Artikelen bij COM(2020)380 - EU-biodiversiteitsstrategie voor 2030 De natuur terug in ons leven brengen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 20.5.2020

COM(2020) 380 final

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

EU-biodiversiteitsstrategie voor 2030

De natuur terug in ons leven brengen


1.Biodiversiteit — dringend actie nodig

Van de grote regenwouden tot kleine parken en tuinen, van de blauwe vinvis tot microscopisch kleine schimmels — biodiversiteit is de bijzondere diversiteit van het leven op aarde. Als mensen maken wij deel uit van dit web van leven en zijn wij er volledig afhankelijk van; het geeft ons het voedsel dat we eten, het filtert het water dat we drinken en het levert de lucht die we inademen. De natuur is even belangrijk voor ons mentale en fysieke welzijn als voor het vermogen van onze samenleving om het hoofd te bieden aan veranderingen, bedreigingen van de gezondheid en rampen wereldwijd. We hebben de natuur nodig in ons leven.

Samenlevingen kunnen alleen gezond en veerkrachtig zijn als zij de natuur de ruimte geven die zij nodig heeft. De recente COVID-19-pandemie maakt de noodzaak om de natuur te beschermen en te herstellen des te dringender. Wij zijn ons door de pandemie beter bewust geworden van het verband tussen onze eigen gezondheid en de gezondheid van de ecosystemen. Zij toont aan dat er behoefte is aan duurzame toeleveringsketens en consumptiepatronen die de mogelijkheden van onze planeet niet overschrijden. De pandemie illustreert het feit dat het risico op het ontstaan en de verspreiding van infectieziekten toeneemt naarmate meer natuur wordt vernietigd 1 . Het beschermen en herstellen van de biodiversiteit en van goed functionerende ecosystemen is dan ook van essentieel belang om onze veerkracht te vergroten en het ontstaan en de verspreiding van toekomstige ziekten te voorkomen.

Investeren in natuurbescherming en -herstel zal ook voor het economisch herstel van Europa na de COVID-19-crisis van cruciaal belang zijn. Wanneer de economie weer op gang wordt gebracht, is het van groot belang te voorkomen dat we weer in onze oude, schadelijke gewoonten hervallen en daarin vastzitten. De Europese Green Deal — de groeistrategie van de EU — zal het kompas zijn voor ons herstel en zal waarborgen dat de economie in dienst staat van mens en samenleving en meer aan de natuur geeft dan ze neemt. Het economisch belang van biodiversiteit is overtuigend. De industrie en ondernemingen hebben genen, soorten en ecosysteemdiensten nodig als cruciale elementen voor de productie, met name van geneesmiddelen. Meer dan de helft van het mondiale bbp hangt af van de natuur en de diensten die zij levert. De drie grootste economische sectoren — de bouw, de landbouw en de voedingssector — zijn allemaal in hoge mate afhankelijk van de natuur 2 .

De instandhouding van de biodiversiteit kan directe economische voordelen opleveren voor vele sectoren van de economie. Zo kan het behoud van de mariene bestanden de jaarlijkse winst van de sector van de schaal- en schelpdieren met meer dan 49 miljard EUR verhogen, terwijl de bescherming van waterrijke kustgebieden de verzekeringssector naar schatting 50 miljard EUR per jaar zou kunnen besparen door de verliezen als gevolg van overstromingsschade te beperken 3 . De totale kosten-batenverhouding van een doeltreffend wereldwijd programma voor de instandhouding van de resterende vrije natuur wordt geraamd op ten minste 1:100 4 . Investering in natuurlijk kapitaal, met inbegrip van het herstel van koolstofrijke habitats en klimaatvriendelijke landbouw, wordt beschouwd als een van de vijf belangrijkste beleidsmaatregelen op het gebied van het fiscaal herstelbeleid met een groot economisch multiplicatoreffect en een positieve impact op het klimaat 5 . Het is voor de EU van belang dit potentieel te benutten om te zorgen voor welvaart, duurzaamheid en veerkracht bij het herstel.

Biodiversiteit is ook van cruciaal belang om de voedselzekerheid van de EU en de wereld te vrijwaren. Het verlies aan biodiversiteit vormt een bedreiging voor onze voedselsystemen 6 , waardoor onze voedselzekerheid en voeding in gevaar komen. De biodiversiteit vormt ook de basis van een gezond en voedzaam voedingspatroon en verbetert de landbouwproductiviteit en de bestaanszekerheid op het platteland 7 . Zo is bijvoorbeeld meer dan 75 % van de wereldwijde voedselgewassoorten afhankelijk van bestuiving door dieren 8 .

Ondanks deze dringende morele, economische en ecologische noodzaak verkeert de natuur in crisis. Door veranderingen in land- en zeegebruik, overexploitatie, klimaatverandering, vervuiling en invasieve uitheemse soorten — de vijf belangrijkste oorzaken van het verlies aan biodiversiteit 9 — verdwijnt de natuur in sneltreinvaart. We zien de veranderingen in ons dagelijks leven: betonnen blokken verrijzen op groene ruimten, de wildernis verdwijnt voor onze ogen en meer soorten zijn met uitsterven bedreigd dan ooit tevoren in de menselijke geschiedenis. In de afgelopen vier decennia alleen al is de wereldwijde populatie gewervelde wilde dieren met 60 % gekrompen als gevolg van menselijke activiteiten 10 . Bovendien hebben we bijna driekwart van de aardoppervlakte omgevormd 11 waardoor de natuur steeds verder is weggedrukt.

De biodiversiteitscrisis en de klimaatcrisis zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De klimaatverandering versnelt de vernietiging van de natuur door droogtes, overstromingen en bosbranden, terwijl het verlies en het niet-duurzame gebruik van de natuur dan weer belangrijke oorzaken van de klimaatverandering zijn. Maar net zoals die crisissen met elkaar verbonden zijn, zijn de oplossingen dat ook. De natuur is een vitale bondgenoot in de strijd tegen de klimaatverandering. 12 De natuur regelt het klimaat en oplossingen waarin de natuur centraal staat 13 , zoals het beschermen en herstellen van waterrijke gebieden, venen en kustecosystemen of het duurzaam beheer van mariene gebieden, bossen, grasland en landbouwgronden — de zogenaamde op de natuur gebaseerde oplossingen, zullen van cruciaal belang zijn voor de vermindering van de uitstoot en de aanpassing aan de klimaatverandering. Het planten van bomen en de inzet van groene infrastructuur zal ons helpen om stedelijke gebieden af te koelen en de gevolgen van natuurrampen te verzachten.

Het verlies aan biodiversiteit en de instorting van ecosystemen behoren tot de grootste bedreigingen voor de mensheid in het komende decennium 14 . Zij bedreigen ook de fundamenten van onze economie: de kosten van niet-handelen zijn hoog en zullen naar verwachting stijgen 15 . De wereld heeft van 1997 tot 2011 naar schatting 3,5 tot 18,5 biljoen EUR per jaar aan ecosysteemdiensten verloren als gevolg van veranderingen in het landgebruik, en naar schatting 5,5 tot 10,5 biljoen EUR per jaar als gevolg van bodemdegradatie. Concreet leidt biodiversiteitsverlies tot minder gewas- en visopbrengsten, tot grotere economische verliezen als gevolg van overstromingen en andere rampen, en tot het verlies van potentiële nieuwe bronnen van geneesmiddelen 16 .

Om het biodiversiteitsverlies om te keren, is de EU bereid ambitieus te zijn, de wereld het goede voorbeeld te tonen, actie te ondernemen en tijdens de 15e Conferentie van de Partijen bij het Verdrag inzake biologische diversiteit mee te werken aan het onderhandelen en vaststellen van een transformatief algemeen kader voor de periode na 2020. Dit kader moet voortbouwen op de belangrijkste ambitie: ervoor zorgen dat tegen 2050 alle ecosystemen wereldwijd hersteld, veerkrachtig en adequaat beschermd zijn. De internationale gemeenschap moet zich verbinden tot het beginsel van de nettowinst: we moeten de natuur meer teruggeven dan we nemen. Als onderdeel hiervan moet de internationale gemeenschap zich ertoe verbinden dat door toedoen van de mens geen soorten meer uitsterven, tenminste voor zover dit kan worden vermeden.

In deze strategie wordt uiteengezet hoe Europa dit kan helpen verwezenlijken. Zij vormt een mijlpaal die moet waarborgen dat de biodiversiteit in Europa ten behoeve van de mens, de planeet, het klimaat en onze economie in overeenstemming met de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling en met de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs inzake klimaatverandering tegen 2030 op weg is naar herstel. De strategie spitst zich toe op de vijf belangrijkste oorzaken van het verlies aan biodiversiteit, creëert een kader voor versterkte governance om de resterende lacunes op te vullen, waarborgt de volledige uitvoering van de EU-wetgeving en bundelt alle bestaande inspanningen. Deze strategie is voortvarend en stimulerend in opzet en uitvoering en houdt rekening met het feit dat voor het beschermen en herstellen van de natuur meer nodig zal zijn dan alleen regelgeving. Er zal actie nodig zijn van burgers, bedrijven, sociale partners en de onderzoeks- en kennisgemeenschap, alsmede sterke partnerschappen tussen lokale, regionale, nationale en Europese niveaus. Deze strategie is in overeenstemming met de ambities en de verbintenissen die zijn vastgelegd in de politieke beleidslijnen van president Von der Leyen en in de Europese Green Deal.

De strategie is middenin de COVID-19-pandemie vastgesteld en zal ook een centraal onderdeel vormen van het herstelplan van de EU. Zij zal van cruciaal belang zijn om toekomstige uitbraken van zoönosen te voorkomen en weerbaarheid ertegen op te bouwen, en om onmiddellijke bedrijfs- en investeringsmogelijkheden voor het herstel van de EU-economie aan te reiken.

Alle nieuwe initiatieven en voorstellen zullen worden geschraagd door de instrumenten voor betere regelgeving van de Commissie. Effectbeoordelingen zullen gebaseerd zijn op openbare raadplegingen en de identificatie van de milieu-, sociale en economische gevolgen. Zo wordt gewaarborgd dat alle initiatieven hun doelstellingen op de meest doeltreffende en minst belastende wijze verwezenlijken en voldoen aan het groene principe van “niet schaden”.

2.De natuur in de Europese Unie beschermen en herstellen

De EU beschikt over rechtskaders, strategieën en actieplannen om de natuur te beschermen en habitats en soorten te herstellen. Maar tot op heden was die bescherming onvolledig. Het herstel heeft slechts op kleine schaal plaatsgevonden en de uitvoering en handhaving van wetgeving zijn ontoereikend gebleken 17 .

Als wij willen dat de biodiversiteit uiterlijk in 2030 op weg is naar herstel, moeten wij onze inspanningen voor het beschermen en herstellen van de natuur opvoeren. Hiervoor moeten wij ons netwerk van beschermde gebieden verbeteren en uitbreiden en een ambitieus EU-plan voor het herstel van de natuur ontwikkelen.

2.1.Een samenhangend netwerk van beschermde gebieden

De biodiversiteit doet het beter in beschermde gebieden. Het huidige netwerk van wettelijk beschermde gebieden, met inbegrip van de gebieden die strikt worden beschermd, is echter niet groot genoeg om de biodiversiteit te waarborgen. Uit de gegevens blijkt dat de doelstellingen die in het kader van het Verdrag inzake biologische diversiteit zijn vastgesteld, ontoereikend zijn om de natuur voldoende te beschermen en te herstellen 18 . Er zijn wereldwijde inspanningen nodig en de EU zelf moet meer en beter presteren voor de natuur. Zij moet een echt samenhangend trans-Europees natuurnetwerk tot stand brengen.

Het vergroten van de beschermde gebieden is ook een economische noodzaak. In onderzoek over mariene systemen wordt geraamd dat elke euro die in beschermde mariene gebieden wordt geïnvesteerd een rendement van minstens drie euro zou opleveren 19 . Evenzo is uit de geschiktheidscontrole van de natuurrichtlijnen 20 gebleken dat de voordelen van Natura 2000 tussen 200 en 300 miljard EUR per jaar worden geraamd. De investeringsbehoeften van het netwerk zullen naar verwachting tot 500 000 extra banen opleveren 21 .

Ten behoeve van het milieu en onze economie, en om het herstel van de EU na de COVID-19-crisis te ondersteunen, moeten we meer natuur beschermen. In deze geest moet ten minste 30 % van het land en 30 % van de zee in de EU worden beschermd. Ten opzichte van vandaag betekent dat een stijging met ten minste 4 % wat het landoppervlak en 19 % wat het zeegebied betreft 22 . Die doelstelling is volledig in overeenstemming met wat wordt voorgesteld 23 als onderdeel van het mondiale biodiversiteitskader voor de periode na 2020 (zie punt 4).

In dit verband moet speciale aandacht worden besteed aan gebieden met een zeer hoge biodiversiteitswaarde of een zeer groot biodiversiteitspotentieel. Die gebieden zijn namelijk het meest kwetsbaar voor de klimaatverandering en verdienen bijzondere zorg in de vorm van strikte bescherming 24 . Momenteel is in de EU slechts 3 % van het landoppervlak en minder dan 1 % van de mariene gebieden strikt beschermd. We moeten deze gebieden beter beschermen. In die geest moet ten minste een derde van de beschermde gebieden — goed voor 10 % van het land in de EU en 10 % van de zee — strikt worden beschermd. Dit is ook in overeenstemming met de voorgestelde wereldwijde ambitie.

Als onderdeel van deze focus op strikte bescherming zal het van cruciaal belang zijn om alle resterende oerbossen in de EU te identificeren, in kaart te brengen, te monitoren en strikt te beschermen 25 . Het zal ook belangrijk zijn om dit wereldwijd te bepleiten en ervoor te zorgen dat de door de EU genomen maatregelen niet leiden tot ontbossing in andere regio’s van de wereld. Oerbossen zijn de rijkste bosecosystemen die koolstof uit de atmosfeer halen en aanzienlijke koolstofvoorraden opslaan. Ook moeten omvangrijke gebieden met andere koolstofrijke ecosystemen, zoals veengebieden, grasland, waterrijke gebieden, mangrovebossen en zeegrasvelden strikt worden beschermd, waarbij rekening moet worden gehouden met de verwachte verschuivingen in de vegetatiezones.

De lidstaten zullen verantwoordelijk zijn voor het aanwijzen van aanvullende beschermde en strikt beschermde gebieden 26 . Die aanwijzing van gebieden moet bijdragen aan de voltooiing van het Natura 2000-netwerk of onder nationale beschermingsregelingen vallen. Voor alle beschermde gebieden moeten duidelijk omschreven instandhoudingsdoelstellingen en -maatregelen worden opgesteld. In 2020 zal de Commissie, in samenwerking met de lidstaten en het Europees Milieuagentschap, criteria en richtsnoeren voorstellen voor het identificeren en aanwijzen van die aanvullende gebieden, met inbegrip van een definitie van strikte bescherming, en voor een passende planning van het beheer ervan. Daarbij zal zij aangeven hoe andere doeltreffende gebiedsgebonden instandhoudingsmaatregelen en de vergroening van de steden tot de doelstellingen kunnen bijdragen.

Die doelstellingen hebben betrekking op de EU in haar geheel en kunnen worden uitgesplitst overeenkomstig de biogeografische regio’s en zeegebieden van de EU of op een meer lokaal niveau. Elke lidstaat moet een billijk deel van de inspanning leveren op basis van objectieve ecologische criteria, waarbij er rekening mee wordt gehouden dat de kwaliteit en kwantiteit van de biodiversiteit van land tot land verschilt. Bijzondere aandacht zal worden besteed aan het beschermen en herstellen van de tropische en subtropische mariene en terrestrische ecosystemen in de ultraperifere gebieden van de EU, gezien hun uitzonderlijk hoge biodiversiteitswaarde.

Om een echt samenhangend en veerkrachtig trans-Europees natuurnetwerk tot stand te brengen, is het bovendien belangrijk om ecologische corridors in te richten. Zo wordt genetische isolatie voorkomen, kunnen soorten migreren en worden gezonde ecosystemen gehandhaafd en verbeterd. In dit verband moeten investeringen in groene en blauwe infrastructuur 27 en grensoverschrijdende samenwerking tussen de lidstaten worden bevorderd en ondersteund, onder meer via de Europese territoriale samenwerking.

De Commissie zal ernaar streven om tegen eind 2021 overeenstemming te bereiken met de lidstaten over de criteria en de richtsnoeren voor aanwijzing van aanvullende gebieden. De lidstaten hebben dan tot eind 2023 de tijd om aan te tonen dat er vooruitgang is geboekt bij de wettelijke aanwijzing van nieuwe beschermde gebieden en de integratie van ecologische corridors. Op basis hiervan zal de Commissie tegen 2024 beoordelen of de EU op schema ligt om haar doelstellingen voor 2030 te halen dan wel of er behoefte is aan strengere maatregelen, waaronder EU-wetgeving.

Ten slotte bevinden zich in de landen en gebieden overzee belangrijke biodiversiteitshotspots die niet onder de milieuvoorschriften van de EU vallen. De Commissie spoort de betrokken lidstaten ertoe aan te overwegen deze landen en gebieden aan te moedigen om gelijke of gelijkwaardige regels in te voeren.

Natuurbescherming: belangrijkste verbintenissen tegen 2030

1.Minimaal 30 % van het landoppervlak van de EU en 30 % van het zeegebied van de EU wettelijk beschermen en ecologische corridors integreren als onderdeel van een echt trans-Europees natuurnetwerk.

2.Ten minste een derde van de beschermde gebieden in de EU strikt beschermen, met inbegrip van alle resterende oerbossen in de EU.

3.Alle beschermde gebieden doeltreffend beheren door duidelijke instandhoudingsdoelstellingen en -maatregelen op te stellen en alle gebieden in het netwerk op gepaste wijze te monitoren.

2.2.Een EU-plan voor het herstel van de natuur: ecosystemen op het land en in de zee herstellen

Als we willen dat de natuur weer deel uitmaakt van ons leven, zal het niet voldoende zijn om de natuur die we hebben te beschermen. Om het verlies aan biodiversiteit om te buigen, moet de wereld ambitieuzer zijn op het gebied van natuurherstel. Met een nieuw EU-plan voor het herstel van de natuur zal Europa hierin het voortouw nemen.

Het plan zal helpen de gezondheid van bestaande en nieuwe beschermde gebieden te verbeteren en zal ervoor zorgen dat in alle landschappen en ecosystemen weer gediversifieerde en veerkrachtige natuur komt. Daarvoor moet de druk op habitats en soorten worden verminderd en moeten de ecosystemen op een duurzame wijze worden gebruikt. Dat betekent ook dat we de natuur moeten helpen herstellen door bodemafdekking en ongebreidelde stadsuitbreiding te beperken en de vervuiling en invasieve uitheemse soorten te bestrijden. Dankzij het plan zullen banen worden gecreëerd, zullen economische activiteiten worden afgestemd op de groei van de natuur en zal op lange termijn worden bijgedragen tot de productiviteit en de waarde van ons natuurlijk kapitaal.

2.2.1.Het EU-rechtskader voor natuurherstel versterken

De lidstaten zijn krachtens bestaande EU-wetgeving 28 reeds deels verplicht de natuur te herstellen. Er zijn echter aanzienlijke lacunes in de uitvoering en regelgeving die de vooruitgang belemmeren. Zo zijn de lidstaten niet verplicht plannen voor het herstel van de biodiversiteit te hebben. Er zijn niet altijd duidelijke of bindende doelstellingen en termijnen, en geen definities van of criteria voor herstel en duurzaam gebruik van ecosystemen. Er is ook geen verplichting om ecosysteemdiensten, gezondheids- of herstelinspanningen uitgebreid in kaart te brengen, te monitoren of te beoordelen. Deze problemen worden nog verergerd door de lacunes in de uitvoering waardoor de bestaande wetgeving haar doelstellingen niet bereikt 29 . Er is behoefte aan meer ondersteuning voor de uitvoering en betere handhaving. Om ervoor te zorgen dat het herstel van de natuur op het land en in de zee versnelt en dat dit herstel — als een essentiële op de natuur gebaseerde oplossing — de veerkracht van de EU vergroot en bijdraagt tot de beperking van en de aanpassing aan de klimaatverandering, worden in deze strategie twee soorten acties naar voren geschoven.

·Ten eerste zal de Commissie, na een effectbeoordeling, in 2021 juridisch bindende EU-doelstellingen voor natuurherstel voorstellen in het kader waarvan aangetaste ecosystemen moeten worden hersteld, met name die ecosystemen die het grootste potentieel hebben om koolstof te vangen en op te slaan, natuurrampen te voorkomen en de gevolgen ervan te beperken. In dat voorstel zal worden vastgesteld onder welke voorwaarden de doelstellingen moeten worden bereikt, evenals de meest doeltreffende maatregelen om deze te bereiken. In de effectbeoordeling zal ook worden gekeken naar de mogelijkheid om een EU-brede methode te ontwikkelen om de goede toestand van ecosystemen in kaart te brengen, te beoordelen en te bereiken, zodat die ecosystemen kunnen bijdragen tot klimaatregulering, waterregulering, bodemgezondheid, bestuiving en voorkoming van en bescherming tegen rampen.


·In dat verband zal de Commissie de lidstaten verzoeken om de graad van uitvoering van de bestaande wetgeving binnen duidelijke termijnen te verhogen, en hen daarbij ondersteunen. Zij zal de lidstaten met name verzoeken om ervoor te zorgen dat de instandhoudingstrends en -toestand van alle beschermde habitats en soorten tegen 2030 niet verslechterd zullen zijn 30 . Bovendien moeten de lidstaten ervoor zorgen dat ten minste 30 % van de soorten en habitats die momenteel niet in een gunstige toestand verkeren, wel in die categorie terechtkomen of een sterke positieve trend vertonen. De Commissie en het Europees Milieuagentschap zullen de lidstaten in 2020 richtsnoeren verstrekken over de wijze waarop soorten en habitats moeten worden geselecteerd en welke prioriteiten hieraan moeten worden verbonden.


2.2.2.De natuur terug naar de landbouwgrond brengen

Als bewaarders van onze gronden spelen landbouwers een cruciale rol bij het behoud van de biodiversiteit. Zij zijn vaak de eersten die de gevolgen van het verlies aan biodiversiteit opmerken, maar hebben ook vaak als eerste voordeel bij het herstel ervan. De biodiversiteit stelt hen in staat om ons veilig, duurzaam, voedzaam en betaalbaar voedsel te leveren en geeft hen het inkomen dat zij nodig hebben voor welvaart en om zich te kunnen ontwikkelen. De Europese landbouwers zijn een essentieel onderdeel van de toekomst van de EU en moeten het sociale en economische centrum van vele gemeenschappen in de hele Unie blijven vormen.

Tegelijkertijd behoren bepaalde landbouwpraktijken tot de belangrijkste oorzaken van biodiversiteitsverlies. Daarom is het belangrijk samen te werken met de landbouwers om de transitie naar volledig duurzame praktijken te ondersteunen en te stimuleren. Als we de toestand en de diversiteit van de agro-ecosystemen verbeteren, zal de veerkracht van de sector ten aanzien van de klimaatverandering, de milieurisico’s en de sociaaleconomische schokken vergroten, en zullen tegelijkertijd nieuwe banen worden gecreëerd, bijvoorbeeld in de biologische landbouw, het plattelandstoerisme of de recreatie.

Om de duurzaamheid op lange termijn van zowel de natuur als de landbouw te ondersteunen, gaat deze strategie hand in hand met de nieuwe “van boer tot bord”-strategie en het nieuwe gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB). Zo zal zij onder meer ecoregelingen en resultaatgerichte betalingsregelingen bevorderen. Bij de uitvoering van de biodiversiteitsstrategie en de “van boer tot bord”-strategie zal de Commissie nauwlettend toezien op de vooruitgang en de verbetering van de voedselzekerheid en het inkomen van landbouwers. De Commissie zal ervoor zorgen dat de strategische plannen voor het GLB worden beoordeeld op basis van robuuste klimaat- en milieucriteria, en dat de lidstaten expliciete nationale waarden vaststellen voor de desbetreffende streefdoelen die in deze strategie en in de “van boer tot bord”-strategie zijn vastgesteld. Deze plannen moeten leiden tot duurzame praktijken zoals precisielandbouw, biologische landbouw, agro-ecologie, agrobosbouw, laagintensief gebruikt blijvend grasland en strengere normen voor dierenwelzijn.

Akker- en weidevogels en insecten, met name bestuivers, zijn belangrijke indicatoren van de toestand van landbouwecosystemen en zijn van vitaal belang voor de landbouwproductie en de voedselzekerheid. Hun onrustwekkende achteruitgang moet worden omgebogen. Zoals uiteengezet in de “van boer tot bord”-strategie zal de Commissie maatregelen nemen om het totale gebruik van chemische pesticiden — en de daarmee samenhangende risico’s — tegen 2030 met 50 % te verminderen en het gebruik van gevaarlijkere pesticiden tegen 2030 met 50 % te verminderen. Dit moet worden ondersteund door de volledige uitvoering van het EU-initiatief inzake bestuivers 31 . Tegen eind 2020 zal de Commissie het initiatief evalueren en zo nodig bijkomende maatregelen voorstellen. Om in het wild levende dieren, planten, bestuivers en natuurlijke plaagbestrijders ruimte te bieden, moet ten minste 10 % van het landbouwareaal dringend worden omgevormd tot landschappen met een hoge diversiteit. Daaronder vallen onder meer bufferstroken, roulerend of niet-roulerend braakland, hagen, bomen die niet voor productieve doeleinden bestemd zijn, terrasmuren en vijvers. Die elementen helpen de koolstofvastlegging te verbeteren, voorkomen bodemerosie en -uitputting, filteren de lucht en het water en ondersteunen de aanpassing aan de klimaatverandering. Bovendien draagt meer biodiversiteit vaak bij tot een hogere landbouwproductie. De lidstaten moeten dat EU-streefcijfer van 10 % omzetten naar een lagere geografische schaal om ervoor te zorgen dat er in overeenstemming met de “van boer tot bord”-strategie tussen de habitats verbindingen zijn, met name aan de hand van de GLB-instrumenten en de strategische GLB-plannen, en door de uitvoering van de habitatrichtlijn. De vooruitgang die wordt geboekt om het streefcijfer te bereiken, zal voortdurend worden geëvalueerd en indien nodig zal er worden bijgestuurd om negatieve gevolgen voor de biodiversiteit, de voedselzekerheid en het concurrentievermogen van de landbouwers tegen te gaan.

De agro-ecologie kan zorgen voor gezonde voeding met behoud van de productiviteit, de verbetering van de vruchtbaarheid van de bodem en de biodiversiteit en het verkleinen van de voetafdruk van de voedselproductie. Met name de biologische landbouw biedt zowel voor landbouwers als consumenten grote mogelijkheden. De sector creëert banen en trekt jonge landbouwers aan. De biologische landbouw zorgt ook voor 10 tot 20 % meer banen per hectare dan traditionele boerderijen en creëert toegevoegde waarde voor landbouwproducten 32 . Om dit potentieel optimaal te benutten moet uiterlijk tegen 2030 op ten minste 25 % van de landbouwgrond in de EU biologische landbouw worden bedreven. Naast de maatregelen in het kader van het GLB zal de Commissie een actieplan voor biologische landbouw voorstellen, dat de lidstaten zal helpen zowel het aanbod als de vraag naar biologische producten te stimuleren. Ook zal het actieplan het vertrouwen van de consument waarborgen door middel van promotiecampagnes en groene overheidsopdrachten. Bij de uitvoering van de EU-brede agro-ecologische doelen die in deze strategie en in de “van boer tot bord”-strategie zijn vastgesteld, zal rekening worden gehouden met de verschillende uitgangsposities en de verschillen in de reeds geboekte vooruitgang in de lidstaten.

Om bij te dragen aan de instandhouding en het duurzame gebruik van traditionele gewasvariëteiten, overweegt de Commissie de regels voor het in de handel brengen ervan te herzien.

De achteruitgang van de genetische diversiteit moet ook worden omgebogen, onder meer door het gebruik van traditionele variëteiten van gewassen en rassen te vergemakkelijken. Dit zou ook de gezondheid ten goede komen, door gevarieerdere en voedzamere voedingspatronen. De Commissie overweegt de regels voor het in de handel brengen van traditionele gewasvariëteiten te herzien om bij te dragen aan de instandhouding en het duurzame gebruik ervan. Zij zal ook maatregelen nemen om de registratie van zaadrassen, waaronder die voor de biologische landbouw, te vergemakkelijken en de markttoegang voor traditionele en aan de plaatselijke omstandigheden aangepaste rassen te vergemakkelijken.

2.2.3.Het ruimtebeslag aanpakken en de bodemecosystemen herstellen

De bodem is één van de meest complexe ecosystemen. Het is een habitat op zich, met een ongelooflijke diversiteit aan organismen die essentiële ecosysteemdiensten zoals de vruchtbaarheid van de bodem, de nutriëntenkringloop en het klimaat reguleren en in evenwicht houden. De bodem is een uiterst belangrijke niet-hernieuwbare hulpbron die van vitaal belang is voor de menselijke en economische gezondheid, alsook voor de productie van levensmiddelen en nieuwe geneesmiddelen.

De aantasting van de bodem heeft in de EU aanzienlijke gevolgen voor het milieu en de economie. Slecht landbeheer, zoals ontbossing, overbegrazing, niet-duurzame landbouw- en bosbouwpraktijken, bouwactiviteiten en bodemafdekking behoren tot de belangrijkste oorzaken van deze situatie 33 . Ondanks de recente afname van het tempo van de bodemafdekking, gaat nog steeds vruchtbare grond verloren als gevolg van ruimtebeslag en stadsuitbreiding 34 . In combinatie met de klimaatverandering worden de gevolgen van erosie en het verlies van organische koolstof in de grond steeds duidelijker. Woestijnvorming is ook in de EU een groeiende bedreiging 35 .

Het is essentieel om meer inspanningen te leveren om de vruchtbaarheid van de bodem te beschermen, bodemerosie te beperken en de hoeveelheid organisch materiaal in de bodem te vergroten. Dit moet gebeuren door over te schakelen naar duurzame praktijken op het gebied van bodembeheer, onder meer in het kader van het GLB. Er is ook aanzienlijke vooruitgang nodig bij het identificeren van vervuilde bodems, het herstellen van aangetaste bodems, het vaststellen van de voorwaarden voor een goede ecologische toestand van de bodem, het invoeren van hersteldoelstellingen en het verbeteren van de monitoring van de bodemkwaliteit.

Om deze kwesties uitvoerig aan te pakken en aan de verbintenissen op EU- en internationaal niveau inzake neutraliteit van de bodemdegradatie te helpen voldoen, zal de Commissie de thematische EU-strategie voor de bodembescherming 36 in 2021 actualiseren. In het actieplan om de lucht- water- en bodemvervuiling tot nul terug te brengen, dat de Commissie in 2021 zal goedkeuren, zullen deze kwesties ook onder de loep worden genomen. In de aangekondigde strategie voor een duurzame bebouwde omgeving zal aandacht worden besteed aan bodemafdekking en de sanering van verontreinigde brownfields. Een missie op het gebied van bodemgezondheid en voedsel in het kader van Horizon Europa 37 zal tot doel hebben oplossingen te ontwikkelen om de gezondheid en de goede werking van de bodem te herstellen.

2.2.4.Het bosoppervlak vergroten en de gezondheid en veerkracht van de bossen verbeteren

Bossen zijn uiterst belangrijk voor de biodiversiteit, de klimaat- en waterregulering, de voedsel-, geneesmiddelen- en materiaalvoorziening, koolstofvastlegging en -opslag, de stabilisatie van de bodem en de zuivering van lucht en water. Zij zijn ook een vanzelfsprekende plaats voor recreatie en het leren over de natuur. Bosbouwers spelen een sleutelrol bij het waarborgen van duurzaam bosbeheer en het herstellen en in stand houden van de biodiversiteit in de bossen.

Naast de strikte bescherming van al haar resterende oerbossen, moet de EU de kwantiteit, kwaliteit en veerkracht van haar bossen verhogen, met name door deze te beschermen tegen branden, droogte, plagen, ziekten en andere bedreigingen die als gevolg van de klimaatverandering waarschijnlijk zullen toenemen. Om ervoor te zorgen dat de bossen hun biodiversiteits- en klimaatfuncties behouden, moeten zij allemaal in goede gezondheid worden gehouden. Veerkrachtigere bossen zijn de basis van een veerkrachtigere economie. Zij spelen ook een belangrijke rol bij het leveren van materialen, producten en diensten die van cruciaal belang zijn voor de circulaire bio-economie.

Om dit te verwezenlijken, zal de Commissie in 2021 een specifieke EU-bosstrategie voorstellen, die in overeenstemming zal zijn met onze ambities op het gebied van biodiversiteit en klimaatneutraliteit. Zij zal een routekaart omvatten voor het planten van ten minste 3 miljard extra bomen in de EU tegen 2030, met volledige inachtneming van de ecologische beginselen. Dit zal leiden tot een aanzienlijk aantal banen die verband houden met het verzamelen en telen van zaden, het planten van zaailingen en het waarborgen van hun ontwikkeling. Het planten van bomen is bijzonder nuttig in steden, terwijl het in plattelandsgebieden goed kan werken in combinatie met agrobosbouw, landschapselementen en verhoogde koolstofvastlegging. Tegelijkertijd zal de Commissie met de lidstaten blijven samenwerken om ervoor te zorgen dat de EU voldoende toegerust is om grote bosbranden, die aanzienlijke schade kunnen toebrengen aan de biodiversiteit van de bossen, te voorkomen en te bestrijden.

Bebossing, herbebossing en het planten van bomen ter ondersteuning van de biodiversiteit en het herstel van ecosystemen zullen worden bevorderd via de strategische plannen voor het GLB en de fondsen voor het cohesiebeleid. Het nieuwe Europees platform voor stedelijke vergroening 38 zal ook het planten van bomen in steden vergemakkelijken, onder meer in het kader van het LIFE-programma.

Onder de bosgebieden waarvoor beheersplannen zijn opgesteld, moeten alle beheerde publieke bossen vallen en een groter aantal particuliere bossen. Biodiversiteitsvriendelijke praktijken zoals bosbouw met respect voor de natuur moeten worden voortgezet en verder worden ontwikkeld. Om dit te ondersteunen, zal de Commissie richtsnoeren opstellen inzake biodiversiteitsvriendelijke bebossing en herbebossing, en inzake bosbouw met respect voor de natuur. Dit zal samen met de nieuwe EU-bosstrategie gebeuren.

Om een beter beeld te krijgen van de gezondheid van de Europese bossen zal de Commissie met andere gegevensleveranciers samenwerken om het Europees informatiesysteem voor bossen verder te ontwikkelen. Dat systeem zal helpen bij het opstellen van actuele beoordelingen van de toestand van de Europese bossen en zal alle webplatforms voor bosgegevens van de EU met elkaar verbinden. Dit zal ook worden gepresenteerd als onderdeel van de EU-bosstrategie.

2.2.5.Win-winoplossingen voor energieopwekking

Het koolstofarm maken van het energiesysteem is niet alleen van cruciaal belang voor de klimaatneutraliteit maar ook voor het herstel van de EU na de COVID-19-crisis en haar welvaart op lange termijn. Meer hernieuwbare energie die op duurzame wijze wordt opgewekt zal van essentieel belang zijn om de klimaatverandering en het verlies aan biodiversiteit te bestrijden. De EU zal ook prioriteit geven aan oplossingen zoals oceaanenergie, offshore-windenergie die ook het herstel van de visbestanden mogelijk maakt, zonneparken met biodiversiteitsvriendelijke bodembedekking en duurzame bio-energie.

Om de risico’s voor het klimaat en het milieu als gevolg van het toenemende gebruik van bepaalde bio-energiebronnen te beperken, bevat de herziene richtlijn hernieuwbare energie 39 strengere duurzaamheidscriteria. Zij bevordert ook de overschakeling op geavanceerde biobrandstoffen op basis van residuen en niet-herbruikbaar en niet-recycleerbaar afval. Deze aanpak moet voortaan op alle vormen van bio-energie worden toegepast. Het gebruik van hele bomen en voedsel- en voedergewassen voor energieproductie, ongeacht of zij in de EU zijn geproduceerd of zijn ingevoerd, moet tot een minimum worden beperkt.

Om de potentiële risico’s voor het klimaat en de biodiversiteit beter te begrijpen en te monitoren, beoordeelt de Commissie de vraag en het aanbod van biomassa in de EU en wereldwijd en de duurzaamheid ervan 40 . In het kader van haar verhoogde ambitie om de bosecosystemen te beschermen en te herstellen, zal de Commissie de resultaten van de werkzaamheden met betrekking tot het gebruik van bosbiomassa voor de productie van energie vóór eind 2020 publiceren. Dit zal het ambitieniveau van de beleidsvorming van de Commissie, waar nodig met inbegrip van de evaluatie en herziening, op hetzelfde niveau brengen als dat van de richtlijn hernieuwbare energie, het emissiehandelsysteem en de verordening inzake landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw (LULUCF), die gepland zijn voor 2021.

Overeenkomstig de richtlijn hernieuwbare energie zal de Commissie in 2021 ook operationele richtsnoeren opstellen voor de toepassing van nieuwe duurzaamheidscriteria voor bosbiomassa die wordt gebruikt voor energie 41 . Zij zal in 2021 ook de gegevens beoordelen over biobrandstoffen die een hoog risico vormen op het veroorzaken van indirecte veranderingen in landgebruik, en een traject vaststellen voor de geleidelijke afschaffing ervan tegen 2030.

De algemene doelstelling bestaat erin om te waarborgen dat het regelgevingskader van de EU inzake bio-energie in overeenstemming is met de verhoogde ambitie die in de Europese Green Deal aan de dag wordt gelegd.

2.2.6.De goede milieutoestand van mariene ecosystemen herstellen

Herstelde en goed beschermde mariene ecosystemen brengen belangrijke gezondheids-, sociale en economische voordelen met zich mee voor de kustgemeenschappen en de EU als geheel. De behoefte aan krachtiger optreden is des te prangender omdat het verlies aan biodiversiteit in mariene en kustgebieden in hoge mate wordt versterkt door de opwarming van de aarde 42 .

Om een goede milieutoestand van mariene ecosystemen te bereiken, onder meer door strikt beschermde gebieden, moeten koolstofrijke ecosystemen en belangrijke paai- en kraamgebieden worden hersteld. Bepaalde vormen van hedendaagse maritieme exploitatie brengen de voedselzekerheid, de bestaanszekerheid van de vissers en de sectoren visserij en schaal- en schelpdieren in gevaar. Zeerijkdommen moeten duurzaam worden geëxploiteerd en voor illegale praktijken moet er een nultolerantie zijn. Van essentieel belang in dit verband is de volledige uitvoering van het gemeenschappelijk visserijbeleid van de EU, van de kaderrichtlijn mariene strategie en van de vogelrichtlijn en de habitatrichtlijn.

De toepassing van een op het ecosysteem gebaseerde beheersbenadering in het kader van de EU-wetgeving 43 zal de negatieve gevolgen van visserij, winning en andere menselijke activiteiten beperken, met name wat kwetsbare soorten en zeebodemhabitats betreft. Om dit te ondersteunen, moet in de nationale maritieme ruimtelijke plannen, die de lidstaten in 2021 moeten indienen, worden getracht alle maritieme sectoren en activiteiten alsook gebiedsgebonden instandhoudings- en beheersmaatregelen te omvatten 44 . De Commissie zal tegen 2021 tevens een nieuw actieplan voorstellen om de visbestanden in stand te houden en de mariene ecosystemen te beschermen. Waar nodig zullen maatregelen worden ingevoerd om het gebruik van het voor de biodiversiteit en de zeebodem schadelijkste vistuig te beperken. De Commissie zal ook nagaan hoe bodemberoerend vistuig kan worden gebruikt zonder de biodiversiteitsdoelstellingen in gevaar te brengen, aangezien dat momenteel de activiteit is die het schadelijkst is voor de zeebodem. Dit moet op een voor iedereen eerlijke en rechtvaardige manier gebeuren. Ook het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij moet de transitie naar selectievere en minder schadelijke visserijtechnieken ondersteunen.

Gezonde visbestanden zijn essentieel voor de welvaart van de vissers, de gezondheid van onze oceanen en de biodiversiteit op lange termijn. Dit maakt het des te belangrijker de visserijsterfte op het niveau van de maximale duurzame opbrengst te handhaven of daaronder te doen dalen. Dit zal bijdragen tot een gezonde verdeling qua leeftijd en grootte in de visbestanden.

De bijvangst van soorten die met uitsterven bedreigd zijn, moet worden geëlimineerd of beperkt tot een niveau dat een volledig herstel mogelijk maakt. Dat moet ook het geval zijn voor soorten die in een slechte staat van instandhouding of niet in een goede milieutoestand verkeren. Bovendien moet de bijvangst van andere soorten 45 worden geëlimineerd of, indien dat niet mogelijk is, tot een minimum worden beperkt, zodat hun staat van instandhouding niet in het gedrang komt. Hiertoe moet het verzamelen van gegevens over bijvangsten voor alle gevoelige soorten worden opgevoerd.

Daarnaast moeten in alle beschermde mariene gebieden visserijbeheersmaatregelen worden vastgesteld overeenkomstig duidelijk omschreven instandhoudingsdoelstellingen op basis van het beste beschikbare wetenschappelijke advies.

2.2.7.Zoetwaterecosystemen herstellen

Het rechtskader van de EU inzake water is ambitieus, maar de uitvoering hinkt achterop en de handhaving moet worden opgevoerd 46 . Er zijn meer inspanningen nodig om de zoetwaterecosystemen en het natuurlijk functioneren van de rivieren te herstellen om de doelstellingen van de kaderrichtlijn water te verwezenlijken. Dit kan worden bereikt door barrières die de doortocht van migrerende vissen belemmeren, te verwijderen of aan te passen en de doorstroming van water en sedimenten te verbeteren. Om dit te helpen verwezenlijken, zal tegen 2030 ten minste 25 000 km aan rivieren worden hersteld tot vrij stromende rivieren 47  door de verwijdering van voornamelijk in onbruik geraakte barrières en het herstel van overstromingsvlakten en waterrijke gebieden. In 2021 zal de Commissie, in overleg met alle betrokken autoriteiten, technische richtsnoeren en steun aan de lidstaten verstrekken om locaties te identificeren en middelen te helpen mobiliseren 48 . De autoriteiten van de lidstaten moeten de vergunningen voor wateronttrekking en opstuwing opnieuw bekijken om de ecologische stromen te herstellen zodat tegen 2027 alle oppervlaktewateren een goede toestand of een goed potentieel bereiken en al het grondwater een goede toestand bereikt, zoals vereist in de kaderrichtlijn water 49 . Daartoe zal de Commissie de lidstaten tegen 2023 technische ondersteuning voor hun maatregelen bieden.

Grootschalige investeringen in het herstel van rivieren en overstromingsvlakten 50 kunnen een belangrijke economische stimulans vormen voor de sector van het rivierherstel en voor lokale sociaaleconomische activiteiten zoals toerisme en recreatie. Tegelijkertijd kunnen deze investeringen de waterregulering, de bescherming tegen overstromingen, de kraamgebieden voor vis en de verwijdering van verontreinigende nutriënten verbeteren.

2.2.8.Stedelijke en voorstedelijke gebieden vergroenen

Groene stedelijke ruimten, ongeacht of het nu parken en tuinen of groene daken en stadsboerderijen zijn, bieden een breed scala aan voordelen voor de mens. Zij bieden ook kansen voor bedrijven en zijn een toevluchtsoord voor de natuur. Zij verminderen de lucht-, water- en geluidsvervuiling, bieden bescherming tegen overstromingen, droogtes en hittegolven en houden de band tussen mens en natuur in stand 51 .

De recente lockdowns als gevolg van de COVID-19-pandemie hebben ons de waarde van groene stedelijke ruimten voor ons fysieke en mentale welzijn getoond. Hoewel de bescherming van sommige stedelijke groene ruimten is toegenomen 52 , trekken zij vaak aan het kortste eind in de strijd om ruimte omdat het aandeel van de bevolking dat in de stedelijke gebieden leeft, blijft stijgen.

De onderhavige strategie moet deze trends omkeren door een einde te maken aan het verlies aan groene stedelijke ecosystemen en deze in plaats daarvan te verbeteren. De bevordering van gezonde ecosystemen, groene infrastructuur en op de natuur gebaseerde oplossingen moet systematisch worden geïntegreerd in stedelijke planning, onder andere in openbare ruimten, infrastructuur en de ontwerpen van gebouwen en hun omgeving.

Om de natuur terug naar de steden te brengen en initiatieven uit de gemeenschappen te belonen, roept de Commissie Europese steden van ten minste 20 000 inwoners op om tegen eind 2021 ambitieuze plannen voor stedelijke vergroening te ontwikkelen. Die plannen moeten maatregelen omvatten om toegankelijke stadsbossen, parken en tuinen, stadsboerderijen, groendaken en groenmuren, straten met bomen, stadsweiden en hagen met grote biodiversiteit te creëren. Zij moeten ook bijdragen aan het verbeteren van de verbindingen tussen groene ruimten, het elimineren van het gebruik van pesticiden, het beperken van het overmatig maaien van stedelijke groene ruimten en andere praktijken die de biodiversiteit schaden. In het kader van dergelijke plannen kunnen beleids-, regelgevings- en financiële instrumenten worden ingezet.

Om dit werk te vergemakkelijken, zal de Commissie in 2021 een EU-platform voor stedelijke vergroening oprichten in het kader van een nieuw “Green City Accord” 53 met steden en burgemeesters. Hiervoor zal nauw worden samengewerkt met het Europees Burgemeestersconvenant. De plannen voor stedelijke vergroening zullen een centrale rol spelen bij de verkiezing van de Groene Hoofdstad van Europa van 2023 en de European Green Leaf Award 2022.

De Commissie zal de lidstaten en de lokale en regionale autoriteiten helpen door middel van technische richtsnoeren en hulp bij het werven van fondsen en het opbouwen van capaciteit. Zij zal deze doelstellingen ook meenemen in het Europees klimaatpact.

2.2.9.De vervuiling verminderen

Vervuiling is een belangrijke oorzaak van het verlies aan biodiversiteit en heeft schadelijke gevolgen voor onze gezondheid en het milieu. Hoewel de EU over een degelijk wettelijk kader beschikt om de vervuiling te verminderen, moeten er grotere inspanningen worden geleverd. De biodiversiteit lijdt onder het vrijkomen van nutriënten, chemische pesticiden, farmaceutische producten, gevaarlijke chemische stoffen, stedelijk en industrieel afvalwater en andere afvalstoffen zoals zwerfvuil en kunststoffen. De druk die hierdoor wordt veroorzaakt, moet worden verlaagd.

In het kader van het streven van de Commissie om de vervuiling tot nul terug te brengen voor een gifvrij milieu, zal een nieuwe EU-strategie voor duurzaam gebruik van chemische stoffen worden voorgesteld, samen met een actieplan om de lucht- water- en bodemvervuiling tot nul terug te brengen.

De Commissie zal het tot nul terugdringen van verontreiniging door stikstof- en fosforstromen uit meststoffen bevorderen door het verlies van nutriënten met ten minste 50 % te verminderen, met behoud van de vruchtbaarheid van de bodem. Hierdoor zal het gebruik van meststoffen met ten minste 20 % verminderen. Dit zal worden bereikt door de desbetreffende milieu- en klimaatwetgeving volledig uit te voeren en te handhaven, door samen met de lidstaten te bepalen in welke mate de nutriëntenbelasting moet worden gereduceerd om deze doelstellingen te bereiken, door een evenwichtige bemesting en een duurzaam nutriëntenbeheer toe te passen en door stikstof en fosfor gedurende hun levenscyclus beter te beheren. Daartoe zal de Commissie samenwerken met de lidstaten om in 2022 een actieplan voor het geïntegreerde beheer van nutriënten op te stellen. De beperking van het gebruik en het risico van pesticiden komen aan bod in de “van boer tot bord”-strategie, en zij zal de bredere toepassing van geïntegreerde gewasbescherming ondersteunen 54 . Als onderdeel daarvan zal de milieurisicobeoordeling van pesticiden worden versterkt. De druk die door kunststoffen wordt veroorzaakt, wordt met name aangepakt door de uitvoering van de EU-strategie inzake kunststoffen 55 en het nieuwe actieplan voor de circulaire economie 56 .

De Commissie zal een reeks indicatoren ontwikkelen voor de geleidelijke vermindering van de vervuiling en zal uitgangswaarden vaststellen om de vooruitgang te kunnen controleren. De druk die wordt veroorzaakt door zwerfvuil op zee en onderwatergeluid wordt aangepakt in het kader van de kaderrichtlijn mariene strategie.

2.2.10.Invasieve uitheemse soorten aanpakken

Invasieve uitheemse soorten kunnen de inspanningen om de natuur te beschermen en te herstellen in grote mate ondermijnen. Naast het toebrengen van grote schade aan de natuur en de economie dragen veel invasieve uitheemse soorten ook bij tot uitbraken en de verspreiding van infectieziekten die een bedreiging vormen voor de mens en wilde dieren en planten 57 . Het tempo waarmee invasieve uitheemse soorten in onze natuur terechtkomen, is de laatste jaren gestegen. Van de 1 872 soorten die op dit moment als in Europa bedreigd worden beschouwd, worden er 354 bedreigd door invasieve uitheemse soorten. Zonder doeltreffende controlemaatregelen zal de snelheid van die invasie en de daarmee samenhangende risico’s voor onze natuur en onze gezondheid blijven toenemen.

Er moet ook meer worden ingezet op de volledige uitvoering van de verordening inzake invasieve uitheemse soorten 58 alsook van andere relevante wetgeving en internationale overeenkomsten. In dit kader moet ernaar worden gestreefd de introductie en vestiging van uitheemse soorten in de EU tot een minimum te beperken en waar mogelijk uit te bannen. Het is de bedoeling de gevestigde invasieve uitheemse soorten te beheren en het aantal soorten van de Rode Lijst die zij bedreigen met 50 % te verminderen 59 .

EU-plan voor het herstel van de natuur: belangrijkste verbintenissen tegen 2030

1.In 2021 worden, na een effectbeoordeling, juridisch bindende EU-doelstellingen voor natuurherstel voorgesteld. Tegen 2030 zijn grote gebieden van aangetaste en koolstofrijke ecosystemen hersteld en zijn de instandhoudingstrends en -toestand van habitats en soorten niet verslechterd: ten minste 30 % ervan verkeert in een gunstige staat van instandhouding of vertoont ten minste een positieve trend.

2.De achteruitgang van bestuivers is omgebogen.

3.Het risico en het gebruik van chemische pesticiden is met 50 % gedaald en het gebruik van gevaarlijkere pesticiden is met 50 % gedaald.

4.Minstens 10 % van het landbouwareaal bestaat uit landschapselementen met grote diversiteit.

5.Ten minste 25 % van het landbouwareaal wordt voor de biologische landbouw gebruikt en de toepassing van agro-ecologische praktijken is aanzienlijk toegenomen.

6.Er zijn drie miljard nieuwe bomen gepland in de EU, met volledige inachtneming van de ecologische beginselen.

7.Er is aanzienlijke vooruitgang geboekt bij de sanering van sites met vervuilde bodem.

8.Ten minste 25 000 km vrij stromende rivieren is hersteld.

9.Het aantal soorten van de Rode Lijst dat door invasieve uitheemse soorten wordt bedreigd, is met 50 % gedaald.

10.Het verlies van nutriënten uit meststoffen is met 50 % gedaald, wat heeft geleid tot een vermindering van het gebruik van meststoffen met ten minste 20 %.

11.Steden met ten minste 20 000 inwoners hebben een ambitieus plan voor stedelijke vergroening.

12.In kwetsbare gebieden zoals de stedelijke groene gebieden van de EU worden geen chemische pesticiden gebruikt.

13.De negatieve gevolgen voor kwetsbare soorten en habitats, onder meer op de zeebodem als gevolg van visserij en winningsactiviteiten, zijn aanzienlijk verkleind en er is een goede milieutoestand bereikt.

14.De bijvangst van soorten is geëlimineerd of beperkt tot een niveau dat het herstel en de instandhouding ervan mogelijk maakt.


3.Wezenlijke veranderingen mogelijk maken

3.1.Een nieuw governancekader

In de EU bestaat er momenteel geen alomvattend governancekader om de uitvoering van de op nationaal, Europees of internationaal niveau overeengekomen verbintenissen inzake biodiversiteit te sturen. Om deze lacune aan te pakken, zal de Commissie een nieuw Europees governancekader voor biodiversiteit instellen. Dit zal helpen de verplichtingen en verbintenissen in kaart te brengen en een routekaart op te stellen om richting te geven aan de uitvoering ervan.

Als onderdeel van dit nieuwe kader zal de Commissie een monitoring- en evaluatiemechanisme instellen. Het zal een duidelijke reeks overeengekomen indicatoren omvatten en zal het mogelijk maken de vooruitgang regelmatig te evalueren en zo nodig corrigerende maatregelen te nemen. Dit mechanisme zal worden gebruikt bij de evaluatie van de uitvoering van het milieubeleid en zal bijdragen aan het Europees semester.

In het nieuwe governancekader zullen alle relevante actoren medeverantwoordelijk zijn voor het nakomen van de EU-verbintenissen inzake biodiversiteit. Het zal bijdragen aan de opbouw van bestuurlijke capaciteit, de transparantie, de dialoog met belanghebbenden en participatieve governance op alle niveaus.

De Commissie zal de vorderingen en de geschiktheid van deze aanpak in 2023 beoordelen en nagaan of er een juridisch bindende aanpak van governance nodig is.

3.2.De uitvoering en handhaving van de milieuwetgeving van de EU opvoeren

Alle milieuwetgeving staat of valt met een correcte uitvoering en handhaving. De afgelopen 30 jaar heeft de EU een robuust wetgevingskader opgezet om haar natuurlijk kapitaal te beschermen en te herstellen. Uit recente evaluaties blijkt echter dat de wetgeving weliswaar geschikt is voor het beoogde doel, maar dat de uitvoering in de praktijk achterblijft 60 . Dit heeft dramatische gevolgen voor de biodiversiteit en brengt aanzienlijke economische kosten met zich mee 61 . De volledige uitvoering en handhaving van de EU-milieuwetgeving vormt derhalve de kern van deze strategie, die voorrang moet krijgen wat politieke steun en financiële en personele middelen betreft.

Wat de vogelrichtlijn en de habitatrichtlijn betreft, zal de handhaving zich toespitsen op het voltooien van het Natura 2000-netwerk, het doeltreffend beheer van alle gebieden, bepalingen inzake de bescherming van soorten, en soorten en habitats die een dalende trend vertonen. De Commissie zal er ook voor zorgen dat de milieugerelateerde wetgeving die invloed heeft op de biodiversiteit 62 , beter wordt uitgevoerd en gehandhaafd en, indien nodig, wordt geëvalueerd en herzien.

De Commissie zal ernaar streven de waarborging van de naleving te verbeteren door nauw samen te werken met de lidstaten en Europese netwerken van milieuagentschappen, inspecteurs, auditors, politie, openbare aanklagers en rechters.

Daarnaast zal de Commissie het maatschappelijk middenveld steunen in zijn rol als bewaker van de naleving en zal zij samenwerken met de lidstaten om de toegang tot de nationale rechter in milieuzaken voor particulieren en ngo’s te verbeteren. In een voorstel voor de herziening van de Aarhus-verordening 63 zal zij de bevoegdheid van ngo’s ook uitbreiden.

3.3.Voortbouwen op een geïntegreerde aanpak waarbij de hele samenleving betrokken is

3.3.1.Bedrijfsleven en biodiversiteit

In de partnerschapsgeest van deze strategie zullen alle sectoren van de economie en alle geledingen van de samenleving hun steentje moeten bijdragen. De industrie en het bedrijfsleven hebben een impact op de natuur, maar zij zorgen ook voor de belangrijke innovaties, partnerschappen en expertise die kunnen helpen bij het aanpakken van het verlies aan biodiversiteit.

Om ervoor te zorgen dat de sociale en milieubelangen volledig in de bedrijfsstrategieën worden geïntegreerd, zal de Commissie in 2021 een nieuw initiatief inzake duurzame corporate governance voorstellen. Dit initiatief, mogelijk in de vorm van een wetgevingsvoorstel, zal aandacht schenken aan de mensenrechten, milieuzorgplicht en zorgvuldigheidsplicht in alle economische waardeketens, op een manier die evenredig is met de grootte van de ondernemingen 64 . Dit zal ertoe bijdragen dat de belangen van aandeelhouders en belanghebbenden volledig in overeenstemming zijn met de doelstellingen van deze strategie. Daarnaast is de Commissie in 2020 begonnen met de herziening van de rapportageverplichtingen van ondernemingen uit hoofde van de richtlijn niet-financiële rapportage 65 , teneinde de kwaliteit en omvang van de bekendgemaakte niet-financiële informatie te verbeteren, onder meer met betrekking tot milieuaspecten zoals biodiversiteit.

Via haar bestaande platforms 66 zal de Commissie bijdragen aan het opbouwen van een beweging van Europese bedrijven voor de biodiversiteit - European Business for Biodiversity, waarbij inspiratie wordt geput uit recente initiatieven 67 en deze beweging een integraal onderdeel van het Europees klimaatpact zal worden. Er zal bijzondere aandacht worden besteed aan maatregelen om het gebruik van op de natuur gebaseerde oplossingen aan te moedigen en belemmeringen daarvoor weg te nemen. Dergelijke oplossingen kunnen namelijk leiden tot aanzienlijke bedrijfs- en werkgelegenheidskansen in verschillende sectoren 68 en vormen de sleutel tot innovatie voor economische of maatschappelijke behoeften die afhankelijk zijn van de natuur.

3.3.2.Investeringen, prijsstelling en belastingen

Om het verlies aan biodiversiteit aan te pakken en de ecosystemen te herstellen, zijn aanzienlijke overheids- en particuliere investeringen op nationaal en Europees niveau nodig. Dit betekent dat alle relevante EU-programma’s en financieringsinstrumenten optimaal moeten worden benut. De Commissie zal haar kader voor biodiversiteitstoetsing 69 versterken, onder meer door op passende wijze gebruik te maken van de criteria die in het kader van de EU-taxonomie zijn vastgesteld, om ervoor te zorgen dat de EU-financiering wordt gebruikt voor biodiversiteitsvriendelijke investeringen.

Om aan de behoeften van deze strategie te voldoen, met inbegrip van investeringsprioriteiten voor Natura 2000 en groene infrastructuur, moet ten minste 20 miljard EUR per jaar 70 worden vrijgemaakt om aan de natuur te besteden. Hiervoor zullen particuliere en publieke middelen op nationaal en EU-niveau 71 moeten worden vrijgemaakt, onder meer via verschillende programma’s in de volgende langetermijnbegroting van de EU. Aangezien natuurherstel in grote mate zal bijdragen aan het bereiken van de klimaatdoelstellingen, zal bovendien een aanzienlijk deel van de 25 % van de EU-begroting die voor klimaatactie is uitgetrokken, worden geïnvesteerd in biodiversiteit en op de natuur gebaseerde oplossingen.

In het kader van InvestEU zal een specifiek initiatief voor natuurlijk kapitaal en de circulaire economie worden opgezet. Hiermee zal in de komende tien jaar op basis van een combinatie van publieke en particuliere financiering ten minste 10 miljard EUR worden vrijgemaakt. De natuur en de biodiversiteit zijn ook een prioriteit in het investeringsplan voor de Europese Green Deal. Om de nodige investeringen aan te trekken, moet de EU investeerders zekerheid bieden op lange termijn en duurzaamheid in het financiële stelsel helpen integreren. De EU-taxonomie voor duurzame financiering zal investeringen in een groen herstel en de uitrol van op de natuur gebaseerde oplossingen bevorderen. In 2021 zal de Commissie in het kader van de taxonomieverordening 72 een gedelegeerde handeling aannemen om een gemeenschappelijke classificatie vast te stellen van economische activiteiten die een wezenlijke bijdrage leveren tot de bescherming en het herstel van de biodiversiteit en de ecosystemen. Dit zal later dit jaar verder worden ondersteund door een vernieuwde strategie voor duurzame financiering die er mede voor moet zorgen dat het financieel systeem bijdraagt tot het beperken van bestaande en toekomstige biodiversiteitsrisico’s, en die beter aantoont hoe het verlies aan biodiversiteit de winstgevendheid en langetermijnperspectieven van ondernemingen aantast 73 .

De Commissie zal belastingsystemen en prijsstellingmethoden blijven bevorderen waarin rekening wordt gehouden met de milieukosten, met inbegrip van de kosten die worden veroorzaakt door het verlies aan biodiversiteit. Dit moet veranderingen in de nationale fiscale stelsels aanmoedigen, zodat de fiscale lasten verschuiven van arbeid naar vervuiling, te laag geprijsde hulpbronnen en andere externe milieukosten. De beginselen “de gebruiker betaalt” en “de vervuiler betaalt” moeten worden toegepast om milieuschade te voorkomen en te herstellen.

De koopkracht van de overheden vertegenwoordigt 14 % van het bbp van de EU en kan een krachtige motor zijn voor de vraag naar de producten en diensten van ondernemingen die in op de natuur gebaseerde oplossingen investeren of daaraan bijdragen. Om dit potentieel aan te boren, zal de Commissie in voorstellen voor verdere wetgeving en richtsnoeren inzake groene overheidsopdrachten criteria en monitoring opnemen waarmee op de natuur gebaseerde oplossingen worden gestimuleerd.

3.3.3.De waarde van de natuur meten en integreren

In de besluitvorming van overheden en ondernemingen moet het aspect biodiversiteit op alle niveaus beter worden geïntegreerd. Voortbouwend op bestaande werkzaamheden 74 zal de Commissie in 2021 methoden, criteria en normen ontwikkelen om de essentiële kenmerken van biodiversiteit, haar diensten, waarden en duurzaam gebruik te beschrijven.

Deze omvatten het meten van de ecologische voetafdruk van producten en organisaties op het milieu, onder meer door middel van levenscyclusbenaderingen en boekhoudpraktijken voor natuurlijk kapitaal. In dit verband zal de Commissie de oprichting van een internationaal initiatief inzake boekhoudpraktijken voor natuurlijk kapitaal ondersteunen.

3.3.4.Kennis, onderwijs en vaardigheden verbeteren

De strijd tegen het verlies aan biodiversiteit moet gebaseerd zijn op degelijke wetenschappelijke kennis. Investeren in onderzoek, innovatie en kennisuitwisseling is essentieel om de beste gegevens te verzamelen en de beste op de natuur gebaseerde oplossingen te ontwikkelen. Met onderzoek en innovatie kan getest en uitgewerkt worden hoe prioriteit kan worden gegeven aan “groene” oplossingen boven “grijze”. Dit kan de Commissie helpen bij het ondersteunen van investeringen in op de natuur gebaseerde oplossingen, bijvoorbeeld in oude geïndustrialiseerde gebieden, gebieden met een laag inkomen of door rampen getroffen gebieden.

De nieuwe vaardighedenagenda zal een sleutelrol spelen bij de transitie naar een groene economie en de bestrijding van het verlies van biodiversiteit, waarbij de nadruk wordt gelegd op de opleiding en omscholing van werknemers in een groot aantal sectoren.

Het toekomstige Horizon Europa-programma zal een strategische onderzoeksagenda voor de lange termijn voor biodiversiteit met meer financiering omvatten, met inbegrip van een mechanisme waarin beleid en wetenschap worden gecombineerd om op onderzoek gebaseerde beleidsopties te ontwikkelen waarmee de uitvoering van de verbintenissen inzake biodiversiteit kan worden versneld. De missies van Horizon Europa 75 zullen in grote mate bijdragen tot het opvullen van kennishiaten en het vinden van oplossingen om de gezondheid van de ecosystemen en hun bijdrage aan de menselijke gezondheid te verbeteren.

Tegelijkertijd zal de Commissie partnerschappen, met inbegrip van een specifiek partnerschap voor biodiversiteit, bevorderen en faciliteren om een brug te slaan tussen wetenschap, beleid en de praktijk zodat op de natuur gebaseerde oplossingen in de praktijk kunnen worden gebracht. In 2020 zal de Commissie in nauwe samenwerking met het Europees Milieuagentschap een nieuw kenniscentrum voor biodiversiteit oprichten. Dat centrum zal: i) de vooruitgang die de EU en haar partners boeken, onder meer met betrekking tot de uitvoering van internationale instrumenten inzake biodiversiteit, opvolgen en beoordelen; ii) samenwerking en partnerschap bevorderen, onder meer tussen klimaat- en biodiversiteitswetenschappers; iii) de beleidsontwikkeling onderbouwen. Bovendien zal de Commissie haar steun aan het intergouvernementeel platform voor wetenschap en beleid inzake biodiversiteit en ecosysteemdiensten (IPBES) opvoeren.

Om de thema’s biodiversiteit en ecosystemen in het schoolonderwijs, het hoger onderwijs en de beroepsopleiding te helpen integreren, zal de Commissie in 2021 een voorstel indienen voor een aanbeveling van de Raad betreffende de bevordering van samenwerking op het gebied van onderwijs in milieuduurzaamheid. Op die manier krijgen scholen en leerkrachten richtsnoeren over hoe zij lidstaatoverschrijdend kunnen samenwerken en ervaringen kunnen uitwisselen op het gebied van onderwijs in biodiversiteit. De Commissie zal eveneens ondersteunend materiaal ter beschikking stellen en de uitwisseling van goede praktijken binnen de EU-netwerken van opleidingsprogramma’s voor leerkrachten faciliteren.

4.De Europese Unie voor een ambitieuze wereldwijde biodiversiteitsagenda

Biodiversiteit is een prioriteit binnen het externe optreden van de EU en maakt een integrerend deel uit van de inspanningen ter verwezenlijking van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen van de VN. Via de “Green Deal-diplomatie” van de EU en toekomstige groene allianties 76 zal biodiversiteit worden geïntegreerd in alle bilaterale en multilaterale verbintenissen. De Commissie zal nauw samenwerken met het Europees Parlement en de lidstaten om ervoor te zorgen dat de EU een hoog ambitieniveau aan de dag legt en zal alle inspanningen mobiliseren ten behoeve van de wereldwijde biodiversiteit.

4.1.De wereldwijde ambitie en inzet vergroten

De bescherming van de biodiversiteit is een mondiale uitdaging en het komende decennium wordt doorslaggevend. De wereldwijde inspanningen in het kader van het Biodiversiteitsverdrag van de Verenigde Naties zijn grotendeels ontoereikend geweest. De natuur is niet gebaat bij halve maatregelen of een gebrek aan ambitie.

In deze geest is de EU bereid om — in samenwerking met gelijkgestemde partners in een coalitie met hoge ambitie op het gebied van biodiversiteit — de leidersrol op zich te nemen bij alle inspanningen om tijdens de komende 15e Conferentie van de Partijen bij het Verdrag inzake biologische diversiteit een ambitieus nieuw mondiaal kader voor de periode na 2020 overeen te komen.

Met deze strategie stelt de Commissie ambitieuze verbintenissen voor die de EU naar de onderhandelingstafel wil brengen. De EU moet ook regeringen en belanghebbenden over de hele wereld ondersteunen om hun ambities en hun maatregelen aanzienlijk op te voeren.

De Commissie stelt voor dat de EU ervoor zorgt dat het wereldwijde kader voor de periode na 2020 ten minste de volgende elementen omvat:

·overkoepelende mondiale biodiversiteitsdoelstellingen voor 2050, in overeenstemming met de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties en de visie om “in harmonie met de natuur te leven”. De ambitie moet zijn dat tegen 2050 alle ecosystemen ter wereld hersteld, veerkrachtig en adequaat beschermd zijn. De internationale gemeenschap moet zich verbinden tot het beginsel van de nettowinst: we moeten de natuur meer teruggeven dan we nemen. De internationale gemeenschap moet zich er ten minste toe verbinden dat door toedoen van de mens geen soorten meer uitsterven, tenminste voor zover dit kan worden vermeden;

·ambitieuze wereldwijde streefdoelen voor 2030 die overeenstemmen met de verbintenissen van de EU in deze strategie. Deze moeten de oorzaken van het verlies van biodiversiteit duidelijk aanpakken en specifiek, meetbaar, uitvoerbaar, relevant en tijdgebonden zijn;

·een veel sterkere uitvoerings-, monitorings- en evaluatieprocedure. De partijen moeten hun nationale strategieën en actieplannen inzake biodiversiteit uiterlijk tegen eind 2021 herzien of ten minste nationale verbintenissen voor de belangrijkste doelstellingen indienen. Er moet een regelmatige evaluatiecyclus komen om de vorderingen in de richting van de doelstellingen te bekijken, met de mogelijkheid om de maatregelen zo nodig op te drijven. Deze evaluaties moeten gebaseerd zijn op een onafhankelijke analyse van de wetenschappelijke kloof en prognoses, met kernindicatoren die voor alle partijen dezelfde zijn;

·een stimulerend kader om ambitie op gebieden als financiën, capaciteit, onderzoek, innovatie en technologie aan te moedigen;

·een eerlijke en billijke verdeling van de voordelen die voortvloeien uit het gebruik van met biodiversiteit verband houdende genetische hulpbronnen;

·een beginsel van gelijkheid. Hieronder valt de eerbiediging van de rechten en de volledige en daadwerkelijke participatie van inheemse volkeren en lokale gemeenschappen. Er moet voor een inclusieve aanpak worden gekozen waaraan alle belanghebbenden, waaronder vrouwen, jongeren, het maatschappelijk middenveld, lokale overheden, de particuliere sector, de academische wereld en de wetenschappelijke instellingen, deelnemen.

4.2.Inzet van het extern optreden ter bevordering van de ambitie van de EU

4.2.1.Internationale oceaangovernance

Overeenkomstig de agenda voor de internationale oceaangovernance 77 zal de EU de sluiting tegen eind 2020 van een ambitieuze, juridisch bindende overeenkomst over mariene biologische diversiteit in gebieden voorbij de grenzen van de nationale rechtsmacht ondersteunen. Zij moet duidelijke, wereldwijd geldende procedures bevatten voor het identificeren, aanwijzen en doeltreffend beheren van ecologisch representatieve beschermde mariene gebieden in volle zee. De overeenkomst moet zo snel mogelijk worden geratificeerd en uitgevoerd.

De EU zou bovendien al haar diplomatieke invloed en stimuleringsvermogen moeten gebruiken om tot een akkoord te komen over de aanwijzing van drie uitgestrekte beschermde mariene gebieden in de Zuidelijke Oceaan 78 , waarvan er twee mede door de EU werden voorgesteld: in Oost-Antarctica en in de Weddellzee. Als het akkoord er komt, zou dit een van de grootste daden van natuurbescherming uit de geschiedenis zijn.

Met de partnerlanden en regionale organisaties zal verder aan maatregelen worden gewerkt voor de bescherming en het duurzame gebruik van gevoelige maritieme ecosystemen en soorten, ook in gebieden voorbij de grenzen van de nationale rechtsmacht, met bijzondere aandacht voor mariene biodiversiteitshotspots. De EU moet de deelname van de kleine eilandstaten in ontwikkeling en andere relevante partnerlanden aan bijeenkomsten van regionale en mondiale organisaties en organen blijven steunen, en moet hen blijven ondersteunen om de desbetreffende internationale verbintenissen en verordeningen uit te voeren.

De EU zal een nultolerantiebeleid voeren ten aanzien van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij en zal overbevissing bestrijden, onder meer door middel van onderhandelingen in het kader van de WTO over een mondiale overeenkomst om schadelijke visserijsubsidies te verbieden.

Bij internationale onderhandelingen moet de EU ervoor pleiten dat mariene mineralen in de internationale zeebodem niet worden geëxploiteerd voordat de effecten van de diepzeemijnbouw op het mariene milieu, de biodiversiteit en menselijke activiteiten voldoende zijn onderzocht, de risico’s gekend zijn en kan worden aangetoond dat de gebruikte technologieën en operationele praktijken geen ernstige schade toebrengen aan het milieu, overeenkomstig het voorzorgsbeginsel 79 en rekening houdend met de oproep van het Europees Parlement 80 . Tegelijkertijd zal de EU doorgaan met het financieren van onderzoek naar de gevolgen van diepzeemijnbouw en naar milieuvriendelijke technologieën. De EU moet ook pleiten voor meer transparantie in internationale organen zoals de Internationale Zeebodemautoriteit.

4.2.2.Handelsbeleid

Het handelsbeleid zal een onderdeel zijn van de ecologische transitie en deze actief ondersteunen. In deze geest zal de Commissie ervoor zorgen dat de bepalingen inzake biodiversiteit in alle handelsovereenkomsten volledig worden uitgevoerd en gehandhaafd, onder andere via de hoofdfunctionaris voor handhaving in handelszaken (Chief Trade Enforcement Officer) van de EU. De Commissie zal de gevolgen van handelsovereenkomsten voor de biodiversiteit beter evalueren, met vervolgmaatregelen om de bepalingen inzake biodiversiteit van bestaande en nieuwe overeenkomsten waar nodig aan te scherpen. In 2021 zal de Commissie ook een wetgevingsvoorstel en andere maatregelen presenteren om het in de EU in de handel brengen van producten die met de ontbossing of de aantasting van de bossen verband houden, te vermijden of tot een minimum te beperken 81 , en om bosvriendelijke invoer en waardeketens te bevorderen. De Commissie zal een aantal stappen ondernemen om de illegale handel in wilde dieren en planten te bestrijden. Die handel draagt bij tot de uitputting of het uitsterven van hele soorten. Het is de op drie na meest lucratieve zwarte markt ter wereld en wordt beschouwd als een van de oorzaken van de opkomst van zoönotische ziekten. Het is een menselijke, economische en milieuplicht om die handel te ontmantelen.

Vanuit die gedachte zal de Commissie het actieplan van de EU tegen de illegale handel in wilde dieren en planten in 2021 herzien en zal zij later dit jaar een verdere aanscherping van de EU-regels inzake de handel in ivoor voorstellen. Zij zal een mogelijke herziening van de richtlijn milieucriminaliteit onderzoeken, onder meer door te kijken hoe het toepassingsgebied kan worden uitgebreid en hoe specifieke bepalingen kunnen worden ingevoerd met betrekking tot soorten en gradaties van strafrechtelijke sancties. Zij zal overwegen de coördinatie- en onderzoekscapaciteit van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) te versterken om met de lidstaten en derde landen samen te werken om de illegale handel en de invoer van illegale producten in de eengemaakte markt te voorkomen.

De Commissie zal met de partnerlanden blijven samenwerken om te zorgen voor een vlotte en eerlijke transitie, waarbij met name hulp voor handel (Aid for Trade) wordt ingezet om te waarborgen dat de partners baat hebben bij biodiversiteitsvriendelijke handel.

4.2.3.Internationale samenwerking, nabuurschapsbeleid en mobilisatie van middelen

Om tot een ambitieus mondiaal biodiversiteitskader voor de periode na 2020 te komen, is meer samenwerking met de partners nodig, meer steun en financiering en een geleidelijke afschaffing van subsidies die schadelijk zijn voor de biodiversiteit. In het afgelopen decennium zijn de EU en de lidstaten gezamenlijk hun belofte nagekomen om de voor de biodiversiteit bedoelde geldstromen naar ontwikkelingslanden 82 te verdubbelen. De EU is bereid met haar partners te blijven samenwerken en haar steun na 2020 verder uit te breiden. Dit zal deel uitmaken van haar werkzaamheden op het gebied van de instandhouding, het herstel en het duurzaam gebruik van de biodiversiteit, en de integratie ervan in alle aspecten van het ontwikkelings- en partnerschapsbeleid. Door een coherent beleid inzake duurzame ontwikkeling in al haar beleidsmaatregelen te integreren, zal de EU bovendien de druk op de biodiversiteit wereldwijd verlagen. In al haar internationale samenwerkingsinititatieven moet de EU duurzame praktijken en acties op het gebied van landbouw en visserij bevorderen om de bossen wereldwijd te beschermen en te herstellen. Er zal ook bijzondere aandacht worden besteed aan duurzaam beheer van de watervoorraden, het herstel van aangetast land en het beschermen en herstellen van gebieden met een grote biodiversiteit die veel potentieel voor ecosysteemdiensten en klimaatmitigatie hebben. Een betere bescherming van natuurlijke ecosystemen zal, in combinatie met inspanningen om de handel en de consumptie van wilde dieren en planten te beperken, ook helpen bij het voorkomen en opbouwen van weerbaarheid tegen mogelijke toekomstige ziekten en pandemieën. De EU zal meer steun verlenen aan de wereldwijde inspanningen om de “één gezondheid”-benadering 83 toe te passen, waarin het intrinsieke verband tussen menselijke gezondheid, diergezondheid en een gezonde natuur wordt erkend.

De EU zal de steun aan partnerlanden in de hele wereld opvoeren teneinde de nieuwe mondiale doelstellingen te halen, milieucriminaliteit te bestrijden en de oorzaken van het verlies aan biodiversiteit aan te pakken. In Afrika zal de EU het initiatief NaturAfrica opzetten om de wilde flora en fauna en belangrijke ecosystemen te beschermen en de lokale bevolking kansen te bieden in groene sectoren. In andere regio’s zullen gelijkaardige projecten worden opgezet. De EU zal ook de landen van de Westelijke Balkan en de nabuurschapslanden van de EU ondersteunen bij hun inspanningen om de biodiversiteit te beschermen.

In al haar werkzaamheden zal de EU de banden tussen bescherming van de biodiversiteit en de mensenrechten, gender, gezondheid, onderwijs, conflictgevoeligheid, de op rechten gebaseerde aanpak, landeigendom en de rol van inheemse volkeren en lokale gemeenschappen versterken.

Als onderdeel van haar wereldwijde inspanningen zal de EU biodiversiteitscoalities met partners en het maatschappelijk middenveld over de hele wereld bevorderen. Zo heeft de Commissie in maart 2020 de wereldwijde coalitie voor biodiversiteit van nationale parken, aquaria, botanische tuinen, dierentuinen, natuurhistorische en wetenschapsmusea opgezet om het wereldwijde bewustzijn van de noodzaak van het beschermen en koesteren van de biodiversiteit te helpen vergroten. De Commissie zal overwegen om andere coalities met hoge ambitie op te zetten of daaraan deel te nemen om het kader voor de periode na 2020 te helpen ontwikkelen.

5.Conclusie

De biodiversiteit beschermen en herstellen is de enige manier om de kwaliteit en het voortbestaan van het menselijk leven op aarde te waarborgen. De in deze strategie voorgestelde verbintenissen bereiden de weg voor ambitieuze en noodzakelijke veranderingen die het welzijn en de economische welvaart van de huidige en toekomstige generaties zullen waarborgen in een gezond milieu. Bij de uitvoering van deze verbintenissen zal rekening worden gehouden met de diversiteit aan uitdagingen in de verschillende sectoren, regio’s en lidstaten en zal de noodzaak van het waarborgen van sociale rechtvaardigheid, billijkheid en inclusiviteit in overeenstemming met de Europese pijler van sociale rechten worden erkend. Een gevoel van verantwoordelijkheid en krachtige gezamenlijke inspanningen van de EU, haar lidstaten, de belanghebbenden en burgers zullen hiervoor eveneens nodig zijn.

De Commissie roept het Europees Parlement en de Raad op om deze strategie goed te keuren vóór de 15e Conferentie van de Partijen bij het Verdrag inzake biologische diversiteit. Om de volledige politieke verantwoordelijkheid voor deze strategie te waarborgen, zal de Commissie voorstellen een vast agendapunt over de vooruitgang op dit vlak op te nemen in de Raad en in het Europees Parlement. Zij zal de strategie tegen 2024 evalueren om de vooruitgang te beoordelen en om na te gaan of er verdere maatregelen nodig zijn om de doelstellingen te halen.

(1) Intergouvernementeel platform voor wetenschap en beleid inzake biodiversiteit en ecosysteemdiensten (IPBES) (2019), Summary for policymakers of the global assessment report on biodiversity and ecosystem services of the Intergovernmental Science-Policy Platform on Biodiversity and Ecosystem Services blz. 12-13, A.2.
(2) Economisch Wereldforum (2020) Nature Risk Rising: Why the Crisis Engulfing Nature Matters for Business and the Economy .
(3) Barbier et al. (2018), How to pay for saving biodiversity .
(4) Balmford et al. (2002) Economic reasons for conserving wild nature .
(5) Hepburn et al. (2020) Will COVID-19 fiscal recovery packages accelerate or retard progress on climate change? , Smith School Working Paper 20-02.
(6) Economisch Wereldforum (2020), The Global Risks Report 2020 .
(7) Voedsel- en Landbouworganisatie - FAO (2019) State of the World’s Biodiversity for Food and Agriculture .
(8) IPBES (2019), Summary for policymakers , blz. 3, A1.
(9) IPBES (2019), Summary for policymakers , blz. 17-19, B.10-B.14, Europees Milieuagentschap (2019) The European environment – state and outlook 2020 .
(10) Wereldnatuurfonds (2018), Living Planet Report - 2018: Aiming Higher .
(11) IPBES (2019), Summary for policymakers , blz. 4, A4.
(12) Idem.
(13) https://ec.europa.eu/research/environment/index.cfm?pg=nbs
(14) Economisch Wereldforum (2020), The Global Risks Report 2020 .
(15) Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling - OESO (2019), Biodiversity: Finance and the Economic and Business Case for Action .
(16) Idem.
(17) Tussentijdse evaluatie van de biodiversiteitsstrategie van de EU voor 2020 (COM(2015) 478 en SWD(2015) 187); geschiktheidscontrole van de natuurwetgeving (vogelrichtlijn en habitatrichtlijn ) (SWD(2016) 472); geschiktheidscontrole van de EU-waterwetgeving (SWD(2019) 439).
(18) Volgens de mondiale Aichi-biodiversiteitsdoelen moet 17 % van het landoppervlak en 10 % van de zee beschermd gebied zijn, terwijl de cijfers uit de wetenschappelijke studies variëren van 30 % tot 70 %. Zie bijvoorbeeld IPBES 2019 .
(19) Brander et al. (2015), The benefits to people of expanding Marine Protected Areas .
(20) Geschiktheidscontrole van de natuurwetgeving van de EU (SWD (2016) 472).
(21) Kaders voor prioritaire actie van de lidstaten voor 2020; Mutafoglu et al. (2017), Natura 2000 and Jobs: Scoping Study .
(22) De meest recente statistieken voor de EU-27 ( Europese databank van nationaal aangewezen beschermde gebieden ) versie 2019, en de Natura 2000-dataset “eind 2018” . Vandaag is 26 % van het landoppervlak van de EU reeds beschermd, waarvan 18 % als onderdeel van Natura 2000 en 8 % in het kader van nationale regelingen. Van de zeeën van de EU wordt 11 % beschermd, waarvan 8 % als onderdeel van Natura 2000 en 3 % in het kader van aanvullende nationale bescherming. Opmerking: offshore-windenergieprojecten zullen mogelijk zijn als deze in overeenstemming zijn met de desbetreffende wetgeving op het gebied van milieu- en natuurbescherming.
(23) Nulontwerp van het mondiale biodiversiteitskader voor de periode na 2020 (CBD/WG2020/2/3), beschikbaar op https://www.cbd.int/conferences/post2020/wg2020-02/documents
(24) Strikte bescherming betekent niet noodzakelijk dat er geen mensen worden toegelaten tot het gebied, maar dat de natuurlijke processen zo goed als onverstoord worden gelaten om aan de ecologische vereisten van het gebied te voldoen.
(25) https://www.cbd.int/forest/definitions.shtml
(26) De aanwijzing van aanvullende Natura 2000-gebieden zal met steun van de EU-fondsen gebeuren en op passende wijze worden gehandhaafd.
(27) Guidance on a strategic framework for further supporting the deployment of EU-level green and blue infrastructure (SWD(2019) 193).
(28) Met name de EU- vogelrichtlijn (2009/147/EG), de habitatrichtlijn (92/43/EEG), de kaderrichtlijn water (2000/60/EG), de overstromingsrichtlijn (2007/60/EG) en de kaderrichtlijn mariene strategie (2008/56/EG).
(29) Zie de geschiktheidscontrole van de EU-natuurwetgeving (SWD (2016) 472) en de geschiktheidscontrole van de EU-waterwetgeving (SWD (2019) 439). Zie ook punt 3.2.
(30) De habitats en soorten zijn vermeld in de vogelrichtlijn en in de habitatrichtlijn.
(31) Het EU-initiatief inzake bestuivers (COM(2018) 395).
(32) OESO (2016), Farm Management Practices to Foster Green Growth .
(33) Europees Milieuagentschap (2019), EEA Signalen 2019: Land en bodem in Europa .
(34) Europees Milieuagentschap en Zwitsers Federaal Milieubureau (FOEN) (2016), Urban sprawl in Europe .
(35) Europese Rekenkamer (2018), Bestrijding van woestijnvorming in de EU: een groeiende bedreiging waartegen meer moet worden ondernomen , Speciaal verslag nr. 33/2018.
(36) Thematische strategie voor bodembescherming , COM(2006) 231 definitief.
(37) Het missiegebied van Horizon Europa over bodemgezondheid en levensmiddelen .
(38) Zie punt 2.2.8.
(39) Richtlijn (EU) 2018/2001 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen .
(40) JRC Biomass Assessment Study .
(41) Artikel 29 van Richtlijn (EU) 2018/2001 inzake hernieuwbare energie van de EU.
(42) Zie bijvoorbeeld de Intergouvernementele Werkgroep inzake klimaatverandering (2019), Special Report on the Ocean and the Cryosphere in a Changing Climate .
(43) Het gemeenschappelijk visserijbeleid, de kaderrichtlijn mariene strategie ( 2008/56/EG) en de richtlijn maritieme ruimtelijke planning (2014/89/EU).
(44) De Commissie zal uiterlijk in maart 2022 verslag uitbrengen over de uitvoering van de richtlijn maritieme ruimtelijke planning, met inbegrip van de toepassing van op het ecosysteem gebaseerd beheer.
(45) Beschermd op grond van internationaal en EU-recht.
(46) Geschiktheidscontrole van de EU-waterwetgeving (SWD(2019) 439); Evaluatie van de richtlijn inzake de behandeling van stedelijk afvalwater (SWD(2019) 700).
(47) De doelstelling van 25 000 km is gebaseerd op de beoordeling door de Commissie van wat tegen 2030 haalbaar is in de EU.
(48) In de richtsnoeren wordt rekening gehouden met een breed scala van aspecten, zoals de opwekking van waterkracht, overstromingsbeheer, watervoorziening, landbouw en de bevaarbaarheid.
(49) Deze maatregelen moeten worden gepland in het kader van de derde stroomgebiedbeheerplannen die in 2021 door de lidstaten in het kader van de kaderrichtlijn water moeten worden vastgesteld.
(50) Geschiktheidscontrole van de waterwetgeving van de EU (SWD (2019) 439).
(51) EnRoute project .
(52) 11 000 Natura 2000-gebieden liggen (deels) in steden, goed voor 15 % van de totale oppervlakte van het Natura 2000-netwerk.
(53) Green City Accord .
(54) Richtlijn betreffende een duurzaam gebruik van pesticiden (Richtlijn 2009/128/EG).
(55) Een Europese strategie voor kunststoffen in een circulaire economie , COM(2018) 28 final.
(56) Een nieuw actieplan voor de circulaire economie voor een schoner en concurrerender Europa , (COM(2020) 98) final.
(57) Zie bijvoorbeeld: Hulme P. (2014). Invasive species challenge the global response to emerging diseases , Trends in parasitology (2014) Vol. 30, Issue 6; Duscher et al. (2017).
(58) Verordening (EU) 1143/2014 betreffende invasieve uitheemse soorten .
(59) De Rode Lijst van de Internationale Unie voor behoud van de natuur en de natuurlijke hulpbronnen (IUCN).
(60) Zie het verslag uit 2015 De stand van de natuur in de EU (COM (2015) 219 final).
(61) De kosten van niet-uitvoering worden geraamd op 50 miljard EUR per jaar.
(62) Zoals de richtlijnen betreffende de milieueffectbeoordeling (2014/52/EU), de strategische milieueffectbeoordeling (2001/42/EG), milieuaansprakelijkheid (2004/35/EG) en milieucriminaliteit (2008/99/EG).
(63) https://ec.europa.eu/environment/aarhus/
(64) Study on due diligence requirements through the supply chain – Final Report .
(65) Richtlijn 2014/95/EU tot wijziging van Richtlijn 2013/34/EU met betrekking tot de bekendmaking van niet-financiële informatie en informatie inzake diversiteit door bepaalde grote ondernemingen en groepen .
(66) Zoals het EU-platform “Business @ Biodiversity” (B@B).
(67) Zie bijvoorbeeld Business for Nature of One Planet Business for Biodiversity .
(68) BenDor T. et al. (2015), Estimating the Size and Impact of the Ecological Restoration Economy .
(69) Zie Common framework and guidance documents for biodiversity proofing of the EU budget .
(70) De kostenraming is gebaseerd op de in 2018 uitgevoerde effectbeoordeling van de LIFE-verordening (SWD(2018) 292), een studie van de kosten van de uitvoering van doelstelling 2 van de EU-biodiversiteitsstrategie voor 2020 en door 16 lidstaten op grond van artikel 8, lid 1, van de habitatrichtlijn ingediende gegevens. De Commissie zal de raming actualiseren, met name op basis van de kaders voor prioritaire actie van de lidstaten uit hoofde van de habitatrichtlijn.
(71) Met inbegrip van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, fondsen voor het cohesiebeleid, Horizon Europa, het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, het LIFE-programma en middelen voor het externe optreden.
(72) Zie EU taxonomy for sustainable activities .
(73) The Nature of Risk - A Framework for Understanding Nature-Related Risk to Business , WWF (2019).
(74) SWD(2019) 305 .
(75) Missies over adaptatie aan klimaatverandering, waaronder maatschappelijke transformatie , over gezonde oceanen, zeeën, kust- en binnenwateren , over klimaatneutrale en slimme steden , en over bodemgezondheid en voeding .
(76) De groene allianties zullen zich toespitsen op de samenwerking met Afrikaanse en andere partners om de Europese Green Deal uit te voeren.
(77) Internationale oceaangovernance: een agenda voor de toekomst van onze oceanen (JOIN(2016) 49).
(78) In het kader van de Commissie voor de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren .
(79) Op grond van artikel 191, lid 2, VWEU streeft het milieubeleid van de Unie naar een hoog niveau van bescherming en berust het op het voorzorgsbeginsel.
(80) Resolutie van het Europees Parlement over internationale oceaangovernance (2017/2055 (INI)).
(81) Overeenkomstig de mededeling van de Commissie: Bescherming en herstel van bossen wereldwijd: de actie van de EU opvoeren (COM(2019) 352).
(82) Met inbegrip van internationale financiering met biodiversiteit als hoofddoel of als belangrijk secundair doel, overeenkomstig het besluit dat is aangenomen tijdens de elfde vergadering van de conferentie van de partijen bij het Verdrag inzake biologische diversiteit (CBD COP11 Decision XI/4) en de financiële verslagen die in 2015 en 2018 door de EU en de lidstaten zijn ingediend bij het Verdrag inzake biologische diversiteit.
(83) https://www.who.int/features/qa/one-health/en/