Artikelen bij JOIN(2018)28 - Elementen voor een EU-strategie inzake India

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier JOIN(2018)28 - Elementen voor een EU-strategie inzake India.
document JOIN(2018)28 NLEN
datum 20 november 2018
EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 20.11.2018

JOIN(2018) 28 final

GEZAMENLIJKE MEDEDELING AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Elementen voor een EU-strategie inzake India


Elementen voor een EU-strategie inzake India

Een partnerschap voor een duurzame modernisering en de op regels gebaseerde wereldorde


INLEIDING

De Europese Unie (hierna de “EU” genoemd) en India zijn in 2004 een strategisch partnerschap aangegaan. In de loop der jaren is wat beide partijen verbindt, nog toegenomen. In een problematisch regionaal en internationaal klimaat delen de EU en India de waarden van democratie, mensenrechten en fundamentele vrijheden en ondersteunen zij de op regels gebaseerde wereldorde die draait om multilateralisme. Beide partijen vertegenwoordigen het idee van “eenheid in verscheidenheid” en hebben aanzienlijk belang bij elkaars welvaart en duurzame ontwikkeling. 

India blijft een consistente economische groei, een sterke demografische dynamiek en een ambitieus streven naar modernisering aanhouden. India is actief op mondiaal gebied, waarbij het zijn “zachte kracht” inzet en diverse partnerschappen uitbouwt. De EU is ‘s wereld meest ontwikkelde regionale integratieproject en een stabiliserende, normatieve kracht. De EU heeft haar interne markt, haar buitenlands en veiligheidsbeleid geconsolideerd en heeft belangrijke stappen gezet op het gebied van het gemeenschappelijk Europees defensiebeleid 1 .

De EU heeft de afgelopen jaren haar rol als een belangrijke economische en politieke speler in Azië onderbouwd, en uitgebreide bilaterale betrekkingen met strategische partners ontwikkeld, met landen uit Centraal-, Oost-, Zuid- en Zuidoost-Azië, en met de Associatie van Zuidoost-Aziatische staten (ASEAN). De EU is actief bezig met de bevordering van haar eigen strategie inzake het “Versterken van de banden tussen Europa en Azië” en een grotere betrokkenheid bij het veiligheidsbeleid in de regio, waarbij tegelijk de regionale aanpak binnen de Ontmoeting Azië-Europa (ASEM) sterk wordt aangehouden.

In deze context heeft de EU er belang bij om haar politieke en economische banden met India te versterken, alsmede haar samenwerking inzake veiligheids- en defensiebeleid met het land op te voeren, dat immers een zwaargewicht is op het Aziatische continent en een opkomende wereldmacht. Een sterk partnerschap met India is essentieel voor een evenwichtig EU-beleid ten aanzien van Azië in zijn geheel.

Een sterk partnerschap met India is wenselijk om gezamenlijk bij te dragen tot het behoud van vrede en stabiliteit, de bevordering van welvaart en duurzame ontwikkeling, en de versterking van de op regels gebaseerde orde. Er moet worden gestreefd naar een intensievere politieke dialoog en een regelmatige uitwisseling van standpunten in de aanloop van belangrijke internationale bijeenkomsten, met het oog op een sterkere gemeenschappelijke overeenstemming, het terugdringen van divergenties en het bevorderen van gezamenlijke actie.

De EU en India vertegenwoordigen samen nagenoeg twee miljard mensen, een aanzienlijk reservoir van economische groei en een ongezien potentieel om de loop van de menselijke ontwikkeling positief te beïnvloeden. De EU streeft naar een versterking van het strategische partnerschap met India om deze ambitie waar te maken.

Deze gezamenlijke mededeling stelt elementen voor van een EU-strategie voor de volgende 10-15 jaar, voortbouwend op de laatste mededeling van de Commissie over India van 2004 2 , en met inachtneming van de aanbevelingen van het Europees Parlement in zijn resolutie van 2017 over de politieke betrekkingen met India.

Deze gezamenlijke mededeling stelt het volgende voor:

·Versterking van het strategische partnerschap EU-India. 

·Opbouw van een sterk partnerschap voor een duurzame modernisering.

·Gezamenlijke inspanningen voor de consolidering van de op regels gebaseerde wereldorde die draait om multilateralisme, met de VN en de WTO als spil.

·Ontwikkeling van een gedeelde aanpak op multilateraal niveau om wereldwijde problemen aan te pakken.

·Streven naar gemeenschappelijke antwoorden op bedreigingen van de veiligheid en regionale kwesties.


De context van India

India is met China, de EU en de VS een van ‘s werelds grootste economieën in termen van koopkrachtpariteit. Het land is de snelst groeiende grote economie, met jaarlijkse bbp-groeicijfers van ongeveer 7% en het is goed op weg om tegen 2030 de kaap van 7,8 biljoen dollar 3 te ronden. India speelt een belangrijke rol voor wereldwijd economisch goed bestuur. In 2017 was de EU de eerste handelspartner voor India, terwijl India op de negende plaats kwam als handelspartner van de EU.

India zal het meest bevolkte land ter wereld worden en in het volgende decennium op dit punt China inhalen. Thans is India al ‘s werelds grootste democratie. 50% van de bevolking van India is jonger dan 25 jaar. Dit demografische dividend kan zorgen voor een toename van twee percentpunten per jaar aan de bbp-groei per capita voor de volgende twintig jaar 4 . 67% van de bevolking van India leeft in rurale gebieden 5 , maar de urbanisatie zal naar verwachting de volgende tien jaar verdubbelen.

India staat voor aanzienlijke uitdagingen om zijn economische en demografische potentieel te ontsluiten; het is met name noodzakelijk 270 miljoen mensen uit de extreme armoede te halen; voorts: adequate infrastructuur en connectiviteit opbouwen; toegang tot onderwijs en gezondheidszorg in het hele land verzekeren; de toenemende inkomensongelijkheid aanpakken. Aangezien 93% van de beroepsbevolking in de informele economie werkzaam is, is de belastinggrondslag smal. Het creëren van werkgelegenheid is een ander probleem, gezien het feit dat er elk jaar ongeveer 12 miljoen mensen op de arbeidsmarkt komen.

Momenteel is India ‘s werelds op drie na grootste producent van broeikasgassen, hoewel dit slechts neerkomt op één tiende van de per capita CO²-emissies van de VS. De energiebehoeften van India zullen de komende twintig jaar meer dan verdubbelen. Het land is erg kwetsbaar voor de klimaatverandering en extreme weersomstandigheden, zoals hittegolven, droogten en overstromingen. Dit verscherpt de ontwikkelingsproblematiek en heeft een onevenredig effect op arme en kwetsbare bevolkingsgroepen. De gevolgen van de economische en demografische groei voor het milieu zijn aanzienlijk. Bijzondere problemen zijn bijvoorbeeld de uitputting van hulpbronnen, met name waterschaarste, lucht- en watervervuiling en afvalbeheer.

India is aan het moderniseren en heeft ambitieuze doelstellingen vastgesteld, met het oog op: de terugdringing van de armoede en de verspreiding van de voordelen van economische groei; het tegemoet komen aan de behoeften van de opkomende middenklasse; het stimuleren van de productiecapaciteit en productiviteit door binnenlandse en buitenlandse investeringen en de overdracht van technologieën; het bereiken van duurzame urbanisatie; de modernisering van de landbouw; de digitalisering van de economie; de verbetering van het waterbeheer en een efficiënt gebruik van hulpbronnen; de ontwikkeling van gekwalificeerde menselijke hulpbronnen; steun voor innovatie en startende ondernemingen.

India bekleedt een belangrijke plaats in een complexe geostrategische ruimte. India ligt centraal op de belangrijkste handelsroutes tussen Europa en Azië en is een stabiliteitsfactor in een complexe regio. Daarom heeft de houding van India op diplomatiek en veiligheidsgebied ten aanzien van zijn buren en de grote regionale mogendheden belangrijke gevolgen voor de EU. De traditionele betrekkingen die India onderhoudt met ontwikkelingslanden, zijn ook een mogelijk pluspunt voor de aanpak van de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen.


1.WELVAART DOOR DUURZAME MODERNISERING

Een verbeterd partnerschap tussen de EU en India inzake duurzame modernisering moet bijdragen tot een verdieping van de bestaande betrekkingen en tot meer investeringen en handel, en daarmee een snelle verbetering bewerkstelligen van de positie van India in de waardeketen; onderzoek en technologische ontwikkeling versnellen; een efficiënt gebruik van hulpbronnen en groene groei, en een verbreding van de belastinggrondslag stimuleren en het ondernemerschap bevorderen. Het interne beleid en de prioriteiten van India zullen een belangrijk effect hebben op de internationale actie inzake klimaatverandering; op de wereldwijde energiezekerheid; de hulpbronnenefficiëntie; de uitvoering van de Agenda 2030; de milieu-uitdagingen; de rampenrisicovermindering; het goede beheer van de oceanen, met inbegrip van duurzame visserij en de blauwe economie; alsook op de bescherming van mondiale gemeenschappelijke goederen. De EU moet haar dynamische bilaterale samenwerking richten op modernisering in een mondiale zin en daarbij actiever met India samenwerken om een effectieve mondiale aanpak op dit punt te garanderen.

1.1.    Consolideren van het partnerschap voor modernisering

De EU is een natuurlijke partner bij het streven van India om op duurzame wijze te groeien; om toegang te krijgen tot groene technologie en digitale oplossingen; hulpbronnenefficiëntie te verwezenlijken; regelgevingsmodellen en wetgevingskaders ten uitvoer te leggen, en normen te harmoniseren. De samenwerking tussen de EU en India zal bijdragen aan een vermindering van de druk op de hulpbronnen, van de vervuiling en van de broeikasgasemissies, en zal de weerbaarheid ten aanzien van klimaatverandering vergroten. Een sterk partnerschap voor modernisering tussen de EU en India moet ook steun bieden aan het creëren van werkgelegenheid, aan groei en de investeringsdoelstellingen in de EU zelf, en een duurzame connectiviteit helpen bevorderen tussen Europa en Azië, overeenkomstig de connectiviteitsstrategie van de EU.

India staat voor complexe uitdagingen op enorm grote schaal. Het demografische dividend kan van India een mondiale groeimachine maken, mits het land onderwijs, onderzoek en innovatie, ondernemerschap en vaardigheden kan bevorderen en de inzetbaarheid op de arbeidsmarkt kan vergroten. Een verbeterde participatie van vrouwen en jongeren in de economie zou ook gebruik maken van de economische groei en de gendergelijkheid helpen versterken 6 .

India streeft ernaar zich te vestigen als een productieknooppunt, met name door buitenlandse directe investeringen aan te trekken. Rigiditeiten op de arbeidsmarkt en de lage positie die India inneemt in het verslag van de Wereldbank 'Ease of Doing Business', zijn remmende factoren. Tot dusver hebben bedrijven uit de EU bijgedragen tot het creëren van meer dan zes miljoen banen in India. Met de verbetering van het ondernemingsklimaat moet dit cijfer nog kunnen stijgen.

India heeft onlangs belangrijke macro-economische hervormingen doorgevoerd, meer bepaald met de belasting op goederen en diensten en de overgang naar een regeling met inflatiedoelstellingen. Gezien de gelijkenissen tussen de meerlagige bestuurssystemen van de EU en India kunnen beide partijen hun voordeel doen met een intensievere beleidsdialoog en de uitwisseling van deskundigheid met betrekking tot het opzetten van economisch beleid op een aantal gebieden, zoals begrotingsregelgeving en -kaders, belastingen, concurrentiebeleid, kaders voor monetair beleid, en structurele hervormingen, met inbegrip van de banksector. Bilaterale uitwisselingen moeten de uitwisseling van kennis inzake de hervormingsprocessen vergemakkelijken, een beter begrip van macro-economische ontwikkelingen mogelijk maken, en een meer doeltreffende samenwerking in de G20 bewerkstelligen.

India erkent dat een onderontwikkelde infrastructuur een belangrijk obstakel vormt. Er moet aanzienlijk worden geïnvesteerd in de vervoers- en energiesector, en ook in de digitale netwerken. De bouwsector van de EU draagt reeds bij aan interconnectiviteit, slimme stedelijke infrastructuur en energie-efficiëntie in India. De EU moet India meer betrekken bij maritiem transport en infrastructuur, luchtvaart, veiligheid van het spoor- en wegverkeer, digitale connectiviteit en bijdragen tot het scheppen van betere voorwaarden in termen van normen, vaardigheden en competenties. De EU moet de ontwikkeling blijven steunen van duurzame en klimaatbestendige infrastructuur, zoals geschiedt via blendingfaciliteiten en de Europese Investeringsbank, alsook van betere stedelijke en rurale mobiliteit door vlotte verbindingen tussen metro en spoor.

De energiemix in India wordt momenteel gedomineerd door steenkool (50% van het primaire energieverbruik), maar het land is gestart met de uitvoering van een van ‘s werelds grootste overgangsprogramma’s naar schone energie met gebruikmaking van zijn hernieuwbare-energiepotentieel. De samenwerking tussen de EU en India kan steun bieden voor het bewerkstelligen van betrouwbare, duurzame en betaalbare energiesystemen en tegelijk bijdragen aan de groei van de energietechnologiesector van de EU. De EU zal verder samenwerken met India inzake energieveiligheid, energie-efficiëntie, hernieuwbare-energiebronnen, met inbegrip van zonne-energie en windenergie op zee, slimme energienetten en niet aan het net gekoppelde systemen, alsook inzake beleid ter ontwikkeling van een elektriciteitssysteem waarin op betrouwbare manier een groot aandeel aan hernieuwbare energie kan worden geïntegreerd.

Het partnerschap tussen de EU en India inzake schone energie en klimaat bevordert beleids- en regelgevingsaanpak op dit punt, bedrijfsoplossingen en groene technologie om de energie-transitie mogelijk te maken en de klimaatverandering aan te pakken door grotere weerbaarheid en een terugdringing van broeikasgasemissies. Een gezamenlijke klimaataanpak op de lange termijn moet steun voor innovatie verbinden met stimulansen voor markttoegang en andere steunmaatregelen, synergieën tussen klimaatactie en verwante kwesties, zoals luchtvervuiling en het verband tussen water en energie, in kaart brengen en benutten, en de aanpassing aan de klimaatverandering trachten te integreren in het rampenrisicobeheer en de ontwikkelingsplanning.

De ervaring van de EU met de aanpak van milieuproblemen en haar geavanceerde technologie zijn van grote waarde voor het vaststellen van duurzame oplossingen, zoals is gebleken uit de partnerschappen tussen de EU en India inzake water en hulpbronnen-efficiëntie. De samenwerking moet worden opgedreven om de overgang van India naar een hulpbronnenefficiënte en circulaire economie te ondersteunen, en steun te bieden aan afvalbeheer en een geïntegreerd beleid voor het beheer van watervoorraden, alsook aan de aanpak van lucht- en waterverontreiniging en innovatieve oplossingen voor plastic en marien afval. De convergentie van het beleid van de EU en India en de tenuitvoerlegging van de milieuwetgeving moeten het algemene doel zijn met het oog op het begunstigen van groene economische groei, het scheppen van banen en open kansen voor actoren uit de openbare en particuliere sector van de EU.

De EU verbindt zich ertoe internationaal goed oceaanbeheer te versterken, met inbegrip van duurzame visserij, en India is een belangrijke speler in de Indische Oceaan. De EU streeft ernaar de samenwerking met India te versterken inzake visserij op bilateraal, regionaal en multilateraal niveau, meer bepaald in de context van de regionale organisaties voor visserijbeheer, om duurzaam beheer en het gebruik van levende mariene hulpbronnen te verzekeren. Voorts zal de EU met India de ontwikkeling bevorderen van een duurzame blauwe economie, met inbegrip van een duurzame aquacultuur en de uitwisseling van optimale werkwijzen inzake maritieme ruimtelijke planning en geïntegreerd beheer van kustgebieden.

De snelle urbanisatie van India en de daarmee verbonden problemen inzake milieu, water, luchtkwaliteit, afval- en afvalwaterbeheer, vervoer, rampenrisicobeperking en duurzame-energiesystemen maken dat stadsontwikkeling een bijzonder belangrijk gebied is voor samenwerking met de EU. Een verdieping van het partnerschap tussen de EU en India inzake slimme en duurzame stadsontwikkeling, meer bepaald met betrekking tot stedelijke mobiliteit, hygiëne en duurzame koeltechnologieën, zal belangrijke voordelen bieden om de toegang tot kosteneffectieve en betaalbare technologische oplossingen, beleidsmaatregelen en praktijken te vergemakkelijken. Een versterking van het partnerschap voor klimaat- en energieactie op lokaal niveau, met inbegrip van het voortbouwen op de succesvolle ervaringen die tot dusver zijn opgedaan met het Wereldwijde Burgemeestersconvenant voor klimaat en energie in India, zal de problemen van zowel de snelle urbanisering als de klimaatverandering helpen oplossen.

De EU moet India meer betrekken bij de ontwikkeling van rurale gemeenschappen, ter bevordering van duurzame, betaalbare en klimaatvriendelijke landbouwpraktijken, een formalisering van de economie, een verbreding van de belastinggrondslag in India en een verhoging van de levensstandaard. De EU moet steun bieden om achtergebleven, rurale gebieden te integreren in de markt door projecten die zijn gericht op de ontwikkeling van platformen voor e-handel, een toegenomen IT-geletterdheid en een groter vertrouwen van ondernemers. Hiermee zou de groei van de lokale economie worden bevorderd en een voortdurende overbevolking van de Indiase grootsteden worden vermeden.

De digitalisering verandert de economie en de maatschappij radicaal. Dit is een mogelijkheid om inclusieve economische en sociale modellen te ontwikkelen die zijn gebaseerd op de mensenrechten en gendergelijkheid. Zowel de EU als India biedt steun aan de digitale economie en past digitale oplossingen toe voor goed bestuur en sociale ontwikkeling. Meer uitwisselingen, ook in verband met het regelgevingskader voor de toepassing van deze oplossingen, moeten de gegevensstromen vergemakkelijken en tegelijk een hoog niveau van bescherming van persoonsgegevens waarborgen.

Tezamen met de digitalisering is de automatisering een stimulans voor nieuwe bedrijfskansen, zowel voor marktdeelnemers uit de EU als uit India. De samenwerking moet verder worden ontwikkeld vanuit het perspectief van de voordelen voor de arbeidsmarkt, teneinde de arbeidsproductiviteit te verhogen 7 .

De EU moet verder met India samenwerken met het oog op aanpassing aan de internationale normen. Dit geldt bijvoorbeeld voor de automobielsector en de verkeersveiligheid, opkomende technologieën, met inbegrip van 5 G, het internet der dingen, intelligente vervoerssystemen, toekomstige netwerken en telecomveiligheid, statistische normen, maar ook meer traditionele sectoren.

De EU erkent de bescherming van de privésfeer als een grondrecht en India beweegt zich ook in deze richting. De goedkeuring van een omvattende wet inzake gegevensbescherming door India zou niet alleen de bevolking van India ten goede komen, maar ook aanzienlijk de bilaterale gegevensstromen vergemakkelijken, door onder meer de basis te bieden voor een adequaatheidsbesluit van de Europese Commissie. Dit zou een gunstig effect hebben op investeringen, de handel en de samenwerking op het gebied van veiligheid.

Wat betreft de volksgezondheid moet de EU verder met India samenwerken met het oog op de hervorming van het wetgevingskader en het opbouwen van regelgevende capaciteit, teneinde zich te conformeren aan internationale praktijken en normen. De samenwerking moet worden opgedreven om een hoge kwaliteit te garanderen van de normen voor geneesmiddelen, medische hulpmiddelen, cosmetica, alsook voor voedselveiligheid en voor de bestrijding van antimicrobiële resistentie, ten bate van de consument.

De samenwerking inzake onderzoek en innovatie voor de aanpak van gezamenlijke maatschappelijke problemen zal cruciaal zijn voor de ondersteuning van de duurzame modernisering van India, het aanboren van nieuwe bedrijfskansen en de toename van de wetenschappelijke uitmuntendheid en het concurrentievermogen van de EU. De samenwerking via de financieringsprogramma's van de EU voor onderzoek en innovatie, zoals de kaderprogramma’s voor onderzoek (momenteel Horizon 2020, en vanaf 2021 Horizon Europa), en Euratom bieden waardevolle mogelijkheden. De EU zal nauw met India blijven samenwerken inzake kernfusie, meer bepaald om te garanderen dat het internationale ITER-project doeltreffend ten uitvoer wordt gelegd. De samenwerking inzake water, de vergroening van het vervoer, schone energie, circulaire economie, bio-economie, gezondheid en ICT moet worden uitgebreid. Aanvullende gebieden, zoals de klimaatverandering, duurzame stedelijke ontwikkeling, industriële productie, geavanceerde materialen, nanotechnologieën en biotechnologie, de verwerking van levensmiddelen en oceaanonderzoek moeten ook in aanmerking worden genomen.

Voorgestelde acties:

·Op strategisch niveau met de relevante Indiase ministeries en instellingen samenwerken inzake de moderniseringsagenda van India (bv. het nationaal instituut voor de omvorming van India).

·Steun verlenen aan de duurzame modernisering van India door technische expertise en het vrijmaken van middelen op EU-niveau, voortzetting van de samenwerking met de Europese Investeringsbank; openbare en particuliere investeringsmiddelen; blendingfaciliteiten met inbegrip van de deelname van de lidstaten van de EU. Streven naar betere coördinatie en synergieën met de Europese financiële instellingen en multilaterale ontwikkelingsbanken, met inbegrip van de Aziatische Ontwikkelingsbank en de Aziatische Investeringsbank voor infrastructuur.

·Begeleiden van het economische hervormingsproces in India en van gedachten wisselen over macro-economische tendensen door de ontwikkeling van nauwere bilaterale banden, ook via een regelmatige macro-economische dialoog.

·Organiseren van technische en strategische uitwisselingen voor de aanpak van vervoerskwesties van wederzijds belang en bijdragen aan mogelijkheden voor investeringen en samenwerking, met inbegrip van de burgerluchtvaart, maritiem vervoer, spoorwegen, alsook het weg- en stedelijk vervoer, met inbegrip van de veiligheid op de weg.

·Voortzetting van de tenuitvoerlegging van het partnerschap tussen de EU en India inzake schone energie en klimaat via regelmatige uitwisselingen, en gebruikmaking ervan als een platform voor de coördinatie van de multilaterale en bilaterale aanpak van de klimaatverandering en de energiezekerheid. Steun verlenen aan de overgang naar schone energie, door bij te dragen aan de vlaggenschipinitiatieven van India inzake windenergie op zee, zonne-energie, slimme energienetten, energie-efficiëntie, toegang tot energie en betaalbaarheid. Steun verlenen aan de ontwikkeling en uitvoering van klimaat- en energie-actie op lokaal niveau, ook in het kader van het Wereldwijde Burgemeestersconvenant voor klimaat en energie in India.

·Versterking van de samenwerking op bilateraal, regionaal en multilateraal niveau ter bevordering van het duurzame gebruik en beheer van levende mariene hulpbronnen.

·Bevordering van jumelages tussen steden, en uitwisseling van ervaringen op het gebied van goed stedelijk bestuur en duurzame stedelijke planning.

·Beleidsdialogen met meerdere belanghebbenden bevorderen, met autoriteiten op het niveau van de Unie, de landen en de steden, het bedrijfsleven, micro-, kleine en middelgrote ondernemingen, maatschappelijke organisaties, op gebieden die strategisch relevant zijn voor beide partijen.

·Duurzame productie en consumptie bevorderen, alsook de integratie van milieuaspecten en -oplossingen in het beleid inzake economische groei. De overgang ondersteunen naar een hulpbronnenefficiënte en circulaire economie en groen ondernemerschap, meer bepaald ook door partnerschappen met kleine en middelgrote ondernemingen.

·Gezamenlijke manieren van aanpakken en normen voor digitale omvorming bevorderen, de waarden op het gebied van gegevensbescherming bevorderen en gegevensstromen faciliteren door de inspanningen van India te ondersteunen om zijn wetgeving aan te passen met het oog op de aanneming van een adequaatheidsbesluit door de Europese Commissie.

·Gezamenlijke actieplannen ontwikkelen op samenwerkingsgebieden zoals toekomstige netwerken en nieuwe technologieën, de bevordering van onderzoek en ontwikkeling en innovatie, netwerkveiligheid, spectrumbeheer, betere capaciteitsontwikkeling en beleids- en regelgevingsvereisten, enz.

·De samenwerking versterken en de capaciteitsopbouw van India inzake regelgeving ondersteunen, alsook de aanpassing aan internationale normen en praktijken, met name met betrekking tot geneesmiddelen en medische hulpmiddelen.

·Gezamenlijke initiatieven voor onderzoek en innovatie bevorderen ter ondersteuning van duurzame modernisering. Opzetten van een Europees centrum voor innovatie ter bevordering van de belangen van de Europese wetenschap, technologie en innovatie in India.

1.2.    Nauwere samenwerking inzake mondiale problemen

India heeft tezamen met de EU blijk gegeven van een sterk politiek engagement bij de onderhandelingen over de overeenkomst van Parijs inzake klimaatverandering. Beide partijen verbinden zich volledig tot de tenuitvoerlegging ervan en hebben hun samenwerking in internationale fora opgedreven. Om de tenuitvoerlegging van de overeenkomst van Parijs te ondersteunen zal de EU streven naar nauwere samenwerking op het gebied van de matiging van en de aanpassing aan de klimaatverandering en zal zij wederzijds leren bevorderen om de ontwikkeling op de lange termijn van strategieën in het kader van de overeenkomst mogelijk te maken. Daarnaast is samenwerking essentieel om een ambitieus mondiaal kader voor biodiversiteit te ontwikkelen voor de periode na 2020.

Door de toename van de vraag naar energie zullen de banden van India met het internationale energiebestel worden verdiept, en zal het aandeel van India in de mondiale energiezekerheid toenemen. Er zal nauwere coördinatie noodzakelijk zijn op multilateraal niveau om de mondiale overgang naar schone energie te versnellen, duurzame, betaalbare, betrouwbare en moderne energiediensten op te bouwen, en antwoorden te bieden op geopolitieke problemen die door de aan de gang zijnde overgang worden veroorzaakt.

De EU en haar lidstaten zijn ‘s werelds belangrijkste donoren van ontwikkelingshulp 8 . India is een belangrijke actor voor ontwikkeling in zijn eigen regio en daarbuiten en de ontwikkelingshulp van India heeft sinds het begin van dit decennium een hoge vlucht genomen. De betrekkingen van de EU met India inzake ontwikkeling evolueren naar een partnerschap tussen ontwikkelingsactoren. Samen kunnen India en de EU wereldwijde problemen doeltreffend aanpakken, met inbegrip van de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling, bij het ontwerp waarvan India een belangrijke rol heeft gespeeld. De EU zal ernaar streven haar samenwerking met India te versterken, gebaseerd op wederzijdse prioriteiten, met inbegrip van het faciliteren van duurzame investeringen, samenwerking ter bevordering en uitvoering van de Agenda 2030, driehoekssamenwerking en zuid-zuid-samenwerking.

De EU en India zijn spilactoren bij het gebruik van de ruimte voor onderzoek en ontwikkeling, aardobservatie, toezicht op de kosmische ruimte, communicatie en navigatie per satelliet. Er moet nauwere samenwerking worden ontwikkeld inzake transparantie en vertrouwenwekkende maatregelen op het gebied van de kosmische ruimte, alsook inzake ruimteveiligheid en -beveiliging en het beperken van ruimteschroot.

India en de EU moeten tevens hun samenwerking inzake onderzoek en innovatie binnen internationale fora opvoeren, met name in Mission Innovation, de Wereldwijde Alliantie tegen chronische ziekten of het Forum Belmont, teneinde wereldwijde problemen gezamenlijk aan te pakken.

Voorgestelde acties:

·Opvoeren van de samenwerking met India op multilateraal niveau om de wereldwijde actie inzake klimaatverandering te versterken, met inbegrip van de toepassing van het Protocol van Montreal, alsook inzake het milieu en schone energie, ondersteund door een verbeterde samenwerking in internationale fora inzake onderzoek en innovatie.

·Steun voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst van Parijs, delen van kennis over het ontwerpen en ontwikkelen van scenario’s voor lage emissies, met het oog op ontwikkelingsstrategieën voor lage broeikasgasemissies tegen het midden van de eeuw, en over de aanpassing aan de klimaatverandering.

·Samenwerking bij het aanpakken van belangrijke milieuproblemen, voortzetting van de tenuitvoerlegging van bestaande biodiversiteitsdoelstellingen en ontwikkeling van een ambitieus nieuw wereldwijd kader voor biodiversiteit, goed te keuren in 2020, en tegelijk maximalisering van de banden met de beleidsmaatregelen inzake de klimaatverandering.

·Actief steun blijven verlenen aan de Internationale Alliantie voor zonne-energie, ook via de Europese Investeringsbank.

·Verder uitbouwen van het partnerschap tussen de EU en India inzake ontwikkelingssamenwerking, ter bevordering van duurzame investeringen, het nastreven van driehoekssamenwerking in derde landen, het onderzoeken van mogelijke synergieën in internationale fora en het stimuleren van duurzame connectiviteit.

·Vaststellen van gezamenlijke prioriteiten en samenwerken met India voor de tenuitvoerlegging van de Agenda 2030.

·Verdieping van de systematische samenwerking in de ruimte tussen de EU, met inbegrip van het Europees Ruimteagentschap, en India, onder meer door economische en wetenschappelijke samenwerkingsovereenkomsten. Versterking van de samenwerking inzake aardobservatie voor de aanpak van problemen als milieubescherming, klimaatverandering, oceaanbeheer, en ook voor het scheppen van bedrijfskansen om producten te ontwerpen volgens de lokale behoeften.

1.3.    Het ongebruikte potentieel van de betrekkingen inzake handel en investeringen aanboren

Terwijl de EU in 2017 de voornaamste handelspartner van India was met 14% van de totale handel in goederen, kwam India slechts op de 9e plaats als handelspartner van de EU, met 2,2% 9 . Gezien de omvang van beide economieën wordt het potentieel van de onderlinge handel tussen de EU en India zwaar onderbenut. De EU en India moeten een proactieve aanpak hanteren om hun handels- en investeringsbetrekkingen te stimuleren.

Handel en investeringen moeten een belangrijke rol spelen bij het genereren van de groei die nodig is voor het scheppen van banen, infrastructuur en huisvesting, teneinde te beantwoorden aan de aspiraties van de opkomende Indiase middenklasse en de behoeften van dat deel van de bevolking dat nog in armoede leeft. India’s verdere integratie in de mondiale economie en een binnenlandse markt die meer open staat voor de mondiale handel, kunnen steun bieden aan economische groei en deze versnellen.

De EU heeft een rechtstreeks belang bij het slagen van de economische hervormingen die nodig zijn om het volledige potentieel van de Indiase economie tot zijn recht te laten komen. In India is een debat aan de gang over de voordelen van de liberalisering van de handel en het land is nog sterk afhankelijk van de uitvoer en van inkomende investeringen, terwijl er weerstand blijft bestaan tegen de openstelling van het land voor invoer. De EU zal India verder blijven aanmoedigen om zijn economie open te stellen, zijn internationale concurrentievermogen te versterken, te profiteren van een betere integratie in de wereldwijde waardeketens, zijn aandeel in de mondiale handel te vergroten en het meer op één lijn te brengen met zijn groeiende aandeel in het mondiale bbp.

De voornaamste doelstelling van de EU is te werken aan een gezond, transparant, open, niet-discriminatoir en voorspelbaar regelgevings- en bedrijfsklimaat voor Europese bedrijven die handel drijven met of investeren in India, met inbegrip van de bescherming van hun investeringen en de bescherming en afdwinging van intellectuele-eigendomsrechten. De toegang tot de markt voor bedrijven uit de EU, meer bepaald voor kleine en middelgrote ondernemingen, verbeteren, vereist het wegwerken van de bestaande belemmeringen en het voorkomen van nieuwe tarifaire of niet-tarifaire belemmeringen. Technische belemmeringen voor de handel, sanitaire en fytosanitaire maatregelen, hoge douanerechten, verplichte controles en lokale certificeringsvoorschriften, gegevenslokalisatiebeperkingen, afwijkingen van internationale normen en overeenkomsten, alsook discriminatie die is gebaseerd op wettelijke of administratieve maatregelen van India, hebben gevolgen voor een groot aantal sectoren, met inbegrip van goederen, diensten, investeringen en openbare aanbestedingen.

In dit verband blijft de EU zich inzetten voor omvattende en evenwichtige overeenkomsten met India die voldoende ambitieus zijn om in te spelen op de belangen van beide partijen inzake handel en investeringen en bijdragen tot duurzame groei en ontwikkeling zowel in de EU als in India. Meer bepaald zal de EU verder samenwerken met India om te garanderen dat deze overeenkomst economisch zinvol is, reële nieuwe marktopeningen in alle sectoren voor beide partijen biedt, en een solide op regels gebaseerde component bevat. De overeenkomst moet ook een alomvattend hoofdstuk inzake handel en duurzame ontwikkeling omvatten, met name om de sociale en milieueffecten aan te pakken. Een belangrijke dimensie van het partnerschap tussen de EU en India is tevens een hoog niveau te garanderen van investeringsbescherming, teneinde een aantrekkelijke bestemming voor investeringen te blijven. Dit is met name waar omdat India alle bilaterale investeringsovereenkomsten eenzijdig heeft opgezegd, ook met lidstaten van de EU, en er multilaterale hervormingsprocessen aan de gang zijn van de mechanismen voor het oplossen van geschillen tussen investeerders en staten.

De EU en India moeten gebruik maken van alle beschikbare kanalen en fora om een eerlijke toegang tot de markt en voorspelbare investeringsvoorwaarden te garanderen, alsook de volledige eerbiediging door beide partijen te bevorderen van hun multilaterale verplichtingen uit hoofde van de Wereldhandelsorganisatie en andere relevante multilaterale organisaties en fora.

Voorgestelde acties:

·De samenwerking met India versterken op een strategisch niveau om de gezamenlijke belangen van de EU en India op economisch, handels- en investeringsvlak in kaart te brengen, en de EU-participatie in de economische groei en de duurzame ontwikkeling van India te steunen en te vergroten. Hiertoe een regelmatige dialoog instellen op hoog ministerieel niveau.

·Onderhandelen over evenwichtige, ambitieuze en wederzijds nuttige overeenkomsten inzake handel en investeringen met een modern kader voor investeringsbescherming.

·Verder samenwerken met India om de markttoegang te verbeteren, meer bepaald voor kleine en middelgrote ondernemingen, door bestaande belemmeringen weg te werken en te vermijden dat er nieuwe belemmeringen ontstaan, hetzij van tarifaire of niet-tarifaire aard, en door de investeringsvoorwaarden te verbeteren.

·Bevorderen van de Europese economische diplomatie door de beleidsdialogen en discussies tussen de EU en India te verbinden met samenwerking tussen bedrijven en op technologisch vlak.

·De samenwerking tussen bedrijven verbeteren door steun te bieden aan de organisatie van regelmatige topontmoetingen voor bedrijven en bedrijfsbezoeken aan India en door een actievere participatie van India aan te moedigen in het Enterprise Europe Network en het Europees platform voor clustersamenwerking.

1.4.    Investeren in talent en innovatie

Met hun levende democratie en open en diverse maatschappijen hebben de EU en India het voortouw genomen bij menselijke ontwikkeling en innovatie. Voor India zijn het voldoen aan de basisbehoeften van zijn bevolking, onder meer door sobere innovatie, en het uitmunten in hoogwaardige markten twee met elkaar verbonden doelstellingen. Beide terreinen bieden wederzijds voordelige kansen voor de samenwerking tussen de EU en India. Meer uitwisselingen tussen studenten, onderzoekers en beroepsbeoefenaars zouden beide partijen tot voordeel strekken.

De EU en India hebben een gemeenschappelijk belang bij wederzijdse mobiliteit van talenten. De mobiliteit van onderzoekers en innovatoren moet in beide richtingen worden aangemoedigd. De samenwerking tussen de EU en India moet ook innovatie bevorderen door netwerken te stimuleren tussen de EU en Indiase innovatoren, startende ondernemingen, starterscentra, centra voor groeiende bedrijven, door het opzetten van gezamenlijke platformen, zowel offline als virtueel, en door begeleiding, opleiding en uitwisseling van personeel. Hooggekwalificeerde Indiase werknemers kunnen worden geïntegreerd in door de EU geleide innovatiesystemen en een op technologie gebaseerd ondernemerschap helpen handhaven.

Als onderdeel van de EU-doelstelling om de beste talenten, expertise en hulpmiddelen in de wereld aan te boren, heeft de EU er belang bij de participatie te bevorderen van meer Indiase studenten, onderzoekers en academici in de EU-programma’s, meer bepaald via Erasmus+, alsook via de actie voor de uitwisseling van personeel voor onderzoek en innovatie en via wereldwijde onderzoeksbeurzen in het kader van de Marie Skłodowska-Curie-acties van Horizon 2020. Wederzijdse toegang, nl. EU-deelname aan Indiase beurzenprogramma’s, moet evenzeer worden aangemoedigd. Om de mobiliteit doeltreffend te bevorderen zal de EU de ontwikkeling van instrumenten voor kwaliteit en transparantie stimuleren, door vergelijkbare normen en een vergelijkbare kwaliteit van de kwalificaties voor hoger onderwijs te garanderen.

Hoewel India beschikt over talrijke onderwijscentra van wereldklasse, zal de benutting van het potentieel van het demografische dividend afhangen van de modernisering, innovatie en internationalisatie van het algemene Indiase hoge-onderwijsstelsel, alsook van grotere toegang tot inclusief en gelijkwaardig onderwijs, en beroepsopleiding. De digitalisering van het onderwijs kan leiden tot nieuwe manieren voor het gebruik van technologie voor lesgeven en leren, en daarnaast nieuwe kansen bieden voor samenwerking tussen de EU en India. De EU zou baat hebben bij samenwerking met India op voor de EU prioritaire gebieden, als wetenschap, technologie, engineering, wiskunde, digitale competentie en gegevensanalyse.

De EU en India zouden voordeel halen uit een sterkere interculturele dialoog en interpersoonlijke contacten, voortbouwend op culturele verscheidenheid en meertaligheid. Cultuur kan zorgen voor belangrijke sociale en economische baten. De mobiliteit van kunstenaars en cultuurbeoefenaars tussen de EU en India zal worden aangemoedigd, evenals de samenwerking inzake culturele en creatieve ondernemingen, de media, en de bescherming en bevordering van het culturele werelderfgoed.

Een beter beheerde migratie en mobiliteit tussen de EU en India is in beider belang, met gebruikmaking van een evenwichtige aanpak. De EU moet de samenwerking inzake de reguliere migratie bevorderen ter verwezenlijking van haar eigen doelstellingen inzake vaardigheden, met name wat betreft hooggekwalificeerde werknemers, zoals wetenschappers, IT-specialisten, ingenieurs en managers. De EU-lidstaten moeten beter gebruik maken van de EU-instrumenten voor reguliere migratie, zoals de richtlijnen inzake de Europese blauwe kaart, studenten en onderzoekers, binnen de onderneming overgeplaatste personen en seizoenarbeiders, teneinde het in India aanwezige talent en ondernemerschap aan te boren. Tegelijk is ook een betere en geharmoniseerde samenwerking met India nodig met betrekking tot de irreguliere migratie, met name om problemen bij het overnameproces aan te pakken. De EU en India moeten hun samenwerking opvoeren inzake terugkeer en overname, en met het oog op de terugdringing van documentfraude die illegale binnenkomst en illegaal verblijf in de EU vergemakkelijkt.

De EU en de lidstaten moeten nauwer samenwerken bij de bevordering van toerisme tussen de EU en India, hetgeen bijdraagt tot beter wederzijds begrip, economische groei, werkgelegenheid en sociale ontwikkeling.

Voorgestelde acties:

·Meer voorlichtingsactiviteiten door de EU en haar lidstaten om de deelname van India aan de EU-programma’s te vergroten via bazaars, workshops en seminars, op landen- en stedelijk niveau.

·Bevorderen van de wederzijdse erkenning van diploma's.

·Uitwisselen van instrumenten en goede werkwijzen met het oog op de ontwikkeling van overdraagbare vaardigheden en competenties in opleidingen, en nagaan of hoger opgeleide afgestudeerden beschikken over de vaardigheden die door werkgevers worden gezocht.

·Steun verlenen aan samenwerking en uitwisselingen tussen de culturele en creatieve sector in de EU en in India, onder meer door de bevordering van de samenwerking tussen steden en het programma Creatief Europa.

·Meer gezamenlijke activiteiten ondernemen voor het behoud van cultureel erfgoed en de bevordering ervan zowel in de EU als in India, bevordering van toerisme naar de EU en steun voor jongerenuitwisselingen.

·Het potentieel van de bestaande instrumenten voor samenwerking inzake migratie en mobiliteit ten volle benutten, met inbegrip van de gemeenschappelijke agenda voor migratie en mobiliteit.


2.VEILIGHEID EN STABILITEIT DOOR DE OP REGELS GEBASEERDE WERELDORDE

Zowel de EU als India streeft naar inclusief, doeltreffend en op regels gebaseerd mondiaal goed bestuur, gebaseerd op multilateralisme, met een centrale rol voor de VN. De EU ondersteunt de toenemende participatie van India in wereldwijd goed bestuur en heeft een groot belang bij het opbouwen van een solide partnerschap voor wereldwijde stabiliteit en welvaart. Er is nog veel ruimte om de coördinatie met India in de multilaterale en regionale fora te verbeteren. Een beter begrip van elkaars standpunten is essentieel om zinvolle gezamenlijke belangen vast te stellen die baat zouden hebben bij een gezamenlijke aanpak. De EU moet ernaar streven om verder met India samen te werken voor specifieke kwesties vanuit een resultaatgericht perspectief.

2.1.    Bevorderen van doeltreffend multilateralisme

India is een belangrijke partner voor de EU wat betreft het zoeken naar multilaterale oplossingen en de aanpak van wereldwijde problemen van internationale veiligheid, wereldwijde economische stabiliteit en duurzame groei. De EU moet de regelmatige dialoog en het regelmatige overleg met India verder ontwikkelen in de aanloop van belangrijke internationale vergaderingen, in een poging om een gezamenlijk standpunt te bepalen, vooral in de Verenigde Naties, de G20 en de WTO, en gezamenlijk het internationaal recht en internationale geschillenbeslechting te ondersteunen.

De EU en India zetten zich in voor doeltreffend multilateralisme met een sterke centrale rol voor de VN. De EU zal met India blijven samenwerken voor de hervorming van het VN-systeem, meer bepaald om de uitvoering van de drie beleidslijnen vrede en veiligheid, ontwikkeling en bestuurshervorming ten uitvoer te helpen leggen. De EU en India moeten samenwerken om de Algemene Vergadering nieuw leven in te blazen en de werkzaamheden van de comités beter af te stemmen op de Agenda 2030.

Het aandeel van India in de wereldeconomie zal naar verwachting de volgende twintig jaar blijven toenemen. Als partners in de G20 hebben de EU en India een gemeenschappelijk belang om wereldwijde problemen aan te pakken en de uitwisselingen inzake macro-economische ontwikkelingen, uitdagingen en passende beleidsstrategieën te verdiepen, zowel op mondiaal niveau als in hun respectieve regio’s. De EU en India moeten verder samenwerken binnen de G20 om prioriteiten vast te stellen en deze te bevorderen met het oog op sterke, duurzame, evenwichtige en inclusieve mondiale groei.

De EU en India hebben beide belang bij het in stand houden van een op regels gebaseerd multilateraal handelssysteem, met een centrale rol voor de WTO, ter bevordering van vrije, eerlijke en open handel met het oog op duurzame groei en ontwikkeling. Hoewel het multilaterale handelssysteem van essentieel belang is geweest om de wereldeconomie te integreren en protectionisme te helpen voorkomen, wordt het met een ernstige crisis geconfronteerd. De EU verwacht dat India een meer constructieve rol in de WTO speelt om te komen tot blijvende oplossingen, om de dieperliggende oorzaken van de bestaande spanningen op handelsgebied te helpen aanpakken en het evenwicht in het internationale handelsstelsel te helpen herstellen. De EU wenst met India samen te werken om te komen tot een gemeenschappelijke aanpak van de kwesties die in de WTO met betrekking tot de modernisering ervan moeten worden aangekaart en om vooruitgang te boeken met regelgeving over fundamentele mondiale handelskwesties.

Voorgestelde acties:

·Een kanaal opzetten voor dialoog over multilaterale kwesties, en buitenlandse zaken en veiligheidsaspecten verbinden met handel en economische doelstellingen.

·Streven naar een gezamenlijk standpunt met India voor de voorbereiding, onderhandeling, universalisering en tenuitvoerlegging van belangrijke multilaterale verdragen en conferenties op gebieden van wederzijds belang, en een gemeenschappelijk akkoord mogelijk maken met andere VN-leden.

·De noodzaak opnieuw bevestigen van een coöperatief, geloofwaardig en doeltreffend mondiaal economisch goed bestuur, en bevorderen van een sterke coördinerende rol zowel voor de EU als voor India door verder engagement in internationale context aan te moedigen.

·De coördinatie en de samenwerking versterken binnen de bestaande multilaterale kaders, meer specifiek de G20, en wederzijds versterkende beleidsmaatregelen en initiatieven bevorderen, zoals inzake beleid voor duurzame en inclusieve groei, de Agenda 2030, kwalitatief hoogstaande infrastructuur, de toekomst van de werkgelegenheid, de circulaire economie, en de ontwikkeling van jonge kinderen.

·De constructieve betrokkenheid van India nastreven bij de aanpak van mondiale handelsproblemen in de WTO, voortbouwend op de gemeenschappelijke doelstelling van handhaving en versterking van een op regels gebaseerd multilateraal handelsstelsel.

·De coördinatie in de VN-agentschappen en andere fora verbeteren.

2.2.    Voortbouwen op gemeenschappelijke waarden

Als ‘s werelds grootste democratieën hebben de EU en India samen de verantwoordelijkheid om vrede, democratie, de rechtsstaat en de eerbiediging van de mensenrechten te bevorderen, met inbegrip van het multilaterale niveau en de VN.

De EU en India werken sinds lang intensief samen wat betreft de mensenrechten en moeten verder regelmatig optimale praktijken uitwisselen inzake de bescherming van de mensenrechten in eigen land en in de wereld, met de nadruk op gendergelijkheid en vrouwenemancipatie, de politieke, economische en sociale integratie van jongeren en personen die tot een minderheid behoren, de rechten van het kind, de uitbanning van elke vorm van discriminatie, de strijd tegen de mensenhandel, en de vrijheid van godsdienst en geloofsovertuiging. De bescherming van de rechten van kwetsbare groepen moet met voorrang worden aangepakt om een doeltreffend antwoord te bieden op de gevolgen voor het klimaat, aangezien deze vaak disproportioneel zijn. De EU en India moeten de praktische samenwerking versterken en de mogelijkheden onderzoeken om nauwer samen te werken inzake democratie, goed bestuur en de rechtsstaat. De EU en India moeten hun gezamenlijke inspanningen binnen de VN verder opvoeren.

Een partnerschap tussen de EU en India inzake humanitaire hulp zou een sterk hulpmiddel zijn om een gezamenlijke visie en gezamenlijke actie te garanderen binnen de internationale gemeenschap, met inbegrip van de VN-organen, de Wereldbank en de WTO. De internationaal erkende humanitaire beginselen van neutraliteit, onpartijdigheid en onafhankelijkheid zijn essentieel voor het welslagen van onze gezamenlijke inspanningen.

Voorgestelde acties:

·Regelmatig blijven samenwerken op bilateraal en VN-niveau en gezamenlijke initiatieven nemen ter bevordering van de gezamenlijke mondiale agenda inzake mensenrechten en democratie, gendergelijkheid en vrouwenemancipatie en de integratie van jongeren.

·De praktische samenwerking met en de betrokkenheid van de belanghebbenden verbeteren, met inbegrip van de maatschappelijke organisaties, ter bevordering van gemeenschappelijke waarden en beginselen, speciaal op het gebied van de rechtsstaat, duurzame sociaal-economische ontwikkeling en de mensenrechten.

·Samenwerken met India in derde landen om de democratische processen te helpen consolideren en overgangsregimes te ondersteunen door capaciteitsopbouw voor electorale en parlementaire instellingen.

·Humanitaire acties en hulpverlening bij rampen coördineren en samenwerken met India om het multilaterale humanitaire stelsel en de coördinatiemechanismen daarvoor te versterken.

·Samenwerken met India om de voedselzekerheid wereldwijd te garanderen, en beperkingen en handelsverstoringen op de wereldwijde landbouwmarkten te voorkomen.

 2.3.    Versterkte samenwerking inzake buitenlands beleid, van gemeenschappelijke waarden tot gezamenlijke actie

India is op weg om een wereldmacht te worden met een steeds proactiever buitenlands beleid. India zal een blijvende invloed hebben op de ontwikkeling van Azië en de wereld. Betere betrekkingen tussen India en Pakistan zouden het potentieel van beide landen helpen benutten, alsook dat van de hele regio. De EU en India hebben een gedeelde verantwoordelijkheid om internationale vrede en veiligheid en een open en inclusieve internationale orde te garanderen. De EU heeft er belang bij dat India een grotere rol speelt in een multipolaire wereld, waarvoor een multipolair Azië vereist is.

De EU en India hebben groot belang bij stabiliteit en veiligheid in hun ruimere nabuurschap, die overloopt in Centraal-Azië, het Midden-Oosten/“West-Azië”, Afrika en de Indische Oceaan. Hun gedeelde waarden en beginselen wijzen op een algemene convergentie van belangen in deze regio’s, in termen van het verzekeren van ontwikkeling, welvaart en veiligheid. De EU moet haar samenwerking met India op deze punten opvoeren vanuit een praktisch perspectief, en streven naar gezamenlijke evaluaties, analysen en acties.

De EU moet voortbouwen op de standpunten die zij deelt met India over internationale kwesties, zoals steun aan Afghanistan om van dit land een zelfredzame en welvarende staat te maken; samenwerking met Centraal-Azië zodat deze regio zich kan ontwikkelen als een vreedzame, welvarende, weerbare en nauwer economisch en politiek verbonden ruimte; de tenuitvoerlegging van het gezamenlijk alomvattend actieplan inzake Iran; de “twee-staten-oplossing” in het vredesproces van het Midden-Oosten; alsook het belang van bij te dragen aan vrede en welvaart in Afrika en Afrikaanse oplossingen voor Afrikaanse crises te ondersteunen.

De stabiliteit en veiligheid in Azië is van toenemend belang voor de Europese belangen. De EU en India moeten hun samenwerking opvoeren om de weerbaarheid van staten te steunen en om de grondoorzaken van conflicten weg te werken door een gezamenlijke aanpak en door preventieve diplomatie. De samenwerking met derde landen moet met voorrang worden aangepakt.

De EU en India delen de opvatting dat de aanpak van de connectiviteit op een duurzame, omvattende en op regels gebaseerde manier moet gebeuren. Dit betekent dat connectiviteit op een ecologisch, economisch, sociaal en budgettair houdbare manier moet gebeuren en een gelijk speelveld voor de bedrijven moet bieden, met eerbiediging van de internationale normen en een beter bestuur. De EU moet verder haar samenwerking met India vergroten met het oog op de ontwikkeling van connectiviteit ten bate van Zuidoost-Azië en andere regio’s, met inbegrip van de betere integratie van Afghanistan in de mondiale economie.

De EU moet zoeken naar mogelijkheden, in samenwerking met India en andere partners in Azië, om steun te verlenen aan coöperatieve en inclusieve regionale stelsels en integratie, met een op regels gebaseerde aanpak. Dit moet de Zuid-Aziatische Associatie voor Regionale Samenwerking, het Initiatief in de Golf van Bengalen voor multisectorale technische en economische samenwerking, de ASEAN, en de Associatie voor regionale ontwikkeling van landen gelegen aan de Indische Oceaan omvatten. De samenwerking met India moet worden uitgebreid met het oog op de bevordering van gezamenlijke beginselen, onder meer in het kader van de Ontmoeting Azië-Europa, zoals inzake connectiviteit.

Voorgestelde acties:

·De jaarlijkse dialoog tussen de hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter van de EU en de Indiase minister voor Buitenlandse Zaken opwaarderen tot een regelmatige strategische dialoog.

·Regelmatige uitwisselingen en coördinatie nastreven inzake de meest relevante kwesties van buitenlands beleid, hetzij via vaste dialogen, in de marge van internationale ontmoetingen, hetzij via de diensten van de EU-delegatie in New Delhi en de Indiase ambassade in Brussel.

·Een regelmatige bilaterale, alsook trilaterale dialoog over/met Afrika opzetten, voor de bespreking van onder meer veiligheid, economische kwesties en connectiviteit.

·De dialoog intensiveren inzake Afghanistan en Centraal-Azië in de daartoe passende context.

·De krachten bundelen voor de opbouw van instellingen na een conflictsituatie en voor verzoeningsprocessen in derde landen.

·Een connectiviteitspartnerschap met India opbouwen op strategisch en operationeel niveau, regionaal, bilateraal en ter ondersteuning van de connectiviteitsactiviteiten van de Ontmoeting Azië-Europa.

·Ervaringen uitwisselen met India inzake betere regionale samenwerking en voortzetting van de gezamenlijke inspanningen om de bestaande regionale structuren te versterken, onder meer ook door samenwerking in het Regionaal Forum van de ASEAN.

2.4.    Samenwerking ontwikkelen op het gebied van veiligheid en defensie

De EU is een normatieve kracht en steeds meer ook een verstrekker van veiligheid, zoals is gebleken in de Westelijke Balkan en in diverse crisissituaties in Afrika, de westelijke Indische Oceaan, de Golf van Guinee en de Middellandse Zee. De EU is ook belangrijk als voorstander van de op regels gebaseerde orde en samenwerkingsinitiatieven inzake veiligheid. Het veiligheids- en defensiebeleid van de EU stelt mechanismen op voor een gezamenlijke ontwikkeling van defensiecapaciteit binnen de EU, de permanente gestructureerde samenwerking, waarvan mettertijd de operationele capaciteit verder zal worden uitgebreid en die mogelijkheden zal bieden voor een nauwere samenwerking met niet-EU-landen zoals India. Toekomstige samenwerking kan onder meer omvatten een uitwisseling van ervaringen op het gebied van opleiding, capaciteitsontwikkeling, deelname aan missies en operaties, en onderzoek naar nieuwe defensiesystemen. De EU heeft ook besloten de veiligheidssamenwerking in en met Azië op te voeren via een op maat gesneden aanpak 10 . Voor de ontwikkeling van concrete initiatieven en de bevordering van een beter begrip van het EU-beleid, is het essentieel om met India de betrekkingen tussen militairen verder te ontwikkelen, onder meer ook tussen de leiders van de Indiase strijdkrachten en de militaire structuren van de EU, alsook door gezamenlijke oefeningen.

De EU en India delen gemeenschappelijke veiligheidsbelangen op een toenemend aantal gebieden. Crisisbeheer, vredesbehoud en vredesopbouw bieden grote mogelijkheden voor bilaterale samenwerking en samenwerking binnen de VN.

Het terrorisme is een belangrijke bedreiging voor de EU en voor India. Het tegengaan van radicalisering, ook op internet, terrorismefinanciering en het voorkomen van gewelddadig extremisme zijn prioritaire punten voor beide partners. Het regelmatige bilaterale overleg inzake terrorismebestrijding moet worden omgevormd tot een platform voor de gezamenlijke aanpak van bedreigingen, problemen en beleidsantwoorden, en er moet worden gestreefd naar meer technische samenwerking. De EU en India moeten samenwerken bij het nastreven van gemeenschappelijke doelstellingen in internationale en regionale organisaties, zoals de VN, de G20, de Financiële-actiegroep (FATF) en het Mondiaal Forum Terrorismebestrijding, met name inzake terrorismefinanciering en het opstellen van lijsten van terroristen. De samenwerking inzake terrorismebestrijding en andere veiligheidskwesties zou haar voordeel doen bij betere betrekkingen tussen Europol en zijn Indiase tegenhangers.

India is een belangrijke dienstenverstrekker voor de EU en cyberveiligheid is een gezamenlijke prioriteit. De EU moet meer gaan samenwerken met India om de cyberruimte te stabiliseren en mondiale normen te ontwikkelen, op basis van een gemeenschappelijk engagement voor een vrije, veilige, stabiele, vreedzame en toegankelijke cyberruimte. De EU moet ernaar streven om tezamen met India regionale vertrouwenwekkende maatregelen te ontwikkelen, in het kader van het Regionaal Forum van de ASEAN.

Het verzekeren van zeeverbindingen is vitaal voor zowel de EU als India, aangezien de onderlinge handel grotendeels afhangt van maritiem vervoer. Beide partijen zijn sterke voorstanders van de eerbiediging van het internationaal recht, met name het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties (UNCLOS). Er zijn meer inspanningen nodig voor maritieme veiligheid, met name voor de bespreking van niet-traditionele veiligheidsproblemen, zoals piraterij en gewapende overvallen; grensoverschrijdende georganiseerde misdaad; illegale handel; samenwerking ter zee, zowel op operationeel niveau als op het gebied van rechtshandhaving en conflictpreventie; bevordering van vertrouwenwekkende maatregelen; het delen van ervaringen in verband met maritiem situationeel bewustzijn, maritiem toezicht en het delen van informatie, eventueel in samenwerking met andere partners en internationale organisaties, zoals de VN. De samenwerking op het gebied van de Indische Oceaan moet worden ontwikkeld, meer bepaald inzake veiligheid en goed bestuur, voortbouwend op activiteiten ter bestrijding van piraterij en de bevordering van de eerbiediging van het internationale zeerecht.

De EU moet haar positieve samenwerking met India voortzetten inzake non-proliferatie en ontwapening, exportcontroles, en nucleaire veiligheid en beveiliging. De EU zal India ook blijven aanmoedigen om constructief deel te nemen aan internationale regelingen en initiatieven voor exportcontroles, en toe te treden tot het Wapenhandelsverdrag, het Verdrag voor een alomvattend verbod op kernproeven, het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens, alsook het Verdrag inzake het verbod van het gebruik, de aanleg van voorraden, de productie en de overdracht van antipersoneelsmijnen en inzake de vernietiging van deze wapens.

Voorgestelde acties:

·Versterking van de technische samenwerking met India voor de bestrijding van terrorisme en het tegengaan van radicalisering en gewelddadig extremisme, en van terrorismefinanciering.

·Samenwerking met India ter ondersteuning van een multistakeholders-beheersmodel voor internet, waarin is voorzien in de vrijheid en veiligheid van internet.

·Uitwisseling van expertise op het gebied van cyberveiligheid en hybride dreigingen.

·Regelingen overeenkomen om de samenwerking tussen Europol en de Indiase rechtshandhavingsinstanties te stimuleren.

·Gezamenlijke acties overeenkomen met India zowel op beleids- als op operationeel niveau om de maritieme veiligheid te vergroten. Samenwerking met India en andere belangrijke regionale spelers zoals Zuid-Afrika om de capaciteit van maritieme naties in de Indische Oceaan en Oost-Afrika te helpen opbouwen.

·Ernaar streven gezamenlijke projecten met India te ontwikkelen voor de opleiding en hulpverlening aan derde partijen, met name Afrikaanse landen die aanzienlijke aantallen VN-vredeshandhavers ontplooien.

·Regelmatige uitwisselingen aanmoedigen over de operaties van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid van de EU, met het oog op de bevordering van deelname van Indiase veiligheidsdeskundigen, personeel van de politie, het gerecht, en militaire adviseurs. Beide partijen moeten elkaar uitnodigen om deel te nemen aan hun opleidingen op het gebied van vredeshandhaving.

·De betrekkingen tussen militairen ontwikkelen door uitwisselingen van personeel en opleidingen, met inbegrip van de Europese Defensie-academie.

·Overwegen een militaire adviseur van de EU te detacheren in de EU-delegatie te New Delhi en wederkerigheid aanmoedigen.

·Samenwerking met India inzake crisisbeheer en het delen van ervaringen in verband met consulaire crisisinterventies tijdens grote rampen in derde landen.


3.EEN EENSGEZINDER EN MEER GESTROOMLIJNDE AANPAK TEN AANZIEN VAN INDIA

India onderhoudt intensieve betrekkingen op bilateraal niveau met talrijke EU-lidstaten, wat ook de betrekkingen op EU-niveau versterkt en ondersteunt. De beleidsmaatregelen die in deze gezamenlijke mededeling worden voorgesteld, hebben tot doel deze betrekkingen binnen een duidelijke gemeenschappelijke strategie te versterken. De Raad wordt uitgenodigd deze aanpak te ondersteunen.

Een gezamenlijke aanpak op basis van de werkzaamheden van de EU-instellingen en de diplomatieke hulpmiddelen van de EU-lidstaten moet de EU beter in staat stellen topprioriteiten vast te stellen en de coördinatie, de samenhang en de doeltreffendheid te verbeteren bij de bevordering van de EU-belangen met betrekking tot India, alsook de complementariteit.

De EU en haar lidstaten moeten ernaar streven de gezamenlijke prioriteiten die in de strategie zijn uiteengezet, door concrete acties ten uitvoer te leggen. Hiermee moet de algemene doelstelling van een beter begrip voor de EU in India worden ondersteund. Bijvoorbeeld zouden meer gestroomlijnde en gecoördineerde initiatieven en de mobilisering van hulpmiddelen op EU-niveau de kritische massa kunnen genereren die nodig is om de moderniseringsagenda van India te ondersteunen. Het waterpartnerschap tussen de EU en India kan als model dienen voor een doeltreffende samenwerking tot wederzijds voordeel.

De EU moet zich proactief inzetten om het partnerschap tussen de EU en India te bevorderen en tot dit doel een strategisch gebruik van hulpmiddelen aanmoedigen. Er is behoefte aan een meer dynamische publieke diplomatie van de EU met initiatieven die zich richten op besluitvormers, lobbyisten, opiniemakers, maatschappelijke organisaties en academische kringen. Hiervoor is een gezamenlijke aanpak van de EU-lidstaten nodig om gemeenschappelijke boodschappen te formuleren, communicatiemogelijkheden vast te stellen en als een eenheid op te treden.

De structuur van het strategische partnerschap tussen de EU en India moet worden gestroomlijnd op basis van wederzijdse belangen en een flexibele en resultaatgerichte aanpak. De coördinatie van de dialogen op EU- en nationaal niveau moet worden verbeterd om het algemene kader van de dialoog met India doeltreffender te maken. Regelmatige topontmoetingen tussen de EU en India zijn belangrijk, om het niveau van politiek engagement te handhaven dat nodig is om de ambitieuze doelstellingen van deze gezamenlijke mededeling te realiseren. Dialogen en uitwisselingen op hoog niveau zijn essentieel om een strategische sturing en toezicht op de samenwerking tussen de topontmoetingen in te garanderen.

De parlementaire betrekkingen tussen de EU en India zijn de afgelopen jaren intensiever geworden en het Europees Parlement heeft uitdrukking gegeven aan zijn voornemen om nauwere politieke banden te bevorderen, onder meer door meer uitwisselingen tussen de delegatie van het Europees Parlement voor de betrekkingen met India en de vriendschapsgroep India-Europa, bestaande uit leden van de Lok Sabha (het Indiaas lagerhuis) en de Rajya Sabha (het Indiaas hogerhuis).

Voorgestelde acties:

·Het goede bestuur van de samenwerking tussen de EU en India stroomlijnen en een flexibele en resultaatgerichte aanpak hanteren.

·Het intensiveren van de coördinatie, de complementariteit en de synergieën met bilaterale initiatieven van EU-lidstaten.

·Vaststellen, samen met de EU-lidstaten, van bilaterale initiatieven die steun op EU-niveau zouden kunnen krijgen; aanmoedigen van het frequenter bundelen van hulpmiddelen om de collectieve impact te vergroten. Strategisch gebruik bevorderen van de beschikbare financieringsinstrumenten.

·Gezamenlijke antwoorden formuleren op EU- en bilateraal niveau om de verwachtingen van India ten aanzien van de EU in te lossen. De EU-lidstaten meer systematisch betrekken bij de dialogen EU-India.

·Een grotere EU-profilering in India ontwikkelen met meer gerichte initiatieven op het gebied van publiekswerking en digitale diplomatie, onder meer door systematisch tezamen met de EU-lidstaten op te treden op nationaal en regionaal niveau.

·De bestaande programma's voor Indiase diplomaten en beleidsdeskundigen verbreden en verbeteren om hun een beter inzicht in de EU te geven.

·Een gemeenschappelijk begrip bevorderen van de onderliggende tendensen inzake mondiale, regionale, bilaterale en sociaal-economische kwesties, door regelmatige uitwisselingen van discussiegroepen en de “track 1.5”- en “track 2.0”-dialogen, met inbegrip van het Instituut voor veiligheidsstudies van de EU.


De betrekkingen tussen de EU en India worden momenteel geregeld door de samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en India van 1994. Om de ambities van deze gezamenlijke mededeling te kunnen waarmaken en de huidige mondiale problemen te kunnen aanpakken, moeten de EU en India overwegen te onderhandelen over een bredere strategische partnerschapsovereenkomst.

De Raad en het Europees Parlement worden uitgenodigd om de acties die in deze gezamenlijke mededeling worden gepresenteerd, te ondersteunen.

(1)

Op basis van haar integrale strategie van 2016.

(2)

 https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/HTML/?uri=CELEX:52004DC0430&from=NL

(3)

Volgens de PwC-raming “World in 2050”.

(4)

Volgens het Internationaal Monetair Fonds.

(5)

In 2016, volgens de Wereldbank.

(6)

De participatie van vrouwen in de arbeidsmarkt bedraagt slechts 13,9% in de stedelijke gebieden en 29,9% in de rurale gebieden. Meer dan 30% van de jongeren in India tussen de leeftijd van 15 en 29 jaar bevindt zich niet op de arbeidsmarkt, in het onderwijs of in opleiding.

(7)

In het verslag van de Aziatische Ontwikkelingsbank “Asian Development Outlook 2018: How Technology Affects Jobs” werd geconcludeerd dat automatisering een gunstig effect heeft op de arbeidsmarkt, eerder dan deze te verstoren: https://www.adb.org/publications/asian-development-outlook-2018-how-technology-affects-jobs.

(8)

75,7 miljard euro in 2017.

(9)

Na de VS (17,8%) en China (14,9%).

(10)

Conclusies van de Raad over versterkte samenwerking op veiligheidsgebied van de EU in en met Azië, 28 mei 2018.