Artikelen bij COM(2019)155 - Kwaliteit van de in 2018 door de lidstaten verstrekte begrotingsgegevens

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 27.3.2019

COM(2019) 155 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

over de kwaliteit van de in 2018 door de lidstaten verstrekte begrotingsgegevens


VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD


over de kwaliteit van de in 2018 door de lidstaten verstrekte begrotingsgegevens


INHOUD


1. Achtergrond    

2. Belangrijkste bevindingen in verband met de in 2018 verstrekte gegevens over het overheidstekort en de overheidsschuld    

2.1.    Tijdigheid, betrouwbaarheid en volledigheid    

2.1.1.    Tijdigheid    

2.1.2.    Betrouwbaarheid    

2.1.3.    Volledigheid van de tabellen en de ondersteunende informatie    

2.1.4.    Aanvullende tabel betreffende overheidsinterventies ter ondersteuning van de financiële instellingen    

2.1.5.    Vragenlijst over intergouvernementele leningen    

2.2.    Naleving van de boekhoudregels en consistentie van de statistische gegevens    

2.2.1.    Informatie-uitwisseling en verduidelijkingen    

2.2.2.    Contactbezoeken en methodologische bezoeken    

2.2.3.    Specifiek advies van Eurostat    

2.2.4.    Recente methodologische kwesties    

2.2.5.    Consistentie met de onderliggende overheidsrekeningen    

2.3.    Bekendmaking    

2.3.1.    Bekendmaking van totaalcijfers en gedetailleerde rapporteringstabellen    

2.3.2.    Voorbehoud ten aanzien van de kwaliteit van de gegevens    

2.3.3.    Wijzigingen in de verstrekte gegevens    

2.3.4.    Bekendmaking van metagegevens (lijsten)    

3. Conclusies    


1.Achtergrond

Artikel 8, lid 3, van Verordening (EG) nr. 479/2009 van de Raad betreffende de toepassing van het Protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten (PBT) 1 verplicht de Commissie (Eurostat) regelmatig verslag uit te brengen aan het Europees Parlement en de Raad over de kwaliteit van de door de lidstaten ingediende feitelijke 2 begrotingsgegevens. In dit jaarverslag wordt een algemene beoordeling gegeven van de tijdigheid, betrouwbaarheid, volledigheid en consistentie van de gegevens en de naleving van de boekhoudregels. Het vorige verslag (over de gegevens van 2017) is door de Commissie aangenomen op 8 maart 2018. 3

Eurostat beoordeelt regelmatig de kwaliteit van de door de lidstaten verstrekte feitelijke PBT-gegevens en van de onderliggende rekeningen van de sector overheid in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 549/2013 4 (ESR 2010). Deze beoordeling is toegespitst op de factoren die een verklaring vormen voor het overheidsoverschot/-tekort (als percentage van het bbp) en de veranderingen in de verhouding tussen overheidsschuld en bbp. De lidstaten sturen Eurostat deze informatie tweemaal per jaar in de 'PBT-kennisgevingstabellen', de 'vragenlijst betreffende de PBT-kennisgevingstabellen', de 'aanvullende tabel betreffende overheidsinterventies ter ondersteuning van de financiële instellingen', alsmede via bilaterale verduidelijkingen. Om in contact te blijven met de lidstaten legt Eurostat ook regelmatig contactbezoeken af in het kader van de PBT.

Dit verslag is gebaseerd op de belangrijkste bevindingen en resultaten in verband met de door de lidstaten in 2018 verstrekte PBT-gegevens. De nadruk ligt op de recentste gegevens die zijn ingediend in oktober 2018, die in voorkomend geval worden vergeleken met de in april 2018 en in 2017 ingediende gegevens.

2.Belangrijkste bevindingen in verband met de in 2018 verstrekte gegevens over het overheidstekort en de overheidsschuld

2.1.Tijdigheid, betrouwbaarheid en volledigheid

2.1.1.Tijdigheid

De lidstaten moeten tweemaal per jaar, vóór 1 april en vóór 1 oktober, hun feitelijke en voorziene PBT-gegevens bij Eurostat indienen 5 . In 2018 omvatte de PBT-kennisgeving de periode 20142018. Voor 2018 worden de door de nationale autoriteiten voorziene gegevens vermeld, terwijl het voor 20142017 om de feitelijke gegevens gaat 6 . Overeenkomstig artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2009 beoordeelt Eurostat de feitelijke gegevens, maar niet de voorziene gegevens.

Alle lidstaten hebben de indieningsstermijnen voor beide kennisgevingen gehaald.

2.1.2.Betrouwbaarheid

Herzieningen van in oktober 2018 ingediende PBT-kennisgevingen ten opzichte van die van april 2018 waren voornamelijk het gevolg van de bijwerking van brongegevens (vooral werksaldi en belastinggegevens), en methodologische veranderingen zoals herclassificaties van eenheden of transacties.

Door herzieningen van gegevens uit 2017 tussen de kennisgevingen van april en oktober 2018 is het overheidsoverschot/-tekort (als percentage van het bbp) van tien lidstaten verbeterd en dat van acht verslechterd. De grootste positieve herzieningen werden gedaan door Polen, Slowakije, Zweden (+ 0,3 procentpunt elk) en Bulgarije (+ 0,2 procentpunt) en de grootste negatieve herzieningen door Malta ( 0,4 procentpunt), Hongarije en Duitsland ( 0,3 procentpunt elk). De grootste opwaartse bijstellingen van de schuld van 2017, als gevolg van andere redenen dan herziening van het bbp, werden gedaan door Frankrijk (+ 1,7 procentpunt), Bulgarije (+ 0,8 procentpunt), Nederland en Cyprus (+ 0,5 procentpunt elk), België (+ 0,4 procentpunt) en Malta (+ 0,3 procentpunt), terwijl in Denemarken de schuld naar beneden werd bijgesteld ( 0,3 procentpunt).

Herzieningen van het bbp hadden voor verschillende lidstaten een merkbare invloed op de schuldquote. In het bijzonder werden toenames van de schuldquote als gevolg van een bijstelling van het bbp waargenomen bij Slovenië en Ierland (+ 0,5 procentpunt elk), Zweden (+ 0,2 procentpunt), Slowakije en Tsjechië (+ 0,1 procentpunt elk) en dalingen bij 22 lidstaten, waarvan de grootste bij Griekenland ( 2,5 procentpunt), Cyprus ( 1,8 procentpunt), Portugal (- 1,0 procentpunt), Italië en Bulgarije ( 0,6 procentpunt elk).

2.1.3.Volledigheid van de tabellen en de ondersteunende informatie

Het invullen van de rapporteringstabellen is wettelijk verplicht en van wezenlijk belang om Eurostat in staat te stellen de kwaliteit van de gegevens naar behoren te beoordelen. Artikel 8, lid 2 van Verordening (EG) nr. 479/2009 bepaalt dat de lidstaten Eurostat de relevante statistische informatie moeten verstrekken. Deze "omvat in het bijzonder:

a) gegevens van de nationale rekeningen;

b) lijsten;

c) kennisgevingstabellen in het kader van de PBT;

d) aanvullende vragenlijsten en verduidelijkingen in verband met de kennisgevingen."

Er zijn vier belangrijke PBT-kennisgevingstabellen:

-in tabel 1 wordt verslag uitgebracht over het overheidsoverschot/-tekort (in totaal en per overheidssubsector) en schuldniveaus (in totaal 7 en per categorie van financiële instrumenten). Ook wordt informatie verstrekt over het bbp tegen actuele marktprijzen en overheidsuitgaven voor bruto-investeringen in vaste activa en voor rentebetalingen;

-de gegevens in tabellen 2A tot en met 2D verklaren de overgang tussen nationale definities van overheidssaldo ("werksaldi" volgens de methoden van de nationale rekeningen) en het tekort/overschot van elke subsector van de overheid ("vorderingenoverschot/vorderingentekort" volgens de methoden van de nationale rekeningen) 8 ;

-de gegevens in de tabellen 3A tot en met 3D verklaren de bijdragen van het overheidstekort/-overschot en de andere relevante factoren aan de variatie in het schuldniveau van overheden en de consolidering van schulden; en

-tabel 4 bevat voornamelijk gegevens over handelskredieten en voorschotten 9 .

In 2018 betreffen de PBT-tabellen 1 en 2 de jaren 20142018 10 en de andere tabellen betreffen de jaren 20142017.

In april en oktober hebben alle lidstaten alle PBT-kennisgevingstabellen 11 bij Eurostat ingediend. Bij de indieningsronde van oktober hebben ze voor PBT-tabel 1 volledige gegevens verstrekt en voor PBT-tabel 2 gegevens over het verband tussen het werksaldo en het PBT-overschot/-tekort voor alle subsectoren. Een aantal landen (Duitsland, Oostenrijk) meldde niet alle overgangsposten zoals gevraagd in het model en sommige maakten melding van restovergangsposten (Duitsland, Finland, Italië, Nederland en Zweden).

Sommige lidstaten hebben in PBT-tabel 3 niet alle uitsplitsingen gemaakt, in het bijzonder voor de plaatselijke overheid.

De stand van alle handelskredieten en voorschotten van de overheid moet in PBT-tabel 4 worden ingevuld. Nog niet alle lidstaten hebben echter volledige informatie verschaft over alle subsectoren van de overheid evenals binnen de subsectoren. Sommige lidstaten gaven aan dat hun gegevens voorlopig of geschat waren. De gegevens voor België, Bulgarije, Cyprus, Duitsland, Frankrijk, Ierland, Italië, Luxemburg, Malta, Nederland, Polen en het Verenigd Koninkrijk kunnen dan ook worden herzien in toekomstige kennisgevingen.

De volledigheid van de PBT-tabellen is nog steeds voor verbetering vatbaar, maar de nog niet opgeloste problemen hebben naar verwachting slechts een klein effect op de kwaliteit van de gegevens.

Alle lidstaten hebben antwoorden op de 'vragenlijst betreffende de PBT-kennisgevingstabellen' ingediend 12 . Hoewel de dekking en de kwaliteit van de antwoorden opnieuw zijn verbeterd, moet op deze punten verdere vooruitgang worden geboekt, aangezien sommige lidstaten niet alle verlangde informatie hebben verstrekt. Dit geldt in het bijzonder voor gegevens over kwijtschelding door de centrale overheid van vorderingen en schulden, de uitsplitsing van de rubriek 'overige vorderingen/schulden', de boeking van door de overheid verstrekte garanties (voornamelijk wat betreft lokale overheden) en gegevens over kapitaalinjecties.

2.1.4.Aanvullende tabel betreffende overheidsinterventies ter ondersteuning van de financiële instellingen 

Sinds 15 juli 2009 verzamelt Eurostat een reeks aanvullende gegevens over overheidsinterventies ter ondersteuning van financiële instellingen. De in 2018 verzamelde gegevens hadden betrekking op de periode 20072017. Op vijf na (Estland, Malta, Polen, Roemenië en Slowakije) maakten alle lidstaten melding van in die periode ondernomen overheidsinterventies. De enige interventies die in Finland (2008) en Tsjechië (20132015) werden ondernomen, betroffen voorwaardelijke verbintenissen. In 2017 meldden de meeste landen dat overheidsinterventies ter ondersteuning van financiële instellingen een beperkte of neutrale uitwerking hadden op de toename van hun tekorten, met uitzondering van Portugal, Italië en Cyprus, waar deze uitwerking groter was. Eind 2017 kenden Griekenland, Cyprus en Ierland de grootste geaccumuleerde uitwerking op de overheidsschuld.

Samen met het PBT-persbericht publiceerde Eurostat een achtergrondnota 13 over overheidsinterventies ter ondersteuning van financiële instellingen met meer informatie over de inhoud van de aanvullende tabel en de bevindingen daarvan. 

2.1.5.Vragenlijst over intergouvernementele leningen

De lidstaten verstrekken gegevens over bilaterale intergouvernementele leningen, meestal in het kader van financiële steunprogramma's. Deze gegevens en verdere informatie over de Europese Faciliteit voor financiële stabiliteit maken ook deel uit van het PBT-persbericht. Voor 20142017 betroffen de gegevens voornamelijk leningen aan Griekenland, Ierland en Portugal.

De bilaterale intergouvernementele leningen worden in mindering gebracht bij de berekening van de EU-28- en eurozone-aggregaten voor de overheidsschuld ("Maastrichtschuld"), aangezien beide op geconsolideerde basis worden vermeld.

2.2.Naleving van de boekhoudregels en consistentie van de statistische gegevens

2.2.1.Informatie-uitwisseling en verduidelijkingen

Tijdens de drie weken van de kennisgevingsperiode tussen de indieningstermijnen van de lente/herfst en de bekendmaking van de gegevens nam Eurostat contact op met alle nationale statistische instanties om nadere informatie te vragen en de toepassing van de boekhoudregels voor specifieke transacties te verduidelijken. Er vond een intensieve correspondentie plaats.

Voor de indieningstermijn van de herfst is een eerste reeks verzoeken om verduidelijking tegen 5 oktober naar alle lidstaten verzonden, gevolgd door een tweede reeks tegen 12 oktober; een derde reeks verzoeken is naar 16 lidstaten verzonden en een vierde naar één. Eurostat heeft bepaalde lidstaten verzocht om herziene 'PBT-kennisgevingstabellen', herziene tabellen over de onderliggende overheidsrekeningen (d.w.z. jaarrekeningen van uitgaven en inkomsten, en financiële en niet-financiële kwartaalrekeningen) en de herziene 'vragenlijst betreffende de PBT-kennisgevingstabellen' te verstrekken. In de meeste gevallen betroffen de veranderingen in de gegevens de correctie van technische fouten, interne inconsistenties en aanpassingen. Enkele wijzigingen waren het gevolg van bijwerkingen van de brongegevens voor feitelijke en voorziene gegevens.

2.2.2.Contactbezoeken en methodologische bezoeken

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 479/2009 legt Eurostat contactbezoeken en methodologische bezoeken af in de lidstaten. Vertegenwoordigers van DG ECFIN en de Europese Centrale Bank nemen als waarnemers deel aan dergelijke bezoeken.

Tijdens regelmatige contactbezoeken aan de lidstaten (ten minste om de twee jaar) beoordeelt Eurostat de verstrekte gegevens, onderzoekt het de methoden, bespreekt het de in de lijsten omschreven statistische processen en bronnen en gaat het na of de boekhoudregels worden nageleefd (afbakening van de overheid, het moment van de registratie en de classificatie van overheidstransacties en -schulden).

Methodologische bezoeken vinden alleen plaats in uitzonderlijke gevallen waarin onmiskenbaar is vastgesteld dat er sprake is van significante risico's of problemen met de kwaliteit van gegevens.

Ad hoc- of technische bezoeken kunnen ook worden georganiseerd indien Eurostat een bepaalde belangrijke kwestie aan de orde stelt bij een lidstaat die alleen via een vergadering met de betrokken autoriteiten kan worden opgelost.

In 2018 heeft Eurostat de volgende PBT-contactbezoeken afgelegd: België, Bulgarije, Duitsland, Finland, Griekenland (tweemaal), Italië, Kroatië, Litouwen, Malta, Nederland, Polen en Roemenië. Ook werden er ad hoc-bezoeken afgelegd in Frankrijk en Spanje, en één technisch bezoek in IJsland. Er zijn geen methodologische bezoeken afgelegd.

De uiteindelijke bevindingen van elk contactbezoek worden, samen met de overeengekomen actiepunten en de stand van zaken, toegezonden aan het Economisch en Financieel Comité en bekendgemaakt op de website van Eurostat 14 . De contactbezoeken en de uitvoering van dergelijke actiepunten heeft in de loop van de tijd geleid tot aanzienlijke verbeteringen in de gegevenskwaliteit.

2.2.3.Specifiek advies van Eurostat

De lidstaten overleggen regelmatig met Eurostat om boekhoudkundige kwesties in de nationale rekeningen met betrekking tot toekomstige of eerdere transacties te verduidelijken. Eurostat verleent advies volgens de gepubliceerde richtsnoeren 15 . In het belang van de transparantie publiceert Eurostat sinds juli 2016 al zijn adviesbrieven 16 , zonder voorafgaande toestemming van de betrokken lidstaat zoals dat werd gedaan tot op dat moment. In 2018 publiceerde het 21 adviesbrieven.

2.2.4.Recente methodologische kwesties

Eurostat controleert de toepassing van de regels van ESR 2010 en zijn methodologische besluiten door een analyse te maken van de door de lidstaten in de PBT-tabellen en de in de 'vragenlijst betreffende de PBT-kennisgevingstabellen' verstrekte gegevens en door gesprekken te voeren met de nationale statistische instanties tijdens de PBT-contactbezoeken.

Het biedt aanvullende methodologische richtsnoeren over de boekhoudregels voor PBT-statistieken en statistieken betreffende overheidsfinanciën, die de algemene regels van ESR 2010 aanvullen. Richtsnoeren worden onder de verantwoordelijkheid van Eurostat gepubliceerd na raadpleging van de nationale statistische instanties. Ook toelichtingen ter verduidelijking van de boekhoudregels voor een aantal zeer specifieke kwesties worden onder de verantwoordelijkheid van Eurostat gepubliceerd.

Op 8 mei 2018 heeft Eurostat een handleiding 17 gepubliceerd over de statistische behandeling van energieprestatiecontracten.

Kwesties die in bestaande handboeken en richtsnoeren onvoldoende aan bod zijn gekomen, werden verder geanalyseerd en besproken in technische werkgroepen en taskforces.

Naast de twee reguliere vergaderingen van de werkgroep inzake PBT-statistieken heeft Eurostat drie taskforcevergaderingen georganiseerd (twee over methodologische PBT-kwesties en één over statistieken betreffende overheidsfinanciën).

In vervolg op de conclusies van de Ecofin-Raad van november 2017 heeft Eurostat de effectiviteit van de nieuwe 'Procedures voor de ontwikkeling en toepassing van methoden ter ondersteuning van PBT-gegevens' 18 na één jaar geanalyseerd. Daarbij is vooral gekeken naar de toepassing daarvan bij het uitwerken van de diverse soorten methodologische richtsnoeren ter interpretatie van en ter aanvulling op ESR 2010. Uit de conclusies van de Ecofin-Raad uit november 2018 over EU-statistieken 19 bleek dat de Raad verheugd was over de vooruitgang die is geboekt met de gestructureerde en planmatige invoering van methodologische wijzigingen en met de nieuwe procedures betreffende de nieuwe richtsnoeren. Eurostat blijft samen met de lidstaten werken aan het aanvullen en verduidelijken van de bestaande procedures voor PBT-gegevens om te waarborgen dat deze effectief worden toegepast.

Op 22 februari 2017 heeft de Commissie haar verslag 20 over het onderzoek naar de manipulatie van statistieken in Oostenrijk als bedoeld in Verordening (EU) nr. 1173/2011 21 en een Voorstel 22 voor een uitvoeringsbesluit van de Raad tot het opleggen van een boete aan Oostenrijk wegens manipulatie van gegevens over schulden in de deelstaat Salzburg goedgekeurd. Krachtens artikel 8, lid 1 van de Verordening heeft de Raad het uitvoeringsbesluit 23 op 28 mei 2018 goedgekeurd en Oostenrijk een boete van 26,82 miljoen EUR opgelegd wegens de verkeerde voorstelling van gegevens over overheidsschulden als gevolg van ernstige nalatigheid van drie overheidsinstellingen.

2.2.5.Consistentie met de onderliggende overheidsrekeningen

De bij Verordening (EG) nr. 479/2009 vastgestelde indieningstermijnen van 1 april en 1 oktober zijn ingevoerd met het oog op consistentie met de onderliggende jaar- en kwartaalrekeningen van de sector overheid, waarvan de cijfers in het kader van het ESR in verschillende tabellen bij Eurostat zijn verstrekt. Met name de totale uitgaven en inkomsten van de overheid moeten overeenstemmen met de verstrekte cijfers over het PBT-overschot/-tekort.

De PBT-gegevens stemden grotendeels overeen met de in het kader van ESR 2010 gemelde gegevens over overheidsrekeningen, hoewel er enige bezorgdheid bestaat over de financiële balansen (standen) en de financiële kwartaalrekeningen van de sector overheid (ESR-tabel 27). Om de consistentie van PBT-tabellen 3 met ESR-tabel 27 te verbeteren zijn verdere inspanningen door sommige lidstaten nodig.

Er bestaan aanzienlijke onverenigbaarheden met betrekking tot het saldo financiële transacties van een aantal jaren voor Griekenland, aangezien de financiële rekeningen die door de Bank of Greece worden verstrekt, niet stroken met de door Elstat verstrekte PBT-gegevens. De Bank of Greece heeft de richtsnoeren van Eurostat met betrekking tot de registratie in het ESR 2010 niet gevolgd op een aantal punten. In oktober 2015 heeft Eurostat besloten om ESR-tabel 27 voor Griekenland niet te publiceren totdat de problemen waren opgelost.

Er zijn ook duidelijke inconsistenties vastgesteld voor Frankrijk bij de registratie van overige vorderingen voor de centrale overheid en socialezekerheidsfondsen in 2017.

Voor Duitsland, Portugal (20142017) en Spanje (20142016) geldt dat de indiening van statistische verschillen in de kennisgevingstabellen van oktober 2018 afwijkt van de standaard voor ESR-tabel 27 en dit leidt tot aanzienlijke verschillen voor alle jaren.

De door de lidstaten verstrekte gegevens met betrekking tot overschot/tekort, bruto-investeringen in vaste activa en rente-uitgaven stemden volledig overeen met de jaar- en kwartaalgegevens over de overheidsuitgaven en -inkomsten (ESR-tabellen 2 en 25). Ook de gegevens met betrekking tot de jaarlijkse schuld en de driemaandelijkse overheidsschuld (ESR-tabel 28) stemden voor alle lidstaten volledig overeen.

2.3.Bekendmaking

2.3.1.Bekendmaking van totaalcijfers en gedetailleerde rapporteringstabellen

Overeenkomstig artikel 14, lid 1 van Verordening (EG) nr. 479/2009 "verstrekt de Commissie (Eurostat) de gegevens over het feitelijke overheidstekort en de feitelijke overheidsschuld en de onderliggende overheidsrekeningen met het oog op de toepassing van het Protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten binnen drie weken na de […] indieningstermijnen […]. De gegevens worden verstrekt door ze bekend te maken".

Eurostat heeft de gegevens over het overheidstekort en de overheidsschuld op 23 april 24 en op 22 oktober 25 op zijn website bekendgemaakt, samen met alle definitieve rapporteringstabellen 26 die door de lidstaten waren ingediend, en heeft ook opmerkingen gemaakt over:

-de stock-flow adjustment;

-overheidsinterventies ter ondersteuning van de financiële instellingen;

-de stand van de passiva van handelskredieten en voorschotten; en

-herzieningen van het overheidsoverschot/-tekort en de overheidsschuld.

Voorts is een persbericht gepubliceerd over de driemaandelijkse 'Maastrichtschuld', op een tijdstip rond t+115 27  dagen, en een persbericht over de driemaandelijkse ontwikkeling van het overheidstekort.

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 479/2009 moeten de lidstaten hun feitelijke gegevens over hun tekorten en schulden bekendmaken. Alle lidstaten maken tekort- en schuldcijfers op nationaal niveau bekend. De meeste hebben aan Eurostat meegedeeld dat zij al hun PBT-tabellen bekendmaken. Vijf lidstaten (Bulgarije, Italië, Luxemburg, Polen en Slowakije) maakten slechts enkele PBT-tabellen bekend. Frankrijk heeft de tekort- en schuldcijfers wel op nationaal niveau bekendgemaakt, maar niet in de vorm van PBT-tabellen.

2.3.2.Voorbehoud ten aanzien van de kwaliteit van de gegevens

April 2018

Eurostat heeft zijn voorbehoud inzake de kwaliteit van door Hongarije en Frankrijk verstrekte gegevens gehandhaafd. Het voorbehoud inzake de kwaliteit van door Hongarije verstrekte gegevens met betrekking tot de sectorclassificatie van stichtingen door de nationale bank van Hongarije werd gehandhaafd, terwijl het voorbehoud inzake de sectorclassificatie van Eximbank is ingetrokken. Het voorbehoud inzake de kwaliteit van door Frankrijk verstrekte gegevens is bijgesteld in vergelijking met het persbericht uit oktober 2017 met betrekking tot de sectorclassificatie door het Agence Française de Développement en de behandeling van de kapitaalinjecties in AREVA.

Eurostat heeft het voorbehoud over de kwaliteit van de door België ingediende gegevens met betrekking tot de sectorclassificatie van ziekenhuizen ingetrokken in afwachting van de resultaten van het lopende overleg over deze kwestie op EU-niveau.

Oktober 2018

Eurostat heeft het voorbehoud over de kwaliteit van de door Hongarije ingediende gegevens met betrekking tot de sectorclassificatie van stichtingen door de nationale bank van Hongarije gehandhaafd.

Eurostat heeft het voorbehoud over de kwaliteit van de door Frankrijk ingediende gegevens met betrekking tot de sectorclassificatie door het Agence Française de Développement en de behandeling van de kapitaalinjecties in AREVA ingetrokken.

2.3.3.Wijzigingen in de verstrekte gegevens

Eurostat heeft geen wijzigingen aangebracht aan de gegevens die door de lidstaten in de PBT-kennisgevingen van april of oktober 2018 zijn ingediend.

2.3.4.Bekendmaking van metagegevens (lijsten) 28

Verordening (EG) nr. 479/2009 stelt dat de PBT-lijsten deel uitmaken van de statistische gegevens die de lidstaten moeten verstrekken. Ook is bepaald dat de lijsten op nationaal niveau moeten worden bekendgemaakt.

In 2014 is de indeling van de PBT-lijsten verbeterd (structuur en mate van gedetailleerdheid werden aangepast) en is met de lidstaten overeenstemming bereikt over het nieuwe lijstmodel voor ESR 2010. Eind 2018 had Eurostat herziene lijsten voor 24 lidstaten bekendgemaakt. De overige vier lidstaten (Frankrijk, Ierland, Luxemburg en Nederland) hebben een ontwerp-PBT-lijst in de nieuwe indeling aan Eurostat verstrekt en verdere vooruitgang wordt verwacht.

3.Conclusies

Eurostat erkent dat verdere algemene verbeteringen zijn bereikt wat de consistentie en volledigheid van de verstrekte begrotingsgegevens betreft. Toch moet de kwaliteit van de begrotingsgegevens verder worden verbeterd. In 2018 heeft Eurostat gewerkt aan de verbetering van de kwaliteit van de begrotingsgegevens door tijdens de beoordeling van de PBT-kennisgevingen bilaterale verduidelijkingen te vragen en door tussen kennisgevingen door meer contact met de lidstaten te zoeken en meer met hen te overleggen. De publicatie van alle methodologische adviesbrieven van Eurostat is de kennisuitwisseling en de transparantie ten goede gekomen. Hetzelfde geldt voor zijn bredere communicatie-inspanningen tussen gebruikers en producenten van statistieken met betrekking tot methodologische ontwikkelingen.

Er blijven consistentieproblemen bestaan met betrekking tot de financiële kwartaalrekeningen van sommige lidstaten, in het bijzonder van Griekenland.

Eurostat heeft (in april en oktober) het voorbehoud gehandhaafd inzake de kwaliteit van de gegevens die respectievelijk Frankrijk en Hongarije in de PBT-kennisgevingen hadden gerapporteerd. Eurostat heeft het voorbehoud voor België en voor Frankrijk ingetrokken (respectievelijk in april en in oktober).

De algemene conclusie van Eurostat luidt dat de kwaliteit van verslaglegging over de begrotingsgegevens in 2018 verder is verbeterd. In het algemeen hebben de lidstaten meer volledige informatie van betere kwaliteit verstrekt in de PBT-kennisgevingstabellen en in andere relevante statistische rapportages.


(1)

   Verordening (EG) nr. 479/2009 van de Raad betreffende de toepassing van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten (PBT) (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 1)

(2)

Gegevens voor de laatste vier jaar, zoals aangegeven in artikel 3, lid 2 van Verordening (EG) nr. 479/2009

(3)

   COM(2018) 112 final

(4)

   Verordening (EU) nr. 549/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie (ESR 2010) (PB L 174 van 26.6.2013, blz. 1)

(5)

   Artikel 3, leden 1 en 3, van Verordening (EG) nr. 479/2009.

(6)

   Feitelijke gegevens kunnen geschat, voorlopig, semi-definitief of definitief zijn

(7)

     In het aan het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie gehechte Protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten wordt overheidsschuld als volgt gedefinieerd: de totale aan het eind van het jaar uitstaande geconsolideerde brutoschuld van de hele sector overheid (tegen nominale waarde). Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 479/2009 omvat de overheidsschuld chartaal geld en deposito’s (AF.2), schuldbewijzen (AF.3) en leningen (AF.4) zoals gedefinieerd in ESR 2010.

(8)

     Artikel 3, lid 2 van Verordening (EG) nr. 479/2009

(9)

   Zie de verklaringen bij de Raadsnotulen van 22 november 1993;    
https://webgate.ec.europa.eu/fpfis/mwikis/gfs/images/e/e7/Statements_9817.en93.pdf

(10)

   In Verordening (EG) nr. 479/2009 wordt alleen de verstrekking door de lidstaten van voorziene gegevens in de tabellen 1 en 2A expliciet voorgeschreven.

(11)

   De PBT-kennisgevingstabellen van de lidstaten zijn te vinden op de website van Eurostat:    
http://ec.europa.eu/eurostat/web/government-finance-statistics/excessive-deficit-procedure/edp-notification-tables

(12)

   De vragenlijst bestaat uit 13 onderdelen, waarin wordt gevraagd om kwantitatieve en wat kwalitatieve informatie op diverse gebieden, bijv. transacties in verband met belastingen en sociale premies en met de EU, aankoop van militaire uitrusting, overheidsgaranties, kwijtschelding van schulden, kapitaalinjecties door de overheid in overheidsondernemingen, publiekprivate partnerschappen, omleiding van transacties, enz.

(13)

    https://ec.europa.eu/eurostat/documents/1015035/9306957/Background-note-on-gov-interventions-Oct2018.pdf  

(14)

      http://ec.europa.eu/eurostat/web/government-finance-statistics/excessive-deficit-procedure/eurostat-edp-visits-to-member-states

(15)

      http://ec.europa.eu/eurostat/web/government-finance-statistics/methodology/guidance-on-accounting-rules

(16)

      http://ec.europa.eu/eurostat/web/government-finance-statistics/methodology/advice-to-member-states

(17)

https://ec.europa.eu/eurostat/documents/1015035/8885635/guide_to_statistical_treatment_of_epcs_en.pdf  

(18)

https://ec.europa.eu/eurostat/documents/1015035/2041329/Procedures-Dev-and-Implt-Methodology-EDP-data.pdf  

(19)

http://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-13865-2018-INIT/nlpdf

(20)

COM(2017) 94 final.

(21)

Verordening (EU) nr. 1173/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 inzake de effectieve handhaving van het begrotingstoezicht in het eurogebied (PB L 306 van 23.11.2011, blz. 1).

(22)

COM(2017) 93 final.

(23)

Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/818 van de Raad van 28 mei 2018 tot het opleggen van een boete aan Oostenrijk wegens manipulatie van gegevens over schulden in de deelstaat Salzburg

(24)

    https://ec.europa.eu/eurostat/documents/2995521/8824490/2-23042018-AP-EN.pdf

(25)

    https://ec.europa.eu/eurostat/documents/2995521/9328077/2-22102018-AP-EN.pdf  

(26)

      http://ec.europa.eu/eurostat/web/government-finance-statistics/excessive-deficit-procedure/edp-notification-tables

(27)

     "t" verwijst naar het eind van de periode waarop de rapportage betrekking heeft.

(28)

   Lijsten van de methoden, procedures en bronnen die worden gebruikt om de feitelijke gegevens over tekorten en schulden en de daaraan ten grondslag liggende overheidsrekeningen op te stellen.