Artikelen bij COM(2019)158 - 37e jaarverslag over de antidumping-, antisubsidie- en vrijwaringsactiviteiten van de EU en tegen de EU gerichte handelsbeschermings­instrumenten door derde landen in 2018

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 27.3.2019

COM(2019) 158 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

37e jaarverslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement
over de antidumping-, antisubsidie- en vrijwaringsactiviteiten van de EU en het gebruik van tegen de EU gerichte handelsbeschermingsinstrumenten door derde landen in 2018

{SWD(2019) 141 final}


VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

37e jaarverslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement
over de antidumping-, antisubsidie- en vrijwaringsactiviteiten van de EU en het gebruik van tegen de EU gerichte handelsbeschermingsinstrumenten door derde landen in 2018


Samenvatting

In dit 37e verslag worden de handelsbeschermingsactiviteiten van de Europese Unie (EU) in tweeërlei opzicht belicht. In de eerste plaats — en hiermee wordt bij wijze van uitzondering verder gegaan dan wettelijk verplicht is — wordt in dit verslag ingegaan op de stand van zaken betreffende de belangrijkste uitdagingen, ontwikkelingen en verwezenlijkingen van de Commissie-Juncker op het gebied van handelsbescherming. In de zestig jaar dat de handelsbeschermingsinstrumenten van de EU bestaan, is waarschijnlijk geen periode uitdagender geweest dan die van 2014 tot 2019. De wereldwijde overcapaciteit van staal heeft de roep om handelsbeschermingsmaatregelen sterk doen toenemen. Door in deze periode 25 nieuwe handelsbeschermingsmaatregelen voor staal in te stellen, heeft de Commissie een belangrijke, zo niet essentiële bijdrage geleverd aan de levensvatbaarheid en het mondiale concurrentievermogen van de Europese staalindustrie. Bovendien is de regelgeving op het gebied van handelsbescherming middels twee belangrijke wetswijzigingen voor het eerst sinds 1994 aangepast. Die wijzigingen hebben ertoe bijgedragen dat de handelsbeschermingsinstrumenten van de EU ongebreidelde en schade veroorzakende dumping en subsidiëring op een meer doeltreffende en efficiënte wijze kunnen aanpakken. Voor het eerst sinds 2002 heeft de Commissie een vrijwaringsonderzoek naar staalproducten geopend en passende maatregelen ingesteld. Uit dit verslag blijkt dat de efficiënte, gerichte en evenwichtige aanpak van de Commissie banen in de EU heeft gevrijwaard. De Commissie bood ook een krachtig weerwoord aan de groeiende protectionistische instelling van sommige handelspartners, en heeft tegelijkertijd haar eigen systeem van handelsbeschermingsinstrumenten hervormd om deze in de toekomst nog beter te kunnen inzetten.

In de tweede plaats worden in dit verslag de antidumping-, antisubsidie- en vrijwaringsactiviteiten van de EU beschreven, alsook de handelsbeschermingsactiviteiten van derde landen tegen de EU in 2018. Dit deel van het verslag is opgesteld overeenkomstig de bijgewerkte bepalingen van artikel 23 van de antidumpingbasisverordening 1 en artikel 34 van de antisubsidiebasisverordening 2 , alsook artikel 23 van de vrijwaringsbasisverordening 3 . Zoals in voorgaande jaren gaat dit verslag vergezeld van een werkdocument van de diensten van de Commissie en bijlagen met gedetailleerde informatie en statistieken.

Ook in 2018 bleef het onderzoek van zaken belangrijk: in zes nieuwe gevallen zijn maatregelen ingesteld, in acht nieuwe gevallen zijn geen maatregelen ingesteld en er is evenveel tijd gestoken in de evaluatie van bestaande maatregelen als in 2017.

2018 was bovendien uitzonderlijk vanwege het feit dat afhankelijk van de datum waarop een onderzoek werd geopend, een andere regel op het gebied van handelsbeschermingsinstrumenten van toepassing kon zijn, waardoor naast elkaar drie reeksen van regels van toepassing waren 4 .

Dit verslag en het bijbehorende werkdocument van de diensten van de Commissie zijn beschikbaar op: http://ec.europa.eu/trade/issues/respectrules/anti_dumping/legis/index_en.htm


I. De verwezenlijkingen van de Commissie-Juncker

I.1    Een doeltreffend toegepast EU-systeem van handelsbeschermingsinstrumenten — krachtig en gedoseerd

Een vrije handel is alleen mogelijk als de handel eerlijk verloopt. De handelsbescherming van de EU is de hoeksteen van de inspanningen die de EU zich getroost om eerlijke handelsvoorwaarden te behouden. Tegelijkertijd moeten moderne handelsbeschermingsinstrumenten worden aangepast aan de economische realiteit; zij mogen slechts worden ingezet voor zover dat nodig is om de gevolgen van schadelijke en oneerlijke invoer te voorkomen. Vanuit die gedachte is in de mededeling van de Commissie 'Handel voor iedereen' 5 de prioritaire doelstelling vastgelegd om de handelsbeschermingsinstrumenten doeltreffender en efficiënter te maken.

Dit was des te belangrijker nu de Commissie-Juncker gedurende haar ambtsperiode te maken heeft gehad met een zeer groot aantal zaken waarin sprake was van oneerlijke invoer. Veel van deze zaken waren cruciaal voor de Europese economie. In de periode november 2014 tot en met december 2018 zijn 170 handelsbeschermingszaken ingeleid en zijn 95 maatregelen toegepast om een gelijk speelveld te herstellen. Van die maatregelen waren er 35 nieuw en betrof het resterende aantal verlengde of uitgebreide maatregelen.

De handelsbeschermingsinstrumenten van de EU beschermen de werkgelegenheid en hebben daardoor een rechtstreeks positief effect op de industriële structuur en de economie van de EU: de handelsbeschermingsmaatregelen van de EU die sinds het begin van de ambtsperiode van de Commissie zijn ingesteld, hebben daadwerkelijk gezorgd voor het behoud van meer dan 124 000 banen 6 . De staalsector heeft hiervan het meest geprofiteerd, met meer dan 86 000 banen die behouden zijn gebleven. In totaal zijn door de eind 2018 van kracht zijnde EU-maatregelen effectief 320 000 directe banen in de industrie tegen oneerlijke concurrentie beschermd.

De handelsbeschermingsinstrumenten van de EU bieden de Europese industrie onmiddellijk verlichting tegen de laagst mogelijke economische kosten. De door de EU toegepaste rechten waren immers lager dan de rechten die door andere handelspartners werden ingesteld. De rechten op staal bijvoorbeeld variëren momenteel tussen gemiddeld 29 % en 45 %, terwijl de Verenigde Staten op staal rechten toepassen tussen gemiddeld 54 % en 87 % 7 . Een van de belangrijkste redenen voor deze lagere gemiddelde rechten in de EU is de 'regel van het laagste recht', op grond waarvan ofwel de bron van de oneerlijke concurrentie (dumpingmarge) ofwel het gevolg ervan (schademarge) — afhankelijk van welke lager is — moet worden aangepakt 8 . Verder opent de Commissie alleen onderzoeken als dat noodzakelijk is. Alvorens corrigerende maatregelen in te stellen, beoordeelt zij ook of handelsbeschermingsmaatregelen in strijd zijn met het algemeen economisch belang van de EU.

Van handelsbeschermingsmaatregelen van de EU gaat een sterke corrigerende werking uit: in de meeste gevallen zal al tijdens het onderzoek en zeker nadat maatregelen zijn ingesteld, de invoer met dumping of subsidiëring aanzienlijk afnemen. In de onderstaande tabel staan voorbeelden van geldende EU-maatregelen en hun invloed:

Producten waarvoor maatregelen geldenOorsprongAfname van invoer met dumping of subsidiëring uit het betrokken land van oorsprong nadat maatregelen zijn ingesteld

(meest recente invoergegevens vergeleken met invoer in oorspronkelijk OT) 9
Aluminium radiatorenVR China-98 %
Aluminium wielenVR China-38 %
Keuken- en tafelgerei van keramiekVR China-28 %
Keramische tegelsVR China-84 %
Gecoat fijn papierVR China-99 %
Nieuwe en van een nieuw loopvlak voorziene banden voor bussen of vrachtwagensVR China-81 %
Staalproducten (alle maatregelen)Verschillende landen-70 %
Staalproducten (zaken ingeleid onder de Commissie-Juncker)Verschillende landen-89 %
Suikermaïs in korrelsThailand-62 %
Thermisch papierRepubliek Korea-91 %

Bron: Comext, EU-verordeningen

Een ander voorbeeld van de doeltreffendheid van de handelsbeschermingsmaatregelen van de EU is het antwoord van de Unie op de staalcrisis, dat verder wordt beschreven in I.3.

In de periode november 2014 tot en met november 2018 heeft de EU door de instelling van maatregelen meer dan 1,5 miljard EUR aan antidumpingrechten of compenserende rechten geïnd, die allemaal in de EU-begroting terecht zijn gekomen.

Antidumping- en antisubsidiemaatregelen moeten vijf jaar nadat zij zijn ingesteld, opnieuw worden beoordeeld als de betrokken bedrijfstak van de Unie wenst dat zij ook na deze periode doorlopen. Van november 2014 tot en met december 2018 heeft de Commissie 52 nieuwe onderzoeken in verband met het vervallen van de EU-maatregelen geopend. Door deze onderzoeken kan de situatie van die bedrijfstak van de Unie tussen het moment dat de maatregelen werden ingesteld en vijf jaar later worden vergeleken. De Commissie kan maatregelen in stand houden als zij na een nieuw onderzoek bij het vervallen van maatregelen concludeert dat voortzetting of herhaling van de dumping/subsidiëring en schade waarschijnlijk is als de maatregelen zouden worden ingetrokken. De bedrijfstakken van de EU verzoeken in ongeveer 75 % van de gevallen om een nieuw onderzoek bij het vervallen van maatregelen 10 .


Voorbeelden van nieuwe onderzoeken bij het vervallen van maatregelen als maatstaf voor de doeltreffendheid van handelsbeschermingsinstrumenten

Het nieuwe onderzoek bij het vervallen van maatregelen naar keramische tegels 11 is een van de vele gevallen die laten zien hoe doeltreffend de EU-maatregelen zijn geweest om de bedrijfstak van de Unie op de lange termijn levensvatbaar te houden. Voordat maatregelen werden ingesteld om Chinese dumpingpraktijken de kop in te drukken, dreigde de invoer uit China een einde te maken aan de keramische industrie in de EU: de winsten daalden tot aan de rendabiliteitsdrempel en de investeringen en de werkgelegenheid kenden een even dramatische daling. Door maatregelen in te stellen, verbeterde de situatie: de bedrijfstak van de Unie werd weer winstgevend; de productiviteit en de investeringen namen aanzienlijk toe. In een sector die voor het merendeel uit kmo's bestaat, is een dergelijke investeringstrend essentieel om EU-ondernemingen te kunnen laten floreren, aangezien zij hun apparatuur voortdurend moeten moderniseren om de trends op de markt te kunnen bijhouden. Dankzij de maatregelen is ook de werkgelegenheid gestabiliseerd op het niet geringe aantal van rond de 60 000 werknemers (ook al is dit aantal lager dan voor de dumping begon). Ondanks deze positieve ontwikkelingen moesten de maatregelen worden gehandhaafd vanwege de enorme reservecapaciteit en de agressieve prijsstelling van Chinese exporteurs. Uit het nieuwe onderzoek is gebleken dat er zonder maatregelen een aanzienlijk risico zou hebben bestaan dat de oneerlijke uitvoer vanuit China zou zijn hervat, met alle negatieve gevolgen van dien voor de bedrijfstak van de Unie.

Maatregelen inzake fietsen uit China zijn een ander vermeldenswaardig voorbeeld van de doeltreffendheid van de handelsbeschermingsinstrumenten. De eerste maatregelen werden ingesteld in 1993 en uit een aantal daaropvolgende nieuwe en tussentijdse onderzoeken bij het vervallen van maatregelen bleek telkens weer dat deze maatregelen nog altijd nodig waren om schade veroorzakende invoer met dumping uit China te weerstaan. Er kan redelijkerwijs worden aangenomen dat zonder de antidumpingmaatregelen in de EU thans geen fietsindustrie zou bestaan. In andere landen, waar geen maatregelen zijn ingesteld of maatregelen zijn verlopen, is nagenoeg de hele binnenlandse markt door Chinese exporteurs overgenomen. Onderzoeken hebben herhaaldelijk aangetoond dat China over een enorme overcapaciteit beschikt — tijdens het meest recente onderzoek is een reservecapaciteit vastgesteld die het totale EU-verbruik met 25 % oversteeg en China heeft kennelijk getracht deze capaciteit volledig te benutten. In verband daarmee heeft de EU in 2013 een grootschalige ontwijking van de op de invoer van Chinese fietsen ingestelde antidumpingrechten via Indonesië, Maleisië, Sri Lanka en Tunesië moeten tegenhouden. Daardoor kon de bedrijfstak van de Unie na verloop van tijd weer een bescheiden maar blijvende winst maken, zoals ook blijkt uit het verzoek om een nieuw onderzoek bij het vervallen van maatregelen, dat momenteel loopt.

Het voortbestaan van de fietsindustrie in de EU draagt structureel bij aan de economie van de EU. Zonder een naar behoren functionerende fietsindustrie in de EU zou er in de EU geen industrie op het gebied van fietsonderdelen bestaan. Ook zou de EU dan de ontwikkeling van een nieuwe markt zijn misgelopen, namelijk die voor elektrische fietsen. Deze belangrijke markt biedt nog altijd grote groeikansen. In de EU houden 11 000 banen rechtstreeks verband met de productie van fietsen, 16 000 banen met de productie van fietsonderdelen en 3 600 banen met elektrische fietsen. In januari 2019 heeft de Commissie definitieve antidumping- en antisubsidiemaatregelen ingesteld tegen de invoer van elektrische fietsen uit China. De exporteurs van elektrische fietsen uit China bleken namelijk enorme subsidies te krijgen.

Voordat de handelsbeschermingsmaatregelen tegen aluminium wielen uit China werden ingesteld 12 , verkeerde de bedrijfstak van de Unie in slechte omstandigheden door de invoer met dumping uit China, zoals bijvoorbeeld bleek uit de daling van de productie- en verkoophoeveelheden en zware verliezen. Vijf jaar na de instelling van de antidumpingrechten is deze situatie aanzienlijk verbeterd. De bedrijfstak van de Unie heeft zich hersteld en boekt niet alleen goede winsten, maar groeit ook met de markt mee. De invoer uit China is gedaald en het marktaandeel ervan is met bijna 75 % afgenomen. De ingestelde maatregelen hebben voor een gezonde concurrentie in de EU-markt gezorgd omdat het marktaandeel van leveranciers uit derde landen zich heeft hersteld, waardoor een breder aanbod van producten met een niet-oneerlijke prijs op gang is gekomen. Zo namen de verkoop en productie van de bedrijfstak van de Unie met respectievelijk 28 % en 25 % toe en werden er 1 200 nieuwe banen gecreëerd (een toename van 10 %). Om aan de groeiende vraag te voldoen en het productaanbod te verruimen, is de productiecapaciteit opgevoerd. Desondanks moesten de maatregelen worden gehandhaafd, omdat Chinese exporteurs de markt van de Unie anders opnieuw zouden hebben overspoeld met grote hoeveelheden producten tegen lage prijzen en dumpingprijzen: in dat geval zou de bedrijfstak van de Unie opnieuw in een neerwaartse spiraal zijn beland.


De internationalisering van het handelsverkeer heeft het gemakkelijker gemaakt handelsbeschermingsmaatregelen te ontwijken of het effect ervan anderszins te beperken. Daarom heeft de Commissie voortdurend de invoerstatistieken bijgehouden om vast te stellen of er ontwijking van maatregelen 13 of absorptie van rechten 14 plaatsvond. Tussen november 2014 en december 2018 heeft de Commissie 14 onderzoeken naar ontwijking of absorptie van rechten geopend om hieraan een einde te maken. Vervolgens heeft zij in 14 zaken bestaande maatregelen uitgebreid naar andere landen of producten om het gewenste effect van de maatregelen te behouden.

Om te kunnen beoordelen in hoeverre aan de doelstellingen van de handelsbeschermingsmaatregelen is voldaan, was het tot slot net zo belangrijk dat de Commissie voortdurend contact heeft onderhouden met alle belangrijke belangenorganisaties die de gevolgen van handelsbeschermingsmaatregelen ondervinden, zodat het effect ervan kon worden beoordeeld. Er werden regelmatig bijeenkomsten gehouden met vertegenwoordigers van bedrijven en andere belanghebbenden. Tijdens die bijeenkomsten werd onder meer informatie verstrekt en gesproken over de hervorming van de handelsbeschermingswetgeving, waarbij zoveel mogelijk werd geluisterd naar de zorgen die belanghebbenden inbrachten.

I.2    Een hervormd systeem voor een nog grotere doeltreffendheid en zekerheid

Modernisering

De kern van de EU-regelgeving op het gebied van handelsbeschermingsinstrumenten dateert van het einde van de Uruguayronde. Al in 2008 werden pogingen ondernomen om de basisverordeningen te moderniseren. Pas onder de huidige Commissie werden de noodzakelijke veranderingen uiteindelijk succesvol doorgevoerd, niet in de laatste plaats vanwege de nieuwe wereldwijde marktrealiteit en een golf van oneerlijke handelspraktijken die snel om een grotere doeltreffendheid en zekerheid vroegen. Nadat de Raad en het Europees Parlement op 5 december 2017 tot overeenstemming waren gekomen over het voorstel van de Commissie, werd de aangepaste regelgeving op 8 juni 2018 van kracht. Door deze grote stap voorwaarts werden de handelsbeschermingsinstrumenten van de EU effectiever en duidelijker en boden zij een beter antwoord op de uitdagingen van de wereldeconomie. Tegelijkertijd kwamen zij tegemoet aan de behoeften van alle belanghebbenden, dat wil zeggen de belangen van producenten, importeurs en downstreamgebruikers uit de EU.

De EU-wetgeving is op veel punten gemoderniseerd. Met de modernisering is een verbeterde berekening van de schademarge geïntroduceerd, die centraal staat bij de toepassing van de regel van het laagste recht, een van de belangrijkste kenmerken van de handelsbeschermingsinstrumenten van de Unie. De berekening van geen schade veroorzakende prijzen is aangepast om beter rekening te kunnen houden met de bestaande economische realiteit. Dit omvat een minimale winst van 6 %, alsook de mogelijkheid om bij de berekening van de schademarge rekening te houden met de investeringen en de behoefte aan O&O van de betrokken bedrijfstak van de Unie. Bovendien kan met de nieuwe regelgeving rekening worden houden met verstoringen van de grondstoffenmarkt, die het handelsverkeer tegenwoordig steeds vaker teisteren.

Met het oog op een grotere efficiëntie is een kortere termijn voor het instellen van voorlopige maatregelen aangenomen. Tegenwoordig moeten deze maatregelen normaal binnen zeven maanden, en maximaal acht maanden, worden vastgesteld, terwijl dat voorheen negen maanden was. Op deze wijze zal oneerlijke concurrentie binnen de betreffende bedrijfstak van de Unie sneller kunnen worden aangepakt. Om de procedures transparanter te maken en marktdeelnemers de mogelijkheid te bieden zich al in een vroeg stadium aan maatregelen aan te passen, heeft de EU een waarschuwingssysteem voor de instelling van voorlopige antidumping- en antisubsidiemaatregelen geïntroduceerd. In geen enkel ander rechtsgebied waar van handelsbeschermingsinstrumenten gebruik wordt gemaakt, wordt een dergelijk systeem gehanteerd.

Een ander doel van de Commissie was de handelsbeschermingsinstrumenten beter af te stemmen op de behoeften van kleinere ondernemingen. Daarom ontvangen kmo's uit de EU extra ondersteuning wanneer zij handelsbeschermingsmaatregelen overwegen of daarmee te maken krijgen.

Tot slot kan de Commissie op grond van het handelsbeschermingsrecht in een aantal duidelijk omschreven omstandigheden voor het eerst rekening houden met sociale en milieuaspecten in de onderzochte landen. Dit geldt in het bijzonder in verband met de regel van het laagste recht bij de vaststelling van de schademarge. Deze nieuwe aanpak komt tegemoet aan een wijdverbreide zorg onder veel institutionele belanghebbenden en een groot deel van het publiek, dat een open handelsbeleid alleen gebaseerd kan zijn op een duurzame handel waarbij een minimum aantal gemeenschappelijke waarden centraal staat.

Nieuwe methode voor dumpingberekening en verbeterd antisubsidie-instrument

Op voorstel van de Commissie zijn op 20 december 2017 de basisverordeningen van de EU gewijzigd om de nieuwe economische realiteit beter het hoofd te kunnen bieden. Deze verandering in de wetgeving houdt een belangrijke wijziging in van de handelsbeschermingsinstrumenten van de EU. Ten eerste is hiermee een nieuwe methode voor de berekening van de normale waarde van onderzochte goederen ingevoerd, voor gevallen waarin sprake is van ernstige verstoringen die zijn teweeggebracht door de autoriteiten van het land van uitvoer. Die verstoringen kunnen bestaan in een land als geheel of in een bepaalde sector. De nieuwe regelgeving doet geen afbreuk aan de behandeling van landen als een land met of zonder markteconomie. Om belanghebbenden in staat te stellen actie te ondernemen ten aanzien van landen waar verstoringen bestaan, kan de Commissie verslagen publiceren over vastgestelde landelijke of sectorale verstoringen. Het eerste van die verslagen betrof China 15 , het land dat vooralsnog het vaakst voorwerp is geweest van de handelsbeschermingsactiviteiten van de EU. De Commissie maakte tevens bekend dat het volgende landenverslag over Rusland zal gaan 16 .

Ten tweede is met de nieuwe wijzigingen ook het antisubsidie-instrument verbeterd. Hierdoor kan de Commissie meer inzicht krijgen in de volledige omvang van de subsidiëring omdat het mogelijk wordt ook subsidies aan te pakken die pas tijdens een onderzoek worden ontdekt. Dit is een belangrijke verandering omdat buitenlandse overheden steeds vaker op een niet-transparante wijze subsidies verstrekken, in strijd met de regels van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) over de kennisgeving van subsidies.

I.3    Een systeem dat nieuwe mondiale uitdagingen effectief aanpakt

In de afgelopen jaren is het belang van handelsbeschermingsinstrumenten toegenomen, omdat deze instrumenten onmisbaar zijn gebleken voor de aanpak van uitdagingen op het gebied van de wereldhandel.

Door de Chinese overcapaciteit heeft de Europese staalindustrie in de periode 20132016 zware verliezen geleden. Hierop werd snel en uitgebreid gereageerd, met een mededeling van de Commissie van maart 2016 17 waarin een groot aantal maatregelen inzake met name het handelsbeleid wordt uiteengezet.

Wat handelsbeschermingsinstrumenten betreft, was de reactie tweeledig. In de periode 20142018 heeft de EU 25 nieuwe maatregelen inzake staalproducten ingesteld (van de 35 nieuwe handelsbeschermingsmaatregelen in totaal). Het doel hiervan was de schadelijke gevolgen van invoer met dumping en subsidiëring op te heffen en eerlijke handelsvoorwaarden te herstellen, om zo het herstel van de sector te bevorderen. Bovendien heeft de EU op het gebied van handelsbescherming een aantal stappen gezet naar een betere bescherming van de staalindustrie, door toezicht te houden op de invoer, onderzoeken sneller uit te voeren, onderzoeken te openen op basis van dreigende schade (mits gerechtvaardigd) of definitieve rechten met terugwerkende kracht te innen indien daartoe aanleiding bestaat.

Deze stappen hebben aanzienlijke gevolgen gehad: de invoer van staalproducten waarop maatregelen uit de periode 20142017 van toepassing waren, nam met gemiddeld meer dan 95 % af ten opzichte van de invoerhoeveelheden voordat de maatregelen werden ingesteld. De invoer was niet langer concurrerend nadat het oneerlijke element ervan, dat wil zeggen dumpingprijzen of gesubsidieerde prijzen, door handelsbeschermingsmaatregelen teniet was gedaan. Voor essentiële staalproducten waarvoor verwerkende ondernemingen in de EU afhankelijk zijn van invoer, bijvoorbeeld warmgewalst breedband, is de invoer met dumping of subsidiëring vervangen door invoer uit andere bronnen, ten aanzien waarvan op dat moment geen aanwijzingen voor oneerlijke prijsstelling bestonden. Door de invoer met dumping of subsidiëring teniet te doen, hebben de handelsbeschermingsmaatregelen een gelijk speelveld hersteld voor de productiesector van de EU, maar ook voor leveranciers uit andere derde landen. Daardoor kunnen EU-gebruikers blijven profiteren van een verscheidenheid aan leveranciers.

In 2017 werden de eerste concrete tekenen van herstel van de staalsector zichtbaar. Dit herstel was gedeeltelijk te danken aan de handelsbeschermingsmaatregelen die door de Commissie zijn ingesteld. De staalindustrie van de EU bleef echter kwetsbaar en leed nog altijd schade door invoer met dumping en/of subsidiëring. De oorzaak hiervan ligt voornamelijk in de wereldwijde overcapaciteit van staal.

In dat verband heeft 2018 nieuwe uitdagingen op handelsgebied gebracht, waarop de Commissie snel met een gepast antwoord moest komen. Op 23 maart 2018 hebben de VS een invoerrecht van 25 % ingesteld op staalproducten. De EU achtte deze maatregelen juridisch ongegrond, en antwoordde krachtig op deze verstoring van de handel. Door middel van een drieledige aanpak stelde de Commissie — naast aanvechting van de maatregelen van de VS in het kader van het geschillenbeslechtingssysteem van de WTO en evenwichtsherstellende maatregelen — handelsbeschermingsmaatregelen in door, voor het eerst sinds 2002, een vrijwaringsonderzoek in te stellen. Als gevolg van de rechten van de VS begon een deel van de uitvoer van wereldwijde leveranciers inderdaad te verschuiven van de VS naar de EU. Om een verdere sterke toename van de invoer te voorkomen, waardoor de toch al kwetsbare economische situatie (door wereldwijde overcapaciteit) van de staalproducenten in de EU verder zou verslechteren, heeft de Commissie erga omnes definitieve vrijwaringsmaatregelen ingesteld 18 . Deze maatregelen in de vorm van tariefcontingenten zullen zorgen voor de instandhouding van de traditionele handelsstromen en de verscheidenheid aan leveranciers waaraan de verwerkende ondernemingen in de EU behoefte hebben. Tegelijkertijd beschermen zij de productiesector van de EU tegen verlegging van de handelsstromen.

De Commissie heeft ook de strijd opgevoerd tegen handelsverstorende subsidies van derde landen. Met name subsidies die bijdragen aan overcapaciteit kunnen sterk verstorend zijn en leiden vaak tot een overschot aan overtollige producten op uitvoermarkten. De gevolgen van deze subsidiëring lijken de facto vaak op uitvoersubsidies, die op grond van de WTO-regels verboden zijn. Tussen november 2014 en december 2018 heeft de Commissie 25 antisubsidieonderzoeken geopend en 12 nieuwe, uitgebreide of verlengde antisubsidiemaatregelen ingesteld. In veel gevallen wezen de onderzoeken uit dat in relatief sterke mate sprake was van subsidiëring, wat in eerdere perioden zelden voorkwam. Zo zijn aanzienlijke compenserende rechten ingesteld op warmgewalste platte staalproducten uit China (compenserende rechten tot 35,9 %) of banden uit China (compenserende rechten tot 51,08 %). Subsidiëring door derde landen wordt een steeds groter probleem en moet daarom worden aangepakt. De Commissie heeft daartoe een speciale databank over subsidies in het leven geroepen, die meer inzicht in buitenlandse subsidieregelingen moet verschaffen. Deze databank staat nu op de website van de Commissie 19 en wordt regelmatig bijgewerkt. In dit verband moet worden opgemerkt dat WTO-leden wettelijk verplicht zijn de WTO van hun subsidies op de hoogte te stellen. Veel WTO-leden komen deze verplichting echter niet of slechts ten dele na. De EU heeft deze gevallen van niet-naleving stelselmatig onder de aandacht van het antisubsidiecomité van de WTO gebracht. Bovendien heeft zij opdracht gegeven subsidiëring door buitenlandse overheden, met name in China, te onderzoeken. Die onderzoeken zullen openbaar worden gemaakt teneinde het gebrek aan transparantie van buitenlandse subsidieregelingen te ondervangen.

I.4    Een grote inzet tegen acties van derde landen

Als onderdeel van de inspanningen van de Commissie om eerlijke handelsvoorwaarden te waarborgen voor de betrokken bedrijfstak(ken) van de Unie, heeft de Commissie ook ingegrepen op momenten dat derde landen voornemens waren ongerechtvaardigde handelsbeschermingsmaatregelen tegen de EU-uitvoer in te stellen. De wereldwijde handelsbeschermingsactiviteiten zijn sinds 2014 alleen maar toegenomen en hebben in 2018 een record bereikt, toen de diensten van de Commissie hebben geïntervenieerd in ongeveer 70 buitenlandse handelsbeschermingsonderzoeken. Die interventies bestonden in schriftelijke opmerkingen en deelname aan hoorzittingen op technisch niveau in het kader van lopende onderzoeken. De Commissie mengde zich zo nodig ook politiek in onderzoeken.

Het doel hiervan was de naleving van de regels te waarborgen en misbruik van handelsbeschermingsinstrumenten te voorkomen. Op deze wijze kon de Commissie veel ongerechtvaardigde maatregelen voorkomen. Enkele opvallende voorbeelden:

1. De VS hebben onderzoeken geopend tegen de invoer van grote burgerluchtvaartuigen uit Canada. Dit had indirect gevolgen voor de EU, omdat er een EU-onderneming bij betrokken was die vleugels voor dit Canadese luchtvaartuig produceerde. Door eventuele maatregelen zouden rechtstreeks zowat 4 000 banen in de EU op het spel zijn gezet. De Commissie heeft meermaals in het onderzoek in de VS geïntervenieerd en erop gewezen dat deze zaak duidelijk niet in overeenstemming was met de WTO-regels. Zij wees daarbij in het bijzonder op het ontbreken van schade voor de bedrijfstak van de VS. Dat argument leidde ertoe dat het onderzoek in de VS in januari 2018 werd beëindigd.

2. De Commissie heeft met succes geïntervenieerd in het Turkse vrijwaringsonderzoek naar banden, dat mogelijk gevolgen had kunnen hebben voor de jaarlijkse EU-uitvoer ter waarde van 450 miljoen EUR: door de overtuigende interventie van de Commissie is het instellen van maatregelen voorkomen.

3. De Commissie heeft ook succes geboekt in het Indiase antidumpingonderzoek naar de invoer van gecoat papier (uitvoerwaarde circa 110 miljoen EUR). De Commissie heeft meermaals geïntervenieerd via de delegatie van de EU en uiteindelijk via een directe interventie van commissaris Malmström bij de Indiase regering. De zaak werd beëindigd zonder dat maatregelen werden ingesteld.

4. Het Australische antidumpingonderzoek naar de invoer van tomaten in blik uit Italië, een zaak waarmee de Commissie zich enkele jaren lang heeft bemoeid (de oorspronkelijke maatregelen waren ingesteld in 2014 en 2016 voor een uitvoer die toen circa 60 miljoen EUR waard was), kreeg in 2018 een positieve wending. Het Australische onderzoekspanel bevestigde dat eventuele directe steunmaatregelen voor Italiaanse tomatenkwekers geen verstorende effecten hadden en dat in de Italiaanse markt voor tomaten geen sprake was van een 'specifieke marktsituatie'. Met die conclusie werd deze zaak definitief gesloten.

5. De Commissie heeft geïntervenieerd in het nieuwe antidumpingonderzoek van de VS naar de invoer van ongecoat papier uit Portugal (uitvoerwaarde circa 140 miljoen EUR). Na de interventie van de Commissie werd het definitieve recht van 37 % verlaagd naar 1,75 % (vergelijkbaar met een andere interventie in 2016, naar aanleiding waarvan een verlaging plaatsvond van 29 % naar 7 %).

6. De Commissie heeft geïntervenieerd in het antidumpingonderzoek van Colombia naar diepgevroren frites uit de EU. Daardoor kon het aantal ondernemingen dat door de rechten werd getroffen, worden teruggebracht en konden de rechten worden verlaagd. De maatregelen blijven echter voor problemen zorgen en de Commissie beraadt zich op verdere stappen om de maatregelen op te heffen, bijvoorbeeld door middel van bilaterale interventies of maatregelen in het kader van de WTO.

In veel zaken heeft de Commissie ook gebruikgemaakt van geschillenbeslechtingsprocedures van de WTO om ongerechtvaardigde maatregelen op te heffen. Dit betrof onder meer Russische antidumpingrechten op lichte bedrijfsvoertuigen uit Duitsland en Italië. In deze zaak werd vastgesteld dat Rusland zijn verplichtingen uit hoofde van de WTO-regels schond, waarna de maatregelen niet werden verlengd.

Gedurende de ambtsperiode van de Commissie boden de onderhandelingen over vrijhandelsovereenkomsten de kans om met onze partners tot een gemeenschappelijke aanpak op het gebied van handelsbeschermingsprocedures te komen. Deze aanpak behelsde onder meer een grotere transparantie van onderzoeken en het waarborgen van een evenwichtige toepassing van rechten. Dit werd bijvoorbeeld gerealiseerd door, waar mogelijk, de toepassing van de regel van het laagste recht te bevorderen en rekening te houden met de belangen van importeurs en downstreamgebruikers. Deze bepalingen maken nu deel uit van de overeenkomsten met Zuid-Korea en Japan en er wordt met andere partners over onderhandeld.

I.5    Een transparanter systeem

Waar de WTO-regels slechts minimumvereisten vaststellen, heeft deze Commissie een aantal initiatieven op het gebied van transparantie ontplooid om het systeem van handelsbeschermingsinstrumenten doeltreffender, uitgebreider en informatiever te maken voor betrokkenen. Naar aanleiding daarvan beheert de Commissie momenteel een speciaal webplatform (TRON) waarmee beter en gemakkelijker informatie tussen belanghebbenden kan worden uitgewisseld. Het biedt partijen permanent toegang tot de niet-vertrouwelijke onderzoeksdossiers, zodat zij hun rechten beter kunnen verdedigen. Wat de transparantie voor het grote publiek betreft, publiceert de Commissie sinds mei 2016 op haar website stelselmatig niet-vertrouwelijke samenvattingen van alle klachten of verzoeken om nieuwe onderzoeken. Bovendien ontvangen alle belanghebbenden waaraan een controlebezoek is gebracht, sinds 1 augustus 2017 een inspectieverslag van de diensten die belast zijn met handelsbeschermingsmaatregelen. Daarmee doet de Commissie meer dan waartoe zij zich in de mededeling 'Handel voor iedereen' heeft verbonden. Een niet-vertrouwelijke versie van die verslagen wordt bovendien aan het dossier toegevoegd, dat door andere belanghebbenden kan worden ingezien. De resultaten van controlebezoeken kunnen doorslaggevend zijn voor de bevindingen ten aanzien van bepaalde ondernemingen en onnodige geschillen helpen voorkomen.

Verder legt de Commissie de laatste hand aan nog een middel om het inzicht van het publiek in handelsbeschermingsprocedures te verbeteren: de publicatie van informatie over terugbetalingsverzoeken van ondernemingen en de bijbehorende onderzoeken op haar website.


II.    Toepassing van handelsbeschermingsinstrumenten in 2018

II.1Onderzoeksactiviteiten

II.1.1Algemeen overzicht

Eind 2018 waren in de EU 93 definitieve antidumpingmaatregelen en 12 compenserende maatregelen van toepassing 20 . Dit is een lichte daling ten opzichte van het voorgaande jaar.

Het aantal onderzoeksactiviteiten bleef hoog en bereikte bijna het niveau van 2017. Deze activiteiten betroffen hoofdzakelijk nieuwe onderzoeken op grond van de nieuwe voorschriften inzake handelsbeschermingsinstrumenten, alsook een nog altijd groot aantal nieuwe onderzoeken bij het vervallen van maatregelen. Eind 2018 liepen er nog 45 onderzoeken en waren er zes terugbetalingsonderzoeken die 99 verzoeken om terugbetaling betroffen.

Een gedetailleerder overzicht van de handelsbeschermingswetgeving en informatie over de activiteiten tijdens het jaar is te vinden in het begeleidende werkdocument van de diensten van de Commissie en de bijlagen daarbij.

II.1.2Antidumping- en antisubsidieonderzoeken (zie bijlagen A tot en met I)

In 2018 werden 10 nieuwe onderzoeken geopend. In twee procedures werden voorlopige rechten ingesteld. Vier zaken werden afgesloten met het instellen van definitieve rechten, terwijl acht onderzoeken werden afgesloten zonder maatregelen.

Een wezenlijk deel van de activiteiten bestond wederom in nieuwe onderzoeken bij het vervallen van maatregelen. In 2018 werden maar liefst 17 nieuwe onderzoeken bij het vervallen van maatregelen geopend en zeven van deze onderzoeken werden afgesloten met een bevestiging van het recht. Geen van de nieuwe onderzoeken bij het vervallen van maatregelen werd afgesloten met de beëindiging van de maatregelen. In 2018 liepen vier maatregelen automatisch af.

Er werden drie tussentijdse nieuwe onderzoeken geopend. Vier tussentijdse nieuwe onderzoeken werden afgesloten zonder de maatregelen te wijzigen en twee werden afgesloten met een wijziging.

Tot slot werden in 2018 drie heronderzoeken geopend, die doorgaans de uitvoering van rechterlijke beslissingen betreffen. Vijf van de tussentijdse nieuwe onderzoeken werden afgesloten.

II.1.3Vrijwaringsonderzoeken (zie bijlage L)

In 2018 heeft de EU drie vrijwaringsonderzoeken geopend — een erga omnes naar staalproducten en twee bilaterale met betrekking tot Cambodja en Myanmar naar indica-rijst, volgens het stelsel van algemene preferenties van de EU.

II.1.4Controleactiviteiten 

Tijdens haar onderzoeken verricht de Commissie bezoeken om de administratie van ondernemingen of organisaties te controleren en na te gaan of deze overeenkomt met de tijdens de procedures verstrekte informatie. In 2018 hebben EU-diensten die belast zijn met handelsbeschermingsmaatregelen 167 van deze bezoeken afgelegd, die samen goed waren voor 1 978 mandagen aan controleactiviteiten.

II.2Handhaving van maatregelen (zie bijlagen J, K, M, Q)

Zoals eerder opgemerkt, is het van groot belang dat ingestelde maatregelen daadwerkelijk worden uitgevoerd. Essentieel daarbij is ervoor te zorgen dat maatregelen niet worden omzeild door absorptie van rechten of ontwijking. In 2018 is één nieuw onderzoek naar absorptie van rechten geopend, dat echter aan het einde van dat jaar nog niet was afgesloten. Er zijn geen andere nieuwe onderzoeken naar absorptie van rechten afgesloten. Hoewel geen onderzoek naar ontwijking van maatregelen is geopend, werden twee van dergelijke onderzoeken die in 2017 zijn geopend, in 2018 afgesloten zonder verlenging van het recht.

Ook het toezicht op verbintenissen maakt deel uit van de handhavingsactiviteiten. Begin 2018 waren drie verbintenissen van ondernemingen van kracht. In dat jaar zijn geen nieuwe verbintenissen aanvaard. Eind 2018 waren dan ook drie verbintenissen van kracht.

Tot slot werkt de Commissie met betrekking tot de uitvoering van maatregelen nauw samen met OLAF. Zoals gebruikelijk heeft de Commissie OLAF ook in 2018 voorzien van alle informatie en bewijzen met betrekking tot onwettige activiteiten die verband houden met handelsbeschermingsinstrumenten.

II.3Kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's)

De Commissie heeft in 2018 in het kader van de modernisering van de handelsbeschermingsinstrumenten een initiatief gelanceerd om kmo's in de EU en in derde landen die te maken hebben met handelsbeschermingsonderzoeken, te helpen. Daarvoor is een speciale website gemaakt. Deze website brengt adviezen voor ondernemingen, voorbeelden van vragenlijsten en een uitgebreide handleiding over hoe met het onderzoeksproces om te gaan, in één plaats samen. Dit vormt een aanvulling op de kmo-helpdesk, die kmo's helpt bij het vinden van informatie over handelsbeschermingsinstrumenten. De helpdesk kreeg in de loop van het jaar vragen van uiteenlopende aard te verwerken, van verzoeken om algemene inhoudelijke informatie over handelsbeschermingsinstrumenten tot meer gerichte vragen die met zaken samenhingen.

II.4    Sociale en milieunormen

Indien de nieuwe methode voor de berekening van normale waarden van toepassing is, kiest de Commissie een geschikt representatief land om de normale waarde van een product vast te stellen. Indien meerdere landen representatief zijn, kiest zij het land dat uit haar beoordeling naar voren komt als het land met het passende niveau van sociale bescherming en milieubescherming. De Commissie zal derhalve bij nieuwe onderzoeken en nieuwe onderzoeken bij het vervallen van maatregelen die na 20 december 2017 zijn geopend, met name nagaan of toepasselijke internationale verdragen zijn geratificeerd.

Een beschrijving van de wijze waarop normen voor sociale en milieubescherming bij onderzoeken op het gebied van handelsbeschermingsinstrumenten in aanmerking worden genomen, zal pas in toekomstige jaarverslagen met voorlopige of definitieve conclusies van onderzoeken kunnen worden gegeven. Geen van de onderzoeken waarin de nieuwe methode wordt gebruikt, heeft dat stadium al bereikt. De resultaten ervan zullen daarom pas in het volgende jaarverslag worden opgenomen.

Sinds de inwerkingtreding van de gemoderniseerde voorschriften inzake handelsbeschermingsinstrumenten, verwerkt de Commissie in de door haar berekende richtprijs van een product bovendien de werkelijke of toekomstige productiekosten van EU-ondernemingen. Deze productiekosten zijn of zouden moeten zijn gebaseerd op multilaterale milieuovereenkomsten (en de bijbehorende protocollen), alsook bepaalde verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie. Daarom past de Commissie dit voorschrift sinds 8 juni 2018 toe in haar onderzoeken. Aangezien voor geen van de lopende onderzoeken waarbij dit aan de orde is, de voorlopige of definitieve fase al is bereikt, zal daaraan ook in dit geval pas in het volgende jaarverslag aandacht worden besteed.

II.5    Toetsing door de EU-rechter

In 2018 hebben het Gerecht en het Hof van Justitie 26 uitspraken gedaan op het gebied van handelsbeschermingsinstrumenten: het Gerecht heeft tien arresten gewezen, het Hof van Justitie heeft uitspraak gedaan in 12 hogere voorzieningen en heeft vier prejudiciële beslissingen gegeven. De arresten in kwestie worden beschreven in bijlage S.

In 2018 werden in verband met handelsbeschermingsinstrumenten vijftien nieuwe zaken aanhangig gemaakt (tegen 20 in 2017).

II.6    Tegen de EU gerichte activiteiten van derde landen

Het totale aantal van toepassing zijnde handelsbeschermingsmaatregelen die van invloed zijn op de EU-uitvoer, bedroeg in 2018 174 (tegen 162 in 2017). Verwacht wordt dat deze trend zich in de komende jaren voortzet, mede gezien het grote aantal nieuwe en lopende onderzoeken in 2018 (35, tegen 31 in 2017) in verband waarmee in 2019 mogelijk maatregelen worden ingesteld.

De VS waren goed voor het merendeel van de tegen de EU-uitvoer ingezette handelsbeschermingsinstrumenten, te weten 33 van kracht zijnde maatregelen (26 in 2017). Ten opzichte van 2015 (18 maatregelen) is hier sprake van een toename van 89 %. Indirect heeft dit ook bijgedragen aan de wereldwijde toename van maatregelen, aangezien landen als Turkije of Canada, in reactie op de maatregelen op grond van US Section 232 voor staal, vrijwaringsonderzoeken hebben geopend naar bepaalde staalproducten. Met 133 van de in totaal 174 van kracht zijnde maatregelen blijft antidumping wereldwijd echter het meest gebruikte instrument.

India is de op één na grootste gebruiker van handelsbeschermingsinstrumenten tegen de EU met 21 van kracht zijnde maatregelen (21 in 2017), gevolgd door China met 18 van kracht zijnde maatregelen in 2018 (20 in 2017).

Wat nieuwe onderzoeken betreft, zijn er in 2018 door de VS drie, door India vier en door China twee geopend. Naast deze regelmatige gebruikers heeft een aantal minder frequente gebruikers van handelsbeschermingsinstrumenten bijgedragen aan de opwaartse trend. Dit gold in het bijzonder voor Australië en Argentinië, die in 2018 elk drie nieuwe onderzoeken hebben geopend. Verder dienden zich andere gebruikers aan, zoals de Samenwerkingsraad van de Golf (GCC) met drie lopende onderzoeken, Madagaskar met twee nieuwe vrijwaringsonderzoeken, of Colombia, dat, voor het eerst sinds vijf jaar, in 2018 een onderzoek naar diepgevroren frites heeft geopend.

Wat ingestelde maatregelen betreft, lopen de VS voorop met tien nieuwe maatregelen in 2018, gevolgd door Australië met vier nieuwe maatregelen en India en Turkije met ieder drie nieuwe maatregelen. In 2018 heeft China één nieuwe maatregel ingesteld.

Van alle sectoren was de staalsector opnieuw het voornaamste doelwit, met 12 openingen van de in totaal 37 en 13 nieuwe maatregelen van de in totaal 32. Ook wat het totale aantal in 2018 van kracht zijnde maatregelen betreft, namen staalproducten de belangrijkste plek in: 67 van de 174 maatregelen betroffen staalproducten. Met acht nieuwe onderzoeken die werden geopend, hadden ook chemische stoffen wederom een belangrijk aandeel.

Hoewel de Commissie optreedt in de meeste zaken die tegen de EU zijn gericht, richt zij zich hoofdzakelijk op systemische kwesties en zaken waarvoor de betrokken bedrijfstak uitdrukkelijk om hulp heeft verzocht. Zo heeft de Commissie in 2018 geïntervenieerd in het vrijwaringsonderzoek naar de invoer van melkpoeder en kaas door Chili en in het nieuwe antidumpingonderzoek naar tomaten in blik door Australië. De door Colombia ingestelde rechten op diepgevroren frites vormen een specifieke handelsbelemmering, aangezien het erop lijkt dat de dumpingmarges kunstmatig hoog zijn gehouden door de toepassing van tekortschietende methoden.

In 2018 vormde ook de papierindustrie een specifiek doelwit door onderzoeken die werden ingesteld door India, de Samenwerkingsraad van de Golf en Australië. De Commissie heeft samen met de bedrijfstak van de EU in deze onderzoeken geïntervenieerd en blijft de ontwikkelingen op de voet volgen.

II.7Activiteiten in het kader van de WTO

De Commissie is zich ten volle blijven inzetten om het onderwerp subsidies nadrukkelijker op de WTO-agenda te krijgen. In de loop van 2018 werd in Genève intensief verder onderhandeld over visserijsubsidies. Hoewel er maar weinig vooruitgang werd geboekt, werd een ambitieus werkprogramma voor 2019 goedgekeurd op basis waarvan de WTO-leden de onderhandelingen uiterlijk eind 2019 zouden moeten kunnen afronden.

In 2018 nam de EU deel aan de werkzaamheden van de desbetreffende WTO-comités over handelsbeschermingsinstrumenten, die samenkwamen in april en oktober. In het Antidumpingcomité van de WTO heeft de EU met name geantwoord op de vele vragen die gesteld werden over de veranderingen in de EU-wetgeving inzake handelsbeschermingsinstrumenten. Bovendien heeft de EU haar bezorgdheid geuit over onderzoeken die door derde landen tegen de EU of haar lidstaten zijn ingesteld.

Daarnaast nam de EU deel aan beide vergaderingen van de Antidumpingwerkgroep van de WTO over tenuitvoerlegging. Hier werden onderwerpen besproken als het berekenen van de dumpingmarges of de methoden om in onderzoeken naar het al dan niet verlengen van maatregelen te bepalen hoe waarschijnlijk het is dat dumping en schade zullen worden voortgezet of herhaald.

In het speciale comité van het Comité subsidies en compenserende rechten (SCC) van de WTO werd de kennisgeving van subsidie uit 2017 van de EU besproken. Binnen het reguliere Comité subsidies en compenserende rechten werden bovendien in overleg met de EU, de VS, Canada en Japan de besprekingen voortgezet over de rol die subsidies spelen in het ontstaan van overcapaciteit in verschillende economische sectoren. Verder heeft de EU andere leden herhaaldelijk opgeroepen werk te maken van een grotere transparantie door er bij hen op aan te dringen hun subsidies bij de WTO bekend te maken.

Binnen het Comité vrijwaringsmaatregelen van de WTO heeft de EU een aantal zorgen geuit over vrijwaringsonderzoeken van andere WTO-leden (bv. Chili — melkpoeder en Goudse kaas, de VS — zonnepanelen, of Turkije — behangpapier). Bovendien heeft de EU geantwoord op vragen van andere WTO-leden over het vrijwaringsonderzoek naar bepaalde staalproducten dat zij heeft ingesteld.

II.8    Activiteiten van de raadadviseur-auditeur

In 2018 heeft de raadadviseur-auditeur in totaal 27 verzoeken om inschakeling ontvangen en acht hoorzittingen gehouden. In een aantal gevallen werd het verzoek om inschakeling van de raadadviseur-auditeur tegelijk ingediend met een verzoek om een hoorzitting met de diensten die verantwoordelijk waren voor het onderzoek. De raadadviseur-auditeur nam hierbij het standpunt in dat de belanghebbende zijn zorgen in eerste instantie kenbaar moest maken aan de diensten en dat de raadadviseur-auditeur pas tussenbeide zou komen als zij onderling niet tot een oplossing konden komen. Belanghebbenden die om inschakeling hebben verzocht, zijn daardoor in de meeste gevallen samen met de onderzoeksteams tot een oplossing gekomen.

In 2018 hebben slechts enkele onderzoeken tot verzoeken om inschakeling geleid. Het betrof hier verzoeken van verschillende belanghebbenden ofwel meerdere verzoeken van dezelfde belanghebbende. In de meeste gevallen trokken de belanghebbenden de vaststellingen, feiten en conclusies van het onderzoek in twijfel en in alle gevallen hebben de diensten ermee ingestemd een toelichting te geven of aanvullende informatie te verstrekken. In één vermeldenswaardig geval werd het beleid van de Commissie inzake de bescherming van persoonsgegevens in het kader van het onderzoek door de belanghebbende betwist — dit geval is verwezen naar het bureau van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming. In alle gevallen waarin de raadadviseur-auditeur in 2018 tussenbeide is gekomen, oordeelde hij dat de procedurele rechten van de belanghebbenden in acht waren genomen.

Met de wetswijzigingen is de rol van de raadadviseur-auditeur nu uitdrukkelijk vastgelegd in de antidumpingbasisverordening en de antisubsidiebasisverordening. In dat verband heeft de raadadviseur-auditeur ook een bijdrage geleverd aan de door de Commissie toe te passen procedures om de transparantie te vergroten en de procedurele rechten van belanghebbenden te waarborgen.


(1) Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (PB L 176 van 30.6.2016, blz. 21).
(2) Verordening (EU) 2016/1037 van het Europees Parlement en de Raad betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (PB L 176 van 30.6.2016, blz. 55).
(3) Verordening (EU) 2015/478 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de gemeenschappelijke regeling voor de invoer (PB L 83 van 27.3.2015, blz. 16).
(4) In zaken die vanaf 8 juni 2018 zijn ingeleid, gelden zowel de regels betreffende de nieuwe berekeningsmethode als die inzake de modernisering (die onder meer een korter onderzoektijdvak inhouden). In nieuwe zaken en nieuwe onderzoeken bij het vervallen van maatregelen die tussen 20 december 2017 en 7 juni 2018 zijn ingeleid, zijn de regels betreffende de nieuwe berekeningsmethode van toepassing. In alle overige zaken bleven de 'oude' regels gelden.
(5) Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 14 oktober 2015, "Handel voor iedereen — Naar een meer verantwoord handels- en investeringsbeleid", COM(2015) 497 final.
(6) Bron: EU-verordeningen en formele klachten of verzoeken om een nieuw onderzoek vanuit de industrie.
(7) Bron: EU-verordeningen en WTO.
(8) Er bestaan specifieke regels om de schademarge te berekenen in geval van een verstoring van de grondstofprijzen, die minimaal 17 % van de productiekosten van een goed bedragen. In geval van subsidiëring is de regel van het laagste recht normaal gesproken niet van toepassing.
(9)

   De gegevens over de invoer in het oorspronkelijke OT (onderzoektijdvak) zijn vergeleken met de invoer tussen november 2017 en oktober 2018. Wat banden betreft, zijn de gegevens die beschikbaar waren nadat de maatregelen werden ingesteld (zes maanden) met het oog op de vergelijking geëxtrapoleerd. Zie Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1579 van de Commissie van 18 oktober 2018 (PB L 263 van 22.10.2018, blz. 3).

(10) Gegevens van de Commissie.
(11) Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2179 van de Commissie van 22 november 2017 (PB L 307 van 23.11.2017, blz. 25).
(12) Uitvoeringsverordening (EU) 2017/109 van de Commissie van 23 januari 2017 (PB L 18 van 24.1.2017, blz. 1).
(13) Onder ontwijking van rechten wordt verstaan dat er een wijziging optreedt in de handelsstromen tussen derde landen en de EU ten gevolge van praktijken, processen of activiteiten waarvoor geen toereikende andere oorzaak of economische rechtvaardiging bestaat dan het antidumpingrecht of het compenserend recht.
(14) Van absorptie van rechten kan sprake zijn wanneer na het tijdvak van het oorspronkelijke onderzoek en voor- of nadat maatregelen zijn ingesteld, de uitvoerprijzen zijn gedaald of de wederverkoopprijzen of de latere verkoopprijzen van het ingevoerde product in de EU niet of onvoldoende zijn veranderd.
(15) Werkdocument van de diensten van de Commissie, "Significant Distortions in the Economy of the People’s Republic of China for the Purposes of Trade Defence Investigations", 20 december 2017, SWD(2017) 483 final/2.
(16) Ten tijde van de publicatie van dit verslag was het landenverslag over Rusland nog in voorbereiding.
(17) Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Investeringsbank van 16 maart 2016, "Staal: behoud van duurzame banen en groei in Europa", COM(2016) 155 final.
(18) Uitvoeringsverordening (EU) 2019/159 van de Commissie van 31 januari 2019 (PB L 31 van 1.2.2019, blz. 27).
(19) http://trade.ec.europa.eu/doclib/html/157607.htm
(20) De maatregelen worden per betrokken product en land gerekend, zonder verlengingen.