Artikelen bij COM(2021)255 - Vijfde jaarverslag over de Faciliteit voor vluchtelingen in Turkije

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 26.5.2021

COM(2021) 255 final

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EMPTY

Vijfde jaarverslag over de Faciliteit voor vluchtelingen in Turkije


Inhoud

1. Inleiding    

1.1.    Turkije en de vluchtelingencrisis    

1.2.    De EU-respons op de crisis en de oprichting van de Faciliteit    

2. De werking van de Faciliteit    6

3. Financiële capaciteit, duur en aard van de financiering    7

4. Uitvoering van de Faciliteit    9

5. Monitoring en evaluatie    17

6. Controle    19

7. Communicatie en zichtbaarheid    20

8. Conclusies en volgende stappen    21


1.Inleiding

Volgens artikel 8, lid 1, van het besluit van de Commissie van 24 november 2015 1 inzake een mechanisme voor de coördinatie van het optreden van de Unie en de lidstaten (hierna 'het besluit' genoemd) dient de Commissie het Europees Parlement en de Raad regelmatig te informeren over de uitvoering van de Faciliteit voor vluchtelingen in Turkije (hierna 'de Faciliteit' genoemd). Bij artikel 8, lid 2, van het besluit wordt de Commissie opgedragen jaarlijks verslag uit te brengen bij het Europees Parlement en de Raad over de uitvoering van de Faciliteit. Het eerste jaarverslag over de Faciliteit werd in maart 2017 gepubliceerd 2 . In het verslag werden de werking van de Faciliteit en de eerste maatregelen beschreven met het oog op de uitvoering, de monitoring, het evaluatiesysteem daarvan, alsook daarmee verband houdende communicatie-activiteiten. Het tweede, derde en vierde verslag zijn respectievelijk in maart 2018 3 , april 2019 4 en april 2020 5 gepubliceerd. De afsluitdatum van dit verslag valt eind februari 2021.

1.1.Turkije en de vluchtelingencrisis

Door zijn geografische ligging is Turkije een belangrijk opvang- en doorreisland voor vluchtelingen en migranten. Door het ongekend grote aantal mensen dat in Turkije aankomt, grotendeels als gevolg van de conflicten in Syrië, Irak en Afghanistan, vangt het land nu ongeveer vier miljoen vluchtelingen op – meer dan enig ander land in de wereld. Hierbij gaat het om 3,6 miljoen geregistreerde Syrische vluchtelingen 6 en 330 000 geregistreerde vluchtelingen en asielzoekers die hoofdzakelijk afkomstig zijn uit Afghanistan, Irak, Iran en Somalië 7   8 . Deze zeer grote aantallen hebben een aanzienlijke impact gehad op de gastgemeenschappen. De langdurige ontheemding van Syrische vluchtelingen in Turkije vormt een steeds grotere uitdaging voor de sociale cohesie tussen vluchtelingen, migranten en gastgemeenschappen, met name in een context die wordt gekenmerkt door economische neergang en de gevolgen van de COVID-19-pandemie op de arbeidsmarkt.

Turkije blijft zeer aanzienlijke inspanningen leveren voor de opvang en het lenigen van de noden van bijna 4 miljoen vluchtelingen en migranten. Turkije heeft zich er nogmaals toe verbonden de Verklaring EU-Turkije van maart 2016 9 uit te voeren en heeft een sleutelrol gespeeld bij het doeltreffend beheer van de migratiestromen langs de oostelijke Middellandse Zeeroute. Ondanks een korte periode in februari/maart 2020, waarin Turkije migranten actief aanspoorde om zich naar de Griekse landgrens te begeven, bleef de Verklaring in 2020 concrete resultaten opleveren wat betreft het terugdringen van irreguliere en gevaarlijke grensoverschrijdingen en het redden van levens in de Egeïsche Zee.

In hun gezamenlijke verklaring over de stand van zaken van de politieke, economische en handelsbetrekkingen tussen de EU en Turkije 10 hebben de Europese Commissie en de hoge vertegenwoordiger gepleit voor een meer doeltreffende en wederzijds voordelige tenuitvoerlegging van kernpunten van de Verklaring EU-Turkije van 2016, met name wat betreft migratiebeheer, door zonder verder oponthoud het proces van terugkeer  vanaf de Griekse eilanden hervatten, te beginnen met de 1 450 terugkeerders van wie het beroep is uitgeput en, omgekeerd, de hervestigingen  vanuit Turkije naar de Unie op te voeren.

De Europese Raad van december 2020 11 heeft bevestigd dat de EU bereid is verdere financiële hulp te bieden voor Syrische vluchtelingen en gastgemeenschappen in Turkije en de leden van de Europese Raad hebben de Commissie in hun verklaring van maart 2021 12 verzocht om een voorstel in te dienen voor de voortzetting van de financiering voor Syrische vluchtelingen in Turkije, alsook in Jordanië, Libanon en andere delen van de regio. Zij riepen ook op de samenwerking met Turkije op het gebied van migratiebeheer te versterken.

1.2.De EU-respons op de crisis en de oprichting van de Faciliteit

In 2015 besloten de Europese Unie en haar lidstaten hun politieke en financiële inspanningen om Turkije te ondersteunen bij de opvang van vluchtelingen te intensiveren. Als antwoord op de oproep van een aantal EU-lidstaten om aanzienlijk meer financiële middelen te verstrekken voor steun aan de vluchtelingen in Turkije, heeft de Commissie bij besluit van de Commissie van 24 november 2015, gewijzigd op 10 februari 2016 13 , en opnieuw op 14 maart en 24 juli 2018, de Vluchtelingenfaciliteit voor Turkije opgezet. De Faciliteit is een mechanisme voor de coördinatie van de middelen die beschikbaar worden gesteld via de begroting van de EU alsook via extra bijdragen van de lidstaten die als externe bestemmingsontvangsten in de EU-begroting worden opgenomen. De lidstaten hebben zich er politiek toe verbonden bijdragen te leveren in het kader van het Gezamenlijk akkoord tussen de EU-lidstaten en de Europese Commissie dat op 3 februari 2016 is aangenomen door de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten en is geactualiseerd naar aanleiding van het akkoord over de tweede tranche van de Faciliteit. 14 Het Gezamenlijk Akkoord stelt tevens een voorwaardenkader vast. Voor de eerste tranche van de Faciliteit (2016-2017) werd in totaal 3 miljard euro toegewezen. De 3 miljard euro kwam bovenop de 345 miljoen euro 15 die reeds voor de start van de Faciliteit door de Europese Commissie was toegewezen aan Turkije als respons op de Syrische vluchtelingencrisis en bovenop de bilaterale steunverlening van de lidstaten 16 . Een extra bedrag van 3 miljard euro is beschikbaar gesteld voor de tweede tranche van de Faciliteit (2018-2019), waarmee de Faciliteit nu in totaal over 6 miljard euro beschikt. De Faciliteit werd op 17 februari 2016 operationeel met de eerste vergadering van de stuurgroep van de Faciliteit. Na deze vergadering is de Commissie snel overgegaan tot de gunning van de eerste projecten in het kader van de Faciliteit. Op 31 december 2020 had de Commissie het volledige operationele budget van de Faciliteit aanbesteed. Op een totaal van 6 miljard euro was bijna 4,1 miljard euro uitbetaald. Daarnaast werd in 2020 585 miljoen euro 17 toegewezen ter ondersteuning van humanitaire acties in Turkije buiten de Faciliteit, waaronder 100 miljoen euro voor verdere bijstand op het gebied van bescherming, gezondheid en onderwijs, en 485 miljoen euro in het kader van een gewijzigde begroting voor de voortzetting van het Emergency Social Safety Net (ESSN - sociale vangnet voor noodgevallen) en de Conditional Cash Transfer for Education (CCTE - voorwaardelijke overdracht van contanten voor onderwijs).

Op 18 maart 2016 hebben de staatshoofden en regeringsleiders van de Europese Unie en Turkije opnieuw hun engagement bevestigd voor de uitvoering van het gezamenlijke actieplan en zijn zij verdere maatregelen overeengekomen om de betrekkingen tussen de EU en Turkije te verdiepen en de migratiecrisis aan te pakken 18 . Turkije en de Europese Unie hebben erkend dat er verdere, spoedige en vastberaden inspanningen nodig zijn. Meer specifiek werd in de Verklaring EU-Turkije van 18 maart 2016 (hierna “de Verklaring” genoemd) onder meer opgeroepen om de irreguliere migratie vanuit Turkije naar de EU te stuiten door het bedrijfsmodel van mensensmokkelaars te ontwrichten en door migranten een alternatief te bieden voor de gevaarlijke oversteek alsook om de Faciliteit versneld uit te voeren.

De tenuitvoerlegging van de Verklaring speelde ook in de loop van 2020 opnieuw een sleutelrol bij te garanderen dat het migratieprobleem doeltreffend en gezamenlijk door de EU en Turkije werd aangepakt. Naar aanleiding van de gebeurtenissen aan de grens tussen Griekenland en Turkije in februari 2020 hebben voorzitter van de Europese Raad Charles Michel en voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen op 9 maart een ontmoeting gehad met de Turkse president Recep Tayyip Erdogan. Zij kwamen overeen de uitvoering van de Verklaring EU-Turkije van 2016, waarvan de Faciliteit een essentieel onderdeel is, te evalueren. De besprekingen werden tot de zomer voortgezet onder auspiciën van de hoge vertegenwoordiger van de EU en vicevoorzitter van de Commissie Josep Borrell en de Turkse minister van Buitenlandse Zaken Cavusoglu.

In 2020 kwamen in totaal 18 736 migranten vanuit Turkije aan in de EU, tegenover 75 974 in 2019 (een daling met 75 %). In 2020 werden 13 979 aankomsten in Griekenland geregistreerd ten opzichte van 73 627 aankomsten in 2019 (een daling van 81 %); 4 191 in Italië ten opzichte van 1 854 in 2019 (stijging met 126 %); 232 in Bulgarije en 334 per boot rechtstreeks naar de door de regering gecontroleerde gebieden van Cyprus, ten opzichte van respectievelijk 199 en 294 in 2019. Tegelijkertijd registreerden de Cypriotische autoriteiten steeds meer aankomsten uit Turkije na overschrijding van de Groene Lijn. In totaal zijn in 2020 5 900 irreguliere migranten in Cyprus aangekomen, hetzij rechtstreeks uit Turkije, hetzij via gebieden waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent. In 2019 ging het om 7 800 irreguliere migranten.

Turkije bleef geconfronteerd met migratiedruk, zij het aanzienlijk minder dan in 2019. De aanzienlijke daling van het aantal migranten dat in 2020 vanuit Turkije aankwam, was toe te schrijven aan de gevolgen van de COVID-19-pandemie. Terwijl het aantal migranten dat vanuit Turkije in Griekenland aankwam in januari en februari 2020 respectievelijk 49 % en 22 % hoger lag dan in 2019, hadden de sinds maart genomen maatregelen zowel binnen Turkije als aan zijn buitengrenzen een duidelijk effect op verplaatsingen en reizen.

Hoewel Turkije zich er nogmaals toe verbonden heeft de Verklaring daadwerkelijk uit te voeren, kondigde de Turkse regering op 28 februari 2020 aan dat zij haar land- en zeegrenzen met Europa niet langer zou controleren en vrije doorgang zou bieden aan migranten die willen oversteken. Dit leidde tot de oprichting van een informeel kamp langs de landgrens met Griekenland, dat uiteindelijk bijna 25 000 migranten en vluchtelingen heeft opgevangen.  Vanaf 30 maart organiseerden de Turkse autoriteiten vervoer voor migranten en vluchtelingen uit het grensgebied en sloten zij vanwege de COVID-19-pandemie de grens met Griekenland en Bulgarije, behalve voor commercieel verkeer. De Turkse autoriteiten hebben aangegeven dat zij handelden in het kader van de bestaande voorzorgsmaatregelen op het gebied van de volksgezondheid en dat deze stap geen wijziging inhield van het Turkse beleid om irreguliere migranten de kans te geven de Turkse grens te overschrijden. Migranten zouden vrij zijn om de Griekse grens te bereiken zodra de voorzorgsmaatregelen voor COVID-19 werden opgeheven, aangezien de Turkse regering niet van plan was te verhinderen dat iemand die dat wenst, Turkije verlaat.

De uitvoering van de één-voor-één-hervestigingsregeling in het kader van de Verklaring is voortgezet. Tussen april 2016 en februari 2021 zijn 28 621 Syrische vluchtelingen vanuit Turkije in de EU hervestigd. Hoewel hervestigingsoperaties wereldwijd tussen april en juni 2020 tijdelijk werden opgeschort als gevolg van de COVID-19-gezondheidscrisis, werden in 2020 2 422 mensen hervestigd (ongeveer de helft na de hervatting van de operaties, d.w.z. tussen juli en december).

Sinds 2016 zijn in het kader van de Verklaring 2 140 migranten van de Griekse eilanden naar Turkije teruggestuurd, terwijl in 2020 slechts 139 migranten werden teruggestuurd. Op 16 maart 2020 hebben de Turkse autoriteiten terugkeeroperaties in het kader van de Verklaring tot nader order opgeschort wegens de COVID-19-pandemie. Hoewel de hervestigingen vanuit Turkije in juli 2020 zijn hervat, blijft de terugkeer vanuit Griekenland tot op heden opgeschort. In antwoord op herhaalde verzoeken van de Griekse autoriteiten en de Europese Commissie met betrekking tot de hervatting van terugkeeroperaties heeft Turkije benadrukt dat niet is voldaan aan de voorwaarden voor hervatting van de operaties.

De vrijwillige regeling voor toelating op humanitaire gronden, die naar verwachting zal worden geactiveerd zodra de irreguliere grensoverschrijdingen tussen Turkije en de EU eindigen of ten minste aanzienlijk en duurzaam zijn verminderd, is nog niet door de lidstaten geactiveerd.

COVID-19

De COVID-19-pandemie heeft nog steeds aanzienlijke gevolgen voor Turkije. Bij het uitbreken van de crisis in Turkije in maart 2020 heeft de Commissie contact opgenomen met de Turkse autoriteiten om te vragen of er specifieke steun nodig was voor hun respons. Zij bevestigden hun voornemen om de projecten in het kader van de Faciliteit en de reguliere bilaterale IPA-steun voort te zetten zoals oorspronkelijk geprogrammeerd. In nauw overleg met de Turkse autoriteiten heeft de Commissie ingestemd met het aanwenden van besparingen in het kader van de Faciliteit voor doeleinden in verband met COVID-19 in de vorm van aanvullingen op bestaande projecten in plaats van nieuwe projecten. De Commissie heeft ook contact opgenomen met de uitvoerende partners van de Faciliteit voor hun beoordeling van de gevolgen van COVID-19 voor projecten in het kader van de Faciliteit. Naar aanleiding van deze raadpleging is de uitvoeringsperiode voor projecten in het kader van de bijzondere maatregel van 2016 ten belope van 1,6 miljard euro verlengd tot juni 2023, zodat de doelstellingen van alle betrokken projecten kunnen worden verwezenlijkt.

Eind 2020 was ongeveer 65 miljoen euro verlegd naar interventies in de gezondheidszorg en sociaal-economische steunmaatregelen om de gevolgen van COVID-19 te verzachten in het kader van de Faciliteit voor vluchtelingen (van de totale COVID-19-interventies in het kader van de financiële instrumenten van de EU, die 105 miljoen euro bedragen). De acties omvatten de activering van een reserve voor onvoorziene uitgaven van 4,7 miljoen euro van het SIHHAT I-project om de gezondheidscentra voor migranten uit te rusten met beschermingsmiddelen en ontsmettingsmiddelen. Voorts is in het kader van het humanitaire gedeelte van de Faciliteit meer dan 50 miljoen euro herschikt in het kader van een reeks projecten voor humanitaire respons naar aanleiding van COVID-19-pandemie. Met name hebben zowel het ESSN als de CCTE extra financiële steun verleend aan hun begunstigden. In het kader van het ESSN werden in juni en juli 2020 twee extra bedragen van elk 500 Turkse lira (TL) verstrekt aan meer dan 1,7 miljoen individuele vluchtelingen (810 000 huishoudens), voor een totaalbedrag van meer dan 47 miljoen euro. In het kader van het CCTE-onderwijsproject werd op 30 november 2020 als eenmalige betaling een extra bedrag van 85 TL verstrekt aan alle begunstigden die in aanmerking kwamen voor CCTE, ongeacht leeftijd en leerjaar. In totaal hebben 535 000 kinderen dit extra bedrag ontvangen. Daarnaast werd aan 20 000 begunstigde huishoudens die geen beroep konden doen op het ESSN bijstand in contanten verleend via een operatie in het hele land die werd uitgevoerd door het UNHCR samen met het directoraat-generaal Migratiebeheer (DGMM), met een bijdrage van 8 miljoen euro afkomstig van humanitaire financiering buiten de faciliteit. In het kader van Trustfonds van de EU in respons op de Syrische crisis was de COVID-19-bijstand gericht op de aanschaf van persoonlijke beschermingsmiddelen, online- en afstandsonderwijs, arbeidsbemiddeling en psychosociale steun.


2.De werking van de Faciliteit 

De Faciliteit is een coördinatiemechanisme waarmee snel, doeltreffend en doelmatig EU-steun beschikbaar wordt gesteld voor vluchtelingen in Turkije. De Faciliteit garandeert dat de bestaande EU-financieringsinstrumenten optimaal worden ingezet, voor humanitaire bijstand en/of ontwikkelingshulp, om op een brede en gecoördineerde manier te voldoen aan de behoeften van de vluchtelingen en de gastgemeenschappen 19 .

De stuurgroep van de Faciliteit stippelt het strategische beleid uit inzake de prioriteiten, het type acties dat wordt gesteund, de te besteden bedragen en de te gebruiken financieringsinstrumenten, en, waar passend, de voorwaarden met betrekking tot de uitvoering door Turkije van zijn verbintenissen in het kader van het gezamenlijke actieplan EU-Turkije van 29 november 2015 (hierna het 'gezamenlijke actieplan' genoemd) 20 . In 2020, het vijfde jaar van de uitvoering van de Faciliteit, vond één vergadering van de stuurgroep plaats, op 5 november 2020. Wegens de COVID-19-pandemie vond deze vergadering online plaats.

De leidende beginselen voor de uitvoering van de Faciliteit zijn spoed, doeltreffendheid en doelmatigheid en de garantie van een gezond financieel beheer. Ook de duurzaamheid van de maatregelen van de Faciliteit en de medeverantwoordelijkheid van de Turkse autoriteiten zijn belangrijk. De prioriteitsgebieden voor bijstand werden vastgesteld op basis van een brede en onafhankelijke behoefteanalyse 21 met bijzondere aandacht voor kwetsbare groepen. De behoefteanalyse is in 2018 bijgewerkt 22 .

De Faciliteit coördineert de financiering van de volgende externe financieringsinstrumenten 23 : humanitaire hulp 24 , het Europees nabuurschapsinstrument 25 , het Financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking 26 , het Instrument voor pretoetredingssteun 27 en het Instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede 28 . Maatregelen die worden gefinancierd uit de begroting van de Unie, worden uitgevoerd overeenkomstig het toepasselijke financieel reglement en de uitvoeringsvoorschriften voor zowel direct als indirect beheer.

De tenuitvoerlegging van de bijstand is gebonden aan de strikte naleving door Turkije van de verbintenissen die zijn neergelegd in het gezamenlijke actieplan, en de Verklaring EU-Turkije.

3.Financiële capaciteit, duur en aard van de financiering

Het totale budget dat door de Faciliteit wordt gecoördineerd, beloopt 6 miljard euro en wordt in twee tranches beschikbaar gesteld. Projecten in het kader van de eerste tranche lopen tot uiterlijk medio 2021 en die in het kader van de tweede tranche tot uiterlijk medio 2025 (de meeste projecten zullen eerder aflopen). Eind 2020 waren alle operationele middelen vastgelegd en aanbesteed in het kader van beide tranches.

Naar aanleiding van COVID-19-crisis is de uitvoeringsperiode voor projecten in het kader van de bijzondere maatregel van 2016 ten belope van 1,6 miljard euro bij wijze van uitzondering verlengd tot juni 2023, zodat de doelstellingen van alle betrokken projecten kunnen worden verwezenlijkt.

De eerste tranche bedroeg 3 miljard euro. Hiervan kwam 1 miljard euro uit de EU-begroting en werd 2 miljard euro door de lidstaten in de vorm van bilaterale bijdragen ter beschikking gesteld 29 . De tweede tranche bedroeg eveneens 3 miljard euro. Hiervan kwam 2 miljard euro uit de EU-begroting en 1 miljard euro van de lidstaten 30 .

Wat de middelen uit de EU-begroting betreft, werd van de 1 miljard euro uit de EU-begroting voor 2016-2017 250 miljoen euro in 2016 en 750 miljoen euro in 2017 vrijgemaakt. Van de 2 miljard euro uit de EU-begroting voor 2018-2019 werd in 2018 550 miljoen euro vrijgemaakt en werd het saldo in 2019 vrijgemaakt.

Wat de bijdragen van de lidstaten betreft, droegen de lidstaten voor de eerste tranche in 2016 677 miljoen euro bij aan de Faciliteit, in 2017 847 miljoen euro, in 2018 396 miljoen euro en in 2019 80 miljoen euro. Voor de tweede tranche droegen de lidstaten in 2018 68 miljoen euro bij aan de Faciliteit, in 2019 202 miljoen euro en in 2020 265 miljoen euro en zijn er resterende betalingen gepland tot 2023. De bijdragen van de lidstaten worden rechtstreeks opgenomen in de EU-begroting als externe bestemmingsontvangsten, krachtens artikel 21, lid 2, onder a), punt ii), van het Financieel Reglement, en worden toegewezen aan de begrotingsonderdelen van het Instrument voor pretoetredingssteun en de humanitaire hulp.

De balans tussen de betalingen van de lidstaten van hun bijdragen aan de Faciliteit en de uitbetalingen die met deze bijdragen worden gefinancierd vanuit de Faciliteit, is nog steeds bevredigend.

In het kader van het humanitaire onderdeel van de Faciliteit werd het resterende bedrag van 19,50 miljoen euro gereserveerd als buffercapaciteit voor de eventuele financiering van de respons op de instroom van nieuwe vluchtelingen uit Syrië. Aangezien de buffer in 2019 niet werd benut, werd dit bedrag in 2020 aanbesteed ter dekking van maatregelen op het gebied van gezondheid en bescherming. Hiermee werd de programmering voor de tweede tranche werd afgerond.

De Commissie heeft de humanitaire bijstand voortgezet, met middelen bovenop de financiering in het kader van de Faciliteit. In totaal werd tot op heden 585 miljoen euro 31  toegewezen voor de ondersteuning van humanitaire acties in Turkije buiten de Faciliteit. Hierbij gaat het om een initieel bedrag van 50 miljoen euro aan humanitaire bijstand dat de Commissie in april 2020 uit de jaarlijkse humanitaire begroting heeft toegewezen om de bijstand op het gebied van bescherming, gezondheid en onderwijs in noodsituaties voort te zetten, en een extra bedrag van 50 miljoen euro dat in november 2020 is toegewezen voor de voortzetting van de bovenvermelde projecten. In juli 2020 heeft de begrotingsautoriteit in het kader van een gewijzigde begroting nog eens 485 miljoen euro goedgekeurd en toegewezen om twee vlaggenschipprojecten van de Faciliteit voort te zetten, namelijk het Emergency Social Safety Net (ESSN - sociale vangnet voor noodgevallen) en de Conditional Cash Transfer for Education (CCTE - voorwaardelijke overdracht van contanten voor onderwijs).

Op 31 december 2020 had de Commissie het volledige operationele budget van de Faciliteit aanbesteed. Op een totaal van 6 miljard euro was meer dan 4 miljard euro uitbetaald.

4.Uitvoering van de Faciliteit

De Faciliteit wordt ingezet voor het verlenen van humanitaire bijstand en ontwikkelingshulp. In het kader van de eerste tranche zijn ruwweg 1,4 miljard euro en 1,6 miljard euro toegewezen aan de respectieve onderdelen. De aanslepende crisis in Syrië heeft ertoe geleid dat de maatregelen in het kader van de tweede tranche in toenemende mate gericht zijn op sociaal-economische ondersteuningsactiviteiten en het creëren van mogelijkheden om in het levensonderhoud te voorzien. In het kader van de tweede tranche is 1,04 miljard euro toegewezen aan humanitaire bijstand en 1,9 miljard euro aan ontwikkelingshulp 32 .

Voor de Faciliteit in haar totaliteit is de uitsplitsing van humanitaire bijstand en ontwikkelingshulp als volgt:


De online projecttabel bevat alle details 33 .

De programmering van de Faciliteit werd in december 2019 voltooid en eind 2020 was het volledige operationele budget van 6 miljard euro aanbesteed, waarvan 4,072 miljard euro was uitbetaald.  

Het is belangrijk op te merken dat de bijstand die in het kader van de Faciliteit wordt verleend, projectmatig is. De uitbetalingen zijn afhankelijk van de voortgang bij de uitvoering van de maatregelen van de Faciliteit.

Speciale aandacht gaat uit naar niet-Syrische vluchtelingen en asielzoekers. De maatregelen van de Faciliteit beogen altijd de lokale gemeenschappen die de vluchtelingen herbergen, erbij te betrekken.

Humanitaire bijstand is bestemd voor de meest kwetsbare vluchtelingen; het betreft de verstrekking van betrouwbare en waardige ondersteuning op het gebied van basisbehoeften en bescherming. Er worden ook leemten aangepakt in de verlening van diensten door speciale agentschappen en partners op het gebied van gezondheid en onderwijs in noodgevallen. De humanitaire hulp van de EU valt onder de Europese consensus over humanitaire hulp van 2007 34 , waarin is gestipuleerd dat de EU als humanitaire actor de humanitaire beginselen van menselijkheid, neutraliteit, onpartijdigheid en onafhankelijkheid aanhangt, zoals uiteengezet in artikel 214 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en in Verordening (EG) nr. 1257/96 betreffende humanitaire hulp 35 , 36 .

In het kader van het humanitaire onderdeel van de Faciliteit zijn in totaal 65 projecten uitgevoerd via 21 partners in het raam van zowel de eerste als de tweede tranche. Deze projecten zijn bedoeld om tegemoet te komen aan basisbehoeften, onder meer op het gebied van bescherming, onderwijs en gezondheid van de meest kwetsbare vluchtelingen in Turkije. In het kader van de eerste tranche is ongeveer 1,4 miljard euro toegewezen en aanbesteed voor humanitaire bijstand en is 1,3 miljard euro uitbetaald, terwijl voor de tweede tranche 1,04 miljard euro is aanbesteed en 964 miljoen euro was uitbetaald per 31 januari 2021.

Ontwikkelingshulp ondersteunt de behoeften op de langere termijn op het gebied van gezondheidszorg, onderwijs en sociaal-economische ontwikkeling van vluchtelingen, in het bijzonder op het punt van toegang tot overheidsdiensten en mogelijkheden om in het levensonderhoud te voorzien, en gemeentelijke infrastructuur. De hulp richt zich ook op kwetsbare groepen en omvat maatregelen met een genderdimensie, bijvoorbeeld bescherming van vrouwen en meisjes tegen seksueel en gendergerelateerd geweld en betere toegang tot seksuele en reproductieve gezondheidszorg.

In het kader van het onderdeel ontwikkelingshulp van de Faciliteit is opnieuw goede vooruitgang geboekt met de uitvoering van 26 projecten waarvoor contracten zijn aanbesteed in het kader van de eerste tranche. Van deze projecten werden er 15 uitgevoerd in het kader van het regionaal EU-trustfonds voor Syrië (EUTF) voor in totaal 293 miljoen euro, bovenop de toewijzing die rechtstreeks wordt beheerd via het Instrument voor pretoetredingssteun 37 .

Van het totaalbedrag van 3,5 miljard euro dat in het kader van beide tranches van de Faciliteit aan ontwikkelingshulp is toegewezen, is inmiddels in totaal 1,75 miljard euro uitbetaald aan uitvoeringspartners 38 . In het kader van de tweede tranche was het toegewezen bedrag van 1,9 miljard euro in december 2020 volledig aanbesteed en van dit bedrag was tegen eind februari 418 miljoen euro uitbetaald. In het kader van het onderdeel ontwikkeling van de Faciliteit zijn er 16 nieuwe contracten.

Interventies van de Faciliteit per prioritair gebied

De voortgang per prioritair gebied bij de programmering en uitvoering van de bijstand die in het kader van beide tranches van de Faciliteit wordt gefinancierd, is als volgt:

Onderwijs

De Faciliteit heeft meer dan 1,5 miljard euro toegewezen aan het prioritaire gebied onderwijs, waarvan 545 miljoen euro 39 voor onderwijsinfrastructuur.

In het kader van het humanitaire onderdeel van de Faciliteit werd meer dan 181 miljoen euro toegewezen aan onderwijs. De uitvoering van het CCTE-programma wordt met succes voortgezet. De CCTE voorziet in ondersteuning voor de inschrijving op school en het schoolbezoek van vluchtelingenkinderen door middel van maandelijkse betalingen aan vluchtelingengezinnen, op voorwaarde dat leerlingen regelmatig naar school gaan. De steun van de Faciliteit voor de CCTE liep af in oktober 2020. Het CCTE-programma kan echter tot begin 2022 worden voortgezet na de extra steun ten belope van 85 miljoen euro in het kader van de gewijzigde begroting waarmee de begrotingsautoriteit van de EU in juli 2020 heeft ingestemd. In december 2020 hadden bijna 670 000 kinderen ten minste één keer steun ontvangen uit het CCTE-programma, en 90 % van alle vluchtelingenkinderen die onderwijs volgen, komen in aanmerking voor de CCTE. Met humanitaire financiering is in het kader van de eerste en tweede tranche van de Faciliteit ook steun verleend voor niet-formeel onderwijs (programma’s voor versneld onderwijs) en de inschrijving van kinderen die niet naar school gaan.

Wat de ontwikkelingshulp van de Faciliteit betreft, is tegen het einde van het tweede kwartaal van 2019 aanvang gemaakt met de tenuitvoerlegging van een verdere rechtstreekse subsidie (onder de noemer PIKTES 40 ) aan het ministerie van Nationaal Onderwijs (MoNE) van 400 miljoen euro ter ondersteuning van de inspanningen van het ministerie om de integratie en toegang tot kwalitatief hoogwaardig onderwijs voor Syrische kinderen te verbeteren. Eind juni 2020 waren 686 581 Syrische kinderen ingeschreven voor het schooljaar 2019-2020 in het kader van PIKTES. Er is aanzienlijke vooruitgang geboekt bij de uitrol van voor- en vroegschoolse educatie. In totaal hebben 115 133 kinderen steun ontvangen, met een ongeveer gelijk aantal Syrische vluchtelingen en kinderen uit de gastgemeenschap. Het aantal Syrische kinderen en jongeren dat bijlessen (remediërend onderwijs) en inhaallessen heeft voltooid, is gestegen van 80 243 naar 90 233. Wat de ondersteuning van de onderwijscapaciteit van het onderwijsstelsel betreft, werden in totaal 3 954 onderwijsgevenden ondersteund met salarissen of andere financiële stimulansen en hebben 177 019 onderwijsgevenden een opleiding gekregen om aan de specifieke behoeften van vluchtelingenkinderen te kunnen voldoen. In het tweede kwartaal van 2020 waren lerarenopleidingen gericht op onderwijs op afstand, psychosociale ondersteuning voor Syrische kinderen en betere communicatie met kinderen en gezinnen tijdens de pandemie. In juni 2020 ontvingen 3 886 PIKTES-leerkrachten online bijscholingen over afstandsonderwijs ter ondersteuning van het welzijn van kinderen tijdens de pandemie en over de manier waarop het klassikaal onderwijs van het EBA 41 moeten worden gegeven.

Het programma voor versneld onderwijs (Accelerated Learning Programme – ALP), dat door Unicef en MoNE gezamenlijk wordt uitgevoerd in het kader van humanitaire financiering, heeft goede vooruitgang geboekt, met 19 881 leerlingen die zich in januari 2020 hebben ingeschreven. Er is ook vooruitgang geboekt met de toekenning van beurzen voor het volgen van hoger onderwijs. Voor het volgen van hoger onderwijs waren in juni 2020 1 332 beurzen aan vluchtelingen verstrekt, waarvan 19 voor vluchtelingenkinderen met een handicap. De Faciliteit is de ontwikkeling van onderwijsinfrastructuur blijven ondersteunen en de overbevolking op scholen blijven terugdringen. Tegen juni 2020 waren meer dan 3 900 onderwijsfaciliteiten (waaronder ECE-centra) gemoderniseerd. Hierbij ging het meestal om de renovatie en/of het verstrekken van uitrusting aan 2 120 kleuterscholen. Het aantal nieuwe scholen die zijn gebouwd, was eind december 2020 gestegen van 40 tot 102. De bouw van ongeveer 260 scholen wordt voortgezet. Daarnaast voorziet een project voor schone energie waarvoor in het kader van de eerste tranche contracten ten belope van 40 miljoen euro zijn afgesloten, 120 scholen van energie met twee installaties met zonnepanelen en zonnepanelen op daken. De dakinstallaties met zonnepanelen voor drie scholen is voltooid. De negatieve impact van COVID-19-gerelateerde maatregelen op de bouwsector maakte een verlenging van de uitvoeringsperiode tot medio 2023 noodzakelijk.

Bescherming

In totaal is ongeveer 211 miljoen euro toegewezen aan bescherming in het kader van de Faciliteit, voornamelijk via projecten in het kader van het humanitaire onderdeel.

Met het humanitaire onderdeel van de Faciliteit is steun verleend aan de registratie en de controle van vluchtelingen om hun status in Turkije te regulariseren en hun toegang tot diensten te vergemakkelijken. Naast op zichzelf staande beschermingsinterventies die bedoeld waren om lacunes op te vullen en in te spelen op specifieke behoeften en personen die risico lopen bijstand te bieden, is bescherming ook geïntegreerd in de andere pijlers van de humanitaire responsstrategie (basisbehoeften, gezondheid en onderwijs). Het algemene doel is de kwetsbaarheden van vluchtelingen beter aan te pakken, hun status te regulariseren en hen in contact te brengen met een breder netwerk van openbare en VN/ngo-diensten. Daarnaast omvatten projecten die in reactie op de Syrische crisis via het EU-trustfonds werden gefinancierd, bijstand voor de opvang van vluchtelingen in gemeenschapscentra en verdere doorverwijzing van kwetsbare vluchtelingen naar adequate diensten.

In het kader van de bijzondere maatregel van juli 2019 werd eind 2020 een rechtstreekse subsidie aan het ministerie van Arbeid, Gezin en Maatschappelijke dienstverlening toegekend voor een bedrag van 20 miljoen euro. Het project heeft tot doel de verstrekking van preventieve en beschermende sociale diensten aan de meest kwetsbare vluchtelingen en de leden van de gastgemeenschap te verbeteren. Het project bouwt voort op de humanitaire steun die tot dusver in het kader van de Faciliteit wordt verleend, waarbij humanitaire en ontwikkelingssamenwerking worden gecombineerd, zoals uiteengezet in de strategische richtsnoeren van de Faciliteit in het kader van de tweede tranche.

De directe subsidie bevindt zich in de aanvangsfase. De selectie van het team voor technische bijstand, de oprichting van het projectbureau en de afstemming van het projectdocumentatiepakket zijn aan de gang. De EU-delegatie en het personeel van het kantoor van ECHO zijn regelmatig bijeengekomen om de overgang van de eerste naar de tweede tranche van de Faciliteit te begeleiden.

Gezondheid

In het kader van de Faciliteit is 800 miljoen euro toegewezen aan het prioritaire gebied gezondheid.

De belangrijkste pijler van de steun van de Faciliteit is het SIHHAT-project 1, een rechtstreekse subsidie van 300 miljoen euro aan het Turkse ministerie van Volksgezondheid (MoH), waarmee het ministerie wordt ondersteund bij zijn inspanningen om 3,6 miljoen vluchtelingen vrije en billijke toegang tot gezondheidszorg te bieden. Er zijn inmiddels 177 functionele gezondheidscentra voor migranten (MHC’s) operationeel en er staan momenteel 3 420 gezondheidswerkers van Syrische afkomst op de loonlijst van het project. Het tempo waarin de projecten worden uitgevoerd, blijft bevredigend, met tastbare resultaten op het terrein. De reserve voor onvoorziene uitgaven van 47 miljoen euro om te voorzien in de COVID-19-gerelateerde behoeften, is in april 2020 vrijgegeven. Om een aantal belangrijke activiteiten volledig uit te voeren, was een verlenging zonder kosten van twee maanden nodig tot 31 januari 2021. Tegelijkertijd is in het kader van het EUTF een project van de Wereldgezondheidsorganisatie voortgezet dat voorheen in het kader van het humanitaire onderdeel werd gefinancierd. Het project voorziet onder andere in steun aan opleidingscentra voor gezondheidszorg voor migranten, opleiding voor Syrisch medisch personeel en de certificering van Syrische artsen en verpleegkundigen om in de gezondheidscentra voor migranten te werken.

Het vervolgproject SIHHAT 2 (210 miljoen euro) – “Ondersteuning van gezondheidsdiensten voor migranten in Turkije” – werd in december 2020 met het ministerie van Volksgezondheid ondertekend om te zorgen voor synchronisatie met het einde van SIHHAT 1 en de voortzetting van de gezondheidszorg voor vluchtelingen tot eind 2023. In december 2020 werd met de Ontwikkelingsbank van de Raad van Europa (CEB) een contract van 90 miljoen euro gesloten voor de aankoop van aanvullende kleinschalige infrastructuur en uitrusting op het gebied van gezondheidszorg. De looptijd van de contracten voor de bouw van twee door de Faciliteit gefinancierde ziekenhuizen (in totaal 90 miljoen euro, met Agence Française de Développement – AFD – en de CEB) in de provincies Kilis en Hatay die in het kader van de eerste tranche worden gefinancierd, wordt verlengd om rekening te houden met de uitvoeringstijd die als gevolg van COVID-19-pandemie verloren is gegaan.

Humanitaire partners beschikken nog steeds over een beperkt aantal statische en mobiele diensten om te voorzien in dringende en onvervulde zorgbehoeften, met name op het gebied van fysiotherapie en lichamelijke revalidatie. Sommige gespecialiseerde gezondheidsdiensten, zoals ondersteuning op het gebied van geestelijke gezondheid en psychosociale ondersteuning, zijn sinds december 2020 geïntegreerd in SIHHAT 1, terwijl de meeste activiteiten op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid en seksueel en gendergerelateerd geweld reeds in oktober 2019 in SIHHAT 1 waren geïntegreerd, in overeenstemming met de overgangsstrategie van de Faciliteit.

Er blijft bezorgdheid bestaan over de toegang tot gezondheidsdiensten voor vluchtelingen die zich buiten hun oorspronkelijke provincie van registratie bevinden of die zich verplaatsen, waarbij gezondheidszorg beperkt blijft tot toegang tot de hulpdiensten en vaccinaties. Dit heeft negatieve gevolgen voor de vluchtelingen die zich verplaatsen, de seizoenarbeiders en de vluchtelingen die zich in andere provincies hebben gevestigd. De Commissie volgt de beleidswijzigingen op de voet en streeft ernaar de getroffen vluchtelingenpopulaties te bereiken via de mobiele gezondheidszorgactiviteiten van SIHHAT-projecten.

Gemeentelijke infrastructuur

In het kader van de tweede tranche van de Faciliteit is aan dit prioritaire gebied 380 miljoen euro toegewezen.

Naar aanleiding van een in december 2018 gelanceerde oproep tot het indienen van blijken van belangstelling werd een aantal projecten voorlopig geselecteerd voor financiering in het kader van de tweede tranche. De onderhandelingen met het AFD over een eerste contract werden in december 2019 met succes afgerond en in december 2020 werd een addendum ondertekend. In september 2020 werd een tweede contract met de Wereldbank ondertekend. Deze projecten omvatten acties ter verbetering van de toegang tot en de kwaliteit van de gemeentelijke dienstverlening op het gebied van watervoorziening, afvalwaterbeheer en beheer van vast afval in de gebieden die het zwaarst getroffen zijn door de toestroom van vluchtelingen. Daarnaast werden onderhandelingen afgerond met de Kreditanstalt für Wiederaufbau (KfW) en in juli 2020 werd een contract van 25 miljoen euro voor recreatieve infrastructuur ter ondersteuning van de sociale cohesie ondertekend. De bouw van één mechanische installatie voor de biologische verwerking van afval in Gaziantep wordt voortgezet in het kader van een EUTF-project dat wordt uitgevoerd door het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP).

Basisbehoeften en sociaal-economische steun

In het kader van de Faciliteit is meer dan 2,83 miljard euro toegewezen voor basisbehoeften en sociaal-economische steun.

De interventies op dit prioritaire gebied zijn bedoeld om te voorzien in basisbehoeften van de meest kwetsbare vluchtelingen en de weerbaarheid en zelfredzaamheid van vluchtelingen te vergroten. Dit moet een geleidelijke overgang mogelijk maken van afhankelijkheid van sociale bijstand naar meer zelfredzaamheid en meer mogelijkheden om in eigen levensonderhoud te voorzien.

In het kader van de bijstand voor basisbehoeften van de Faciliteit hebben meer dan 2,6 miljoen vluchtelingen steun ontvangen om hen in staat te stellen in waardigheid te leven. De meeste steun wordt verleend via het sociale vangnet voor noodgevallen (ESSN), een humanitair programma voor het verlenen van sociale bijstand dat maandelijks, zonder restricties cash aan meer dan 1,8 miljoen kwetsbare vluchtelingen verstrekt voor besteding naar eigen inzicht via een debetkaartsysteem. In het kader van de recente overeenkomst met de Internationale Federatie van het Rode Kruis/Rode Halve Maan voor ESSN 3 werd eind 2019 500 miljoen euro aan financiering uit de Faciliteit toegewezen aan dit vlaggenschipprogramma. De huidige steun voor basisbehoeften voor vluchtelingen in Turkije in het kader van het ESSN 3 zal naar verwachting in maart 2021 aflopen. Met een extra bedrag van 400 miljoen euro buiten de Faciliteit dat in juli 2020 door de begrotingsautoriteit is goedgekeurd als onderdeel van de eerder genoemde gewijzigde begroting, is de voortzetting van de steun tot ten minste eind 2021 verzekerd 42

De aanslepende crisis in Syrië heeft ertoe geleid dat de maatregelen van de Faciliteit in het kader van het onderdeel ontwikkeling in toenemende mate gericht zijn op sociaal-economische ondersteuningsactiviteiten en het creëren van mogelijkheden om in het levensonderhoud te voorzien, hetgeen in overeenstemming is met de overgangsstrategie van de Faciliteit. Om de basisbehoeften van de meest kwetsbaren te blijven ondersteunen, heeft de Commissie in december 2020 met het ministerie van Gezin, Arbeid en Maatschappelijke dienstverlening een contract gesloten voor een rechtstreekse subsidie van 245 miljoen euro om het mogelijk te maken maandelijkse financiële steun te verlenen die vergelijkbaar is met de sociale bijstand aan kwetsbare personen in het kader van het Turkse socialezekerheidsstelsel. Na een voorbereidende fase zouden de betalingen aan de begunstigden in juli 2021 van start moeten gaan. Het project moet parallel lopen met het ESSN en steun verlenen aan gezinnen met alleenstaande ouders, ouderen, gehandicapten en personen met een zware handicap. De selectie van het projectmanagementteam is bijna afgerond en nu wordt het projectbureau opgericht en de projectdocumentatie afgestemd. De EU-delegatie en het personeel van het kantoor van ECHO komen nu regelmatig bijeen om de parallelle uitvoering van het ESSN en de rechtstreekse subsidie te coördineren.

Er wordt nog steeds aanvullende sociaal-economische steun verleend aan vluchtelingen met een profiel dat hen in staat zou moeten stellen toegang te krijgen tot de arbeidsmarkt. Deze steun is bedoeld om de inzetbaarheid van vluchtelingen te vergroten en is bedoeld voor beroepsopleiding, taalcursussen, loopbaanbegeleiding, opleidingsprogramma’s op de werkplek en vereenvoudiging van het proces van werkvergunningen ter ondersteuning van zowel Syrische vluchtelingen als gastgemeenschappen. In samenwerking met de Turkse dienst voor de bevordering van het midden- en kleinbedrijf worden kleine subsidiebedragen voor ondernemers en opleidingen in ondernemerschap toegekend aan zowel Syrische vluchtelingen als de gastgemeenschappen. Beginnende en bestaande ondernemingen kunnen hierop een beroep doen. Met een ander project dat momenteel door de Wereldbank wordt uitgevoerd, wordt de ontwikkeling en uitvoering ondersteund van een door vrouwen geleid model van sociaal ondernemerschap om te zorgen voor duurzame inkomsten genererende activiteiten voor zowel kwetsbare Syrische vluchtelingen als Turkse vrouwen. De projecten zouden tot uiterlijk medio 2025 moeten lopen.

Naar aanleiding van een in 2018 gelanceerde oproep tot het indienen van blijken van belangstelling aan uitvoerende partners werden in december 2019 twee contracten ondertekend met Expertise France en het International Centre for Migration Policy Development (ICMPD). Deze contracten zijn bedoeld om startende en micro-ondernemingen en kleine ondernemingen te ondersteunen met microsubsidies, coaching en mentorschap van ondernemers en beroepsopleiding en stageregelingen. In september 2020 heeft de Commissie vier aanvullende contracten met de Wereldbank gesloten voor activiteiten die tot doel hebben de inzetbaarheid op de arbeidsmarkt en de ontwikkeling van vaardigheden van vluchtelingen en gastgemeenschappen te vergroten, de dienstverlening op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding en de afstemming van vraag en aanbod op de markt te verbeteren, een gunstig klimaat te scheppen voor bedrijfsgroei, registratie en expansie, en de werkgelegenheid in de landbouwsector te ondersteunen. De activiteiten zijn zowel gericht op vluchtelingen als op de gastgemeenschappen, teneinde een impuls te geven aan de sociale cohesie en stereotypen te bestrijden die leiden tot sociale spanningen. De ondertekening van de vier contracten vond plaats na de tijdige sluiting van een nieuwe kaderovereenkomst tussen de Europese Commissie en de Wereldbank betreffende alle door de EU gefinancierde operaties. Daarnaast vond de ondertekening van twee aanvullende contracten met KfW plaats in respectievelijk november en december 2020. Voorts werd in 2020 ook onderhandeld over een extra bedrag voor het ICMPD-project dat werd gefinancierd met besparingen in het kader van de oproep.

Migratiebeheer

De Faciliteit heeft in het kader van de eerste tranche twee projecten op dit prioritaire gebied gefinancierd voor een totaalbedrag van 80 miljoen euro.

Met het eerste project werd voorzien in EU-steun om de capaciteit van de Turkse kustwacht te versterken voor de uitvoering van zoek- en reddingsoperaties. Met een tweede project werd ondersteuning verleend aan het directoraat-generaal Migratiebeheer (DGMM) bij het beheer van terugkeeroperaties uit de EU. Beide projecten zijn afgerond en het tweede project liep af in december 2019.

Genderaspecten binnen projecten in het kader van de Faciliteit

De Commissie verbindt zich ertoe het EU-genderactieplan II (GAP) - Het leven van meisjes en vrouwen via de externe betrekkingen van de EU veranderen (2016-2020) en het EU-genderactieplan III voor een gendergelijke wereld (2021-2025) uit te voeren, waarbij in het externe optreden van de EU meer aandacht zal worden besteed aan gendergelijkheid en verbetering van de positie van de vrouw. In deze context zijn de bevordering, bescherming en naleving van de mensenrechten voor vrouwen en meisjes, gendergelijkheid en de verbetering van de positie van vrouwen en meisjes overkoepelende prioriteiten en doelstellingen van de EU, die de leidraad vormen voor de interventies in het kader van de Faciliteit.

Meer in het bijzonder wordt het humanitaire onderdeel van de Faciliteit uitgevoerd met het genderbeleid van DG ECHO “Gender in Humanitarian Aid: different needs, adapted assistance” (2013 - Gender in humanitaire bijstand: verschillende behoeften, aangepaste respons) als leidraad. Dit houdt in dat partners bij het begin van een programma genderanalyses moeten uitvoeren om de opzet en de uitvoering van een programma aan te passen aan de verschillende risico’s en kansen voor gendergroepen, en verslag moeten uitbrengen over de resultaten met naar geslacht uitgesplitste gegevens.

Als gevolg daarvan wordt bij alle projecten van de Faciliteit rekening gehouden met gendergerelateerde kwesties en worden deze kwesties in de projecten opgenomen. De maatregelen in het kader van de Faciliteit zijn bedoeld ter bevordering van gelijke kansen voor mannen en vrouwen, jongens en meisjes. Er worden naar geslacht uitgesplitste gegevens verzameld voor monitoringdoeleinden. Gendermainstreaming wordt gecombineerd met specifieke acties die zijn ontwikkeld om op dit gebied vooruitgang te boeken. De Faciliteit werkt samen met uitvoerende partners die over gedegen ervaring met deze benadering beschikken en in staat zijn een dialoog met de Turkse autoriteiten aan te gaan. Het betreft onder meer het Kinderfonds van de Verenigde Naties (UNICEF), UN Women, en de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO).

5.Monitoring en evaluatie

Het monitoring- en evaluatiesysteem van de Faciliteit was opgezet om geleidelijk te worden uitgerold en voortdurend te worden verbeterd.

Resultatenkader

Het resultatenkader van de Faciliteit weerspiegelt het strategische kader van de Faciliteit zelf, alsook de concrete acties die in het raam van de Faciliteit en de bijbehorende logische kaders zijn uitgevoerd. De eerste versie van het resultatenkader werd tussen augustus 2016 en maart 2017 ontwikkeld in overleg met de belangrijkste belanghebbenden, zoals de stuurgroep van de Faciliteit, relevante Turkse autoriteiten en de desbetreffende diensten van de Commissie. In maart 2017 werd een eerste ontwerp ingediend bij de stuurgroep en in november 2018 een herziene versie.

In april 2019 startte het secretariaat van de Faciliteit het herzieningsproces van het resultatenkader van de Faciliteit om het te actualiseren en af te stemmen op de herziene strategie van de Faciliteit en de prioritaire gebieden die in het kader van de tweede tranche worden gefinancierd. Het doel was de consistentie en variatie van de resultaatindicatoren in beide tranches te verifiëren en de verslaglegging over prestaties en resultaten mogelijk te maken, zowel op output- als op resultatenniveau voor de Faciliteit als geheel. Het definitieve ontwerp van het herziene resultatenkader, dat in overleg met de uitvoerende partners, waaronder de desbetreffende Turkse autoriteiten, is opgesteld, werd met de stuurgroep gedeeld. De rapportage aan de hand van het herziene resultatenkader is in juli 2020 van start gegaan.

Monitoring op faciliteitsniveau en rapportage

Met de monitoring op faciliteitsniveau werd een begin gemaakt in het voorjaar van 2017. De uitvoeringspartners genereren monitoringgegevens op outputniveau overeenkomstig hun contractuele verplichtingen. Een eerste verzoek om monitoringgegevens werd gedaan in mei 2017, gevolgd door drie rapportagecycli in 2017. De rapportagecycli werden in 2018, 2019 en 2020 voortgezet; Op basis hiervan werden halfjaarlijkse verslagen over de monitoring van de Faciliteit uitgebracht; het meest recente monitoringverslag betrof de periode tot juni 2020 43 . De rapportage op basis van het herziene resultatenkader begon op 1 juli 2020 en in 2020 zijn twee monitoring- en rapportagecycli van start gegaan. Het volgende halfjaarlijkse verslag moet worden voorgelegd aan de stuurgroep van juni 2021.

Technische bijstand voor monitoring

In mei 2017 heeft de Commissie een eerste Uitvoeringsbesluit van de Commissie vastgesteld tot invoering van een ondersteuningsmaatregel betreffende monitoring, evaluatie, audit en communicatie van de Faciliteit voor vluchtelingen in Turkije. Hiermee werd het mogelijk te voorzien in technische bijstand ter ondersteuning van de monitoring van de Faciliteit, zowel op het niveau van de acties/contracten als op het niveau van de Faciliteit. Het contract voor de technische bijstand voor monitoring werd in januari 2018 ondertekend en wordt momenteel volop uitgevoerd. De opdracht bestaat uit twee aparte delen. Het eerst deel bestaat uit de ondersteuning van monitoring en rapportage op faciliteitsniveau. Dit omvat een periodieke beoordeling van het resultatenkader, de beoordeling van de referentie- en streefwaarden en de methoden voor het berekenen van de indicatoren en bijbehorende richtsnoeren. Het technische-bijstandsteam biedt ook ondersteuning aan het secretariaat van de Faciliteit bij het maken van een eerste analyse van de monitoringgegevens die elk kwartaal worden verzameld, en bij het opstellen van de halfjaarlijkse monitoringverslagen van de Faciliteit. Het tweede deel van de opdracht bestaat in de ondersteuning van de EU-delegatie bij de monitoring van de door de Faciliteit gefinancierde acties/contracten in het kader van het onderdeel ontwikkeling, met inbegrip van de verificatie van gegevens via op gezette tijden of ad hoc uitgevoerde controlemissies. Door de omvang van sommige maatregelen van de Faciliteit en door de geografische spreiding van de activiteiten heeft de delegatie ondersteuning nodig voor controles ter plaatse.

Tegen eind december 2020 waren 161 controlemissies voltooid: zes resultaatgerichte controlemissies zijn uitgevoerd door deskundigen op het gebied van resultaatgericht management, 51 missies door het technische-bijstandsteam (SUMAF) en 104 controles/controlemissies ter plaatse door de desbetreffende programmabeheerders van de EU-delegatie. 68 % van al deze controlemissies was gericht op contracten onder direct beheer van IPA- en EUTF-middelen. 44

In november 2019 heeft de Commissie een tweede ondersteuningsmaatregel goedgekeurd om de in het kader van de eerste ondersteuningsmaatregel bereikte resultaten aan te vullen en voort te zetten en erop voort te bouwen. De humanitaire pijler van de Faciliteit wordt gemonitord in overeenstemming met de desbetreffende bepalingen. De monitoring van alle acties die in het kader van de humanitaire uitvoeringsplannen (HIP’s) werden gefinancierd, werd uitgevoerd door personeel van DG ECHO ter plaatse in Turkije en door het regionale kantoor van DG ECHO in Amman, alsook door middel van controlebezoeken van het personeel van de centrale diensten. Ten opzichte van 2019 is het aantal controlemissies verminderd als gevolg van COVID-19-beperkingen. Tegen eind februari 2021 waren 52 controlemissies op projectniveau voltooid. Van deze 52 controlemissies werden er echter 30 op afstand uitgevoerd via onlineplatforms, terwijl er 22 werden uitgevoerd door middel van persoonlijke bezoeken ter plaatse.

Evaluatie

De evaluatie van de maatregelen van de Faciliteit vindt plaats op drie verschillende niveaus: evaluaties op actieniveau, evaluaties van de projectenportefeuille van de Faciliteit en andere faciliteitgerelateerde evaluaties. Vijf evaluaties van de Faciliteit op actie- en projectportefeuilleniveau en zes faciliteitgerelateerde evaluaties zijn afgerond of zijn nog aan de gang. In december 2018 heeft de Commissie het startsein gegeven voor de strategische tussentijdse evaluatie van de Faciliteit, waarvan de uitvoering in maart 2019 van start is gegaan. Het doel van de evaluatie is de bijdrage te beoordelen die in de periode 2016-2019/2020 in het kader van de Faciliteit wordt geleverd aan de prioriteitsgebieden onderwijs, gezondheidszorg, sociaal-economische steun en migratiebeheer. Zij moet de desbetreffende diensten van de Commissie, de stuurgroep van de Faciliteit, andere belanghebbenden en het brede publiek voorzien van een algemene onafhankelijke beoordeling van de prestaties van de Faciliteit, met bijzondere aandacht voor de tussentijdse resultaten, getoetst aan de doelstellingen van de Faciliteit. De evaluatie heeft ook tot doel lering te trekken uit de opgedane ervaringen en aanbevelingen te doen die kunnen worden omgezet in acties om de huidige en toekomstige acties van de Faciliteit te verbeteren. Het definitieve evaluatieverslag moet worden voorgelegd aan de stuurgroep van juni 2021.

6.Controle

Aansluitend op de publicatie van het speciaal verslag over de Faciliteit van de Europese Rekenkamer 45 , dat in november 2018 is uitgebracht, blijft de Commissie uitvoering geven aan de aanbevelingen van de Europese Rekenkamer. Er is goede vooruitgang geboekt met betrekking tot alle aanbevelingen, met name als het gaat om de ontwikkeling van een overgangsstrategie, de complementariteit van de in het kader van de Faciliteit ingezette instrumenten en de vermindering van de indirecte kosten voor steunverlening.

7.Communicatie en zichtbaarheid

Van meet af aan is grote aandacht besteed aan zichtbaarheid en communicatie. De Faciliteit is cruciaal voor het overbrengen van de boodschap dat de EU aanzienlijke steun blijft verlenen aan vluchtelingen en hun gastgemeenschappen in Turkije. De communicatiestrategie van 2017 blijft het algemene kader voor communicatie-activiteiten vormen, met als doel de zichtbaarheid van de acties die door de Faciliteit worden gefinancierd, te vergroten.

Evenementen en ceremonies

As gevolg van de COVID-19-pandemie werden in 2020 de meeste fysieke gebeurtenissen en plechtigheden verplaatst naar online media en webinars. Het ging onder meer om festivals, afstudeerceremonieën, evenementen voor het openen van projecten, seminars en conferenties, die alle virtueel plaatsvonden op online media in de vorm van webinars. In 2020 vonden verscheidene bezoeken op hoog niveau plaats aan Gaziantep, Kilis en Kayseri. In oktober werd in Izmir een project geopend door de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO), waaraan landbouwers en vertegenwoordigers van de EU deelnamen. Het jaar eindigde met de plechtige ondertekening van de laatste acht contracten in het kader van de Faciliteit, waaraan verschillende uitvoerende partners en het kabinet van de Turkse vicepresident deelnamen 46 . De humanitaire partners van de EU hebben verschillende digitale communicatieactiviteiten in heel Europa georganiseerd, waarbij de Europese burgers werden geïnformeerd over de steun van de EU aan vluchtelingen in Turkije.

In maart 2020 lanceerde het Wereldvoedselprogramma de tentoonstelling “Colours of Hope” in het Europees Parlement. Wegens de COVID-19-pandemie was de tentoonstelling alleen toegankelijk voor degenen die toegang hadden tot het Europees Parlement, maar de kunstwerken werden ook op sociale media gepromoot. In december 2020 lanceerden de Internationale Federatie van Rode Kruis- en Rode Halve Maanverenigingen (IFRC) en DG ECHO een digitale communicatiecampagne “Power To Be” 47 over het ESSN. In januari 2021 had de campagne meer dan 16 miljoen mensen bereikt in Oostenrijk, Frankrijk, Roemenië, Spanje en Turkije. De campagne zou in het eerste kwartaal van 2021 moeten worden voortgezet. Een digitale campagne van UNICEF “I choose education”, promootte de CCTE in zes EU-landen en bereikte in totaal meer dan 24 miljoen mensen.

Aanwezigheid in de media

In 2020 werd in meer dan 80 belangrijke internationale gedrukte en audiovisuele verslagen aandacht besteed aan de humanitaire bijstand van de Faciliteit. De commissaris voor Humanitaire Hulp en Crisisbeheersing bracht in maart 2020 een bezoek aan Turkije, samen met de hoge vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en vicevoorzitter van de Europese Commissie, Josep Borrell. Commissaris Lenarčič bezocht humanitaire hulpprojecten in Gaziantep en Kilis. Vijf nationale dagbladen en persagentschappen en ongeveer 80 digitale kanalen hebben bericht over een persmoment in Gaziantep.

Het gebruik van audiovisueel materiaal voor de presentatie van de activiteiten van de Faciliteit is een belangrijk onderdeel van de algemene communicatiestrategie. De COVID-19-pandemie heeft echter ernstige gevolgen gehad voor de communicatieplannen van de Commissie en de uitvoerende partners. Een aanpassing was noodzakelijk. De uitvoerende partners werden aangemoedigd om video’s te maken over hetgeen met hun projecten is bereikt door middel van human-interestverhalen. Tussen januari 2020 en februari 2021 werden meer dan 40 video’s gemaakt over activiteiten die in het kader van de Faciliteit werden uitgevoerd. De informatie- en communicatieteams van de EU-delegatie en het kantoor van DG ECHO in Turkije vestigen regelmatig de aandacht op projecten van de Faciliteit. Deze projecten konden rekenen op een brede belangstelling van grote internationale omroepen, waaronder TRT World, Fox TV, Anadolu Agency, en andere.

8.Conclusies en volgende stappen

In 2020 is aanzienlijke vooruitgang geboekt met de beschikbaarstelling van middelen uit de Faciliteit. Het volledige operationele budget van de Faciliteit is aanbesteed en meer dan 4 miljard euro is uitbetaald. De Faciliteit bleef hoognodige steun verlenen aan vluchtelingen en gastgemeenschappen in Turkije.

De Europese Raad van december 2020 heeft bevestigd dat de EU bereid is verdere financiële hulp te bieden voor Syrische vluchtelingen en gastgemeenschappen in Turkije en de Europese Raad van maart 2021 heeft de Commissie verzocht om een voorstel in te dienen voor de voortzetting van de financiering voor Syrische vluchtelingen in Turkije, evenals in Jordanië, Libanon en andere delen van de regio.

De volgende stappen zijn:

·voortzetting van de effectieve tenuitvoerlegging van alle projecten ten behoeve van vluchtelingen en hun gastgemeenschappen, overeenkomstig de beginselen van goed financieel beheer;

·afronding van de tussentijdse evaluatie en opvolging en uitvoering van de aanbevelingen die uit deze evaluatie zijn voortgevloeid;

·verdere uitvoering van de met de Faciliteit gerelateerde communicatie-activiteiten;

·organisatie van bijeenkomsten van de stuurgroep van de Faciliteit in het voorjaar en het najaar van 2021;

·overweging van de opties voor verdere steun aan vluchtelingen en gastgemeenschappen in Turkije.

(1)

Besluit van de Commissie C(2015) 9500 van 24.11.2015 inzake een mechanisme voor de coördinatie van het optreden van de Unie en de lidstaten – de Vluchtelingenfaciliteit voor Turkije, zoals gewijzigd bij Besluit C(2016) 855 van de Commissie van 10.2.2016.

(2)

  https://ec.europa.eu/neighbourhood-enlargement/sites/near/files/170302_facility_for_refugees_in_turkey_first_annual_report.pdf  

(3)

  https://ec.europa.eu/neighbourhood-enlargement/sites/near/files/14032018_facility_for_refugees_in_turkey_second_annual_report.pdf  

(4)

  https://ec.europa.eu/neighbourhood-enlargement/sites/near/files/com_2019_174_f1_communication_from_commission_to_inst_en_v5_p1_1016762.pdf  

(5)

  https://ec.europa.eu/neighbourhood-enlargement/sites/near/files/fourth_annual_report_on_the_facility_for_refugees_in_turkey.pdf  

(6)

  https://en.goc.gov.tr/temporary-protection27

(7)

  https://www.unhcr.org/tr/en/unhcr-turkey-stats  

(8)

Een bijzonderheid van het Turkse asielstelsel houdt verband met het feit dat het land het protocol van New York van 1967 bij het Verdrag van Genève van 1951 met een voorbehoud heeft ondertekend. Dit betekent dat de grote meerderheid van de vluchtelingen in Turkije niet in aanmerking komt voor een volledige vluchtelingenstatus, maar alleen voor de status van 'voorwaardelijk vluchteling' die, indien hij wordt toegekend, het verblijf van de vluchteling in het land beperkt tot het moment waarop een erkende vluchteling wordt “hervestigd in een derde land”.

(9)

  http://www.consilium.europa.eu/en/press/press-releases/2016/03/18-eu-turkey-statement/

(10)

https://ec.europa.eu/transparency/regdoc/rep/10101/2021/EN/JOIN-2021-8-F2-EN-MAIN-PART-1.PDF

(11)

https://www.consilium.europa.eu/media/47296/1011-12-20-euco-conclusions-en.pdf

(12)

https://www.consilium.europa.eu/media/48976/250321-vtc-euco-statement-en.pdf

(13)

Besluit C(2016) 60/03 van de Commissie van 10.2.2016 betreffende de Faciliteit voor vluchtelingen in Turkije en tot wijziging van Besluit C(2015) 9500 van de Commissie van 24 november 2015.

(14)

  https://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-11329-2018-INIT/en/pdf

(15)

Financiering beschikbaar gesteld in de jaren 2013-2015 in het kader van de verschillende externe financieringsinstrumenten, namelijk het instrument voor humanitaire hulp (HUMA), het instrument voor pretoetredingssteun (IPA) en het instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede (IcSP), met inbegrip van een aantal acties van het EU-trustfonds dat is ingesteld naar aanleiding van de crisis in Syrië (EUTF).

(16)

 Sinds het begin van de crisis heeft de EU alle politieke en humanitaire instrumenten ingezet die haar ter beschikking staan ter ondersteuning van de Syrische bevolking, met 24,9 miljard euro voor humanitaire hulp en steun voor stabilisatie en herstel die sinds de aanvang van de crisis in 2011 gezamenlijk zijn bijeengebracht https://eeas.europa.eu/headquarters/headquarters-homepage/93313/node/93313_en .

(17)

 In het totale bedrag zijn zowel de operationele kosten (581,7 miljoen euro) als de administratieve kosten (3,3 miljoen euro) opgenomen.

(18)

  http://www.consilium.europa.eu/nl/press/press-releases/2016/03/18-eu-turkey-statement/

(19)

Besluit C(2015) 9500 van de Commissie van 24.11.2015, artikel 2 – Doelstellingen.

(20)

Zie artikel 5, lid 1, van Besluit C(2015) 9500 van de Commissie, zoals gewijzigd bij Besluit C(2016) 855 van de Commissie.

(21)

  https://ec.europa.eu/neighbourhood-enlargement/sites/near/files/2016_needs_assessment_.pdf  

(22)

  https://ec.europa.eu/neighbourhood-enlargement/sites/near/files/updated_needs_assessment.pdf  

(23)

De bijdragen van het Europees nabuurschapsinstrument en het Financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking werden overgedragen aan en ten uitvoer gelegd in het kader van respectievelijk het Instrument voor pretoetredingssteun en het EU-trustfonds. In beginsel werden alle bijdragen van de Faciliteit aan het EU-trustfonds (EUTF) (van IPA en in mindere mate van het Financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking) ten uitvoer gelegd als niet-humanitaire bijstand.

(24)

Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

(25)

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

(26)

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

(27)

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11).

(28)

Verordening (EU) nr. 230/2014 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 1).

(29)

De totale opsplitsing van de bijdragen van de lidstaten is beschikbaar op: http://www.consilium.europa.eu/nl/press/press-releases/2016/02/03/refugee-facility-for-turkey/ .

(30)

  https://www.consilium.europa.eu/nl/press/press-releases/2018/06/29/facility-for-refugees-in-turkey-member-states-agree-details-of-additional-funding/  

(31)

 In het totale bedrag zijn zowel de operationele kosten (581,7 miljoen euro) als de administratieve kosten (3,3 miljoen euro) opgenomen.


(32)

Het saldo van 60 miljoen euro is bestemd voor administratieve en operationele steun voor de uitvoering van de Faciliteit.

(33)

  https://ec.europa.eu/neighbourhood-enlargement/sites/near/files/facility_table.pdf

(34)

Gemeenschappelijke verklaring van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten.

(35)

Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp.

(36)

De humanitaire hulp van de EU is gebaseerd op jaarlijkse landspecifieke humanitaire uitvoeringsplannen (HIP’s). Het kader voor de samenwerking tussen de Commissie en haar partners op het gebied van humanitaire hulp wordt vastgesteld door de financiële en administratieve kaderovereenkomsten van de Commissie met internationale organisaties en door de partnerschapskaderovereenkomsten met niet-gouvernementele organisaties.

(37)

De via het Instrument voor pretoetredingssteun bestede middelen van de Faciliteit worden beheerd overeenkomstig de voorschriften voor extern optreden die zijn vervat in titel IV van deel 2 van het Financieel Reglement en de uitvoeringsvoorschriften ervan.

(38)

Dit cijfer omvat ook uitgaven voor projecten die worden uitgevoerd door het EU-trustfonds voor Syrië, maar die nog niet ten laste van de EU-begroting zijn gebracht.

(39)

Dit omvat een project voor schone energie van 40 miljoen euro in het kader van het EUTF (FRIT 1).

(40)

Bevordering van de integratie van Syrische kinderen in het onderwijsstelsel (PIKTES)

(41)

Computernetwerk voor onderwijs

(42)

  https://www.europarl.europa.eu/news/en/press-room/20200706IPR82727/meps-approve-EU585-million-to-support-syrian-refugees-in-neighbouring-countries  

(43)

  https://ec.europa.eu/neighbourhood-enlargement/sites/default/files/201022_fmr.pdf  

(44)

Cumulatieve cijfers, van 2017.

(45)

  https://www.eca.europa.eu/Lists/ECADocuments/SR18_27/SR_TRF_NL.pdf

(46)

  https://www.avrupa.info.tr/en/pr/eu-completes-contracting-under-eur-6-billion-package-support-refugees-and-host-communities

(47)

  https://powertobe.ifrc.org/