Artikelen bij COM(2020)407 - Wijziging van Verordening (EU) 2017/1601 tot instelling van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO), de EFDO-garantie en het EFDO-garantiefonds

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.



Artikel 1

Verordening (EU) 2017/1601 wordt als volgt gewijzigd:


(1) In artikel 2 wordt lid 4 vervangen door:

“4. “partnerland”: een land dat de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst heeft ondertekend, een land dat wordt vermeld in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 232/2014, een land dat in aanmerking komt voor geografische samenwerking uit hoofde van Verordening (EU) nr. 233/2014, of een begunstigde in de Westelijke Balkan die wordt vermeld in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 231/2014*;

______________

*Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11).”;


(2) Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:


a) de leden 1 en 2 worden vervangen door:

“1. Als geïntegreerd financieringspakket dat financieringscapaciteit biedt in de vorm van subsidies, garanties en andere financiële instrumenten aan in aanmerking komende tegenpartijen, heeft het EFDO tot doel investeringen en betere toegang tot financiering te ondersteunen, in de eerste plaats in Afrika, het Europese nabuurschap en de Westelijke Balkan, teneinde duurzame en inclusieve economische en sociale ontwikkeling te bevorderen en de sociaal-economische veerkracht van partnerlanden te vergroten, in voorkomend geval ook in de context van het Europees nabuurschapsbeleid, het EU-beleid ten aanzien van de Westelijke Balkan, met name in het kader van het uitbreidingsbeleid, en het partnerschapskader met derde landen in het kader van de Europese migratieagenda, met bijzondere nadruk op duurzame en inclusieve groei, fatsoenlijke banen, het wegwerken van ongelijkheid en het bevorderen van gendergelijkheid en emancipatie van vrouwen en jongeren, het waarborgen van de toegankelijkheid overeenkomstig artikel 9 van het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, en op sociaal-economische sectoren en micro-, kleine en middelgrote ondernemingen, waarbij de additionaliteit wordt gemaximaliseerd, innovatieve producten tot stand komen en middelen uit de particuliere sector worden aangetrokken.


2. Het EFDO gaat uit van de doelstellingen van het externe optreden van de Unie zoals uiteengezet in artikel 21 VEU en van het beleid van de Unie op het gebied van ontwikkelingssamenwerking zoals uiteengezet in artikel 208 VWEU, alsook van de internationale beginselen inzake de doeltreffendheid van ontwikkelingssamenwerking. Het EFDO draagt bij tot de verwezenlijking van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen van de agenda 2030, in het bijzonder de uitbanning van armoede, en, waar van toepassing, tot de tenuitvoerlegging van het Europees nabuurschapsbeleid en het EU-beleid ten aanzien van de Westelijke Balkan, met name in het kader van het uitbreidingsbeleid, om aldus zowel de COVID-19-pandemie als de specifieke sociaal-economische grondoorzaken van migratie aan te pakken en de duurzame herintegratie van migranten die terugkeren naar hun land van herkomst te bevorderen en de doorreis- en gastgemeenschappen te versterken.”;


b) lid 4 wordt vervangen door:

“4. Het EFDO sluit aan op de doelstellingen van de externe financieringsinstrumenten die zijn ingesteld bij de Verordeningen (EU) nr. 231/2014, (EU) nr. 232/2014, (EU) nr. 233/2014 en (EU) 2015/323, alsook op de prioriteiten van eventuele nationale of regionale programma’s en strategiedocumenten.”;


(3) In artikel 5 worden de leden 2 en 3 vervangen door:


“2. De strategische raad adviseert de Commissie over de strategische oriëntaties en prioriteiten van de onder de EFDO-garantie vallende investeringen en draagt bij tot de afstemming daarvan op de richtsnoeren en doelstellingen van het externe optreden en het ontwikkelingsbeleid van de Unie, het Europees nabuurschapsbeleid en het EU-beleid ten aanzien van de Westelijke Balkan, met name in het kader van het uitbreidingsbeleid, alsmede op het doel van het EFDO als uiteengezet in artikel 3. Hij verleent tevens steun aan de Commissie bij de vaststelling van de algemene investeringsdoeleinden wat betreft het gebruik van de EFDO-garantie en houdt toezicht op een passende en gediversifieerde geografische en thematische dekking van de investeringsvensters, met bijzondere aandacht voor landen die zijn aangemerkt als land in een situatie van kwetsbaarheid of conflict, minst ontwikkelde landen (MOL) of arme landen met een hoge schuldenlast.


3. De strategische raad ondersteunt ook de algehele coördinatie, complementariteit en samenhang tussen de regionale investeringsplatforms, tussen de drie pijlers van het EIP, tussen het EIP en de andere inspanningen van de Unie op het gebied van migratie, de COVID-19-pandemie en de uitvoering van de agenda 2030, tussen de externefinancieringsinstrumenten en trustfondsen van de Unie, en met het EIB-mandaat voor externe leningen, met inbegrip van het EIB-initiatief voor economische veerkracht en de ACS-investeringsfaciliteit, onverminderd de interne bestuursbepalingen van de EIB.”;


(4) In artikel 7 wordt lid 2 vervangen door:


“2. Met de EFDO-garantie worden financierings- en investeringsverrichtingen ondersteund in partnerlanden in Afrika en het Europese nabuurschap en in de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 231/2014 vermelde begunstigden in de Westelijke Balkan.”;


(5) In artikel 8 wordt lid 2 vervangen door:


“2. De investeringsperiode waarin de EFDO-garantieovereenkomsten voor de ondersteuning van financierings- en investeringsverrichtingen met de in aanmerking komende tegenpartijen kunnen worden gesloten, loopt tot 31 december 2021.”;

______________


(6) In artikel 9, lid 1, worden de inleidende zin en punt a) vervangen door:


“1. De financierings- en investeringsverrichtingen die overeenkomstig het in artikel 3 uiteengezette doel van het EFDO in aanmerking komen voor steun via de EFDO-garantie, zijn in overeenstemming met en worden afgestemd op het beleid van de Unie, in het bijzonder het ontwikkelingsbeleid, het Europees nabuurschapsbeleid en het EU-beleid ten aanzien van de Westelijke Balkan, met name in het kader van het uitbreidingsbeleid, alsmede met EU- en internationale steun om de samenhang met andere initiatieven te waarborgen, en hebben de volgende doelstellingen:

a) bijdragen tot de economische, sociale en milieudimensie van duurzame ontwikkeling, en tot de uitvoering van de agenda 2030 en, waar passend, het Europees nabuurschapsbeleid en het EU-beleid ten aanzien van de Westelijke Balkan, met name in het kader van het uitbreidingsbeleid, met bijzondere nadruk op de uitbanning van armoede, fatsoenlijke banen, economische kansen, vaardigheden en ondernemerschap, waarbij in het bijzonder gendergelijkheid en emancipatie van vrouwen en jongeren worden bevorderd, terwijl de rechtsstaat, goed bestuur en mensenrechten worden nagestreefd en versterkt;”;


(7) Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:


a) lid 1 wordt vervangen door:

“1. Onverminderd lid 2, mag het bedrag van de EFDO-garantie op geen enkel moment meer belopen dan 3 578 000 000 EUR.”;

b) lid 2, vierde alinea, wordt vervangen door:

“De totale nettobetalingen uit de algemene begroting van de Unie uit hoofde van de EFDO-garantie mogen niet meer bedragen dan 3 578 000 000 EUR. Onverminderd lid 4 worden betalingen ter honorering van een garantie, voor zover nodig, verricht door de bijdragende lidstaten of andere contribuanten op pari-passubasis met de Unie.”;


_____________________


(8) Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

“Artikel 15

Financiering van het EFDO uit de algemene begroting van de Unie

De algemene begroting van de Unie voorziet in een bijdrage ten belope van 1 390 000 000 EUR.”.


(9) Het volgende artikel 15 bis wordt ingevoegd:


“Artikel 15 bis

Ondersteunende maatregelen


Het in artikel 15 genoemde bedrag kan worden gebruikt voor technische en administratieve bijstand, zoals werkzaamheden op het gebied van voorbereiding, monitoring, controle, audit en evaluatie, daaronder begrepen institutionele informatietechnologiesystemen.”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.