Artikelen bij COM(2020)838 - Uitvoering van Verordening (EU) 2018/643 betreffende de statistieken van het spoorvervoer

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 18.12.2020

COM(2020) 838 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

over de uitvoering van Verordening (EU) 2018/643 betreffende de statistieken van het spoorvervoer


1. INLEIDING

1.1 DOEL VAN HET VERSLAG 

1 In artikel 9 van Verordening (EU) 2018/643 van het Europees Parlement en de Raad van 18 april 2018 betreffende de statistieken van het spoorvervoer is bepaald dat de Commissie, na raadpleging van het Comité voor het Europees statistisch systeem, uiterlijk op 31 december 2020 en vervolgens om de vier jaar bij het Europees Parlement en de Raad een verslag moet indienen over de uitvoering van deze verordening en over toekomstige ontwikkelingen.

In het eerste deel van dit verslag wordt de achtergrond van de verordening geschetst, alsook de beleidscontext en de landen en de statistieken waarop de verordening betrekking heeft. In het tweede deel worden kwesties gepresenteerd die verband houden met de uitvoering van de verordening, terwijl het derde en vierde deel een beschrijving van mogelijke toekomstige ontwikkelingen en de conclusies bevatten.

1.2 ACHTERGROND VAN HET JURIDISCH KADER 

2 De oorspronkelijke rechtsgrondslag voor statistieken over het spoorvervoer werd gevormd door Verordening (EG) 91/2003. Omdat deze verordening een aantal keer ingrijpend is gewijzigd, is zij ter wille van de duidelijkheid in 2018 herschikt als Verordening (EU) 2018/643, waarbij alle wijzigingen in één nieuwe wetstekst bijeen zijn gebracht.

Verordening (EG) nr. 91/2003 was bedoeld om de Commissie, de overige EU-instellingen, de nationale overheden en het grote publiek te voorzien van vergelijkbare, betrouwbare, geharmoniseerde, regelmatige en volledige statistieken over het goederen- en reizigersvervoer per spoor.

De in 2016 bij Verordening (EU) 2016/2032 aangebrachte wijzigingen waren bedoeld om het oorspronkelijke besluit te actualiseren en te vereenvoudigen (en zo de lasten voor de lidstaten te verlichten). Zij hadden ook tot doel om het bestaande rechtskader voor de Europese statistieken over het spoorvervoer te optimaliseren en dat in overeenstemming met het Verdrag van Lissabon te brengen.

1.3 BELEIDSCONTEXT 

Om de positie van de spoorwegen ten opzichte van andere vormen van vervoer te versterken, heeft de Commissie de afgelopen 25 jaar actief voorgesteld de Europese markt voor spoorvervoer te herstructureren. De inspanningen van de Commissie waren gericht op drie belangrijke doelstellingen, die allemaal cruciaal zijn voor de ontwikkeling van een sterke en concurrerende spoorwegvervoerssector:

1)de markt voor spoorvervoer openstellen voor mededinging;

2)de interoperabiliteit en veiligheid van de nationale netten verbeteren;

3)de spoorweginfrastructuur ontwikkelen.

3 De beleidsrelevantie is bijzonder groot. Het witboek Stappenplan voor een interne Europese vervoersruimte – werken aan een concurrerend en zuinig vervoerssysteem bevat diverse doelstellingen voor een concurrerend en hulpbronnenefficiënt spoorwegvervoerssysteem. Vanaf dat moment is het een prioriteit om één Europese spoorwegruimte te realiseren door: i) technische, administratieve en juridische belemmeringen voor de toegang tot de nationale spoorwegmarkten weg te nemen; en ii) voltooiing van het Europese hogesnelheidsnet tegen 2050, wanneer meer dan de helft van het reizigersvervoer over middellange afstand per spoor moet geschieden.

De uit hoofde van Verordening (EU) 2018/643 verzamelde gegevens spelen niet alleen in op beleidsbehoeften, maar zijn ook nuttig voor vervoersondernemingen, universiteiten, onderzoekers en modelontwikkelaars die actief zijn in het spoorvervoer.

In een in april 2020 verzonden enquête hebben de lidstaten de voordelen benoemd van de uit de spoorwegstatistieken afkomstige gegevens. Volgens hun feedback worden deze gegevens gebruikt door: nationale autoriteiten; onderzoeksinstellingen; de spoorwegsector zelf, voor analyse en planning; EU-instellingen; internationale organisaties zoals het Internationaal Transportforum en de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties; en beleidsmakers, ten behoeve van planning, monitoring van doelstellingen en besluitvorming. Verder merkten de lidstaten op dat de gegevens nodig zijn om: de ontwikkeling van vervoersactiviteiten per spoor te kunnen volgen via kortetermijnmonitoring (aan de hand van kwartaalgegevens) en langetermijnmonitoring (aan de hand van jaarlijkse gegevens); nationale trendanalyses uit te voeren en vergelijkingen met andere landen te maken; en om te kunnen volgen hoe het aandeel van het spoor in het Europese vervoer als geheel zich ontwikkelt ten opzichte van andere vormen van vervoer (uitsplitsing naar vervoerswijze).

4 De Europese Green Deal is de nieuwe groeistrategie die tot doel heeft de economie duurzaam te maken door vraagstukken op het gebied van klimaat en milieu om te zetten in kansen op alle beleidsterreinen en door de transitie voor iedereen rechtvaardig en inclusief te maken. De Europese Green Deal verlangt tegen 2050 een afname van de vervoersemissies met 90 % en bevat de volgende prioritaire acties met het oog op de overschakeling naar duurzame en slimme mobiliteit:

·“multimodaal” vervoer stimuleren;

·geautomatiseerde en geconnecteerde mobiliteit in de verschillende vervoerswijzen ondersteunen;

·betere aanpak van de externe kosten van vervoersactiviteiten door middel van prijsstelling;

·de productie en het gebruik van duurzame alternatieve vervoersbrandstoffen vergroten; en

·vervuiling door vervoer terugdringen, vooral in steden.

Om deze omschakeling te versnellen, moet een aanzienlijk deel van het goederenvervoer over de weg worden overgeheveld naar het spoor en de binnenwateren (momenteel vindt 75 % van het binnenlands goederenvervoer over de weg plaats).

1.4 BESTREKEN LIDSTATEN EN ANDERE LANDEN 

Verordening (EU) 2018/643 is rechtstreeks en onverkort in alle lidstaten toepasselijk.

De in de verordening genoemde gegevens moeten door alle lidstaten worden verstrekt, met uitzondering van Malta en Cyprus die niet over spoorweginfrastructuur beschikken en derhalve geen vervoersactiviteiten per spoor kennen.

Ook de drie landen van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) – Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein – verstrekken gegevens over het spoorvervoer. Drie kandidaat-lidstaten (Montenegro, Noord-Macedonië en Turkije) en één potentiële kandidaat-lidstaat (Bosnië en Herzegovina) verstrekken gegevens op vrijwillige basis.

Door de lidstaten wordt in overeenstemming met artikel 6 van Verordening (EU) 2018/643 het volgende bij Eurostat ingediend: i) uitvoerige jaarstatistieken over het goederen- en reizigersvervoer; ii) kwartaalstatistieken over het goederen- en reizigersvervoer; iii) regionale statistieken over het goederen- en reizigersvervoer (om de vijf jaar, over een referentieperiode van één jaar); iv) statistieken over verkeersstromen over het spoorwegnet (om de vijf jaar, over een referentieperiode van één jaar); en v) jaarstatistieken over het niveau van de activiteiten inzake het goederen- en reizigersvervoer.

Na 1 februari 2020, toen het Verenigd Koninkrijk de Europese Unie verliet, heeft Eurostat het nieuwe aggregaat “Europese Unie – 27 landen (vanaf 2020)” aan zijn gegevensreeksen toegevoegd, waarin het Verenigd Koninkrijk niet is meegenomen. Tijdens de tot eind 2020 lopende transitieperiode blijft het Verenigd Koninkrijk gegevens naar Eurostat sturen en worden deze aan gebruikers ter beschikking gesteld.

2. FOLLOW-UP VAN DE UITVOERING VAN DE VERORDENING

2.1 NALEVING VAN DE WETTELIJKE VERPLICHTINGEN 

De in Verordening (EU) 2018/643 beschreven verplichtingen met betrekking tot gegevensverstrekking worden zeer goed nageleefd en de gevraagde gegevensreeksen worden door alle lidstaten aangeleverd. Soms treedt er een kortdurende vertraging op ten gevolge van veranderingen op nationaal niveau (veranderingen op IT-gebied of veranderingen in de spoorwegmarkt). Deze vertragingen zijn echter nimmer van invloed geweest op de opstelling van de statistieken over het spoorvervoer. De landen hanteren de afgesproken methode, die een garantie vormt voor hoogwaardige, betrouwbare statistieken over het goederen- en reizigersvervoer per spoor in Europa.

2.2 IN DE LIDSTATEN GEBRUIKTE METHODEN VOOR DE VERZAMELING VAN GEGEVENS 

5 Spoorwegondernemingen verzamelen gegevens met gebruikmaking van de methoden die door elk land zijn vastgesteld en sturen deze naar de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de verwerking van deze gegevens. De Reference Manual on Rail transport statistics van Eurostat bevat een hoofdstuk dat gewijd is aan nationale methoden, met een onderdeel over de samenstelling van gegevens en kwaliteitsbeheer.

2.3 ADMINISTRATIEVE LASTEN VOOR DE LIDSTATEN 

Het verlagen van de administratieve lasten alsook vereenvoudiging zijn voortdurende aandachtspunten van Eurostat. Gebaseerd op feedback van lidstaten is Eurostat in samenwerking met de nationale bureaus voor de statistiek bezig met de tenuitvoerlegging van specifieke acties om de lasten van het verzamelen van gegevens en het rapporteren te verlichten.

Teneinde hun administratieve lasten te verlagen en te vereenvoudigen, is Verordening (EG) nr. 91/2003 naar aanleiding van verzoeken van lidstaten in 2016 gewijzigd. De volgende bijlagen zijn gewijzigd:

-bijlage B – “Jaarstatistieken over het goederenvervoer (vereenvoudigde rapportage)” – werd geschrapt;

-bijlage C – “Jaarstatistieken over het reizigersvervoer – (gedetailleerde rapportage)” – werd vereenvoudigd door het schrappen van tabel C1 (“Vervoerde reizigers naar soort vervoer - voorlopige gegevens, alleen het aantal reizigers”) en C2 (“Internationaal reizigersvervoer naar land van instappen en naar land van uitstappen - voorlopige gegevens, alleen het aantal reizigers”);

-bijlage D – “Jaarstatistieken over het reizigersvervoer (vereenvoudigde rapportage)” – werd geschrapt;

-bijlage H – “Statistieken over ongevallen” – werd geschrapt. De lidstaten hebben tot 2016 aan Eurostat en het Spoorwegbureau van de Europese Unie gegevens over ongevallen verstrekt. Om de lasten voor de lidstaten te beperken, worden dergelijke gegevens met ingang van 2016 alleen aan het bureau verstrekt. Het bureau stuurt de gegevens vervolgens naar Eurostat voor verspreiding via diens databank 6 ;

-bijlage I – “Lijst van spoorwegexploitanten (verslaglegging over de lijst van exploitanten)” – werd geschrapt.

Eurostat heeft geijverd voor de ontwikkeling van stevigere procedures voor gegevensvalidatie en -kwaliteitscontroles die de lidstaten in een vroeg stadium van de gegevensindiening van snelle feedback voorzien.

Uit de verzamelde respons op de enquête die in april 2020 naar de lidstaten is gestuurd, blijkt dat het in Verordening (EU) 2018/643 omschreven kader toereikend is om aan de gebruikersbehoeften te beantwoorden zonder dat de respondenten met buitensporige lasten worden opgezadeld. Landen menen dat de gegevens van significante waarde zijn en dat de voordelen ervan opwegen tegen de lasten en kosten waarmee de respondenten en statistische bureaus bij het verzamelen van deze gegevens worden geconfronteerd. De lidstaten beseffen dat milieuvriendelijke logistiek ondenkbaar is zonder spoorwegvervoer, een bedrijfstak die toe is aan modernisering en versterking. Om dit proces te ondersteunen zijn relevante en betrouwbare gegevens voor het formuleren en evalueren van diverse maatregelen onmisbaar.

2.4 GEGEVENSVALIDATIE EN KWALITEIT VAN DE ONTVANGEN STATISTISCHE GEGEVENS 

Hoewel de lidstaten verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van de statistieken over het spoorvervoer, treft de Commissie alle benodigde maatregelen om fouten op te sporen in de gegevens die zij ontvangt. Eurostat beheert een betrouwbaar IT-systeem voor de ontvangst, validatie en verwerking van gegevens en voert diverse soorten gegevenscontroles uit. Als er fouten worden geconstateerd, wordt landen gevraagd herziene gegevens te sturen.

Wat de technische regelingen voor de indiening van gegevens betreft, is er een hoog niveau van standaardisering bereikt. Landen sturen de gegevens naar Eurostat via het Edamis-portaal, met inachtneming van de verplichte bestandsstructuur en het recordformaat. Met een door het belangrijkste IT-systeem uitgevoerd validatieproces worden fundamentele fouten en foutieve codes vroegtijdig opgespoord, wat een snelle integratie van de informatie in de productiedatabank van Eurostat mogelijk maakt.

Zodra de gegevens in de productiedatabank van Eurostat zijn opgeslagen, worden er gedetailleerde controles toegepast om de kwaliteit van de toegezonden gegevens te garanderen. Met deze kwaliteitscontroles wordt de consistentie van de rapportagetabellen van alle landen, de consistentie van die tabellen in de tijd en de samenhang tussen diverse soorten tabellen onderzocht, en wordt een vergelijking gemaakt tussen resultaten van twee rapporterende landen (spiegelcontroles).

De kwaliteit van de gegevens wordt over het geheel genomen als goed beschouwd. Niettemin moet nog altijd meer worden gedaan om de bij de spiegelcontroles geconstateerde asymmetrieën te verkleinen, zij het dat enkele van deze asymmetrieën worden veroorzaakt door verschillen in nationale methoden die niet eenvoudig kunnen worden verholpen. Voorts moet de rapportage van doorvoergegevens worden verbeterd door de methoden voor het verzamelen van gegevens in de rapporterende landen te harmoniseren.

2.5 METHODOLOGISCHE ONDERSTEUNING AAN LIDSTATEN 

Eurostat verleent voortdurend methodologische en technische ondersteuning voor de uitvoering van Verordening (EU) 2018/643.

In het kader van die ondersteuning organiseert Eurostat landenbezoeken om kwesties waarover onduidelijkheid bestaat te kunnen bespreken. Verder organiseert Eurostat om de twee jaar een vergadering van nationale deskundigen (de deskundigengroep inzake statistieken over het spoorvervoer) uit alle lidstaten, EVA-landen, kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten voor het uitwisselen van goede praktijken en het bespreken van de gegevenskwaliteit, methodologische kwesties en nieuwe projecten. De uitvoering van de verordening is tevens een terugkerend agendapunt tijdens vergaderingen van de coördinatiegroep voor vervoersstatistieken.

De Reference Manual on Rail transport statistics biedt de lidstaten richtsnoeren voor de uitvoering van de verordening. Deze referentiehandleiding wordt regelmatig (doorgaans jaarlijks) bijgewerkt met de meest recente informatie, documentatie en richtsnoeren die voor de verzameling van de statistieken over het spoorvervoer van belang zijn.

In 2019 was Eurostat, in nauwe samenwerking met de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties en het Internationaal Transportforum, mede-uitgever van de vijfde editie van de Glossary for transport statistics, die een bijgewerkt en verbeterd deel over het spoorwegvervoer bevat. Dit glossarium is bedoeld om de definities van vervoersstatistieken op Europees en internationaal niveau te standaardiseren.

2.6 GEGEVENSVERSPREIDING 

Eurostat publiceert de in het kader van Verordening (EU) 2018/643 verzamelde gegevens via zijn verspreidingsdatabank die vrij toegankelijk is op de Eurostat-website. Er zijn 26 tabellen over spoorwegvervoer, die op gezette tijden worden bijgewerkt en aangevuld met uitgebreide metagegevensbestanden.

7 8 Eurostat stelt tevens “Statistics Explained”-artikelen op met een voor de media en het brede publiek bestemde analyse van de gegevens. Verder worden gegevens verspreid via op gebruikers en beleidsmakers toegespitste gegevensextracties en via nieuwsberichten en publicaties van Eurostat (zoals het statistiekboek Energy, transport and environment statistics).

3. VERDERE ONTWIKKELING VAN STATISTIEKEN OVER HET SPOORVERVOER

In het kader van de Europese Green Deal is voor alle economische sectoren, met inbegrip van de vervoerssector, een reeks ingrijpende beleidsmaatregelen aangekondigd. Statistieken over het goederen- en reizigersvervoer per spoor kunnen behulpzaam zijn bij het formuleren en monitoren van beleidsdoelstellingen, want zij bieden gegevens over hoeveelheden vervoerde goederen, reizigersaantallen, aantallen afgelegde kilometers, en uitrusting en infrastructuur. Dergelijke informatie wordt verzameld uit hoofde van Verordening (EU) 2018/643 en door middel van facultatieve enquêtes.

Wegens de vertrouwelijkheid van gegevens in enkele landen gelden er beperkingen ten aanzien van de mogelijkheid om deze informatie uit hoofde van Verordening (EU) 2018/643 te verzamelen. Eurostat zal samen met de lidstaten onderzoeken of en hoe de door de vertrouwelijkheid van gegevens gestelde restricties kunnen worden getemperd.

Ten behoeve van een bredere dekking van statistieken over het spoorvervoer heeft Eurostat een administratieve overeenkomst getekend met het Spoorwegbureau van de Europese Unie inzake de ontvangst en bekendmaking van gegevens over:

I)de lengte van de lijnen en sporen die met het Europees beheersysteem voor het spoorverkeer (ERTMS) zijn uitgerust;

II)het aantal spoorwegstations dat beschikt over voorzieningen voor personen met beperkte mobiliteit.

De eerste gegevens, die in het derde kwartaal van 2020 zijn gepubliceerd, hebben betrekking op de lengte van de lijnen die met het ERTMS zijn uitgerust.

Daarnaast werkt Eurostat aan de ontwikkeling van een afstandenmatrix voor het spoor waarmee indicatoren voor de uitsplitsing naar vervoerswijzen per afstandsklasse kunnen worden berekend zonder dat dit voor de rapporterende landen bijkomende lasten oplevert. De afstandenmatrix voor het spoor is gebaseerd op het NUTS 2-niveau voor de regionale nomenclatuur, zodat deze aansluit bij de verzameling van regionale gegevens over het spoorvervoer onder bijlage IV bij Verordening (EU) 2018/643. Hoe de ontwikkeling van de afstandenmatrix zal verlopen, is afhankelijk van de verbetering van de geografische netwerken. De toepassing ervan zal hoofdzakelijk afhangen van de beschikbaarheid en kwaliteit van spoorweggegevens op regionaal niveau.

Het geografisch bereik van de statistieken over het spoorvervoer kan mogelijk worden vergroot als gevolg van toekomstige uitbreidingen van de EU en de vrijwillige medewerking van extra landen en/of internationale organisaties door middel van samenwerkingsovereenkomsten.

Blijkens de in april 2020 verzonden enquête achten de lidstaten het momenteel niet nodig Verordening (EU) 2018/643 te wijzigingen of te verbeteren. Er zijn geen nieuwe gebruikersbehoeften waarop moet worden ingespeeld. Nieuwe nationale, Europese en internationale beleidsinitiatieven met betrekking tot duurzaamheid en de transformatie van vervoerssystemen kunnen echter aanleiding geven tot nieuwe gegevensbehoeften. Zodra dergelijke behoeften zijn vastgesteld, moeten deze tijdig door de deskundigengroep inzake statistieken over het spoorvervoer worden beoordeeld en besproken.

4. CONCLUSIES

Verordening (EU) 2018/643 is op geslaagde wijze uitgevoerd en de uitkomsten worden als gunstig beschouwd. Dankzij een beproefd mechanisme binnen Eurostat en op nationaal niveau is het mogelijk vergelijkbare en hoogwaardige statistieken op te stellen.

Eurostat stelt alles in het werk om de lidstaten te ondersteunen bij het uitvoeren van de verordening en bij het produceren van hoogwaardige statistieken. Het heeft een IT-systeem ontwikkeld en communicatiemethoden ingevoerd met als doel de lasten van het gegevensbeheer voor de rapporterende landen te minimaliseren. Eurostat heeft tevens voorzien in richtsnoeren voor de verbetering van de kwaliteit van gegevens en voor de verlichting van de lasten van het verzamelen en rapporteren van gegevens.

De statistieken over het spoorvervoer kunnen onmiddellijk voor de ontwikkeling, uitvoering en monitoring van beleid op nationaal en EU-niveau worden ingezet. Naast beleidsmakers hebben diverse organisaties en andere gebruikers, zoals onderzoekers en analisten, belangstelling voor de gegevens getoond, en door deze spoorwegstatistieken op uiteenlopende wijze te verspreiden, ziet Eurostat erop toe dat zij steeds onder de aandacht worden gebracht.

(1)

 PB L 112 van 2.5.2018, blz. 1.

(2)

 Verordening (EG) nr. 91/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende de statistieken van het spoorvervoer (PB L 14 van 21.1.2003, blz. 1).

(3) COM(2011) 144 definitief.
(4) COM(2019) 640 final.
(5)

  https://ec.europa.eu/eurostat/documents/29567/3217334/Reference+manual+on+Rail+Transport+Statistics+ %28Version+8.01%29/ed767b61 - 7fca - 470a - a9e2 - 582e4aabedcb (alleen beschikbaar in het Engels). 

(6) https://ec.europa.eu/eurostat/data/database (beschikbaar in het Engels, Frans en Duits).
(7)

  https://ec.europa.eu/eurostat/statistics - explained/index.php?title=Category:Rail   (alleen beschikbaar in het Engels). 

(8)

  https://ec.europa.eu/eurostat/web/products - statistical - books/ - /KS - DK - 19 - 001   (alleen beschikbaar in het Engels).