Artikelen bij COM(2021)95 - “octroi de mer”-regeling in de Franse ultraperifere gebieden

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


Artikel 1

1. In afwijking van de artikelen 28, 30 en 110 van het Verdrag wordt Frankrijk gemachtigd om tot en met 31 december 2027 vrijstelling of vermindering van de “octroi de mer”-belasting te verlenen voor de producten op de lijst in bijlage I die lokaal zijn vervaardigd in Guadeloupe, Frans-Guyana, Martinique, Mayotte of Réunion, te weten de Franse ultraperifere gebieden in de zin van artikel 349 van het Verdrag. Deze vrijstellingen of verminderingen moeten in de economische en sociale ontwikkelingsstrategie van de betrokken ultraperifere gebieden passen, rekening houdend met het kader van de Unie, en aan de bevordering van de lokale activiteiten bijdragen, evenwel zonder dat de handelsvoorwaarden daardoor zodanig worden gewijzigd dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad.

2. In vergelijking met de belastingtarieven voor soortgelijke producten die niet afkomstig zijn van de betrokken ultraperifere gebieden, mag de toepassing van de in lid 1 bedoelde totale vrijstellingen of verminderingen niet leiden tot verschillen die groter zijn dan:

a) 20 procentpunten voor de in bijlage I, punt a), bedoelde producten;

b) 30 procentpunten voor de in bijlage I, punt b), bedoelde producten.

Frankrijk verbindt zich ertoe dat de vrijstellingen of verminderingen die op de in bijlage I genoemde producten worden toegepast, niet hoger zijn dan de bewezen extra kosten en dan het percentage dat strikt noodzakelijk is voor het behoud, de bevordering en de ontwikkeling van de lokale economische activiteiten.

3. Frankrijk past de in de leden 1 en 2 genoemde belastingvrijstellingen of -verminderingen toe op ondernemers met een jaaromzet van ten minste 550 000 EUR. Alle ondernemers met een jaaromzet onder deze drempel zijn niet aan de “octroi de mer” onderworpen.

Artikel 2

De in artikel 1, lid 1, bedoelde producten zijn geselecteerd op basis van het bestaan van extra productiekosten waardoor de kostprijs van de lokale productieactiviteiten hoger is dan die van elders vervaardigde producten, wat nadelig is voor het concurrentievermogen van de lokaal vervaardigde producten.

Wanneer:

(a)het marktaandeel van de lokale productieactiviteiten minder dan 5 % bedraagt, of;

(b)hun marktaandeel meer dan 90 % bedraagt,

moest aanvullende informatie worden verstrekt om aan te tonen dat er, geheel of ten dele, sprake is van onderstaande situatie:

(1) arbeidsintensieve productieactiviteiten;

(2) nieuw opgestarte productieactiviteiten of productieactiviteiten die het assortiment uitbreiden om de bedrijfsactiviteit te diversifiëren;

(3) strategische productieactiviteiten voor de lokale ontwikkeling;

(4) innoverende productieactiviteiten of productieactiviteiten met een grote toegevoegde waarde;

(5) productieactiviteiten waarvoor de onderbreking van de externe bevoorradingsketen nadelige gevolgen kan hebben voor de economie of de bevolking van het grondgebied;

(6) productieactiviteiten die, vanwege de beperkte omvang van de markten van de ultraperifere gebieden, slechts mogelijk zijn bij een dominante marktpositie;

(7) productieactiviteiten in verband met medische producten en persoonlijke beschermingsmiddelen die nodig zijn voor de aanpak van gezondheidscrises.

Artikel 3

De Franse autoriteiten passen op de producten waarvoor een beroep is gedaan op de specifieke voorzieningsregeling van hoofdstuk III van Verordening (EU) nr. 228/2013, dezelfde belastingregeling toe als die welke zij toepassen op de lokaal vervaardigde producten.

Artikel 4

Frankrijk dient uiterlijk op 30 september 2025 bij de Commissie een monitoringverslag in, zodat deze kan beoordelen of nog steeds aan de voorwaarden voor de toepassing van de in artikel 1 bedoelde belastingregeling wordt voldaan. Het monitoringverslag bevat de in bijlage II vermelde informatie.

Artikel 5

In artikel 1, lid 1, van Besluit nr. 940/2014/EU wordt de datum “30 juni 2021” vervangen door “31 december 2021”.

Artikel 6

Dit besluit is van toepassing vanaf 1 januari 2022, met uitzondering van artikel 5, dat van toepassing is vanaf 1 juli 2021.

Artikel 7

Dit besluit is gericht tot de Franse Republiek.