Artikelen bij COM(2021)225 - Mededeling aan het EP over het Raadsstandpunt inzake een verordening tot oprichting van het Europees kenniscentrum voor industrie, technologie en onderzoek op het gebied van cyberbeveiliging en het netwerk van nationale coördinatiecentra

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 3.5.2021

COM(2021) 225 final

2018/0328(COD)

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

over het

standpunt van de Raad betreffende de goedkeuring van een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van het Europees kenniscentrum voor industrie, technologie en onderzoek op het gebied van cyberbeveiliging en het netwerk van nationale coördinatiecentra


2018/0328 (COD)

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

over het

standpunt van de Raad betreffende de goedkeuring van een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van het Europees kenniscentrum voor industrie, technologie en onderzoek op het gebied van cyberbeveiliging en het netwerk van nationale coördinatiecentra

1. Chronologisch overzicht

Indiening voorstel bij het Europees Parlement en de Raad (document COM(2018) 630 final – 2018/0328 COD)12 september 2018
Akkoord in de Raad over onderhandelingsmandaat13 maart 2019
Trialoog 113 maart 2019
Trialoog 220 maart 2019
Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing17 april 2019
Akkoord in de Raad over herzien onderhandelingsmandaat3 juni 2020
Trialoog 325 juni 2020
Akkoord in de Raad over herzien onderhandelingsmandaat22 juli 2020
Trialoog 429 oktober 2020
Akkoord in de Raad over herzien onderhandelingsmandaat9 december 2020
Trialoog 5 (laatste)11 december 2020
Politiek akkoord in het Comité van permanente vertegenwoordigers:16 december 2020
Goedkeuring van de compromistekst in de commissie ITRE van het Europees Parlement14 januari 2021
Vaststelling van het standpunt van de Raad in eerste lezing20 april 2021

2. Doel van het voorstel van de Commissie

Het voorstel van de Commissie inzake het Europees kenniscentrum voor industrie, technologie en onderzoek op het gebied van cyberbeveiliging (“het centrum”) en het netwerk van nationale coördinatiecentra (“het netwerk”) was gericht op de versterking van de Europese cyberbeveiligingscapaciteit om onze economie en onze samenleving te beschermen tegen cyberaanvallen, de hoge kwaliteit van het onderzoek te handhaven en het concurrentievermogen van de EU-industrie op dit gebied te versterken. Het was de bedoeling dat het centrum de fondsen voor cyberbeveiliging in het kader van het volgende meerjarig financieel kader voor 2021-2027 zou beheren en de financiering zou uitvoeren die afkomstig is uit de programma’s Digitaal Europa en Horizon Europa en uit de bijdragen van de lidstaten.

Het centrum en het netwerk moesten zo de Unie en de lidstaten in staat stellen een proactief, strategisch perspectief op lange termijn in te nemen met betrekking tot het industriebeleid op het gebied van cyberbeveiliging, dat verder gaat dan onderzoek en ontwikkeling. Deze aanpak moest niet alleen helpen bij de zoektocht naar baanbrekende oplossingen voor de uitdagingen waarmee de particuliere en de openbare sector kampen, maar ook de effectieve aanwending van deze oplossingen ondersteunen. Het netwerk en het centrum moesten samen onze technologische soevereiniteit versterken door middel van grootschalige cyberbeveiligingsprojecten.

Het voorstel beoogde verder de betrokken industriële gemeenschappen, onderzoeksgemeenschappen en overheidsinstanties in staat te stellen toegang te krijgen tot belangrijke capaciteiten, zoals test- en experimenteerfaciliteiten, die door een tekort aan financiële en personele middelen vaak niet binnen het bereik van afzonderlijke lidstaten liggen.

3. Opmerkingen over het standpunt van de Raad

Het standpunt van de Raad weerspiegelt het in de trialogen bereikte akkoord. De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van het voorstel van de Commissie zijn:

–Standplaats: het centrum zal worden gevestigd in Boekarest, zoals vermeld in een overweging.

–Doelstelling en taken: de doelstelling en de taken van het centrum worden vastgelegd in afzonderlijke artikelen. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen strategische en uitvoerende taken.

–Civiel-militaire synergieën en tweeërlei gebruik: er wordt niet expliciet verwezen naar het Europees Defensiefonds.

–Nationale coördinatiecentra (NCC’s): een positieve beoordeling door de Commissie van de door de lidstaten voorgedragen entiteiten is niet langer een vereiste om een NCC te worden. Een positieve beoordeling door de Commissie blijft evenwel noodzakelijk om als NCC in aanmerking te komen voor rechtstreekse financiële steun van de Unie.

–Strategische “agenda”: het centrum stelt een “agenda” vast, dat wil zeggen “een integrale en duurzame strategie voor industrie, technologie en onderzoek op het gebied van cyberbeveiliging, waarin strategische aanbevelingen voor de [...] sector [...] en strategische prioriteiten voor de activiteiten van het kenniscentrum zijn opgenomen”.

–Stemming: alle lidstaten hebben één stem in de raad van bestuur. De Commissie heeft een blokkerende minderheid voor alle besluiten die rechtstreeks van invloed zijn op de toewijzing van EU-middelen en het beheer, met uitzondering van de agenda. Met betrekking tot de agenda is een vrijwaring toegevoegd dat de agenda niet bindend is voor de besluiten over de jaarlijkse werkprogramma’s. Voor besluiten die niet rechtstreeks van invloed zijn op de toewijzing van EU-middelen en het beheer, heeft de Commissie één stem. De enige uitzondering op de regel dat alle lidstaten één stem in de raad van bestuur hebben, betreft de taak van de raad van bestuur om besluiten vast te stellen met betrekking tot de beschrijving van gezamenlijke acties. Voor dergelijke besluiten hebben de lidstaten en de Unie stemrecht in verhouding tot hun bijdrage aan de desbetreffende gezamenlijke actie.

–Medefinanciering: de bijdrage van de lidstaten aan de activiteiten van het centrum is niet gekwantificeerd in de verordening en heeft een vrijwillig karakter gekregen. Daarom is in de tekst met betrekking tot Horizon Europa bepaald dat de Unie slechts zo veel zal bijdragen als de lidstaten toezeggen jaarlijks te zullen bijdragen. 

De Commissie heeft hierover de volgende verklaring afgegeven: “De Commissie neemt nota van het akkoord tussen het Europees Parlement en de Raad over de medefinanciering door de lidstaten. Hoewel de Commissie kan aanvaarden dat de bijdragen van de lidstaten niet worden gespecificeerd in de verordening, betreurt zij het dat in het politieke akkoord het begrip “vrijwillige” bijdragen van de lidstaten is opgenomen, omdat hierdoor geen blijk wordt gegeven van de inzet op lange termijn van alle betrokken partijen.

Het succes van het centrum hangt af van de daadwerkelijke bijdrage van de lidstaten; zonder deze bijdragen kan het zijn taak niet uitvoeren.

De Commissie verduidelijkt dat de Unie met financiering uit Horizon Europa zal bijdragen, maar slechts zoveel als de lidstaten bereid zijn jaarlijks bij te dragen. Daarnaast wenst de Commissie te benadrukken dat zodra één of meer lidstaten een toezegging doen, deze toezegging bindend is.”

–Personeel: in de benodigde personele middelen van het centrum wordt in eerste instantie voorzien door herschikking van personeel of posten van de instellingen, organen en instanties van de Unie, alsook door de aanwerving van extra personeel.

De Commissie is van mening dat in het bereikte akkoord wordt vastgehouden aan de doelstellingen van het oorspronkelijke voorstel van de Commissie.

4. Conclusie

De Commissie gaat akkoord met het standpunt van de Raad.