Artikelen bij COM(2021)605 - Besluit (EU) 2021/1941 van de Raad van 9 november 2021 betreffende de financiële bijdragen van de partijen aan het Europees Ontwikkelingsfonds, voor de financiering van dat fonds inclusief het maximum voor 2023, het jaarlijkse bedrag voor 2022, de eerste tranche voor 2022 en een indicatieve en niet-bindende prognose voor de verwachte jaarlijkse bedragen van de bijdragen voor de jaren 2024 en 2025

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


Artikel 1

Het maximum voor het jaarlijkse bedrag van de door de partijen te betalen bijdragen aan het Europees Ontwikkelingsfonds voor 2023 wordt vastgesteld op 2 100 000 000 EUR. Het bedrag wordt gesplitst in 1 800 000 000 EUR voor de Commissie en 300 000 000 EUR voor de EIB.

Artikel 2

Het jaarlijkse bedrag van de door de partijen te betalen bijdragen aan het Europees Ontwikkelingsfonds voor 2022 wordt vastgesteld op 2 800 000 000 EUR. Het bedrag wordt gesplitst in 2 500 000 000 EUR voor de Commissie en 300 000 000 EUR voor de EIB.

Artikel 3

De individuele bijdragen aan het Europees Ontwikkelingsfonds worden door de partijen bij het EOF aan de Europese Commissie en de Europese Investeringsbank betaald, als eerste tranche van 2022, overeenkomstig de bijlage.

Artikel 4

Een bedrag van 43 000 000 EUR uit niet-vastgelegde of vrijgemaakte middelen voor projecten in het kader van het 8e en 9e EOF wordt in mindering gebracht op de betalingen voor de in artikel 3 van dit besluit vermelde eerste tranche voor 2022.

Artikel 5

De indicatieve en niet-bindende prognose voor het verwachte jaarlijkse bedrag van de bijdragen voor 2024 wordt vastgesteld op 1 500 000 000 EUR voor de Commissie en op 300 000 000 EUR voor de EIB, en voor 2025 op 900 000 000 EUR voor de Commissie en op 9 000 000 EUR voor de EIB.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking op de datum van bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.