Artikelen bij COM(2020)514 - Hervormingsprogramma 2020 en stabiliteitsprogramma 2020 van Letland

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 20.5.2020

COM(2020) 514 final

Aanbeveling voor een

AANBEVELING VAN DE RAAD

over het nationale hervormingsprogramma 2020 van Letland en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2020 van Letland


Aanbeveling voor een

AANBEVELING VAN DE RAAD

over het nationale hervormingsprogramma 2020 van Letland en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2020 van Letland

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 121, lid 2, en artikel 148, lid 4,

Gezien Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid 1 , en met name artikel 5, lid 2,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Gezien de resoluties van het Europees Parlement,

Gezien de conclusies van de Europese Raad,

Gezien het advies van het Comité voor de werkgelegenheid,

Gezien het advies van het Economisch en Financieel Comité,

Gezien het advies van het Comité voor sociale bescherming,

Gezien het advies van het Comité voor de economische politiek,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Op 17 december 2019 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan de jaarlijkse strategie voor duurzame groei en daarmee de aanzet gegeven tot het Europees Semester 2020 voor coördinatie van het economisch beleid. Daarbij is terdege rekening gehouden met de op 17 november 2017 door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie geproclameerde Europese pijler van sociale rechten. Op 17 december 2019 heeft de Commissie op grond van Verordening (EU) nr. 1176/2011 ook het waarschuwingsmechanismeverslag aangenomen, waarin zij Letland niet heeft genoemd als een van de lidstaten die aan een diepgaande evaluatie zouden worden onderworpen. Tevens heeft de Commissie op die datum een aanbeveling voor een aanbeveling van de Raad over het economisch beleid van de eurozone aangenomen.

(2) Op 26 februari 2020 is het landverslag 2020 voor Letland 2 gepubliceerd. Daarin werd de vooruitgang beoordeeld die Letland bij de uitvoering van de op 9 juli 2019 door de Raad vastgestelde landspecifieke aanbevelingen 3 heeft gemaakt, alsmede het gevolg dat is gegeven aan de aanbevelingen die in de jaren voordien werden goedgekeurd, en de vooruitgang die Letland in de richting van zijn nationale Europa 2020-doelstellingen heeft geboekt.

(3) Op 11 maart 2020 heeft de Wereldgezondheidsorganisatie de uitbraak van COVID-19 officieel uitgeroepen tot een wereldwijde pandemie. Deze pandemie vormt een ernstige bedreiging voor de volksgezondheid en treft burgers, bedrijven en economieën. Zij zet de nationale gezondheidsstelsels onder zware druk, verstoort de mondiale toeleveringsketens, veroorzaakt volatiliteit op de financiële markten en sterke schommelingen in de consumentenvraag, en heeft negatieve gevolgen voor meerdere sectoren. Zij vormt een bedreiging voor de banen en het inkomen van mensen en voor ondernemingen. De pandemie heeft geleid tot een grote economische schok die nu al ernstige gevolgen heeft in de Europese Unie. Op 13 maart 2020 heeft de Commissie een mededeling 4 aangenomen waarin wordt opgeroepen tot een gecoördineerde economische aanpak van de crisis door alle actoren op nationaal en Unieniveau.

(4) Meerdere lidstaten hebben een noodtoestand uitgeroepen of noodmaatregelen getroffen. Elke noodmaatregel moet strikt proportioneel, noodzakelijk en beperkt in de tijd zijn, en moet overeenstemmen met de Europese en internationale normen. Ze moeten onderworpen zijn aan democratisch toezicht en onafhankelijke rechterlijke controle.

(5) Op 20 maart 2020 heeft de Commissie een mededeling aangenomen over de activering van de algemene ontsnappingsclausule van het stabiliteits- en groeipact 5 . De clausule, die in artikel 5, lid 1, artikel 6, lid 3, artikel 9, lid 1, en artikel 10, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1466/97 en artikel 3, lid 5, en artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1467/97 is neergelegd, vergemakkelijkt de coördinatie van het begrotingsbeleid in tijden van ernstige economische neergang. In haar mededeling heeft de Commissie de Raad haar standpunt meegedeeld dat, gezien de verwachte ernstige economische neergang ten gevolge van de COVID-19-uitbraak, de huidige omstandigheden de activering van de clausule toelaten. Op 23 maart 2020 stemden de ministers van Financiën van de lidstaten in met de beoordeling van de Commissie. De activering van de algemene ontsnappingsclausule maakt het mogelijk tijdelijk af te wijken van het aanpassingstraject in de richting van de begrotingsdoelstelling op middellange termijn, op voorwaarde dat daardoor de houdbaarheid van de begroting op middellange termijn niet in gevaar komt. Voor het correctieve deel kan de Raad, op aanbeveling van de Commissie, ook besluiten een herzien begrotingstraject vast te stellen. De algemene ontsnappingsclausule schorst de procedures van het stabiliteits- en groeipact niet. De clausule staat lidstaten toe af te wijken van de budgettaire verplichtingen die normaliter van toepassing zijn en stelt de Commissie en de Raad in staat om de nodige maatregelen op het gebied van beleidscoördinatie binnen het kader van het pact te nemen.

(6) Er is voortdurende actie nodig om de verspreiding van de pandemie te beperken en te beheersen, om de veerkracht van de nationale gezondheidsstelsels te versterken, om de sociaal-economische gevolgen te verzachten door middel van ondersteunende maatregelen voor bedrijven en huishoudens en om te zorgen voor adequate gezondheids- en veiligheidsomstandigheden op de werkplek met het oog op de hervatting van de economische activiteit. De Unie moet ten volle gebruik maken van de verschillende instrumenten waarover zij beschikt om de lidstaten op deze gebieden te ondersteunen. Tegelijkertijd moeten de lidstaten en de Unie samenwerken om de maatregelen voor te bereiden die nodig zijn voor een terugkeer naar een normale werking van onze samenlevingen en economieën en naar duurzame groei, waarin zij onder meer de groene transitie en de digitale transformatie moeten integreren, net als de lessen die uit de crisis worden getrokken.

(7) De COVID-19-crisis toont aan hoe flexibel de eengemaakte markt zich kan aanpassen aan buitengewone omstandigheden. Om een vlotte en soepele overgang naar de herstelfase en het vrije verkeer van goederen, diensten en werknemers te waarborgen, moeten uitzonderlijke maatregelen die de normale werking van de eengemaakte markt belemmeren, evenwel worden geschrapt zodra zij niet langer onmisbaar zijn. De huidige crisis toont aan dat er behoefte is aan crisisparaatheidsplannen in de gezondheidssector, met inbegrip van met name verbeterde aankoopstrategieën, gediversifieerde toeleveringsketens en strategische reserves van essentiële goederen Dat zijn cruciale elementen voor de ontwikkeling van uitgebreidere crisisparaatheidsplannen.

(8) De wetgever van de Unie heeft de desbetreffende wetgevingskaders 6 reeds gewijzigd om de lidstaten in staat te stellen alle ongebruikte middelen uit de Europese structuur- en investeringsfondsen te benutten, zodat zij de uitzonderlijke gevolgen van de COVID-19-pandemie kunnen aanpakken. Deze wijzigingen leiden tot meer flexibiliteit en vereenvoudigde en gestroomlijnde procedures. Om de druk op de kasstroom te verlichten kunnen lidstaten in het boekjaar 2020-2021 ook gebruikmaken van een medefinancieringspercentage van 100 % uit de begroting van de Unie. Letland wordt aangemoedigd ten volle gebruik te maken van deze mogelijkheden om bijstand te bieden aan de mensen en sectoren die het zwaarst door de problemen zijn getroffen.

(9) Als gevolg van de uiteenlopende specialisatiepatronen zullen de sociaal-economische gevolgen van de pandemie waarschijnlijk ongelijk verdeeld zijn over de sectoren en de regio’s. Dit brengt het risico met zich mee dat de verschillen binnen Letland groter worden. De huidige situatie gaat ook gepaard met het gevaar dat het convergentieproces tussen de lidstaten tijdelijk uiteenvalt, hetgeen gerichte beleidsacties noodzakelijk maakt.

(10) Op 30 april 2020 heeft Letland zijn nationale hervormingsprogramma 2020 en zijn stabiliteitsprogramma 2020 ingediend. Om met de onderlinge verbanden tussen beide programma’s rekening te houden, zijn deze tegelijkertijd geëvalueerd.

(11) Letland valt momenteel onder het preventieve deel van het stabiliteits- en groeipact.

(12) In haar stabiliteitsprogramma 2020 gaat de regering ervan uit dat het nominale saldo zal verslechteren van een tekort van 0,2 % van het bruto binnenlands product (bbp) in 2019 naar een tekort van 9,4 % van het bbp in 2020. Volgens de prognoses zal het overheidstekort bij ongewijzigd beleid afnemen tot 5,0 % van het bbp in 2021 en 2,7 % van het bbp in 2023. Op basis van het stabiliteitsprogramma 2020 zal de overheidsschuldquote, na een daling tot 36,9 % van het bbp in 2019, naar verwachting in 2022 een piek bereiken van ongeveer 53 %. De macro-economische en budgettaire vooruitzichten worden beïnvloed door de grote onzekerheid als gevolg van de COVID-19-pandemie.

(13) Als reactie op de COVID-19-pandemie en als onderdeel van een gecoördineerde Unie-aanpak heeft Letland begrotingsmaatregelen vastgesteld om de capaciteit van zijn gezondheidsstelsel te vergroten, de pandemie in te dammen en bijstand te verlenen aan personen en sectoren die bijzonder getroffen zijn. Volgens het stabiliteitsprogramma 2020 bedroegen deze begrotingsmaatregelen 3,0 % van het bbp. De maatregelen omvatten opties voor belastinguitstel voor maximaal drie jaar, een ruimere dekking van door de staat betaald ziekteverlof, steun voor specifieke sectoren en extra uitgaven voor de gezondheidszorg. Daarnaast heeft Letland liquiditeitssteun voor ondernemingen goedgekeurd in de vorm van garanties en leningen ten belope van 3,2 % van het bbp. Over het algemeen zijn de door Letland genomen maatregelen in overeenstemming met de richtsnoeren van de mededeling van de Commissie over een gecoördineerde economische respons op de COVID-19-uitbraak. De volledige uitvoering van deze maatregelen, gevolgd door een heroriëntering van het begrotingsbeleid naar het tot stand brengen van prudente begrotingssituaties op middellange termijn als de economische omstandigheden dat toelaten, zal bijdragen tot het behoud van de budgettaire houdbaarheid op middellange termijn.

(14) Op basis van de voorjaarsprognoses 2020 van de Commissie bij ongewijzigd beleid wordt het overheidssaldo van Letland geraamd op ‑7,3 % van het bbp in 2020 en ‑4,5 % in 2021. Deze cijfers geven een effect van de stimuleringsmaatregelen aan dat grotendeels vergelijkbaar is met wat in het stabiliteitsprogramma staat, maar de daling van de werkgelegenheid zal naar verwachting minder groot zijn en ook wordt ervan uitgegaan dat de automatische stabilisatoren aan de uitgavenzijde zwakker zullen zijn. Verwacht wordt dat de overheidsschuldquote in 2020 en 2021 onder 60 % van het bbp zal blijven.

(15) Op 20 mei 2020 heeft de Commissie een overeenkomstig artikel 126, lid 3, VWEU opgesteld verslag uitgebracht omdat Letland naar verwachting in 2020 de tekortdrempel van 3 % van het bbp zal overschrijden. Al met al lijkt de analyse erop te wijzen dat niet is voldaan aan het tekortcriterium zoals omschreven in het Verdrag en in Verordening (EG) nr. 1467/1997.

(16) Letland heeft op 13 maart 2020 de noodtoestand uitgeroepen en heeft die verlengd tot en met 9 juni 2020. De regering heeft het personenverkeer over de Letse grenzen via de lucht, het spoor en de zee beperkt, scholen en universiteiten gesloten, alle openbare evenementen verboden, maatregelen voor het bewaren van sociale afstand gehandhaafd, de verkoop in de weekends beperkt en digitale overheidsdiensten gepromoot. Gezien de verbeterde epidemiologische situatie hebben de autoriteiten de nationale beperkingen vanaf 12 mei 2020 versoepeld en hebben zij ermee ingestemd om de grenzen met Litouwen en Estland vanaf 15 mei 2020 te heropenen. Volgens de prognose van de Commissie zal de werkloosheid in 2020 tot 8,6 % stijgen en in 2021 licht herstellen tot 8,3 %. Verwacht wordt dat de economie in 2020 met 7 % zal krimpen en dat de investeringen en de export de grootste klappen zullen krijgen als gevolg van de afnemende buitenlandse vraag en de toenemende onzekerheid. De werkgelegenheid zal naar verwachting met 2,5 % dalen, rekening houdend met het feit dat de door de overheid gesubsidieerde verlofregeling voor werknemers en de loonsubsidies in de exportgerichte sectoren de negatieve gevolgen voor de werkgelegenheid in grote mate zullen opvangen. Als reactie op de crisis heeft Letland alomvattende budgettaire en economische beleidsmaatregelen genomen. De autoriteiten hebben het antwoord toegespitst op drie zwaartepunten: 1) steun voor de werknemers, 2) steun voor de bedrijven en 3) steun voor de zwaarst getroffen economische sectoren. De maatregelen in het kader van het arbeidsmarktbeleid, die gericht zijn op het behoud van de werkgelegenheid en de versterking van het sociale vangnet, omvatten onder meer loonsubsidies ten belope van maximaal 75 % van het brutoloon, financiering van ziekteverlof wanneer bij een werknemer COVID-19 is vastgesteld of die werknemer in quarantaine is geplaatst, en verlenging van de werkloosheidsuitkeringen. De steun aan ondernemingen die met tijdelijke moeilijkheden af te rekenen hebben, heeft tot doel liquiditeit te verlenen aan levensvatbare ondernemingen en het aanbod aan essentiële goederen en diensten snel op te drijven.

(17) De uitbraak van COVID-19 vereiste ongekende maatregelen om de verspreiding en de gevolgen van de ziekte onder controle te houden. COVID-19 heeft de structurele tekortkomingen in het Letse gezondheidszorgstelsel, die rechtstreeks verband houden met de beperkte financiële en personele middelen waarover het beschikt en met hervormingen die slechts langzaam vorderen, nog versterkt. De geringe overheidsfinanciering heeft een weerslag op de toegang tot hoogwaardige en betaalbare gezondheidszorg en op de doeltreffendheid van het gezondheidsstelsel. Dit leidt tot hoge zelfgerapporteerde onvervulde medische behoeften, aanzienlijke eigen bijdragen, vooral voor kwetsbare groepen, en ongelijke toegang. Een ongezonde levensstijl vormt een andere belangrijke reden voor de slechte gezondheidsresultaten. Bovendien vormen tekorten aan gezondheidswerkers een complexe uitdaging en zijn zij een belemmering voor de verstrekking van gezondheidsdiensten. Om de efficiëntie en de kwaliteit van de gezondheidszorg te verbeteren, is het van cruciaal belang de aan de gang zijnde hervormingen, die zich nog steeds in een pril stadium bevinden, te versnellen. Daarbij gaat het onder meer om doeltreffende preventiemaatregelen, sterkere eerstelijnszorg, een gerationaliseerde ziekenhuissector en een doelgericht kwaliteitsbeheer. Hoe groot de impact van deze hervormingen zal zijn en in hoeverre de gezondheidsresultaten verbeterd kunnen worden, hangt ook in grote mate af van de omvang van de overheidsmiddelen die naar de gezondheidszorg zullen gaan. Om in de toekomst vergelijkbare crises te kunnen aanpakken, is het van belang te zorgen voor investeringen in doeltreffende en goed toegeruste volksgezondheidsmaatregelen om de verspreiding van besmettelijke ziekten te voorkomen, in te dammen en te beperken en om de impact ervan op de prestaties van het gezondheidszorgstelsel onder controle te houden. De investeringen kunnen gericht zijn op het verstrekken van de nodige apparatuur, robuuste e-gezondheidsdiensten, faciliteiten en personele middelen voor de gezondheidszorg, en op het waarborgen van de capaciteit die nodig is om alle verwachte gewone gezondheidsdiensten te leveren, naast de zorg voor COVID-19-patiënten.

(18) Letland heeft maatregelen genomen om de inkomenssteun voor werknemers uit te breiden en ontslagen tijdens de noodsituatie te voorkomen. De dekking en toereikendheid van de steun zijn evenwel beperkt, met name omdat de steun afhankelijk is van de socialezekerheidsbijdragen en van restrictieve subsidiabiliteitscriteria. De regeling staat ook geen deeltijdse inactiviteit toe. Een geleidelijker overgang van inkomenssteun naar arbeidsinkomen zou een grotere flexibiliteit van de arbeidsmarkt tijdens de periode van stilstand en het daaropvolgende economische herstel mogelijk maken. Voortdurende inspanningen zijn nodig om de toereikendheid, de duur en de dekking van het sociale vangnet voor iedereen te verbeteren. Deze inspanningen worden echter beperkt door de lage belastingontvangsten als percentage van het bbp. Ondanks enkele lichte verbeteringen blijft de toereikendheid van het gewaarborgd minimuminkomen, van de minimumpensioenen en van de inkomenssteun voor personen met een beperking laag. Letland heeft een werkloosheidsuitkering voor de meest kwetsbaren ingevoerd, maar toch lopen werklozen een groot risico op armoede, vooral wanneer de werkloosheid langer aanhoudt. Zelfstandigen en atypische werknemers hebben niet dezelfde toegang tot sociale bescherming, met inbegrip van de werkloosheidsverzekering, als de overige werkenden en die kloof moet worden gedicht. Zwartwerk en lonen onder couvert zijn, hoewel het aandeel ervan afneemt, nog steeds wijdverspreid, hetgeen de sociale bescherming van de getroffen werknemers verzwakt en de beroepsrisico’s vergroot. Kwetsbare groepen zullen waarschijnlijk de meeste moeilijkheden ondervinden om weer een baan te vinden. Zowel werkgelegenheids‑, onderwijs‑ en gezondheidsdiensten als sociale diensten zijn nog steeds weinig geïntegreerd en het aanbod aan sociale diensten blijft beperkt. Het percentage mensen dat met ernstige woningnood kampt en het percentage mensen dat met overbewoning te maken heeft, behoren tot de hoogste in de EU, terwijl sociale huisvesting schaars is.

(19) Ondersteuning van kleine en middelgrote ondernemingen om hen te helpen snel flexibele arbeid en telewerkcapaciteit te ontwikkelen, kan de gevolgen van de crisis aanzienlijk helpen verzachten. Bijzonder zorgwekkend zijn het lage aantal inschrijvingen bij de openbare diensten voor arbeidsvoorziening en de geringe betrokkenheid van werklozen bij actieve arbeidsmarktmaatregelen. De uitvoering en het concept van de actieve arbeidsmarktmaatregelen moeten worden versterkt en aangepast om de duur van de werkloosheid te verkorten en de terugkeer naar de arbeidsmarkt te vergemakkelijken. Om de veerkracht van de beroepsbevolking in tijden van economische neergang te verhogen, is het toerusten van mensen met de juiste vaardigheden des te belangrijker. Doeltreffende en gemakkelijk toegankelijke maatregelen op het gebied van volwasseneneducatie, omscholing en bijscholing, in combinatie met de verlening van sociale diensten en mobiliteitsondersteuning, kunnen meer mensen de vaardigheden bieden die nodig zijn voor de arbeidsmarkt. Ook de digitale vaardigheden moeten worden verbeterd, aangezien slechts 43 % van de Letten beschikt over digitale basisvaardigheden op of boven het basisniveau. De COVID-19-noodsituatie heeft ook duidelijk gemaakt dat het nodig is digitaal onderwijs en digitale opleiding van hoge kwaliteit te ontwikkelen en te zorgen voor gelijke toegang voor alle lerenden. Ook is het van belang de capaciteit van de sociale partners te versterken om ervoor te zorgen dat zij tijdig en op zinvolle wijze worden betrokken bij het antwoord dat op de COVID-19-crisis moet worden gegeven, en bij het herstel.

(20) Er werd snel een omvangrijke regeling voor liquiditeitssteun opgezet, die werd uitgerold via de nationale ontwikkelingsinstelling Altum. Deze regeling heeft bijgedragen tot de herstructurering van de aflossingsschema’s voor bedrijfsleningen en in het kader van die regeling is liquiditeitssteun verleend via nieuwe leningen. Tegelijk vinden de meeste herstructureringen van bankleningen plaats zonder staatsgaranties. De voorwaarden om voor staatsgaranties in aanmerking te komen zijn evenwel vrij strikt. Daardoor bestaat het risico dat kleinere ondernemingen met een zwakkere financiële positie of achterstallige belastingbetalingen geen steun krijgen. Restaurants en hotels, die in deze crisis tot de zwaarst getroffen sectoren behoren, ondervinden moeilijkheden om toegang tot liquiditeit te krijgen wegens de zwakte van hun onderpandpositie en hun financiële positie. Tegelijk is het van belang de veerkracht van de banksector te ondersteunen.

(21) Om het economisch herstel te bevorderen, zal het van belang zijn om mature publieke investeringsprojecten te vervroegen en particuliere investeringen te bevorderen, onder meer door relevante hervormingen. In het beleid ter ondersteuning van de digitale transformatie en de groene transitie van het land moet rekening worden gehouden met grote regionale verschillen. De meeste stedelijke gebieden in Letland hebben uitstekende digitale infrastructuur, maar de vastebreedbanddekking in plattelandsgebieden, met name de “laatste kilometer”-verbindingen, is laag. Voortzetting en intensivering van de inspanningen voor de uitrol van zeer snelle breedband zullen bijdragen aan een verdere verbetering van de digitale infrastructuur. Om de uitdagingen van de overgang naar een klimaatneutrale economie aan te pakken, zijn investeringen nodig om de economie te diversifiëren en moderner en concurrerender te maken, onder meer door het opvoeren van investeringen in onderzoek en innovatie en in menselijk kapitaal, en om de sociaal-economische kosten van de transitie te verlichten. De ecologische duurzaamheid van Letland hangt af van de vooruitgang die zal worden geboekt bij het verbeteren van de energie-efficiëntie, het uitvoeren van zijn nationale energie- en klimaatplan, met name ook bij vervoer en gebouwen, en het integreren van ecologische duurzaamheidsoverwegingen in andere economische sectoren, met name in de landbouw en de bosbouw. Het verbeteren van de intermodale vervoersinfrastructuur in en rond Riga zou zowel de arbeidsmobiliteit vergemakkelijken als helpen om het toenemende energieverbruik van personenauto’s terug te dringen. Voorts zijn het Rail Baltica-project en de energie-interconnectieprojecten de belangrijkste investeringsprioriteiten van Letland met het oog op de verbetering van zijn energiezekerheid en integratie in de interne markt. Verdere investeringen in hernieuwbare energie, met name windenergie, en de bevordering van de overgang naar een circulaire economie met aanzienlijk hogere recyclingpercentages kunnen ook de ecologische en economische resultaten verbeteren en bijdragen tot het halen van de streefdoelen voor de matiging van de klimaatverandering. De programmering van het fonds voor een rechtvaardige transitie voor 2021-2027 zou Letland kunnen helpen bij een aantal uitdagingen van de transitie naar een klimaatneutrale economie, met name in de regio’s die in bijlage D bij het landverslag worden vermeld. Zo zou Letland optimaal kunnen gebruikmaken van dat fonds.

(22) Letland heeft de stroom risicovol geld die via zijn banken passeert, aanzienlijk verminderd en zijn systeem voor de bestrijding van witwaspraktijken ingrijpend gewijzigd. Meer bepaald heeft Letland de dienstverlening aan niet-ingezeten lege vennootschappen verboden en een aantal wetten gewijzigd. De capaciteit en bekwaamheid van de belangrijkste instellingen voor toezicht, financiële inlichtingen en rechtshandhaving zijn versterkt. Hoewel het toezicht op de financiële instellingen aanzienlijk is aangescherpt, zou het door een betere risicobeoordeling doelgerichter en efficiënter kunnen worden. En ook al zijn de capaciteit en de samenwerking tussen de rechtshandhavingsinstanties verbeterd, hun vermogen om witwaszaken te onderzoeken en te vervolgen kan verder worden versterkt.

(23) Terwijl de huidige aanbevelingen gericht zijn op het aanpakken van de sociaal-economische gevolgen van de pandemie en het bevorderen van het economisch herstel, hadden de landspecifieke aanbevelingen 2019 die de Raad op 9 juli 2019 heeft aangenomen, ook betrekking op hervormingen die essentieel zijn om uitdagingen op middellange tot lange termijn aan te pakken. Deze aanbevelingen zijn nog steeds relevant en zullen gedurende de jaarlijkse cyclus van het Europees semester van volgend jaar gemonitord blijven worden. Dat geldt ook voor aanbevelingen betreffende investeringsgerelateerd economisch beleid. Met die laatste aanbevelingen moet rekening worden gehouden bij de strategische programmering van de financiering van het cohesiebeleid na 2020, ook wat betreft de maatregelen ter verzachting van de huidige crisis en de exitstrategieën.

(24) Het Europees semester biedt het kader voor een voortdurende coördinatie van het economisch en werkgelegenheidsbeleid in de Unie, die kan bijdragen tot een duurzame economie. De lidstaten hebben in hun nationale hervormingsprogramma’s 2020 de stand van zaken opgemaakt over de voortgang bij de uitvoering van de duurzameontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties (SDG’s). Door onderstaande aanbevelingen volledig uit te voeren zal Letland bijdragen aan de vooruitgang in de richting van de SDG’s en aan de gemeenschappelijke inspanning om in de Unie te komen tot concurrerende duurzaamheid.

(25) Nauwe coördinatie tussen de economieën van de economische en monetaire unie is essentieel voor een snel herstel van de economische impact van COVID-19. Letland moet, als lidstaat die de euro als munt heeft, en rekening houdend met de politieke richtsnoeren van de Eurogroep, ervoor zorgen dat zijn beleid consistent blijft met de aanbevelingen voor de eurozone en gecoördineerd wordt met dat van de andere lidstaten van de eurozone.

(26) In de context van het Europees Semester 2020 heeft de Commissie een brede analyse van het economische beleid van Letland verricht. Die analyse is gepubliceerd in het landverslag 2020. Voorts heeft de Commissie zowel het stabiliteitsprogramma 2020 als het nationale hervormingsprogramma 2020 doorgelicht en onderzocht welk gevolg is gegeven aan de aanbevelingen die in eerdere jaren tot Letland zijn gericht. Daarbij heeft zij niet alleen gekeken naar de relevantie ervan voor een houdbaar begrotings- en sociaaleconomisch beleid in Letland, maar is zij ook nagegaan of de Unieregels en ‑richtsnoeren in acht zijn genomen, gezien de noodzaak de algehele economische governance van de Unie te versterken door middel van een inbreng op Unieniveau in toekomstige nationale besluiten.

(27) In het licht van die beoordeling heeft de Raad het stabiliteitsprogramma 2020 onderzocht en zijn advies daarover 7 is met name in onderstaande aanbeveling 1 weergegeven,


BEVEELT AAN dat Letland in 2020 en 2021 de volgende actie onderneemt:

1. Overeenkomstig de algemene ontsnappingsclausule alle nodige maatregelen nemen om de pandemie doeltreffend aan te pakken, de economie te stimuleren en het daaropvolgende herstel te ondersteunen. Als de economische omstandigheden dit toelaten, begrotingsbeleid voeren dat gericht is op het tot stand brengen van prudente begrotingssituaties op middellange termijn en het waarborgen van de houdbaarheid van de schuld, daarbij de investeringen verhogend. De veerkracht en de toegankelijkheid van het gezondheidszorgstelsel versterken, onder meer door extra personele en financiële middelen in te zetten.

2. Toereikende inkomenssteun bieden aan de groepen die het zwaarst door de crisis zijn getroffen en het sociale vangnet versterken. De gevolgen van de crisis voor de werkgelegenheid beperken, onder meer door flexibele werkregelingen, actieve arbeidsmarktmaatregelen en vaardigheden.

3. Ervoor zorgen dat ondernemingen, en met name kleine en middelgrote ondernemingen, toegang hebben tot liquiditeitssteun. Mature publieke investeringsprojecten vervroegen en private investeringen aanmoedigen om het economisch herstel te bevorderen. De investeringen toespitsen op de groene en digitale transitie, met name op onderzoek en innovatie, het schoon en efficiënt opwekken en gebruiken van energie, duurzaam vervoer en digitale infrastructuur.

4. Verder werk maken van het kader voor de bestrijding van witwaspraktijken.