Artikelen bij COM(2020)222 - Tweede beoordeling van de toepassing van de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 8.5.2020

COM(2020) 222 final

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE EUROPESE RAAD EN DE RAAD

over de tweede beoordeling van de toepassing van de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU


I    Inleiding

Op 10 maart 2020 hebben de staatshoofden en regeringsleiders van de Europese Unie benadrukt dat voor COVID-19 op Europees niveau een gemeenschappelijke aanpak en nauwe coördinatie met de Europese Commissie vereist zijn.

De Commissie heeft op 16 maart 2020 een mededeling aan het Europees Parlement, de Europese Raad en de Raad over tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU 1 vastgesteld. In die mededeling beval de Commissie de Europese Raad aan om op te treden met het oog op een snelle vaststelling, door de staatshoofden en regeringsleiders van de Schengenlidstaten en hun tegenhangers in de geassocieerde Schengenlanden, van een tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen vanuit derde landen naar het EU+-gebied 2 .

Op 17 maart 2020 zijn de voornoemde landen het eens geworden over gecoördineerd optreden aan de buitengrenzen op basis van de aanbeveling van de Commissie. Sindsdien hebben alle EU-lidstaten (met uitzondering van Ierland) en de geassocieerde Schengenlanden 3 nationale besluiten tot uitvoering van de reisbeperking vastgesteld.

Om de lidstaten assistentie te bieden, heeft de Commissie op 30 maart 2020 een leidraad opgesteld voor de wijze waarop de tijdelijke reisbeperkingen moeten worden toegepast en reizigers uit Europa vanuit de hele wereld kunnen worden gerepatrieerd, en de aanpak die geboden is als mensen door de reisbeperkingen de voor hun visum toegestane verblijfsduur hebben overschreden 4 . Die leidraad is opgesteld met input van het Europees Grens- en kustwachtagentschap (Frontex), het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) en Europol.

Op 8 april 2020 heeft de Commissie als vervolg op de mededeling van 16 maart een mededeling vastgesteld over de beoordeling van de toepassing van de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU 5 . In die mededeling verzocht de Commissie de Schengenlidstaten en de geassocieerde Schengenlanden om de toepassing van de beperking van niet-essentiële reizen vanuit derde landen naar het EU+-gebied met nog eens 30 dagen te verlengen, d.w.z. tot en met 15 mei 2020.

De tijdelijke reisbeperking is van toepassing op alle niet-essentiële reizen van derde landen naar het EU+-gebied. Om echter de rechten van EU-burgers, burgers van de geassocieerde Schengenlanden 6 , hun familieleden en onderdanen van derde landen die legaal in de EU verblijven, te beschermen, zijn die personen vrijgesteld van de beperking van niet-essentiële reizen, zodat zij naar huis kunnen terugkeren. Om de impact op het functioneren van onze samenlevingen tot het noodzakelijke minimum te beperken, werd de lidstaten bovendien aanbevolen de beperkingen niet toe te passen op specifieke categorieën reizigers met een essentiële functie of behoefte 7 .

Aangezien de aanbevolen periode voor de reisbeperkingen aan de buitengrenzen op 15 mei 2020 afloopt, wordt in deze mededeling beoordeeld of een verdere verlenging noodzakelijk en gerechtvaardigd is.

II    Ontwikkelingen sinds de mededeling van 8 april 2020 over de beoordeling van de reisbeperking


De reisbeperkingen aan de buitengrenzen zijn bedoeld om het risico van de verspreiding van de ziekte door reizen naar de EU te beperken. In de maand april is het wereldwijde reisverkeer zowel van en naar de EU als binnen de EU nog steeds uiterst beperkt gebleven. Eurocontrol meldde op 3 mei 2020 8 dat er 27 754 vluchten minder waren verzorgd in vergelijking met 2019, dat wil zeggen een daling van 91% 9 . De nog uitgevoerde vluchten zijn momenteel hoofdzakelijk beperkt tot vrachtvervoer. Andere vormen van vervoer, zoals dat per veerboot, bus en spoor, vertonen vergelijkbare trends.


Sommige EU-landen en geassocieerde Schengenlanden nemen de eerste voorzichtige stappen naar versoepeling van de maatregelen inzake social distancing op hun grondgebied, maar de algemene doelstelling om de verspreiding van het coronavirus door beperking van de sociale interactie in te dammen, is nog steeds van kracht. Bovendien is de situatie in Europa en wereldwijd nog steeds zeer precair en kan niet worden uitgesloten dat maatregelen opnieuw moeten worden ingevoerd, mocht het aantal infecties weer toenemen.

Op 15 april 2020 hebben de voorzitter van de Europese Commissie en de voorzitter van de Europese Raad een gezamenlijk Europees stappenplan voor de opheffing van de inperkingsmaatregelen in verband met COVID-19 voorgesteld 10 . Dit gezamenlijke stappenplan behelst een gefaseerde aanpak van de openstelling van de binnengrenzen en de buitengrenzen, die uiteindelijk moet leiden tot een terugkeer naar het vrije verkeer en het normale functioneren van het Schengengebied, zonder beperkingen. Om te beginnen moeten de controles aan de binnengrenzen op gecoördineerde wijze geleidelijk worden opgeheven, voordat in een tweede fase de tijdelijke beperkingen aan de buitengrenzen kunnen worden versoepeld en het niet-essentiële reisverkeer van personen van buiten de EU naar de EU weer kan worden toegestaan.

Om de ernstige problemen aan te pakken die door de herinvoering van controles aan de binnengrenzen en door de reisbeperkingen zijn veroorzaakt en om de gevolgen voor de werking van de interne markt te beperken, heeft de Commissie alle noodzakelijke middelen ingezet en voor coördinatie op EU-niveau gezorgd. Daarnaast heeft de Commissie praktische richtsnoeren gepresenteerd om de continuïteit van de essentiële goederenstroom binnen de EU te waarborgen via green lanes 11 , luchtvrachtactiviteiten te faciliteren 12 en de uitoefening van het recht op vrij verkeer van werknemers te waarborgen 13 . Deze richtsnoeren hebben bijgedragen tot een aanzienlijke vermindering van de impact van de beperkingen op de eengemaakte markt en het vrije verkeer en moeten worden toegepast totdat de controles aan de binnengrenzen zijn opgeheven.

III    Verlenging van de tijdelijke beperking van reizen naar het EU+-gebied

Zoals eerder vermeld, hebben enkele lidstaten eerste stappen gezet in de richting van versoepeling van de inperkingsmaatregelen die zijn getroffen om de verspreiding van de pandemie te remmen. Het is echter cruciaal dat een dergelijke versoepeling geleidelijk wordt uitgevoerd, zodat de inperkingsmaatregelen niet allemaal tegelijk worden opgeheven. Ook moet er tussen de verschillende fasen voldoende tijd verlopen, aangezien de effecten van elke maatregel niet onmiddellijk meetbaar zullen zijn. Hoewel de epidemiologische situatie binnen de EU al enige stabilisering begint te vertonen en tot voorzichtig optimisme aanleiding geeft, blijft het risico van hernieuwde infecties binnen de samenleving bestaan, met name als de maatregelen te snel en ongecoördineerd worden opgeheven. Bovendien is de situatie in veel derde landen nog steeds precair, en dat geldt ook voor landen waarvan het reizigersverkeer van en naar de EU in normale omstandigheden aanzienlijk is, terwijl veel landen en regio’s zich bevinden in eerdere stadia van blootstelling aan het virus dan Europa.

Ter aanvulling van de inspanningen die de EU en de Schengenlanden zich getroosten om de verspreiding van COVID-19 in te dammen door beperking van de sociale interactie, blijft het noodzakelijk tegelijkertijd en op gecoördineerde wijze maatregelen te nemen aan de buitengrenzen van het EU+-gebied. Willen die maatregelen hun doel bereiken, dan moeten ze door alle EU-landen en alle Schengenlanden aan alle buitengrenzen op eenvormige wijze en met dezelfde einddatum worden uitgevoerd.

Daarom verzoekt de Commissie de Schengenlidstaten en de geassocieerde Schengenlanden om de beperking van niet-essentiële reizen vanuit derde landen naar het EU+-gebied met nog eens 30 dagen te verlengen, d.w.z. tot en met 15 juni 2020. Verdere verlenging van deze periode dient de komende weken te worden beoordeeld in het licht van de verdere ontwikkeling van de epidemiologische situatie binnen en buiten de EU.

De verlenging van de tijdelijke reisbeperking dient hetzelfde toepassingsgebied te hebben als de mededelingen van de Commissie van 16 maart en 8 april 2020. Bij de toepassing van de tijdelijke reisbeperking dienen de lidstaten de leidraad te volgen die de Commissie op 30 maart 2020 heeft vastgesteld. De Commissie wijst nogmaals op punt 15 van haar mededeling over de toepassing van green lanes van 23 maart 2020 en roept alle staten en actoren op om te blijven samenwerken en de richtsnoeren inzake green lanes aan de buitengrenzen zoveel mogelijk toe te passen.

(1) COM(2020) 115 van 16 maart 2020.
(2) Onder het “EU+-gebied” worden alle Schengenlidstaten (met inbegrip van Bulgarije, Kroatië, Cyprus en Roemenië) en de vier geassocieerde Schengenlanden verstaan. Ook Ierland en het Verenigd Koninkrijk kunnen hiertoe worden gerekend, mochten zij besluiten zich erbij aan te sluiten.
(3) IJsland, Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland.
(4) C(2020) 2050 van 30 maart 2020.
(5) COM(2020) 148 van 8 april 2020.
(6) Met inbegrip van onderdanen van het Verenigd Koninkrijk en onderdanen van de deelnemende landen van het Uniemechanisme voor civiele bescherming (Servië, Montenegro, Noord-Macedonië en Turkije) bij repatriëring in het kader van het mechanisme.
(7) Die categorieën omvatten:
(8) Bij Eurocontrol zijn wereldwijd 41 landen aangesloten.
(9) www.eurocontrol.int
(10) https://ec.europa.eu/info/sites/info/files/joint_eu_roadmap_lifting_covid19_containment_measures_nl.pdf
(11) C(2020) 1897 van 23 maart 2020.
(12) C(2020) 2010 van 26 maart 2020.
(13) C(2020) 2051 van 30 maart 2020.