Artikelen bij COM(2020)526 - Hervormingsprogramma 2020 en stabiliteitsprogramma 2020 van Finland

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 20.5.2020

COM(2020) 526 final

Aanbeveling voor een

AANBEVELING VAN DE RAAD

over het nationale hervormingsprogramma 2020 van Finland en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2020 van Finland


Aanbeveling voor een

AANBEVELING VAN DE RAAD

over het nationale hervormingsprogramma 2020 van Finland en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2020 van Finland

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 121, lid 2, en artikel 148, lid 4,

Gezien Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid 1 , en met name artikel 5, lid 2,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Gezien de resoluties van het Europees Parlement,

Gezien de conclusies van de Europese Raad,

Gezien het advies van het Comité voor de werkgelegenheid,

Gezien het advies van het Economisch en Financieel Comité,

Gezien het advies van het Comité voor sociale bescherming,

Gezien het advies van het Comité voor de economische politiek,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Op 17 december 2019 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan de jaarlijkse strategie voor duurzame groei en daarmee de aanzet gegeven tot het Europees Semester 2020 voor coördinatie van het economisch beleid. Daarbij is terdege rekening gehouden met de op 17 november 2017 door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie geproclameerde Europese pijler van sociale rechten. Op 17 december 2019 heeft de Commissie op grond van Verordening (EU) nr. 1176/2011 ook het waarschuwingsmechanismeverslag aangenomen, waarin zij Finland niet heeft genoemd als een van de lidstaten die aan een diepgaande evaluatie zouden worden onderworpen. Tevens heeft de Commissie op die datum een aanbeveling voor een aanbeveling van de Raad over het economisch beleid van de eurozone aangenomen.

(2) Op 26 februari 2020 is het landverslag 2020 voor Finland 2 gepubliceerd. Daarin werd de vooruitgang beoordeeld die Finland bij de tenuitvoerlegging van de op 9 juli 2019 door de Raad vastgestelde landspecifieke aanbevelingen heeft gemaakt 3 , alsmede het gevolg dat is gegeven aan de aanbevelingen die in de jaren voordien werden goedgekeurd, en de vooruitgang die Finland in de richting van zijn nationale Europa 2020-doelstellingen heeft geboekt.

(3) Op 11 maart 2020 heeft de Wereldgezondheidsorganisatie de uitbraak van COVID-19 officieel uitgeroepen tot een wereldwijde pandemie. Deze pandemie vormt een ernstige bedreiging voor de volksgezondheid en treft burgers, bedrijven en economieën. Zij zet de nationale gezondheidsstelsels onder zware druk, verstoort de mondiale toeleveringsketens, veroorzaakt volatiliteit op de financiële markten en sterke schommelingen in de consumentenvraag, en heeft negatieve gevolgen voor meerdere sectoren. Zij vormt een bedreiging voor de banen en het inkomen van mensen en voor ondernemingen. De pandemie heeft geleid tot een grote economische schok die nu al ernstige gevolgen heeft in de Europese Unie. Op 13 maart 2020 heeft de Commissie een mededeling 4 aangenomen waarin wordt opgeroepen tot een gecoördineerde economische aanpak van de crisis door alle actoren op nationaal en Unieniveau.

(4) Meerdere lidstaten hebben een noodtoestand uitgeroepen of noodmaatregelen getroffen. Elke noodmaatregel moet strikt proportioneel, noodzakelijk en beperkt in de tijd zijn, en moet overeenstemmen met de Europese en internationale normen. Ze moeten onderworpen zijn aan democratisch toezicht en onafhankelijke rechterlijke controle.

(5) Op 20 maart 2020 heeft de Commissie een mededeling aangenomen over de activering van de algemene ontsnappingsclausule van het stabiliteits- en groeipact 5 . De clausule, die in artikel 5, lid 1, artikel 6, lid 3, artikel 9, lid 1, en artikel 10, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1466/97 en artikel 3, lid 5, en artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1467/97 is neergelegd, vergemakkelijkt de coördinatie van het begrotingsbeleid in tijden van ernstige economische neergang. In haar mededeling heeft de Commissie de Raad haar standpunt meegedeeld dat, gezien de verwachte ernstige economische neergang ten gevolge van de COVID-19-uitbraak, de huidige omstandigheden de activering van de clausule toelaten. Op 23 maart 2020 stemden de ministers van Financiën van de lidstaten in met de beoordeling van de Commissie. De activering van de algemene ontsnappingsclausule maakt het mogelijk tijdelijk af te wijken van het aanpassingstraject in de richting van de begrotingsdoelstelling op middellange termijn, op voorwaarde dat daardoor de houdbaarheid van de begroting op middellange termijn niet in gevaar komt. Voor het correctieve deel kan de Raad, op aanbeveling van de Commissie, ook besluiten een herzien begrotingstraject vast te stellen. De algemene ontsnappingsclausule schorst de procedures van het stabiliteits- en groeipact niet. De clausule staat lidstaten toe af te wijken van de budgettaire verplichtingen die normaliter van toepassing zijn en stelt de Commissie en de Raad in staat om de nodige maatregelen op het gebied van beleidscoördinatie binnen het kader van het pact te nemen.

(6) Er is voortdurende actie nodig om de verspreiding van de pandemie te beperken en te beheersen, om de veerkracht van de nationale gezondheidsstelsels te versterken, om de sociaal-economische gevolgen te verzachten door middel van ondersteunende maatregelen voor bedrijven en huishoudens en om te zorgen voor adequate gezondheids- en veiligheidsomstandigheden op de werkplek met het oog op de hervatting van de economische activiteit. De Unie moet ten volle gebruik maken van de verschillende instrumenten waarover zij beschikt om de lidstaten op deze gebieden te ondersteunen. Tegelijkertijd moeten de lidstaten en de Unie samenwerken om de maatregelen voor te bereiden die nodig zijn voor een terugkeer naar een normale werking van onze samenlevingen en economieën en naar duurzame groei, waarin zij onder meer de groene transitie en de digitale transformatie moeten integreren, net als de lessen die uit de crisis worden getrokken.

(7) De COVID-19-crisis toont aan hoe flexibel de eengemaakte markt zich kan aanpassen aan buitengewone omstandigheden. Om een vlotte en soepele overgang naar de herstelfase en het vrije verkeer van goederen, diensten en werknemers te waarborgen, moeten uitzonderlijke maatregelen die de werking van de eengemaakte markt belemmeren, worden geschrapt zodra zij niet langer onmisbaar zijn. De huidige crisis toont aan dat er behoefte is aan crisisparaatheidsplannen in de gezondheidssector, met inbegrip van met name verbeterde aankoopstrategieën, gediversifieerde toeleveringsketens en strategische reserves van essentiële goederen. Dat zijn cruciale elementen voor de ontwikkeling van uitgebreidere crisisparaatheidsplannen.

(8) De wetgever van de Unie heeft de desbetreffende wetgevingskaders 6 reeds gewijzigd om de lidstaten in staat te stellen om alle ongebruikte middelen uit de Europese structuur- en investeringsfondsen te benutten, zodat zij de uitzonderlijke gevolgen van de COVID-19-pandemie kunnen aanpakken. Deze wijzigingen leiden tot meer flexibiliteit en vereenvoudigde en gestroomlijnde procedures. Om de druk op de kasstroom te verlichten kunnen lidstaten in het boekjaar 2020-2021 ook gebruikmaken van een medefinancieringspercentage van 100 % uit de begroting van de Unie. Finland wordt aangemoedigd ten volle gebruik te maken van deze mogelijkheden om bijstand te bieden aan de mensen en sectoren die het zwaarst door de problemen zijn getroffen.

(9) Als gevolg van de uiteenlopende specialisatiepatronen zullen de sociaal-economische gevolgen van de pandemie waarschijnlijk ongelijk verdeeld zijn over de sectoren en regio’s. Hierdoor bestaat het gevaar dat de ongelijkheden in Finland groter worden. De huidige situatie gaat ook gepaard met het gevaar dat het convergentieproces tussen de lidstaten tijdelijk uiteenvalt, hetgeen gerichte beleidsacties noodzakelijk maakt.

(10) Op 30 april 2020 heeft Finland zijn nationale hervormingsprogramma 2020 en zijn stabiliteitsprogramma 2020 ingediend. Om met de onderlinge verbanden tussen beide programma’s rekening te houden, zijn deze tegelijkertijd geëvalueerd.

(11) Finland valt momenteel onder het preventieve deel van het stabiliteits- en groeipact en is onderworpen aan de schuldregel.

(12) In haar stabiliteitsprogramma 2020 voorziet de regering dat het nominale saldo zal verslechteren van een tekort van 1,1 % van het bbp in 2019 tot een tekort van 7,2 % van het bbp in 2020. Voor 2021 wordt een afname van het tekort tot 4,0 % van het bbp voorspeld. Na in 2019 te zijn gestegen tot 59,4 % van het bbp, zal de overheidsschuldquote volgens het stabiliteitsprogramma 2020 naar verwachting in 2020 oplopen tot 69,1 % van het bbp. De macro-economische en budgettaire vooruitzichten worden beïnvloed door de grote onzekerheid als gevolg van de COVID-19-pandemie.

(13) Als reactie op de COVID-19-pandemie en als onderdeel van een gecoördineerde Unie-aanpak heeft Finland begrotingsmaatregelen vastgesteld om de capaciteit van het gezondheidsstelsel te vergroten, de pandemie in te dammen en bijstand te verlenen aan personen en sectoren die bijzonder getroffen zijn. Volgens het stabiliteitsprogramma 2020 bedroegen deze begrotingsmaatregelen 1,7 % van het bbp. De maatregelen omvatten zowel nooduitgaven voor de bescherming van de volksgezondheid en de openbare orde als steunmaatregelen voor het bedrijfsleven en werknemers. Daarnaast heeft Finland maatregelen aangekondigd die geen rechtstreekse gevolgen voor de begroting hebben, maar zullen bijdragen tot de ondersteuning van de liquiditeit van ondernemingen, en die volgens het stabiliteitsprogramma 2020 op 5 % van het bbp worden geraamd. Deze maatregelen omvatten leninggaranties voor ondernemingen, voornamelijk kleine en middelgrote, en specifieke garantieregelingen voor Finnair en scheepvaartondernemingen die de voorzieningszekerheid waarborgen. Finland heeft tevens andere, niet in het stabiliteitsprogramma vermelde maatregelen genomen die de liquiditeit moeten vergroten, zoals uitstel van betaling van de vennootschapsbelasting. Die additionele maatregelen worden geraamd op 15 % van het bbp. Over het algemeen zijn de door Finland genomen maatregelen in overeenstemming met de richtsnoeren van de mededeling van de Commissie over een gecoördineerde economische respons op de COVID-19-uitbraak. De volledige uitvoering van deze maatregelen, gevolgd door een heroriëntering van het begrotingsbeleid naar het tot stand brengen van prudente begrotingssituaties als de economische omstandigheden dat toelaten, zal bijdragen tot het behoud van budgettaire houdbaarheid op middellange termijn.

(14) Op basis van de voorjaarsprognoses 2020 van de Commissie bij ongewijzigd beleid wordt het overheidssaldo van Finland geraamd op -7,4 % van het bbp in 2020 en
-3,4 % in 2021. Verwacht wordt dat de overheidsschuldquote in 2020 op 69,4 % en in 2021 op 69,6 % van het bbp zal uitkomen.

(15) Op 20 mei 2020 heeft de Commissie een overeenkomstig artikel 126, lid 3, VWEU opgesteld verslag uitgebracht vanwege de prognose dat Finland in 2020 de tekortdrempel van 3 % van het bbp zal overschrijden. Al bij al lijkt de analyse erop te wijzen dat het tekortcriterium zoals omschreven in het Verdrag en in Verordening (EG) nr. 1467/1997 niet vervuld is.

(16) Als reactie op de crisis heeft Finland omvangrijke maatregelen getroffen ter ondersteuning van zijn gezondheidssysteem en economie. Zo heeft de Finse regering verscheidene aanvullende begrotingen aangenomen en de werkgelegenheidsgarantie voor werknemers versterkt, terwijl de voorwaarden om een werkloosheidsuitkering te krijgen, zijn versoepeld. Ook voor freelancers en ondernemers is de toegang tot werkloosheidsuitkeringen versoepeld. De socialezekerheidsmaatregelen belopen 1,6 miljard EUR. Er is voor een bedrag van 1 miljard EUR aan directe bedrijfssubsidies ter beschikking gesteld, naast 10 miljard EUR aan leningen met staatswaarborg. De regering heeft de pensioenbijdragen van werkgevers tijdelijk verlaagd met 2,6 procentpunten en een bedrag van minstens 1 miljard EUR uitgetrokken voor een steunpakket voor gemeenten. De Finse financiële toezichthoudende autoriteit heeft de kapitaalvereisten voor Finse kredietinstellingen verminderd door de systeemrisicobuffer op te heffen en de vereisten instellingsspecifiek aan te passen. De regering heeft een werkgroep onder leiding van het ministerie van Financiën en het ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid ingesteld om de Finse COVID-19-exitstrategie voor te bereiden. Begin mei heeft de regering op basis van het eerste verslag van de werkgroep een gefaseerd exitplan aangenomen. De werkgroep zal de nodige extra maatregelen voorstellen om de gevolgen van de crisis voor de volksgezondheid, de samenleving en de economie op te vangen. Er is overlegd met de sociale partners, de gemeenten, het maatschappelijk middenveld en milieuorganisaties.

(17) Alhoewel Finland in het algemeen klaar was om de COVID-19-crisis op te vangen, zou het gezondheidssysteem gebaat zijn bij een grotere schokbestendigheid. De ziekenhuisregio’s moesten medisch personeel herschikken om coronaviruspatiënten te behandelen en afwijken van de eerder vastgestelde wettelijke termijnen voor niet-urgente gezondheidszorg. Het huidige stelsel van door verschillende verstrekkers aangeboden gezondheidsdiensten heeft tot een ongelijke landelijke verdeling van gezondheidswerkers geleid. De kwestie van de versnippering van de dienstverstrekking en de ongelijke toegang tot maatschappelijke en eerstelijnszorg zal naar verwachting ook na de crisis spelen, in het bijzonder voor werklozen en gepensioneerden, onder wie personen met een beperking. Wegens de stijging van de werkloosheid als gevolg van de COVID-19-crisis moet het beleid, zowel op korte als op middellange termijn, zich toespitsen op een gelijkere toegang tot eerstelijnsgezondheidszorg. Op middellange termijn blijft de verwezenlijking van de hervormingsplannen van opeenvolgende Finse regeringen op sociaal gebied en op het gebied van de gezondheidszorg belangrijk, met name omdat deze Finland voorbereiden op ingrijpende demografische veranderingen en het land helpen om de kwaliteit van zijn gezondheidssysteem in de toekomst op peil te houden en de toegankelijkheid ervan te verbeteren. De langetermijnhoudbaarheid van de Finse overheidsfinanciën blijft onder druk staan vanwege de voorspelde stijging van de vergrijzingskosten, in het bijzonder van de sociale dienstverlening en de gezondheidszorg.

(18) In de prognose van de Commissie wordt een stijging van de werkloosheid tot 8,3 % in 2020, afnemend tot 7,7 % in 2021, verwacht. Er zijn effectieve, in nauwe samenwerking met de sociale partners ontworpen beleidsmaatregelen op korte en middellange termijn nodig om de stijging van het werkloosheidspercentage af te remmen en om wie als gevolg van de COVID-19-crisis zijn baan heeft verloren, naar de arbeidsmarkt terug te brengen. Daarbij moet ook steun worden verleend aan groepen die met armoede en sociale uitsluiting worden bedreigd, zoals laaggeschoolden, personen met een beperking, gedeeltelijk arbeidsgeschikte personen en mensen met een migratieachtergrond. In Finland gelden werktijdverkortingsregelingen waarbij heel wat werknemers op non-actief zijn gesteld. Actieve arbeidsmarktmaatregelen, zoals bijscholing en omscholing, zouden voor een snelle en duurzame terugkeer naar de arbeidsmarkt kunnen zorgen. Gerichte loonsubsidies zouden kunnen worden gekoppeld aan opleiding en follow-up door de openbare diensten voor arbeidsvoorziening. Omscholing en bijscholing zijn essentieel om de inzetbaarheid van de beroepsbevolking in een voortdurend digitalere en groenere economie op peil te houden. De hervorming van de permanente educatie kan bijdragen tot het vervullen van de behoefte aan grotere vaardigheden bij volwassenen, onder andere bij laaggeschoolden, in arbeidsmarktrelevante sectoren zoals informatie- en communicatietechnologie (ICT). Om te voorzien in het vaardighedenaanbod dat de markt nodig heeft in tijden van demografische en technologische veranderingen, is het zaak de arbeidsmarktrelevantie van het onderwijs op peil te houden, onder andere door voldoende plaatsen aan universiteiten te garanderen, in lijn met de werkgelegenheidsvooruitzichten voor de sectoren en regio’s. Om een verslechtering van de sociaal-economische situatie van de meest kwetsbare groepen in de nasleep van de COVID-19-crisis te voorkomen, is het aanpakken van de digitale kloof essentieel, in het bijzonder door ervoor te zorgen dat kansarme leerlingen toegang hebben tot kwaliteitsonderwijs. Het complexe uitkeringsstelsel werpt barrières op om werk te aanvaarden. Om het aanvaarden van kort of deeltijds werk aan te moedigen, moet het inkomensregister met real-time informatie over lonen en uitkeringen doeltreffend worden ingezet en moeten de behandelingstermijnen van socialezekerheidsuitkeringen worden verkort. Op middellange termijn is het zaak voor Finland om het socialezekerheidsstelsel te hervormen om de werkgelegenheid te stimuleren en het welvaartssysteem van het land voor te bereiden op de toekomst.

(19) Ondernemingen, en met name kleine en middelgrote, helpen om tijdens de crisis overeind te blijven, is essentieel om de economie weer aan te zwengelen nadat de huidige lockdownmaatregelen zijn opgeheven. Tijdelijke liquiditeitssteun in de vorm van leningen, subsidies en garanties kunnen het bedrijfsleven helpen om deze periode van grote onzekerheid en substantieel lagere inkomsten te overbruggen. Bij het ontwerpen en uitvoeren van deze maatregelen moet rekening worden gehouden met de veerkracht van de banksector.

(20) Om het economisch herstel te bevorderen, zal het van belang zijn om mature publieke investeringsprojecten te vervroegen en particuliere investeringen te bevorderen, onder meer door relevante hervormingen. De investeringen in Finland blijven onder het EU-gemiddelde wat betreft categorieën die de productiviteitsgroei het meeste ondersteunen, met name investeringen in uitrusting en in intellectuele eigendom. Dat kan het groeipotentieel van het land op lange termijn beperken en zijn concurrentievermogen en herstel drukken. Grotere investeringen in onderzoek en ontwikkeling zijn cruciaal voor structurele veranderingen ten gunste van kennisintensieve economische sectoren en ter versterking van het groeipotentieel op lange termijn. De geplande transitie naar klimaatneutraliteit tegen 2035, zoals weerspiegeld in het Finse nationale energie- en klimaatplan, zal aanzienlijke investeringen vergen, in het bijzonder in elektriciteitsnetwerken en in duurzaam vervoer. Onder leiding van een parlementaire stuurgroep wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een nieuw nationaal vervoerssysteem voor 2021. Onverminderd de aandacht voor de volksgezondheid, het milieu, regionale verschillen en productiviteit, moeten de inspanningen worden voortgezet om hogesnelheidsbreedband uit te rollen en andere digitale infrastructuur te verbeteren, teneinde de logistiek te optimaliseren en de economische bedrijvigheid in afgelegen gebieden te behouden. De programmering van het fonds voor een rechtvaardige transitie voor de periode 2021-2027 zou Finland kunnen helpen bij een aantal uitdagingen van de transitie naar een klimaatneutrale economie, met name op de gebieden die in bijlage D bij het landverslag worden vermeld 7 . Zo zou Finland optimaal gebruik kunnen maken van dat fonds.

(21) De landelijke risicobeoordeling van Finland inzake de strijd tegen witwassen is momenteel achterhaald en zal in 2020 worden geactualiseerd. De Finse financiële toezichthoudende autoriteit heeft recentelijk haar capaciteit vergroot. De personeelsbezetting is evenwel nog steeds ontoereikend en de risicogebaseerde benadering van het toezicht wordt nog niet correct toegepast. Alhoewel verschillende vermoedelijke inbreuken zijn onderzocht, blijft ook de vaststelling van een ontradend bestraffingsbeleid een prioriteit. De melding van verdachte transacties is de jongste maanden fors gestegen en de hulpmiddelen waarover de financiële-inlichtingeneenheid beschikt, lijken ontoereikend om de informatie te analyseren. Er blijft onvoldoende uitwisseling van informatie tussen de financiële-inlichtingeneenheid en de financiële toezichthouder.

(22) Terwijl de huidige aanbevelingen gericht zijn op het aanpakken van de sociaal-economische gevolgen van de pandemie en het bevorderen van het economisch herstel, hadden de landspecifieke aanbevelingen 2019 die de Raad op 9 juli 2019 heeft aangenomen, ook betrekking op hervormingen die essentieel zijn om uitdagingen op middellange tot lange termijn aan te pakken. Deze aanbevelingen zijn nog steeds relevant en zullen gedurende de jaarlijkse cyclus van het Europees semester gemonitord blijven worden. Dat geldt ook voor aanbevelingen betreffende investeringsgerelateerd economisch beleid. Met die aanbevelingen moet rekening worden gehouden bij de strategische programmering van de financiering van het cohesiebeleid na 2020, ook wat betreft de maatregelen ter verzachting van de huidige crisis en de exitstrategieën.

(23) Het Europees semester biedt het kader voor de voortdurende coördinatie van het economisch en werkgelegenheidsbeleid in de Unie, dat kan bijdragen tot een duurzame economie. De lidstaten hebben in hun nationale hervormingsprogramma’s 2020 de stand van zaken opgemaakt over de voortgang bij de uitvoering van de duurzameontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties (SDG’s). Door onderstaande aanbevelingen volledig uit te voeren zal Finland bijdragen aan de vooruitgang in de richting van de SDG’s en aan de gemeenschappelijke inspanning om in de Unie te komen tot concurrerende duurzaamheid.

(24) Nauwe coördinatie tussen de economieën van de economische en monetaire unie is essentieel voor een snel herstel van de economische impact van COVID-19. Finland moet, als lidstaat die de euro als munt heeft, en rekening houdend met de politieke richtsnoeren van de Eurogroep, ervoor zorgen dat zijn beleid consistent blijft met de aanbevelingen voor de eurozone en gecoördineerd wordt met dat van de andere lidstaten van de eurozone.

(25) In de context van het Europees Semester 2020 heeft de Commissie een brede analyse van het economische beleid van Finland verricht. Deze analyse is gepubliceerd in het landverslag 2020. Voorts heeft de Commissie zowel het stabiliteitsprogramma 2020 als het nationale hervormingsprogramma 2020 doorgelicht en onderzocht welk gevolg is gegeven aan de aanbevelingen die in eerdere jaren tot Finland zijn gericht. Daarbij heeft zij niet alleen gekeken naar de relevantie ervan voor een houdbaar begrotings- en sociaal-economisch beleid in Finland, maar heeft zij ook onderzocht of de Unieregels en -richtsnoeren in acht zijn genomen, gezien de noodzaak de algehele economische governance van de Unie te versterken door middel van een inbreng op Unieniveau in toekomstige nationale besluiten.

(26) In het licht van deze beoordeling heeft de Raad het stabiliteitsprogramma 2020 onderzocht en zijn advies daarover 8 is met name in de onderstaande aanbeveling 1 weergegeven.


BEVEELT AAN dat Finland in 2020 en 2021 de volgende actie onderneemt:

1. Overeenkomstig de algemene ontsnappingsclausule alle nodige maatregelen nemen om de pandemie doeltreffend aan te pakken, de economie te stimuleren en het daaropvolgende herstel te ondersteunen. Als de economische omstandigheden dit toelaten, begrotingsbeleid voeren dat gericht is op het tot stand brengen van prudente begrotingssituaties op middellange termijn en het waarborgen van de houdbaarheid van de schuld, daarbij de investeringen verhogend. De tekorten aan gezondheidswerkers aanpakken om de schokbestendigheid van het gezondheidssysteem te vergroten en de toegang tot sociale en gezondheidsdiensten te verbeteren.

2. De maatregelen ter ondersteuning van de werkgelegenheid versterken en een actief arbeidsmarktbeleid voeren.

3. Maatregelen nemen om de reële economie, in het bijzonder kleine en middelgrote ondernemingen, van liquiditeit te voorzien. Mature publieke investeringsprojecten vervroegen en private investeringen aanmoedigen om het economisch herstel te bevorderen. De investeringen toespitsen op de groene en digitale transitie, met name op het schoon en efficiënt opwekken en gebruiken van energie, op duurzame en efficiënte infrastructuur, en op onderzoek en innovatie.

4. Het effectief toezicht houden op en handhaven van het kader tegen witwassen van geld.