Artikelen bij COM(2018)484 - Bezwaar van de Commissie tegen een verzoek van een lidstaat om te mogen (blijven) afwijken van een artikel van de btw-richtlijn

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 21.6.2018

COM(2018) 484 final

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD


x0009
overeenkomstig artikel 395 van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad


1.ACHTERGROND

Overeenkomstig artikel 395 van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (hierna 'de btw-richtlijn' genoemd) kan de Raad op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen elke lidstaat machtigen bijzondere, van de bepalingen van deze richtlijn afwijkende maatregelen te treffen, teneinde de belastinginning te vereenvoudigen of bepaalde vormen van belastingfraude of -ontwijking te voorkomen. Aangezien deze procedure voorziet in de mogelijkheid om af te wijken van de algemene beginselen van de btw, moeten dergelijke derogaties – overeenkomstig de vaste rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie – een proportionele en beperkte reikwijdte hebben.

Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 19 juli 2016, heeft Italië verzocht om machtiging tot toepassing van een van artikel 193 van de btw-richtlijn afwijkende maatregel waarbij Italië wordt gemachtigd de verleggingsregeling bij leveringen van goederen en diensten aan consortia door de leden ervan toe te passen. Aangezien de door Italië verstrekte informatie niet voldoende was om het verzoek te beoordelen, heeft de Commissie diverse brieven naar Italië gestuurd met de vraag om aanvullende toelichtingen en hebben er verschillende gesprekken over het verzoek tussen Italië en de Commissie plaatsgevonden. Overeenkomstig artikel 395, lid 2, van de btw-richtlijn heeft de Commissie de overige lidstaten bij brief van 28 maart 2018 van het verzoek van Italië in kennis gesteld. Bij brief van 3 april 2018 heeft de Commissie Italië meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

Overeenkomstig artikel 193 van de btw-richtlijn is de btw in de regel verschuldigd door de belastingplichtige die de goederen levert. De door Italië gevraagde derogatie strekt ertoe de belastingplichtige afnemers van de goederen (in dit geval consortia) tot voldoening van de btw te verplichten voor leveringen door de leden ervan (de zogenaamde verleggingsregeling), en zodoende belastingontduiking te bestrijden.

2.VERLEGGING

Overeenkomstig artikel 193 van de btw-richtlijn is de btw verschuldigd door de belastingplichtige die de goederen levert of diensten verricht. De verleggingsregeling strekt ertoe de verschuldigdheid van de btw bij de belastingplichtige afnemer van de goederen of diensten te leggen.

Door de persoon aan wie de goederen en diensten worden geleverd aan te wijzen als degene die tot voldoening van de btw is gehouden, brengt de leverancier of dienstverlener geen btw in rekening bij de klant en ontvangt hij deze evenmin. De leverancier of dienstverlener kan daarom niet verdwijnen met het btw-bedrag zonder dat dit bedrag naar de schatkist vloeit. In dit opzicht is de verleggingsregeling efficiënt gebleken als tijdelijk instrument om fraude te bestrijden.

3.HET VERZOEK

Italië heeft verzocht om een bijzondere maatregel in afwijking van artikel 193 van de btw-richtlijn wat betreft de toepassing van de verleggingsregeling voor goederen en diensten die aan consortia 1 2 door de leden ervan worden geleverd.

Italië betoogt in zijn verzoek dat de invoering van de verleggingsregeling voor de leveringen van goederen en diensten tussen de leden van consortia en de consortia ervoor zou zorgen dat regelingen om belastingen te ontduiken, zoals het niet-aangeven of niet-betalen van btw aan de staat door de leden van consortia, direct zouden worden ingeperkt. Daarnaast zou het afschrikwekkend werken voor potentiële fraudeurs en zou de belastingcontrole doeltreffender worden door het beperkte aantal consortia dat moet worden gecontroleerd.

4.STANDPUNT VAN DE COMMISSIE

Wanneer de Commissie een verzoek overeenkomstig artikel 395 ontvangt, gaat zij eerst na of dit verzoek voldoet aan de basisvoorwaarden om een dergelijk verzoek in te willigen, dat wil zeggen of de voorgestelde bijzondere maatregel de belastingheffing voor belastingplichtigen en/of de belastingdienst vereenvoudigt dan wel of het voorstel bepaalde vormen van belastingfraude of -ontwijking voorkomt. Hierbij is de Commissie altijd restrictief en omzichtig te werk gegaan om te vermijden dat derogaties de werking van het algemene btw-stelsel ondermijnen en om te garanderen dat zij een beperkt toepassingsgebied hebben alsook noodzakelijk en proportioneel zijn.

Daarom mag iedere afwijking van het systeem van gespreide afdrachten slechts in laatste instantie en als een noodmaatregel worden toegepast en moeten waarborgen worden gegeven in verband met het noodzakelijke en uitzonderlijke karakter van de verleende derogatie.

Ondanks diverse verzoeken van de Commissie, heeft Italië noch de aard, noch de mate aangetoond van de mogelijke fraudeproblemen die voortvloeien uit de verhouding tussen consortia en de leden ervan.

Het is moeilijk voor te stellen hoe zich daadwerkelijk btw-fraudeproblemen voor kunnen doen in de betrekkingen tussen de consortia en de leden ervan: de consortia worden geacht om namens de leden op te treden. Gezien deze specifieke verhouding zou Italië de fraude bovendien via passende controlemaatregelen moeten kunnen aanpakken. De Commissie blijft in elk geval bereid om Italië op verzoek de nodige bijstand te verlenen om problemen met het ontduiken van btw aan te pakken.

Aangezien Italië niet heeft aangetoond dat om de derogatiemaatregel is verzocht teneinde de fraude te bestrijden of de procedures voor belastingplichtigen en/of belastingdiensten te vereenvoudigen, zoals vereist door artikel 395 van de btw-richtlijn, voldoet het verzoek dus niet aan de in dit artikel gestelde voorwaarden.

5.CONCLUSIE

Op basis van bovenstaande elementen maakt de Commissie bezwaar tegen het verzoek van Italië.

(1)

     Een duurzaam consortium is een samenwerkingsorgaan bestaande uit verschillende entiteiten, dat is gecreëerd om een specifieke fase van een activiteit te reguleren of uit te voeren voor de diverse bedrijven die zijn betrokken.