tot gegevens voor verificatie op het grondgebied van de lidstaten

1. Uitsluitend met het oog op de verificatie van de identiteit van de houder en van de echtheid en de geldigheid van het visum voor verblijf van langere duur of de verblijfsvergunning, of om na te gaan of de betrokkene geen bedreiging vormt voor de openbare orde, de binnenlandse veiligheid of de volksgezondheid van de lidstaten, hebben de autoriteiten die bevoegd zijn om controles op het grondgebied van de lidstaten te verrichten om na te gaan of de voorwaarden voor binnenkomst, verblijf of vestiging op het grondgebied van de lidstaten zijn vervuld, en, in voorkomend geval, de politiediensten, toegang om te zoeken aan de hand van het nummer van het visum voor verblijf van langere duur of de verblijfsvergunning in combinatie met een of meer van de in artikel 22 quater, lid 2, onder a), b) en c), van deze verordening genoemde gegevens.

2. Indien uit het zoeken aan de hand van de in lid 1 genoemde gegevens blijkt dat in het VIS gegevens betreffende de houder zijn opgeslagen, wordt de bevoegde autoriteit, uitsluitend met het oog op de in lid 1 genoemde doeleinden, toegang verleend voor het raadplegen van de volgende gegevens in het persoonlijk dossier en, in voorkomend geval, in de daaraan gekoppelde dossiers overeenkomstig artikel 22 bis, lid 4:

(a)de statusinformatie van het visum voor verblijf van langere duur of de verblijfsvergunning waaruit blijkt dat het visum voor verblijf van langere duur of de verblijfsvergunning werd afgegeven, ingetrokken of verlengd;

(b)gegevens als bedoeld in artikel 22 quater, lid 3, onder c), d) en e);

(c)in voorkomend geval, gegevens als bedoeld in artikel 22 sexies, lid 1, onder d) en e);

(d)in voorkomend geval, gegevens als bedoeld in artikel 22 septies, onder d) en e);

(e) foto’s als bedoeld in artikel 22 quater, lid 2, onder f).

Artikel 22 decies

Toegang tot gegevens om vast te stellen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van verzoeken om internationale bescherming

1. Uitsluitend om vast te stellen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EU) nr. 604/2013, hebben de bevoegde asielautoriteiten toegang om te zoeken aan de hand van de vingerafdrukken van de persoon die om internationale bescherming verzoekt.

Indien de vingerafdrukken van de persoon die om internationale bescherming verzoekt, niet kunnen worden gebruikt of indien de zoekopdracht aan de hand van de vingerafdrukgegevens geen resultaat oplevert, wordt gezocht aan de hand van het nummer van het visum voor verblijf van langere duur of de verblijfsvergunning in combinatie met de in artikel 22 quater, lid 2, onder a), b) en c), genoemde gegevens.

2. Indien uit het zoeken aan de hand van de in lid 1 genoemde gegevens blijkt dat in het VIS een visum voor verblijf van langere duur of verblijfsvergunning is geregistreerd, wordt de bevoegde asielautoriteit, uitsluitend met het oog op het in lid 1 genoemd doel, toegang verleend voor het raadplegen van de volgende gegevens van het aanvraagdossier, en wat de onder g) genoemde gegevens betreft, van de daaraan gekoppelde aanvraagdossiers betreffende de echtgeno(o)t(e) en de kinderen, overeenkomstig artikel 22 bis, lid 4:

a) de autoriteit die het visum voor verblijf van langere duur of de verblijfsvergunning heeft afgegeven of verlengd;

b) de gegevens bedoeld in artikel 22 quater, lid 2, onder a) en b);

c) het soort document;

d) de geldigheidsduur van het visum voor verblijf van langere duur of de verblijfsvergunning;

f) foto’s als bedoeld in artikel 22 quater, lid 2, onder f);

g) de gegevens bedoeld in artikel 22 quater, lid 2, onder a) en b), van de gekoppelde aanvraagdossiers betreffende de echtgeno(o)t(e) en de kinderen.

3. Raadpleging van het VIS overeenkomstig de leden 1 en 2 geschiedt alleen door de aangewezen nationale autoriteiten als bedoeld in artikel 27 van Verordening (EU) nr. 603/2013 van het Europees Parlement en de Raad*.

Artikel 22 undecies

Toegang tot gegevens voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming

1. Uitsluitend met het oog op de behandeling van een verzoek om internationale bescherming hebben de bevoegde asielautoriteiten overeenkomstig artikel 27 van Verordening (EU) nr. 603/2013 toegang om te zoeken aan de hand van de vingerafdrukken van de persoon die om internationale bescherming verzoekt.

Indien de vingerafdrukken van de persoon die om internationale bescherming verzoekt, niet kunnen worden gebruikt of indien de zoekopdracht aan de hand van de vingerafdrukgegevens geen resultaat oplevert, wordt gezocht aan de hand van het nummer van het visum voor verblijf van langere duur of verblijfsdocument in combinatie met de in artikel 22 quater, lid 2, onder a), b) en c), genoemde gegevens of een combinatie van in artikel 22 quinquies, onder a), b), c) en f) genoemde gegevens.

2. Indien uit het zoeken aan de hand van de in lid 1 genoemde gegevens blijkt dat in het VIS gegevens zijn geregistreerd betreffende de persoon die om internationale bescherming verzoekt, wordt de bevoegde asielautoriteit, uitsluitend met het oog op het in lid 1 genoemd doel, toegang verleend voor het raadplegen van de ingevoerde gegevens betreffende alle visa voor verblijf van langere duur of verblijfsvergunningen van de verzoeker die zijn afgegeven, geweigerd, ingetrokken of waarvan de geldigheidsduur is verlengd, als bedoeld in de artikelen 22 quater, 22 quinquies, 22 sexies en 22 septies en betreffende de daaraan gekoppelde aanvraagdossiers van de verzoeker als bedoeld in artikel 22 bis, lid 3.

3. Raadpleging van het VIS overeenkomstig de leden 1 en 2 geschiedt alleen door de aangewezen nationale autoriteiten als bedoeld in artikel 27 van Verordening (EU) nr. 603/2013.

HOOFDSTUK III ter

Procedure en voorwaarden voor toegang tot het VIS voor rechtshandhavingsdoeleinden

Artikel 22 duodecies
Aangewezen autoriteiten van de lidstaten

1. De lidstaten wijzen de autoriteiten aan die bevoegd zijn de in het VIS opgeslagen gegevens te raadplegen om terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten te voorkomen, op te sporen en te onderzoeken.

2. Elke lidstaat stelt een lijst van de aangewezen autoriteiten op. Elke lidstaat geeft eu-LISA en de Commissie kennis van zijn aangewezen autoriteiten, en kan deze kennisgeving te allen tijde wijzigen of vervangen.

3. Elke lidstaat wijst een centraal toegangspunt aan dat toegang heeft tot het VIS. Het centrale toegangspunt verifieert of de in artikel 22 quindecies vastgestelde voorwaarden zijn vervuld om om toegang tot het VIS te kunnen verzoeken.

Indien het nationale recht dit toestaat, kunnen de aangewezen autoriteit en het centrale toegangspunt deel uitmaken van dezelfde organisatie, maar het centrale toegangspunt treedt bij de uitvoering van zijn taken uit hoofde van deze verordening volledig onafhankelijk van de aangewezen autoriteiten op. Het centrale toegangspunt staat los van de aangewezen autoriteiten en ontvangt van deze diensten geen instructies met betrekking tot de resultaten van de verificatie, die het onafhankelijk verricht.

De lidstaten kunnen, afhankelijk van hun organisatorische en bestuurlijke structuur, meer dan één centraal toegangspunt aanwijzen om hun grondwettelijke of wettelijke vereisten na te komen.

4. Elke lidstaat geeft eu-LISA en de Commissie kennis van zijn centrale toegangspunt, en kan deze kennisgeving te allen tijde wijzigen of vervangen.

5. Op nationaal niveau houdt elke lidstaat een lijst bij van de operationele diensten binnen de aangewezen autoriteiten die via het/de centrale toegangspunt(en) om toegang mogen verzoeken tot in het VIS opgeslagen gegevens.

6. Alleen naar behoren gemachtigd personeel van het/de centrale toegangspunt(en) mag verzoeken om toegang tot het VIS overeenkomstig de artikelen 22 quaterdecies en 22 quindecies.

Artikel 22 - terdecies Europol

1. Europol wijst een van haar operationele diensten aan als 'aangewezen autoriteit van Europol' en machtigt deze tot het indienen van verzoeken om toegang tot het VIS via het in lid 2 bedoelde aangewezen centrale toegangspunt van het VIS teneinde het optreden van de lidstaten bij het voorkomen, opsporen en onderzoeken van terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten te ondersteunen en te versterken.

2. Europol wijst een gespecialiseerde dienst met naar behoren gemachtigde Europol-ambtenaren aan als centraal toegangspunt. Het centrale toegangspunt verifieert of de in artikel 22 septdecies vastgestelde voorwaarden zijn vervuld om om toegang tot het VIS te kunnen verzoeken.

Het centrale toegangspunt treedt bij de uitvoering van zijn taken uit hoofde van deze verordening onafhankelijk op en ontvangt van de in lid 1 bedoelde aangewezen autoriteit van Europol geen instructies met betrekking tot de resultaten van de verificatie.

Artikel 22 - quaterdecies Procedure voor toegang tot het VIS voor rechtshandhavingsdoeleinden

1. De in artikel 22 duodecies, lid 5, bedoelde operationele diensten richten een gemotiveerd elektronisch of schriftelijk verzoek om toegang tot in het VIS opgeslagen gegevens aan de in artikel 22 duodecies, lid 3, bedoelde centrale toegangspunten. Bij ontvangst van een verzoek om toegang verifieert/verifiëren het/de centrale toegangspunt(en) of de in artikel 22 quindecies bedoelde voorwaarden voor toegang zijn vervuld. Indien de voorwaarden voor toegang zijn vervuld, wordt het verzoek verwerkt door het/de centrale toegangspunt(en). De verkregen VIS-gegevens worden op zodanige wijze naar de in artikel 22 duodecies, lid 5, bedoelde operationele diensten gezonden dat de beveiliging van de gegevens niet in gevaar wordt gebracht.

2. In dringende gevallen, wanneer een dreigend gevaar voor het leven van een persoon in verband met een terroristisch misdrijf of een ander ernstig strafbaar feit moet worden voorkomen, verwerkt/verwerken het/de centrale toegangspunt(en) het verzoek onmiddellijk en verifieert/verifiëren het/zij pas achteraf of alle voorwaarden van artikel 22 quindecies zijn vervuld en er daadwerkelijk sprake was van een dringend geval. De verificatie achteraf geschiedt zonder onnodige vertraging en in elk geval uiterlijk zeven werkdagen na de verwerking van het verzoek.

3. Wanneer uit een verificatie achteraf blijkt dat de toegang tot VIS-gegevens niet gerechtvaardigd was, wissen alle autoriteiten die tot die gegevens toegang hebben gehad, de uit het VIS verkregen informatie en stellen zij de centrale toegangspunten in kennis van die wissing.

Artikel 22 quindecies
Voorwaarden voor toegang tot VIS-gegevens door de aangewezen autoriteiten van de lidstaten

1. Aangewezen autoriteiten mogen toegang krijgen tot het VIS om het te raadplegen als elk van de volgende voorwaarden is vervuld:

(a)toegang voor raadpleging is noodzakelijk en evenredig met het oog op het voorkomen, opsporen en onderzoeken van een terroristisch misdrijf of een ander ernstig strafbaar feit;

(b)toegang voor raadpleging is noodzakelijk en evenredig in een specifiek geval;

(c)er zijn gegronde redenen om aan te nemen dat de raadpleging van de VIS-gegevens wezenlijk zal bijdragen tot het voorkomen, opsporen of onderzoeken van de desbetreffende strafbare feiten, met name wanneer er een gegrond vermoeden bestaat dat de verdachte, de dader of het slachtoffer van een terroristisch misdrijf of een ander ernstig strafbaar feit behoort tot een van de categorieën waarop deze verordening van toepassing is;

(d)na een zoekopdracht gegeven aan het CIR overeenkomstig artikel 22 van Verordening 2018/XX [inzake interoperabiliteit] wijst het ontvangen antwoord als bedoeld in [artikel 22, lid 5, van die verordening] uit dat gegevens zijn opgeslagen in het VIS.

2. De in lid 1, onder d), genoemde voorwaarde dient niet te zijn vervuld in situaties waarin de toegang tot het VIS nodig is als een instrument ter raadpleging van het visumverleden of de perioden van toegestaan verblijf op het grondgebied van de lidstaten van een bekende verdachte, een bekende dader of een bekend vermoedelijk slachtoffer van een terroristisch misdrijf of een ander ernstig strafbaar feit.

3. Raadpleging van het VIS is beperkt tot het zoeken aan de hand van de volgende gegevens uit het persoonlijk dossier:

(a)achternaam/-namen (familienamen), voornaam/-namen; geboortedatum, nationaliteit/nationaliteiten en/of geslacht;

(b)soort en nummer van het reisdocument/de reisdocumenten, drielettercode van het land dat het reisdocument/de reisdocumenten heeft afgegeven en datum waarop de geldigheidstermijn ervan verstrijkt;

(c)nummer van de visumsticker of nummer van het visum voor verblijf van langere duur of de verblijfsvergunning en de datum van het verstrijken van de geldigheidsduur van het visum, het visum voor verblijf van langere duur of de verblijfsvergunning, naargelang het geval;

(d)vingerafdrukken, met inbegrip van latente vingerafdrukken;

(e)gezichtsopname;

4. Raadpleging van het VIS geeft, in het geval van een treffer, toegang tot de in dit lid vermelde gegevens, alsook tot alle andere gegevens uit het persoonlijk dossier, met inbegrip van gegevens die zijn ingevoerd in verband met afgegeven, geweigerde, nietig verklaarde of ingetrokken documenten, of documenten waarvan de geldigheidsduur is verlengd. Toegang tot de in artikel 9, punt 4, onder l), bedoelde gegevens die in het aanvraagdossier zijn opgenomen, wordt alleen verstrekt wanneer uitdrukkelijk om raadpleging van die gegevens is verzocht in een gemotiveerd verzoek en het raadplegingsverzoek na onafhankelijke verificatie is goedgekeurd.

Artikel 22 sexdecies

Toegang tot het VIS voor de identificatie van personen in specifieke omstandigheden

In afwijking van artikel 22 quindecies, lid 1, dienen de aangewezen autoriteiten de in dat lid vastgestelde voorwaarden niet te vervullen voor toegang tot het VIS met het oog op de identificatie van personen die vermist, ontvoerd of als slachtoffers van mensenhandel aangemerkt zijn en ten aanzien van wie er gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat de raadpleging van VIS-gegevens zal bijdragen tot hun identificatie, en/of tot het onderzoek naar specifieke gevallen van mensenhandel. In die omstandigheden kunnen de aangewezen autoriteiten in het VIS opzoekingen doen aan de hand van de vingerafdrukken van die personen.

Wanneer de vingerafdrukken van die personen niet kunnen worden gebruikt, of wanneer het zoeken aan de hand van de vingerafdrukken geen resultaat oplevert, wordt gezocht aan de hand van de gegevens bedoeld in artikel 9, onder a) en b).

Raadpleging van het VIS geeft, in het geval van een treffer, toegang tot alle in artikel 9 en in artikel 8, leden 3 en 4, genoemde gegevens.

Artikel 22 septdecies
Procedure en voorwaarden voor toegang tot VIS-gegevens door Europol

1. Europol heeft toegang om het VIS te raadplegen als alle volgende voorwaarden zijn vervuld:

a) de raadpleging is noodzakelijk en evenredig om het optreden van de lidstaten bij het voorkomen, opsporen of onderzoeken van terroristische misdrijven of andere ernstige strafbare feiten die onder het mandaat van Europol vallen, te ondersteunen en te versterken; 

b) de raadpleging is noodzakelijk en evenredig in een specifiek geval;

c) er zijn gegronde redenen om aan te nemen dat de raadpleging van de VIS-gegevens wezenlijk zal bijdragen tot het voorkomen, opsporen of onderzoeken van de desbetreffende strafbare feiten, met name wanneer er een gegrond vermoeden bestaat dat de verdachte, de dader of het slachtoffer van een terroristisch misdrijf of een ander ernstig strafbaar feit behoort tot een van de categorieën waarop deze verordening van toepassing is;

d) na een zoekopdracht gegeven aan het CIR overeenkomstig artikel 22 van Verordening 2018/XX [inzake interoperabiliteit] wijst het ontvangen antwoord als bedoeld in artikel 22, lid 3, van die verordening uit dat gegevens zijn opgeslagen in het VIS.

2. De in artikel 22 quindecies, leden 2, 3 en 4, vastgestelde voorwaarden zijn van overeenkomstige toepassing.

3. De aangewezen autoriteit van Europol kan een gemotiveerd elektronisch verzoek om raadpleging van alle of van een specifieke reeks in het VIS opgeslagen gegevens richten tot het in artikel 22 duodecies, lid 3, bedoelde centrale toegangspunt van Europol. Bij ontvangst van een verzoek om toegang gaat het centrale toegangspunt van Europol na of de in de leden 1 en 2 bedoelde voorwaarden voor toegang zijn vervuld. Indien alle voorwaarden voor toegang zijn vervuld, verwerkt het naar behoren bevoegde personeel van het centrale toegangspunt het verzoek. De verkregen VIS-gegevens worden op zodanige wijze naar de in artikel 22 terdecies, lid 1, bedoelde operationele diensten gezonden dat de beveiliging van de gegevens niet in gevaar wordt gebracht.

4. Voor het verwerken van de gegevens die Europol door middel van raadpleging van VIS-gegevens heeft verkregen, is de toestemming nodig van de lidstaat van herkomst. Deze toestemming wordt verkregen via de nationale Europol-dienst van die lidstaat.


Artikel 22 octodecies
Loggen en documenteren

1. Alle lidstaten en Europol zorgen ervoor dat alle gegevensverwerkende handelingen die voortvloeien uit verzoeken om toegang tot VIS-gegevens in overeenstemming met hoofdstuk III quater, worden gelogd of gedocumenteerd ten behoeve van de controle op de toelaatbaarheid van het verzoek, het toezicht op de rechtmatigheid van de gegevensverwerking en op de integriteit en beveiliging van de gegevens en ten behoeve van de interne controle.

2. Uit de logbestanden of documentatie moet in alle gevallen het volgende blijken:

a) het precieze doel van het verzoek om toegang tot VIS-gegevens, met inbegrip van het terroristische misdrijf of het andere ernstige strafbare feit, en, wat Europol betreft, het precieze doel van het verzoek om toegang;

b) het nummer van het nationale dossier;

c) de datum en het precieze tijdstip van het verzoek om toegang van het centrale toegangspunt aan het centrale systeem van het VIS;

d) de naam van de autoriteit die heeft verzocht om toegang voor raadpleging;

(e)in voorkomend geval, de beslissing met betrekking tot de verificatie achteraf;

(f)de voor de raadpleging gebruikte gegevens;

(g)volgens de nationale regels of Verordening (EU) 2016/794, het kenmerk van de functionaris die de zoekopdracht heeft verricht en van de functionaris die om de zoekopdracht heeft verzocht.

3. Logbestanden en documentatie worden uitsluitend gebruikt voor het toezicht op de rechtmatigheid van de gegevensverwerking en voor het waarborgen van de integriteit en de beveiliging van de gegevens. Alleen een logbestand dat geen persoonsgegevens bevat, mag worden gebruikt voor toezicht en evaluatie in de zin van artikel 50 van deze verordening. De overeenkomstig artikel 41, lid 1, van Richtlijn (EU) 2016/680 ingestelde toezichthoudende autoriteit, die verantwoordelijk is om de toelaatbaarheid van het verzoek na te gaan en toezicht te houden op de rechtmatigheid van de gegevensverwerking, en de integriteit en beveiliging van de gegevens, krijgt op verzoek toegang tot deze logbestanden om haar taken te vervullen.

Artikel 22 novodecies

Voorwaarden voor toegang tot VIS-gegevens door aangewezen autoriteiten van een lidstaat ten aanzien waarvan deze verordening nog niet in werking is getreden

1. Toegang tot het VIS voor raadpleging door aangewezen autoriteiten van een lidstaat ten aanzien waarvan deze verordening nog niet in werking is getreden, is mogelijk als de volgende voorwaarden zijn vervuld:

(a)de toegang valt binnen de werkingssfeer van hun bevoegdheden;

(b)de toegang is aan dezelfde voorwaarden onderworpen als die welke in artikel 22 quindecies, lid 1, zijn genoemd;

(c)de toegang wordt voorafgegaan door een naar behoren gemotiveerd schriftelijk of elektronisch verzoek aan een aangewezen autoriteit van een lidstaat waarop de verordening van toepassing is; die autoriteit verzoekt vervolgens het/de nationale centrale toegangspunt(en) het VIS te raadplegen.

2. Een lidstaat ten aanzien waarvan deze verordening nog niet in werking is getreden, stelt op basis van een naar behoren gemotiveerd schriftelijk of elektronisch verzoek zijn visumgegevens beschikbaar aan de lidstaten waarop deze verordening wel van toepassing is, mits de voorwaarden van artikel 22 quindecies, lid 1, zijn vervuld.

_____________

* Verordening (EU) nr. 603/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 26 juni 2013 betreffende de instelling van 'Eurodac' voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van Verordening (EU) nr. 604/2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend en betreffende verzoeken van rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten en Europol om vergelijkingen van Eurodac-gegevens ten behoeve van rechtshandhaving, en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1077/2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (PB L 180 van 29.6.2013, blz. 1).".

Artikel 2 - Wijzigingen van Beschikking 2004/512/EG

Artikel 1, lid 2, van Beschikking 2004/512/EG wordt vervangen door:

"2. Het Visuminformatiesysteem wordt gebaseerd op een gecentraliseerde architectuur en bestaat uit:

a) het gemeenschappelijke identiteitenregister (CIR) bedoeld in [artikel 17, lid 2, onder a), van Verordening 2018/XX inzake interoperabiliteit]; 

b) een centraal informatiesysteem, hierna 'centraal visuminformatiesysteem' te noemen (CS-VIS);

c) een interface in elke lidstaat, hierna „nationale interface” te noemen (NI-VIS), die voor de verbinding met de bevoegde centrale nationale autoriteit van de betrokken lidstaat zorgt, of een op gemeenschappelijke technische specificaties gebaseerde en voor alle lidstaten identieke nationale uniforme interface (NUI) in elke lidstaat, waarmee het centrale systeem wordt aangesloten op de nationale infrastructuur in de lidstaten;

d) een communicatie-infrastructuur tussen het VIS en de nationale interfaces;

e) een beveiligd communicatiekanaal tussen het VIS en het centrale systeem van het EES;

f) een beveiligde communicatie-infrastructuur tussen het centrale systeem van het VIS en de centrale infrastructuren van het Europees zoekportaal ingesteld bij [artikel 6 van Verordening 2017/XX inzake interoperabiliteit], de gezamenlijke dienst voor biometrische matching ingesteld bij [artikel 12 van Verordening 2017/XX inzake interoperabiliteit], het gemeenschappelijke identiteitenregister ingesteld bij [artikel 17 van Verordening 2017/XX inzake interoperabiliteit] en de detector van meerdere identiteiten ingesteld bij [artikel 25 van Verordening 2017/XX inzake interoperabiliteit];

(g) een mechanisme voor raadpleging over aanvragen en voor uitwisseling van informatie tussen centrale visumautoriteiten ("VISMail");

(h) een gateway voor vervoerders;

(i) een beveiligde webdienst die communicatie mogelijk maakt tussen enerzijds het VIS en anderzijds de gateway voor vervoerders en de internationale systemen (Interpolsystemen/-databanken);

(j) een gegevensopslagplaats ten behoeve van verslaglegging en statistieken.

Voor het centrale systeem, de nationale uniforme interfaces, de webdienst, de gateway voor vervoerders en de communicatie-infrastructuur van het VIS worden de hardware- en softwarecomponenten van respectievelijk het centrale systeem van het EES, de nationale uniforme interfaces van het EES, de gateway voor vervoerders van het ETIAS, de webdienst van het EES en de communicatie-infrastructuur van het EES zoveel als technisch mogelijk is, gedeeld en hergebruikt.

Artikel 3

Wijzigingen van Verordening (EU) nr. 810/2009

Verordening (EU) nr. 810/2009 wordt als volgt gewijzigd:

(1) artikel 10, lid 3, onder c), wordt vervangen door:

"c) een foto overleggen die beantwoordt aan de normen van Verordening (EG) nr. 1683/95 of, op het eerste verzoek en vervolgens ten minste om de 59 maanden daarna, een foto overleggen die beantwoordt aan de in artikel 13 van deze verordening vastgestelde normen";

(2) artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

a) in lid 2 wordt het eerste streepje vervangen door:

„- een op het tijdstip van de aanvraag ter plaatse en digitaal gemaakte foto;";

b) lid 3, eerste alinea, wordt vervangen door:

"Indien naar aanleiding van een aanvraag die minder dan 59 maanden vóór de datum van de nieuwe aanvraag was ingediend, van de aanvrager vingerafdrukken werden genomen en ter plaatse een foto van toereikende kwaliteit werd genomen, kunnen die [gegevens] in de volgende aanvraag worden overgenomen.";

c) lid 7, onder a), wordt vervangen door:

"a)    kinderen jonger dan 6 jaar;";

d) lid 8 wordt geschrapt;

(3) artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 2 wordt vervangen door:

"2. Voor elke visumaanvraag wordt het VIS geraadpleegd overeenkomstig artikel 8, lid 2, en de artikelen 15 en 9 bis van Verordening (EG) nr. 767/2008. De lidstaten zorgen ervoor dat volledig gebruik wordt gemaakt van alle zoekcriteria zoals bedoeld in die artikelen om valse afkeuringen en identificaties te voorkomen.

b) de volgende leden 3 bis en 3 ter worden ingevoegd:

"3 bis. Bij de beoordeling van de in lid 3 bedoelde voorwaarden voor binnenkomst houdt het consulaat rekening met de resultaten van de verificaties op grond van artikel 9 quater van Verordening (EG) nr. 767/2008 in de volgende gegevensbanken:

(a)het SIS en de SLTD, om na te gaan of het voor de aanvraag gebruikte reisdocument overeenkomt met een reisdocument dat is aangemerkt als verloren, gestolen of ongeldig gemaakt en of het overeenkomt met een reisdocument dat is geregistreerd in een dossier in de Interpol-databank TDAWN;

(a)het centrale ETIAS-systeem, om na te gaan of de aanvrager gerelateerd is aan een geweigerde, ingetrokken of nietig verklaarde reisautorisatieaanvraag;

(b)het VIS, om na te gaan of de in de aanvraag verstrekte gegevens over het reisdocument gerelateerd zijn aan een andere visumaanvraag die samenhangt met andere identiteitsgegevens, alsook of ten aanzien van de aanvrager een beslissing tot weigering, intrekking of nietigverklaring van een visum voor kort verblijf is genomen;

(c)het EES, om na te gaan of de aanvrager momenteel geregistreerd staat als persoon die zijn toegestane verblijfsduur overschrijdt, of de aanvrager in het verleden als zodanig geregistreerd is geweest, dan wel of de aanvrager in het verleden de toegang werd geweigerd;

(d)het Eurodac, om na te gaan een verzoek om internationale bescherming van de aanvrager werd ingetrokken of afgewezen;

(e)de gegevens van Europol, om na te gaan of de in de aanvraag verstrekte gegevens overeenstemmen met de gegevens in deze databank;

(f)het ECRIS-TCN-systeem, om na te gaan of de aanvrager overeenkomt met een persoon wiens gegevens zijn geregistreerd in deze gegevensbank voor terroristische misdrijven of andere ernstige strafbare feiten;

(g)het SIS, om na te gaan of de aanvrager is gesignaleerd omdat hij wordt gezocht met het oog op aanhouding ten behoeve van overlevering op basis van een Europees aanhoudingsbevel of omdat hij wordt gezocht met het oog op aanhouding ten behoeve van uitlevering.

Het consulaat heeft toegang tot het aanvraagdossier en de eventueel daaraan gekoppelde aanvraagdossiers, evenals tot alle resultaten van de verificaties op grond van artikel 9 quater van Verordening (EG) nr. 767/2008.

3 ter. De visumautoriteit raadpleegt de detector van meerdere identiteiten samen met het gemeenschappelijke identiteitenregister bedoeld in artikel 4, punt 37, van Verordening 2018/XX [inzake interoperabiliteit] of het SIS, of beide, ter beoordeling van de verschillen tussen de gelinkte identiteiten en zij verricht aanvullende controles die nodig zijn voor het nemen van een beslissing over de status en de kleur van de link en voor een beslissing over de afgifte of weigering van het visum van de betrokkene.

Overeenkomstig artikel 59, lid 1, van Verordening 2018/XX [inzake interoperabiliteit] wordt deze alinea pas van toepassing wanneer de detector van meerdere identiteiten in gebruik wordt genomen.";

c) lid 4 wordt vervangen door:

"4. Het consulaat controleert met gebruikmaking van de uit het EES verkregen informatie of de aanvrager met zijn voorgenomen verblijf de maximaal toegestane verblijfsduur op het grondgebied van de lidstaten niet overschrijdt, ongeacht mogelijke toegestane verblijven op grond van een nationaal visum voor verblijf van lange duur of een door een andere lidstaat afgegeven verblijfsvergunning.";

(4) het volgende artikel 21 bis wordt ingevoegd:

"Artikel 21 - bis Specifieke risico-indicatoren

1. De beoordeling van het veiligheidsrisico, het risico op het gebied van illegale immigratie of het hoge epidemiologische risico is gebaseerd op:

(a)door het EES gegenereerde statistieken die voor een specifieke groep reizigers met een visum wijzen op buitengewone percentages personen die de toegestane verblijfsduur hebben overschreden of aan wie de toegang is geweigerd;

(b)door het VIS overeenkomstig artikel 45 bis gegenereerde statistieken die voor een specifieke groep reizigers wijzen op buitengewone percentages personen aan wie visumaanvraag is geweigerd wegens een risico uit het oogpunt van irreguliere migratie, veiligheid of volksgezondheid;

(c)door het VIS overeenkomstig artikel 45 bis en door het EES gegenereerde statistieken die wijzen op verbanden tussen aan de hand van het aanvraagformulier verzamelde informatie en de overschrijding van de toegestane verblijfsduur of de toegangsweigering;

(d)door de lidstaten op grond van feitelijke of op bewijzen gebaseerde elementen verstrekte informatie over specifieke veiligheidsrisico-indicatoren of door die lidstaat geconstateerde veiligheidsdreigingen;

(e)door de lidstaten op grond van feitelijke of op bewijzen gebaseerde elementen verstrekte informatie die, voor een specifieke groep reizigers met die lidstaat als bestemming, wijst op buitengewone percentages personen die de toegestane verblijfsduur hebben overschreden of aan wie de toegang is geweigerd;

(f)door de lidstaten verstrekte informatie over een specifiek hoog epidemiologisch risico, evenals door het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) verstrekte informatie, gebaseerd op epidemiologische surveillance en risicobeoordelingen, en door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gemelde uitbraken van ziekte.

2. De Commissie stelt een uitvoeringshandeling vast waarin de in lid 1 bedoelde risico's worden gespecificeerd. Die uitvoeringshandeling wordt volgens de in artikel 52, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

3. Op basis van de overeenkomstig lid 2 bepaalde specifieke risico's worden specifieke risico-indicatoren vastgesteld, die een combinatie van gegevens omvatten, waaronder een of meer van de volgende:

(a)leeftijdsgroep, geslacht, nationaliteit;

(b)land en plaats van verblijf;

(c)lidsta(a)t(en) van bestemming;

(d)lidstaat van eerste binnenkomst

(e)doel van de reis;

(f)huidig beroep.

4. De specifieke risico-indicatoren zijn gericht en evenredig. Zij mogen onder geen beding uitsluitend gebaseerd zijn op geslacht of leeftijd. Zij mogen onder geen beding uitsluitend gebaseerd zijn op informatie waaruit ras, huidskleur, etnische of sociale achtergrond, genetische kenmerken, taal, politieke of andere opvattingen, godsdienstige of levensbeschouwelijke overtuiging, het lidmaatschap van een vakvereniging, het behoren tot een nationale minderheid, eigendom, geboorte, handicap of seksuele oriëntatie af te leiden zijn.

5. De specifieke risico-indicatoren worden door de Commissie vastgesteld door middel van een uitvoeringshandeling. Die uitvoeringshandeling wordt volgens de in artikel 52, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

6. De visumautoriteiten gebruiken de specifieke risico-indicatoren om na te gaan of de aanvrager een risico vormt op het gebied van illegale immigratie of voor de veiligheid van de lidstaten, of een hoog epidemiologisch risico vormt overeenkomstig artikel 21, lid 1.

7. De Commissie evalueert regelmatig de specifieke risico’s en de specifieke risico-indicatoren.";

(5) artikel 46 wordt vervangen door:

"Artikel 46 - Opstelling van statistieken

De Commissie publiceert uiterlijk op 1 maart van elk jaar de volgende jaarlijkse statistieken over visa per consulaat en grensdoorlaatpost waar afzonderlijke lidstaten visumaanvragen behandelen:

(a)het aantal luchthaventransitvisa dat is aangevraagd, afgegeven en geweigerd;

(b)het aantal eenvormige enkelvoudige visa en meervoudige visa dat is aangevraagd, afgegeven (uitgesplitst naar geldigheidsduur: 1, 2, 3, 4 en 5 jaar) en geweigerd;

(c)het aantal afgegeven visa met territoriaal beperkte geldigheid.

Deze statistieken worden opgesteld op basis van de verslagen die zijn gegenereerd door de centrale gegevensopslagplaats van het VIS overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EG) nr. 767/2008.";

(6) in artikel 57 worden de leden 3 en 4 geschrapt.

Artikel 4

Wijzigingen van Verordening (EU) nr. 2017/2226

Verordening (EU) nr. 2017/2226 wordt als volgt gewijzigd:

(1) aan artikel 9, lid 2, wordt de volgende alinea toegevoegd:

"Het EES voorziet in de functie voor het gecentraliseerde beheer van deze lijst. De nadere bepalingen betreffende het beheer van deze functie worden vastgelegd in uitvoeringshandelingen. Deze uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 68, lid 2, van deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.";

(2) in artikel 13 wordt lid 3 vervangen door:

"3. Ter nakoming van hun verplichtingen uit hoofde van artikel 26, lid 1, onder b), van de overeenkomst ter uitvoering van het akkoord van Schengen maken vervoerders gebruik van de webdienst om na te gaan of een visum voor kort verblijf geldig is, en of het aantal toegestane binnenkomsten reeds is opgebruikt of de houder de maximale duur van het toegestane verblijf heeft bereikt, en of, naargelang het geval, het visum geldig is voor het grondgebied van de haven van bestemming van de reis. De vervoerders verstrekken de in artikel 16, lid 1, onder a), b) en c), van deze verordening vermelde gegevens. Op die basis verstrekt de webdienst vervoerders het antwoord OK/NIET OK. Vervoerders mogen de door hen verstuurde informatie en het door hen ontvangen antwoord opslaan in overeenstemming met het toepasselijke recht. Vervoerders stellen een authenticatieprocedure vast om te waarborgen dat enkel gemachtigde personeelsleden toegang hebben tot de webdienst. Het antwoord OK/NIET OK kan niet worden beschouwd als een beslissing om toegang te verlenen of te weigeren overeenkomstig Verordening (EU) 2016/399.";

(3) in artikel 35, lid 4, worden de woorden 'via de infrastructuur van het VIS' geschrapt.

Artikel 5 - Wijzigingen van Verordening (EU) 2016/399

Verordening (EU) 2016/399 wordt als volgt gewijzigd:

(1) in artikel 8, lid 3, wordt het volgende punt b bis) ingevoegd:

"b bis) indien de onderdaan van het derde land houder is van een visum voor verblijf van langere duur of een verblijfsvergunning, behelzen de grondige controles bij binnenkomst ook de verificatie van de identiteit van de houder van het visum voor verblijf van langere duur of de verblijfsvergunning en van de echtheid van het visum voor verblijf van langere duur of de verblijfsvergunning, door middel van raadpleging van het Visuminformatiesysteem (VIS) overeenkomstig artikel 22 octies van Verordening (EG) nr. 767/2008;

wanneer de verificatie inzake de houder van het document of inzake het document overeenkomstig artikel 22 octies van die verordening, naargelang het geval, geen resultaat oplevert, of wanneer er twijfel bestaat omtrent de identiteit van de houder of de echtheid van het document en/of het reisdocument, verifiëren de naar behoren gemachtigde personeelsleden van die bevoegde autoriteiten de chip van het document.";

(2) in artikel 8, lid 3, worden de punten c) tot en met f), geschrapt.

Artikel 7 - Wijzigingen van Verordening (EU) XXX tot vaststelling van een kader voor interoperabiliteit tussen de EU-informatiesystemen (grenzen en visa) [interoperabiliteitsverordening]

Verordening (EU) XXX tot vaststelling van een kader voor interoperabiliteit tussen de EU-informatiesystemen (grenzen en visa) [interoperabiliteitsverordening] wordt als volgt gewijzigd:

(1) artikel 13, lid 1, onder b), wordt vervangen door:

"b) de gegevens bedoeld in artikel 9, lid 6, artikel 22 quater, lid 2, onder f) en g), en artikel 22 quinquies, onder f) en g), van Verordening (EG) nr. 767/2008;"

(2) artikel 18, lid 1, onder b), wordt vervangen door:

"b)    de gegevens bedoeld in artikel 9, lid 4, onder a) tot en met c), artikel 9, leden 5 en 6, artikel 22 quater, lid 2, onder a) tot en met cc), f) en g), en artikel 22 quinquies, onder a) tot en met c), f) en g), van Verordening (EG) nr. 767/2008;"

(3) artikel 26, lid 1, onder b), wordt vervangen door:

"b) de bevoegde autoriteiten bedoeld in artikel 6, leden 1 en 2, van Verordening (EG) 767/2008 bij het aanmaken of bijwerken van een aanvraagdossier of een persoonlijk dossier in het VIS overeenkomstig artikel 8 of 22 bis van Verordening (EG) nr. 767/2008;";

(4) artikel 27 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 1, onder b), wordt vervangen door:

"b)    een aanvraagdossier of een persoonlijk dossier wordt opgesteld of bijgewerkt in het VIS overeenkomstig artikel 8 of 22 bis van Verordening (EG) nr. 767/2008;";

b) lid 3, onder b), wordt vervangen door:

"b) achternaam (familienaam); voornaam/-namen; geboortedatum, geslacht en nationaliteit(en) als bedoeld in artikel 9, lid 4, onder a), artikel 22 quater, lid 2, onder a), en artikel 22 quinquies, onder a), van Verordening (EG) nr. 767/2008;";

(4) artikel 29, lid 1, onder b), wordt vervangen door:

"b) de bevoegde autoriteiten bedoeld in artikel 6, leden 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 767/2008 voor treffers die zich voordoen bij het opstellen of bijwerken van een aanvraagdossier of een persoonlijk dossier in het VIS overeenkomstig artikel 8 of 22 bis van Verordening (EG) nr. 767/2008;".

Artikel 8 - Intrekking van Besluit 2008/633/JBZ

Besluit 2008/633/JBZ wordt ingetrokken. Verwijzingen naar Besluit 2008/633 gelden als verwijzingen naar Verordening (EG) nr. 767/2008 en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage 2.

.

Artikel 9 - Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.