Artikelen bij COM(2020)512 - Hervormingsprogramma 2020 en stabiliteitsprogramma 2020 van Italië

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 20.5.2020

COM(2020) 512 final

Aanbeveling voor een

AANBEVELING VAN DE RAAD

over het nationale hervormingsprogramma 2020 van Italië en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2020 van Italië


Aanbeveling voor een

AANBEVELING VAN DE RAAD

over het nationale hervormingsprogramma 2020 van Italië en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2020 van Italië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 121, lid 2, en artikel 148, lid 4,

Gezien Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid 1 , en met name artikel 5, lid 2,

Verordening (EU) nr. 1176/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende de preventie en correctie van macro-economische onevenwichtigheden 2 , en met name artikel 6, lid 1,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Gezien de resoluties van het Europees Parlement,

Gezien de conclusies van de Europese Raad,

Gezien het advies van het Comité voor de werkgelegenheid,

Gezien het advies van het Economisch en Financieel Comité,

Gezien het advies van het Comité voor sociale bescherming,

Gezien het advies van het Comité voor de economische politiek,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Op 17 december 2019 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan de jaarlijkse strategie voor duurzame groei en daarmee de aanzet gegeven tot het Europees Semester 2020 voor coördinatie van het economisch beleid. Daarbij is terdege rekening gehouden met de op 17 november 2017 door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie geproclameerde Europese pijler van sociale rechten. Op 17 december 2019 heeft de Commissie op grond van Verordening (EU) nr. 1176/2011 ook het waarschuwingsmechanismeverslag aangenomen, waarin zij Italië heeft genoemd als een van de lidstaten die aan een diepgaande evaluatie zouden worden onderworpen. Tevens heeft de Commissie op die datum een aanbeveling voor een aanbeveling van de Raad over het economisch beleid van de eurozone aangenomen.

(2) Op 26 februari 2020 is het landverslag 2020 voor Italië 3 gepubliceerd. Daarin werd de vooruitgang beoordeeld die Italië bij de tenuitvoerlegging van de op 9 juli 2019 door de Raad vastgestelde landspecifieke aanbevelingen 4 heeft gemaakt, alsmede het gevolg dat is gegeven aan de aanbevelingen die in de jaren voordien werden goedgekeurd, en de vooruitgang die Italië in de richting van zijn nationale Europa 2020-doelstellingen heeft geboekt. Het landverslag besteedde ook aandacht aan de op grond van artikel 5 van Verordening (EU) nr. 1176/2011 uitgevoerde diepgaande evaluatie, waarvan de uitkomsten ook op 26 februari 2020 zijn bekendgemaakt. Op basis van haar analyse concludeerde de Commissie dat Italië wordt geconfronteerd met buitensporige macro-economische onevenwichtigheden. Met name de hoge overheidsschuld en de aanhoudend zwakke productiviteitsdynamiek houden grensoverschrijdende risico’s in, in een context van hoge werkloosheid en een nog steeds hoog percentage niet-renderende leningen.

(3) Op 11 maart 2020 heeft de Wereldgezondheidsorganisatie de uitbraak van COVID-19 officieel uitgeroepen tot een wereldwijde pandemie. Deze pandemie vormt een ernstige bedreiging voor de volksgezondheid en treft burgers, bedrijven en economieën. Zij zet de nationale gezondheidsstelsels onder zware druk, verstoort de mondiale toeleveringsketens, veroorzaakt volatiliteit op de financiële markten en sterke schommelingen in de consumentenvraag, en heeft negatieve gevolgen voor meerdere sectoren. Zij vormt een bedreiging voor de banen en het inkomen van mensen en voor ondernemingen. De pandemie heeft geleid tot een grote economische schok die nu al ernstige gevolgen heeft in de Europese Unie. Op 13 maart 2020 heeft de Commissie een mededeling 5 aangenomen waarin wordt opgeroepen tot een gecoördineerde economische aanpak van de crisis door alle actoren op nationaal en Unieniveau.

(4) Meerdere lidstaten hebben een noodtoestand uitgeroepen of noodmaatregelen getroffen. Elke noodmaatregel moet strikt proportioneel, noodzakelijk en beperkt in de tijd zijn, en moet overeenstemmen met de Europese en internationale normen. Ze moeten onderworpen zijn aan democratisch toezicht en onafhankelijke rechterlijke controle.

(5) Op 20 maart 2020 heeft de Commissie een mededeling aangenomen over de activering van de algemene ontsnappingsclausule van het stabiliteits- en groeipact 6 . De clausule, die in artikel 5, lid 1, artikel 6, lid 3, artikel 9, lid 1, en artikel 10, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1466/97 en artikel 3, lid 5, en artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1467/97 is neergelegd, vergemakkelijkt de coördinatie van het begrotingsbeleid in tijden van ernstige economische neergang. In haar mededeling heeft de Commissie de Raad haar standpunt meegedeeld dat, gezien de verwachte ernstige economische neergang ten gevolge van de COVID-19-uitbraak, de huidige omstandigheden de activering van de clausule toelaten. Op 23 maart 2020 stemden de ministers van Financiën van de lidstaten in met de beoordeling van de Commissie. De activering van de algemene ontsnappingsclausule maakt het mogelijk tijdelijk af te wijken van het aanpassingstraject in de richting van de begrotingsdoelstelling op middellange termijn, op voorwaarde dat daardoor de houdbaarheid van de begroting op middellange termijn niet in gevaar komt. Voor het correctieve deel kan de Raad, op aanbeveling van de Commissie, ook besluiten een herzien begrotingstraject vast te stellen. De algemene ontsnappingsclausule schorst de procedures van het stabiliteits- en groeipact niet. De clausule staat lidstaten toe af te wijken van de budgettaire verplichtingen die normaliter van toepassing zijn en stelt de Commissie en de Raad in staat om de nodige maatregelen op het gebied van beleidscoördinatie binnen het kader van het pact te nemen.

(6) Er is voortdurende actie nodig om de verspreiding van de pandemie te beperken en te beheersen, om de veerkracht van de nationale gezondheidsstelsels te versterken, om de sociaal-economische gevolgen te verzachten door middel van ondersteunende maatregelen voor bedrijven en huishoudens en om te zorgen voor adequate gezondheids- en veiligheidsomstandigheden op de werkplek met het oog op de hervatting van de economische activiteit. De Unie moet ten volle gebruik maken van de verschillende instrumenten waarover zij beschikt om de lidstaten op deze gebieden te ondersteunen. Tegelijkertijd moeten de lidstaten en de Unie samenwerken om de maatregelen voor te bereiden die nodig zijn voor een terugkeer naar een normale werking van onze samenlevingen en economieën en naar duurzame groei, waarin zij onder meer de groene transitie en de digitale transformatie moeten integreren, net als de lessen die uit de crisis worden getrokken.

(7) De COVID-19-crisis toont aan hoe flexibel de eengemaakte markt zich kan aanpassen aan buitengewone omstandigheden. Om een vlotte en soepele overgang naar de herstelfase en het vrije verkeer van goederen, diensten en werknemers te waarborgen, moeten uitzonderlijke maatregelen die de werking van de eengemaakte markt belemmeren, worden geschrapt zodra zij niet langer onmisbaar zijn. De huidige crisis toont aan dat er behoefte is aan crisisparaatheidsplannen in de gezondheidssector, met inbegrip van met name verbeterde aankoopstrategieën, gediversifieerde toeleveringsketens en strategische reserves van essentiële goederen Dat zijn cruciale elementen voor de ontwikkeling van uitgebreidere crisisparaatheidsplannen.

(8) De wetgever van de Unie heeft de desbetreffende wetgevingskaders 7 reeds gewijzigd om de lidstaten in staat te stellen om alle ongebruikte middelen uit de Europese structuur- en investeringsfondsen te benutten, zodat zij de uitzonderlijke gevolgen van de COVID-19-pandemie kunnen aanpakken. Deze wijzigingen leiden tot meer flexibiliteit en vereenvoudigde en gestroomlijnde procedures. Om de druk op de kasstroom te verlichten kunnen lidstaten in het boekjaar 2020-2021 ook gebruikmaken van een medefinancieringspercentage van 100 % uit de begroting van de Unie. Italië wordt aangemoedigd ten volle gebruik te maken van deze mogelijkheden om bijstand te bieden aan de mensen en sectoren die het zwaarst door de problemen zijn getroffen.

(9) Als gevolg van de reeds lang bestaande economische en sociale verschillen, het uiteenlopende concurrentievermogen en de graad van afhankelijkheid van het toerisme zullen de sociaal-economische gevolgen van de pandemie waarschijnlijk ongelijk verdeeld zijn over de Italiaanse regio’s en gebieden. Dit brengt het risico mee dat de regionale en territoriale verschillen in Italië groter worden en dat de divergerende trends tussen de minder ontwikkelde en meer ontwikkelde regio’s, tussen de maatschappelijke randgebieden en de rest van de stedelijke gebieden en tussen een aantal stedelijke en plattelandsgebieden nog verergeren. De huidige situatie gaat ook gepaard met het gevaar dat het convergentieproces tussen de lidstaten tijdelijk uiteenvalt, hetgeen gerichte beleidsacties noodzakelijk maakt.

(10) Op 30 april 2020 heeft Italië zijn stabiliteitsprogramma 2020 ingediend.

(11) Italië valt momenteel onder het preventieve deel van het stabiliteits- en groeipact en is aan de schuldregel onderworpen.

(12) In haar stabiliteitsprogramma 2020 voorziet de regering dat het nominale saldo zal verslechteren van een tekort van 1,6 % van het bbp in 2019 tot een tekort van 10,4 % van het bbp in 2020. Volgens de prognose zal het tekort in 2021 achteruitgaan tot 5,7 % van het bbp. Na gestabiliseerd te zijn op 134,8 % in 2019 wordt verwacht dat de schuldquote volgens het stabiliteitsprogramma 2020 zal stijgen tot 155,7 % van het bbp in 2020. De macro-economische en budgettaire vooruitzichten worden beïnvloed door de grote onzekerheid als gevolg van de COVID-19-pandemie. Er zijn landspecifieke risico’s die aan de begrotingsprognoses ten grondslag liggen, namelijk de aanzienlijke omvang van de overheidsgaranties en de volatiliteit van de rendementen op overheidsobligaties.

(13) Als reactie op de COVID-19-pandemie en als onderdeel van een gecoördineerde Unie-aanpak heeft Italië begrotingsmaatregelen vastgesteld om de capaciteit van het gezondheidsstelsel te vergroten, de pandemie in te dammen en bijstand te verlenen aan personen en sectoren die bijzonder getroffen zijn. Volgens het stabiliteitsprogramma 2020 bedragen deze begrotingsmaatregelen in 2020 4,5 % van het bbp. De maatregelen omvatten onder meer een versterking van de gezondheidszorg en de civiele bescherming, een uitbreiding van de loonsuppletieregelingen en financiële steun voor zelfstandigen en ondernemingen. Daarnaast heeft Italië maatregelen ingevoerd die geen rechtstreekse gevolgen voor de begroting maar toch zullen bijdragen tot de ondersteuning van de liquiditeit van ondernemingen, onder meer door belastinguitstel en leninggaranties. Over het algemeen zijn de door Italië genomen maatregelen in overeenstemming met de richtsnoeren van de mededeling van de Commissie over een gecoördineerde economische respons op de COVID-19-uitbraak. De volledige uitvoering van deze maatregelen, gevolgd door een heroriëntering van het begrotingsbeleid naar het tot stand brengen van prudente begrotingssituaties als de economische omstandigheden dat toelaten, zal bijdragen tot het behoud van budgettaire houdbaarheid op middellange termijn.

(14) Op basis van de voorjaarsprognoses 2020 van de Commissie bij ongewijzigd beleid wordt het overheidssaldo van Italië geraamd op -11,1 % van het bbp in 2020 en -5,6 % in 2021. De overheidsschuldratio zal volgens de prognoses 158,9 % van het bbp in 2020 bereiken, en 153,6 % in 2021.

(15) Op 20 mei 2020 heeft de Commissie een verslag overeenkomstig artikel 126, lid 3, van het Verdrag uitgebracht omdat Italië in 2019 niet voldoet aan de schuldregel en voornemens is in 2020 de tekortdrempel van 3 % van het bbp niet na te komen. In het algemeen blijkt uit de analyse dat er onvoldoende bewijs is om te concluderen dat niet is voldaan aan het schuldcriterium als omschreven in het Verdrag en in Verordening (EG) nr. 1467/1997, terwijl niet is voldaan aan het tekortcriterium.

(16) De COVID-19-pandemie heeft het nationale gezondheidsstelsel onder ongekende druk gezet, hetgeen aantoont dat er sprake is van structurele zwakheden en dat de paraatheid in reactie op crisissituaties moet worden vergroot. Ondanks uitgaven voor gezondheid die onder het Europese gemiddelde liggen, wordt Italiës zorgstelsel gekenmerkt door universele diensten die hooggespecialiseerd en van goed kwaliteit zijn, en is het in het algemeen erin geslaagd toegankelijke zorg te bieden. Niettemin heeft zich vooral bij de uitbraak van de pandemie vertraging in de uitvoering van bepaalde beperkingsmaatregelen voorgedaan ten gevolge van het versnipperde beheer van het zorgstelsel en de coördinatie tussen de centrale en regionale autoriteiten. De respons van de regionale zorgstelsels op de crisis was in hoofdzaak gebaseerd op een buitengewone mobilisatie, met name van gezondheidswerkers en plaatselijke sociale diensten. Hierdoor werd een compensatie geboden voor de limieten van de fysieke infrastructuur, de aantallen gezondheidswerkers en de investeringen van de laatste jaren om structuren en diensten te verbeteren. De Italiaanse regering heeft grote inspanningen geleverd om de verspreiding van het virus te beperken, de druk op ziekenhuizen te verlichten en extra zorgcapaciteit te genereren. Momenteel wordt een beperkingsstrategie op lange termijn ontwikkeld om een veilige terugkeer naar productieve activiteiten te garanderen. Naast de verbetering van de governanceprocessen en de crisisparaatheidsplannen moet het post-COVID-19-beleid erop gericht zijn de investeringskloof in de gezondheidszorg te verlichten. Op de middellange tot lange termijn moet een strategisch investeringsplan worden ontwikkeld om de veerkracht van het Italiaanse zorgstelsel te verbeteren en een permanente beschikbaarheid van toegankelijke zorg te garanderen. Rekening houdend met de huidige prognoses inzake gezondheidspersoneel moet prioriteit worden verleend aan de ontwikkeling van beleidsmaatregelen om knelpunten aan te pakken bij het opleiden, aanwerven en in dienst houden van gezondheidswerkers.

(17) De lockdownmaatregelen in antwoord op de gezondheidscrisis hebben een zware negatieve impact op de arbeidsmarkt en de maatschappelijke omstandigheden. Vóór de crisis was de maatschappelijke situatie langzaam aan het verbeteren, zelfs al bleef het risico op armoede of sociale uitsluiting, armoede onder werkenden en inkomensongelijkheid hoog en bleven er grote regionale verschillen bestaan. Gelet op de gevolgen van de COVID-19-uitbraak en de nasleep daarvan moeten de sociale vangnetten worden versterkt om te zorgen voor passende vervangingsinkomens, ongeacht de arbeidsstatus, onder meer voor hen die de kloof inzake toegang tot sociale bescherming ondervinden. Met name voor atypische werknemers en mensen in kwetsbare situaties is versterking van inkomensvervanging en -ondersteuning van belang. Ook diensten die gericht zijn op integratie in de maatschappij en op de arbeidsmarkt, zijn belangrijk. De nieuwe regeling voor minimuminkomens, waardoor het voorbije jaar uitkeringen konden worden verleend aan meer dan één miljoen huishoudens (gemiddeld 513 EUR), kan de effecten van de crisis verzachten. De regeling kan echter worden verbeterd om meer kwetsbare groepen te bereiken. Op tijdelijke basis heeft de regering een extra “noodinkomen” ingevoerd om huishoudens te ondersteunen die tot nu toe niet in aanmerking kwamen voor het minimuminkomen. Mensen die in de schaduweconomie werken, met name in sectoren als landbouw, voeding en huisvesting, krijgen ook te maken met de kloof in de toegang tot sociale bescherming en inkomenssteun. Om deze problemen aan te pakken heeft de regering onlangs de regels versoepeld om de arbeidsstatus van zwartwerkers te legaliseren en verblijfsvergunningen aan te vragen of te verlengen voor migrerende werknemers. Negatieve demografische trends en braindrain bedreigen ook de groeivooruitzichten. Naast de moeilijkere arbeidsmarktomstandigheden is het gebrek aan kwaliteitsdiensten een van de oorzaken achter de ontvolking van de zuidelijke regio’s en van het platteland. Vooral in geval van beperkte mobiliteit is een betere toegang tot e-diensten van belang.

(18) Sinds het uitbreken van de crisis onderneemt Italië stappen om de gevolgen voor de werkgelegenheid te verzachten. Regelingen voor werktijdverkorting (Cassa integrazione) hebben een grote rol gespeeld en zullen in de toekomst naar verwachting belangrijk blijven. De regels om hiervoor in aanmerking te komen zijn uitgebreid tot kleine en micro-ondernemingen en tot alle economische sectoren en werknemers. Daarnaast is een afzonderlijke (tijdelijke) regeling ingevoerd voor zelfstandigen. Vóór de crisis was de situatie op de arbeidsmarkt verder verbeterd. In 2019 bereikte de arbeidsparticipatie 64 %, het hoogst opgetekende cijfer ooit. Toch lag dit percentage nog steeds ruim onder het Uniegemiddelde. Het werkloosheidscijfer bleef aanhoudend hoog omdat andere indicatoren wezen op een slapte op de arbeidsmarkt. Volgens de prognoses van de Commissie zal dit percentage naar verwachting stijgen tot 11,8 % in 2020 en herstellen tot 10,7 % in 2021. Het aandeel tijdelijke contracten was ook hoog, zelfs al werd de jobcreatie sinds half 2018 aangedreven door vaste banen. Voor de toekomst is de integratie van inactieve jongeren en vrouwen op de arbeidsmarkt essentieel om een duurzaam en inclusief herstel te bevorderen. Er zijn een aantal stappen ondernomen om de openbare diensten voor arbeidsvoorziening te versterken en deze beter te integreren in de sociale diensten, de volwasseneneducatie en de beroepsopleiding. De capaciteit in arbeidsvoorziening blijft echter zwak en verschilt sterk van regio tot regio. Ook de betrokkenheid van werkgevers blijft marginaal. Nu de beperkingsmaatregelen geleidelijk worden opgeheven, kunnen flexibele arbeidsregelingen en telewerkregelingen ondernemingen en werknemers ondersteunen. In reactie op de crisis heeft de regering tijdelijke maatregelen genomen om privé- en beroepsleven te verzoenen, onder meer door slim werken en bijzondere verlofregelingen te bevorderen en waardebonnen voor babysit te verstrekken. Ondanks recente inspanningen blijven de acties ter bevordering van gelijke kansen en de beleidsmaatregelen om tot een goede balans tussen werk en privéleven te komen, alsook om te voorzien in betaalbare kinderopvang en langdurige zorg, zwak en slecht op elkaar afgestemd.

(19) De huidige noodsituatie toont ook dat het noodzakelijk is meer te zorgen voor digitaal leren en digitale vaardigheden, onder meer voor volwassenen op arbeidsgeschikte leeftijd en voor het leren op afstand. Het is belangrijk te investeren in opleiding en vaardigheden om een slim en inclusief herstel te bevorderen en om de groene en digitale transitie waar te maken. In dit verband blijven de resultaten op het gebied van onderwijs en opleiding voor Italië een groot probleem vormen. Er zijn grote regionale kloven in basisvaardigheden en het percentage voortijdige schoolverlaters ligt ver boven het Uniegemiddelde (13,5 % tegenover 10,3 % in 2019), met name bij niet in de Unie geboren leerlingen (33 %). In een context van beperkingen van de mobiliteit dreigen de regionale en territoriale verschillen nog groter te worden. In dat licht is het uiterst belangrijk dat geïnvesteerd wordt in leren op afstand alsook in de digitale infrastructuur en vaardigheden van leerkrachten en leerlingen. Italië heeft ook een lager aandeel leerlingen in wetenschappen en engineering in vergelijking met het Uniegemiddelde en het aantal afstuderenden in het tertiair onderwijs blijft zeer laag (27,6 % in 2019). Voorts investeren Italiaanse ondernemingen ten opzichte van vergelijkbare landen minder in opleiding op het gebied van informatie- en communicatietechnologieën voor hun werknemers. De lage participatiegraad van laaggekwalificeerde volwassenen in opleiding is ook een punt van zorg, gezien het afnemende aantal banen waarvoor lage kwalificaties vereist zijn. Bijscholing en omscholing blijven cruciaal om werknemers te voorzien van relevante vaardigheden op de arbeidsmarkt en om een rechtvaardige transitie naar een meer digitale en duurzame economie te bevorderen.

(20) Door de crisis is het meer dan ooit noodzakelijk geworden de toegang tot financiering voor ondernemingen te ondersteunen. Italië heeft een aantal regelingen vastgesteld ter ondersteuning van de liquiditeit van ondernemingen, onder meer in het raam van de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak 8 . Een daadwerkelijke uitvoering van deze regelingen, onder meer met garanties die via het kanaal van de banken worden doorgegeven, moet ervoor zorgen dat alle ondernemingen, en in het bijzonder kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) en ondernemingen in de meest getroffen sectoren en geografische gebieden alsmede innovatieve bedrijven daarvan gebruik maken. Bij het ontwerpen en uitvoeren van deze maatregelen moet rekening worden gehouden met de veerkracht van de banksector. Directe subsidies en stimulansen voor marktgebaseerde financiering kunnen ook de liquiditeit van kmo’s en innovatieve bedrijven ondersteunen. Innovatieve ondernemingen (die vaak geen zekerheden bieden) hebben moeilijker toegang tot krediet, en de huidige crisis kan de situatie nog verergeren. Uitgestelde betaling van belastingen en sociale bijdragen aan de Staat heeft geleid tot een verbetering in de kasstromen van ondernemingen. Uitstel in goedgekeurde betalingen, van overheden aan ondernemingen of door ondernemingen onderling, dient echter te worden vermeden aangezien dit een rem zet op de liquiditeit van alle ondernemingen en vooral de kleinere ondernemingen.

(21) Om het economisch herstel te bevorderen, zal het van belang zijn om mature publieke investeringsprojecten te vervroegen en particuliere investeringen te bevorderen, onder meer door relevante hervormingen. Voor de ondersteuning van het herstel en om te komen tot een sterkere veerkracht in de toekomst, zullen investeringen voor de ondersteuning van de groene transitie van uiterst belang zijn. Italië is zeer kwetsbaar voor extreme weerrisico’s en hydrogeologische problemen, waaronder droogtes en bosbranden. Om Italië te transformeren tot een klimaatneutrale economie zullen gedurende een langere periode aanzienlijke particuliere en publieke investeringen nodig zijn in onder meer hernieuwbare energiebronnen, energie-infrastructuur en energie-efficiëntie. De investeringen in het kader van de Green Deal ter bestrijding van klimaatverandering zijn beschreven in Italiës nationaal energie- en klimaatplan. Deze investeringen zijn van essentieel belang om de dreiging van de klimaatverandering aan te pakken en spelen een fundamentele rol in het herstel van het land en de versterking van zijn veerkracht. Groene investeringen zijn ook van cruciaal belang om de effecten van de gevolgen van luchtverontreiniging op de menselijke gezondheid te temperen in Italiaanse steden, met name in het Po-bekken. Een voorbeeld om zowel verkeerscongestie als luchtvervuiling aan te pakken zijn de initiatieven op het gebied van duurzame mobiliteit, zoals de vernieuwing van het lokale openbare busvervoer. Het tekort aan infrastructuur voor water- en afvalbeheer, met name in de zuidelijke regio’s, heeft gevolgen voor het milieu en de gezondheid en brengt aanzienlijke kosten en inkomstenverliezen mee voor de Italiaanse economie. Meer in het algemeen is de weerbaarheid tegen klimaatverandering van belang voor alle infrastructuur, onder meer voor de gezondheidsinfrastructuur. Daarvoor zijn aanpassingsstrategieën vereist. Door problemen op het gebied van milieu en klimaatverandering aan te pakken, zoals hydrologische risico’s, duurzame stadsmobiliteit, energie-efficiëntie, circulaire economie en industriële transformatie, ontstaan kansen om de productiviteit te verbeteren en weinig duurzame praktijken tegen te gaan. Tegelijkertijd kunnen investeringen in dergelijke projecten bijdragen tot het scheppen van banen en het herstel na de crisis ondersteunen. De programmering van het Fonds voor een rechtvaardige transitie voor de periode 2021-2027 kan Italië helpen een aantal problemen ten gevolge van de transitie naar een klimaatneutrale economie aan te pakken, met name in de gebieden die onder bijlage D bij het landverslag 2020 vallen 9 . Zo kan Italië optimaal gebruik kunnen maken van dat fonds.

(22) De lockdown ten gevolge van de COVID-19-uitbraak heeft onderstreept hoe belangrijk het is te investeren in de digitalisering van de economie en heeft de relevantie van digitale infrastructuur aangetoond. Door de lage digitale intensiteit en de beperkte digitale kennis in Italiaanse ondernemingen, met name kleine en middelgrote ondernemingen en micro-ondernemingen, hebben deze tijdens de periode van de beperkingsmaatregelen geen regelingen voor digitale handel en telewerken kunnen aanbieden en hebben zij geen gebruik van digitale instrumenten kunnen verschaffen. Om elektronische bedrijfsmodellen te versterken en ondernemingen te ondersteunen in hun aanpassing alsmede om de productiviteit en het concurrentievermogen te stimuleren, is het belangrijk in digitalisering en vaardigheden te investeren via een volgehouden en tijdige invoering van doelgerichte nationale beleidsmaatregelen. Toegang tot snelle en betrouwbare digitale infrastructuur is primordiaal gebleken om essentiële diensten aan te bieden op het gebied van bestuur, educatie, gezondheidszorg en geneeskunde, en om te kunnen voorzien in toezicht op en beheersing van de epidemie. Italië heeft nog steeds een achterstand inzake de dekking van plattelandsgebieden voor glasvezel naar ondernemingen. Er moeten specifieke maatregelen worden genomen om deze kloof te dichten, en ook het gebruik moet verder worden aangemoedigd.

(23) Een goed functionerend onderzoeks- en innovatiesysteem vloeit voort, vergezeld van investeringen en passend menselijk kapitaal, uit een voortdurende, coherente en empirisch onderbouwde beleidsondersteuning. In de huidige crisis is duidelijk gebleken dat verder moet worden gewerkt aan een snelle uitwisseling van gegevens tussen onderzoekers, onder meer door toegang tot resultaten en bewijsmateriaal zonder kosten voor de gebruiker en open wetenschap. Dit laatste is, samen met samenwerking tussen wetenschappers en bedrijven, van wezenlijk belang om de onderzoeksresultaten, onder meer wanneer deze nodig zijn voor vaccins en therapieën, op de markt te brengen, voortbouwend op de sterke positie die Italië bekleedt in de medisch-industriële en onderzoekssector.

(24) Een doeltreffende overheid is van wezenlijk belang om ervoor te zorgen dat de maatregelen voor de aanpak van de noodtoestand en de ondersteuning van het economisch herstel niet vertraagd worden in hun uitvoering. De sociale uitkeringen, de liquiditeitsmaatregelen en de prioritaire financiering van investeringen kunnen hun doel missen als zij worden belemmerd door knelpunten in de publieke sector. Zwakke punten zijn onder meer de aanslepende procedures, ook in de civiele rechtbanken, de lage graad van digitalisering en de beperkte administratieve capaciteit:. Procedures en controles moeten snel worden afgehandeld, in een context waarin aanzienlijk meer overheidsmiddelen worden uitgetrokken om de economische activiteit te ondersteunen. In alle overheidsdiensten verliep de digitalisering niet overal gelijk vóór de crisis. Er was beperkt onlineverkeer tussen de besturen en het algemene publiek. Slechts een beperkt aandeel administratieve procedures van regio’s en gemeentebesturen kan volledig digitaal worden opgestart en afgewerkt. Uit de crisis is ook het gebrek aan interoperabiliteit van digitale overheidsdiensten naar voren gekomen. Om de operationele reactiebereidheid van overheidsdiensten te bevorderen, moet de sectorale regelgeving worden verbeterd en vereenvoudigd en moeten de resterende belemmeringen van de concurrentie worden weggenomen. Ten slotte is een doeltreffend gerechtelijk apparaat van belang voor een aantrekkelijk investeringsklimaat en een ondernemingsvriendelijke economie, en dat zal ook zo zijn in het herstelproces, onder meer door doeltreffende reddings- en herstelregelingen mogelijk te maken.

(25) Terwijl de huidige aanbevelingen gericht zijn op het aanpakken van de sociaal-economische gevolgen van de pandemie en het bevorderen van het economisch herstel, hadden de landspecifieke aanbevelingen 2019 die de Raad op 9 juli 2019 heeft aangenomen, ook betrekking op hervormingen die essentieel zijn om uitdagingen op middellange tot lange termijn aan te pakken. Deze aanbevelingen zijn nog steeds relevant en zullen gedurende de jaarlijkse cyclus van het Europees semester gemonitord blijven worden. Dat geldt ook voor aanbevelingen betreffende investeringsgerelateerd economisch beleid. Met die aanbevelingen moet rekening worden gehouden bij de strategische programmering van de financiering van het cohesiebeleid na 2020, ook wat betreft de maatregelen ter verzachting van de huidige crisis en de exitstrategieën.

(26) De maatregelen van de Italiaanse regering om huishoudens en ondernemingen te steunen zijn ook gunstig om de kapitalisatie en de veerkracht van de banksector te vrijwaren in de huidige moeilijke operationele omgeving. Ondanks de genomen verzachtende maatregelen, waaronder de prudentiële flexibiliteit die door de bankentoezichthouders is verleend, zet de COVID-19-uitbraak ook de kwaliteit van de bankactiva in heel de Unie onder druk. Naar verwachting zal dat het geval blijven in de komende weken en maanden, ook in Italië. De gevolgen daarvan zijn te voelen bij de inspanningen om het aandeel niet-renderende leningen in te perken, hetgeen ook te wijten is aan vertragingen in de gerechtelijke afhandeling en de aanzuivering van probleemactiva. In dit verband is het, om de kwaliteit van de activa te waarborgen, een belangrijke voorafgaande voorwaarde duurzame oplossingen te bevorderen voor de levensvatbare kredietnemers die door de crisis zijn getroffen, onder meer door automatische toepassing van juridische regels te vermijden. In de tussentijd kunnen nauwkeurige rapportage over verslechtering van kwaliteit van activa en prudente kredietnormen ook bijdragen tot de ondersteuning van de werking van de secundaire markt voor niet-renderende leningen, hetgeen de negatieve gevolgen zou kunnen afremmen die daardoor zouden ontstaan voor bestaande initiatieven voor afwikkeling van niet-renderende leningen.

(27) In Italiës herstel na de crisis kan een belangrijke rol weggelegd zijn voor doeltreffende preventie en bestraffing van corruptie. Door transparantie in de overheidssector en met name versterkte controles op corruptie kan worden voorkomen dat de georganiseerde misdaad pogingen onderneemt om het economische en financiële leven te infiltreren, de aanbestedingsprocedures te verstoren en meer in het algemeen de overheidsmiddelen af te leiden die noodzakelijk zijn voor investeringen. Tegelijkertijd moeten de aanbestedingsprocedure efficiënt blijven en zorgen voor een evenwicht tussen de behoefte aan nauwgezette monitoring en de behoefte aan tijdige afwikkeling. De beslissingstermijnen in geval van hoger beroep in strafzaken blijven zorgwekkend maar de allesomvattende hervormingen waarmee de strafprocedures gestroomlijnd zullen worden, zijn in behandeling in het Parlement. Het Italiaanse kader voor corruptiebestrijding is onlangs versterkt maar moet nog worden aangevuld, onder meer met sancties voor gekozen functionarissen in geval van belangenconflicten.

(28) Het Europees semester biedt het kader voor de voortdurende coördinatie van het economisch en werkgelegenheidsbeleid in de Unie, dat kan bijdragen tot een duurzame economie. Door onderstaande aanbevelingen volledig uit te voeren zal Italië bijdragen aan de vooruitgang in de richting van de SDG’s en aan de gemeenschappelijke inspanning om in de Unie te komen tot concurrerende duurzaamheid.

(29) Nauwe coördinatie tussen de economieën van de economische en monetaire unie is essentieel voor een snel herstel van de economische impact van COVID-19. Italië moet, als lidstaat die de euro als munt heeft, en rekening houdend met de politieke richtsnoeren van de Eurogroep, ervoor zorgen dat zijn beleid consistent blijft met de aanbevelingen voor de eurozone en gecoördineerd wordt met dat van de andere lidstaten van de eurozone.

(30) In de context van het Europees Semester 2020 heeft de Commissie een brede analyse van het economische beleid van België verricht; deze analyse is gepubliceerd in het landverslag 2020. Voorts heeft de Commissie het stabiliteitsprogramma 2020 doorgelicht en onderzocht welk gevolg is gegeven aan de aanbevelingen die in eerdere jaren tot Italië zijn gericht. Daarbij heeft zij niet alleen gekeken naar de relevantie ervan voor een houdbaar begrotings- en sociaal-economisch beleid in Italië, maar is zij ook nagegaan of de Unieregels en -richtsnoeren in acht zijn genomen, gezien de noodzaak de algehele economische governance van de Unie te versterken door middel van een inbreng op Unieniveau in toekomstige nationale besluiten.

(31) In het licht van deze beoordeling heeft de Raad het stabiliteitsprogramma 2020 onderzocht en zijn advies 10 daarover is met name in de onderstaande aanbeveling (1) weergegeven.

(32) In het licht van de diepgaande evaluatie door de Commissie en van deze beoordeling heeft de Raad [het nationale hervormingsprogramma 2020 en] het stabiliteitsprogramma 2020 onderzocht. In deze aanbevelingen wordt rekening gehouden met de noodzaak om de pandemie aan te pakken en het economisch herstel te vergemakkelijken als eerste noodzakelijke stap om een aanpassing van de onevenwichtigheden mogelijk te maken. Aanbevelingen die rechtstreeks betrekking hebben op de macro-economische onevenwichtigheden welke de Commissie op grond van artikel 6 van Verordening (EU) nr. 1176/2011 heeft vastgesteld, zijn in de aanbevelingen (1), (2), (3) en (4) weergegeven,

BEVEELT AAN dat Italië in 2020 en 2021 de volgende acties onderneemt:

1. Overeenkomstig de algemene ontsnappingsclausule alle nodige maatregelen nemen om de pandemie doeltreffend aan te pakken, de economie te stimuleren en het daaropvolgende herstel te ondersteunen. Als de economische omstandigheden dit toelaten, begrotingsbeleid voeren dat gericht is op het tot stand brengen van prudente begrotingssituaties op middellange termijn en het waarborgen van de houdbaarheid van de schuld, daarbij de investeringen verhogend. De veerkracht en de capaciteit van het gezondheidszorgstelsel versterken op het gebied van medisch personeel, kritieke medische producten en infrastructuur. De coördinatie tussen nationale en regionale overheden verbeteren.

2. Voorzien in passende vervangingsinkomens en toegang tot sociale bescherming, met name voor atypische werknemers. De gevolgen van de crisis voor de werkgelegenheid beperken, onder meer via flexibele arbeidsregelingen en actieve ondersteuning van de werkgelegenheid. Leren op afstand en de vaardigheden daarvoor versterken, onder meer digitale vaardigheden.

3. Maatregelen voor verschaffing van liquiditeit aan de reële economie, onder meer aan kleine en middelgrote ondernemingen, innovatieve ondernemingen en zelfstandigen op doeltreffende wijze ten uitvoer leggen, en late betalingen vermijden. Mature publieke investeringsprojecten vervroegen en private investeringen aanmoedigen om het economisch herstel te bevorderen. De investeringen toespitsen op de groene en digitale transitie, met name op schone en efficiënte opwekking en aanwending van energie, onderzoek en ontwikkeling, duurzaam openbaar vervoer, water- en afvalbeheer alsmede op versterkte digitale infrastructuur, om de levering van essentiële diensten te verzekeren.

4. De efficiëntie van het gerechtelijk apparaat en de doeltreffendheid van de overheidsdiensten verbeteren.