Artikelen bij COM(2018)794 - Tenuitvoerlegging van de Mededeling "Bestrijding van online-desinformatie: een Europese benadering"

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 5.12.2018

COM(2018) 794 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE

AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE EUROPESE RAAD, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO’S

over de tenuitvoerlegging van de Mededeling

"Bestrijding van online-desinformatie: een Europese benadering"


1.INLEIDING

Op 26 april 2018 heeft de Commissie haar mededeling “De bestrijding van online-desinformatie: Een Europese aanpak” 1 goedgekeurd. In de mededeling worden de problemen van online-desinformatie voor onze democratieën beschreven en worden vijf clusters van acties voor particuliere en publieke belanghebbenden uitgestippeld om deze problemen aan te pakken.

Dit verslag heeft betrekking op het “Actieplan tegen desinformatie” 2 . De Commissie beoordeelt in dit verslag de vooruitgang die is geboekt bij de uitvoering van de in de mededeling van april vastgestelde maatregelen.


2.STAND VAN ZAKEN VOOR DE MAATREGELEN

2.1Een transparanter en betrouwbaarder online-ecosysteem met grotere verantwoordingsplicht

2.1.1Snelle en doeltreffende reactie van onlineplatforms om gebruikers tegen desinformatie te beschermen

De eerste reeks acties is gericht op de totstandbrenging van een transparanter, betrouwbaarder en verantwoorder online-ecosysteem. De uiteengezette maatregelen omvatten de ontwikkeling van een zelfregulerende praktijkcode inzake desinformatie voor onlineplatforms en reclamebedrijven om de transparantie te vergroten en de gebruikers beter te beschermen; de oprichting van een onafhankelijk Europees netwerk van factcheckers om gemeenschappelijke werkmethoden vast te stellen, beste praktijken uit te wisselen en een zo breed mogelijke dekking in de hele EU te bereiken; de bevordering van vrijwillige online-identificatiesystemen ter verbetering van de traceerbaarheid en identificatie van leveranciers van informatie; en het gebruik van het EU-programma voor onderzoek en innovatie (Horizon 2020) om nieuwe technologieën te mobiliseren, zoals kunstmatige intelligentie, blockchains en cognitieve algoritmen.

In mei 2018 heeft de Commissie het Multistakeholder Forum on Disinformation (hierna “forum”) bijeengeroepen om een zelfregulerende praktijkcode over desinformatie op te stellen (hierna “code”) 3 . Het forum bestond uit een “werkgroep” met vertegenwoordigers van de belangrijkste onlineplatforms, de reclamesector en grote adverteerders, en uit een “klankbordgroep” bestaande uit vertegenwoordigers van de media, de academische wereld en het maatschappelijk middenveld. De werkgroep werd belast met het opstellen van de code en de klankbordgroep was belast met het verstrekken van expertise en het formuleren van een advies over de code. De code werd op 26 september gepubliceerd, samen met het advies van de klankbordgroep 4 .

De code omvat een preambule, een beginselverklaring en een reeks van 15 toezeggingen, voorafgegaan door een toelichting waarin de doelstellingen van de mededeling, de reikwijdte en het doel van de toezeggingen, en de context worden beschreven. De toezeggingen zijn ingedeeld in vijf categorieën:

1.Controle op de plaatsing van advertenties

2.Politieke reclame en thematisch georiënteerde reclame

3.Integriteit van diensten

4.Consumenten mondig maken

5.De onderzoeksgemeenschap mondig maken

De ondertekenaars van de code moeten aangeven tot welke toezeggingen zij zich willen verbinden, in het licht van de relevantie daarvan voor de door hen verstrekte producten of diensten. In de code zijn bijlagen opgenomen met de specifieke beleidslijnen en maatregelen die de ondertekenaars zullen nastreven ter uitvoering van de code.

De code stelt bijkomende verbintenissen vast waarbij de ondertekenaars worden verplicht verslag uit te brengen over de uitvoering, de werking en de doeltreffendheid van de code op basis van jaarlijkse zelfbeoordelingen, die zullen worden geëvalueerd door een door de ondertekenaars gekozen objectieve derde partij. De ondertekenaars verbinden zich er tevens toe met de Commissie samen te werken bij de evaluatie van de code, onder meer door op verzoek informatie te verstrekken en vragen te beantwoorden.

Op 16 oktober hebben de oorspronkelijke ondertekenaars van de code hun formele inschrijvingen op de code verstrekt, met daarin de verbintenissen die elke ondertekenaar in acht zal nemen en een tabel met relevante beste praktijken van de onderneming, alsmede mijlpalen voor de algemene uitvoering van de code in de EU 5 . De oorspronkelijke ondertekenaars zijn: Facebook, Google, Twitter en Mozilla, alsmede de brancheorganisatie van onlineplatforms (EDIMA) en brancheorganisaties van de reclamesector en adverteerders (EACA, IAB Europe, WFA en UBA) 6

Daarnaast hebben Facebook, Google, Twitter en Mozilla een aantal specifieke activiteiten beschreven die zij zullen uitvoeren met het oog op en vóór de Europese verkiezingen in het voorjaar van 2019, waarbij de nadruk ligt op de veiligheid en integriteit van de verkiezingen.

De Commissie is van mening dat de code een passend kader biedt voor het streven naar de in de mededeling uiteengezette doelstellingen van de code. Zij is ook van mening dat de code in overeenstemming is met de beginselen van de Commissie inzake betere zelf- en coregulering. De eerste ondertekenaars vertegenwoordigen een groot deel van de online-nieuwssector.

De Commissie benadrukt dat de opstelling van de code als een eerste stap moet worden beschouwd. De ondertekenaars moeten nu werken aan een degelijke uitvoering, uitbreiding en handhaving van het beleid en de maatregelen die zij hebben vastgesteld. De Commissie is van mening dat deze volledig, doeltreffend en tijdig moeten worden uitgevoerd.

De Commissie zal de ondertekenaars voor eind 2018 om actuele informatie vragen over de maatregelen die zij hebben genomen met het oog op de uitvoering van de code. De Commissie is voornemens deze informatie in januari 2019 te publiceren.

Bovendien zal de Commissie tussen januari en mei 2019 een gerichte monitoring van de code uitvoeren om na te gaan of vóór de Europese verkiezingen doeltreffend beleid wordt gevoerd dat in het bijzonder relevant is voor de integriteit van de verkiezingsprocessen, meer in het bijzonder de naleving van de belangrijkste parameters van de code (controle op de plaatsing van advertenties, transparantie van politieke reclame, sluiting van nepaccounts en systemen om bots te labelen). De platforms moeten volledige informatie verstrekken, onder meer door te antwoorden op specifieke verzoeken van de Commissie, over hoe zij de verbintenissen maandelijks uitvoeren. Deze informatie zal ook worden gepubliceerd.

Tegen het einde van 2019 zal de Commissie een uitgebreide evaluatie verrichten na de eerste periode van 12 maanden van de code. Mochten de resultaten onbevredigend zijn, dan kan de Commissie verdere maatregelen voorstellen, waaronder regelgeving.

De Commissie zal de ERGA, het onafhankelijke netwerk van regelgevende instanties voor de audiovisuele sector in het kader van de richtlijn audiovisuele mediadiensten, om hulp vragen bij het toezicht op de uitvoering van de praktijkcode in de verschillende lidstaten. De ERGA heeft een unieke positie om deze taak uit te voeren, gelet op de deskundigheid en competenties van zijn leden. De Commissie kan ook de hulp inroepen van het Europees audiovisueel waarnemingscentrum.

Bij het toezicht op de uitvoering van de code overweegt de Commissie de volgende informatie van de ondertekenaars te verzamelen:

A. Controle op de plaatsing van advertenties
1. Uitrolmaatregelen en procedures voor het verstoren van reclame en financiële prikkels voor relevant gedrag
·Aantal accounts dat is verwijderd wegens schending van het platformreclamebeleid (bijv. beleid tegen misleidende informatie)

·Nieuw beleid om sites of accounts die desinformatie of valse informatie verspreiden (bijv. Clickbait) lager te rangschikken

·Percentage contracten tussen adverteerders en exploitanten van advertentienetwerken met bepalingen om brands te weerhouden van het plaatsen van advertenties op desinformatiewebsites

·Aantal websites dat is geblokkeerd voor het dupliceren of schrapen van inhoud op andere websites
B. Politieke reclame en thematische reclame
2. Alle advertenties moeten duidelijk te onderscheiden zijn van de redactionele inhoud.
·Advertenties die naar behoren zijn gelabeld als een percentage van de totale politieke advertenties

·Maatregelen om ervoor te zorgen dat alle politieke advertenties op de juiste wijze worden gelabeld

·Het aantal politieke of thematisch georiënteerde advertenties die zijn verwijderd wegens het niet naleven van de platformrichtsnoeren inzake de transparantie van politieke reclame
3. Openbaarmaking van politieke reclame mogelijk maken
·Aantal meldingen toegevoegd aan registers voor openbaarmaking

·Informatie over bedragen die zijn ontvangen van politieke partijen, kandidaten, campagnes en stichtingen voor politieke of thematische reclame

·Beleid om de identiteit van politieke adverteerders te verifiëren
4. Ontwerpen van methodes om “thematisch georiënteerde reclame” openbaar te maken
·Informatie over de voortgang in verband met deze toezegging
C. Integriteit van diensten
5. Zorgen voor duidelijke beleidsmaatregelen met betrekking tot identiteit en het misbruik van bots voor hun diensten
·Ontdekte aantal actieve nepaccounts

·Ontdekte aantal actieve nepaccounts dat geblokkeerd is wegens schending van het platformbeleid

·Informatie over maatregelen om te garanderen dat alle bots als zodanig gelabeld worden

·Aantal posts, afbeeldingen, video’s of commentaren die werden verwijderd wegens schending van het platformbeleid inzake het misbruik van bots
6. Beleid met betrekking tot wat niet is toegestaan bij het gebruik van geautomatiseerde systemen
·Informatie over beleid inzake misbruik van bots, met inbegrip van informatie over dergelijke botinteracties

·Aantal bots dat geblokkeerd is wegens schendingen van het platformbeleid
D. Consumenten mondig maken
7. Investeren in producten, technologieën en programma’s [...] om mensen te helpen geïnformeerde beslissingen te nemen wanneer zij te maken krijgen met onlinenieuws dat mogelijk vals is
·Informatie over in dergelijke instrumenten gedane investeringen of andere vooruitgang in de richting van deze toezegging

·Informatie over het daadwerkelijke gebruik van dergelijke instrumenten door consumenten

·Informatie over samenwerking met mediaorganisaties en factcheckers om deze toezegging na te komen, met inbegrip van de ontwikkeling van indicatoren voor betrouwbaarheid

·Informatie over maatregelen om door factcheckers gecontroleerde content zichtbaarder te maken en beter te verspreiden
8. Investeren in technologische middelen om waar nodig prioriteit te geven aan relevante, authentieke en gezaghebbende informatie bij zoekopdrachten, feeds of andere distributiekanalen die automatisch worden gerangschikt.
·Informatie over beleid ter uitvoering van deze verbintenis

·Informatie over samenwerking met mediaorganisaties en factcheckers om deze toezegging na te komen, met inbegrip van de ontwikkeling van indicatoren voor betrouwbaarheid
9. Investeren in features en instrumenten die het voor mensen gemakkelijker maken verschillende invalshoeken te vinden voor onderwerpen van algemeen belang
·Informatie over investeringen in dergelijke instrumenten of andere stappen die zijn gezet om deze toezegging na te komen

·Informatie over de beschikbaarheid van dergelijke instrumenten en het gebruik ervan door consumenten
10. Samenwerken met het maatschappelijk middenveld, regeringen, onderwijsinstellingen en andere belanghebbenden ter verbetering van het kritisch denken en de mediageletterdheid
·Informatie over door de ondertekenaars uitgevoerde of geplande initiatieven, onder meer de mate van dekking van de lidstaten
11. Stimulering van de marktintroductie van instrumenten om de consumenten te helpen begrijpen waarom ze bepaalde reclame te zien krijgen
·Informatie over de daadwerkelijke toepassing van dergelijke instrumenten en het gebruik ervan door consumenten
E. De onderzoeksgemeenschap mondig maken
12. Ondersteuning van betrouwbare onafhankelijke inspanningen om desinformatie te traceren en de impact ervan te begrijpen
·Informatie over samenwerking met factcheckers en onderzoekers, waaronder door uitwisseling van bestanden
13. Betrouwbaar onafhankelijk onderzoek naar desinformatie en politieke reclame op platforms niet verbieden of ontmoedigen
·Informatie over beleid ter uitvoering van deze verbintenis

14. Onderzoek naar desinformatie en politieke reclame aanmoedigen
·Informatie over beleid ter uitvoering van deze verbintenis
15. Een jaarlijks evenement organiseren om discussies binnen de academische wereld, de factcheckersgemeenschap en de waardeketen te bevorderen
·Verslag over het jaarlijkse evenement


Deze informatie moet voor elke lidstaat apart worden verstrekt, zodat lacunes en variaties in de uitvoering en het effect van de code in de hele Unie kunnen worden beoordeeld.


De Commissie erkent, zoals de code vermeldt, het volgende: “omdat de verschillende ondertekenaars verschillend werken, met verschillende doeleinden, technologieën en doelgroepen, laat de code ruimte voor een verschillende aanpak om de strekking van de hierin vervatte bepalingen te verwezenlijken.” De informatie die de ondertekenaars verstrekken, moet derhalve de bijzonderheden van hun respectieve diensten weerspiegelen.


Het is ook belangrijk om een evenwicht te vinden tussen het recht op vrijheid van meningsuiting en de noodzaak om de burgers naar behoren te informeren. In dit verband mag niet uit het oog worden verloren dat desinformatie vaak niet als illegale inhoud kan worden aangemerkt; als dat wel het geval is (bijv. bij laster of haatdragende taal), is zij ook onderworpen aan specifieke rechtsmiddelen op grond van het recht van de Unie of de lidstaten (bijv. verwijdering van inhoud), waarvan de doeltreffendheid kwantificeerbaar kan zijn. De code heeft betrekking op een reeks doelstellingen in verband met desinformatie, waarvan sommige kunnen worden gekwantificeerd, zoals transparantie van politieke advertenties of maatregelen om het aantal nepaccounts te verminderen, terwijl er voor andere, zoals mondigheid van de consument, niet altijd kwantificeerbare indicatoren kunnen worden gevonden. Om deze redenen zal de algehele beoordeling van de code noodzakelijkerwijs zowel kwalitatieve als kwantitatieve gegevens bevatten voor analyse, al naar gelang het geval.


2.1.2Factchecking, collectieve kennis over desinformatie en monitoringcapaciteit versterken


De Commissie heeft toegezegd de oprichting te steunen van een onafhankelijk Europees netwerk van factcheckers. Bovendien heeft de Commissie toegezegd een veilig Europees onlineplatform op te zetten over desinformatie, met analytische instrumenten en grensoverschrijdende data, waaronder open data voor de hele EU en gegevens over het gebruik van onlineplatforms, om de opsporing en analyse van informatiebronnen en verspreidingspatronen te ondersteunen.


De Commissie heeft in 2018 een reeks technische workshops met vertegenwoordigers van de gemeenschap van factcheckers georganiseerd. Zij heeft ook relevante projecten geselecteerd in het kader van het onderzoeks- en innovatieprogramma Horizon 2020. Voorts heeft de Commissie in samenwerking met het Europees Parlement een factcheckconferentie gehouden met het oog op de Europese verkiezingen. 7

Deze acties hebben bijgedragen tot:

·het in kaart brengen en samenbrengen van onafhankelijke organisaties voor factchecking in de lidstaten;

·het nagaan welke instrumenten en diensten essentieel zijn en de factcheckactiviteiten en de impact daarvan kunnen verbeteren (bijv. toegang tot gegevens van Eurostat, vertaalhulpmiddelen, of een geautomatiseerde informatiestroom die door de relevante factcheckorganisaties wordt geproduceerd);

·het vaststellen van professionele en ethische normen voor onafhankelijke factchecks; en

·het verschaffen van instrumenten en ondersteuning op het gebied van infrastructuur om factcheckingorganisaties te ondersteunen.


Zo is in het kader van Horizon 2020 een ondersteunende actie, SOMA (Social Observatory for Disinformation and Social Media Analysis) 8 , geselecteerd om een multidisciplinaire gemeenschap tot stand te brengen, met inbegrip van factcheckers en academische onderzoekers, om de opsporing en de analytische capaciteiten te verbeteren en verschillende soorten bedreigingen door desinformatie beter te begrijpen. Met het oog daarop zal SOMA, die op 1 november 2018 van start is gegaan, een IT-proefproject opzetten.


Met het oog op de totstandbrenging van het al genoemde Europees platform inzake desinformatie heeft de Commissie in het kader van het werkprogramma 2019 van de Connecting Europe Facility de oprichting voorgesteld van een nieuwe digitale diensteninfrastructuur. Deze infrastructuur voor digitale diensten moet de samenwerking tussen factcheckers en academische onderzoekers uitbreiden om de dekking van het volledige grondgebied van de Unie te waarborgen en de opbouw en interconnectie van relevante nationale organisaties te vergemakkelijken.


Door de maatregelen die de Commissie heeft genomen, is de belangstelling voor factcheckactiviteiten in Europa toegenomen. Onlineplatforms, mediakanalen en factcheckers plannen projecten met het oog op de Europese verkiezingen.


Het Internationaal Netwerk voor factchecking (IFCN) creëert bijvoorbeeld een alliantie van Europese factcheckers die moeten bijdragen aan een project dat gericht is op de verkiezingen voor het Europees Parlement. Een soortgelijk project wordt gepland door de European Broadcasting Union (EBU), dat de publieke omroepen vertegenwoordigt. Onlineplatforms zoals Google en Facebook hebben belangstelling getoond om met dergelijke projecten samen te werken. De ondersteuningsactie SOMA dient de samenwerking tussen deze initiatieven te bevorderen en de doeltreffendheid en het effect ervan te vergroten.


Het project dient te functioneren volgens vaste en erkende professionele normen (zoals de beginselen van de IFCN, ethisch onderzoek en journalistieke normen). Bovendien moeten de deelnemers volledig onafhankelijk opereren, vrij van overheidsbemoeienis en gebaseerd op de governanceregels die door de deelnemende organisaties zijn vastgesteld.


De huidige inspanningen op het gebied van factchecking bieden echter onvoldoende geografische dekking of capaciteit om op de hoogte te blijven van de toenemende volumes van onlinenieuws. Het IFCN-netwerk bijvoorbeeld bestrijkt momenteel slechts 12 lidstaten. Het netwerk voor factchecking van de EBU, dat weliswaar heel Europa dekt, werkt alleen voor EBU-leden. Bovendien zijn de controleactiviteiten zeer vaak beperkt tot de verificatie van online-inhoud, zonder analyse van desinformatiebronnen en -patronen.


Hoewel de infrastructuur voor digitale diensten die in het kader van het programma Connecting Europe Facility wordt gefinancierd, infrastructuur moet verschaffen om de netwerkvorming en de grensoverschrijdende uitwisseling van informatie tussen factcheckers en academische onderzoekers te vergemakkelijken, vereist een efficiënte en doeltreffende reactie op bedreigingen van desinformatie dat de detectie- en analytische capaciteiten worden versterkt op basis van specifieke kennis van lokale informatieomgevingen. Daarom is er behoefte aan de ontwikkeling van multidisciplinaire gemeenschappen van factcheckers en academische onderzoekers op nationaal niveau, die de actieve medewerking van de lidstaten vereisen.


2.1.3.Een grotere verantwoordingsplicht voor onlineplatforms


Om het vertrouwen en de verantwoordingsplicht online te stimuleren, heeft de Commissie zich ertoe verbonden het gebruik van vrijwillige online-systemen te bevorderen waarmee informatieverstrekkers kunnen worden geïdentificeerd op basis van betrouwbare elektronische identificatie- en authenticatiemiddelen.


Daartoe heeft de Commissie het samenwerkingsnetwerk dat is opgezet in het kader van de verordening elektronische identificatie en authenticatie (eIDAS) ingezet en zijn er besprekingen op gang gebracht over de wijze waarop op de 10e vergadering van het samenwerkingsnetwerk op 11 juli 2018 vooruitgang op dit gebied kan worden geboekt.


De Commissie is ook betrokken geweest bij het Horizon 2020-project Co-inform, dat tot doel heeft een gebruikersvriendelijk technologisch instrument te creëren, op basis van cocreatie, om ervoor te zorgen dat beleidsmakers, factcheckers en burgers betrokken worden bij de verbetering van de efficiëntie van de technologie om desinformatie op te sporen. Het project omvat academische onderzoekers, technologieondernemingen en factcheckers uit verschillende lidstaten. Er moet onderzoek worden gedaan naar het gebruik van betrouwbare identificatie- en authenticatiemiddelen die zijn afgestemd op de eIDAS-verordening, voor de identificatie van informatieverstrekkers, met als doel deze benadering in hun instrumenten te testen.


Het project moet het samenwerkingsnetwerk ondersteunen bij zijn inspanningen om de vrijwillige vaststelling van de eIDAS-instrumenten en -diensten voor de veilige identificatie en authenticatie van informatieverstrekkers (websites, natuurlijke en rechtspersonen) te bevorderen.


In 2018 heeft de dialoog tussen de Commissie en de lidstaten meer bekendheid gegeven aan de manier waarop de eIDAS-instrumenten en -diensten kunnen worden gebruikt om desinformatie aan te pakken door de verantwoordingsplicht te vergroten en meer verantwoord gedrag online aan te moedigen. De Commissie zal blijven deelnemen aan het samenwerkingsnetwerk en blijven samenwerken met de aanbieders van platforms om de ontwikkeling en het vrijwillig gebruik van systemen voor de veilige identificatie van informatieverstrekkers volgens de hoogste veiligheids- en privacynormen, met inbegrip van het mogelijke gebruik van gecontroleerde pseudoniemen, te bevorderen.


2.1.4.Nieuwe technologieën benutten


De Commissie heeft zich ertoe verbonden optimaal gebruik te maken van het Horizon 2020-kaderprogramma om nieuwe technologieën te mobiliseren en de mogelijkheid te onderzoeken van aanvullende steun voor instrumenten die desinformatie bestrijden. Zij wil de tijd die het kost om belangrijke innovaties naar de markt te brengen verkorten en partnerschappen tussen onderzoekers en bedrijven aanmoedigen.


In 2013 is de Commissie begonnen met de financiering van de eerste onderzoeks- en innovatieacties die zijn gericht op de ontwikkeling van nieuwe technologieën om de waarheidsgetrouwheid van online-inhoud te helpen beoordelen. Projecten zoals SocialSensor en Reveal zijn pioniers op dit gebied en hebben instrumenten opgeleverd die nu door grote nieuwsorganisaties en ngo’s worden gebruikt.


Momenteel richten verschillende projecten van de Europese Onderzoeksraad (ERC) en Horizon 2020 zich op het verhogen van het inzicht in onlinedesinformatie en het ontwikkelen van nieuwe instrumenten voor de verificatie van inhoud. De ERC-projecten Comprop en Botfind bestuderen hoe geautomatiseerde systemen voor het verspreiden of doelgericht versturen van propaganda gevolgen hebben voor het publieke debat in Europa. Het ERC-project Debunker bestudeert vanuit een theoretisch oogpunt het probleem van misvattingen rond maatschappelijke kwesties onder de Europese bevolking en mogelijke strategieën om het effect ervan te beperken.

Het project Invid van Horizon 2020 richt zich op de ontwikkeling van instrumenten voor de controle van audiovisuele inhoud. Deze instrumenten zijn van essentieel belang, gezien het feit dat technologieën om video te manipuleren en “deep fakes” te creëren, steeds toegankelijker en bruikbaarder zijn. Een ander project in het kader van Horizon 2020, Fandango, zoekt naar oplossingen die de traditionele media helpen om nepnieuws online beter op te sporen.

Aangezien de informatietechnologie en het verschijnsel van online-desinformatie snel evolueren, heeft de Commissie besloten haar inspanningen op te voeren. Zij heeft vier nieuwe acties op het gebied van onderzoek en innovatie geselecteerd, waaraan de Unie ongeveer 10 miljoen euro bijdraagt. De geselecteerde acties zijn: Eunomia (open source-oplossing voor het identificeren van informatiebronnen), Socialtruth (gedistribueerd ecosysteem dat gemakkelijke toegang biedt tot verschillende verificatiediensten), Provenance (oplossing voor de automatische verificatie van digitale inhoud) en WeVerify (inhoud gecontroleerd door middel van participatieve verificatie). Deze nieuwe projecten zijn gericht op de ontwikkeling van diensten voor gemeenschappen die actief zijn in de bestrijding van online-desinformatie.


Voorts heeft de Commissie in het voorstel voor het programma Horizon Europa 9 activiteiten voorgesteld om:

·de democratische en economische stabiliteit te waarborgen door de ontwikkeling van nieuwe instrumenten ter bestrijding van online-desinformatie;

·de rol van journalistieke normen en door gebruikers gegenereerde inhoud beter te begrijpen in een hypergeconnecteerde maatschappij; en

·internettoepassingen en -diensten van de volgende generatie te ondersteunen, met inbegrip van “immersieve” en betrouwbare media, sociale media en sociale netwerken.


2.2Veilige en robuuste verkiezingsprocessen


De tweede reeks acties betreft tactieken op het gebied van manipulatie en desinformatie tijdens verkiezingsprocessen. Om veilige en robuuste verkiezingsprocessen mogelijk te maken, wordt in de mededeling voorgesteld een permanente dialoog op gang te brengen ter ondersteuning van de lidstaten bij het beheersen van de risico’s van cyberaanvallen en desinformatie voor democratische verkiezingen, met name met het oog op de Europese verkiezingen van 2019.


Met het oog hierop is de Commissie in 2018 begonnen met een constructieve dialoog met de lidstaten. Dit omvatte een eerste uitwisseling op de conferentie over de beste verkiezingspraktijken op 25 en 26 april 2018, waaraan ook vertegenwoordigers van de samenwerkingsgroep voor netwerk- en informatiebeveiliging (NIS) en kiescommissies deelnamen.


Op basis van de bijdragen van de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de NIS-richtlijn 10 en met steun van de Commissie en het Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging (ENISA) heeft de NIS-samenwerkingsgroep in juli 2018 een compendium inzake cyberveiligheid van verkiezingstechnologie 11 uitgebracht. Het compendium is een praktisch document dat specifieke dreigingen bekijkt en kiescommissies nuttige voorbeelden geeft van de manier waarop de risico’s voor de cyberveiligheid van verkiezingen kunnen worden beheerst.


De conferentie op hoog niveau “Verstoring van verkiezingen in het digitale tijdperk: weerbaarheid op het gebied van cyberbedreigingen” 12 werd op 15 en 16 oktober 2018 in Brussel georganiseerd. Op de conferentie konden de deelnemers een beter inzicht verwerven in kwesties die verband houden met de cyberbeveiliging van verkiezingen en konden de voor de NIS bevoegde autoriteiten en kiescommissies besprekingen voeren over mogelijke volgende stappen voor de uitvoering van de relevante veiligheidsmaatregelen met betrekking tot de volgende Europese verkiezingen.

De Commissie heeft een reeks belanghebbenden uitgenodigd om te praten over de democratie in Europa, met inbegrip van een robuust verkiezingsproces en open democratisch debat, op zijn jaarlijkse colloquium over de grondrechten, dat van 26 tot en met 27 november in Brussel werd gehouden. Honderden belanghebbenden waren aanwezig, onder wie nationale en Europese beleidsmakers, internationale organisaties, organisaties van het maatschappelijk middenveld, vertegenwoordigers van de media, de sociale media, het bedrijfsleven en het onderwijs,. Ze hebben nieuwe wegen besproken om vrije, open en gezonde democratische participatie te bevorderen.


De Commissie neemt de conclusies van het colloquium 13 mee, onder meer via de werkzaamheden van de nationale en Europese netwerken voor verkiezingssamenwerking, die momenteel worden opgericht in het kader van het verkiezingspakket van de Commissie van september 2018 14 . De nationale verkiezingsnetwerken brengen de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de verkiezingen samen met andere autoriteiten, zoals de toezichthouders voor de media, en autoriteiten voor gegevensbescherming en cyberveiligheid. Het Europees samenwerkingsnetwerk zal de uitwisseling van informatie en beste praktijken tussen lidstaten en organen van de Unie ondersteunen en zal in januari 2019 voor het eerst bijeenkomen.


De activiteiten van de Commissie in 2018 hebben de dialoog tussen de Commissie en de lidstaten geconsolideerd, de bewustwording vergroot en de capaciteiten versterkt om de risico’s van cyberaanvallen en desinformatie voor democratische verkiezingen te beheersen.


2.3Bevordering van onderwijs en mediageletterdheid


De derde reeks acties is gericht op het bevorderen van onderwijs en mediageletterdheid. De levenslange ontwikkeling van het kritisch vermogen en digitale vaardigheden is van cruciaal belang om onze samenlevingen weerbaarder te maken tegen desinformatie. In de mededeling werden daartoe nieuwe acties voorgesteld, waaronder: ondersteuning van de verstrekking van leermateriaal door onafhankelijke factcheckers en maatschappelijke organisaties aan scholen en opvoeders; het organiseren van een Europese week van de mediageletterdheid; onderzoek naar de mogelijkheid om mediageletterdheid aan de criteria van de OESO toe te voegen in haar vergelijkende verslagen over de internationale beoordeling van studenten; en het verder aanmoedigen van lopende initiatieven voor digitale vaardigheden, onderwijs en stages.


Na de goedkeuring van de mededeling hebben de ondertekenaars van de code inzake desinformatie zich ertoe verbonden samen te werken met het maatschappelijk middenveld, regeringen, onderwijsinstellingen en andere belanghebbenden om inspanningen te ondersteunen die gericht zijn op het verbeteren van kritisch denken en digitale mediageletterdheid, met inbegrip van opleidingsacties en de verstrekking van instrumenten om gebruikers te helpen desinformatie te ontmaskeren.


In juni 2018 heeft de Commissie binnen de deskundigengroep inzake mediageletterdheid met nationale autoriteiten en belanghebbenden gesproken over mogelijke opties voor de organisatie van een Europese week van de mediageletterdheid (EUMLW) in 2019 om de alertheid voor desinformatie te vergroten. De EUMLW moet evenementen en initiatieven op het niveau van de Unie combineren met evenementen op nationaal niveau (workshops, opendeursessies in nieuwsredacties en praktische cursussen over het gebruik van sociale media) om te kunnen profiteren van een multiplicatoreffect. Hierbij moeten ook bij voorkeur de gemeenschappen “Veiliger internet” en “Coalitie voor digitale vaardigheden en banen” worden betrokken, om te zorgen voor synergieën met deze initiatieven. De week moet vooral de nadruk leggen op de uitdaging om desinformatie tegen te gaan met het oog op de komende Europese verkiezingen van 2019.


De Commissie heeft Safer Internet-centra in de lidstaten medegefinancierd ter promotie van de #SaferInternet4EU-campagne , die tot doel heeft de kennis van de media te vergroten, ouders en professionals over de mogelijkheden en risico’s online te informeren en een positief gebruik van de media bij kinderen en jongeren te bevorderen. Deze campagne helpt onlinegebruikers om mogelijke vooroordelen, verdraaiingen en desinformatie te herkennen 15 .


Bovendien wordt in de op 6 november 2018 te publiceren herziene richtlijn audiovisuele mediadiensten, die reeds door de Raad is goedgekeurd, het belang van mediageletterdheid erkend en worden de lidstaten wettelijk verplicht om “maatregelen voor de ontwikkeling van vaardigheden op het vlak van mediageletterdheid” te bevorderen (artikel 33 bis). Gezien de centrale rol die videoplatforms spelen bij het verlenen van toegang tot audiovisuele inhoud en hun daaruit voortvloeiende maatschappelijke verantwoordelijkheid, verplicht de herziene richtlijn hen bovendien om te “voorzien in doeltreffende maatregelen en instrumenten op het gebied van mediageletterdheid en [...] de bekendheid van gebruikers met deze maatregelen en instrumenten” te vergroten (artikel 28 ter, lid 3, onder j)). Met deze bepalingen worden regels ingevoerd voor lidstaten en videoplatforms op het gebied van mediageletterdheid, en wordt een systeem van coregulering opgezet dat de samenwerking tussen het bedrijfsleven, het maatschappelijk middenveld, de lidstaten en de regelgevende instanties versterkt.


Krachtens die richtlijn moeten de lidstaten aan de Commissie verslag uitbrengen over de uitvoering van hun plannen voor mediageletterdheid. De Commissie zal in overleg met het Contactcomité richtsnoeren opstellen voor de reikwijdte van deze rapportageverplichting.


De nationale toezichthouders voor de audiovisuele sector hebben zich binnen de ERGA (de deskundigengroep van de Commissie van regelgevende instanties op audiovisueel gebied) ingezet voor de pluraliteit van de media. Daarbij zijn kwesties zoals evenwichtige en onpartijdige berichtgeving in de media tijdens verkiezingen, opiniepeilingen en politieke campagnes aan bod gekomen.


Daarnaast heeft de Commissie in 2018 haar discussie met de OESO voortgezet over de mogelijkheid om mediageletterdheid aan de door de organisatie in haar vergelijkende verslagen gehanteerde criteria toe te voegen, waarbij in de eerste plaats werd gedacht aan de komende vragenlijst voor het programma voor de internationale beoordeling van studenten (PISA) 2021. Met het oog hierop stond de OESO open voor het voorstel van de Commissie om online-desinformatie en nepnieuws te behandelen als onderdeel van de vragenlijst over ICT, die moet worden meegenomen bij de beoordeling van de PISA-beoordelingscriteria. De OESO is momenteel bezig met het verfijnen van de vragenlijst door een aantal vragen toe te voegen die in 2019 moeten worden getest.


Wat digitale vaardigheden betreft, hebben 23 nationale coalities, die sinds de start van de coalitie voor digitale vaardigheden en banen in december 2016 zijn gevormd, een groot aantal activiteiten aangeboden, zoals online- en contactopleidingen, bewustmakingscampagnes en certificering voor Europeanen om hun digitale vaardigheden te verbeteren.


In oktober 2018 presenteerde de raad van bestuur van de coalitie voor digitale vaardigheden en banen, die in september 2017 werd opgericht, zijn prioriteiten voor de komende maanden, waaronder het bevorderen en benutten van bestaande instrumenten ter ondersteuning van de verwerving van digitale vaardigheden voor iedereen en de uitbreiding van de EU-programmeerweek 16 tot minstens 50% van alle scholen in de Unie tegen 2020.


2.4.Steun voor kwaliteitsjournalistiek als essentieel element van een democratische samenleving


Het vierde pakket acties beoogt de ondersteuning van kwaliteitsjournalistiek als essentieel element van een democratische samenleving. Kwalitatief hoogwaardige nieuwsmedia en journalistiek kunnen desinformatie aan het licht brengen en verdunnen, en de burgers gediversifieerde informatie van hoge kwaliteit verstrekken. In de mededeling werd voorgesteld de regels inzake staatssteun voor de mediasector transparanter en voorspelbaarder te maken door een onlineregister van besluiten ter beschikking te stellen. Ook werd voorgesteld om in 2018 een oproep te doen voor de productie en verspreiding van kwaliteitsnieuws over EU-aangelegenheden via datagestuurde nieuwsmedia en om meer financieringsmogelijkheden te verkennen voor initiatieven ter bevordering van de vrijheid en het pluralisme van de media en de modernisering van nieuwsredacties.


Naar aanleiding van de mededeling heeft de Commissie een onlinedatabank beschikbaar gesteld over de toepasselijke staatssteunregels en relevante precedenten op haar website 17 . De databank geeft een overzicht van de toepasselijke staatssteunregels en de relevante besluiten van de Commissie betreffende staatssteun voor openbare omroepen en de pers, en bevat links naar de desbetreffende opmerkingen van de nieuwsbrief van de Commissie over het mededingingsbeleid. Geactualiseerde informatie over door de lidstaten verleende steun op deze gebieden is beschikbaar in het transparantieregister 18 .


Voorts heeft de Commissie op 26 juni 2018 een oproep gedaan, van ongeveer 1,9 miljoen EUR, voor de productie en verspreiding van nieuwsinhoud van hoge kwaliteit over EU-aangelegenheden door middel van datagestuurde nieuwsmedia. De uitnodiging tot het indienen van voorstellen is op 25 september afgesloten en heeft geleid tot vier projectvoorstellen. De voorstellen worden momenteel geëvalueerd en het is de bedoeling dat de projecten in het eerste kwartaal van 2019 van start gaan.


Naast de in punt 2.1.4 vermelde O&O-projecten zal het werkprogramma voor 2020 in het kader van Horizon 2020 voorzien in extra investeringen in innovatieprojecten met het oog op de selectie, lancering en incubatie van ideeën voor innovatieve diensten en instrumenten ter bevordering van de modernisering van nieuwsredacties.


Om de acties ten gunste van kwaliteitsjournalistiek, mediavrijheid, pluralisme van de media en mediageletterdheid te stabiliseren, stelt de Commissie voor om daarvoor in het volgende meerjarig financieel kader (2021-2027, Creatief Europa, sectoroverschrijdend onderdeel) een apart budget te reserveren. Dit moet het mogelijk maken de structurele veranderingen waarmee de mediasector wordt geconfronteerd, aan te pakken door een divers en pluralistisch medialandschap te bevorderen en te monitoren.


Ter bevordering van mediavrijheid en kwaliteitsnieuwsmedia en –journalistiek heeft de Commissie de activiteiten van het Europees Centrum voor pers- en mediavrijheid (ECPMF) 19 medegefinancierd. In 2018 was het de belangrijkste taak van het ECPMF om onderzoeksjournalisten te ondersteunen door middel van de toekenning van subsidies voor internationale onderzoeksjournalistiek. In juni 2018 heeft een onafhankelijke jury 12 onderzoeksjournalistieke projecten geselecteerd voor financiering in het kader van de eerste ronde van het IJ4EU-fonds.


Bovendien worden met financiële steun van het Europees Parlement drie uitnodigingen tot het indienen van proefprojecten gelanceerd op de volgende gebieden:

·een uitwisselingsprogramma voor mediaprofessionals;

·een stageprogramma voor journalisten bij media die in een minderheidstaal werken;

·een project om mediaraden in kaart te brengen en te ondersteunen.


Ten slotte heeft het Bureau voor de grondrechten verder gewerkt aan een toolkit voor mediaprofessionals, een webplatform voor capaciteitsopbouw met inhoud die door belanghebbenden uit de particuliere media is ontwikkeld om journalisten te ondersteunen bij het produceren van kwaliteitsnieuws.


2.5Interne en externe bedreigingen van desinformatie aanpakken door strategische communicatie


Overeenkomstig de mededeling van april heeft de Europese Commissie zich ingezet voor de interne coördinatie van haar communicatieactiviteiten met het oog op de bestrijding van desinformatie. In dit verband heeft zij een intern netwerk ter bestrijding van desinformatie opgericht, dat als hoofddoel heeft haar diensten in staat te stellen schadelijke narratieven beter op te sporen, een cultuur van factchecking te ondersteunen, snel te reageren en doeltreffendere positieve berichten te sturen 20 . De Commissie heeft de samenwerking met het Europees Parlement en de Taskforce strategische communicatie oost versterkt door middel van een tripartiet forum dat erop gericht is de respectieve inspanningen van de instellingen in de strijd tegen desinformatie vóór de Europese verkiezingen van 2019 in de praktijk te brengen.


3.SAMENVATTING


Grosso modo zijn de in de mededeling geschetste maatregelen in 2018 voltooid of van start gegaan. Onlineplatforms en de reclamesector hebben overeenstemming bereikt over een code om de transparantie online te vergroten en de consument te beschermen, met name in het vooruitzicht van de Europese verkiezingen van 2019. Er wordt een netwerk van factcheckers opgericht om misleidende narratieven op te sporen en te ontzenuwen. De Commissie zal hun werkzaamheden vergemakkelijken door de nodige infrastructuur beschikbaar te stellen zonder zich met hun werk te bemoeien. Belanghebbenden moeten kunnen profiteren van een aantal onderzoeks- en innovatie-instrumenten om desinformatie te herkennen en aan te pakken, terwijl voor consumenten een grotere onlineverantwoordingsplicht voor informatieverstrekkers belangrijk is. De lidstaten zijn zich meer bewust geworden van de noodzaak om democratische processen tegen cyberdreigingen te beschermen. Dit gaat hand in hand met aanhoudende inspanningen op EU- en nationaal niveau om het niveau van mediageletterdheid te verhogen en gebruikers, met name de jongere generaties, mondiger te maken en het kritisch denken te verbeteren. Steun voor kwaliteitsjournalistiek moet er ook toe bijdragen dat desinformatie wordt verdund en burgers van kwalitatieve en uiteenlopende informatie worden voorzien.


De Commissie zal nauwlettend toezien op de uitvoering van de in dit verslag besproken lopende acties, met name de praktijkcode tegen desinformatie, en zal blijven beoordelen of verdere maatregelen, waaronder maatregelen van regelgevende aard, noodzakelijk zijn.

(1)

   Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — Bestrijding van online-desinformatie: een Europese aanpak, 26.4.2018, COM (2018) 236 final, beschikbaar op: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:52018DC0236&qid=1544018328261&from=NL.

(2)

     JOIN(2018) 36.

(3)

      https://ec.europa.eu/digital-single-market/en/news/meeting-multistakeholder-forum-disinformation .

(4)

      https://ec.europa.eu/digital-single-market/en/news/code-practice-disinformation .

(5)

      https://ec.europa.eu/digital-single-market/en/news/online-platforms-advertisers-and-advertising-industry-present-commissioner-mariya-gabriel .

(6)

   Volgens de Code hebben de ondertekenaars van de brancheorganisaties, hoewel zij geen toezeggingen kunnen doen namens hun leden, zich ertoe verbonden hun leden volledig op de hoogte te stellen van de code en hen aan te moedigen zich bij de code aan te sluiten of de beginselen ervan in acht te nemen, waar van toepassing.

(7)

      http://www.europarl.europa.eu/news/en/press-room/20180920IPR14065/fact-checking-in-the-eu .

(8)

      www.disinfobservatory.org .

(9)

     COM(2018) 435.

(10)

   Richtlijn (EU) 2016/1148 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 houdende maatregelen voor een hoog gemeenschappelijk niveau van beveiliging van netwerk- en informatiesystemen in de Unie.

(11)

     Publicatie samenwerkingsgroep 03/2018 — Compendium voor de cyberveiligheid van verkiezingstechnologie. Beschikbaar op: http://ec.europa.eu/newsroom/dae/document.cfm?doc_id=53645 .

(12)

      https://ec.europa.eu/epsc/events/election-interference-digital-age-building-resilience-cyber-enabled-threats_en .  

(13)

   De follow-up zal zich toespitsen op acties waarover een consensus ontstond, bijvoorbeeld een evaluatie van de toereikendheid van bestaande nationale voorschriften betreffende de transparantie van politieke reclame online.

(14)

      https://ec.europa.eu/commission/sites/beta-political/files/soteu2018-cybersecurity-elections-recommendation-5949_en.pdf .

(15)

   Op de portaalsite zijn regelmatig updates, hulpmiddelen en een lijst van evenementen over veiliger internet in de lidstaten te vinden: www.betterinternetforkids.eu .

(16)

   De EU-programmeerweek (“EU Code Week”) is een initiatief aan de basis om programmeren en digitale geletterdheid op een leuke en boeiende manier aan te pakken. https://codeweek.eu/ .

(17)

      http://ec.europa.eu/competition/sectors/media/overview_en.html#disinformation .

(18)

      https://webgate.ec.europa.eu/competition/transparency/public/search/home?lang=nl .

(19)

   Het belangrijkste doel van het in Leipzig gevestigde ECPMF is de gefragmenteerde Europese mediagemeenschap te verenigen en schendingen van de mediavrijheid in de EU-lidstaten en daarbuiten aan te pakken. Het centrum biedt praktische hulp aan journalisten in nood en werkt samen met partners om kwesties in verband met de vrijheid van de media in de EU en de kandidaat-lidstaten onder de aandacht te brengen. De partners van het ECPMF ondersteunen en controleren de mediavrijheid in de EU en de kandidaat-lidstaten.

(20)

   Dit netwerk omvat ook de vertegenwoordigingen van de Commissie in de lidstaten.