Artikelen bij COM(2020)529 - Update verscherpt toezicht - Griekenland, mei 2020

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2020)529 - Update verscherpt toezicht - Griekenland, mei 2020.
document COM(2020)529 NLEN
datum 20 mei 2020
EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 20.5.2020

COM(2020) 529 final

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

Update verscherpt toezicht - Griekenland, mei 2020

{SWD(2020) 91 final}


Achtergrond

De economische ontwikkelingen en het beleid in Griekenland worden gemonitord in het kader van zowel het Europees Semester voor de coördinatie van het economisch beleid als het raamwerk voor verscherpt toezicht overeenkomstig Verordening (EU) nr. 472/2013 ( 1 ). Met het verscherpt toezicht voor Griekenland ( 2 ) wordt rekening gehouden met het feit dat Griekenland maatregelen moet blijven doorvoeren om de (potentiële) oorzaken van de economische en financiële moeilijkheden aan te pakken, en tegelijkertijd structurele hervormingen moet doorvoeren om een robuuste en duurzame economische groei te ondersteunen.

Verscherpt toezicht biedt een omvattend raamwerk om de economische ontwikkelingen te monitoren en het beleid te voeren dat nodig is om voor een duurzaam economisch herstel te zorgen. Zo kunnen recente economische en financiële ontwikkelingen in Griekenland op regelmatige basis worden beoordeeld, kunnen de financieringsvoorwaarden voor overheidsschuld worden gemonitord en kan de schuldhoudbaarheidsanalyse worden geactualiseerd. Verscherpt toezicht biedt tevens een raamwerk voor de evaluatie van de algemene toezegging die Griekenland op 22 juni 2018 aan de Eurogroep heeft gedaan om de hervormingen die in het kader van het programma van het Europees Stabiliteitsmechanisme zijn goedgekeurd, voort te zetten en te voltooien en om ervoor te zorgen dat de doelstellingen van de belangrijke hervormingen die in het kader van de programma’s voor financiële bijstand zijn goedgekeurd, worden veilig gesteld. In dat verband wordt met het verscherpt toezicht de uitvoering gemonitord van specifieke toezeggingen om in de periode tot medio 2022 de in het kader van het programma ingezette essentiële structurele hervormingen op zes sleutelgebieden binnen de overeengekomen termijnen te voltooien: i) budgettair en budgettair-structureel beleid; ii) sociale zekerheid; iii) financiële stabiliteit; iv) arbeidsmarkten en productmarkten; v) de Hellenic Corporation of Assets and Participations (HCAP) en privatisering, en vi) de modernisering van de overheidsdiensten ( 3 ). Tien specifieke toezeggingen die moesten zijn uitgevoerd, worden in dit verslag geëvalueerd, samen met follow-upmaatregelen voor eerdere toezeggingen.

Dit is het zesde verscherpt-toezichtverslag voor Griekenland. Het wordt gepubliceerd samen met de landspecifieke aanbevelingen voor Griekenland in het kader van het Europees Semester en de beoordeling van het stabiliteitsprogramma 2020 van Griekenland. Dit verslag is gebaseerd op de bevindingen van een missie op afstand op 8 en 23 april 2020 en op regelmatig overleg met de autoriteiten. Deze missie is door de Europese Commissie in samenwerking met de Europese Centrale Bank uitgevoerd ( 4 ). Het Internationaal Monetair Fonds heeft deelgenomen in het kader van zijn post-programmamonitoringraamwerk, terwijl het Europees Stabiliteitsmechanisme heeft deelgenomen in het kader van zijn systeem voor vroegtijdige waarschuwing en in overeenstemming met het memorandum van overeenstemming van 27 april 2018 over de taakverdeling tussen de Europese Commissie en het Europees Stabiliteitsmechanisme.

Dit verslag kan voor de Eurogroep als basis dienen wanneer deze moet beslissen over de vrijgave van de volgende reeks beleidsafhankelijke schuldmaatregelen ter waarde van 748 miljoen EUR. Deze maatregelen zijn op 22 juni 2018 met de Eurogroep overeengekomen en omvatten de overdracht van bedragen die gelijk zijn aan de opbrengsten (income equivalent amounts) van de Griekse overheidsobligaties die in het kader van het Securities Markets Programme (SMP) en de Agreement on Net Financial Assets (ANFA) door centrale banken worden aangehouden, en het afschaffen van de renteopslag voor bepaalde leningen die door de Europese Faciliteit voor financiële stabiliteit zijn verstrekt. De tweede tranche beleidsafhankelijke schuldmaatregelen is vrijgegeven na de Eurogroep van 4 december 2019, onder meer op basis van de beoordeling van de uitvoering van de Griekse toezeggingen voor medio 2019 die waren opgenomen in het verscherpt-toezichtverslag dat de Commissie op 20 november 2019 heeft vastgesteld ( 5 ).

Algemene beoordeling

De uitbraak van het coronavirus heeft de sociale en economische realiteit in Griekenland ingrijpend veranderd — net als in de meeste andere lidstaten. Het Griekse kabinet heeft snel gereageerd en is al eind februari maatregelen beginnen te nemen om de verspreiding van het coronavirus in te dijken. Evenals in andere lidstaten hebben de restrictieve maatregelen de economische activiteiten sterk beperkt en hebben zij, al dan niet direct, een groot deel van de arbeidskrachten getroffen.

De autoriteiten hebben hun beleidsprioriteiten op een verantwoordelijke wijze bijgesteld, hebben snel een groot bedrag aan inkomenssteun en liquiditeitsmaatregelen vrijgemaakt, zonder de hervormingen op te geven die het herstel zullen schragen wanneer de disruptie in verband met de pandemie zal zijn weggeëbd. Als een directe respons is een breed scala begrotingsmaatregelen genomen om het inkomen te steunen van huishoudens en van bedrijven die vraag zagen wegvallen, en om liquiditeit in de economie te injecteren, onder meer door belastinguitsel en garanties voor commerciële banken die het verstrekken van nieuwe kredieten moeten ondersteunen. Het kabinet heeft ook de financiering van de gezondheidszorg fors opgetrokken en werkt aan de modernisering van de arbeidswetgeving om regelingen voor werktijdverkorting mogelijk te maken.

Griekenland kan ook rekenen op steun vanuit het EU-niveau. De Europese Centrale Bank heeft een Pandemic Emergency Purchase Programme (PEPP) ter waarde van 750 miljard EUR aangekondigd, dat ook openstaat voor Griekse overheidsobligaties. Daarnaast heeft zij besloten tijdelijk de beleenbaarheidsvoorwaarden van het Eurosysteem te versoepelen en ook met bepaalde toezichtseisen voor de banksector soepeler om te gaan, om zo de beschikbaarheid van krediet te ondersteunen. Griekenland vindt ook baat bij het initiatief van de Commissie om de Europese structuur- en investeringsfondsen optimaal te benutten bij de respons op de pandemie (het investeringsinitiatief coronavirusrespons (CRIII)), het geplande instrument voor tijdelijke steun om het risico op werkloosheid in noodsituaties te beperken (SURE) en de steun van de Europese Investeringsbank om de impact op investeringen te mitigeren. Steun voor het migratiebeheer zal beschikbaar komen via het actieplan voor directe maatregelen om Griekenland te steunen en via het EU-mechanisme voor civiele bescherming.

Om de hervormingsdynamiek verdere impulsen te geven en om een duurzaam economisch herstel na de uitbraak van het coronavirus opnieuw te helpen aanzwengelen, hebben de Griekse autoriteiten op diverse beleidsterreinen een aantal aanvullende toezeggingen gedaan. Deze initiatieven komen bovenop de bestaande inspanningen van de autoriteiten om resterende structurele zwakke punten weg te werken en zullen bijdragen aan een beter functioneren van de overheidsdiensten en het verbeteren van het ondernemersklimaat. Bij deze aanvullende maatregelen gaat het om initiatieven in de volgende sectoren: i) verbeteren van het reguleringskader om te ondernemen; ii) verbeteren en moderniseren van het raamwerk voor individueel arbeidsrecht; iii) verbeteren van het functioneren van de rechtspraak; iv) versterken van de capaciteit van de Hoge Raad voor werving en selectie van overheidspersoneel (ASEP) en aanscherpen van de controle op de tijdelijke aanstellingen; v) goedkeuren en uitvoeren van het nationale masterplan voor het vervoer, en herzien van het juridische kader voor de goedkeuring van plannen voor duurzame stedelijke mobiliteitsplannen en opstellen van duurzame stedelijke mobiliteitsplannen voor de grote stedelijke centra; vi) uitwerken van een holistische strategie voor de bescherming, het beheer en de investeringsgerichte exploitatie van het Griekse overheidsvastgoed; vii) volledig ontwikkelen van een strategische projectpijpleiding met grote infrastructuurprojecten; viii) ontwikkelen en volledig operationeel maken van een verbeterd ondersteunend en resultaatgericht mechanisme — een Project Preparation Facility (PPF) — voor de voorbereiding en uitvoering van infrastructuurprojecten in de publieke sector en Publiek-Private Partnerschappen (PPP’s); ix) vaststellen van een nieuwe strategie voor overheidsopdrachten voor de periode 2021-2025; x) invoeren en verruimen van de toepassing van e-health-projecten; xi) ontwikkelen van een nationaal strategisch beleidskader voor de gezondheidszorg; xii) verbeteren van de zorgplanning door behoeften inzake gezondheidszorg en langdurige zorg af te stemmen op de beschikbare middelen; xiii) verbeteren van het onderwijsbestel door hervormingen in het hoger onderwijs en het beroepsonderwijs, en opzetten van een evaluatiestelsel; xiv) uitvoeren van digitale projecten om e-governance te stimuleren, en xv) uitvoeren van projecten om geospatiale data te digitaliseren.

De conclusie van dit verslag is dat Griekenland, gezien de buitengewone omstandigheden van de uitbraak van het coronavirus, de nodige maatregelen heeft getroffen om de van het land verwachte specifieke hervormingstoezeggingen te verwezenlijken. De pandemie heeft geleid tot een ongekende economische disruptie en vergde een urgente beleidsrespons van de nationale autoriteiten, geflankeerd door EU-brede initiatieven. Niet alleen zijn middelen bestemd voor de uitvoering van de directe prioriteiten, maar de beperkende maatregelen om de uitbraak van het coronavirus te bestrijden hadden als neveneffect dat de mogelijkheden om hervormingen door te voeren zwaar zijn aangetast, vooral in sectoren met arbeidsintensieve processen, maar ook in sectoren die afhankelijk zijn van het functioneren van interdepartementale werkgroepen of wetgevende of gerechtelijke initiatieven. De nauwe samenwerking van de Griekse autoriteiten met de instituties valt toe te juichen en het is volledig terecht dat in het beleid nu prioriteit moet gaan naar de directe behoeften om de effecten van de uitbraak van het coronavirus op de gezondheidszorg en de economie aan te pakken. Ook valt toe te juichen dat de Griekse autoriteiten hun inspanningen voortzetten om, waar mogelijk, door te gaan met de lopende hervormingen en dat zij hebben besloten een reeks aanvullende beleidstoezeggingen ter hand te nemen. Vooruitblikkend naar de toekomst zal het als vertrouwensbasis en als ondersteuning van een duurzaam herstel belangrijk zijn middelen in te zetten om meer inspanningen te leveren in sectoren (zoals hervormingen van de financiële sector) waar eerder vertragingen zijn opgelopen. Tegelijkertijd boeken de Griekse autoriteiten vooruitgang bij de uitvoering van hun toezeggingen voor medio 2020, die, samen met de follow-upmaatregelen voor eerdere toezeggingen, in de tweede jaarhelft zullen worden beoordeeld.

Macro-economische ontwikkelingen

De economische impact van beperkende maatregelen raakt Griekenland via meerdere kanalen. Net als in andere lidstaten, drukt de sluiting van alle niet-vitale bedrijven en de problemen in het arbeidsaanbod omdat personeel door beperkende maatregelen thuis moest blijven, zwaar op het aanbod van goederen en diensten. Tegelijkertijd is de vraag negatief beïnvloed door de daarmee samenlopende fall-out bij inkomens, die slechts gedeeltelijk kon worden opgevangen door noodmaatregelen van de autoriteiten, alsmede door de beperkte mogelijkheden om te consumeren. Daarbij komt dat de toegenomen onzekerheid en de lagere liquiditeit en kredietverlening waarschijnlijk hun tol zullen eisen op het gebied van investeringen.

Toerisme en scheepvaart — twee zeer belangrijke sectoren voor de Griekse economie — zullen waarschijnlijk bijzonder hard worden getroffen. Toerisme zal onvermijdelijk te lijden krijgen van reisbeperkingen in Griekenland en vanuit het buitenland, en door de fall-out voor reserveringen die anders in het voorjaar waren gemaakt voor het zomerseizoen, zal de pandemie hier een hardnekkiger effect hebben dan in andere sectoren. Ook de bloeiende sector van het zakelijke toerisme zal waarschijnlijk hard worden geraakt, omdat deze afhankelijk is van conferenties met grote aantallen deelnemers. De scheepvaart, een andere belangrijke uitvoersector, zal te lijden hebben van de terugval in de wereldhandel die voor 2020 wordt verwacht.

De werkloosheid zal in 2020 naar verwachting toenemen en de economische crisis kan ook de recente verbeteringen van de armoedecijfers weer doen omslaan. Hoewel maatregelen voor werktijdverkorting en onbetaald verlof voor de duur van de beperkende maatregelen de schok zullen helpen op te vangen, komt het werkloosheidspercentage volgens de voorjaarsprognose 2020 van de Commissie uit op rond 20 % (tegenover 17,3 % in 2019), waarmee de winst van de voorbije drie jaar te niet wordt gedaan. Het bijzonder grote aandeel zelfstandigen en micro-ondernemingen in Griekenland en het hoge aantal seizoenarbeiders maken dat huishoudens zijn blootgesteld aan een langere periode met lage inkomens, hetgeen kan leiden tot een uitgesproken toename van het percentage mensen dat in 2020 (en de periode nadien) risico loopt op armoede of sociale uitsluiting. Met 31 % in 2019 lag dit percentage al ver boven het eurozonegemiddelde van 21 %, maar vertoonde het toch een dalende trend.

Extreem lage olieprijzen en de neerwaartse druk op lonen zal op de inflatie wegen. Neerwaartse druk zal er komen van de fall-out bij inkomens, met name in de dienstensector. Tegelijkertijd zal de daling van de olieprijzen het effect op het reële inkomen voor een deel compenseren.

Al met al zal het reële bbp van Griekenland, volgens de voorjaarsprognoses 2020 van de Commissie, in 2020 met zo’n 10 % dalen en zich in 2021 vrij krachtig herstellen. Deze prognose is onderhevig aan een hoge mate van onzekerheid. De prognose is afhankelijk van een stapsgewijze opheffing van de beperkende maatregelen vanaf medio mei, hetgeen de terugval van de economische activiteit zou beperken tot het tweede kwartaal in de meeste bedrijfstakken, en tot het derde kwartaal in de toeristische sectoren. Mochten de reisbeperkingen langer duren (en doorlopen tot de tweede jaarhelft), zou dat een neerwaarts risico zijn gelet op de impact ervan op het toerisme. De beleidsmaatregelen zouden de diepte van de recessie moeten dempen en moeten veilig stellen dat het bbp in 2021 krachtig opveert. De prognose is met een grote mate van onzekerheid omgeven wat betreft de duur van de beperkende maatregelen, het verloop van de pandemie en het effect van de schok op potentiële output, besparingen van huishoudens en de kwaliteit van activa van banken.

Begrotingsbeleid en vooruitzichten

Griekenland is deze crisis ingegaan met een betrekkelijk gunstige begrotingspositie, met substantiële kasreserves, een stevig primair overschot en geringe herfinancieringsbehoeften op middellange termijn voor zijn hoge overheidsschuld. Dankzij de uitzonderlijke begrotingsaanpassing die tijdens en na de programma’s heeft plaatsgevonden, is Griekenland beter voorbereid om de uitbraak van het coronavirus door te komen dan de wereldwijde financiële crisis tien jaar geleden. De begroting geeft al meerdere jaren hoge structurele overschotten te zien, waarbij de begrotingsdoelstellingen worden bereikt of zelfs overtroffen. Griekenland beschikt ook over bijna 34 miljard EUR kasreserves, hetgeen een belangrijk pluspunt is gezien de fall-out voor de ontvangsten en de buitengewone uitgaven om de crisis te lijf te gaan.

Griekenland heeft in 2019 zijn doelstelling van een primair overschot van 3,5 % gehaald en zo nu al voor het vijfde jaar op rij zijn doelstellingen gehaald. Het nominale saldo kwam uit op 1,5 % van het bbp, ruim boven het eurozonegemiddelde van –0,8 % van het bbp.

Om de economie te beschermen en in lijn met de binnen de Eurogroep overeengekomen gecoördineerde respons, hebben de autoriteiten een groot aantal begrotingsmaatregelen getroffen. Het pakket begrotingsmaatregelen omvat: een bijzondere werkloosheidsregeling voor mensen in loondienst, zelfstandigen en individuele bedrijven die door de crisis in de knel zitten; de betaling van terugbetaalbare voorschotten aan ondernemingen die hun omzet als gevolg van de crisis significant zien dalen; de betaling van sociale premies voor werknemers van wie de arbeidsovereenkomst is opgeschort; een rentesubsidie voor leningen aan het midden- en kleinbedrijf, en hogere uitgaven voor de gezondheidszorg. Andere begrotingsmaatregelen zijn een opschorting van de schikking van schulden met betrekking tot sociale premies, kortingen voor een tijdige betaling van belastingschulden en sociale premies, tijdelijke financiële steun voor bepaalde vrije beroepen en de primaire sector, en een aantal kleinere maatregelen.

Naast de coronapandemie die sinds maart steeds verder om zich heen grijpt, worstelt Griekenland met hernieuwde migratiedruk. Griekenland zag in 2019 de stroom aankomende migranten met 46 % toenemen en de instroom is in het eerste kwartaal van 2020 verder gestegen. Om Griekenland te ondersteunen bij en erkenning te geven voor zijn inspanningen om de migratiecrisis te beheren, heeft de EU Griekenland voor 700 miljoen EUR noodsteun toegezegd. De uitgaven voor migratie die niet uit EU-middelen werden bekostigd — en dus zijn uitgesloten van het primaire saldo dat wordt gemonitord in het kader van het verscherpte toezicht — beliepen 0,1 % van het bbp in 2019 en zouden in 2020 toenemen tot 0,2 % van het bbp. De autoriteiten hebben stappen gezet om deze uitgaven bij alle overheidsdiensten in kaart te brengen en hebben duidelijk gemaakt dat de in aanmerking komende kosten ook de salarissen omvatten van politiefunctionarissen die bij het beheer van de migratiecrisis worden ingezet.

In de bijgewerkte prognose van de Europese instituties ( 6 ) wordt ermee gerekend dat het primaire saldo in 2020 in een tekort zal omslaan en pas in 2021 opnieuw een overschot zal vertonen. Maar de onzekerheid op dit punt is bijzonder hoog. Bij het opstellen van dit verslag waren alleen zeer voorlopige data beschikbaar om de omvang en de ernst van de economische en budgettaire fall-out te bevestigen. Ook de uiteindelijke kostprijs van de maatregelen die zijn genomen om de crisis aan te pakken (en de uitfasering daarvan) en de volledige effecten van automatische stabilisatoren voor de overheidsfinanciën zijn aan onzekerheid onderhevig. Wanneer de maatregelen zullen zijn uitgefaseerd en de economie zich zal beginnen te herstellen, zou het primaire saldo in 2021 opnieuw een overschot gaan vertonen. Gezien de buitengewoon grote onzekerheid zal de actuele inschatting in het najaar worden geactualiseerd.

Griekenland kan in het kader van het stabiliteits- en groeipact aanspraak maken op net dezelfde flexibiliteitsregelingen als andere lidstaten. Toen duidelijk begon te worden wat de implicaties van de uitbraak van het coronavirus zouden zijn, heeft de Eurogroep op 16 maart 2020 verklaard dat Griekenland volledig gebruik zal kunnen maken van de flexibiliteit die op grond van het stabiliteits- en groeipact openstaat voor alle lidstaten. In een mededeling van 20 maart 2020 deelde de Commissie het standpunt van de Raad dat de ernstige economische neergang als gevolg van de uitbraak van het coronavirus verantwoordde dat de algemene ontsnappingsclausule van het stabiliteits- en groeipact werd geactiveerd ( 7 ). Op 23 maart 2020 traden de EU-ministers van Financiën dat standpunt bij. Op grond van de algemene ontsnappingsclausule mag tijdelijk worden afgeweken van de begrotingseisen — met inbegrip van de begrotingsdoelstellingen van Griekenland die in het kader van het verscherpte toezicht worden gemonitord — op voorwaarde dat een en ander de budgettaire houdbaarheid op middellange termijn niet in het gedrang brengt. Dit betekent niet dat de procedures van het stabiliteits- en groeipact of de toezeggingen van Griekenland worden opgeschort, maar het biedt de Commissie en de Raad wel de mogelijkheid de nodige maatregelen op het gebied van beleidscoördinatie te nemen om de economische gevolgen van de pandemie te lijf te gaan.

De overheidsfinanciën staan nog steeds voor risico’s in verband met lopende rechtszaken en openbaredienstverplichtingen. Zoals in het vorige verslag is geanalyseerd, zal de hoogste bestuursrechter (Raad van State) met een baanbrekend arrest komen over retroactieve betalingen aan gepensioneerden. Een verder begrotingsrisico is afkomstig van de in vijfde verscherpt-toezichtverslag vermelde zaken tegen het Griekse overheidsvastgoedbedrijf (ETAD), waar de vraag van de geldigheid van recente scheidsrechterlijke uitspraken nu aanhangig is bij het Gerechtshof. Verdere begrotingsrisico’s betreffen de herstructureringskosten van de Griekse staatsposterijen (ELTA), met een mogelijke betaling van de resterende openbaredienstverplichting voor de periode 2013–2020.

Overheidsinvesteringen

Het volledige potentieel van overheidsinvesteringen aanboren blijft een prioriteit en is ook een centrale voorwaarde voor een snel herstel na de uitbraak van het coronavirus. In 2019 bleven de overheidsinvesteringen, net als in de voorafgaande jaren, met 1,2 % van het bbp achter bij de initiële plannen. Aangezien in 2019 tegenover deze onderbesteding een lagere opname van EU-middelen stond, is het netto-effect hiervan op het primaire saldo grotendeels neutraal. Het feit echter dat investeringsuitgaven telkens weer achterblijven, doet vragen rijzen gelet op de grote investeringsbehoeften van het land. Dit maakt het van vitaal belang om optimaal gebruik te maken van de EU-middelen en uiteindelijk de broodnodige stimulus voor het heropstarten van de groei te geven.

De Griekse autoriteiten hebben besloten een aantal belangrijke stappen te zetten om de onderliggende zwakke punten weg te werken. Zij hebben een stappenplan uitgewerkt voor een snelle uitvoering van het in 2019 goedgekeurde nationale ontwikkelingsplan. Daarnaast hebben de autoriteiten ermee ingestemd om een Project Preparation Facility (PPF) op te zetten en een pijpleiding met nieuwe projecten te ontwikkelen. De verwachting is dat dankzij deze maatregelen de voorbereiding en uitvoering van projecten kan worden versneld. De pijpleiding met strategische projecten zal volgens planning volledig zijn ontwikkeld tegen januari 2021 en de Project Preparation Facility (PPF) zal in maart 2021 operationeel worden gemaakt. De autoriteiten worden ook aangemoedigd om, op basis van een evaluatie van eerdere hervormingen, de voorspelbaarheid en coördinatie van archeologische vergunningen en onteigeningsprocedures te verbeteren. 

De uitvoering van het actieplan van november 2019 om de monitoring en prognoses van het budget voor overheidsinvesteringen te versterken, ligt op koers. Het investeringsbudget wordt opgesteld en uitgevoerd onafhankelijk van het niet voor investeringen bestemde gedeelte van de staatsbegroting (de “gewone” begroting), hetgeen hoge standaarden inzake transparantie en informatiestromen vergt. Griekenland heeft in november 2019 een gedetailleerd actieplan opgesteld om de zwakke punten op dit gebied weg te werken, met een uitvoeringsschema dat loopt tot 2021. De uitvoering van het actieplan ligt grotendeels op koers en de autoriteiten verwachten dat eventuele vertragingen als gevolg van de uitbraak van het coronavirus beperkt zullen zijn.

De autoriteiten zijn in verder overleg met de Europese instituties over de mogelijkheid om SMP/ANFA-ontvangsten te gebruiken voor het verminderen van brutofinancieringsbehoeften of voor de financiering van andere overeengekomen investeringen. De Griekse autoriteiten hebben hun voornemen te kennen gegeven om de volgende beschikbare tranche SMP/ANFA-ontvangsten te gebruiken voor het verminderen van de brutofinancieringsbehoeften. Nadat de Eurogroep daartoe in december 2019 de opdracht had gegeven, werken de Europese instituties en de autoriteiten nu op ambtelijk niveau aan het operationeel maken van de verklaring van de Eurogroep van juni 2018. In het najaar van 2020 komt er een verdere follow-up van deze werkzaamheden, in het kader van de progressie die is gemaakt bij het verbeteren van de planning en uitvoering van overheidsinvesteringen, zoals hiervoor is aangegeven.

Belastingen en beheer van de overheidsontvangsten

Geconfronteerd met de snel om zich heen grijpende coronapandemie konden de autoriteiten niet tijdig voor de cyclus van belastingaanslagen voor dit jaar de laatste hand leggen aan de lopende landelijke exercitie voor de herziening van de woz-waarden (een specifieke toezegging voor medio 2020). Hierdoor wordt de uitvoering van de ruimere vastgoedbelastinghervorming uitgesteld naar 2021, hetgeen een licht tekortverhogend begrotingseffect van bijna 150 miljoen EUR zal hebben op de ontvangsten voor 2020. De autoriteiten hebben toegezegd de exercitie te verplaatsen naar dit najaar, zodat de woz‑waarden tegen januari 2021 zijn afgestemd op de marktprijzen.

De belastingdienst (AADE) staat centraal bij de inspanningen die de autoriteiten tot dusver hebben geleverd bij de bestrijding van de economische impact van de coronapandemie. De belastingdienst heeft het belastinguitstel en het uitstel voor de betaling van belastingen in tranches behandeld, een platform opgezet voor de uitvoering van de terugbetaalbare voorschotten en elektrische verblijfscertificaten afgegeven die mensen op de eilanden meer bewegingsvrijheid moesten geven na de invoering van de beperkende maatregelen.

De belastingdienst ligt op koers wat betreft het behalen van het merendeel van zijn kritieke prestatie-indicatoren voor het eerste kwartaal van 2020 en zijn personeelsaantallen zijn in deze periode in een bescheiden tempo toegenomen, ook al blijven ze ver onder de doelstellingen (een specifieke toezegging voor eind 2019). De schuldinvordering is in het eerste kwartaal van 2020 in een vergelijkbaar tempo blijven doorgaan als in dezelfde periode het jaar voordien, terwijl het aandeel nieuwe controlezaken is gestegen. De personeelsbezetting is in het eerste kwartaal blijven toenemen en bedraagt momenteel 11 916 — tegenover het aantal van 12 500 dat als streefcijfer voor eind 2019 was bepaald.

Bij de aanvullende maatregelen op het gebied van personeelsbeleid, IT en huisvestingskwesties, die in 2019 zijn overeengekomen, lijkt de progressie beperkt te zijn geweest. De primaire wetgeving inzake personeelsbeleid is nog in behandeling en het tijdschema voor de volledige toepassing ervan zal worden beïnvloed door de coronapandemie, maar een herzien tijdschema moet nog worden bepaald. Wat betreft de IT‑infrastructuur en de verduidelijking van de bevoegdheidsafbakening van de belastingdienst is nog geen concrete vooruitgang geboekt. Deze inspanningen zullen fors moeten worden opgevoerd, omdat de interoperabiliteit van verschillende databases de capaciteit kan versterken in de strijd tegen belastingontduiking en kan helpen om belastingen tijdig te innen. Wat betreft de verhuizing van het hoofdkantoor van de belastingdienst naar één locatie, het gebouw dat eerder in beeld kwam is toegewezen aan een andere overheidsinstantie. De autoriteiten zijn momenteel van plan om voor de belastingdienst twee nieuwe panden op te trekken naast het ministerie van Financiën aan de rand van Athene. Datum voor voltooiing is 2024.

De autoriteiten zetten stappen om de operationele capaciteit te versterken van het operationele coördinatiecentrum dat de strijd tegen smokkel coördineert. Ook is progressie gemaakt bij een aantal projecten voor een betere inning van belastingen en fiscale compliance. De ontwerpbepalingen die de capaciteit en governance van het centrum moeten versterken, zouden tegen eind mei 2020 moeten zijn aangenomen. De autoriteiten zijn voornemens de douanewetgeving te herzien, onder meer om het gebruik van inlichtingenmethoden bij operaties in de strijd tegen smokkelen te bevorderen. Het elektronische facturatiesysteem zal zoals gepland in juli 2020 van start gaan en het “modelbelastingkantoor”, dat via de Europese Commissie technische ondersteuning heeft gekregen, nadert zijn voltooiing, maar het benodigde personeel moeten nog worden geselecteerd en overgeplaatst.

Het gemeenschappelijk centrum voor de inning van achterstallige premievorderingen (KEAO) heeft ook in het eerste kwartaal van 2020 zijn doelstellingen inzake schuldinvordering gehaald. Voorts is wetgeving betreffende de rangorde van oninbare vorderingen die al enige tijd in behandeling was, aangenomen en is deze coherent met de rangorde van oninbare belastingschulden.

Beheer van de overheidsfinanciën

De uitbraak van het coronavirus heeft negatief uitgewerkt op de uitvoering van het plan om betalingsachterstanden weg te werken, maar er is progressie gemaakt bij het verbeteren van de onderliggende processen en de autoriteiten blijven vasthouden aan het tijdschema dat in het plan van oktober 2019 is uitgetekend. In januari 2020 beliepen de betalingsachterstanden 1,3 miljard EUR, of 69 miljoen EUR meer dan in december 2019 en 340 miljoen EUR meer dan het streefcijfer voor weg te werken betalingsachterstanden. De autoriteiten konden geen volledige geaggregeerde gegevens verstrekken voor de periode na januari en meldden dat bij het volume betalingsachterstanden in een aantal subsectoren een tijdelijke stijging te merken kan zijn als gevolg van verstoringen door daarmee samenhangende arbeidsintensieve processen. Niettemin hebben de autoriteiten twee maatregelen uitgewerkt die 15 % van het totale volume betalingsachterstand zouden moeten wegwerken zodra de activiteiten hervatten. Hiermee zouden betalingsachterstanden aan zorgverstrekkers sneller moeten worden weggewerkt en zou achterstand bij bepaalde teruggaven van belastingen onmiddellijk moeten kunnen worden weggewerkt. Om te vermijden dat nieuwe achterstanden ontstaan, zijn de autoriteiten voornemens een nieuw IT‑systeem op te zetten in het eengemaakte sociale zekerheidsfonds (EFKA), zodat het tempo waarmee de achterstand bij pensioenclaims worden weggewerkt, kan worden opgedreven. De autoriteiten hebben verbeteringen gemeld bij de gecentraliseerde inkoop in de gezondheidszorg, hebben het merendeel van de aanbevelingen van de Griekse Rekenkamer uitgevoerd en zijn bezig met het verscherpen van de interne controles. 

De gemeenschappelijke liquiditeitenrekening is nu operationeel en geeft een nuttig overzicht van de kaspositie van de overheid, terwijl progressie wordt gemaakt met het project over ramingen van het kassaldo (een specifieke toezegging voor eind 2019). Het agentschap van de generale thesaurie, het ministerie van Financiën en de Griekse nationale bank kunnen dus bijna in realtime een groot deel van de kassaldo’s en kasstromen van de overheid monitoren. De pilot voor ramingen van het kassaldo die het merendeel van de kasreserves van de overheid zal bestrijken, zal worden uitgerold volgens de conceptstrategie van maart 2020. Deze pilot zal stapsgewijs verder worden verfijnd en uitgebreid tot entiteiten met begrote uitgaven van meer dan 50 miljoen EUR in januari 2020; dit geldt als een goede drempel omdat de pilot zelf al entiteiten bestrijkt die meer dan 70 % van de totale kasreserves van de overheid aanhouden.

De toepassing van het gemeenschappelijke rekeningstelsel ligt grotendeels op koers (toezeggingen voor medio 2021 en medio 2022), maar de toepassing ervan in het budget voor overheidsinvesteringen blijft een uitdaging. De coronapandemie heeft voor vertragingen gezorgd bij de aanbesteding voor het nieuwe IT-systeem dat de hervorming moet ondersteunen, maar het algemene tijdschema van het project blijft ongewijzigd. De autoriteiten werken aan een functionele indeling voor het gemeenschappelijke rekeningstelsel om coherentie te verzekeren met het raamwerk voor resultaatgericht begroten (PBB). Ook wordt progressie gemaakt bij de uitvoering van de indelingen van het gemeenschappelijke rekeningstelsel bij de begrotingsuitvoering van het budget voor overheidsinvesteringen, terwijl er momenteel nog een minder gedetailleerde indeling bestaat voor de voorbereiding van de begroting. De autoriteiten zullen ook trachten verdere verbeteringen door te voeren met de technische ondersteuning van de Europese Commissie.

Het blijft de vaste wil van de autoriteiten om tegen eind 2020 een nieuwe strategie voor overheidsopdrachten 2021–2025 goed te keuren die moet bijdragen aan een duurzamer en doelmatiger gebruik van overheidsmiddelen (een aanvullende toezegging). Een goed functionerend systeem van overheidsopdrachten is een sleutelonderdeel van het investeringsproces dat van cruciaal belang zal zijn voor het herstel na de uitbraak van het coronavirus. De zwakke punten in het aanbestedingsproces wegwerken kan helpen om overheidsopdrachten te rationaliseren, groei te stimuleren en een concurrerend ondernemersklimaat te garanderen. De autoriteiten hebben ermee ingestemd om het rechtskader en de toepassing ervan te toetsen op hun coherentie met de desbetreffende EU-wetgeving.

Financiering van de overheid

De behoeften van Griekenland inzake de schuldendienst zijn de komende jaren beperkt. Sinds de uitbraak van de pandemie heeft Griekenland met succes schatkistpapier en langlopende obligaties uitgegeven, hetgeen een aanwijzing is van zijn blijvende toegang tot marktfinanciering. In 2020 en 2021 liggen de kosten voor de schuldendienst van Griekenland laag en zijn zij vooral het gevolg van de herfinanciering van kortlopende obligaties. De spreads met de Duitse overheidsobligaties die lange tijd waren blijven afnemen, zijn opnieuw beginnen toe te nemen naarmate de crisis zich verder ontvouwde, om medio maart uit te komen op een top van rond 400 basispunten voor een looptijd van tien jaar, met een grote volatiliteit. Na de aankondiging van het Pandemic Emergency Purchase Program (PEPP) van de Europese Centrale Bank en het feit dat Griekse overheidsobligaties van dit programma deel zouden uitmaken, is de volatiliteit weggeëbd en is de spread verminderd met rond 200 basispunten. De spreads zijn echter traag verder afgenomen om eind april 130 basispunten boven het lage peil van februari uit te komen.

De aanzienlijke kasreserves bieden een buffer om liquiditeitsschokken op te vangen, maar wanneer de crisis verder zou uitdiepen, kan dit leiden tot niet-geringe toenamen van financieringsbehoeften. De kasreserves van de overheid bedroegen eind maart 2020 rond 34 miljard EUR, waarvan rond 26 miljard EUR bij de Staat en de rest bij andere overheidsinstanties. Gezien de beperkte schuldfinancieringsbehoeften zijn de kasreserves beschikbaar om de komende maanden liquiditeitsschokken op te vangen. Griekenland heeft aangegeven dat het voornemens is op de obligatiemarkten aanwezig te blijven en verdere kasmiddelen aan te trekken voor neerwaartse financieringsrisico’s. Het belangrijkste risico zou zijn dat de economische stilstand tot ver na mei voortduurt, waardoor misschien ook de kasbuffer in de vroege zomermaanden moet worden aangesproken.

Sociale voorzieningen

Griekenland heeft laten zien dat het goed kan reageren op de noodsituatie op gezondheidsgebied, door al snel na de ontdekking van de eerste gevallen strenge maatregelen inzake sociale onthouding op te leggen. Door al vrij vroeg niet-vitale winkels te sluiten en niet-essentiële verplaatsingen te beperken heeft Griekenland voorrang gegeven aan de volksgezondheid en de veiligheid van patiënten. Maatregelen om de verspreiding van het coronavirus te beperken bij kwetsbare groepen, die niet alleen hun fysieke gezondheid, maar ook hun bestaansmiddelen en levensomstandigheden sterker bedreigd zien, vergen zorgvuldige monitoring door de autoriteiten.

Structurele hervormingen die al zijn doorgevoerd en 200 miljoen EUR extra financiering ondersteunen de respons van de gezondheidszorg op het coronavirus, maar op korte termijn zullen misschien meer financiële middelen nodig zijn. Maatregelen die in het verleden zijn genomen om de gezondheidszorg doeltreffend, toegankelijk, doelmatig en veerkrachtig te maken (zoals de invoering van een universele dekking voor de gezondheidszorg, een breed netwerk voor eerstelijnszorg en gecentraliseerde inkoop), blijken nu een cruciale rol te spelen bij de respons op de pandemie. Zij zorgen namelijk voor toegang zonder beperkingen tot diensten in de gezondheidszorg en passende levering en voorraden van middelen.

Bij terugvorderingsprocedures (een doorlopende toezegging) is er progressie, zij het met vertragingen, die niet altijd aan de huidige noodsituatie zijn toe te schrijven. De autoriteiten zetten in op het behalen van de oorspronkelijk overeengekomen doelstellingen, waarbij sommige vertragingen het gevolg zijn van de beperkende maatregelen, maar andere al vóór de huidige gezondheidscrisis waren ontstaan. De autoriteiten zijn voornemens maatregelen te nemen om de aangroei van de terug te vorderen bedragen onder controle te houden, maar waarschijnlijk zullen nog verdere maatregelen nodig zijn om deze trend te keren. Inkomensafhankelijke vrijstellingen van de eigen bijdrage zouden patiënten beter beschermen, maar worden momenteel niet overwogen.

De uitrol van een netwerk voor eerstelijnsgezondheidszorg (een specifieke toezegging voor medio 2020) moest worden opgeschort na de uitbraak van de coronapandemie. De autoriteiten werken aan nieuwe instrumenten (zoals e-health) om de bevolking te beschermen en hebben de beddencapaciteit uitgebreid via overeenkomsten met de particuliere sector. Ook hebben zij de inspanningen verdubbeld om medisch personeel, en met name artsen, aan te trekken. De uitrol van de hervorming zal na de huidige noodsituatie hervatten, terwijl bestaande eenheden voor eerstelijnszorg al zijn ontplooid als respons op de pandemie.

Gecentraliseerde inkopen (een specifieke toezegging voor medio 2020) lopen, met de klemtoon op de dringende noden van de gezondheidszorg. Centrale aansturing van regionale inkopen zorgt voor meer efficiëntie, die nog verder kan worden ondersteund door de reactivering van het prijzenobservatorium. Terwijl de conceptwetgeving voor de omvorming van de nieuwe centrale inkooporganisatie in de gezondheidszorg tot een privaatrechtelijke entiteit nog in voorbereiding is, worden met de huidige noodsituatie al bepaalde onderdelen van het nieuwe systeem geproefdraaid.

De autoriteiten hebben hun actieplan bijgewerkt om de laatste hand te leggen aan het opzetten van één enkel socialezekerheidsfonds (EFKA) (een specifieke toezegging voor medio 2020). Doel van het plan is een brede digitale transformatie tegen eind 2020, die moet resulteren in een nieuw operationeel en institutioneel kader. De belangrijkste organisatorische maatregelen die tegen eind juni moeten zijn afgerond, zijn de fusie van het fonds voor aanvullende pensioenen (ETEAEP) met het eengemaakte socialezekerheidsfonds (EFKA) en de oprichting en het operationeel maken van het departement Pensioenen Publieke Sector binnen dit eengemaakte fonds. De resterende organisatorische hervormingen zijn de oprichting van lokale afdelingen voor landbouwers en zelfstandigen, die vertraging heeft opgelopen door de uitbraak van het coronavirus, maar waar het plan is dat deze vier maanden na de hervatting van de activiteiten zouden zijn afgerond.

Over de vormgeving van het raamwerk voor arbeidsongeschiktheidsuitkeringen (een specifieke toezegging voor medio 2019) is overeenstemming bereikt. Na een discussie over goede praktijken in de EU zal voor een nieuwe hervormingsaanpak worden gekozen met keuringen waarbij gekwalificeerde deskundigen naar de functionele mogelijkheden kijken. Die keuringen worden breed gebruikt in andere lidstaten, met als dubbel doel na te gaan in hoeverre mensen aanspraak op een uitkering kunnen maken en specifieke voorstellen te doen voor zorg en ondersteuning bij arbeidsongeschiktheid en voor de arbeidsrehabilitatie. Het overeengekomen stappenplan voor de uitvoering van de nieuwe vormgeving van de toezegging zal in januari 2021 van start gaan met een pilot.

Als onderdeel van de toezegging om alle drie de pijlers van de regeling voor een sociaal solidariteitsinkomen (KEA) uit te rollen, hebben de autoriteiten de evaluatie afgerond van de pilot van het nieuwe model voor het voeren van een actief arbeidsmarktbeleid (een toezegging voor eind 2019) en hebben zij de eerste plannen uitgetekend om verdere pilots uit te voeren ten behoeve van de opschaling van het nieuwe model. Dankzij de evaluatie van de pilot door de Wereldbank, in het kader van de via de Europese Commissie verleende technische ondersteuning, kwamen mogelijke verbetermethoden in beeld, bijvoorbeeld in termen van personeelscapaciteit, take-up, administratieve complexiteit en gegevensverzameling. Aan de hand van de lessen die zo konden worden getrokken, zullen de autoriteiten nu de pilot opschalen naar nieuwe geografische gebieden met andere kenmerken van de arbeidsmarkt, zullen zij de doelgroep verbreden en zullen zij de gegevensverzameling en -analyse versterken om lessen te trekken ten behoeve van een bredere uitrol.

Wat betreft de herziening van de subsidieregeling voor lokaal openbaar vervoer, de evaluatiestudie (een specifieke toezegging voor eind 2019) heeft vertraging opgelopen als gevolg van de uitbraak van het coronavirus, maar de verwachting is dat de hervormingswetgeving hoe dan ook tegen eind september 2020 zal zijn afgerond    .

Ontwikkelingen in de financiële sector

De Griekse banksector is sinds het einde van het programma stabieler geworden en is nu beter bestand tegen schokken, maar risico’s uit het verleden en aanzienlijke onderliggende kwetsbare punten blijven bestaan, nog aangescherpt door de te verwachten sterk negatieve impact van de uitbraak van het coronavirus. De liquiditeit is in de loop van 2019 verder verbeterd en is veerkrachtig gebleven. De kwaliteit van activa blijft, ook zonder de impact van de coronapandemie, een grote uitdaging, ondanks de verbeteringen die in 2019 hebben plaatsgevonden. De kapitaalpositie van Griekse banken voldoet aan de eisen ter zake, maar blijft blootgesteld aan een toegenomen vraag naar kapitaal in de nabije toekomst en is sterk afhankelijk van de Staat via het hoge aandeel latente belastingvorderingen in het kapitaal van banken. Tegen eind 2019 waren de banken opnieuw winstgevend, maar de winstgevendheid blijft laag en kwetsbaar. Zij is afhankelijk van kredietgroei, staat bloot aan een nieuwe verslechtering van de kwaliteit van activa en, tot op zekere hoogte, aan de volatiliteit van de spread van overheidspapier. 

Het tempo waarmee niet-renderende leningen worden afgebouwd, is in 2019 versneld, maar de percentages ervan blijven zeer hoog. Eind 2019 beliep het volume niet-renderende leningen 68,5 miljard EUR (40,6 % van leningen aan cliënten) — een daling met 13,3 miljard EUR ten opzichte van het jaar voordien en met 38,7 miljard EUR ten opzichte van de piek van maart 2016. Gezien de te verwachten negatieve impact van de uitbraak van het coronavirus op de secundaire markt voor niet-renderende leningen, wordt de druk om deze leningen succesvol te herstructureren via interne procedures van banken — en zo de positieve trend in kwaliteit van activa aan te houden — nog groter. De crisis treft de strategieën van banken om niet-renderende leningen af te bouwen, die nu zal moeten worden herzien. De uitvoering van de Hercules-regeling voor de structurering van activa wordt tijdelijk uitgesteld, al is één securitisatietransactie momenteel bijna afgerond. Ook geplande verkopen van niet-renderende leningen zijn in de wacht gezet, terwijl maatregelen om schulden te innen tijdelijk zijn opgeschort, onder meer als gevolg van de sluiting van rechtbanken.

De autoriteiten zetten stappen om toegang tot financiering te helpen openhouden voor getroffen bedrijven. Dit is een aanvulling op initiatieven op het niveau van commerciële banken en kredietservicers. De garanties en directe subsidies die de overheid verstrekt, helpen de werkgelegenheid en liquiditeit in de economie in stand te houden, hetgeen ook de kwaliteit van activa in de banksector zal ondersteunen nu banken en kredietservicers vrijwillig schuldenmoratoria toepassen. De aangekondigde flexibiliteit vanuit het Europese toezicht zal bijdragen aan de kredietverleningscapaciteit van banken. Op langere termijn zal het (zoveel mogelijk) beperken van de negatieve impact op de kwaliteit van activa en het verder wegwerken van oude niet-renderende leningen helpen om levensvatbare kredietverlening tijdens de herstelfase te stimuleren.

De coronapandemie heeft op alle overheidsniveaus voor een verschuiving van middelen gezorgd, waardoor er minder progressie is en er vertraging is opgelopen bij de uitrol van de hervormingen in de financiële sector. Niettemin blijven de autoriteiten gecommitteerd aan het harmoniseren van het insolventieraamwerk en het verbeteren van de bestaande instrumenten voor de afwikkeling van niet-renderende leningen. Dit valt toe te juichen nu met een verdere uitdijende coronapandemie een doeltreffend insolventieraamwerk aan belang wint. De hier geschetste initiatieven worden gemonitord en geëvalueerd in het kader van een doorlopende toezegging op het gebied van het financiële beleid:

·De autoriteiten hebben ook vooruitgang geboekt bij de voorbereiding van een nieuwe insolventiewet. In deze nieuwe wet zullen de insolventieraamwerken voor bedrijven en personen worden samengebracht. De verwachting is dat deze wet tegen eind juni is goedgekeurd en per 1 januari 2021 van kracht wordt. Hoewel een volledige beoordeling pas mogelijk zal zijn zodra er een stabiele tekst ligt, biedt het huidige concept een welkome modernisering en eenmaking van het insolventierecht, op basis van internationale goede praktijken. Een sleutelvoorwaarde voor de daadwerkelijke toepassing van de nieuwe wet zal een gedegen afhandelings- en handhavingsraamwerk zijn, in termen van zowel wetgeving als praktische uitvoeringscapaciteit. De conceptwet bevat ook een voorstel voor een sale-and-lease-back-regeling waarbij het hoofdverblijf van in aanmerking komende kredietnemers zou worden opgekocht door een overheidsentiteit en aan de debiteur worden teruggeleased, met mogelijkheid tot terugkoop. Kwetsbare kredietnemers zouden dan weer aanspraak kunnen maken op een huursubsidie voor het teruggeleasede vastgoed. Hoewel in andere landen (zoals Ierland) vergelijkbare regelingen bestaan, dreigt de publieke sector met dit voorstel een aanzienlijke rol op de vastgoedmarkt te krijgen en houdt deze regeling ook begrotingsrisico’s in, hetgeen pleit voor grote voorzichtigheid bij het inslaan van deze weg. In de vorm die thans wordt voorgesteld zou de regeling ook problemen doen rijzen rond handhaafbaarheid, gerichtheid qua toepassingsbereik/begunstigden en mogelijke overlappingen met andere instrumenten.

·De autoriteiten hebben wetgeving aangenomen om de regeling ter bescherming van het hoofdverblijf (die in april zou aflopen) met drie maanden te verlengen (tot eind juli). Het besluit is genomen ook al werd maar een beperkt beroep op de regeling gedaan, hetgeen ook de moeilijkheden laat zien waarmee de aanvragers kampten om, ondanks de uitbraak van de pandemie, hun aanvraag nog tijdig ingediend te krijgen. Er kwam geen aanpassing wat betreft de leningen die onder de regeling vallen of de criteria om voor de lening in aanmerking te komen. Ook hebben de autoriteiten hun voornemen aangekondigd om de termijn voor aanvragen voor het mechanisme voor buitengerechtelijke saneringen te verlengen tot eind juli. 

·Om de impact te verlichten voor sociale groepen die financieel door de coronapandemie worden getroffen, hebben de autoriteiten een tijdelijke subsidie in tranches aangekondigd voor hypotheken, consumptieve en bedrijfskredieten met een hoofdverblijf als onderpand. Het mechanisme, dat moet worden onderscheiden van de eerder beschreven sale-and-lease-back-regeling in het kader van de insolventiewet, zal open staan voor natuurlijke personen en zal renderende leningen, niet-renderende respijtblootstellingen en andere niet-renderende blootstellingen dekken op basis van een specifieke afsluitdatum. Voor de regeling kunnen vanaf 1 juli 2020 gedurende één maand aanvragen worden ingediend en zij zal alleen beschikbaar zijn voor debiteuren die door de pandemie worden getroffen. Een voorwaarde om in de regeling te kunnen stappen, zal zijn dat de betrokken leningen worden geherstructureerd in onderlinge overeenstemming tussen banken en debiteuren. Het herstructureringsaanbod zal door banken op discretionaire basis worden toegekend. Gezien de brede groep in aanmerking komende leningen, zal het er op aankomen sterke garanties in te bouwen om ervoor te zorgen dat alleen levensvatbare leningen worden geherstructureerd en dat de negatieve impact op de betalingsdiscipline wordt gemitigeerd.

·De autoriteiten hebben een actieplan ingediend en een daarbij behorend wetgevingsvoorstel om vaart te maken bij het wegwerken van de achterstand bij insolventies van huishoudens, die verder is toegenomen als gevolg van de opschorting van rechtszaken. De autoriteiten hebben toegezegd om de bepalingen aan te nemen die nodig zijn voor de uitvoering van dit voorstel tegen eind mei 2020. Tegelijk stelden zij dat binnen 45 dagen nadat de nodige wetgeving is aangenomen, een elektronisch platform operationeel kan worden waarmee zittingsdata kunnen worden verplaatst zodat zaken sneller kunnen worden behandeld.

·De autoriteiten zetten ook stappen die in de huidige omstandigheden haalbaar worden geacht voor de uitvoering van het over vier jaar gespreide actieplan om de achterstand weg te werken bij insolventies van huishoudens, die nog steeds aanzienlijk is. Onderzoek en verwachte betalingen van vorderingen voor het eerste kwartaal van 2020 verlopen volgens schema, terwijl het opzetten van een e-file-repository werd verbeterd dankzij secundaire wetgeving begin mei. Met de overplaatsing van personeelsleden en andere hulpbronnen is een begin gemaakt, maar de verwerking van de vorderingen heeft vertraging opgelopen gelet op de beperkingen vanwege de pandemie. De autoriteiten zijn voornemens om de verwerking van claims in de tweede jaarhelft van 2020 zo veel mogelijk te versnellen ten opzichte van de doelen, maar onderzoeken ook mogelijkheden om het betalingsschema voor de periode tot 2023 te versnellen. Een versnelling van de claimafhandeling zou dit jaar al de liquiditeit van de banksector tegen goede komen.

·De organisatie van elektronische veilingen is stilgevallen als gevolg van de sluiting van de rechtbanken en notariskantoren, al wordt er verder gewerkt aan het verbeteren van de procedure. De autoriteiten hebben een schets gepresenteerd van de aanpassingen aan het wetboek van burgerlijke rechtsvordering om procedurele obstakels en belemmeringen weg te werken, alsmede voorstellen om de gebruikersvriendelijkheid van het platform voor elektronische veilingen te verbeteren. De nodige wetsaanpassingen zullen worden uitgewerkt door de wetgevingscommissie voor de lopende herziening van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering die haar werkzaamheden, samen met een toelichting, eind september 2020 zal afronden — en niet tegen eind maart zoals oorspronkelijk gepland was.

Het Hellenic Financial Stability Fund heeft initiatieven genomen zodat een betere beoordeling en monitoring kan plaatsvinden van de effecten van de coronapandemie op de financiële positie van de systeembanken. Door de uitbraak van de pandemie moest het Fonds zijn eigen monitoringrol — en eventueel die van anderen —versterken binnen het bestaande wettelijke kader.

Arbeidsmarkt

De pandemie begint een aanzienlijke impact te hebben op de arbeidsmarkt en de autoriteiten nemen een scala aan maatregelen om banenverlies en economische schade op langere termijn zoveel mogelijk te beperken. Daarbij gaat het onder meer om flexibelere arbeidstijden en bijzonder ouderschapsverlof als gevolg van de sluiting van scholen; het tijdelijke verbod voor werkgevers om mensen te ontslaan, in combinatie met een loontoeslag voor de werknemers die getroffen worden door de van overheidswege opgelegde opschorting van activiteiten (momenteel in totaal zo’n 1,7 miljoen werknemers uit de particuliere sector en 500 000 zelfstandigen), en de verlenging tot einde mei van de werkloosheidsuitkeringen die anders zouden zijn stopgezet. De autoriteiten overwegen ook een nieuwe, ruimere regeling voor tijdelijke werktijdverkorting in te voeren, waarmee ondernemingen meer flexibiliteit krijgen om werktijden aan te passen, terwijl werknemers gedeeltelijk voor niet-gewerkte uren zullen worden gecompenseerd. De beslissing over de vormgeving en het tijdschema voor dit soort regeling zal afhankelijk zijn van de kostprijs voor de begroting. De regeling zal waarschijnlijk in aanmerking komen voor steun vanuit de EU-regeling voor tijdelijke steun om het risico op werkloosheid in noodsituaties te beperken (SURE) of andere EU-initiatieven (Europees Sociaal Fonds).

De autoriteiten hebben de implementatie afgerond van het actieplan 2017–2019 ter bestrijding van zwartwerk (een specifieke toezegging voor eind 2019) en zullen nu een follow-up-plan uitvoeren. Een stappenplan voor het follow-up-actieplan zou binnenkort moeten worden goedgekeurd.

In het licht van de coronapandemie hebben de autoriteiten, in overleg met de sociale partners, besloten om de actualisering van het minimumloon uit te stellen — van juni 2020 naar januari 2021. Volgens een eerste onderzoek dat de Wereldbank heeft uitgevoerd van de aanzienlijke verhoging van het minimumloon in 2019, is er beperkt bewijs dat in sectoren met een hoog percentage werknemers op een minimumloon, veranderingen qua werkgelegenheid en werkloosheid te merken zijn ten opzichte van sectoren waarin werknemers een hoger loon krijgen, al moet een en ander verder worden geanalyseerd. Wat de toekomst betreft, de uitbraak van het coronavirus zorgt voor veel onzekerheid en is een obstakel voor het tijdschema voor het overlegproces waarin door het rechtskader wordt voorzien. Alle spelers die bij het proces betrokken zijn, hebben het kabinet daarom gevraagd om de actualisering van het minimumloon uit te stellen tot januari 2021, hetgeen redelijk is.

Productmarkten en concurrentievermogen

De autoriteiten blijven verder werken aan het verbeteren van de economische randvoorwaarden en aan het stimuleren van het concurrentievermogen, ondanks verschuivingen in de prioriteiten en de moeilijkheden in verband met de uitbraak van het coronavirus. Dit zal van cruciaal belang zijn om ervoor te zorgen dat de Griekse economie sterk uit de huidige situatie komt en in staat is om een robuust en duurzaam herstel te genereren. Het is dan ook onvermijdelijk en passend dat aanzienlijke middelen zijn verschoven naar het verzekeren van de bedrijfscontinuïteit tijdens de pandemie, die als een katalysator diende om vaart te maken met de agenda voor digitale governance. De autoriteiten hebben toegezegd aanvullende acties te ondernemen inzake digitale initiatieven om de regeldruk voor bedrijven en burgers te verzachten, maar ook om investeerders meer transparantie te bieden over regels inzake landgebruik. Wat betreft economische diplomatie is de directe klemtoon nu verschoven naar het bestrijden van de pandemie, terwijl progressie wordt gemaakt met initiatieven om de uitvoer te bevorderen, zoals het uitwerken van een strategie voor de korte en middellange termijn. Vastberaden uitvoering, onder meer door de spoedige goedkeuring van wetgeving om de taken van het ministerie van Buitenlandse Zaken te consolideren en om de nodige interdepartementale governancestructuren op te zetten, zullen daarbij van cruciaal belang zijn.

Bij de werkzaamheden rond investeringsvergunningen wordt op een aantal punten progressie gemaakt, ondanks vertragingen als gevolg van factoren die grotendeels buiten de macht van de autoriteiten vallen, al blijven er risico’s bestaan. De ontwikkelingen voor specifieke toezeggingen verlopen niet overal gelijk. De aanbesteding voor het IT-systeem ter ondersteuning van de hervorming van de investeringsvergunningen (een specifieke toezegging voor eind 2019) loopt vertraging op door rechterlijke uitspraken. De werkzaamheden rond de uitvoering van de kaderwet betreffende inspecties en een verdere vereenvoudiging van de procedures (twee specifieke toezeggingen voor medio 2020) schieten op, zij het met enige vertraging, die in zekere mate aan de uitbraak van het coronavirus te wijten is. Tegelijkertijd zetten de autoriteiten in op het afronden van de herziening van de hinderklassen tegen medio 2020, ruim vóór de specifieke toezegging van medio 2021. Voorts hebben de autoriteiten wetgeving aangenomen om de procedure voor milieuvergunningen te verbeteren, en werken zij momenteel aan afgeleide wetgeving voor de certificatie van externe inspecteurs en milieuanalisten; deze zou tegen medio 2020 moeten zijn afgerond. Uit oogpunt van governance zal een verdere versterking van de interdepartementale coördinatie van essentieel belang zijn om een volgehouden uitvoering van de hervorming van investeringsvergunningen in alle sectoren te verzekeren.

Om het ondernemersklimaat verder te verbeteren, nemen de autoriteiten aanvullende initiatieven om in de bureaucratie te snijden, om duidelijke regels te helpen opstellen voor de relaties tussen overheid en bedrijven (G2B), en om economische transacties beter voorspelbaar te maken. Met technische ondersteuning van de Europese Commissie willen de autoriteiten de prestaties van Griekenland verbeteren wat betreft de “Doing Business”-indicatoren van de Wereldbank, maar werken zij ook aan het in kaart brengen van problemen en het verbeteren van relevante aspecten die niet binnen dit project vallen.

De uitbraak van het coronavirus heeft ook het kadasterproject getroffen en het risico bestaat dat het recentelijk geactualiseerde stappenplan verdere vertraging oploopt indien de beperkende maatregelen blijven gelden. Bij een deel van de workflow, zoals de aanstellingen in de ambtelijke top, het opstellen van een zakelijke strategie voor het Kadaster (ET), technische specificaties voor de digitaliseringsstrategie voor het archief en de gunning van de vijf definitieve opdrachten, wordt progressie gemaakt. De aanwerving van gespecialiseerd personeel blijft een uitdaging en een wetswijziging om dit proces te vereenvoudigen, is in mei goedgekeurd. De opening van regionale kadasterkantoren is opgeschort en zal worden hervat zodra de situatie normaliseert. De publieke presentatie van alle resterende boskaarten die volgens planning in januari 2020 van start zou gaan en stapsgewijs tegen juni 2020 zou zijn afgerond, is stilgelegd, om redenen die geen verband houden met de uitbraak van het coronavirus. Dit is een punt van zorg, omdat vertragingen bij het opladen van de kaarten een effect dreigen te hebben op de voltooiing van de kadastrale metingen als geheel.

De uitbraak van het coronavirus heeft een impact gehad op de Griekse energiesector — met lagere olie- en gasprijzen, met maatregelen voor sociale onthouding die invloed hebben op vraagpatronen en bepaalde technische projecten. Ook heeft deze uitbraak voor liquiditeitsproblemen gezorgd bij marktdeelnemers doordat de betaling van facturen vertraagde. Een gevolg hiervan is dat de “go-live” van het Target Model (een toezegging voor medio 2020) vertraging zal oplopen, door problemen bij de uitvoering van een technisch project voor de balanceringsmarkt omdat aannemers door de inperkingsmaatregelen hun personeel moeilijker kunnen inzetten. Niettemin heeft Griekenland op diverse fronten progressie gemaakt, met name bij het lanceren van de termijnmarkt voor elektriciteit. De acute toename van onbetaalde rekeningen op de consumentenmarkt dreigde bij energieleveranciers een liquiditeitscrisis te veroorzaken, en tot dusver hebben de autoriteiten hierop gereageerd met maatregelen die deze druk moeten verlichten zonder de markt te verstoren. Op middellange termijn blijft het tijdschema van Griekenland om de bruinkoolcentrales stil te leggen voorlopig ongewijzigd en Griekenland heeft aangegeven dat het maximaal inspanningen voor dit project zal leveren. Ook het bijzonder fonds voor hernieuwbare energiebronnen (ELAPE) is zwaar onder druk komen te staan door lagere energietarieven en lagere EU-emissiehandelsprijzen.

Het overleg over de specifieke aspecten van de antitrust remedy loopt verder, om zo met een voorstel te kunnen komen waarvoor een markttoets kan plaatsvinden. Dit is een cruciale stap om de remedy eindelijk ten uitvoer te brengen en deze toezegging voor eind 2020 af te ronden. Doel is om met een structurele oplossing te komen die zorgt voor meer concurrentie op alle niveaus van de markt en waarbij een bepaald gebruikersprofiel niet al te sterk doorweegt, zodat de mededingingsbezwaren kunnen worden weggenomen die voortvloeien uit het feit dat het staatsenergiebedrijf nog steeds exclusieve toegang heeft tot basislastenergiebronnen. Deze essentiële toezegging, die wordt voorgesteld als een alternatief voor de mislukte afstoting van twee van de bruinkoolcentrales van het bedrijf, zal belangrijk zijn om de markt open te stellen voor concurrentie en om nieuwe investeringen aan te moedigen tijdens de energietransitie in Griekenland.

Het nationale energie- en klimaatplan van Griekenland wordt momenteel door de Europese Commissie geëvalueerd. Voor dit ambitieuze plan voor de uitstap uit bruinkool zal meer gebruik moeten worden gemaakt van hernieuwbare energie en gas als vervangende energiebronnen en moet er een regionaal plan komen om de sociaal-economische uitdagingen op te vangen. De op stapel staande vergunningenwet die het opzetten en uitwerken van projecten voor hernieuwbare energie moet verbeteren, kan hieraan bijdragen. De sleutel voor het welslagen van dit uitstapplan zal de transitie in het post-bruinkooltijdperk zijn in gebieden die bijzonder afhankelijk zijn van deze sector. Griekenland heeft een interdepartementale commissie opgericht die een masterplan voor een rechtvaardige transitie moet uitwerken om dit project aan te sturen, met ondersteuning van het EU-mechanisme voor een rechtvaardige transitie (JTM).

Voor het vervoer hebben de autoriteiten het nationale masterplan voor het vervoer goedgekeurd en werken zij dit nu verder uit op regionaal niveau. De invulling van het nationale masterplan voor het vervoer is een randvoorwaarde voor de komende programmeringsperiode voor de structuurfondsen wat betreft uitgebreide vervoersplanning en zal bepalend zijn voor de invoering van een pijpleiding met projecten voor de volgende programmeringsperiode. De autoriteiten hebben ook stappen gezet om het vervoersaanbod in Thessaloniki te verbeteren door een concessie die is toegekend aan de joint venture voor streekvervoer (KTEL). Daarnaast werken zij aan een strategisch plan voor de toekomstige hervorming van het vervoersaanbod, waarin de metro van Thessaloniki geïntegreerd zal zijn.

Hellenic Corporation of Assets and Participations (HCAP) en privatiseringen

Onvermijdelijk heeft de coronapandemie ook invloed gehad op het functioneren van de Hellenic Corporation of Assets and Participations (HCAP) en haar portfolio-ondernemingen, met ook aanpassingen van en/of verschuivingen in de prioriteiten van de onderneming en het tijdschema dat onderdeel uitmaakt van de toezeggingen van Griekenland. De autoriteiten blijven in nauw contact staan met HCAP, maar de goedkeuring van aangepaste ministeriële richtsnoeren, die nodig is om het strategische plan van de onderneming verder te kunnen uitvoeren (een doorlopende toezegging), alsmede de geplande actualisering van haar bedrijfsplan, zullen vertraging oplopen totdat de situatie rond het coronavirus is gestabiliseerd. Wat betreft de uitvoering van het coördinatiemechanisme, de taken van de betrokken staatsbedrijven zijn op 12 maart 2020 door het kabinet goedgekeurd, maar het is niet raadzaam om in deze periode de laatste hand te leggen aan een verklaring aangaande de toezeggingen voor elk bedrijf, andermaal wegens de onzekerheid die door het coronavirus is ontstaan. HCAP is haar corporate governance in staatsbedrijven blijven verbeteren via evaluaties van het management en aanstellingen. Een cruciale uitdaging betreft de aanzienlijke operationele en financiële problemen bij de Griekse staatsposterijen (ELTA). Door de pandemie zullen de prestaties van het vastgoedportfolio van HCAP in 2020 ook minder verbeteren, al zouden operationele verbeteringen haalbaar moeten blijven. De technische werkzaamheden betreffende de overdracht van het Olympisch Sportcomplex Athene (OAKA) aan HCAP blijven doorlopen, nu de technische adviseur in april 2020 een verslag heeft ingediend.

De huidige prioriteit van HCAP bestaat erin overheidsbedrijven in vitale sectoren in bedrijf te houden en de gezondheid en veiligheid van het personeel te garanderen. In dit verband is de onverstoorde levering van stroom, water en postdiensten van cruciaal belang, net zoals het verzekeren van de bedrijfscontinuïteit van het openbaar vervoer en de centrale markten in Athene en Thessaloniki. De negatieve economische gevolgen van de coronapandemie zullen waarschijnlijk bijzonder zwaar zijn voor het gemeentelijk vervoersbedrijf Athene (OASA) en de staatsposterijen (ELTA).

De dynamiek in het privatiseringsproces die de afgelopen maanden viel waar te nemen, kan door de uitbraak van het coronavirus niet worden volgehouden. De pandemie heeft op velerlei wijzen een impact op de uitvoering van het privatiseringsprogramma, onder meer door stroever verlopende relaties met kandidaat-investeerders, de impact op de waardering van activa, de verminderde administratieve capaciteit om de nodige maatregelen te nemen, en het stilvallen van de bouwwerkzaamheden.

Ondanks het algemene negatieve zakelijke klimaat als gevolg van de pandemie werkt het Hellenic Republic Asset Development Fund (TAIPED) voort aan de verdere voorbereiding van zijn transacties. De autoriteiten bieden daarbij de nodige ondersteuning en nemen zelf ook de nodige initiatieven. Zo kunnen dan bij de betrokken transacties de volgende stappen worden gezet wanneer de situatie opnieuw normaliseert. In dit stadium is de stand van zaken voor de lopende transacties als volgt:

·Hellinikon (ontwikkeling van de locatie van de voormalige internationale luchthaven van Athene) (een specifieke toezegging voor eind 2018): Hoewel de autoriteiten grote inspanningen leveren om de voorwaarden rond te krijgen die nodig zijn om de aandelen aan de voorkeursinvesteerder (Lamda) te kunnen overdragen, is de financiële closing vertraagd door complicaties bij de biedprocedure voor de toekenning van de casinovergunning. Na de afwijzing van het eerste beroep heeft de uitgesloten bieder bij de hoogste bestuursrechter (Raad van State) een beroep tot nietigverklaring ingesteld met een verzoek om voorlopige voorziening. De Raad van State heeft op 7 mei 2020 het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Hiermee ligt de weg open om de biedprocedure voort te zetten, al zal deze pas kunnen worden afgerond wanneer de Raad van State zich ten gronde heeft uitgesproken over het beroep tot nietigverklaring. De autoriteiten zetten momenteel de nodige stappen om de resterende hangende kwesties weg te werken.

·Concessie voor de jachthaven van Alimos (een specifieke toezegging voor medio 2019): de jachthaven van Alimos is een van de grootste jachthavens in het zuidoosten van de Middellandse Zee. Zij ligt aan de zuidoostelijke kustlijn van Athene. Het kabinetsbesluit waarmee toestemming wordt gegeven voor het ondertekenen van de concessieovereenkomst is op 7 april 2020 in de staatscourant gepubliceerd en de concessieovereenkomst is op 13 mei 2020 door alle betrokken partijen ondertekend. De financiële closing van de transactie zou er moeten komen binnen 120 dagen na de ondertekening van de concessieovereenkomst.

·Hellenic Petroleum (ELPE) (een specifieke toezegging voor medio 2019): De autoriteiten moeten nog een beslissing nemen over de te volgen aanpak nu de eerste biedprocedure medio 2019 is mislukt. Het Fonds beziet alle opties. Gelet echter op de recente forse daling van de kapitalisatiewaarde van de onderneming achtte het Fonds het passend om het lanceren van de transactie verder uit te stellen tot een later tijdstip.

·Verkoop van 30 % van de internationale luchthaven van Athene (een specifieke toezegging voor eind 2019): Eind januari 2020 bleken negen investeringspartners te kwalificeren voor de fase van de bindende biedingen. Door de impact van de pandemie moest de termijn voor het indienen van bindende biedingen echter worden aangepast en het proces zal opnieuw hervatten wanneer de situatie verbetert.

·Het staatsgasbedrijf — DEPA Commercial (een specifieke toezegging voor eind 2019) en DEPA Infrastructure (een specifieke toezegging voor medio 2021): In beide biedprocedures is goede vooruitgang geboekt met veel belangstelling van investeerders. Negen belangstellende partijen hebben blijken van belangstelling ingediend in elk van de beide internationale biedprocedures. Zij worden momenteel geëvalueerd, maar het inleiden van de fase van de bindende biedingen voor beide transacties zal worden uitgesteld vanwege de uitbraak van het coronavirus.

·Egnatia Odos (een specifieke toezegging voor eind 2019): De autoriteiten hebben beklemtoond dat het hun vaste wil is om met deze transactie door te gaan en hebben in april en begin mei 2020 een aantal initiatieven genomen, waaronder de ondertekening van een gezamenlijk ministerieel besluit over de vitale onderdelen van de concessieovereenkomst en verdere bestuurlijke stappen. Inmiddels zouden de autoriteiten en Egnatia SA doorgaan met de uitvoering van alle resterende nog uit te voeren maatregelen: duidelijkheid over de vraag welke werkzaamheden nodig zijn om een veiligheidscertificering voor de bruggen te krijgen; de vergunningverlening voor de tunnels; de voltooiing van de bouw van alle tolpoortjes, en het oplossen door Egnatia SA van de openstaande kwesties met betrekking tot vier tankstations die sinds 2011 buiten bedrijf zijn.

·Regionale havens (een specifieke toezegging voor eind 2019): Na een lange periode van uitstel is de afgelopen maanden goede vooruitgang geboekt, nu het Fonds de ruimte heeft gekregen om elke transactie apart vorm te geven en de voorbereidende werkzaamheden voor de biedprocedures voor vier havens aan te vatten. Gezien echter de ongunstige context werd het raadzaam geacht om de lancering van de transacties uit te stellen.

Overheidsdiensten

De overheidsdiensten staan bij de aanpak van de coronapandemie voor een dubbele uitdaging: de respons van de autoriteiten aansturen en omgaan met scherpe capaciteitsrestricties. Algemeen genomen zijn dankzij de respons van de overheidsdiensten vitale diensten waarop burgers en bedrijven een beroep doen, vrijwel ongestoord kunnen blijven functioneren. Een ondersteuning hierbij was de introductie van een aantal digitale instrumenten tijdens de lockdownperiode.

De autoriteiten hebben progressie gemaakt bij de aanstellingen voor de ambtelijke top en het versterken van het algemene kader, alhoewel het hele proces is verstoord door de coronapandemie en er nog een aantal punten van zorg blijft bestaan. De aanstelling van de dertien nieuwe secretarissen-generaal heeft nu plaatsgevonden, terwijl de selectieprocedure voor directeuren tijdelijk is opgeschort. In maart 2020 hebben de autoriteiten wetsbepalingen aangenomen waardoor de selectieprocedure nu ook wordt uitgebreid van de centrale overheidsdiensten naar het lokale niveau, hetgeen een welkome ontwikkeling is. Ook is concept-wetgeving in voorbereiding om tot een eenvormige selectieprocedure te komen voor functies bij de ambtelijke top; deze zou in september 2020 in werking moeten treden. Dat bij de selectieprocedure een centrale rol is weggelegd voor de Hoge Raad voor werving en selectie van overheidspersoneel (ASEP), valt toe te juichen. Problematischer is dan weer dat geen progressie is gemaakt bij de lopende selectieprocedures voor de structuren die de EU-structuurfondsen beheren (nationaal strategisch referentiekader (NSRF)). De plannen om deze procedure te annuleren en een nieuwe procedure te beginnen zouden de stabiliteit en het doeltreffende functioneren van de opgezette beheer- en controlesystemen kunnen aantasten. De autoriteiten worden aangemoedigd om alternatieve opties te onderzoeken.

Al met al is goede vooruitgang geboekt bij het ontwikkelen van een systeem voor personeelsbeleid, zoals het afronden van een aanzienlijk aantal digitale organisatieschema’s en functiebeschrijvingen (een specifieke toezegging voor eind 2019). Medio maart hadden overheidsinstanties die samen rond twee derde van het totale personeelsbestand vertegenwoordigen, digitale organisatieschema’s afgerond, waarbij er voor 75 % van de ingevulde functies een koppeling was tussen de functiebeschrijving en de functionaris. De met EU-middelen gefinancierde overheidsopdracht voor ondersteuningsdiensten voor het personeelsbeleid zal naar verwachting tegen juni 2020 worden bekendgemaakt, terwijl er progressie is bij de actualisering van de volkstellingsdatabase als een tussentijdse oplossing. De overplaatsingscyclus voor 2020 is van start gegaan in overeenstemming met nieuwe wetgeving die deze hervorming verder moet verbeteren, met name door het verband te versterken tussen de overplaatsingscyclus en de jaarlijkse aanwervingsplanning. De cyclus van prestatie-evaluaties voor 2019 heeft vertraging opgelopen als gevolg van de pandemie, maar de autoriteiten gaan door met plannen om het evaluatieraamwerk te versterken en te koppelen aan de jaarlijkse actieplannen van elk ministerie en de selectie van leidinggevenden.

Het blijft de vaste wil van de autoriteiten om het systeem voor personeelsselectie te versterken door de machtigingswet van de Hoge Raad voor werving en selectie van overheidspersoneel (ASEP) te actualiseren en door de algemene capaciteit van de Raad te verruimen (een aanvullende toezegging). De nieuwe toezegging houdt in dat tegen oktober 2020 een wetswijziging moet zijn goedgekeurd en dat er tegen eind 2020 een gedetailleerd plan voor de reorganisatie van de Raad komt, terwijl de implementatie van specifieke sleutelacties vanaf 2021 zal worden gemonitord. De werkzaamheden zijn al aangevat, zoals het uittekenen van een aantal werkstromen, met inbegrip van aanvraagprocedures, bijzondere aanstellingsbepalingen (ook voor tijdelijke aanstellingen) en organisatorische kwesties.

De autoriteiten trachten, ondanks de huidige disruptie, progressie te maken bij de lopende werkzaamheden rond wetgevingscodificatie. De centrale codificatiecommissie (KEK) is opnieuw opgericht en zal waarschijnlijk een sleutelrol krijgen om vaart te zetten achter het project voor wetgevingscodificatie. Door de uitbraak van het coronavirus hebben de autoriteiten hun voornemen om een wet aan te nemen voor de codificatie van het wetboek voor arbeidsrecht en de codex arbeidsrecht (met wetgeving en beleidsregels op het gebied van arbeidsrecht) (een specifieke toezegging voor medio 2020), licht moeten vertragen, maar het blijft hun vaste voornemen om de nieuwe codificatiewet tegen september 2020 aan te nemen. De aanbesteding voor het vlaggenschipproject om een nationaal codificatieportaal op te zetten (een specifieke toezegging voor medio 2022) zou binnenkort worden uitgeschreven.

Bij de uitvoering van de organieke wet wordt progressie gemaakt. Allereerst hebben de autoriteiten een gedetailleerd handboek wetgevingstechniek en een template voor een diepgaande effectbeoordeling goedgekeurd. Deze zijn uitgewerkt met technische ondersteuning van de Europese Commissie en zijn essentiële instrumenten om de bepalingen inzake beter wetgeven die in januari 2020 van kracht werden, te kunnen afdwingen. In de tweede plaats blijkt uit voorlopige bevindingen dat de verschuiving van tekenbevoegdheden naar het ambtelijke niveau die in februari 2020 van kracht werd, bij de centrale overheidsdiensten efficiënt wordt toegepast. Dit is een belangrijke hervorming in het hart van het ambtelijke apparaat en volgens ramingen zal zo’n 80 % van alle beslissingen die op een ministerie worden genomen, op het ambtelijke niveau worden ondertekend.

De vaste aanstellingen verliepen in 2019 conform het formatieplan en in het formatieplan 2020 wordt de regel van één-op-één-vervanging in acht genomen. Tegelijkertijd hebben de autoriteiten, gezien de scherpe toename van tijdelijke aanstellingen sinds 2018, ingestemd met een nieuwe aanvullende toezegging om vanaf 2021 opnieuw een plafond voor tijdelijke aanstellingen in te voeren. Hoewel het aantal tijdelijke aanstellingen sinds de piek van medio 2019 een dalende trend vertoont, blijft het ver boven het niveau van 2018, toen Griekenland het ESM-programma kon verlaten. De nieuwe toezegging moet de autoriteiten helpen bij hun ambitie om de centrale controle op aanstellingsprocedures aan te scherpen. De recentelijk goedgekeurde maatregel waardoor bepaalde gemeentelijke entiteiten niet meer onder de centrale betalingsinstantie vallen, is een punt van zorg. Voor de lopende derde en laatste fase van de hervorming van het beloningsbeleid is het belangrijk dat de taak van de centrale betalingsinstantie intact blijft.

Justitie en corruptiebestrijding

In het kader van het project voor het versterken van e-justice valt enige progressie te melden bij de transitie naar de verplichte digitale indiening en behandeling van processtukken in civiele en strafrechtelijke procedures en bij de elektronische afgifte van rechterlijke verklaringen en uitspraken. Hoewel de digitale indiening van processtukken per 1 januari 2021 verplicht zal worden in bestuurszaken, zal deze in civiele en strafzaken optioneel blijven en slechts gedeeltelijk beschikbaar zijn. De autoriteiten hebben toegezegd tegen medio 2020 een actieplan op te stellen voor de uitrol van de digitale indiening van processtukken bij de verschillende civiele en strafgerechten, met een geografisch en thematisch overzicht van de actuele situatie en een tijdschema. Voorwaarde voor deze veralgemeende en verplichte indiening van digitale stukken is wel dat rechters, griffiemedewerkers en rechtsbeoefenaren gecertificeerde digitale handtekeningen krijgen. De autoriteiten hebben toegezegd in dit verband de nodige maatregelen te nemen.

Op 15 april 2020 hebben de autoriteiten de langverwachte aanbesteding gepubliceerd van de tweede fase van het geïntegreerde systeem voor het beheer van rechtszaken (een specifieke toezegging voor medio 2020). De biedingen moeten tegen 26 mei 2020 zijn ingediend en de procedure voor de gunning van de opdracht zal op 1 juni 2020 plaatsvinden. Volgens de planning moet de projectopdracht volledig zijn opgeleverd binnen 36 maanden na de ondertekening van de overeenkomst.

In maart is de laatste fase van de inwerkintreding van het raamwerk voor verplichte mediation afgerond. Door de opschorting van de werkzaamheden van de rechtbanken in verband met de uitbraak van het coronavirus zullen de effecten van het nieuwe raamwerk pas later in 2020 meetbaar zijn.

De autoriteiten werken verder aan het initiatief voor de oprichting van gespecialiseerde kamers in civiele en bestuurlijke rechtbanken (een aanvullende toezegging). Deze nieuwe kamers zullen specifieke categorieën zaken te behandelen krijgen en er zullen rechters zetelen met de nodige beroepservaring en academische achtergrond. 

De operationele capaciteit van de nationale transparantieautoriteit (EAD) wordt stapsgewijs versterkt zodat deze instantie tegen november 2020 volledig operationeel wordt. De nationale transparantieautoriteit monitort nauwlettend de uitvoering van het nationale corruptiebestrijdingsplan, dat tot dusver goede resultaten kon overleggen. Zij werkt met de Rekenkamer samen aan het versterken van de interne controlesystemen op zowel centraal als lokaal niveau. De transparantieautoriteit is ook betrokken bij het toezicht op de financiering van politieke partijen en bij de controle van vermogensaangiften van politici. De autoriteiten hebben toegezegd binnenkort verslag te doen over de toepassing tot dusver van het institutionele raamwerk over de financiering van politieke partijen. De aanbevelingen van de Groep van Staten tegen Corruptie zullen worden bestudeerd door een bijzondere commissie, die tegen december 2020 met voorstellen voor de nodige wetswijzigingen zal komen.

(1) ()    Verordening (EU) nr. 472/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 21 mei 2013 betreffende de versterking van het economische en budgettaire toezicht op lidstaten in de eurozone die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit (PB L 140 van 27.5.2013, blz. 1).
(2) ()    Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/280 van de Commissie van 20 februari 2020 betreffende de verlenging van verscherpt toezicht voor Griekenland (PB L 59 van 28.2.2020, blz. 9).
(3) ()     https://www.consilium.europa.eu/media/35749/z-councils-council-configurations-ecofin-eurogroup-2018-180621-specific-commitments-to-ensure-the-continuity-and-completion-of-reforms-adopted-under-the-esm-programme_2.pdf
(4) ()    Medewerkers van de Europese Centrale Bank hebben, in overeenstemming met de bevoegdheden van de Europese Centrale Bank, aan de evaluatiemissie deelgenomen en leverden zo deskundigheid aan over beleidsmaatregelen voor de financiële sector en macro-kritische kwesties, zoals nominale begrotingsdoelstellingen en behoeften op het gebied van houdbaarheid en financiering. Vóór de evaluatiemissie was er een technische missie —eveneens op afstand — van 26 maart tot en met 7 april 2020.
(5) ()     https://ec.europa.eu/info/sites/info/files/economy-finance/ip116_en.pdf
(6) ()    Bekendgemaakt als de voorjaarsprognoses 2020 van de Commissie, beschikbaar op: https://ec.europa.eu/info/business-economy-euro/economic-performance-and-forecasts/economic-forecasts_en  
(7) () https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?qid=1589377065941&uri=CELEX:52020DC0123