Artikelen bij COM(2020)286 - Tenuitvoerlegging van de financiële bijstand aan de landen en gebieden overzee in het kader van het 11e Europees Ontwikkelingsfonds in 2019

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 6.7.2020

COM(2020) 286 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD

over de tenuitvoerlegging van de financiële bijstand aan de landen en gebieden overzee in het kader van het 11e Europees Ontwikkelingsfonds in 2019


Inleiding


Het LGO-besluit 1 vormt het juridische kader voor de betrekkingen tussen de landen en gebieden overzee 2 (LGO), de lidstaten waarmee zij banden hebben, en de Europese Unie. Overeenkomstig het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) 3 heeft het LGO-besluit tot doel de duurzame ontwikkeling van de LGO te ondersteunen en de waarden van de Unie te bevorderen in de rest van de wereld.


Financiële steun aan de LGO wordt voornamelijk verleend via het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF), waarbij uit hoofde van het 11e EOF een bedrag van 364,5 miljoen EUR is toegewezen voor de programmeringsperiode 2014-2020 4 .


Overeenkomstig artikel 91 van het LGO-besluit beschrijft dit verslag de vorderingen die in 2019 zijn gemaakt met de besteding van de voor de LGO bestemde middelen van het 11e EOF.


Financiële middelen uit hoofde van het 11e EOF – LGO


De middelen van het 11e EOF die ter beschikking worden gesteld aan de LGO, worden opgesplitst in de volgende toewijzingen, gebaseerd op bijlage II bij het LGO-besluit, voor de periode 2014-2020:


·229,5 miljoen EUR voor de territoriale (bilaterale) toewijzingen;

·100 miljoen EUR voor regionale samenwerking en samenwerking tussen “alle LGO”;

·21,5 miljoen EUR voor humanitaire en noodhulp;

·5 miljoen EUR voor rentesubsidies en technische bijstand in het kader van de LGO-investeringsfaciliteit;

·8,5 miljoen EUR voor studies en technische bijstand.


Zestien LGO komen in aanmerking voor een territoriale toewijzing uit hoofde van het 11e EOF, gedefinieerd aan de hand van de in het LGO-besluit vastgestelde criteria. Groenland wordt rechtstreeks gefinancierd uit de algemene begroting van de EU op grond van het Groenlandbesluit 5 .

De drie regionale programma’s zijn gericht op de bevordering van samenwerking tussen LGO in dezelfde regio met vergelijkbare problemen en prioriteiten. De uitwerking en uitvoering van alomvattende regionale programma’s en projecten op dit vlak worden ondersteund door acties die uit de regionale toewijzing worden gefinancierd. Partnerschappen met andere financieringsbronnen, waaronder andere financieringsinstrumenten van de Europese Unie, door middel van samenwerking met de naburige landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS-landen) en/of derde landen, alsook met de ultraperifere regio’s van de EU, worden aangemoedigd.


Naast territoriale en regionale programma’s bevordert ook het thematische programma – het enige programma voor “alle LGO” dat in het kader van het 11e EOF wordt uitgevoerd – de samenwerking tussen LGO.


Programmeringsproces voor het 11e EOF-LGO


In het vierde deel van het LGO-besluit wordt een specifiek programmeringsproces voor de LGO vastgesteld. Anders dan voor de ACS-landen, is de programmering niet gebaseerd op nationale indicatieve programma’s, maar verloopt zij volgens een eenstapsproces, namelijk de uitwerking van een programmeringsdocument, dat uit twee delen bestaat: a) de responsstrategie van de EU (deel A) en b) het actiedocument (deel B). De Commissie stelt slechts één formeel besluit vast ter goedkeuring van het programmeringsdocument voor elk land/gebied overzee, dat betrekking heeft op zowel de strategische oriëntaties als het gedetailleerde programma.


Begrotingssteun is de uitvoeringsmodaliteit die de voorkeur krijgt bij territoriale toewijzingen in de LGO (tot op heden wordt deze modaliteit gebruikt door dertien van de zestien LGO die middelen uit het EOF ontvangen). Dit is een positieve verandering ten opzichte van de projectmodaliteit die eerder in verscheidene LGO werd gebruikt. Met begrotingssteun kunnen sectoroverschrijdende, langdurige en structurele problemen op een efficiënte wijze worden aangepakt en kan een constructieve beleidsdialoog worden gehandhaafd.


De LGO zijn hoofdverantwoordelijk voor het vaststellen van de programmeringsdocumenten, inclusief de prioriteiten waarop hun strategieën zijn gebaseerd, en het waarborgen van het nodige lokale overleg. Op verzoek van de LGO werd technische bijstand beschikbaar gesteld om de LGO te ondersteunen bij het programmeringsproces, overeenkomstig artikel 81 van het LGO-besluit.


Situatie in 2019


a)Territoriale uitvoering van het 11e EOF


Dankzij de gezamenlijke inzet van alle betrokken partijen is in 2019 vooruitgang geboekt bij de programmering van het 11e EOF door middel van een betere coördinatie en dialoog. Met de goedkeuring van de programmeringsdocumenten voor Aruba en Bonaire in 2019, hebben nu veertien van de zestien LGO met een EOF-toewijzing hun programmering afgerond 6 . Wat daadwerkelijke financiële ondersteuning betreft, is in 2019 ten behoeve van de LGO een bedrag van 40,7 miljoen EUR uitgekeerd in het kader van het 11e EOF (zie bijlage I). Voor Curaçao (16,95 miljoen EUR) en Sint-Maarten (7 miljoen EUR) was het programmeringsproces in 2019 aan de gang, met een geplande datum van goedkeuring in 2020.

Wat de uitvoering gedurende 2019 betreft:


Caribisch gebied:


·In de onderwijssector is in Anguilla dankzij het programma voor begrotingssteun een duurzaam financieringsplan voor de sector goedgekeurd, is een nationaal kwalificatiekader voltooid en zijn zes afzonderlijke plannen voor de ontwikkeling van scholen vastgesteld (uitbetaling van derde vaste tranche van 2,45 miljoen EUR, alsook van eerste en tweede variabele tranche van respectievelijk 0,75 en 1,05 miljoen EUR). Verder heeft Aruba in februari 2019 een programmeringsdocument vastgesteld (13,05 miljoen EUR) voor een onderwijsprogramma gericht op het vergroten van technische vaardigheden voor innovatieve duurzame ontwikkeling. De Turks- en Caicoseilanden gingen door met het uitrollen van een programma voor verdere aanpassing van het technisch en beroepsonderwijs/de technische en beroepsopleidingen aan de behoeften van de arbeidsmarkt. 


·In Montserrat is via het lopende programma voor begrotingssteun aanzienlijke vooruitgang geboekt met duurzame groei (uitbetaling van tweede vaste tranche van 2 miljoen EUR en eerste variabele tranche van eveneens 2 miljoen EUR). In het kader van dit programma voor begrotingssteun wordt ontwikkeling gestimuleerd op terreinen als hernieuwbare energie en toerisme.


·In Bonaire werd na goedkeuring van het programmeringsdocument van het 11e EOF (3,95 miljoen EUR) het nieuwe begrotingssteunprogramma ten behoeve van jongeren gelanceerd. Dit programma zal bijdragen aan gezondere en meer inzetbare jongeren met een betere levensstandaard.  

·Voor de Britse Maagdeneilanden werd uit de B-enveloppe 7 2 miljoen EUR toegewezen voor post-noodhulp, vanwege de orkanen waardoor het land in 2017 samen met andere Caribische LGO werd getroffen. De toewijzing was meer in het bijzonder bestemd voor het vergroten van veerkracht,


Stille Oceaan:


·Op het gebied van duurzaam toerisme heeft Frans-Polynesië vooruitgang geboekt met sectoraal beleid en een strategie voor duurzaam toerisme uitgevoerd, waardoor de tweede vaste tranche van 7,4 miljoen EUR kon worden uitbetaald. Ook Pitcairn ging door met het uitrollen van zijn strategische ontwikkelingsplan door het bevorderen van toerisme, en kreeg de eerste vaste tranche van 1 miljoen EUR uitbetaald. Er werd een nieuwe vervoerdienst gelanceerd en het aantal passagiers steeg aanzienlijk.


·Op het gebied van werkgelegenheid ging Nieuw-Caledonië door met maatregelen voor het verbreden van de toegang tot opleidingsprogramma’s en het vergroten van arbeids- en opleidingsparticipatie. De tranches die voor 2018 waren gepland (tweede vaste tranche van 4 miljoen EUR + eerste variabele tranche van 2 miljoen EUR) werden begin 2019 uitbetaald. Daarnaast werden eind 2019 de derde vaste tranche van 5 miljoen EUR en de tweede variabele tranche van 3 miljoen EUR uitbetaald.


·Op het gebied van digitale ontwikkeling hebben Wallis en Futuna verdere vooruitgang geboekt met de uitvoering van hun digitale strategie en de dienstverlening in verband met de Tui-Samoa-breedbandkabel 8 , die voor snelle breedbandconnectiviteit zorgt.


Andere LGO:


·Op de Falklandeilanden loopt in het kader van het 11e EOF een connectiviteitsprogramma. In 2019 is bevredigende vooruitgang geboekt met de uitvoering van een nationaal infrastructuurplan en het herstel van vliegtuigen. Zowel de tweede vaste tranche van 1 miljoen EUR als de eerste variabele tranche van 0,75 miljoen EUR werd uitbetaald. Sint-Helena, waar eveneens een connectiviteitsprogramma loopt in het kader van het 11e EOF, heeft in 2019 aanzienlijke vooruitgang geboekt met de uitvoering van zijn digitale strategie. 

·Wat toerisme betreft, is in 2019 in Saint-Pierre en Miquelon met de uitbetaling van de vierde vaste tranche van 3,25 miljoen EUR en de tweede variabele tranche van 3,25 miljoen EUR het programma voor begrotingssteun voor die sector voltooid. In de sectoren toerisme en zeevervoer is zichtbaar vooruitgang geboekt. Zo is de accommodatiecapaciteit aanzienlijk vergroot en is de maritieme dienst tussen Saint-Pierre, Miquelon en Terre-Neuve (Canada) versterkt.

In het algemeen en gedurende het hele jaar hebben de programma’s voor begrotingssteun geleid tot regelmatige beleidsdialogen met partner-LGO over de macro-economische situatie, het beheer van de overheidsfinanciën en sectoraal beleid.


In 2019 is technische bijstand verleend ter ondersteuning van de territoriale en regionale ordonnateurs in het programmeringsproces. Eind 2019 was uit hoofde van de faciliteiten voor technische samenwerking II en III van het 11e EOF een bedrag van in totaal 1 592 672,72 EUR uitbetaald voor contracten voor technische bijstand of studies om de LGO te helpen met de programmering en het uitwerken van sectorale strategieën of om te bepalen welke LGO in aanmerking komen voor begrotingssteun.


b)Regionale samenwerking in het kader van het 11e EOF


In 2019 is aanzienlijke vooruitgang geboekt met de regionale LGO-programma’s van het 11e EOF:


·In het gebied van de Stille Oceaan wordt via het regionale programma “PROTEGE” (Projet régional océanien des territoires pour la gestion durable des écosystèmes, 36 miljoen EUR) steun verleend voor de duurzame en veerkrachtige ontwikkeling van de regio door het beschermen van biodiversiteit en hernieuwbare natuurlijke hulpbronnen. Met dit programma wordt voortgebouwd op het regionale programma “INTEGRE” (Initiative des territoires pour la gestion régionale de l’environnement, 12 miljoen EUR) van het 10e EOF, waarmee geïntegreerd kustbeheer en regionale samenwerking op het gebied van duurzame ontwikkeling werden ondersteund. De eerste uitbetaling (6,8 miljoen EUR) vond in december 2018 plaats. In 2019 is het team aangetrokken en zijn de vier werkprioriteiten vastgesteld (landbouw, visserij, water en invasieve soorten). In juli 2019 vond de eerste bijeenkomst van de stuurgroep plaats.    

·In het Caribisch gebied is het regionale programma “Resembid” (Engels letterwoord dat staat voor “veerkracht, duurzame energie en mariene biodiversiteit”), waarvoor een bedrag van 40 miljoen EUR is toegewezen, gericht op het versterken van ecologisch duurzame economische ontwikkeling, met als aandachtspunten weerbaarheid, duurzame energie en mariene biodiversiteit. De doelstellingen zijn het verbeteren van verouderde energie-infrastructuur en vergroten van energie-efficiëntie, het verbeteren van de bescherming en het duurzame beheer van mariene biodiversiteit en het vergroten van de weerbaarheid tegen extreme en terugkerende natuurrampen. In 2019 is 3,62 miljoen EUR uitbetaald.


·Het regionale programma voor de Indische oceaan (Programme régional d’appui dans le secteur de l’observation, de la gestion et de la préservation des écosystèmes terrestres et marins, 4 miljoen EUR) is erop gericht het toezicht op en de observatie van terrestrische en mariene ecosystemen in de Franse Zuidelijke en Zuidpoolgebieden te verbeteren, ecosystemen te herstellen en mechanismen voor het voorkomen van de effecten van klimaatverandering te versterken. In juli 2019 is de delegatieovereenkomst met het Franse Bureau voor ontwikkelingshulp (Agence française de Développement) ondertekend en 1,4 miljoen EUR uitbetaald.    

·In maart 2019 is het programmeringsdocument goedgekeurd voor het thematische programma voor alle LGO dat in het kader van het 11e EOF wordt uitgevoerd (17,8 miljoen EUR). Dit programma is gericht op duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen en heeft als subcomponenten duurzame energie en klimaatverandering, inclusief rampenrisicovermindering. De ondertekening van het contract met de geselecteerde uitvoerende instantie staat voor 2020 gepland.

Tot slot heeft de EU in 2019 door middel van een exploitatiesubsidie (550 000 EUR) steun verleend aan de associatie van LGO, de OCTA (Overseas Countries and Territories Association). Deze subsidie stelde de OCTA in staat om de capaciteit voor de uitvoering van haar mandaat te versterken. Daarbij gaat het met name om het coördineren van de LGO-partners om de dialoog met de EU te vergemakkelijken, het bevorderen van het partnerschap en het ondersteunen van de collectieve werkzaamheden van de leden op verschillende gebieden van wederzijds belang binnen de associatie van de EU en de LGO.


c)Institutionele dialoog


Het LGO-besluit voorziet in drie platforms voor dialoog:


LGO-EU-forum


In maart 2019 werd in Frans-Polynesië het 17e LGO-EU-forum gehouden. Het forum werd bijgewoond door vertegenwoordigers op hoog niveau van de LGO en de EU-lidstaten en stond onder voorzitterschap van de Europese commissaris voor Internationale Samenwerking en Ontwikkeling, Neven Mimica.

In de conclusies van het 17e LGO-EU-forum bevestigden de EU, de LGO en de lidstaten waarmee de LGO banden hebben, dat 2019 door de onderhandelingen over respectievelijk het nieuwe LGO-besluit, het meerjarig financieel kader van de EU voor de periode 2021-2027, het Brexit-proces en het post-Cotonou-kader een beslissend jaar voor de toekomst van de onderlinge betrekkingen was.


In de marge van het forum werden op politiek niveau trilaterale bijeenkomsten gehouden (1 maart 2019) tussen de vertegenwoordigers van de lidstaten waarmee de LGO banden hebben (waaronder de Franse minister van Overzeese Gebiedsdelen), de hoofden van de delegaties van de LGO en de commissaris. Deze bijeenkomsten boden een nuttige gelegenheid om het partnerschap tussen de LGO en de EU voor de periode na 2020 te bespreken. Er werd ook een technische workshop gehouden over “Duurzame ontwikkeling door regionale samenwerking”. De workshop bood een goede gelegenheid om van gedachten te wisselen over de rol van de LGO in het versterken van de regionale samenwerking in hun respectieve regio’s.


Trilateraal overleg (tripartiete bijeenkomsten)


In 2019 werden in Brussel drie tripartiete bijeenkomsten gehouden tussen de Commissie (voorzitter), vertegenwoordigers van de LGO en vertegenwoordigers van de lidstaten waarmee de LGO banden hebben (respectievelijk in april, juli en oktober). Deze bijeenkomsten vormden een platform voor het uitwisselen van relevante informatie, het nadenken over prioritaire thema’s van gemeenschappelijk belang en het monitoren van de voortgang van de uitvoering van het LGO-besluit.


Partnerschapswerkgroepen


In juli 2019 kwam de partnerschapswerkgroep over milieu, klimaatverandering en duurzame energie bijeen, vooral om informatie uit te wisselen over de verschillende aspecten van EU-beleid en -initiatieven inzake de programma’s “Oceans”, “Best” en “LIFE”.

Behalve dat zij in 2019 het institutionele kader versterkte en platforms voor dialoog organiseerde, organiseerde de OCTA met steun van de Commissie ook drie evenementen. In oktober werd in Brussel een conferentie gehouden met de titel “From the Poles to the Tropics, OCT’s Blue Landscape” (“Van de polen tot de tropen: Het blauwe landschap van de LGO”), die eindigde met de ondertekening van een verklaring over de oceanen, waarin de LGO zich uitspreken voor het in stand houden van de oceanen en het bevorderen van hun sociale en economische waarden. In december 2019 werd een workshop over duurzame energie georganiseerd. De workshop stelde technische deskundigen op het gebied van energie uit de LGO en van de Commissie in de gelegenheid om van gedachten te wisselen over dit thema van gemeenschappelijk belang. De LGO gaven een presentatie over de vooruitgang die was geboekt met de uitvoering van de in 2015 ondertekende “Routekaart Energie”. Tot slot organiseerde de OCTA in december 2019 ook een workshop over EU-programma’s, waar informatie over die programma’s en over financieringsmogelijkheden voor LGO werd uitgewisseld.


d)Europese Investeringsbank


Het LGO-besluit voorziet in financiële bijstand voor de LGO via door de Europese Investeringsbank (EIB) beheerde financieringsmechanismen. Deze bijstand heeft betrekking op de periode 2014-2020 en wordt verstrekt in het kader van het Derde Financieel Protocol. Het betreft de volgende drie financieringsmechanismen: de LGO-investeringsfaciliteit (huidig dotatiekapitaal: 48,5 miljoen EUR), de financiering voor rentesubsidies en technische bijstand (5 miljoen EUR) en de eigen middelen van de EIB (tot 100 miljoen EUR). 


In het kader van de LGO-investeringsfaciliteit is in juli 2019 één nieuwe verrichting voor Nieuw-Caledonië ondertekend (24 miljoen EUR) voor de financiering van leningen van in afgelegen gebieden gevestigde ondernemingen en zeer kleine ondernemingen. Eind 2019 waren verrichtingen gaande voor een bedrag van in totaal 85,39 miljoen EUR. Dit bedrag is hoger dan het aanvangskapitaal, omdat het gaat om een revolverend fonds en sommige terugbetalingen opnieuw zijn uitgeleend.


Wat de enveloppe voor rentesubsidies en technische bijstand betreft, heeft de EIB in 2019 een verrichting ten belope van 4,25 miljoen EUR voor de luchthaven van Sint-Maarten ondertekend (zie hieronder).


Uit hoofde van de voor de LGO gereserveerde eigen middelen van de EIB heeft de Bank in december 2019 een verrichting ten belope van 44,3 miljoen EUR ondertekend voor de wederopbouw van de door een orkaan verwoeste luchthaven van Sint-Maarten.


Wat de resterende middelen betreft, worden de op stapel staande projecten gemonitord met het oog op de volledige benutting van de beschikbare middelen vóór het einde van 2020.


Een blik op de toekomst


Het jaar 2020 wordt een beslissend jaar voor de toekomst van de betrekkingen tussen de LGO en de EU, nu de onderhandelingen over het voorstel voor een nieuw associatiebesluit met de LGO – dit keer met inbegrip van Groenland – dat gekoppeld is aan het meerjarig financieel kader voor de periode 2021-2027, naar verwachting dit jaar zullen worden afgerond. Het wordt ook een cruciaal jaar voor de onderhandelingen over het post-Cotonou-kader en het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking. 2020 zal ook in het teken staan van de uittreding van het Verenigd Koninkrijk uit de EU, wat gevolgen zal hebben voor de LGO.


In dit verband zal een intensievere dialoog met de LGO van groot belang zijn. Dit proces zal worden geschraagd door voortgezette steun voor de OCTA en de LGO via de faciliteit voor technische samenwerking.    

Ten slotte zal vooruitgang bij de programmering van de twee resterende territoriale programma’s die hierboven zijn genoemd, essentieel zijn om ervoor te zorgen dat deze vóór het einde van 2020 worden goedgekeurd en dat de totale middelen die in het kader van het 11e EOF voor de LGO beschikbaar zijn, worden vastgelegd.

(1)

Besluit 2013/755/EU van de Raad van 25 november 2013 betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee met de Europese Unie.

(2)

Tot 31 januari 2020 hadden de LGO van de EU banden met vier EU-lidstaten: Denemarken, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Nederland. De 25 LGO van de EU waren: Anguilla, Aruba, Bermuda, Bonaire, Brits Zuidpoolgebied, Brits Indische Oceaanterritorium, Britse Maagdeneilanden, Kaaimaneilanden, Curaçao, Falklandeilanden, Frans-Polynesië, Franse Zuidelijke en Zuidpoolgebieden, Groenland, Montserrat, Nieuw-Caledonië, Pitcairneilanden, Saba, Sint-Helena en onderhorigheden, Saint-Martin, Saint-Pierre en Miquelon, Saint-Barthélemy, Sint-Eustatius, Zuid-Georgia en de Zuidelijke Sandwicheilanden, Turks- en Caicoseilanden en Wallis en Futuna.

Na de uittreding van het Verenigd Koninkrijk op 31 januari 2020 blijven er daarvan nog dertien over: Groenland (DK), Frans-Polynesië (FR), Franse Zuidelijke en Zuidpoolgebieden (FR), Nieuw-Caledonië en onderhorigheden (FR), Saint-Barthélemy (FR), Saint-Pierre en Miquelon (FR), Wallis en Futuna (FR), Aruba (NL), Bonaire (NL), Curaçao (NL), Saba (NL), Sint-Eustatius (NL) en Sint-Maarten (NL). 

(3)

Vierde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (PB C 326 van 26.10.2012, blz. 137). 

(4)

PB L 210 van 6.8.2013, blz. 1 – Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering van de steun van de Europese Unie binnen het meerjarig financieel kader voor de periode 2014-2020, overeenkomstig de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst, en betreffende de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van het vierde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing zijn.

(5)

Bij Besluit 2014/137/EU van de Raad van 14 maart 2014 inzake de betrekkingen tussen de Europese Unie, enerzijds, en Groenland en het Koninkrijk Denemarken, anderzijds, wordt voorzien in een toewijzing van 217,8 miljoen EUR voor de periode 2014-2020 voor samenwerking tussen de Unie en Groenland op een gebied van wederzijds belang. 

(6)

De territoriale programma’s voor Aruba (13,05 miljoen EUR) en Bonaire (3,95 miljoen EUR) zijn in februari 2019 goedgekeurd. 

(7)

Inclusief deze toewijzing bedroeg het saldo van de B-enveloppe eind 2019 6,45 miljoen EUR (aanvangskapitaal bedroeg overeenkomstig bijlage II van het LGO-besluit 21,5 miljoen EUR). 

(8)

Deze onderzeese kabel loopt tussen Apia (Samoa) en Suvi (Fiji), met landingsstations in Savai’i, Savusavu en Wallis en Futuna.