Artikelen bij COM(2018)516 - "Vertrouwens­verbintenissen voor de statistiek" van de lidstaten conform Verordening 223/2009

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 5.7.2018

COM(2018) 516 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

over de 'vertrouwensverbintenissen voor de statistiek' van de lidstaten conform Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009


1.Inleiding

1.1.Verordening (EG) nr. 223/2009 betreffende de Europese statistiek

De rechtsgrondslag van dit verslag wordt gevormd door Verordening (EG) nr. 223/2009 betreffende de Europese statistiek 1 en in het bijzonder door artikel 11, lid 4, waarin het volgende is bepaald:

"De verbintenissen van de lidstaten worden door de Commissie regelmatig gecontroleerd op basis van jaarlijkse verslagen van de lidstaten en, zo nodig, bijgewerkt.

Indien een lidstaat uiterlijk op 9 juni 2017 geen verbintenis heeft gepubliceerd, dient hij bij de Commissie een voortgangsverslag in over de uitvoering van de Praktijkcode en, in voorkomend geval, over de inspanningen die gedaan zijn om een verbintenis op te stellen, en publiceert hij dat verslag. Die voortgangsverslagen worden regelmatig bijgewerkt, ten minste om de twee jaar na de eerste publicatie.

De Commissie legt uiterlijk op 9 juni 2018, en vervolgens om de twee jaar, aan het Europees Parlement en de Raad een verslag voor over de gepubliceerde verbintenissen en, in voorkomend geval, de voortgangsverslagen."

Dit verslag is het eerste verslag dat overeenkomstig de hierboven vermelde bepaling is opgesteld.

1.2.Voorgeschiedenis

a)Praktijkcode Europese statistieken

De Praktijkcode Europese statistieken 2 geeft de norm aan voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken. De code bouwt voort op een gemeenschappelijke kwaliteitsdefinitie van statistieken in het kader van het Europees statistisch systeem (ESS) en bestrijkt alle relevante terreinen van de institutionele omgeving, de statistische productieprocessen en de output van Europese officiële statistieken. In het kader van de vertrouwensverbintenissen is de institutionele omgeving het terrein dat het meest van belang is, aangezien institutionele en organisatorische factoren in belangrijke mate van invloed zijn op de doeltreffendheid en geloofwaardigheid van een statistische instantie bij het ontwikkelen, produceren en verspreiden van Europese statistieken.

De Praktijkcode Europese statistieken werd op 24 februari 2005 aangenomen door het Comité Statistisch Programma. De code werd op 28 september 2011 door het Comité voor het Europees statistisch systeem (ESS-comité), en opnieuw op 16 november 2017, herzien. Tegelijk met de nieuwe versie van de Praktijkcode in 2011 werd door het ESS-comité het kader voor de kwaliteitsborging aangenomen. Hierin worden richtsnoeren gegeven voor de wijze waarop de Praktijkcode Europese statistieken moet worden uitgevoerd.

De Praktijkcode vormt de ruggengraat van het gemeenschappelijke kwaliteitskader van het ESS en statistische instanties hebben zich verbonden aan de naleving ervan. Op systematische wijze zijn collegiale toetsingen ingevoerd waarin de naleving van de Praktijkcode wordt getoetst en in jaarlijkse verslagen aan het ESS-comité wordt op de voortgang toegezien. Het belang van de naleving van de Praktijkcode werd verder onderstreept toen het ESS-comité in september 2016 de Kwaliteitsverklaring aannam.

Eurostat ziet met behulp van collegiale toetsingen toe op de naleving van de Praktijkcode Europese statistieken. Tussen 2006 en 2008 werd een eerste toetsingsronde uitgevoerd om te beoordelen in hoeverre het nationaal bureau voor de statistiek (NSI) de beginselen 1 tot en met 6 en 15 van de Praktijkcode naleefde. Tussen 2013 en 2015 volgde een tweede collegiale toetsingsronde die betrekking had op alle 15 beginselen van de Praktijkcode en zowel nationale bureaus voor de statistiek als andere nationale statistische instanties omvatte. Eurostat zal jaarlijks tot eind 2019, wanneer alle betrokken maatregelen moeten zijn uitgevoerd, op de uit deze tweede ronde voortgekomen verbeteringsmaatregelen blijven toezien. Tijdens beide ronden werd ook Eurostat, dat onderworpen is aan parallelle monitoring door de Europese Adviescommissie voor statistische governance, getoetst.

De Commissie (Eurostat) stelt jaarlijks monitoringsverslagen op met betrekking tot de naleving van de Praktijkcode door de nationale bureaus voor de statistiek. Het jaarverslag van de Europese Adviescommissie voor statistische governance gaat in op de voortgang binnen het Europees statistisch systeem als geheel en in Eurostat in het bijzonder. De resultaten van de jaarlijkse monitoringsexercitie maken deel uit van de algemene beoordeling van EU-statistieken die op de herfstbijeenkomst van de Raad Ecofin wordt gepresenteerd. In 2008 3 , en opnieuw in 2016 4 , bracht de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit inzake de toepassing van de Praktijkcode Europese statistieken en de coördinatie binnen het ESS.

b)Verbintenissen aangaande vertrouwen in de statistiek

De Commissie presenteerde het concept 'vertrouwensverbintenissen voor de statistiek' (hierna 'verbintenissen' genoemd) in een op 15 april 2011 gedateerde mededeling aan de Europees Parlement en de Raad met als titel: 'Naar een robuust kwaliteitsbeheer voor de Europese statistiek' 5 . De verbintenissen waren bedoeld als een middel om nationale regeringen medeverantwoordelijk te maken voor de mate waarin een land de Praktijkcode Europese statistieken naleeft, en bracht daarmee een link tot stand tussen de Praktijkcode en de regeringen die eerder niet bestond. De toegevoegde waarde van de verbintenissen was om ervoor te zorgen dat er een koppeling met de regering ontstond, oftewel met de institutionele aspecten van de statistische beginselen van de Praktijkcode die doorgaans buiten de invloedssfeer van de statistische instanties zelf lagen. In die mededeling deed de Commissie ook het voorstel het rechtskader, namelijk Verordening (EG) nr. 223/2009, te herzien en hierin het begrip 'verbintenissen' op te nemen, als een van de reeks maatregelen om het vertrouwen van het publiek in Europese statistieken te versterken. De Raad ondersteunde het voornemen de verbintenissen op te nemen en Verordening (EG) nr. 223/2009 te herzien.

Voordat het voorstel tot wijziging van Verordening (EG) nr. 223/2009 werd aangenomen, werden de lidstaten door de Commissie uitvoerig betrokken bij de besprekingen over hoe de verbintenissen vorm zouden kunnen krijgen. In de toelichting bij het voorstel wordt naar de mededeling uit 2011 verwezen en wordt voorgesteld de verbintenissen "ten uitvoer te leggen, om de nationale regeringen zich bewust te maken van hun rol ten aanzien van en hun medeverantwoordelijkheid voor de geloofwaardigheid van de officiële statistieken door de onafhankelijkheid van de NSI's te waarborgen."

In 2015 werden de besprekingen met de Commissie (Eurostat) en de lidstaten in het kader van het ESS voortgezet, met als doel ervoor te zorgen dat de in Verordening (EG) nr. 223/2009 bedoelde instrumenten en voorwaarden, zoals de verbintenissen aangaande vertrouwen in de statistiek, doeltreffend en doelmatig zijn.

Overeenkomstig artikel 11, lid 3, van Verordening (EG) nr. 223/2009 zijn de verbintenissen instrumenten die 'er tevens voor zorgen dat het publiek vertrouwen heeft in Europese statistieken en dat er bij de uitvoering van de statistische beginselen in de Praktijkcode vooruitgang wordt geboekt' en moeten zij zowel door de Commissie als door de lidstaten worden vastgesteld. In overweging 17 van de wijzigingsverordening, (EU) nr. 2015/759 6 , is eveneens bepaald dat de verbintenissen 'een specifieke verbintenis van de regering van die lidstaat zouden moeten bevatten om de voorwaarden voor de toepassing van de Praktijkcode te verbeteren of te handhaven'.

2.Overzicht van vertrouwensverbintenissen en verslagen van de lidstaten

2.1.Vorm van de verbintenissen

Overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EG) nr. 223/2009 moeten de lidstaten een verbintenis aangaande vertrouwen in de statistiek vaststellen en publiceren, of ten minste een voortgangsverslag over de toepassing van de Praktijkcode en de inspanningen die zijn gedaan om een verbintenis op te stellen aan de Commissie doen toekomen en bekendmaken. Aangezien de vorm van de verbintenissen niet in de verordening is geregeld, kunnen de lidstaten vrij kiezen uit verschillende opties zolang het doel, namelijk een groter vertrouwen van het publiek doordat de regering zich aan het bieden van voorwaarden voor kwalitatief hoge statistieken verbindt, wordt bereikt.

Indien aan die voorwaarde wordt voldaan, kan het begrip 'verbintenissen aangaande vertrouwen in de statistiek' een zeer nuttig instrument zijn, ongeacht of een lidstaat kiest voor een 'op zichzelf staande' verbintenis, toelicht waar de verbintenis in de nationale wetgeving te vinden is of een voortgangsverslag indient. Met elk van deze opties kan het doel van een groter bewustzijn van regeringen ten aanzien van de Praktijkcode en het belang van onafhankelijke statistieken worden bereikt.

Ten aanzien van de gekozen benadering voor de vorm van de verbintenis zijn de lidstaten in twee hoofdgroepen te onderscheiden: lidstaten die 'op zichzelf staande' verbintenissen hebben vastgesteld en lidstaten die hebben aangegeven dat bepaalde onderdelen van hun wetgeving de verbintenis vormen. Enkele landen uit de tweede groep hebben te kennen gegeven dat zij niet voornemens zijn 'op zichzelf staande' verbintenissen op te stellen, terwijl anderen hebben aangegeven dat zij dit nog steeds van plan zijn.

2.2."Op zichzelf staande" vertrouwensverbintenissen

Tot nu toe zijn de volgende 'op zichzelf staande' vertrouwensverbintenissen in de volgende lidstaten gepubliceerd, in chronologische volgorde:

Griekenland: De Griekse verbintenis aangaande vertrouwen in de statistiek 7 werd op 29 februari 2012 door de Griekse premier en het lid van de Europese Commissie belast met Belastingen, Douane-unie, Statistiek, Audit en Fraudebestrijding ondertekend. Het was de eerste verbintenis, die zelfs werd uitgevaardigd voordat de Commissie haar voorstel tot wijziging van Verordening (EG) nr. 223/2009 had aangenomen. De Griekse verbintenis is ook bijzonder, omdat zij mede door een lid van de Europese Commissie is ondertekend. De regering verbindt zich hierin plechtig aan de toezeggingen in combinatie met het nemen van concrete maatregelen, met name ten aanzien van wijzigingen in de wet inzake statistiek, die in een bijlage zijn bijgevoegd. De Griekse regering doet aan de Commissie (Eurostat) verslag van de uitvoering van deze maatregelen.

Zweden: De verbintenis aangaande vertrouwen in de statistiek 8 werd door de Zweedse regering in de begroting voor 2017 gepresenteerd. Daaropvolgend werd de verbintenis ook op de website van het Zweedse bureau voor de statistiek gepubliceerd. In het begrotingsstuk beschrijft de Zweedse regering haar verbintenis met het opwekken van vertrouwen in de statistiek en geeft zij een opsomming van de maatregelen die worden genomen om de coördinatie van het statistisch systeem en hoogwaardige follow-up te verbeteren. In het stuk werd ook de verantwoordelijkheid van Zweden op het gebied van coördinatie van statistieken toegelicht en werden uit te voeren kwaliteitsbewakingsmaatregelen opgenomen.

Slovenië: De regering van Slovenië stelde op 5 januari 2017 de verbintenis aangaande vertrouwen in de statistiek 9 vast. Deze werd vervolgens samen met de bijbehorende publiekssamenvatting op de website van het Sloveense bureau voor de statistiek gepubliceerd. De verbintenis is gebaseerd op het feit dat de toepassing van de beginselen van professionele onafhankelijkheid, toereikende middelen, een mandaat voor gegevensverzameling, vertrouwelijkheid van de statistieken en onpartijdigheid en objectiviteit, zoals neergelegd in de wet inzake nationale statistieken, de gepaste institutionele omgeving voor de uitvoering van de officiële statistiek in Slovenië bieden.

Ierland: De Ierse verbintenis aangaande vertrouwen in de statistiek 10 werd op 30 mei 2017 door de regering van Ierland aangenomen en vervolgens op de website van het Ierse bureau voor de statistiek gepubliceerd. Onder verwijzing naar Verordening (EG) nr. 223/2009 en de nationale wet inzake statistiek erkent de regering van Ierland het belang van onafhankelijke, objectieve en betrouwbare statistieken als een publiek goed, erkent zij de rol van de officiële statistiek als grondslag voor een doeltreffend debat en doeltreffende besluitvorming in de regering, het bedrijfsleven en de samenleving en waardeert zij de rol van de Nationale raad voor de statistiek in het op strategische wijze leiding geven aan het Ierse statistische systeem.

België: De Belgische vertrouwensverbintenis 11 werd op 31 mei 2017 door het Comité van overleg aangenomen en vervolgens op de website van de Belgische federale statistische instantie gepubliceerd. Met hun verbintenis aangaande vertrouwen in de statistiek verbonden de federale regering en de regeringen van de regio’s en de gemeenschappen zich ertoe alles te doen wat in hun vermogen ligt om de grondbeginselen en de hoge kwaliteit van openbare statistieken te waarborgen.

Roemenië: De Roemeense vertrouwensverbintenis werd door de Roemeense regering tijdens haar bijeenkomst van 9 juni 2017 aangenomen 12 . Zij bevat onder meer een duidelijke toezegging van de Roemeense regering om de professionele onafhankelijkheid van het nationaal bureau voor de statistiek en andere producenten van officiële statistieken te waarborgen en te beschermen en het recht en de verplichting van de President van het nationaal bureau voor de statistiek om de met het produceren van nationale officiële statistieken samenhangende beroepsmatige en beheerstaken uit te voeren, te waarborgen.

13 Malta: Voor de Maltese regering ondertekende de premier de verbintenis aangaande vertrouwen in de statistiek op 17 mei 2018. De regering van Malta erkent dat de Europese statistieken overeenkomstig de in artikel 338 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en Verordening (EG) nr. 223/2009 neergelegde beginselen worden ontwikkeld, geproduceerd en verspreid en waardeerde de rol van de Maltese Raad van statistische instanties en van het nationaal bureau voor de statistiek in het strategisch leiding geven aan het Maltese statistische systeem en de verdere ontwikkeling daarvan. Daarnaast verbond zij zich tot het blijven waarborgen van de professionele onafhankelijkheid van het nationaal bureau voor de statistiek van Malta, het ondersteunen van dit bureau in de handhaving of verbetering van de voorwaarden voor de tenuitvoerlegging van de code en het opstellen van voorwaarden voor de toegang van het nationaal bureau voor de statistiek tot gegevens uit administratieve en andere bronnen, met het oog op de ontwikkeling en productie van hoogwaardige statistieken in alle domeinen en het tegelijkertijd verlichten van de belasting voor personen, huishoudens en bedrijven.

De vastgestelde 'op zichzelf staande' verbintenissen zijn wat betreft vorm, inhoud en lengte aanzienlijk verschillend. Dit is volledig in overeenstemming met het doel rekening te houden met de specifieke eigenschappen van nationale statistische systemen. Ook zien we dat de bestaande vertrouwensverbintenissen, ondanks deze verscheidenheid, zich baseren op de voorgaande verbintenissen en op de twee door de Commissie (Eurostat) in 2012 voorgestelde mogelijke sjablonen.

Een van de elementen van die sjablonen is een toezegging om een nieuwe verbintenis aangaande vertrouwen in de statistiek aan te nemen wanneer wordt vastgesteld dat er belangrijke behoeften aan verbetering bestaan.

In dit verband is het belangrijk op te merken dat twee kandidaat-lidstaten, Albanië en Montenegro, onlangs 'op zichzelf staande' vertrouwensverbintenissen hebben aangenomen, waaruit blijkt dat dergelijke verbintenissen ook buiten de huidige grenzen van de Europese Unie worden erkend.

2.3.Door nationale wetgeving gevormde verbintenis

In hun verslaglegging hebben 15 lidstaten aangegeven dat de verbintenis aangaande vertrouwen in de statistiek uit bepaalde onderdelen van hun wetgeving zou kunnen worden gevormd. Sommige lidstaten hebben daarom aangekondigd dat zij geen 'op zichzelf staande' verbintenis zullen vaststellen. De overgrote meerderheid van deze 15 lidstaten heeft duidelijk aangegeven uit welke specifieke artikelen hun vertrouwensverbintenis wordt gevormd en hierover aanvullende uitleg verschaft.

Deze optie om een verbintenis vast te stellen is eveneens toelaatbaar, mits er aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. De belangrijkste hiervan is dat de betrokken wetgeving op het politieke element van de verbintenis betrekking moet hebben, zoals in overweging 17 van de wijzigingsverordening (EG) nr. 2015/759 het best wordt omschreven.

In overweging 17 worden de onderliggende motieven voor het opnemen van de verbintenissen in Verordening (EG) nr. 223/2009 toegelicht en aanvullende richtsnoeren voor de vaststelling en de inhoud ervan gegeven. Hierbij wordt specifiek ingegaan op de noodzaak een politiek element in de verbintenis op te nemen ("...een specifieke verbintenis van de regering van die lidstaat..."). Een door de regering aangenomen wetsbesluit kan, gelet op de aard ervan, voldoende zijn als politiek element, terwijl een door het parlement aangenomen nationale wet inzake statistiek dit wellicht niet voldoende aangeeft.

In haar dialoog met de lidstaten die voor deze optie hebben gekozen heeft de Commissie gemerkt dat regeringen zich aanzienlijk bewuster zijn geworden van hun verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van statistieken sinds er een wettelijke verplichting tot het aangaan van een vertrouwensverbintenis is ingevoerd. Dit kan worden afgeleid uit de gemelde besprekingen over de verbintenis tussen het nationaal bureau voor de statistiek en de regering van de betrokken lidstaat.

Door het aangaan van de dialoog zal de Commissie beoordelen of de betrokken wettelijke bepalingen passend zijn voor het verbeteren of handhaven van de voorwaarden voor de toepassing van de Praktijkcode. Aspecten die in dit verband in aanmerking moeten worden genomen zijn of in de bepalingen duidelijk wordt gesteld dat er kaders voor de bewaking van hoge kwaliteit en voor toezicht moeten worden vastgesteld en of deze op doeltreffende wijze worden aangevuld met maatregelen tot verbetering en met beoordelingen door de lidstaten zelf. De goedkeuringsprocedure voor de betrokken wetgeving kan ook een rol spelen, met name wanneer hieruit de steun van de nationale regering blijkt.

Een ander belangrijk aspect is dat een in de wetgeving verankerde verbintenis toegevoegde waarde heeft naast de wet zelf. De verbintenissen zijn bedoeld als meer dan een belofte om aan de wet te voldoen, en zulke beloften zullen niet het gewenste effect hebben op de handhaving van het vertrouwen van het publiek in de Europese statistiek.

2.4.Verslaglegging door de lidstaten

In artikel 11, lid 4, van Verordening (EG) nr. 223/2009 is bepaald dat de Commissie de verbintenissen van de lidstaten regelmatig moet controleren op basis van jaarlijkse verslagen van de lidstaten die, zo nodig, zijn bijgewerkt. Indien uiterlijk op 9 juni 2017 geen verbintenis is vastgesteld en gepubliceerd, moet de betrokken lidstaat bij de Commissie een voortgangsverslag indienen over de uitvoering van de Praktijkcode en, in voorkomend geval, over de inspanningen die gedaan zijn om een verbintenis op te stellen. Die voortgangsverslagen moeten om de twee jaar worden bijgewerkt en gepubliceerd.

Overeenkomstig artikel 11, lid 4, van Verordening (EG) nr. 223/2009 hebben alle lidstaten aan de Commissie (Eurostat) verslag uitgebracht over de verbintenis. In de verslagen van de zes lidstaten die noch een 'op zichzelf staande' verbintenis hebben aangenomen noch een verbintenis in hun wetgeving hebben opgenomen, wordt meestal de mogelijkheid opengehouden in de toekomst een verbintenis op te stellen.

De meeste lidstaten dienden hun verslag tegelijkertijd met hun verslaglegging over de uitvoering van de maatregelen ter verbetering van de Praktijkcode Europese statistieken in; in het kader van dat laatste dienen de lidstaten jaarlijks in januari bij de Commissie (Eurostat) een verslag in van de maatregelen die zij hebben genomen als follow-up van het collegiale toetsingsproces. Het relevante deel van het verslag van de collegiale toetsing moet ook openbaar worden gemaakt om als voortgangsverslag over de verbintenis te kunnen worden aangemerkt.

a)Meest gemelde ontwikkelingen door de lidstaten

Veel lidstaten hebben aangegeven dat zij specifieke artikelen inzake of over de verbintenis in de nationale statistiekwetgeving hebben opgenomen. In die wetgeving werd bijvoorbeeld expliciet een juridische verbintenis opgenomen om officiële statistieken van hoge kwaliteit te produceren en te verspreiden. Anderen gaven aan dat zij specifieke bepalingen betreffende de status van de nationale statisticus, statistische onafhankelijkheid, en de coördinerende rol van de nationale bureaus voor de statistiek ten aanzien van de officiële statistiek hebben opgenomen.

In de verslagen wordt tevens melding gemaakt van de opneming in de wetgeving van een heldere procedure voor de toepassing van de Praktijkcode in het systeem voor de officiële statistiek en van een verbintenis dat de productie van officiële statistiek in overeenstemming met de Praktijkcode Europese statistieken zal worden ontwikkeld, teneinde het vertrouwen van de samenleving in de officiële statistiek te handhaven.

Sommige lidstaten gaven aan dat zij nog bezig waren met het toetsen van de wetgeving inzake statistiek met het oog op de opneming van bepalingen die de uit de herziening van Verordening (EG) nr. 223/2009 voortvloeiende veranderingen, en met name de verbintenissen, weerspiegelen.

b)Voorbeelden ter illustratie van belangrijke of kenmerkende ontwikkelingen

Aangezien een uitvoerige beschrijving van de verslagen van de lidstaten buiten het kader van dit verslag valt, kunnen de volgende voorbeelden dienen ter illustratie van belangrijke of kenmerkende ontwikkelingen die door de verbintenissen (en mogelijk door andere ontwikkelingen) teweeggebracht zijn.

Denemarken: Op 1 juli 2018 is de inwerkingtreding van een herziene wet inzake statistiek voorzien. Hierin zijn specifieke bepalingen opgenomen betreffende de status van de nationale statisticus, statistische onafhankelijkheid, en de coördinerende rol van de nationale bureaus voor de statistiek ten aanzien van officiële statistiek.. De wet bevat tevens een heldere procedure voor de toepassing van de Praktijkcode in het systeem van officiële statistiek.

Spanje: In de wet betreffende het statistische programma voor 2018 werd een specifiek artikel met betrekking tot de verbintenis opgenomen, waarin uitdrukkelijk wordt verwezen naar de kwaliteitsbeginselen van Verordening (EG) nr. 223/2009 en de Praktijkcode Europese statistieken als elementen die nodig zijn om het vertrouwen van de samenleving in statistieken voor overheidsdoeleinden te handhaven. Daarnaast is er een publiekssamenvatting van het programma voor 2018 gepubliceerd waarin wordt verwezen naar de verbintenis.

Letland: Op 1 januari 2016 is een nieuwe statistiekwet in werking getreden waarin verschillende belangrijke beginselen uit de Praktijkcode aan de orde komen. Hierin werd bijvoorbeeld de onafhankelijkheid van het nationale bureau voor de statistiek opnieuw bevestigd en versterkt, werd de naleving van de Praktijkcode wettelijk verplicht gesteld en werden wijzigingen doorgevoerd in de institutionele omgeving. In het verslag wordt benadrukt dat de regering, door zelf het initiatief tot het wetsvoorstel te nemen, haar politieke steun voor de beginselen van de Praktijkcode uitspreekt.

Litouwen: In een door de regering voorbereide en op 10 januari 2018 goedgekeurde ontwerpwet worden de beginselen van officiële statistiek vastgesteld, zoals professionele afhankelijkheid, onpartijdigheid en objectiviteit, statistische vertrouwelijkheid en voldoende middelen, en wordt rechtstreeks verwezen naar Verordening (EG) nr. 223/2009 en de Praktijkcode Europese statistieken. Ook wordt hierin heel duidelijk gesteld dat de directeur-generaal en het nationaal bureau voor de statistiek als geheel professionele onafhankelijkheid genieten.

Slowakije: De tekst van de 'op zichzelf staande' vertrouwensverbintenis is afgerond en ter consultatie aan de regering van Slowakije voorgelegd.

3.Samenvatting en vooruitblik

De invoering van de vertrouwensverbintenissen als een instrument voor het waarborgen van het vertrouwen van het publiek in Europese statistieken en de ondersteuning van de toepassing van de in de Praktijkcode neergelegde statistische beginselen heeft geleid tot het vergroten van het bewustzijn onder de regeringen van de lidstaten over het belang van hun bijdrage aan het handhaven en verbeteren van het vertrouwen van het publiek in de officiële statistiek.

Alle lidstaten hebben naar behoren aan de Commissie verslag uitgebracht over hun activiteiten en de met betrekking tot de verbintenissen behaalde resultaten. In zeven landen zijn reeds 'op zichzelf staande' verbintenissen vastgesteld, terwijl vijftien landen hebben aangegeven welke delen van de wetgeving de verbintenis van hun regering vormen; zeven landen hebben het vereiste verslag ingediend. De Commissie (Eurostat) zal met de lidstaten die hebben aangegeven dat de verbintenis aangaande vertrouwen in de statistiek in de nationale wetgeving is vastgesteld, besprekingen blijven voeren over het noodzakelijke politieke element. Enkele landen hebben ook gemeld dat hun regering bezig is met de vaststelling van een 'op zichzelf staande' verbintenis.

Samenvattend wordt het begrip 'vertrouwensverbintenissen' door de lidstaten breed erkend en zijn zij bezig met het nemen van de benodigde stappen om de toegevoegde waarde van hun verbintenis vorm te geven door een institutionele link tussen hun regering en de Praktijkcode Europese statistieken tot stand te brengen of te verbeteren. Naar verwachting hebben de daaruit voortvloeiende waarborgen voor de officiële statistiek van hoge kwaliteit het gewenste effect van versterking van het vertrouwen van het publiek.

Maatregelen om het vertrouwen van het publiek in de Europese statistiek te handhaven en te vergroten zullen in de toekomst van essentieel belang blijven. Bij hun opdracht om onafhankelijke, voor iedereen toegankelijke informatie van hoge kwaliteit over de economie en de maatschappij te bieden moet er interactie plaatsvinden tussen de leden van het ESS en gebruikers overeenkomstig de beginselen van de Praktijkcode Europese statistieken. Het instrument van de verbintenissen aangaande vertrouwen in de statistiek, met de voortdurende monitoring door de Commissie (Eurostat), zal bijdragen aan de verschillende inspanningen die door de leden van het ESS worden gedaan om het vertrouwen van het publiek in de officiële statistiek te handhaven en te vergroten. Het is de verwachting dat de verbintenissen het publiek het vertrouwen blijven geven dat de nationale bureaus voor de statistiek volledig door hun regeringen worden gesteund in hun inspanningen om statistiek van hoge kwaliteit te leveren.


(1) Verordening (EG) nr. 223/2009 betreffende de Europese statistiek van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87, 31 maart 2009, blz. 164).
(2) http://ec.europa.eu/eurostat/documents/3859598/5922313/10425-NL-NL.PDF  
(3) COM (2008) 621 definitief van 7 oktober 2008: Verslag 2008 van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de toepassing van de Praktijkcode.
(4) COM(2016) 114 definitief van 7 maart 2016: Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de toepassing van de Europese Praktijkcode voor statistieken en coördinatie binnen het Europees Statistisch Systeem.
(5) COM (2011) 211 definitief.
(6) Verordening (EU) 2015/759 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2015 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 223/2009 betreffende de Europese statistiek (PB L 123, 19 mei 2015, blz. 90).
(7) http://www.statistics.gr/documents/20181/c5b9264e-815e-4f74-9955-467d14cad474 (Alleen beschikbaar in het Engels).
(8)

    http://www.scb.se/contentassets/bbe78b2a144143c7955b165f76fb4d52/regeringens-atagande-om-att-skapa-fortroende-for-statistiken.pdf en http://www.scb.se/om-scb/samordning-av-europeisk-statistik-i-sverige/regeringens-atagande-om-att-skapa-fortroende-for-statistiken/ (Alleen beschikbaar in het Zweeds).

Zie ook de bladzijden 28 en 29 van de Officiële Statistieken van Zweden – Jaarverslag 2017 http://www.scb.se/contentassets/fd60f41a3abc4d2c8a791e425357ba5b/ov9999_2017a01_br_x43br1802.pdf (Beschrijving van verbintenis in het Engels).

(9) http://www.stat.si/StatWeb/en/News/Index/6458 (Alleen beschikbaar in het Engels en het Sloveens).
(10) http://cso.ie/en/media/csoie/aboutus/documents/CoCS.pdf (Alleen beschikbaar in het Engels).
(11) https://statbel.fgov.be/en/about-statbel/quality/commitment-confidence (Alleen beschikbaar in het Engels, Frans, Duits en Nederlands).
(12) http://www.insse.ro/cms/files/eurostat/angajament_de_sprijinirea_credibilitatii_statisticii_oficiale_nationale.pdf (Alleen beschikbaar in het Roemeens).
(13) https://nso.gov.mt/en/nso/Pages/Commitment-on-Confidence.aspx en https://msa.gov.mt/en/public_information/Pages/Commitment-on-Confidence.aspx (Alleen beschikbaar in het Engels).