Artikelen bij COM(2021)188 - EU-Taxonomie, duurzaamheidsrapportage door bedrijven, duurzaamheidsvoorkeuren en fiduciaire verplichtingen: Financiering sturen in de richting van de Europese Green Deal

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 21.4.2021

COM(2021) 188 final

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO’S

EU-Taxonomie, duurzaamheidsrapportage door bedrijven, duurzaamheidsvoorkeuren en fiduciaire verplichtingen:

Financiering sturen in de richting van de Europese Green Deal


De Europese Green Deal is de groeistrategie van Europa die het welzijn en de gezondheid van de burgers zal verbeteren, Europa tegen 2050 klimaatneutraal zal maken en het natuurlijk kapitaal en de biodiversiteit van de EU zal beschermen en verbeteren. Een economie die werkt voor de mensen betekent ook een rechtvaardige transitie die werkgelegenheid creëert en niemand aan zijn lot overlaat. Om deze doelstellingen te bereiken, moet het Europese financiële systeem duurzamer worden. Dit vereist zowel robuuste financiële wetgeving als een duidelijk transitietraject voor bedrijven. De omvang van de investeringen die nodig zijn om voor de noodzakelijke veranderingen te zorgen, maakt van de Europese financiële sector de hoeksteen van een duurzaam en inclusief economisch herstel na de COVID-19-pandemie en de duurzame economische ontwikkeling van Europa op langere termijn.

De EU heeft belangrijke stappen gezet om een ecosysteem voor een duurzaam geldwezen op te bouwen. De EU-taxonomieverordening, de verordening inzake informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector en de benchmarkverordening vormen de fundamenten om de transparantie te vergroten en beleggers instrumenten te verschaffen om duurzame beleggingskansen te identificeren.

De Commissie presenteert de gedelegeerde EU-taxonomieverordening Klimaat, een voorstel voor een richtlijn duurzaamheidsrapportage door bedrijven, die een herziening inhoudt van de richtlijn niet-financiële rapportage, en wijzigingen van gedelegeerde handelingen om duurzaamheidsvoorkeuren in verzekerings- en beleggingsadvies en duurzaamheidsoverwegingen in productgovernance en fiduciaire verplichtingen beter tot uiting te laten komen. Deze zullen bijdragen tot een groener, billijker en duurzamer Europa en zullen de uitvoering van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen ondersteunen.

De EU-taxonomie is een robuust, wetenschappelijk onderbouwd transparantie-instrument voor bedrijven en beleggers. Hiermee worden duidelijke prestatiecriteria ingevoerd om te bepalen welke economische activiteiten een substantiële bijdrage leveren aan de doelstellingen van de Green Deal. Deze criteria creëren een gemeenschappelijke taal voor bedrijven en beleggers, die hen in staat stelt met een grotere geloofwaardigheid over groene activiteiten te communiceren en hen helpt de reeds ingezette transitie tot een goed einde te brengen. De EU-taxonomie zal ook een belangrijke rol spelen bij de ontwikkeling van de EU-norm voor groene obligaties en het EU-milieulabel voor bepaalde financiële producten.

Via de gedelegeerde EU-taxonomieverordening Klimaat vallen de economische activiteiten van ongeveer 40 % van de beursgenoteerde bedrijven 1 , in sectoren die verantwoordelijk zijn voor bijna 80 % van de directe broeikasgasemissies in Europa, al onder het toepassingsgebied, en in de toekomst zullen nog meer activiteiten worden toegevoegd 2 . Door die reikwijdte kan de EU-taxonomie het potentieel van groene financiering ter ondersteuning van de transitie aanzienlijk vergroten, met name voor koolstofintensieve sectoren waar dringend verandering nodig is.

Het voorstel voor de richtlijn duurzaamheidsrapportage door bedrijven zal gemeenschappelijke Europese rapportageregels vaststellen die de transparantie vergroten en bedrijven verplichten duurzaamheidsinformatie op consistente en vergelijkbare wijze te rapporteren. De nieuwe rapportagevereisten zouden van toepassing zijn op alle grote bedrijven en alle beursgenoteerde bedrijven, met inbegrip van beursgenoteerde kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s). De Commissie zal proportionele normen voor kmo’s ontwikkelen. Met die laatste zal een referentie worden vastgesteld voor informatie die binnen het toepassingsgebied van de richtlijn duurzaamheidsrapportage vallende bedrijven, redelijkerwijs kunnen verlangen van de leveranciers en klanten in hun waardeketens die kmo’s zijn.

I.INLEIDING

Verordening (EU) 2020/852 betreffende de totstandbrenging van een kader ter bevordering van duurzame beleggingen (de “EU-taxonomieverordening”) is op 12 juli 2020 in werking getreden 3 . Bij deze verordening hebben het Europees Parlement en de Raad de Europese Commissie gemachtigd om in gedelegeerde handelingen technische screeningcriteria vast te stellen om te bepalen of een economische activiteit kan worden geacht substantieel aan milieudoelstellingen bij te dragen. Deze criteria dragen bij tot de vaststelling van passende definities voor bedrijven, beleggers en financiëlemarktdeelnemers wat betreft de vraag welke economische activiteiten als ecologisch duurzaam kunnen worden beschouwd.

Hierbij moet de Commissie zich laten leiden door het vereiste dat de technische screeningcriteria actueel zijn en gebaseerd zijn op wetenschappelijk bewijs. Deze criteria moeten duidelijk, uitvoerbaar en gemakkelijk toepasbaar zijn, zodat onnodige administratieve lasten worden vermeden. Het Europees Parlement en de Raad hebben ook het belang van openbare raadpleging erkend en de Commissie uitdrukkelijk opgedragen de belanghebbenden erbij te betrekken en voort te bouwen op het advies van deskundigen die op de betrokken gebieden aantoonbare kennis en ervaring hebben.

Zoals door het Europees Parlement en de Raad werd gevraagd, bevat de gedelegeerde EU-taxonomieverordening Klimaat 4 de eerste reeks technische screeningcriteria van de EU-taxonomie en een gemeenschappelijke taal in verband met duurzame activiteiten. De EU-taxonomieverordening schrijft voor dat beleggers en bedrijven deze criteria gebruiken voor gerelateerde openbaarmakingen, die ook zullen dienen als betrouwbare leidraad voor beleggingsbeslissingen.

Dit wordt aangevuld door het voorstel voor de richtlijn duurzaamheidsrapportage door bedrijven 5 , die ervoor zal zorgen dat bedrijven op transparante en vergelijkbare wijze informatie verstrekken over de duurzaamheid van hun bedrijfspraktijken. Aan de hand van informatie over taxonomie-afstemming, transitiebeleggingen en duurzaamheidsrisico’s, kunnen financiële ondernemingen de ambitie en de milieuprestaties van de gefinancierde activiteiten evalueren.

II. GEDELEGEERDE EU-TAXONOMIEVERORDENING KLIMAAT

De gedelegeerde EU-taxonomieverordening Klimaat, die nog door het Europees Parlement en de Raad moet worden getoetst, bevat de eerste reeks technische criteria voor het definiëren van de activiteiten die substantieel bijdragen aan de mitigatie van en de adaptatie aan de klimaatverandering, de eerste twee van zes milieudoelstellingen in de EU-taxonomie 6 .

Deze criteria zijn ontwikkeld op basis van aanbevelingen van de Technical Expert Group (TEG) en na openbare feedback en advies van het platform voor duurzame financiering 7 .

De omvang van de feedback van belanghebbenden (waaronder burgers, overheden, bedrijven, non-profitorganisaties en de academische wereld) weerspiegelde het belang van deze kwestie. De overgrote meerderheid van de respondenten wees nogmaals op het belang van de EU-taxonomie als belangrijk instrument ter ondersteuning van het transitieproces in het kader van de Europese Green Deal. De samenvatting van de openbare raadpleging is beschikbaar op de website van de Commissie over duurzame financiering 8

De feedback bracht ook een aantal punten van zorg aan het licht, waaronder:

-De gevolgen wanneer een activiteit al dan niet als “ecologisch duurzaam” wordt aangemerkt: sommige belanghebbenden vreesden dat een activiteit die in het kader van de gedelegeerde EU-taxonomieverordening Klimaat niet als groen wordt aangemerkt, als niet-duurzaam kan worden beschouwd, wat mogelijk gevolgen heeft voor de toegang tot financiering voor die activiteiten. (Afdeling 1)

-Het ambitieniveau en de bruikbaarheid van de criteria: hoewel veel belanghebbenden ingenomen waren met het ambitieniveau van de criteria of zelfs aandrongen op een hoger ambitieniveau, waren andere belanghebbenden bezorgd dat de ambitie van de criteria te hoog zou zijn, en stelden zij voor de bruikbaarheid van de criteria te verbeteren. (Afdeling 2)

-Het toepassingsgebied van de EU-taxonomie: sommige belanghebbenden waren bezorgd dat de reikwijdte van de activiteiten die onder de criteria vallen te beperkt zou zijn en dat de EU-taxonomie een binair karakter heeft, wat betekent dat de markten geen sturing krijgen over de wijze waarop zij moeten omgegaan met activiteiten die niet voldoen aan of vallen onder de criteria in de gedelegeerde EU-taxonomieverordening Klimaat. (Afdeling 3)

In de volgende drie afdelingen worden de bovenstaande problemen toegelicht en wordt uitgelegd welke stappen de Commissie heeft ondernomen of in de toekomst zal ondernemen om ze te verhelpen.

1.De gevolgen wanneer een activiteit al dan niet als “ecologisch duurzaam” wordt aangemerkt

Veel belanghebbenden waren bezorgd dat in de taxonomie wordt bepaald welke activiteiten als “ecologisch duurzaam” kunnen worden aangemerkt, wat zou kunnen betekenen dat als een activiteit niet aan bod komt in de gedelegeerde EU-taxonomieverordening Klimaat, deze automatisch als ecologisch “niet-duurzaam” zou worden aangemerkt. Dit is niet het geval. Het loutere feit dat een bedrijf geen activiteiten heeft die op de taxonomie zijn afgestemd, betekent niet dat conclusies kunnen worden getrokken met betrekking tot de milieuprestaties van het bedrijf of zijn vermogen om toegang te krijgen tot financiering.

In de EU-taxonomie wordt momenteel niet bepaald hoe andere dan groene activiteiten moeten worden behandeld. Er worden geen activiteiten gedefinieerd of gekwalificeerd als activiteiten die zorgen voor “verbetering van de huidige milieuprestatieniveaus”, maar niet het niveau bereiken van een substantiële bijdrage. Hoewel deze activiteiten ook belangrijk zijn om de noodzakelijke brede transformatie van de EU-economie te ondersteunen, zullen zij op zich niet volstaan om onze groene doelstellingen te verwezenlijken. Evenmin worden in de EU-taxonomie activiteiten gedefinieerd of gekwalificeerd als “ecologisch niet-duurzaam”. Bovendien vallen nog niet alle groene activiteiten die een substantiële bijdrage kunnen leveren aan de milieudoelstellingen onder de gedelegeerde EU-taxonomieverordening Klimaat en maken zij dus nog geen deel uit van de EU-taxonomie. De EU-taxonomie is een document dat leeft en op termijn zal worden aangevuld en bijgewerkt waar nodig.

De EU-taxonomie is een instrument voor transparantie. Daarmee zullen voor sommige bedrijven en financiëlemarktdeelnemers openbaarmakingsverplichtingen worden ingevoerd die hen verplichten openbaar te maken welk aandeel van hun activiteiten afgestemd is op de taxonomie. Door de openbaarmaking van het aandeel op de taxonomie afgestemde groene activiteiten wordt het mogelijk bedrijven en beleggingsportefeuilles op basis van dit aandeel te vergelijken. Indien bedrijven dat wensen, kunnen zij vertrouwen op de EU-taxonomie om hun klimaat- en milieutransitie te plannen en voor deze transitie financiering op te halen. Financiëlemarktdeelnemers kunnen desgewenst gebruikmaken van de EU-taxonomie om geloofwaardige groene financiële producten te ontwerpen. Verwacht wordt dat de EU-taxonomie een drijvende kracht achter verandering zal worden, en een transitie naar duurzaamheid zal aanmoedigen. Hoewel de EU-taxonomie marktdeelnemers houvast kan bieden bij hun beleggingsbeslissingen, legt zij natuurlijk geen enkel verbod op om in bepaalde activiteiten te investeren. Bedrijven zijn niet verplicht om zich naar de taxonomie te richten, en ook beleggers zijn vrij om te kiezen waarin zij investeren.

Het taxonomiekader zal ruimere toegang bieden tot duurzame financiering, buiten de huidige marktgebaseerde groene financieringsinstrumenten. Het omvat meer economische activiteiten en meer milieudoelstellingen dan tot nu toe in marktgebaseerde groene financieringskaders het geval was. Het omvat met name enkele koolstofintensieve sectoren, waardoor transitieactiviteiten binnen die sectoren ook marktbekendheid kunnen krijgen.

Bedrijven zullen niet alleen de omzet, maar ook bepaalde operationele en kapitaaluitgaven kunnen meetellen als conform de EU-taxonomie, waardoor de mogelijkheden die de EU-taxonomie zal bieden, verder worden uitgebreid. Uit ramingen en vroege tests van de criteria voor klimaattaxonomie is gebleken dat de activiteiten en beleggingsportefeuilles van ondernemingen vandaag over het algemeen weinig bij de taxonomie aansluiten (tussen één en vijf procent, en voor veel ondernemingen en beleggingsportefeuilles nog nul). Hoewel dit cijfer met de uitvoering van de Green Deal naar verwachting aanzienlijk zal stijgen, onderstreept het de omvang van de transitie die nog nodig is om tegen 2050 klimaatneutraliteit te bereiken.

De EU-taxonomie is specifiek opgesteld om te voorzien in een classificatiesysteem en om de transparantie te verbeteren. In de verordening herstel en veerkracht 9 wordt het beginsel “geen ernstige afbreuk doen” gehanteerd, zoals vastgelegd in artikel 17 van de EU-taxonomieverordening, maar wordt het gebruik van de in de gedelegeerde taxonomiehandelingen vastgestelde criteria niet verplicht. De Commissie heeft specifieke technische richtsnoeren 10 gepubliceerd met nadere informatie over de wijze waarop het beginsel “geen ernstige afbreuk doen” moet worden toegepast in het kader van de faciliteit voor herstel en veerkracht (RRF). Dit betekent dat de criteria van de gedelegeerde EU-taxonomiehandeling Klimaat geen rechtstreekse bindende gevolgen hebben voor de tenuitvoerlegging van de faciliteit voor herstel en veerkracht. De verordening inzake het cohesiebeleid schrijft ook voor dat bij de doelstelling van de fondsen in de programmeringsperiode 2021-2027 het beginsel “geen ernstige afbreuk doen” van de EU-taxonomieverordening moet worden gehanteerd, zonder evenwel het gebruik van de criteria van de gedelegeerde taxonomiehandelingen te verplichten. In de toekomst moet het oorspronkelijke doel van de EU-taxonomie worden herhaald en een zorgvuldige beoordeling worden uitgevoerd van de gevolgen qua geschiktheid, evenredigheid en nalevingskosten, voordat dit doel in ander beleid wordt opgenomen.

2.Het ambitieniveau en de bruikbaarheid van de criteria in de gedelegeerde EU-taxonomiehandeling Klimaat

Wanneer de Europese Commissie gedelegeerde handelingen opstelt om criteria voor duurzame economische activiteiten vast te stellen, moet zij zich houden aan het mandaat van het Europees Parlement en de Raad om vast te stellen wat het ambitieniveau voor groene projecten moet zijn om de milieudoelstellingen van de EU te verwezenlijken.

Als duurzaam erkent de EU-taxonomie de activiteiten die eerder een substantiële dan een marginale bijdrage leveren aan de verwezenlijking van de milieudoelstellingen van de EU. In de EU-taxonomie worden de criteria substantiële bijdrage en geen ernstige afbreuk bepaald op basis van het ambitieniveau van de doelstellingen van de Europese Green Deal, met inbegrip van de doelstelling van klimaatneutraliteit van de EU.

Op basis van een zorgvuldig onderzoek van de ontvangen feedback zijn wijzigingen aangebracht ten opzichte van het ontwerp van gedelegeerde handeling dat voor feedback van het publiek was gepubliceerd, zonder in te boeten op het ambitieniveau van de doelstellingen van de Europese Green Deal. Hieronder enkele van die wijzigingen:

-Talrijke verduidelijkingen om de technische nauwkeurigheid en bruikbaarheid van de criteria te versterken;

-verdere verbetering van de bruikbaarheid door vereenvoudiging van de criteria, vermindering van de complexiteit en algemene lasten en, indien nodig, aanpassingen om ze specifieker en flexibeler te maken;

-verduidelijkingen om indien nodig beter rekening te houden met subsidiariteit en gedeelde bevoegdheden van de EU en de lidstaten (met inbegrip van een aantal verduidelijkingen om beter rekening te houden met nationale regelgeving);

-verbetering van de consistentie met bestaande kaders, sectorale wetgeving en waar nodig met de op handen zijnde herzieningen;

-specificaties met betrekking tot de reikwijdte van bepaalde overgangs- en faciliterende activiteiten en aanpassingen om de taxonomie voor economische actoren bruikbaarder te maken;

-een betere omschrijving van een klein aantal activiteiten die gedekt waren als onderdeel van een andere activiteit, indien daarvoor een duidelijke vraag was van belanghebbenden en waar deze in overeenstemming zijn met de doelstellingen en vereisten van de EU-taxonomieverordening;

-geactualiseerde overwegingen waarin wordt onderstreept dat in de toekomst evaluaties nodig zijn en dat in een later stadium aanvullende activiteiten moeten worden opgenomen.


3.Het toepassingsgebied van de EU-taxonomie

Na feedback van het publiek en rekening houdend met de aanbevelingen van het platform voor duurzame financiering overweegt de Commissie de EU-taxonomie verder te ontwikkelen in overeenstemming met de EU-taxonomieverordening om de resterende zorgen van belanghebbenden weg te nemen, zoals in de volgende afdeling wordt uiteengezet.

Met name het huidige toepassingsgebied van de criteria die in de gedelegeerde EU-taxonomieverordening Klimaat zijn uiteengezet, zal in de toekomst ruimer worden. De criteria zijn dynamisch en zullen regelmatig worden geëvalueerd. Zo zullen na verloop van tijd bij wijziging van deze gedelegeerde handeling nieuwe sectoren en activiteiten, met inbegrip van overgangs- en faciliterende activiteiten, aan het toepassingsgebied kunnen worden toegevoegd. Via een webportaal, dat medio 2021 op de website van de Europese Commissie zal worden opgezet, zullen belanghebbenden de mogelijkheid krijgen om activiteiten voor te stellen die in de criteria moeten worden opgenomen. De Commissie zal de suggesties beoordelen in combinatie met de inbreng van het platform voor duurzame financiering.

Bovendien zal de taxonomie internationaal van invloed zijn op duurzame financiering. Wanneer de EU de doelstellingen van de Europese Green Deal nastreeft, zal zij nauw samenwerken met haar partnerlanden, ook in relevante internationale fora zoals het Internationaal platform inzake duurzame financiering (IPSF), de G7/G20 en de Raad voor financiële stabiliteit (FSB). Ook het onderzoeken van manieren om de EU-taxonomie wereldwijd op passende en evenredige wijze operationeel te maken behoort daartoe. In die context zal verder worden gewerkt aan de bruikbaarheid en de internationale toepasbaarheid van de EU-taxonomie.

III.VOLGENDE STAPPEN OM DE EU-TAXONOMIE TE ONTWIKKELEN

In overeenstemming met het rechtskader en onze toezeggingen uit het verleden zal de Commissie bij de EU-taxonomieverordening een aanvullende gedelegeerde handeling vaststellen die betrekking heeft op activiteiten die nog niet onder de gedelegeerde EU-taxonomieverordening Klimaat vallen, zoals landbouw, bepaalde energiesectoren en bepaalde productieactiviteiten. 

Deze aanvullende gedelegeerde handeling zal betrekking hebben op kernenergie die overeenkomstig de EU-taxonomieverordening onderworpen is aan en consistent is met de resultaten van het lopende specifieke evaluatieproces. Dit proces is gebaseerd op het onafhankelijke en wetenschappelijke technische verslag 11 dat in maart 2021 werd gepubliceerd door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, de wetenschaps- en kennisdienst van de Europese Commissie 12 . De evaluatie van dit verslag wordt momenteel uitgevoerd door twee groepen deskundigen, de Groep van deskundigen ex artikel 31 van het Euratom-Verdrag en het Wetenschappelijk Comité voor gezondheids-, milieu- en opkomende risico's (SCHEER), om de wetenschappelijke evaluatie te voltooien en zal in juni 2021 worden afgerond. 

Deze aanvullende gedelegeerde handeling zal ook gelden voor aardgas en aanverwante technologieën als overgangsactiviteit, voor zover deze binnen de grenzen van artikel 10, lid 2, van de EU-taxonomieverordening vallen. In dit verband zullen de voordelen van een vervalbepaling voor overgangsactiviteiten in overweging worden genomen.

Na afloop van het specifieke evaluatieproces dat in de zomer van 2021 wordt verwacht, zal de Commissie deze aanvullende gedelegeerde handeling zo spoedig mogelijk vaststellen.

Een afzonderlijke gedelegeerde handeling zal betrekking hebben op activiteiten die een substantiële bijdrage leveren aan de andere vier milieudoelstellingen van de EU-taxonomieverordening (duurzaam gebruik en bescherming van water en mariene hulpbronnen, transitie naar een circulaire economie, preventie en bestrijding van verontreiniging, bescherming en herstel van biodiversiteit en ecosystemen). Het platform voor duurzame financiering werkt aan aanbevelingen voor deze handeling.

Bovendien bepaalt artikel 26 van de EU-taxonomieverordening dat de Commissie uiterlijk eind 2021 moet beoordelen of en hoe het toepassingsgebied van de taxonomieverordening kan worden uitgebreid tot andere niveaus van milieuprestaties dan een substantiële bijdrage, alsook tot andere doelstellingen, zoals sociale doelstellingen.

IV.DE TRANSITIE NAAR DUURZAAMHEID FINANCIEREN

Hoewel de EU-taxonomieverordening een belangrijke factor is om investeringen in duurzame langetermijnoplossingen te mobiliseren, werd de afgelopen maanden in de openbare raadpleging en de reacties van leden van het Europees Parlement, de lidstaten en andere belanghebbenden gewezen op de grenzen van de EU-taxonomie. Er is met name een wijdverbreide bezorgdheid dat sommige activiteiten, die bijdragen tot de groene transitie van de reële economie, niet in aanmerking komen om in de taxonomie te worden opgenomen.

Daarom zal de Commissie overwegen wetgeving voor te stellen ter ondersteuning van de financiering van bepaalde economische activiteiten, met name in de energiesector, waaronder gas, die bijdragen tot de vermindering van broeikasgasemissies op een manier die de transitie naar klimaatneutraliteit gedurende het huidige decennium ondersteunt. Met dit voorstel zou worden beoogd termijnen en tussenstappen vast te stellen voor die economische activiteiten, ook voor bestaande investeringen, die bijdragen tot het transitieproces op een wijze die strookt met de Europese Green Deal.

Een dergelijke aanpak zou een follow-up mogelijk maken van de conclusies van de Europese Raad van 11-12 december 2020, waarin de rol van transitietechnologieën zoals aardgas wordt erkend. 


Investeringen in aardgasprojecten komen in aanmerking voor financiële steun uit EU-instrumenten, wanneer die investeringen de beleidsdoelstellingen van de EU ondersteunen op een wijze die strookt met de Green Deal. Voorbeelden hiervan zijn de faciliteit voor herstel en veerkracht 13 , InvestEU, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Fonds voor de modernisering van het emissiehandelssysteem, waarbij aardgasprojecten in aanmerking kunnen komen na een beoordeling per geval.


De transitie naar een klimaatneutrale en duurzame economie is geen eenmalige gebeurtenis, maar een proces. Voor bedrijven betekent deze transitie dat zij de uitstoot van broeikasgassen terugdringen, veerkrachtig worden en op termijn milieuschade verminderen. Voor beleggers betekent de transitie dat zij de milieuprestaties van een portefeuille op termijn verbeteren. De lidstaten moeten deze transitie ook plannen en stimuleren.

Alle bedrijven kunnen investeren in groene activiteiten. Bedrijven kunnen de EU-taxonomie als onderdeel van hun bedrijfsstrategie gebruiken om plannen te maken voor de transitie van specifieke activiteiten om aan de taxonomiedrempels te voldoen. Andere wetenschappelijk onderbouwde maatstaven kunnen hen helpen om duurzaamheidsdoelstellingen vast te stellen voor de onderneming als geheel.

In opdracht van de Europese Commissie heeft het platform voor duurzame financiering advies verstrekt over de wijze waarop de rol van de EU-taxonomie in de bijdrage aan de groene transitie kan worden erkend. Het platform heeft in zijn verslag aan de Europese Commissie dat in maart 2021 werd gepubliceerd 14 , onder meer aanbevolen verder opties te onderzoeken om – buiten het huidige kader van de EU-taxonomie – de inspanningen te erkennen die zijn geleverd om de prestaties van activiteiten te verbeteren met het oog op de criteria voor substantiële bijdragen.

V.CONSISTENTE EN COHERENTE DUURZAAMHEIDSRAPPORTAGE DOOR BEDRIJVEN


1.Een nieuwe richtlijn duurzaamheidsrapportage door bedrijven

De Commissie stelt een nieuwe richtlijn duurzaamheidsrapportage door bedrijven voor, die een herziening zou inhouden van de bestaande rapportageregels die zijn ingevoerd bij de richtlijn niet-financiële rapportage. De voorgestelde richtlijn duurzaamheidsrapportage door bedrijven zou de basis vormen voor een consistente stroom van duurzaamheidsinformatie door de financiële waardeketen en voor andere belanghebbenden. Informatie die door bedrijven openbaar wordt gemaakt, zou dus beschikbaar zijn voor analisten bij banken, verzekeringsmaatschappijen, vermogensbeheerders of ratingbureaus, voor eindbeleggers en voor niet-gouvernementele organisaties en andere belanghebbenden die willen dat bedrijven beter verantwoording afleggen voor hun sociale en ecologische effecten. Met het oog op de doelstellingen van de Europese Green Deal zouden bedrijven die onder het toepassingsgebied vallen, verslag moeten uitbrengen over de impact van hun bedrijfsmodel en -strategie voor de transitie naar een duurzame en klimaatneutrale economie. De voorgestelde richtlijn zou ervoor zorgen dat duurzaamheidsrapportage van ondernemingen beantwoordt aan de behoeften van financiëlemarktdeelnemers, met inachtneming van de openbaarmakingsvereisten van de verordening inzake informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector 15 . Ook wordt rekening gehouden met het voornemen van de Commissie om later dit jaar een voorstel voor een initiatief inzake duurzame corporate governance in te dienen.

De meeste bedrijven kampen met stijgende kosten door ongecoördineerde verzoeken van beleggers en andere belanghebbenden om informatie over de duurzaamheid van ondernemingen. Hoewel de voorgestelde richtlijn duurzaamheidsrapportage door bedrijven voor bedrijven extra verslagleggingskosten zou meebrengen, is zij erop gericht deze kosten op middellange tot lange termijn te verminderen door consensus te vormen over de essentiële informatie die bedrijven openbaar moeten maken.

De voorgestelde richtlijn duurzaamheidsrapportage door bedrijven zou van toepassing zijn op ongeveer 49 000 bedrijven, tegenover ongeveer 11 000 die zich moeten houden aan de bestaande regels inzake duurzaamheidsrapportage (de richtlijn niet-financiële rapportage). Alle grote bedrijven, en alle bedrijven die genoteerd zijn op gereglementeerde markten in de EU, met uitzondering van beursgenoteerde micro-ondernemingen, zouden deze rapportagevereisten moeten naleven. Zij zouden informatie moeten rapporteren over alle milieu-, sociale en governancekwesties die relevant zijn voor hun bedrijf. In overeenstemming met de bestaande regels van de richtlijn niet-financiële rapportage zouden zij moeten rapporteren over de risico’s voor het bedrijf die voortvloeien uit duurzaamheidskwesties en over hun eigen effecten op mens en milieu. Dit omvat informatie over de mondiale toeleveringsketens van bedrijven met betrekking tot kwesties als dwangarbeid en kinderarbeid in overeenstemming met internationaal erkende beginselen en kaders zoals de Verklaring betreffende de fundamentele principes en rechten op het werk van de Internationale Arbeidsorganisatie. De informatie die zij rapporteren, zou worden gecontroleerd en digitaal worden gemarkeerd zodat die kan worden gebruikt voor het Europees centraal toegangspunt waarin het Actieplan voor de opbouw van een kapitaalmarktunie voorziet 16 .

De voorgestelde richtlijn duurzaamheidsrapportage door bedrijven zou ondernemingen verplichten verslag uit te brengen overeenkomstig de verplichte EU-normen voor duurzaamheidsrapportage. De Commissie zal gedelegeerde handelingen vaststellen om in dergelijke normen te voorzien en zal daarbij rekening houden met het technisch advies van de European Financial Reporting Advisory Group en samenwerken met de belangrijkste belanghebbenden, en na raadpleging van de lidstaten en relevante EU-organen, waaronder de Europese toezichthoudende autoriteiten, het Europees Milieuagentschap, het Europees Bureau voor de grondrechten en het platform voor duurzame financiering. De eerste reeks normen zou uiterlijk in oktober 2022 worden goedgekeurd.

De normen zullen worden afgestemd op het EU-beleid en zullen voortbouwen op en bijdragen aan internationale normalisatie-initiatieven. Terwijl de Unie werk maakt van EU-normen om te voldoen aan de ambitie van de Green Deal en de groeiende informatiebehoeften van beleggers, zal zij dan ook streven naar convergentie van duurzaamheidsrapportage op mondiaal niveau en voortbouwen op initiatieven zoals de Task Force on Climate-related Financial Disclosures (TCFD).

De Commissie stelt voor normen te ontwikkelen voor grote ondernemingen en afzonderlijke, evenredige normen voor kmo’s. Terwijl op gereglementeerde markten genoteerde kmo’s verplicht zouden zijn deze evenredige normen toe te passen, kunnen niet-beursgenoteerde kmo’s – de overgrote meerderheid van de kmo’s – ervoor kiezen deze op vrijwillige basis te gebruiken. De Commissie is bereid de lidstaten technische ondersteuning op maat te bieden om duurzaamheidsrapportage door bedrijven, met name door kmo’s, mogelijk te maken.

2.Coherente vereisten voor duurzaamheidsrapportage door bedrijven

De voorgestelde richtlijn duurzaamheidsrapportage door bedrijven moet zorgen voor samenhang tussen de rapportagevereisten in het kader van de EU-taxonomieverordening en de rapportage over de duurzaamheid van bedrijven. Artikel 8 van de taxonomieverordening schrijft voor dat ondernemingen die onder het toepassingsgebied van de bestaande richtlijn niet-financiële rapportage vallen, en andere ondernemingen die onder het toepassingsgebied van de voorgestelde richtlijn duurzaamheidsrapportage door bedrijven worden gebracht, bepaalde indicatoren moeten rapporteren over de mate waarin hun activiteiten duurzaam zijn zoals gedefinieerd in de EU-taxonomie. Met name het aandeel van de omzet uit en de kapitaaluitgaven en operationele uitgaven in verband met economische activiteiten die als ecologisch duurzaam kunnen worden aangemerkt, moet door de ondernemingen openbaar worden gemaakt.

Deze indicatoren zullen worden gespecificeerd in een afzonderlijke gedelegeerde handeling die vanaf 2022 van toepassing zal zijn. Door elk jaar hun kernprestatie-indicatoren te publiceren voor activiteiten die volgens de EU-taxonomie als ecologisch duurzaam worden beschouwd, tonen ondernemingen hun traject naar ecologische duurzaamheid op een objectieve manier aan beleggers en het grote publiek .

Bedrijven zullen deze indicatoren moeten rapporteren naast andere duurzaamheidsinformatie die is voorgeschreven door de richtlijn inzake verslaglegging over bedrijfsduurzaamheid. In de verplichte rapportagenormen die worden ontwikkeld op grond van de richtlijn duurzaamheidsrapportage door bedrijven zal ten volle rekening worden gehouden met deze indicatoren en zal worden voortgebouwd op de screeningcriteria en de drempels van “geen ernstige afbreuk doen” van de EU-taxonomie. De voor duurzaamheidsrapportage ontwikkelde normen zullen met name indicatoren omvatten die zijn afgestemd op de indicatoren die financiëlemarktdeelnemers moeten rapporteren op grond van de verordening inzake informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector.

Tegelijkertijd krijgen de bedrijven met de rapportage in het kader van de voorgestelde richtlijn duurzaamheidsrapportage door bedrijven de middelen om hun vorderingen op het gebied van duurzaamheid aan te tonen, los van de mate waarin zij op de taxonomie zijn afgestemd. De bedrijven moeten met name een volledig beeld geven van hun duurzaamheidseffecten en afhankelijkheden. 

De Commissie zal ervoor zorgen dat met de rapportagenormen niet alleen tot uiting komt in welke mate de activiteiten van een bedrijf op een bepaald moment op de taxonomie zijn afgestemd, maar ook de toekomstgerichte bedrijfsplannen, en dat de normen zowel kapitaalmarktfinanciering als bankfinanciering vergemakkelijken. De verplichte rapportage in het kader van de taxonomieverordening zal vanaf januari 2022 van toepassing zijn voor de doelstellingen mitigatie van klimaatverandering en adaptatie aan klimaatverandering, en vanaf januari 2023 voor de vier andere doelstellingen, zoals overeengekomen door het Europees Parlement en de Raad in de EU-taxonomieverordening.

De Commissie zal, mede met inbreng van het platform voor duurzame financiering en de European Financial Reporting Advisory Group, passende richtsnoeren en opties onderzoeken voor de wijze waarop entiteiten die onder de rapportageverplichtingen van de EU-taxonomieverordening vallen, in het eerste jaar van hun rapportageverplichtingen op zinvolle wijze verslag kunnen uitbrengen, rekening houdend met bepaalde lacunes in de gegevens.

VI.DUURZAAMHEIDSVOORKEUREN EN FIDUCIAIRE VERPLICHTINGEN

De Commissie introduceert vandaag de beoordeling van de duurzaamheidsvoorkeuren van cliënten in bestaande gedelegeerde handelingen in het kader van de richtlijn markten voor financiële instrumenten (MiFID II 17 ) en de richtlijn verzekeringsdistributie (IDD) 18 , als aanvulling op de geschiktheidsbeoordeling. Verzekerings- en beleggingsadviseurs zullen als onderdeel van de geschiktheidsbeoordeling niet alleen informatie moeten inwinnen over de kennis en ervaring van de cliënt op het gebied van beleggingen, zijn vermogen verliezen te dragen en zijn risicotolerantie, maar ook over zijn voorkeuren op het gebied van duurzaamheid. Dit zal ervoor zorgen dat duurzaamheidsoverwegingen systematisch in aanmerking worden genomen wanneer de adviseurs in hun aanbevelingen aan cliënten het scala aan financiële instrumenten en producten beoordelen.

Dankzij deze maatregel zullen retailbeleggers beter kunnen beslissen waar en hoe hun spaargeld moet worden belegd. Zo zal iedereen die dat wil de kans hebben om een merkbare positieve impact te hebben op het klimaat, het milieu en de samenleving. Deze verandering zal leiden tot een stijging van de vraag naar financiële instrumenten en producten met duurzame beleggingsstrategieën die rekening houden met de negatieve gevolgen voor de duurzaamheid.

Door in gedelegeerde handelingen de bestaande regels inzake fiduciaire verplichtingen voor de sectoren vermogensbeheer, verzekering, herverzekering en belegging te wijzigen, verduidelijkt de Commissie de huidige regels zodat ook duurzaamheidsrisico’s voor de waarde van beleggingen worden meegenomen, zoals de gevolgen van klimaatverandering en aantasting van het milieu.

VII.CONCLUSIE

De gedelegeerde EU-taxonomieverordening Klimaat, het in deze mededeling geschetste voorstel voor de richtlijn duurzaamheidsrapportage door bedrijven en de wijzigingen van gedelegeerde handelingen met betrekking tot duurzaamheidsvoorkeuren, fiduciaire verplichtingen en productgovernance zijn belangrijke stappen in de uitvoering van het bestaande actieplan “duurzame groei financieren” en de uitvoering van de Europese Green Deal.

Dit faciliterend ecosysteem voor duurzame financiering maakt deel uit van een bredere strategie om verandering tot stand te brengen en te zorgen voor een rechtvaardige transitie om onze duurzaamheidsdoelstellingen te bereiken. Dit zijn de bouwstenen om de transparantie te vergroten en beleggers instrumenten aan te reiken om duurzame beleggingskansen te identificeren. Hierdoor wordt een aantal toekomstige instrumenten mogelijk gemaakt, zoals het EU-milieulabel voor financiële retailproducten en de EU-norm voor groene obligaties.

Dialoog, samenwerking en sterk partnerschap tussen autoriteiten, bedrijven en financiële actoren, sociale partners, het maatschappelijk middenveld en de onderzoeks- en academische gemeenschap zullen van cruciaal belang zijn voor de verdere ontwikkeling van het instrumentarium voor duurzame financiering, onder meer via het platform voor duurzame financiering.

De dynamiek neemt toe: veel van onze internationale partners verhogen hun ambitie en streven naar duurzamere ontwikkelingstrajecten die zijn afgestemd op de Overeenkomst van Parijs en andere milieudoelstellingen. De belangstelling voor duurzame producten op de internationale markten neemt ook toe en biedt meer mogelijkheden voor duurzame beleggingen. Wereldwijde convergentie van normen is essentieel om te voorkomen dat markten versnipperen en om grensoverschrijdende beleggingen mogelijk te maken en te helpen de mondiale klimaat- en milieudoelstellingen te verwezenlijken. De EU blijft vastbesloten een leidende rol te spelen bij het versterken van de wereldwijde samenwerking via het Internationaal platform inzake duurzame financiering en andere internationale fora zoals de G20 en de G7.

In de geactualiseerde strategie voor duurzame financiering die de Commissie in juni 2021 zal aannemen, zal verder worden uiteengezet hoe duurzame financiering de overgang naar een duurzame en klimaatneutrale economie zal bevorderen.

(1)

Aandeel van in de EU gevestigde ondernemingen met meer dan 500 werknemers die actief zijn in economische sectoren die onder de gedelegeerde EU-verordening Klimaat vallen (bron: Bloomberg).

(2)

Bron: Eurostat

(3)

Verordening (EU) 2020/852 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2020 betreffende de totstandbrenging van een kader ter bevordering van duurzame beleggingen en tot wijziging van Verordening (EU) 2019/2088 (PB L 198 van 22.6.2020, blz. 13).

(4)

Gedelegeerde Verordening van de Commissie tot aanvulling van Verordening (EU) 2020/852 van het Europees Parlement en de Raad door technische screeningcriteria vast te stellen om de voorwaarden te bepalen waaronder een specifieke economische activiteit kan worden aangemerkt als substantieel bijdragend aan de mitigatie van klimaatverandering of de adaptatie aan klimaatverandering, en om uit te maken of die economische activiteit niet ernstig afbreuk doet aan een van de andere milieudoelstellingen, zie https://ec.europa.eu/info/law/sustainable-finance-taxonomy-regulation-eu-2020-852/amending-and-supplementary-acts/implementing-and-delegated-acts_en.

(5)

Voorstel voor een richtlijn tot wijziging van Richtlijn 2013/34/EU, Richtlijn 2004/109/EG, Richtlijn 2006/43/EG en Verordening (EU) nr. 537/2014 wat betreft duurzame bedrijfsrapportage door bepaalde ondernemingen, COM (2021) 189.

(6)

Artikel 9 van de EU-taxonomieverordening bepaalt de volgende zes milieudoelstellingen: a) de mitigatie van klimaatverandering b) de adaptatie aan klimaatverandering, c) het duurzaam gebruik en de bescherming van water en mariene hulpbronnen, d) de transitie naar een circulaire economie, e) de preventie en bestrijding van verontreiniging, en f) de bescherming en het herstel van biodiversiteit en ecosystemen.

(7)

Het platform voor duurzame financiering is opgericht bij artikel 20 van de EU-taxonomieverordening. Het bestaat uit deskundigen uit de particuliere en de publieke sector die de Commissie adviseren over de verdere ontwikkeling van de EU-taxonomie.

(8)

 Website van de Commissie over het duurzame geldwezen link .

(9)

Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van de faciliteit voor herstel en veerkracht  (PB L 57 van 18.2.2021, blz. 17).

(10)

Mededeling van de Commissie: Technische richtsnoeren over de toepassing van het beginsel “geen ernstige afbreuk doen aan” in het kader van de verordening betreffende de faciliteit voor herstel en veerkracht (PB C 58 van 18.2.2021, blz.1).

(11)

Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, Technical assessment of nuclear energy with respect to the ‘do no significant harm’ criteria of the EU Taxonomy Regulation, maart 2021. Beschikbaar via de volgende link .

(12)

Het verslag van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek bestaat uit twee delen: het eerste deel is gericht op de bestudering van relevante milieu-indicatoren met betrekking tot de criteria “geen ernstige afbreuk doen” voor de gehele nucleaire levenscyclus en het tweede deel is gericht op de specifieke vraag in verband met afval die door de TEG was benadrukt. In het verslag bevatte de volgende bevinding: “De analyses hebben geen wetenschappelijk onderbouwd bewijs opgeleverd dat kernenergie meer schade toebrengt aan de menselijke gezondheid of het milieu dan andere technologieën voor elektriciteitsproductie die reeds in de taxonomie zijn opgenomen als activiteiten die mitigatie van klimaatverandering ondersteunen.


(13)

Mits de specifieke voorwaarden worden nageleefd in bijlage III bij de mededeling van de Commissie: Technische richtsnoeren over de toepassing van het beginsel “geen ernstige afbreuk doen aan” in het kader van de verordening betreffende de faciliteit voor herstel en veerkracht.

(14)

Platform voor duurzame financiering, Transition finance report, maart 2021. Beschikbaar via de volgende link .

(15)

Verordening (EU) 2019/2088 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector (PB L 317 van 9.12.2019, blz. 1).

(16)

Mededeling van de Commissie over een kapitaalmarktenunie ten dienste van mensen en ondernemingen – Een nieuw actieplan, COM(2020) 590 final.

(17)

Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/565 van de Commissie van 25 april 2016 houdende aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de door beleggingsondernemingen in acht te nemen organisatorische eisen en voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening en wat betreft de definitie van begrippen voor de toepassing van genoemde richtlijn (PB L 87 van 31.3.2017, blz. 1).

(18)

Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/2359 van de Commissie van 21 september 2017 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2016/97 van het Europees Parlement en de Raad ten aanzien van informatievereisten en gedragsregels die van toepassing zijn op de distributie van verzekeringsbeleggingsproducten (PB L 341 van 20.12.2017, blz. 8).