Artikelen bij COM(2020)618 - Update verscherpt toezicht - Griekenland, september 2020

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2020)618 - Update verscherpt toezicht - Griekenland, september 2020.
document COM(2020)618 NLEN
datum 21 april 2021
EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 23.9.2020

COM(2020) 618 final

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE EMPTY

Update verscherpt toezicht – Griekenland, september 2020

{COM(2020) 618 final} - {SWD(2020) 208 final}


ACHTERGROND

De economische ontwikkelingen en het beleid in Griekenland worden gemonitord in het kader van zowel het Europees Semester voor de coördinatie van het economisch beleid als het raamwerk voor verscherpt toezicht overeenkomstig Verordening (EU) nr. 472/2013 ( 1 ). Met het verscherpt toezicht voor Griekenland ( 2 ) wordt erkend dat Griekenland maatregelen moet blijven doorvoeren om de (potentiële) oorzaken van economische en financiële moeilijkheden aan te pakken, en tegelijkertijd structurele hervormingen moet doorvoeren om een robuuste en duurzame economische groei te ondersteunen.

Verscherpt toezicht biedt een omvattend raamwerk om de economische ontwikkelingen te monitoren en het beleid te voeren dat nodig is om voor een duurzaam economisch herstel te zorgen. Zo kunnen recente economische en financiële ontwikkelingen in Griekenland op regelmatige basis worden beoordeeld, kunnen de financieringsvoorwaarden voor overheidsschuld worden gemonitord en kan de schuldhoudbaarheidsanalyse worden geactualiseerd. Verscherpt toezicht biedt tevens een raamwerk voor de evaluatie van de algemene toezegging die Griekenland op 22 juni 2018 aan de Eurogroep heeft gedaan om de hervormingen die in het kader van het programma van het Europees Stabiliteitsmechanisme zijn goedgekeurd, voort te zetten en te voltooien en om ervoor te zorgen dat de doelstellingen van de belangrijke hervormingen die in het kader van de programma’s voor financiële bijstand zijn goedgekeurd, worden veilig gesteld. In dat verband wordt met het verscherpt toezicht de uitvoering gemonitord van specifieke toezeggingen om in de periode tot medio 2022 de in het kader van het programma ingezette essentiële structurele hervormingen op zes sleutelgebieden binnen de overeengekomen termijnen te voltooien: i) budgettair en budgettair-structureel beleid; ii) sociale zekerheid; iii) financiële stabiliteit; iv) arbeidsmarkten en productmarkten; v) de Hellenic Corporation of Assets and Participations (HCAP) en privatisering, en vi) de modernisering van de overheidsdiensten ( 3 ).

Dit is het zevende verscherpt-toezichtverslag voor Griekenland. Dit verslag is gebaseerd op de bevindingen van een missie op afstand op 13 en 14 juli 2020 en op regelmatig overleg met de autoriteiten. Deze missie is door de Europese Commissie in samenwerking met de Europese Centrale Bank uitgevoerd ( 4 ). Het Internationaal Monetair Fonds heeft deelgenomen in het kader van zijn raamwerk voor post-programmamonitoring, terwijl het Europees Stabiliteitsmechanisme heeft deelgenomen in het kader van zijn systeem voor vroegtijdige waarschuwing en in overeenstemming met het memorandum van overeenstemming van 27 april 2018 over de taakverdeling tussen de Europese Commissie en het Europees Stabiliteitsmechanisme. In dit verslag wordt een beoordeling gemaakt van de stand van uitvoering van de toezeggingen die Griekenland aan de Eurogroep heeft gedaan ten aanzien van de voltooiing van hervormingen tegen medio 2020. Dit verslag staat los van een vrijgave van de volgende reeks beleidsafhankelijke schuldmaatregelen, die volgens het overeengekomen halfjaarlijkse schema op grond van het achtste verslag zou kunnen plaatsvinden. Het achtste verslag zal naar verwachting in november worden bekendgemaakt.

ALGEHELE BEOORDELING

Het Griekse kabinet is er tot dusver in geslaagd de verspreiding van de uitbraak van het coronavirus in te dijken en heeft een hele reeks maatregelen ingezet om de sociaal-economische kosten van de corona-uitbraak te beperken. Niettemin is de verwachting dat de pandemie een zware tol zal eisen van de economie. Na de eerste golf inperkende maatregelen (die tot mei liep) hebben de autoriteiten de maatregelen voor verschillende sectoren versoepeld naarmate de pandemie zich ontwikkelde. Zij hebben een groot pakket steunmaatregelen ingezet en hebben snel ingespeeld op actuele ontwikkelingen, door bestaande maatregelen op te schalen of aan te passen of door nieuwe steunmaatregelen voor specifieke sectoren op te zetten, afhankelijk van het verloop van de pandemie. Desondanks heeft Griekenland nog steeds het hoogste werkloosheidspercentage in de EU en zal zijn economie waarschijnlijk ook sterker worden getroffen dan die in andere lidstaten. Dit komt door de grote toeristische sector en, meer algemeen, door het grote aandeel van de dienstensector en het mkb.

Ondanks de ongunstige omstandigheden als gevolg van de pandemie heeft Griekenland de afgelopen paar maanden aanzienlijke progressie gemaakt voor een aantal majeure hervormingen, met name nu de laatste hand is gelegd aan het langverwachte wetsvoorstel voor een ingrijpende hervorming van de insolventiewetgeving. De autoriteiten hebben ook een nieuwe, ruimere regeling voor tijdelijke werktijdverkorting ingevoerd, die ondernemingen meer flexibiliteit biedt om werktijden aan te passen, terwijl werknemers voor niet-gewerkte uren zullen worden gecompenseerd. De Commissie zal, namens de EU, deze en andere noodmaatregelen ondersteunen in het kader van het nieuwe Europees instrument voor tijdelijke steun om het risico op werkloosheid in noodsituaties te beperken (SURE) ( 5 ) — voor een totaal bedrag van 2,7 miljard EUR. Al deze stappen komen op tijd, want de uitbraak van het coronavirus stelt zowel de financiële sector als de arbeidsmarkt voor nieuwe uitdagingen. Doeltreffende aanpassingsmechanismen krijgen daardoor een cruciale rol.

Voorts is ook goede progressie gemaakt op de volgende domeinen:

·hervorming van het stelsel van de investeringsvergunningen, met de afschaffing van het achterhaalde stelsel van hinderklassen en de herindeling van economische activiteiten op basis van milieucriteria die met EU-wetgeving zijn geharmoniseerd. Hiermee zouden de lasten voor de industriële sector substantieel moeten worden verlicht;

·energiebeleid, met de verdere sluiting van bruinkoolcentrales en progressie wat het Target Model betreft, ook al moest de “go-live”-datum worden uitgesteld, en

·overheidsdiensten: hier zit een belangrijk initiatief ter versterking van de capaciteit van de onafhankelijke instantie voor werving en selectie van overheidspersoneel (ASEP) in de laatste fase van goedkeuring, terwijl de open procedure voor de aanstelling in leidinggevende functies in de publieke sector verder zal worden uitgebreid.

Het kabinet heeft ook goede progressie gemaakt bij andere hervormingen, die niet specifiek verband houden met toezeggingen aan de Eurogroep, maar waarvan verwacht wordt dat zij een significante impact op het ondernemingsklimaat en het sentiment bij investeerders zullen hebben. Hierbij gaat het onder meer om een ambitieuze hervorming van het beroepsonderwijs en vooruitgang op het gebied van e-government. Een nieuwe groeistrategie, waaraan binnenkort de laatste hand wordt gelegd, moet met een reeks ambitieuze maatregelen komen om het economisch herstel te schragen en duurzame groei te laten aanhouden. Voorts zijn de autoriteiten begonnen de maatregelen uit te rollen die zijn overeengekomen om de uitvoering van overheidsinvesteringen te versnellen. Dit zal ook helpen om sneller de EU-middelen te benutten die beschikbaar zullen komen in het kader van het nieuwe meerjarig financieel kader (MFF) en van NextGenerationEU. Met name het aanzienlijke volume middelen dat Griekenland van de faciliteit voor herstel en veerkracht (RRF) zal ontvangen, maakt duidelijk hoe belangrijk het is om vaart te maken met de cruciale flankerende hervormingen, zoals de strategische projectpijpleiding en de Project Preparation Facility (PPF), de hervorming van de overheidsopdrachten en de verdere versterking van het raamwerk voor corruptiebestrijding.

Ondanks de goede vooruitgang is een aantal beleidsdomeinen sterk getroffen door de uitbraak van het coronavirus, hetgeen in sommige gevallen de bestaande achterstand nog heeft doen oplopen. De pandemie en de daarmee samenhangende beperkende maatregelen hebben tot ongekende economische disruptie geleid. Dit maakte dat prioriteiten snel moesten worden bijgesteld. De uitbraak van het coronavirus heeft de capaciteit voor de uitvoering van hervorming sterk aangetast, met name in sectoren die afhankelijk zijn van arbeidsintensieve procedures, werkzaamheden van commissies en maatregelen op het gebied van wetgeving of rechtspraak. Daardoor is op een aantal punten de progressie die bij eerder ingezette hervormingen is gemaakt, tijdelijk stilgevallen, met name wat betreft het wegwerken van betalingsachterstanden, het beheer van de overheidsontvangsten, de zorg, het kadasterproject en de privatiseringsagenda. Dit heeft voor sommige van deze hervormingen de bestaande problemen bij uitvoering nog vergroot. Ondanks goede progressie voor een aantal wetgevingsinitiatieven, moeten de autoriteiten ook nog een aantal hervormingen in de financiële sector afronden.

De conclusie van dit verslag is dat Griekenland, ondanks de ongunstige omstandigheden als gevolg van de pandemie — die onvermijdelijk voor diverse maatregelen tot vertraging bij de uitvoering hebben geleid — goede progressie heeft gemaakt met de uitvoering van zijn hervormingstoezeggingen. Het is bemoedigend te noemen dat weer wordt aangeknoopt bij de progressie in de uitvoering van alle toezeggingen, ondanks de vertragingen door de pandemie waardoor een aantal toezeggingen noodgedwongen naar een later tijdstip moest worden verschoven. De autoriteiten worden ook aangemoedigd om de nodige middelen te blijven vrijmaken zodat alle stappen kunnen worden gezet die nodig zijn om de specifieke toezeggingen uit te voeren die worden verwacht tegen het achtste versterkt-toezichtverslag (dat in november zal verschijnen) en waarvoor de uitkering van de volgende reeks beleidsafhankelijke schuldmaatregelen gepland staat. Dit vergt een volgehouden engagement van de Griekse autoriteiten, met name op het gebied van de aanpak van betalingsachterstanden, de zorg, de privatisering en de financiële sector, waar verdere maatregelen nodig zijn.

MACRO-ECONOMISCHE ONTWIKKELINGEN

De coronapandemie en de maatregelen om het virus in te dijken, hebben een zware tol geëist van de Griekse economie. De verwachting is dat de noodzakelijke strenge inperkende maatregelen die vanaf de laatste week van maart tot en met einde mei zijn opgelegd, hun sterkste impact op de economische activiteit zullen hebben in het tweede kwartaal van dit jaar. Door de pandemie zwaar getroffen sectoren zoals het toerisme en het vervoer hebben een aanzienlijk aandeel in de Griekse uitvoer en de totale toegevoegde waarde. In mei is het werkloosheidspercentage opgelopen tot 17 % (tegenover 15,9 % in februari), waardoor de neerwaartse trend sinds eind 2013 is stilgevallen. Steunmaatregelen hebben geholpen om de werkloosheid tot dusver onder controle te houden, maar signalen wijzen op een “bevroren” arbeidsmarkt. Een lager beschikbaar inkomen bij huishoudens en lagere ondernemingswinsten, in combinatie met verschuivingen in het consumentengedrag en de algemene onzekerheid, zullen drukken op de binnenlandse vraag. De consumptieprijzen zullen in 2020 dalen en in 2021 voorzichtig stijgen, parallel met het herstel. Al bij al is de verwachting dat de economische bedrijvigheid in 2020 ver onder het niveau van 2019 zal blijven en, na een gedeeltelijke opvering in 2021, pas in 2022 volledig zal herstellen, met een bbp-groei die in 2020 uitkomt op –9 % en 6 % in 2021.

Dankzij steunmaatregelen van het kabinet kon de economie worden beschermd tegen een golf van faillissementen en banenverlies. De mix van overheidssteun in de vorm van een verlaging van de belastingdruk met 3,1 miljard EUR (1,9 % van het bbp), baan- en inkomensbehoud met 4,1 miljard EUR (2,4 % van het bbp) en een verzachting van de liquiditeitskrapte met 5,9 miljard EUR (3,5 % van het bbp) is een evenwichtige benadering en zou moeten bijdragen aan het behoud van het economische weefsel — en zo de economie er opnieuw bovenop moeten helpen.

De onzekerheid over het verdere verloop van de pandemie — en dus over de economische impact ervan — blijft buitengewoon groot. Deze onzekerheid betreft niet alleen de pandemie en de verspreiding ervan in Griekenland en wereldwijd, maar ook de maatregelen die in de toekomst misschien nodig zijn om de verspreiding van het virus in te dammen, en de economische effecten op langere termijn als gevolg van restricties, verschuivingen in het consumentengedrag, mogelijke faillissementen en problemen voor mensen die recentelijk hun baan verloren hebben, om opnieuw op de arbeidsmarkt te komen. De nieuwe EU-steunprogramma’s, en in de eerste plaats de faciliteit voor herstel en veerkracht, snel inzetten zal van cruciaal belang zijn om deze gevolgen op te vangen en de nodige ondersteuning te bieden voor hervormingen, investeringen en groei. De hier gemaakte beoordeling vindt ook plaats tegen de achtergrond van aanzienlijke geopolitieke spanningen en toenemende immigratiestromen, die de onzekerheid nog versterken.

BEGROTINGSBELEID EN -VOORUITZICHTEN

De budgettaire vooruitzichten voor 2020 zijn verslechterd sinds het laatste verslag. Rekening houdende met de tussentijdse zomerprognose 2020 van de Commissie en de belangrijkste maatregelen die sinds mei 2020 zijn genomen om de gevolgen van de pandemie op te vangen, zal het primaire tekort in 2020 nu uitkomen op rond 5,8 % van het bbp. In deze prognoses zijn de gevolgen van het arrest van de Raad van State van 14 juli nog niet meegerekend, net zomin als de uitspraak in de zaak die aanhangig is bij de Algemene Rekenkamer en waarvan de totale kostprijs momenteel op 0,8 % van het bbp wordt geraamd. Een volledige update van de begrotingsprognoses zal worden opgesteld in het kader van de beoordeling van het ontwerpbegrotingsplan voor 2021.

De autoriteiten hebben de toepassing van een aantal eerdere maatregelen met nog een paar maanden verlengd en hebben verdere tijdelijke maatregelen genomen om de coronacrisis op te vangen. Omdat het geplande budget van 2 miljard EUR aan terugbetaalbare voorschotten voor ondernemingen tegen juli 2020 volledig was uitgeput, heeft het kabinet besloten de maatregel te verlengen en een derde aanvraagronde open te stellen tegen september, met een verwacht budget van 1 miljard EUR, waarna er tegen het jaareinde nog een ronde kan volgen. Voorts kunnen achterstallige belastingschulden nu vanaf januari 2021 in maximaal 24 tranches worden terugbetaald. Daarnaast hebben de autoriteiten sinds mei 2020 een nieuwe reeks maatregelen goedgekeurd, zoals: 1) het recht om in de vennootschapsbelasting en de inkomensbelasting de vooruitbetaling te verminderen bij een bepaalde daling van de omzet van vennootschappen en zelfstandigen (verwacht effect op de begroting: 0,9 % van het bbp in 2020); 2) een regeling werktijdverkorting en andere maatregelen om banen te behouden (verwachte kostprijs voor de begroting: 0,6 % van het bbp in 2020); 3) maatregelen om de impact op het toerisme te dempen via specifieke programma’s voor sociaal toerisme en een uitgebreide reclamecampagne; 4) een tijdelijke verlaging van btw-tarieven voor vervoer, dranken, toeristische pakketten en bioskoopkaartjes van 24 % naar 13 %, en 5) de invoering van een tijdelijke subsidieregeling voor tranches van hypotheken, consumptief en zakelijk krediet met een hoofdverblijf als zekerheid, die openstaat voor debiteuren met een hypotheek op het hoofdverblijf die financieel door de coronapandemie worden getroffen. Al met al bedraagt de budgettaire kostprijs van deze aanvullende maatregelen 1,8 % van het bbp in 2020. Op 12 september zijn verdere tijdelijke maatregelen aangekondigd om het herstel volgend jaar te stutten. Deze zullen worden beoordeeld in het kader van de beoordeling van het ontwerpbegrotingsplan 2021.

De autoriteiten hebben ook de reeds genomen maatregelen verlengd waarmee huishoudens en bedrijven liquiditeitssteun konden krijgen. Bij de Hellenic Delevopment Bank (ΕΑΤ) is het budget voor cofinanciering van kredieten aan het midden- en kleinbedrijf met 588 miljoen EUR opgetrokken tot in totaal 838 miljoen EUR. Voorts is de betalingstermijn voor de inkomensbelasting, vennootschapsbelasting en de onroerendzaakbelasting (ENFIA) verlengd (zonder dat dit echter een effect heeft op het begrotingssaldo op transactiebasis).

De autoriteiten hebben de werkzaamheden hervat om landelijk de woz-waarden opnieuw te bepalen, die als grondslag dienen voor de onroerendzaakbelasting (ENFIA) (een specifieke toezegging voor medio 2020 waarvan de voltooiing nu verschoven is naar medio 2021). De onvermijdelijke vertragingen zijn eerder dit jaar opgelopen als gevolg van de lockdown wegens het coronavirus. Het verzamelen van gegevens en de beoordeling van de kwaliteit daarvan, die moeten resulteren in de uiteindelijke vaststelling van de waarden in bestaande waardezones, zouden tegen het einde van het jaar moeten zijn afgerond. Dit jaar zal de aanslag voor de onroerendzaakbelasting dus in hoofdzaak zijn gebaseerd zijn op de vroegere woz-waarden. De verdere uitbreiding van het bestaande stelsel met waardezones over het hele land moet er in de loop van volgend jaar komen, met medio 2021 als nieuwe termijn.

De begrotingsprognoses blijven met grote onzekerheid omgeven. Het verloop van de pandemie en de daarmee samenhangende beperkende maatregelen veroorzaken grote onzekerheid over macro-economische — en dus ook budgettaire — ontwikkelingen. Griekenland kampt niet alleen met de coronapandemie die sinds maart bezig is, maar ook met hernieuwde migratiedruk en geopolitieke spanningen, die verdere financieringsbehoeften kunnen doen ontstaan. Het verslechterde economische klimaat zorgt voor extra risico’s in verband met overheidsgaranties. Daarnaast blijven de overheidsfinanciën kampen met risico’s wat betreft: de lopende geschillen met het overheidsvastgoedbedrijf (KED). Over de geldigheid van de recente arbitrale uitspraak moet het Gerechtshof Athene zich nog uitspreken; de betaling van de openbaredienstverplichtingen voor de Griekse staatsposterijen (ELTA), die mogelijk in de nabije toekomst moet plaatsvinden; de bij de Algemene Rekenkamer aanhangige zaak over de retroactieve vergoeding van gepensioneerde ambtenaren, alsmede het arrest van de Raad van State over aanvullende pensioenen en bijzondere uitkeringen (zie verder). Positief is dan weer dat Griekenland waarschijnlijk sterk zal profiteren van nieuwe faciliteiten zoals de faciliteit voor herstel en veerkracht, die de komende programmeringsperiode investeringen en hervormingen in de EU wil ondersteunen. Hiermee zou de groei moeten worden ondersteund en zou er progressie moeten worden gemaakt met de overheidsfinanciën.

BELASTINGDIENST

De personeelsbezetting bij de belastingdienst (AADE) is voorzichtig blijven toenemen, ook al blijft deze ver achter bij de streefcijfers (specifieke toezegging), terwijl beperkte progressie is gemaakt bij de overkoepelende hervorming van het personeelsbeleid. De personeelsbezetting bedroeg in het tweede kwartaal 11 916 — tegenover het aantal van 12 500 dat als streefcijfer voor eind 2019 was bepaald. Daarbij komt dat de autoriteiten wetsbepalingen hebben aangenomen waardoor medewerkers van de belastingdienst naar andere instanties zijn overgeplaatst, en het dus nog moeilijker is geworden om de doelstellingen inzake personeelsbezetting te bereiken. De voltooiing van de hervorming van het personeelsbeleid, waardoor de belastingdienst meer capaciteit moet krijgen om de kandidaten met een sterk profiel die de dienst nodig heeft, aan te trekken en in dienst te houden, is afhankelijk van de goedkeuring van de wetgeving over de salarisschaal. De Europese instituties hebben de autoriteiten aangemoedigd om deze wetgeving in de volgende evaluatieperiode aan te nemen.

Op het gebied van het IT-raamwerk en het hoofdkantoor van de belastingdienst is er sprake van een wisselend succes, met verdere cruciale stappen die de komende maanden moeten worden gezet. Er ligt een stappenplan voor het IT-raamwerk en de uitrol van het myDATA-platform voor elektronisch boekhouden en andere webdiensten die de belastingdienst aanbiedt, zou tegen oktober 2020 moeten zijn afgerond. Wat betreft de verhuizing van het hoofdkantoor van de belastingdienst naar één locatie schiet de planning op. De aanbesteding voor de bouw van een nieuw pand zou tegen het eerste kwartaal van 2021 moeten worden uitgeschreven.

Een ontwerp-wet om het raamwerk tegen smokkelen te versterken (met onder meer bepalingen om de operationele capaciteit van het operationele coördinatiecentrum (SEK) te versterken) is uitgewerkt en zou tegen oktober 2020 moeten zijn goedgekeurd. De capaciteit van het operationele coördinatiecentrum, dat gaat over de coördinatie van de bestrijding van smokkel, zal worden versterkt door de invoering van een nieuwe selectieprocedure voor ambtenaren die de detacheringsperiode tot zes jaar verlengt, terwijl de structuur stevig binnen belastingdienst verankerd blijft. Het zal zaak zijn om snel de primaire en secundaire wetgeving aan te nemen en om de Belastingdienst voldoende middelen te geven om zijn taak naar behoren te kunnen uitvoeren.

Binnen het ministerie van Financiën is een tijdelijke commissie voor de behandeling van geschillen over belastingschulden opgericht. Volgens de aangenomen bepalingen loopt het mandaat van deze commissie af tegen juli 2021. Ook al is de verwachting dat geschillen waarin een akkoord is bereikt, de druk op de rechtspraak zullen verminderen, toch is het belangrijk om het mandaat van deze nieuwe commissie niet te verlengen. Anders dreigt er een parallel systeem te ontstaan naast het directoraat Geschillenbeslechting, dat onderdeel is van de Belastingdienst.

De pandemie heeft tot dusver slechts beperkte invloed gehad op de inning van aan de overheid verschuldigde bedragen. Wat de belastinginning betreft, de uitkomsten voor het tweede kwartaal zijn nog niet gepubliceerd, maar volgens voorlopige maandelijkse uitkomsten voor de periode van januari tot en met mei 2020 ziet het er naar uit dat de betalingscultuur al bij al niet sterk verstoord werd. In tegenstelling tot de voorgaande perioden heeft het gemeenschappelijk centrum voor de inning van achterstallige premievorderingen (KKEAO) zijn — vóór de coronapandemie vastgestelde — doelstellingen niet gehaald.

BEHEER VAN DE OVERHEIDSFINANCIËN

De uitbraak van het coronavirus ging ten koste van het tempo waarin betalingsachterstanden worden weggewerkt, hetgeen de reeds bestaande problemen bij de uitvoering nog versterkt. In juni 2020 beliep het volume betalingsachterstanden 1,5 miljard EUR, of 667 miljoen EUR meer dan de streefcijfers die in het plan van oktober 2019 zijn vastgesteld voor het wegwerken van deze achterstanden. Deze ontwikkelingen brengen slechts gedeeltelijk de disrupties in beeld die de pandemie in arbeidsintensieve procedures heeft veroorzaakt. Een van de belangrijkste factoren is een onverwachte toename van het volume nog niet behandelde pensioenaanvragen, die de tegen medio 2021 weg te werken achterstand doet toenemen. De autoriteiten hebben toegezegd om hun plan tegen eind oktober 2020 te actualiseren met nadere informatie over het wegwerken van de toegenomen achterstand bij pensioenaanvragen. Niettemin ligt een aantal structurele maatregelen — zoals de automatisering van de verwerking en toekenning van de nieuwe pensioenaanvragen of de digitalisering van het eengemaakte socialezekerheidsfonds (e‑EFKA) — volgens de meegedeelde informatie grotendeels op koers. Daarnaast zijn de autoriteiten doende in diverse subsectoren een aantal verdere remediërende maatregelen goed te keuren en uit te voeren om iets aan de vertragingen te doen en de uitvoering van het plan voor het wegwerken van achterstanden weer op koers te krijgen. Bij die inspanningen gaat het met name over pensioenen, de zorg en extracomptabele middelen, maar ook om het verbeteren van IT-monitoringtools. De autoriteiten verwachten dat de impact van deze maatregelen zichtbaar moet worden in de data voor augustus, die in het volgende versterkt-toezichtverslag zullen worden beoordeeld.

Door de Algemene Rekenkamer aanbevolen structurele hervormingen om het betalingssysteem te verbeteren, zijn in uitvoering (een specifieke toezegging voor medio 2021). Er blijven nog uitdagingen liggen wat betreft de digitalisering of het centrale inkoopsysteem in de zorg. De autoriteiten leggen de laatste hand aan een nieuwe wet, waarin alle betrokken aspecten van interne audit bij overheidsdiensten in één wetgevingsinstrument zullen worden behandeld. Dit is een belangrijke stap vooruit. Daarnaast zijn de autoriteiten doende een nieuw geïnformatiseerd boekhoudsysteem op te zetten om de betalingsprocedures te verbeteren.

De autoriteiten blijven de noodzakelijke stappen zetten om een gemeenschappelijke liquiditeitenrekening volledig uit te rollen en zo de kasstroom beter te kunnen monitoren, terwijl het project rond de ramingen van het kassaldo (een specifieke toezegging voor medio 2020) vertraging heeft opgelopen als gevolg van de coronapandemie. De gemeenschappelijke liquiditeitenrekening is nu operationeel en de entiteiten die nog buiten dit systeem blijven, zijn niet significant in termen van totale liquiditeit. Het ministerie van Financiën zal tegen eind oktober 2020 evalueren hoe entiteiten zich houden aan de regels inzake liquiditeitsbuffers, hetgeen daadwerkelijk de sluitsteen zou zijn van dit onderdeel van de specifieke toezegging. De autoriteiten worden ook aangemoedigd om specifieke instrumenten op te zetten om entiteiten te monitoren waar een risico dreigt. Papieren betaalopdrachten worden verder door elektronische vervangen. Daarentegen heeft de pilot die momenteel loopt rond ramingen van het kassaldo, vertraging opgelopen door de coronapandemie. Naar dit punt zal opnieuw worden gekeken in het volgende verslag.

De hervorming van het gemeenschappelijke rekeningstelsel (met inbegrip van de toezeggingen voor medio 2021 en medio 2022) ligt grotendeels op koers, maar de toepassing daarvan bij het budget voor overheidsinvesteringen blijft een uitdaging vormen. De aanbesteding voor het nieuwe IT-systeem dat het gemeenschappelijke rekeningstelsel moet ondersteunen, loopt momenteel en de autoriteiten hebben verdere stappen gezet om deze hervorming verder te ondersteunen. Ook wordt gewerkt aan de functionele indeling voor het gemeenschappelijke rekeningstelsel, in overeenstemming met het raamwerk voor resultaatgericht begroten (PBB). Voorts wordt bij de uitvoering van de indelingen van het gemeenschappelijke rekeningstelsel progressie gemaakt tijdens de begrotingsuitvoering van het budget voor overheidsinvesteringen, terwijl er momenteel nog een minder gedetailleerde indeling bestaat voor de voorbereiding van de begroting. De autoriteiten hebben toegezegd mogelijke oplossingen te verkennen om deze situatie te verbeteren met de hulp van technische ondersteuning die de Europese Commissie zal leveren.

De autoriteiten bereiden een wetswijziging voor om de dringendste pijnpunten op het gebied van overheidsopdrachten aan te pakken en hebben eerste stappen gezet naar de goedkeuring van een nieuwe strategie inzake overheidsopdrachten voor 2021–2025 die kan bijdragen aan een duurzamer en doelmatiger gebruik van publieke middelen. Het coronavirus heeft het initiële tijdschema voor de goedkeuring van de wet (die voor eind oktober gepland stond) in de war gestuurd. Deze nieuwe wet biedt een oplossing voor een aantal belangrijke probleempunten in het juridische raamwerk voor overheidsopdrachten. De volledige en tijdige uitvoering ervan is van cruciaal belang aangezien overheidsopdrachten ook een centrale rol zullen spelen bij het doeltreffende beheer van middelen in het kader van de faciliteit voor herstel en veerkracht. Daarom worden de autoriteiten aangemoedigd om een actieplan aan te nemen voor de uitvoering van dit nieuwe raamwerk. Een commissie is opgericht binnen de eengemaakte instantie voor overheidsopdrachten (ΕΑΑDS) die, met de hulp van het ministerie van Algemene Zaken, aan de nieuwe strategie werkt. Een tijdschema is opgesteld om de strategie en de plannen van aanpak tegen februari 2021 klaar te hebben.

De autoriteiten zijn begonnen met de uitvoering van overeengekomen maatregelen die een antwoord moeten bieden voor de recurrente onderbesteding van het investeringsbudget die de afgelopen jaren viel waar te nemen. Over de kenmerken en de rol van de strategische projectpijpleiding en over een tijdschema voor de implementatie ervan is in juli 2020 overeenstemming bereikt. Dit wordt een onafhankelijke eenheid die wordt gecoördineerd door het ministerie van Algemene Zaken en die prioritaire infrastructuurprojecten van meer dan 10 miljoen EUR zal behandelen. De Project Preparation Facility (PPF) zal helpen bij de voorbereiding en uitvoering van deze projecten. Bij welke instantie de PPF wordt ondergebracht en hoe een en ander concreet zal functioneren, wordt momenteel nog uitgewerkt. Het zal zaak zijn erover te waken dat de positie van deze PPF de rechten en bevoegdheden van bestaande onafhankelijke instellingen onaangetast laat. Met die maatregelen, waaronder ook de stappen om de monitoring en prognoses van het budget voor overheidsinvesteringen, moet optimaal worden gebruikgemaakt van de beschikbare middelen en moet de opname van EU-middelen worden versneld. Ook zijn zij van cruciaal belang om de faciliteit voor herstel en veerkracht doelmatig te benutten. Hoewel de uitvoering van die maatregelen pas op de middellange termijn kan helpen, zal de uitvoering van het budget voor overheidsinvesteringen dit en volgend jaar ook baat hebben bij de toegenomen besteding van EU-middelen, gelet op het feit dat de bestedingen in het kader van de huidige programmeringsperiode nu hun top bereiken en dat een deel van de maatregelen tegen de pandemie uit het budget voor overheidsinvesteringen wordt bekostigd.

De uitvoering van het actieplan van 2019 om de monitoring en prognoses van het budget voor overheidsinvesteringen te versterken, ligt op koers. Gegevens worden nu al meer en beter uitgewisseld tussen de bevoegde ministeries en andere maatregelen worden volgens planning uitgevoerd. De uitbraak van het coronavirus heeft misschien tot beperkte vertragingen geleid, maar de autoriteiten zijn voornemens om de opgelopen vertragingen binnen het initiële tijdschema weg te werken.

FINANCIERING VAN DE OVERHEID

Het rendement op Griekse overheidsobligaties is, net als de spreads, bijna gedaald tot op het niveau van na de Griekse schuldencrisis. De spreads tegenover Duitse langetermijnobligaties (Bund) is sinds begin mei 2020 met rond 250 basispunten gedaald en is in augustus gestabiliseerd onder 1 procentpunt voor een vijfjaars looptijd. Dankzij de gunstige financieringsvoorwaarden, geschraagd door de aankopen door het Eurosysteem van Grieks overheidspapier, kon het agentschap van de generale thesaurie in juni 2020 een tienjaars obligatie uitgeven. Deze obligatieveiling is in september 2020 met succes heropend.

De gunstige financieringsvoorwaarden en de grote kasreserves bieden een buffer voor het opvangen van financieringsrisico’s, die aanzienlijk blijven. De financieringsbehoeften van de begroting zijn sinds het laatste verslag sterk toegenomen, als gevolg van de verslechterde macro-economische omgeving, maatregelen om de economische kosten van de pandemie te beperken en de betaling van compensaties aan gepensioneerden (zie verder). De kasreserves van de overheid blijven, met meer dan 31 miljard EUR eind juni, aanzienlijk. Een voldoende kasbuffer aanhouden en daarnaast een groeistrategie ontwikkelen zal van belang zijn om het investeerderssentiment te ondersteunen.

SOCIALE VOORZIENINGEN

De autoriteiten maken progressie bij het voltooien van de totstandbrenging van één enkel socialezekerheidsfonds (EFKA) (een specifieke toezegging voor medio 2020). Zo zou bijvoorbeeld de digitale transformatie van het fonds tot e-EFKA tegen eind 2020 moeten zijn geïmplementeerd. De eerste fase van de fusie van de taken voor wettelijke pensioenen en die voor aanvullende pensioen is al uitgevoerd en de fysieke verhuizing van medewerkers, die aanvankelijk vertraging opliep door de pandemie, zou nu tegen het einde van het jaar moeten zijn afgerond. Daarom wordt de termijn voor deze toezegging nu aangepast naar eind 2020. De follow-up-stappen, zoals de oprichting van een aantal regionale kantoren, zou tegen medio 2021 moeten zijn afgerond. Voor de digitale verwerking van pensioenaanvragen loopt momenteel een pilot, maar de autoriteiten hebben er alle vertrouwen in dat het streefcijfer van 30 % digitaal verwerkte aanvragen voor een basispensioen tegen eind juni 2020 is gehaald.

Het recente arrest van de Raad van State geeft gepensioneerden die een claim hadden ingediend, voor de periode van juni 2015 tot en met mei 2016 recht op compensatie voor de pensioenkortingen van 2012. Hoewel de publicatie van het volledige arrest nog een aantal weken in beslag kan nemen, is aangekondigd dat de compensatie een periode van elf maanden betreft die ingaat op de publicatiedatum van het vorige arrest van de Raad van State in juni 2015 en loopt tot de tenuitvoerlegging van de hervorming van 2016 in mei 2016. Het kabinet heeft besloten om verdere toekomstige juridische betwistingen te voorkomen en alle gepensioneerden uit de particuliere sector te compenseren voor de kortingen op hun basispensioen, ongeacht of zij een vordering hadden ingesteld. Dit besluit heeft een kostprijs van 0,5 % van het bbp. Ook heeft het kabinet toegezegd om gepensioneerden uit de publieke sector te compenseren zodra een parallelle zaak die bij de Algemene Rekenkamer in behandeling is, is afgerond. Daardoor zou de totale kostprijs van de compensatie uitkomen op 0,8 % van het bbp. Of een en ander ook moet gelden voor kortingen van de aanvullende pensioenen en bijzondere uitkeringen, zal duidelijk worden nadat de gedetailleerde uitspraak van de Algemene Rekenkamer is bekendgemaakt. De compensaties zijn eenmalige betalingen en hebben geen invloed op het huidige functioneren van het pensioenstelsel of op toekomstige pensioenuitgaven. Wat betreft een andere uitspraak van de Algemene Rekenkamer dat mannelijke ambtenaren met jonge kinderen rechten op vroegpensioen toekent, verwachten de autoriteiten dat de effecten van dit arrest beperkt zullen zijn.

Als reactie op de uitbraak van het coronavirus in het voorjaar van 2020 hebben de autoriteiten de zorg substantieel versterkt om de pandemie het hoofd te kunnen bieden, onder meer door een ruimer gebruik van digitale tools. Hierbij ging het onder meer om het verhogen van het beschikbare aantal intensive-carebedden en de indienstneming van zo’n vijfduizend extra medewerkers, zowel artsen als verpleegkundigen. Ook zijn er stappen voorwaarts gezet op het gebied van telegeneeskunde. Dankzij de snelle implementatie van deze maatregelen is Griekenland erin geslaagd de verspreiding van het virus tijdens de eerste golf te beperken. Griekenland heeft ook een aantal digitale tools uitgerold, die ook na het einde van de pandemie kunnen worden ingezet.

De hertekening van het stelsel voor eerstelijnsgezondheidszorg (een specifieke toezegging voor medio 2020) zal meer tijd vergen om uit te voeren, zodat rekening kan worden gehouden met veranderingen in de uitvoering van een aantal van de centrale onderdelen ervan en met de onvermijdelijke vertraging die is opgelopen doordat op de pandemie moest worden gereageerd. Wetswijzigingen zitten nog in de redactiefase, maar de goedkeuring wordt verwacht tegen het voorjaar van 2021. De hervorming die in 2018 is ingezet, wil een omvattend stelsel van eerstelijnsgezondheidszorg uitbouwen waarbij de hele bevolking zich moet laten registreren bij een huisarts, die het eerste aanspreekpunt wordt voor de patiënt en die de regierol krijgt. Volgens de beschikbare informatie staat een hertekening van de meeste onderdelen van de hervorming op stapel en is de uitrol van het stelsel opgeschort totdat er een nieuw model voor de concrete uitvoering ligt. De autoriteiten worden aangemoedigd om vaart te maken met de implementatie van de verplichte registratie en de regierol die, zoals overeengekomen, de centrale pijlers van een nieuw stelsel moeten blijven, omdat zij van cruciaal belang zijn om met succes een robuuste en goed functionerende eerstelijnszorg op te zetten. Deze elementen helpen gelijke toegang te garanderen en beschermen de bevolking tegen een aanbodgedreven vraag en de vermijdbare financiële lasten die daarmee gepaard gaan, hetgeen in het huidige stelsel een toenemende bron van zorg is. De autoriteiten zijn voornemens om de uitrol van het netwerk voor eerstelijnszorg ten vroegste in het voorjaar van 2021 te hervatten, omdat op korte termijn de inspanningen moeten worden toegespitst op de actuele uitdaging om meer huisartsen tariefafspraken met het overheidsfonds voor de zorg te laten maken. De hervorming won nog aan belang in het licht van de coronacrisis, gezien de centrale rol van units voor eerstelijnszorg, onder meer de nieuwe en snel inzetbare mobiele eenheden (KOMY’s), bij de ondersteuning van de reactie op de pandemie tot dusver.

Centraal aanbesteden (een specifieke toezegging voor medio 2020) wordt al gedeeltelijk toegepast en met het algemene opzet van de nationale gezondheidsautoriteit aanbestedingen in de zorg (EKAPI) wordt vooruitgang geboekt, maar dit proces is nog niet afgerond, mede door vertragingen als gevolg van de pandemie. Gecentraliseerde aanbestedingen vinden meestal op het regionale niveau plaats. Sommige vinden echter ook op het centrale niveau plaats, al gaat het grotendeels om aanbestedingen die van start gingen onder het vorige systeem. Aan concept-wetgeving om het nieuwe raamwerk voor de autoriteit uit te tekenen, is de laatste hand gelegd en goedkeuring staat nu voor het einde van het jaar gepland. De autoriteiten hebben ook een plan van aanpak meegedeeld voor aanbestedingen die in 2020 zullen worden uitgeschreven. Volgens dat plan blijft het streefcijfer van 40 % centrale aanbestedingen voor de totale ziekenhuisuitgaven (een specifieke toezegging voor medio 2022) haalbaar en de autoriteiten zetten in op 30 % tegen het eerste kwartaal van 2021. De Europese instituties hebben de autoriteiten aangemoedigd om deze hervorming verder te ondersteunen door vanaf januari 2021 het prijzenobservatorium (een monitoringtool voor meer transparantie en doelmatigheid) actief te laten worden. Momenteel is het nog een uitdaging om mensen met de vereiste vaardigheden bij de Autoriteit te werven, maar deze situatie kan verbeteren met het nieuwe juridische kader waarover de komende maanden wetgeving zal worden aangenomen.

Wat betreft de uitgaven in de zorg, de oplopende bedragen die moeten worden teruggevorderd, en de vertraging bij de inning daarvan, zijn een bron van zorg. Versterkte en coherente toepassing van eerder genomen structurele maatregelen zou de doelmatigheid en de toegang tot kwalitatieve zorg ten goede komen. Een voorbeeld: in 2019 lagen de terug te vorderen bedragen voor farmaceutische producten 36 % hoger dan in 2018 en bijna 65 % hoger dan in 2017. De inning van bij particuliere zorgaanbieders over 2018 en 2019 terug te vorderen bedragen zou in november 2020 van start moeten gaan. De Europese instituties moedigen de autoriteiten aan om tegen oktober 2020 de nodige wetgeving aan te nemen zodat de laatste hand kan worden gelegd aan de wetgevende en bestuurlijke procedures die nodig zijn om met de inning te beginnen — en zo de budgettaire geloofwaardigheid van de terugvorderingen veilig te stellen —, en om de huidige definitie van de terugvordering te herzien zodat een component risicodeling kan worden geïntroduceerd en de prikkels worden versterkt om verdere nieuwe terugvorderingen te voorkomen en om de aanbodgedreven vraag om te buigen — en zo de hoge eigen bijdragen te doen dalen.

De vormgeving van de pijler “herintreden op de arbeidsmarkt” van het sociaal solidariteitsinkomen (KEA) (derde pijler) wordt aangepast in het licht van de coronacrisis, en de landelijke uitrol van het nieuwe raamwerk (een specifieke toezegging voor eind 2019) staat gepland voor het najaar van 2020, afhankelijk van de ontwikkelingen op gezondheidsgebied. In 2019 liep er in 32 gemeenten over het hele land een pilot waarbij sociale ondersteuning en diensten voor activering op de arbeidsmarkt werden aangeboden. De bevindingen van die pilot zijn geëvalueerd met het oog op de landelijke uitrol ervan in 2020. Door de uitbraak van het coronavirus moesten de bedrijfsprocessen bij de publieke arbeidsbemiddelingsdienst (OAED) aan de nieuwe situatie worden aangepast en moesten dus ook de termijnen voor de landelijke uitrol van het nieuwe raamwerk worden bijgesteld. De uitrol zou nu in het najaar van 2020 van start gaan.

Wat betreft de herziening van de subsidieregeling voor lokaal openbaar vervoer (een specifieke toezegging voor medio 2020), de herziene primaire wetgeving voor de nieuwe regeling is in juli 2020 aangenomen. Secundaire wetgeving (die in september 2020 moet worden aangenomen) is in voorbereiding. Hiermee zal een regelmatige en op objectieve gegevens gebaseerde terugbetaling van gesubsidieerde openbaarvervoersbewijzen aan vervoersbedrijven in Athene en Thessaloniki mogelijk worden.

De hervorming van het raamwerk voor arbeidsongeschiktheidsuitkeringen verloopt volgens het eerder overeengekomen nieuwe opzet (een specifieke toezegging voor medio 2019 die meer tijd zal vergen om te worden uitgevoerd). Een overeengekomen beleidsstuk wordt in september 2020 verwacht en begin 2021 zou er een pilot van start gaan. Het elektronische systeem voor de verwerking van aanvragen is nu beschikbaar in drie regio’s, maar het functioneren van de keuringscentra voor arbeidsongeschiktheid had te lijden van de pandemie.

ONTWIKKELINGEN IN DE FINANCIËLE SECTOR

De financiële sector heeft de eerste effecten van de coronapandemie vrij goed doorstaan, mede dankzij de inspanningen van de autoriteiten en in de EU om toegang tot financiering op peil te houden voor getroffen bedrijven. Liquiditeit op de financiële markten, maar ook het verstrekken van financiering aan de economie is in stand gehouden en banken konden de fundingkosten beheersbaar houden, ondanks de toename van de kostprijs van ongedekte lange funding. Een en ander werd mogelijk gemaakt doordat het Eurosysteem de voorwaarden voor langerlopende herfinancieringstransacties (TLTRO) heeft versoepeld en tijdelijk de beleenbaarheidsvoorwaarden voor krediettransacties van het Eurosysteem heeft versoepeld, met name de afwijking waardoor Grieks overheidspapier als onderpand kan worden geaccepteerd. Vanaf juli 2020 blijkt uit de data dat het herstel van bancaire kredietverlening aan niet-financiële vennootschappen zelfs aan snelheid heeft gewonnen, terwijl ook de kredietverlening aan kleine ondernemingen met eenvoudige bedrijfsstructuur snel een positief beeld te zien begint te geven, waardoor de aanhoudende krimp in de kredietverlening aan huishoudens wordt gecompenseerd. Dit laat de inspanningen van ondernemingen zien om liquiditeitsbuffers op te bouwen, maar ook dat nu de uitkering van noodsteun op gang begint te komen. Griekse ondernemingen konden een beroep doen op twee regelingen die de Griekse ontwikkelingsbank ΕΑΤ heeft opgezet: een borgstellingsregeling en een regeling voor rentesubsidie voor nieuwe bedrijfskredieten, waarnaar sterke vraag was. Daarnaast konden levensvatbare ondernemingen, vaak mkb-bedrijven, ook directe rentesubsidie krijgen voor lopende renderende leningen. De verwachting is dat deze regelingen de komende maanden de groei van de kredietverlening aan bedrijven zullen ondersteunen.

De maatregelen voor een aflospauze, in combinatie met de aankondiging van de toezichthouder dat hij de nodige soepelheid aan de dag zou leggen, betekenen dat de impact van de pandemie op de kwaliteit op de kredietportefeuille van banken dit jaar beperkt zal zijn. Meer dan 10 % van de totale kredietportefeuille van banken kwam voor dit uitstel in aanmerking, maatregelen die momenteel tot en met 31 december lopen. De vier systeembanken moesten in hun resultaten over het eerste kwartaal van 2020 fors meer bijzondere waardeverminderingen boeken, maar de volledige omvang van de vereiste voorzieningen zal pas duidelijk worden wanneer de aflospauzes aflopen, hetgeen neerwaartse risico’s voor 2021 met zich kan meebrengen. Door het aanleggen van meer voorzieningen kunnen de al zwakke winstgevendheidsvooruitzichten voor Griekse banken verder onder druk komen te staan.

Geringe winstgevendheid in combinatie met de kosten van de nakende securitisaties kan voor de kapitaalpositie van banken in de nabije toekomst een uitdaging vormen. De gemiddelde tier 1-kernkapitaalratio (CET1) van banken is gedaald van 15,9 % aan het eind van 2019 tot 14,6 % in het eerste kwartaal van 2020, maar ligt nog steeds in lijn met de kapitaalvereisten. Deze daling was grotendeels toe te schrijven aan de implementatie van prudentiële overgangsregels die jaarlijks in het eerste kwartaal worden toegepast. Naar de toekomst kijkend zal bij de kapitaalpositie rekening moeten worden gehouden met verdere op stapel staande veranderingen in de regelgeving en met de nakende securitisaties van niet-renderende leningen op de middellange termijn. De kwaliteit van het vermogen van banken blijft door het hoge volume latente belastingvorderingen zwak, terwijl de sterke verwevenheid van banken en overheid de komende maanden nog kan toenemen.

Het volume niet-renderende leningen is begin 2020 weliswaar blijven dalen, maar de potentiële negatieve impact van de coronacrisis op de kwaliteit van activa zal pas duidelijk beginnen te worden wanneer de aflospauzes aflopen. Het volume niet-renderende leningen van Griekse banken liet ook in het eerste kwartaal van 2020 een neerwaartse tendens zien: hun aandeel daalde in maart 2020 tot 39,6 % en de verwachting is dat het in het tweede kwartaal nog verder zal afnemen, wanneer de positieve impact van de eerste securitisatie in het kader van de Hercules-regeling ( 6 ) formeel voelbaar wordt. Niettemin worden de strategieën van banken om hun niet-renderende leningen af te bouwen, door de pandemie geraakt en de interne capaciteit van banken voor een duurzame herstructurering van leningen blijft gering.

De hierna genoemde initiatieven worden gemonitord en geëvalueerd in het kader van de doorlopende toezegging op het gebied van het financiële beleid:

·De autoriteiten zijn voornemens om op korte termijn bij het Parlement een wetsvoorstel in te dienen dat tot een grondige hervorming van het insolventieraamwerk zal leiden. In het nieuwe insolventiewetboek zijn de insolventieraamwerken voor bedrijven en natuurlijke personen samengebracht en wordt EU-wetgeving inzake preventieve herstructureringsstelsels omgezet. Het algemene doel is de kwijtschelding van schulden te versnellen, een snellere terugbetaling van schuldeisers mogelijk te maken, maar ook levensvatbare bedrijven in leven te houden door kaders voor preventieve herstructurering. Met deze op internationale goede praktijken geïnspireerde hervorming zouden herstructureringen doeltreffender moeten verlopen dankzij de vereenvoudiging van procedurevoorschriften en het gebruik van een elektronisch platform. Het wetboek wordt per 1 januari 2021 van kracht. Hiervoor zal ook een aanzienlijk volume secundaire wetgeving moeten worden aangenomen waarin bepaalde aspecten van deze hervorming zullen worden vastgelegd, en zal het IT-platform moeten worden voltooid. Beide operaties lopen nu.

·Tegelijkertijd hebben de autoriteiten de regeling ter bescherming van het hoofdverblijf en het mechanisme voor buitengerechtelijke saneringen laten aflopen, maar hebben zij wel alternatieve regelingen opgezet voor de sociale bescherming van kwetsbare debiteuren. De twee betrokken regelingen zijn afgelopen op, onderscheidenlijk, 31 juli 2020 en 30 april 2020. Parallel met de hervorming van het insolventieraamwerk voert het kabinet ook nieuwe sociale beleidsinstrumenten in om kwetsbare debiteuren te ondersteunen. In het kader van de surséanceprocedure zullen kwetsbare debiteuren die een aan hun hoofdverblijf gekoppelde lening hebben en die een plots inkomensverlies hebben geleden, aanspraak kunnen maken op een tijdelijke subsidie, hetgeen verder moet bijdragen tot de afbouw van niet-renderende leningen en moet vermijden dat er nieuwe niet-renderende leningen bijkomen. Om zorgen in verband met moral hazard weg te nemen, zal de subsidie op de in de wet bepaalde voorwaarden beschikbaar zijn voor zowel renderende als niet-renderende kwetsbare debiteuren, met uitzondering van de niet-renderende debiteuren van wie de leningen al meer dan een jaar zijn opgeëist. Bovendien voert het wetboek een bijzondere sale-and-lease-back-regeling in waardoor in aanmerking komende probleemdebiteuren in hun hoofdverblijf kunnen blijven wonen als huurders, die verder aanspraak kunnen maken op een subsidie om de huur te helpen betalen. Met deze regeling wordt de bestaande huursubsidieregeling verlengd. De uitvoering ervan zal verlopen via een particuliere entiteit. Deze particuliere organisatie kan, mocht dat nodig blijken, een staatsgarantie krijgen om haar te helpen bij het verkrijgen van toegang tot financiering.

·De autoriteiten zullen binnenkort bij het Parlement ook maatregelen indienen om vaart te maken bij het wegwerken van de achterstand bij insolventies van huishoudens, die verder is toegenomen als gevolg van de opschorting van rechtszaken tijdens de pandemie. Meest opvallend daarbij is dat zij voornemens zijn om via een elektronisch platform zittingsdata te verplaatsen zodat zaken sneller kunnen worden behandeld, en ook procedurele vereenvoudigingen willen doorvoeren. Voorts bestaat er voor institutionele schuldeisers een elektronisch platform om te controleren of partijen in aanmerking komen en om strategische wanbetalers uit te filteren. De resultaten daarvan in termen van het wegwerken van de achterstand zijn tot dusver beperkt. Inmiddels is de achterstand aan zaken verder opgelopen door de opschorting van gerechtelijke procedures als gevolg van de uitbraak van het coronavirus. De pandemie mag dan negatief hebben uitgewerkt op het verschaffen van data over de evolutie van de achterstand in het tweede kwartaal van 2020, toch kan de recentelijk binnen het ministerie van Justitie opgerichte Dienst justitiële statistiek helpen om met IT betrouwbare data te verzamelen, te verwerken en eenvormig te presenteren.

·De autoriteiten zijn voornemens een aantal maatregelen te nemen die de functionaliteit en gebruiksvriendelijkheid van het platform voor elektronische veilingen moeten verbeteren en de betrokken procedures moeten vergemakkelijken. De maatregelen zullen naar verwachting in oktober 2020 worden aangenomen en omvatten de verplichting voor veilingmeesters om een kopie van het taxatieverslag en foto’s van het vastgoedobject naar de website van de elektronische veiling op te laden. Andere maatregelen zullen worden geïntroduceerd in het kader van de herziening van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering (zie verder). De organisatie van elektronische veilingen, die was stilgevallen door de sluiting van rechtbanken en notariskantoren als gevolg van de coronapandemie, is op 1 september opnieuw hervat, maar het voornemen is om deze veilingen voor kwetsbare debiteuren tot eind december 2020 op te schorten, omdat in januari 2021 de insolventiewetgeving en de daarmee samenhangende sociale beleidsmaatregelen van kracht worden.

·Wat betreft het wegwerken van de achterstand bij de uitgewonnen staatsgaranties, de autoriteiten nemen maatregelen om vertragingen als gevolg van de pandemie volledig te compenseren, terwijl zij vastbesloten blijven om het hele tijdschema voor behandeling en betaling verder te versnellen. De autoriteiten hebben voor de tweede jaarhelft van 2020 de streefcijfers voor het wegwerken van de achterstanden opgetrokken, waardoor de vertraging die in de eerste jaarhelft is opgelopen meer dan weggewerkt is, terwijl tegelijk het totale streefcijfer voor 2020 met 33 % is verhoogd. Ook verlopen de werkzaamheden van de autoriteiten aan alle nodige structurele verbeteringen volgens planning, met een herzien ministerieel besluit over digitale indiening, interoperabiliteit met lokale belastingdiensten en de overplaatsing van personeelsleden.

·De werkzaamheden rond de goedkeuring van gerichte wijzigingen van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering lopen. De wetgevingscommissie zou tegen eind januari 2021 de ontwerp-wetgeving indienen, zodat het herziene wetboek tegen eind februari 2021 kan worden aangenomen en in september 2021 van kracht kan worden. De wijzigingen betreffen onder meer de kwesties met betrekking tot verzoeken tot prijsaanpassingen voor elektronische veilingen.

·Een gerichte wijziging van de primaire wetgeving inzake latente belastingvorderingen die de praktische uitvoerbaarheid ervan moet garanderen, is bij het Parlement ingediend en zou binnenkort moeten worden aangenomen. Doel van deze wijziging is de verliesabsorptiecapaciteit van het kapitaal van banken in alle gevallen veilig te stellen. Secundaire wetgeving zal zo nodig meer duidelijkheid brengen over verdere technische en procedurele aspecten met betrekking tot het concrete gebruik van latente belastingvorderingen, met name bij afwikkeling.

Het Hellenic Financial Stability Fund heeft, in deze tijden van pandemie, zijn inspanningen opgevoerd om de systeembanken te steunen bij het behalen van hun doelstelling inzake de afbouw van niet-renderende leningen en om bedrijfsprocessen te versterken. Op basis van een voorstel van het Fonds hebben de autoriteiten de wetgeving betreffende het Fonds gewijzigd om, in het geval van bedrijfstransformaties van de systeembanken ( 7 ), de eigendomsrechten van het fonds te beschermen in verband met de lopende securitisatietransacties.

ARBEIDSMARKT

De autoriteiten hebben in juni 2020 een nieuwe, ruimere regeling voor tijdelijke werktijdverkorting (SYNERGASIA) ingevoerd, die ondernemingen meer flexibiliteit biedt om werktijden aan te passen, terwijl werknemers voor niet-gewerkte uren worden gecompenseerd. Deze regeling zal een belangrijke rol spelen om de arbeidsmarkt te helpen zich aan te passen aan de schok die de uitbraak van het coronavirus heeft veroorzaakt. De regeling met een geraamde kostprijs van 440 miljoen EUR komt in aanmerking voor financiering uit het nieuwe Europees instrument voor tijdelijke steun om het risico op werkloosheid te beperken in een noodtoestand (SURE). In het kader daarvan heeft de Commissie voorgesteld om Griekenland voor in totaal 2,7 miljard EUR financiële bijstand toe te kennen.

Wat de codificatie van het arbeidsrecht betreft, sommige aspecten van de bestaande arbeidswetgeving worden herzien en gemoderniseerd. Daarbij gaat het om de invoering van een nieuw raamwerk voor nieuwe vormen van arbeid (zoals platformwerk, deeleconomie) en wijzigingen om de inspectie- en bemiddelingsfuncties te scheiden in overeenstemming met de aanbevelingen van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO). De arbeidswetgeving zou in oktober 2020 bij het Parlement worden ingediend en de codificatie ervan zou in november 2020 volgen.

De autoriteiten zetten hun ingrijpende beleidsplannen voor het onderwijs voort met een hervorming van het openbaar onderwijs die in juni 2020 is goedgekeurd, en aanzienlijke vooruitgang is geboekt wat betreft beroepsonderwijs en -opleiding. De wet modernisering openbaar onderwijs zet onder meer in op het bevorderen van soft skills, digitale geletterdheid, het leren van vreemde talen en de evaluatie van scholen. Tegelijkertijd wil de brede hervorming van beroepsonderwijs- en opleiding, die momenteel in de steigers staat, de kwaliteit van het onderwijsaanbod verbeteren, door meer studenten voor dit traject te laten kiezen en door beroepsonderwijs en een leven lang leren beter te doen aansluiten bij de behoeften van de arbeidsmarkt. Deze hervorming die in overleg met de sociale partners wordt voorbereid, zet in op de oprichting van mbo-scholen, nieuwe onderwijscurricula en betere diagnosetools voor de arbeidsmarkt. Een belangrijk onderdeel van de hervorming is ook de accreditatie en de kwaliteitscontrole van de instellingen die permanente educatie aanbieden. De autoriteiten werken, in het kader van deze hervorming, ook aan de verbetering van het raamwerk voor beroepspraktijkvorming.

PRODUCTMARKTEN EN CONCURRENTIEVERMOGEN

De autoriteiten blijven werken aan belangrijke initiatieven die de economische randvoorwaarden moeten verbeteren, om zo het concurrentievermogen te versterken en het economisch herstel van de uitbraak van het coronavirus te schragen. Daarom willen zij op korte termijn de laatste hand leggen aan de nieuwe groeistrategie, waarmee hervormingen zullen worden geïntroduceerd in centrale beleidsterreinen die de productiviteit in de particuliere sector moeten stimuleren en voor duurzame groei moeten zorgen.

Bij de hervorming van het stelsel van de investeringsvergunningen wordt, ondanks enkele vertragingen, goede vooruitgang geboekt. De autoriteiten hebben met succes de toezegging om het stelsel van de hinderklassen te herzien/af te schaffen afgerond, ruim vóór de termijn van medio 2021 die voor deze specifieke toezegging was bepaald. Daarnaast valt er op de volgende punten vooruitgang te melden:

·Bij de implementatie van de kaderwet betreffende inspecties (een specifieke toezegging voor medio 2020) wordt gestaag vooruitgang geboekt ten aanzien van de overeengekomen prioritaire sectoren, ook al moet een deel van de werkzaamheden nog worden afgerond. De Europese instituties hebben de autoriteiten aangemoedigd om een tijdschema uit te werken om deze werkzaamheden tegen het volgende verslag af te ronden, met onder meer de goedkeuring van alle noodzakelijke machtigingswetgeving. De autoriteiten hebben toegezegd het kader tegen eind 2021 uit te breiden naar de vier resterende sectoren. Wanneer deze hervorming volledig zal zijn uitgerold, zal dit een belangrijke stap zijn, omdat hierdoor de noodzaak van controles vooraf wordt verminderd zonder dat gezondheids- en veiligheidsnormen in het gedrang komen.

·Bij de vereenvoudiging van de procedures voor investeringsvergunningen (een specifieke toezegging voor medio 2020) wordt progressie gemaakt, ook al is er enige achterstand. De autoriteiten hebben primaire wetgeving aangenomen voor vereenvoudigingen in de sector van de primaire productie, terwijl secundaire wetgeving binnenkort wordt verwacht. Voorstellen voor vereenvoudigingen in de meeste andere sectoren liggen nu voor, en de verwachting is dat primaire wetgeving op korte termijn kan worden aangenomen. De autoriteiten worden aangemoedigd om tegen het volgende verslag een tijdschema uit te werken voor de aanneming van alle noodzakelijke secundaire wetgeving voor alle sectoren, alsmede voor de vereenvoudiging van de paar nog resterende activiteiten.

·Ten slotte heeft de uitrol van het IT-systeem dat het kader voor investeringsvergunningen moet ondersteunen (een specifieke toezegging voor eind 2019) vertraging opgelopen door complicaties bij de aanbestedingsprocedure. Niettemin verwachten de autoriteiten dat zij, als er geen verder beroep bij de rechter komt, het contract binnenkort kunnen ondertekenen.

Voor het ondernemingsklimaat vitale hervormingen die zijn ingezet in het kader van programma’s voor financiële bijstand, worden verder uitgevoerd, ook al is er in bepaalde sectoren enige vertraging als gevolg van de uitbraak van het coronavirus. De werkzaamheden lopen wat betreft het raamwerk voor de certificatie van externe milieuanalisten (dat er al had moeten liggen sinds het programma in het kader van het Europees Stabiliteitsmechanisme) en voor de certificatie van externe inspecteurs, ook al is de noodzakelijke secundaire wetgeving nog niet aangenomen. De autoriteiten werken ook aan een herziening van de vergunningsvoorwaarden voor themareizen en de zuivelmarkt, hetgeen bijzonder valt toe te juichen. Versterkte coördinatie en monitoring zouden, naast initiatieven om de hervorming van het stelsel van de investeringsvergunningen meer zichtbaarheid te geven, de lopende implementatie kunnen ondersteunen.

Een nieuwe strategie om het exportpotentieel van Griekenland en inkomende buitenlandse directe investeringen (BDI) te stimuleren, wordt weldra bekendgemaakt. De strategie zet in op het in kaart brengen van cruciale sectoren en uitvoermarkten, op de effectieve coördinatie van de betrokken instellingen en op outreach naar stakeholders. Verdere progressie is afhankelijk van de goedkeuring van wetgeving die duidelijkheid moet brengen over de rol van het ministerie van Buitenlandse Zaken, en over het optuigen van de vereiste operationele structuren in specifieke sectoren. Het uitschrijven van de aanbesteding voor een geïntegreerd één-loket-systeem voor invoer en uitvoer moest door de pandemie tot eind september worden uitgesteld.

De autoriteiten maken stapsgewijs progressie met verdere maatregelen om ondernemen eenvoudiger te maken. De registratie via het elektronische unieke loket is nu verplicht voor particuliere ondernemingen, terwijl het raamwerk ter bescherming van minderheidsaandeelhouders is versterkt met een aantal garanties voor de selectie, aanstelling en evaluatie van leden van raden van bestuur, en verruimde rapportageverplichtingen.

De uitvoering van het recentelijk geactualiseerde stappenplan voor de voltooiing van het kadasterproject is hervat, na vertragingen als gevolg van de uitbraak van het coronavirus. De aanstelling van leidinggevenden zou binnenkort moeten zijn afgerond, terwijl progressie wordt gemaakt bij de uitwerking van het plan van aanpak. De aanbesteding voor de digitalisering van de kadasterarchieven zou tegen het jaareinde worden uitgeschreven. De eigendoms- en andere rechten op percelen zijn nu voor 82 % van het land verzameld en de kadastrale metingen zijn voor 33 % van de rechten uitgevoerd — dus minder dan de specifieke toezegging voor medio 2020 om 45 % van de rechten te hebben verwerkt. Tegen oktober 2020 zou naar verwachting 35 % van de kadastrale metingen moeten zijn uitgevoerd. De autoriteiten bereiden wetgeving voor waarbij burgers die hun eigendom niet binnen de geldende termijn aangeven, sancties krijgen opgelegd. Voorts wordt nu progressie gemaakt bij de gunning van de laatste vijf overheidsopdrachten voor kadastrale metingen die vertragingen hadden opgelopen door gerechtelijke procedures. De personeelsbezetting bij het Kadaster (EK) is nu afdoende, maar door de pandemie zal er meer tijd nodig zijn om kadasterkantoren en -bijkantoren op te zetten. Tegen eind oktober 2020 zouden nog eens zes hypotheekkantoren moeten zijn gesloten en zal één kadasterkantoor (voor Thracië) open gaan.

De publieke presentatie van alle resterende boskaarten, waarvan de voltooiing voor medio 2020 gepland stond, heeft vertraging opgelopen omdat wetgeving moest worden aangenomen om problemen te verhelpen die waren ontstaan na uitspraken van de Raad van State. Hierdoor kan de voltooiing van de kadastrale metingen als geheel, die thans voor mei 2022 wordt verwacht, een aantal maanden vertraging oplopen. De Europese instellingen moedigen de autoriteiten aan om door te gaan met het uploaden en bekrachtigen van de resterende boskaarten (53 % van het land heeft al bekrachtigde kaarten) en tegelijkertijd met oplossingen te komen voor de probleempunten. De autoriteiten hebben bevestigd dat voor de afgewerkte zones waar er geen aanpassingen komen, de bekrachtiging van de boskaarten niet wordt ongedaan gemaakt. Alle resterende kaarten zullen tegen december 2020 zijn geüpload.

Het Griekse kabinet blijft constructief meewerken aan een reeks voorstellen om een oplossing te vinden voor de antitrustzaak en zal een specifieke toezegging voor eind 2020 waarmaken. Voor de voorstellen zal de Commissie uiteindelijk nog een markttest moeten houden, een stap die nodig is om de remedies uit te voeren en de zaak te kunnen afsluiten. Er loopt nog overleg over verbeteringen aan het voorstel om concurrenten van het staatsenergiebedrijf toegang te geven tot een bepaald percentage van zijn baseloadproductie, onder meer in termen van het garanderen van een transparante selectieprocedure, toegang voor kleinere spelers tot het mechanisme en een gedetailleerd uitvoeringsmechanisme.

De uiteindelijke datum voor de “go-live” van het Target Model (een specifieke toezegging voor medio 2020) is door de energieregulator aangekondigd voor 1 november. Deze stap komt er na een beoordeling van een periode van proefdraaien om de markt te testen. De conclusie daarvan was dat een beperkt uitstel ten opzichte van de oorspronkelijk geplande datum van 17 september noodzakelijk zou zijn. De Europese instituties zullen in het volgende verslag rapporteren over de langverwachte “go live” van het Target Model. De lancering van de drie verwante markten in het Target Model (day-ahead, intra-day en balancering), en de interactie daarvan met de reeds functionerende termijnmarkt, is een grote stap voorwaarts om een moderne energiemarkt op te zetten en zal voor Griekenland de weg vrijmaken om in de nabije toekomst de koppeling met elektriciteitsmarkten in de buurlanden te maken.

Ook op andere onderdelen van het Griekse energiebeleid wordt nog steeds progressie gemaakt. Belangrijk daarbij is dat Griekenland een ambitieuze wet heeft aangenomen om elektromobiliteit te bevorderen. Dit moet helpen om de doelen uit het Griekse nationale energie- en klimaatplan te halen. Een ontwerp van het masterplan om de transitie te maken weg van bruinkoolgestookte productie is nu klaar voor publieke consultatie. Het tekort in het bijzonder fonds voor hernieuwbare energiebronnen (ELAPE) is nog opgelopen als gevolg van de uitbraak van het coronavirus, hetgeen een bron van zorg blijft voor de toekomst. De werkzaamheden aan de interconnector tussen Kreta en het Griekse vasteland zijn van start gegaan. Dit project is een belangrijk onderdeel van de ambitie die het land al jaren heeft, om de koppeling te maken tussen de eilanden en het vasteland.

In de vervoersector hebben de autoriteiten een pijplijn van spoorwegprojecten voorbereid, om de vertragingen te verhelpen die zijn ontstaan bij de implementatie van het operationele programma voor vervoer en milieu voor de periode 2014–2020. De verantwoordelijke Europese instanties zullen deze projectenpijplijn nu evalueren. De modernisering van de spoorwegmaatschappijen in Griekenland zou verder kunnen bijdragen aan EU-investeringen in deze sector. Het nationale masterplan voor het vervoer is voltooid en goedgekeurd door het ministerie van Infrastructuur en Vervoer.

HELLENIC CORPORATION OF ASSETS AND PARTICIPATIONS (HCAP) EN PRIVATISERINGEN

De pandemie stelt HCAP voor nieuwe uitdagingen, maar haar werkzaamheden in cruciale sectoren waarop de toezeggingen aan de Eurogroep zien, zijn blijven doorlopen. Ondanks de moeilijkheden als gevolg van de pandemie blijft de implementatie van het strategisch plan (een doorlopende toezegging) doorgaan en een ontwerp-bedrijfsplan voor 2020-2022 is in augustus opgesteld en door de raad van bestuur goedgekeurd. De kritieke prestatie-indicatoren (KPI’s) waarmee de implementatie van het strategisch plan wordt gemonitord, zijn recentelijk aangepast om rekening te houden met de impact van pandemie. Tegelijk zijn ook de KPI-waarden voor 2021 en 2022 vastgesteld. De evaluatie van het management van staatsbedrijven (een specifieke toezegging voor medio 2019) loopt en nadert haar voltooiing. Het vastgoedportfolio van HCAP, dat wordt gehouden door het overheidsvastgoedbedrijf (ETAD), liet opmerkelijke vooruitgang optekenen, maar blijft achter bij de verwachtingen, terwijl het vastgoedbedrijf voor aanzienlijke juridische uitdagingen staat. De overdracht van het Olympisch Sportcomplex Athene (OAKA) (een specifieke toezegging voor eind 2018) blijkt bijzonder complex, maar op bestuurlijk niveau en op het gebied van aanbestedingen zijn er een reeks stappen gezet.

De autoriteiten blijven hun steun uitspreken voor HCAP. Deze steun geldt cruciale staatsbedrijven waar de negatieve effecten van de pandemie het zwaarst zijn geweest (met name het gemeentelijk vervoerbedrijf Athene (OASA) en het staatspostbedrijf (ELTA)), maar ook steun voor het plan voor de zakelijke reorganisatie van het staatspostbedrijf. De autoriteiten zijn in overleg met de Europese instituties in het kader van de redactie van aangepaste ministeriële richtsnoeren, die nu voor het derde kwartaal van 2020 worden verwacht. De autoriteiten willen duidelijk maken wat hun verwachtingen zijn voor de financiële prestaties van het activaportfolio van HCAP. De autoriteiten hebben bij HCAP een nieuw durfkapitaalfonds rond 5G ondergebracht en zijn in nauw overleg met de Europese instituties over de structuur ervan. Die structuur voorziet in een volledig onafhankelijk management in lijn met de governancebeginselen van HCAP. Het zal zaak zijn om ervoor te zorgen dat de rechten en bevoegdheden van HCAP worden veilig gesteld wat betreft nieuwe structuren of entiteiten die onder haar toezicht komen te staan. Bovendien hebben de autoriteiten, in het kader van het coördinatiemechanisme, hun voornemen kenbaar gemaakt om door te gaan met het opstellen van prestatiecontracten waarin de openbaredienstverplichtingen voor een beperkt aantal staatsbedrijven worden vastgelegd.

De progressie met de transacties in het kader van het Asset Development Plan van het Hellenic Republic Asset Development Fund (TAIPED) had te lijden van de uitbraak van het coronavirus, maar is voor de meeste transacties weer hervat vanaf juni. Vertragingen in het beoogde tijdschema voor de lopende transacties zijn wel substantieel, maar bleven beperkt, mede doordat het fonds tijdens pandemie transacties verder probeerde af te werken. Een reguliere update van het Asset Development Plan is op 10 september door het kabinet goedgekeurd. De progressie met de specifieke toezeggingen voor transacties is als volgt:

·Hellinikon (voormalige internationale luchthaven van Athene): De autoriteiten blijven sterk betrokken en leveren de nodige inspanningen om de noodzakelijke randvoorwaarden te creëren voor de financiële closing van de transactie, nu op 3 juli de sloop van de bestaande gebouwen op deze locatie van start is gegaan. De verhuizing van publieke gebruikers is nagenoeg afgerond en er moeten nog enkele regelingen worden getroffen voor gebruikers die op de locatie blijven. De verdeling van de Hellenikon-site die in februari 2020 is overeengekomen, wordt momenteel vastgelegd in een bindend document. De financiële closing van de transactie blijft nog uit in afwachting van een oplossing voor de rechtszaken tegen de biedprocedure voor de casinovergunning en andere rechtszaken (betreffende bestuurshandelingen). Hierover zou er in september en oktober 2020 overleg komen. Een deel van de casinozaak is al beslecht in het voordeel van de Staat, maar een andere zaak is nog aanhangig; de autoriteiten verwachten hier binnenkort een definitieve uitspraak.

·Concessie voor de jachthaven van Alimos: Na de ondertekening van de concessieovereenkomst in mei had de financiële closing van de transactie binnen 120 dagen moeten plaatsvinden. De raad van bestuur van het Fonds heeft op 3 september de termijn van 120 dagen met nog eens 50 dagen verlengd (tot en met 30 oktober 2020), om voldoende tijd te geven om de transactie af te ronden.

·Hellenic Petroleum (ELPE): Na de mislukking van de eerste biedprocedure medio 2019 en gelet op de forse daling van de kapitalisatiewaarde van de onderneming achtte het Fonds het passend om de lancering van de transactie verder uit te stellen tot een later tijdstip.

·Verkoop van 30 % van Athens International Airport (AIA): De biedprocedure verliep goed tot vóór de uitbraak van het coronavirus, met negen investeringspartners die kwalificeerden voor de fase van de bindende biedingen. De termijn voor het indienen van bindende biedingen liep vertraging op door de impact van de pandemie op het luchtvervoer. Het fonds zal de volgende stappen bepalen zodra de situatie verbetert, doch waarschijnlijk niet vóór 2021.

·Het staatsgasbedrijf (DEPA): De biedprocedures voor DEPA Infrastructure en DEPA Commercial die in december 2019 en januari 2020 van start gingen, konden op grote belangstelling van investeerders rekenen. In juni 2020 heeft de raad van bestuur van het Fonds besloten om voor beide transacties door te gaan naar de fase van de bindende biedingen.

·Egnatia Odos: De privatiseringsprocedure blijft doorlopen, zij het met wisselende progressie. Een deel van de openstaande kwesties is opgelost, zoals de onzekerheid over de bouw van verzorgingsplaatsen langs deze snelweg en de kosten voor het herstel van de onveilig bevonden bruggen. De voorbije drie maanden is echter zeer beperkte vooruitgang geboekt bij het afbouwen van de resterende tolstations en de vereiste werkzaamheden, zodat nu een vergunning kan worden afgegeven voor de resterende 14 tunnels. De Europese instituties moedigen de autoriteiten aan om tegen het volgende verslag op deze punten aanzienlijke vooruitgang te maken.

·Regionale havens: Na vertragingen als gevolg van de pandemie heeft het Fonds in juni besloten om door te gaan met de openstelling van de biedprocedure voor de verkoop van aandelen in de havens van Alexandroupolis en Igoumenitsa en de subconcessie voor een multifunctionele terminal voor de haven van Kavala.

OVERHEIDSDIENSTEN EN E-GOVERNMENT

Bij de overheid vonden nieuwe aanstellingen in de ambtelijke top plaats en de overheveling van bevoegdheden van het politieke naar het ambtelijke niveau wordt efficiënt toegepast. Na de aanstelling van dertien secretarissen-generaal zou de selectieprocedure voor de aanstelling van de laatste secretaris-generaal (bij het ministerie van Migratie en Asiel) binnenkort moeten zijn afgerond. De selectieprocedure voor directeursfuncties bij ministeries zou binnenkort moeten worden hervat. In de selectiecommissies zit nu ook de recentelijk aangestelde secretaris-generaal. Ontwerp-bepalingen voor een eenvormige selectieprocedure voor senior managementfuncties bij entiteiten in de publieke sector zijn uitgewerkt en zouden in september worden goedgekeurd, zodat zij in oktober 2020 van kracht kunnen worden. Over de selectieprocedure voor managers die betrokken zijn bij het beheer van de EU-structuurfondsen (die forse vertragingen heeft opgelopen) zou er duidelijkheid moeten komen vóór de nieuwe programmeringsperiode voor EU-fondsen (2021-2027). De overheveling van bevoegdheden van het politieke naar het ambtelijke niveau, een opvallende vernieuwing die mogelijk werd dankzij de organieke wet van 2019, wordt efficiënt toegepast sinds deze wet in februari 2020 van kracht werd. De autoriteiten overwegen nu om verdere bevoegdheden over te hevelen.

Tijdens deze evaluatieperiode is goede progressie gemaakt bij de ontwikkeling van het systeem voor personeelsbeleid, een specifieke toezegging voor eind 2019 die naar verwachting tegen eind 2020 volledig zal zijn uitgevoerd. Deze exercitie omvat de ontwikkeling van digitale organisatieschema’s en functiebeschrijvingen bij de overheid. Dit proces had te lijden van de beperkende maatregelen als gevolg van de pandemie, maar al bij al is goede progressie gemaakt. In de periode tot augustus 2020 hadden meer dan 1 500 overheidsinstanties hun digitale organisatieschema ingevuld — samen goed voor rond 80 % van alle entiteiten en 85 % van het personeel, waaronder ook het merendeel van de grote entiteiten. Een meerderheid van de resterende grotere entiteiten zouden hiermee tegen eind oktober 2020 klaar moeten zijn. De koppeling tussen een functiebeschrijving en een functionaris ligt nu vast voor rond 75 % van de functies en de autoriteiten zijn voornemens om tegen eind 2020 deze koppeling vast te leggen voor alle overheidsentiteiten.

Een hervorming om de capaciteit van de Hoge Raad voor werving en selectie van overheidspersoneel (ASEP) te versterken, zou in november worden aangenomen. Met deze hervorming komt er een coherente en eenvormige wervings- en selectieprocedure. De autoriteiten werken ook aan een grondige evaluatie van de overplaatsingsregeling. In dit verband doet een recente bepaling ( 8 ), waardoor tot 80 ambtenaren buiten de overplaatsingsregeling om kunnen worden gedetacheerd, vragen rijzen, omdat hiermee een precedent dreigt te worden gecreëerd voor ad-hocwervingsprocedures.

Door de coronapandemie heeft de goedkeuring van de nieuwe codificatie van het wetboek voor arbeidsrecht en de codex arbeidsrecht (een specifieke toezegging voor medio 2020) lichte vertraging opgelopen. De autoriteiten zijn voornemens deze wetgeving tegen november 2020 aan te nemen. De codificatie is aangegrepen om bepaalde domeinen van het arbeidsrecht te herzien en te moderniseren, zoals nieuwe vormen van arbeid en de rol van de arbeidsinspectie, een sterk toe te juichen initiatief (zie hoger).

Wat betreft de codificatie van wetgeving maakt de centrale codificatiecommissie (KEK), die in mei 2020 opnieuw is opgericht, op een aantal fronten progressie. In juli heeft de commissie het handboek voor codificatie voltooid en gepubliceerd en voor 2021 een ontwerp-jaarplan voor codificatie opgesteld. Dit plan zou in september moeten worden goedgekeurd. De Europese instituties hebben de autoriteiten aangemoedigd om in dit plan ook het wetgevingskader voor partijfinanciering op te nemen. De aanbesteding voor het nationale codificatieportaal (een specifieke toezegging voor medio 2020) is in juni 2020 uitgeschreven en het contract zou tegen het einde van het jaar moeten zijn ondertekend.

De vaste aanstellingen hebben vertraging opgelopen door de pandemie, terwijl de beoogde inkrimping van tijdelijke aanstellingen, na de omzetting daarvan in vaste aanstellingen, nog moet plaatsvinden. De meeste nieuwe vaste aanstellingen dienen om de publieke zorg, de militaire scholen en de Belastingdienst te versterken. In 2020 zullen de vaste aanstellingen niettemin zo’n 40 % achterblijven bij de planning, terwijl het aantal tijdelijke aanstellingen in de eerste helft van 2020 stabiel is gebleven vergeleken met het jaar voordien. De beoogde inkrimping van tijdelijke aanstellingen, na de omzetting daarvan in vaste aanstellingen, zou tegen eind september 2020 moeten plaatsvinden, ten minste voor het onderwijzend personeel dat een vaste aanstelling heeft. De Europese instituties moedigen de autoriteiten aan om de verwachte inkrimping van de resterende tijdelijke aanstellingen tijdens de volgende evaluatieperiode te implementeren. Parallel daarmee zijn de autoriteiten bezig met een brede analyse van het tijdelijke personeel, die tegen oktober 2020 zou moeten zijn afgerond. Doel daarvan is vaste aanstellingen te schrappen en een jaarlijks plafond vast te stellen voor tijdelijke aanstellingen tegen het einde van het jaar.

De interdepartementale commissie die de centrale controle op de salarisschaal en de wervingsprocedures moet versterken, heeft drie werkgroepen opgericht. Deze krijgen de opdracht een nauwkeurig overzicht te maken van alle salaris- en wervingsbepalingen, zodat de interdepartementale commissie met voorstellen kan komen over de vraag hoe afwijkingen van de eengemaakte salarisschaal en wervingsprocedures te verminderen.

De ambitieuze digitale transformatie van de overheidsdiensten en de economie als geheel blijft een cruciale prioriteit voor de autoriteiten. Om deze inspanningen te ondersteunen, willen zij binnenkort een publieke consultatie houden over de nieuwe brede nationale digitale strategie (“digitale bijbel”). Deze strategie zou de aanzet moeten zijn voor een pijpleiding van zo’n 300 projecten en zou een portfoliomanagementsysteem moeten omvatten om de implementatie van die projecten te monitoren. De focus ligt op versterking van de digitale vaardigheden, de digitalisering van transacties, het verbeteren van de interoperabiliteit en de robuustheid van IT-systemen bij de overheid. Ook zullen lacunes in de connectiviteit worden weggewerkt. De autoriteiten zijn ook met een innovatief voorstel gekomen voor de ontwikkeling van het ecosysteem voor de industriële toepassing van 5G-technologie (zie hoger).

Een aantal projecten loopt al. De autoriteiten hebben het kader uitgetekend voor het nationale programma voor de vereenvoudiging van procedures, dat de regeldruk voor burgers en bedrijven moet verlichten. Op het overheidsportaal gov.gr. zijn nu zo’n 610 diensten te vinden, ruim 110 meer dan tijdens de laatste evaluatie, en zo’n 40 nieuwe diensten zitten nog in de pijpleiding. Een nieuw wetboek e-government dat voor een breed juridisch kader inzake e-government moet zorgen, zou weldra worden goedgekeurd. Ook aan digitale infrastructuur en connectiviteitsvraagstukken wordt gewerkt. Ten slotte hebben de autoriteiten ook de eerste stappen afgerond voor de digitalisering van geospatiale gegevens.

JUSTITIE EN CORRUPTIEBESTRIJDING

De werkzaamheden rond de verplichte elektronische indiening en verwerking van documenten lopen. De autoriteiten hebben een lijst met digitaliseringsinitiatieven opgesteld. De taken die tegen eind september 2020 zouden moeten zijn afgerond, omvatten de consolidatie van een aantal documenten op het gebied van insolventie en de afgifte van een elektrisch strafblad en echtscheidingsakten. Parallel daarmee worden inspanningen geleverd om een mechanisme op te zetten voor de distributie van digitale handtekeningen, waardoor kennisgevingen veel doelmatiger en sneller zullen kunnen verlopen en er meer rechtszekerheid komt.

De aanbestedingsprocedure voor de tweede fase van het geïntegreerde systeem voor het beheer van rechtszaken (een specifieke toezegging voor medio 2020) zou volgens de huidige planning tegen december 2020 moeten zijn afgerond. De procedure werd verlengd door disrupties als gevolg van de coronapandemie. Nu de inschrijvingen zijn ingediend, zijn de autoriteiten doende de offertes te evalueren. Het project zou binnen 36 maanden na de ondertekening van het contract moeten zijn afgerond.

De autoriteiten hebben wetgeving aangenomen voor de oprichting van gespecialiseerd kamers bij civiele en bestuurlijke rechtbanken. Zij werken ook aan een aantal andere belangrijke initiatieven die de doeltreffendheid en doelmatigheid van justitie moeten verbeteren. Door de oprichting van gespecialiseerde kamers bij de civiele rechtbanken in Athene en Thessaloniki zouden onder meer zaken van majeur economisch belang kunnen worden behandeld. De wetgeving biedt de mogelijkheid om ook bij grotere bestuurlijke rechtbanken gespecialiseerde kamers op te richten en bij bepaalde kantongerechten in zaken van insolventie van huishoudens. Een volledig verslag over de toepassing van deze wetgeving wordt tegen eind oktober 2020 verwacht. De autoriteiten hebben ook de wet rechtsvordering voor de Algemene Rekenkamer goedgekeurd en werken nu aan de goedkeuring van de wet betreffende griffiepersoneel en de wet betreffende de positie van rechters en de rechterlijke organisatie. Hiermee worden telkens herzieningen doorgevoerd die het functioneren van justitie en het welslagen van andere hervormingen van justitie moeten verbeteren. Verplichte mediation is per 1 juli 2020 volledig van toepassing en een actieplan voor de uitrol van de betrokken activiteiten wordt verwacht tegen november 2020. Ten slotte hebben de autoriteiten in juni 2020 wetgeving aangenomen voor de ‘JustStat’-eenheid die statistische gegevens verzamelt, en willen zij de nodige secundaire wetgeving tegen december 2020 voorbereiden.

Het nationale corruptiebestrijdingsplan geeft bemoedigende resultaten te zien. Een recente belangrijke stap in dit verband is dat de nationale coördinerende instantie voor controle en verantwoording (ESOEL) in juni 2020 operationeel is geworden. Deze instantie moet de strijd tegen de corruptie coördineren onder toezicht van de nationale transparantieautoriteit (EAD). Sectorale corruptiebestrijdingsplannen worden uitgewerkt voor de zorg en voor overheidsopdrachten, hetgeen zal bijdragen tot het efficiënte beheer van middelen, ook die van de faciliteit voor herstel en veerkracht. De nationale transparantieautoriteit heeft binnen haar takenpakket de bewustmakingsfunctie versterkt en boekt vooruitgang bij het verbeteren van de interne controlesystemen bij de overheid, het nationale integriteitssysteem en de regelgeving voor lobbyactiviteiten. De autoriteit zou tegen november 2020 volledig operationeel moeten worden. De autoriteiten hebben een commissie ingesteld die moet toezien op de uitvoering van aanbevelingen van de Groep van Staten tegen Corruptie (GRECO), maar dit project zal waarschijnlijk vertraging oplopen als gevolg van de uitbraak van de pandemie.

Het verslag over de financiering van politieke partijen in 2018 is openbaar gemaakt en leidde — voor het eerst — tot het opleggen van geldboeten aan negen politieke partijen. Dit is een belangrijke stap voorwaarts in de richting van meer transparantie in de politiek. Het verslag bevatte gedetailleerde informatie over de gevallen van misbruik van overheidsgeld die werden onderzocht. De werkzaamheden van de commissie voor 2019, een jaar met meerdere verkiezingen, hebben vertraging opgelopen door de coronapandemie en zouden tegen oktober 2020 moeten aanvangen.

(1) ()    Verordening (EU) nr. 472/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 21 mei 2013 betreffende de versterking van het economische en budgettaire toezicht op lidstaten in de eurozone die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit (PB L 140 van 27.5.2013, blz. 1).
(2) ()    Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1142 van de Commissie van 29 juli 2020 betreffende de verlenging van verscherpt toezicht voor Griekenland (PB L 248 van 31.7.2020, blz. 20).
(3) ()     https://www.consilium.europa.eu/media/35749/z-councils-council-configurations-ecofin-eurogroup-2018-180621-specific-commitments-to-ensure-the-continuity-and-completion-of-reforms-adopted-under-the-esm-programme_2.pdf .
(4) ()    Medewerkers van de Europese Centrale Bank hebben, in overeenstemming met de bevoegdheden van de Europese Centrale Bank, aan de evaluatiemissie deelgenomen en leverden zo deskundigheid aan over beleidsmaatregelen voor de financiële sector en macro-kritische kwesties, zoals nominale begrotingsdoelstellingen en behoeften op het gebied van houdbaarheid en financiering. Vóór de evaluatiemissie was er een technische missie — eveneens op afstand — van 2 tot en met 10 juli 2020.
(5) ()    Verordening (EU) 2020/672 van de Raad van 19 mei 2020.
(6) ()    De transactie omvatte de securitisatie van een portfolio van 7,5 miljard EUR, dat vooral uit niet-renderende blootstellingen bestaat. Daarvoor werd een beroep gedaan op 2,4 miljard EUR staatsgaranties, van de in totaal 12 miljard EUR die daarvoor binnen de Hercules-regeling beschikbaar is. Deze regeling waarin alle banken vrijwillig kunnen instappen, loopt over een periode van 18 maanden vanaf oktober 2019. Twee andere systeembanken treffen verdere voorbereidselen ten behoeve van hun voorgenomen securitisaties in het kader van deze regeling. Het is de bedoeling dat ze deze voorbereidingen tegen het eerste kwartaal van 2021 afronden.
(7) ()    Deze wetswijziging werd noodzakelijk om eventuele rechtszekerheid uit te sluiten ten aanzien van de vraag of het Fonds zijn wettelijke rechten volledig kan uitoefenen in entiteiten die zijn opgericht na een bedrijfstransformatie van banken. Dit werd noodzakelijk om een aantal grootschalige securitisaties van niet-renderende leningen mogelijk te maken.
(8) ()    Staatscourant A΄ 148 van 31.7.2020, artikel 86.