Artikelen bij COM(2021)753 - Maatregelen tegen vervoerders die mensenhandel of migrantensmokkel faciliteren of zich daarmee inlaten in verband met illegale binnenkomst op het grondgebied van de EU

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


Artikel 1 - Onderwerp en toepassingsgebied

1. Bij deze verordening worden regels vastgesteld ter voorkoming en bestrijding van het gebruik van commerciële vervoermiddelen om migrantensmokkel of mensenhandel te faciliteren of zich daarmee in te laten.

De verordening bevat met name regels inzake maatregelen die kunnen worden genomen om de activiteiten te voorkomen of beperken van vervoerders die, in verband met de illegale binnenkomst van migranten en personen op het grondgebied van de Unie, hetzij:

a) vervoermiddelen gebruiken voor migrantensmokkel of mensenhandel; of

b) met kennis van de intentie en de algemene criminele activiteit van een georganiseerde criminele groep die zich inlaat met migrantensmokkel of mensenhandel, of van haar voornemen om die misdrijven te plegen, actief deelneemt aan de criminele activiteiten van een dergelijke groep; of

c) migrantensmokkel of mensenhandel waarbij een georganiseerde criminele groep betrokken is, organiseert, leidt, steunt of faciliteert, daaraan meehelpt of daarover advies geeft.

2. Bij deze verordening worden ook maatregelen vastgesteld om te waarborgen dat de lidstaten bij de beoordeling van de betrouwbaarheid van vervoermanagers en ‑ondernemingen rekening houden met de maatregelen die de Commissie in het licht van het gedrag van de in lid 1 bedoelde vervoerders heeft genomen.

Artikel 2 - Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

a) “mensenhandel”: werving, vervoer, overbrenging, huisvesting of opneming van personen met gebruikmaking van bedreiging, geweld of andere vormen van dwang, ontvoering, fraude, misleiding, machtsmisbruik of van een situatie van kwetsbaarheid, het geven of ontvangen van geld of voordelen om de instemming te verkrijgen van een persoon die controle heeft over een ander persoon, teneinde die persoon uit te buiten;

b) “migrantensmokkel”: het bewerkstelligen, teneinde rechtstreeks of onrechtstreeks een voordeel te verkrijgen, van de illegale binnenkomst van een persoon in de Unie, waarvan de persoon geen onderdaan of ingezetene is;

c) “ernstig misdrijf”: een handeling die een misdrijf inhoudt waar een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste vier jaar of een zwaardere straf op staat;

d) “georganiseerde criminele groep”: een gestructureerde groep van ten minste drie personen die gedurende een bepaalde periode bestaat en in onderling overleg optreedt met de bedoeling een of meer ernstige misdrijven of strafbare feiten van migrantensmokkel of mensenhandel te plegen, teneinde direct of indirect een voordeel te verkrijgen;

e) “vervoerder”: elke natuurlijke of rechtspersoon die op commerciële voorwaarden vervoer verricht met om het even welke vorm van vervoer, namelijk door de lucht, over zee, over de binnenwateren, per spoor of over de weg;

f) “illegale binnenkomst”: het oversteken van grenzen zonder te voldoen aan de nodige eisen voor legale binnenkomst in de ontvangende lidstaat.

Artikel 3 - Maatregelen ten aanzien van vervoerders

1. Onverminderd de toepassing van nationale strafrechtelijke en administratieve maatregelen kan de Commissie, als een vervoerder een in artikel 1, lid 1, bedoelde activiteit faciliteert of zich daarmee inlaat, door middel van onmiddellijk toepasselijke uitvoeringshandelingen besluiten om maatregelen tegen die vervoerder te treffen. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 8, lid 2, vermelde procedure vastgesteld. Zij worden onmiddellijk bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

2. De in lid 1 genoemde maatregelen zijn noodzakelijk en evenredig en kunnen bestaan uit:

a) het beperken van de vervoersactiviteiten op de markt van de Unie of het voorkomen van de verdere uitbreiding ervan;

b) de opschorting van het recht om vervoer van, naar of binnen de Unie te verrichten;

c) de opschorting van het recht om over het grondgebied van de Unie te vliegen;

d) de opschorting van het recht om binnen de Unie te tanken of onderhoud uit te voeren;

e) de opschorting van het recht om havens van de Unie aan te doen en binnen te varen;

f) de opschorting van het recht om over het grondgebied van de Unie te reizen;

g) de opschorting van vergunningen of machtigingen die krachtens het Unierecht zijn verleend om binnen de Unie te werken of activiteiten op het gebied van internationaal personenvervoer uit te voeren.

De maatregelen zijn ten hoogste één jaar geldig. Zij worden zo nodig geëvalueerd en kunnen worden verlengd.

3. Bij de beoordeling van de betrouwbaarheid van vervoermanagers en -ondernemingen voor de toepassing van artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1071/2009 en artikel 8 van Richtlijn 87/540/EEG houden de lidstaten rekening met de maatregelen die de Commissie overeenkomstig lid 1 heeft genomen.

Artikel 4 - Recht om te worden gehoord

Voordat de Commissie een van de in artikel 3 genoemde maatregelen vaststelt, waarborgt zij dat de desbetreffende vervoerder in de gelegenheid wordt gesteld te worden gehoord, rekening houdend met de urgentie van de procedure. De vervoerder kan worden verzocht elke in artikel 1, lid 1, bedoelde activiteit onverwijld te staken.

Artikel 5 - Procedurevoorschriften

De Commissie kan uitvoeringshandelingen aannemen tot vaststelling van de procedures die moeten worden gevolgd voor de vaststelling van de in artikel 3 bedoelde maatregelen. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 8, lid 3, vermelde procedure aangenomen.

Artikel 6 - Samenwerking met derde landen

Voordat de Commissie op grond van artikel 3 maatregelen treft tegen een in een derde land gevestigde vervoerder, pleegt zij op passende wijze overleg met de bevoegde autoriteiten van dat land teneinde hun acties te coördineren. De Commissie kan die autoriteiten verzoeken alle toepasselijke maatregelen te nemen.

Artikel 7 - Informatie voor en rechten van passagiers

1. De door de Commissie overeenkomstig artikel 3 vastgestelde uitvoeringshandelingen worden onmiddellijk bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

2. Vervoerders, nationale handhavingsinstanties, het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, het Spoorwegbureau van de Europese Unie, het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid en de beheersentiteiten van havens, luchthavens, stations en andere relevante infrastructuren op het grondgebied van de lidstaten brengen de door de Commissie uit hoofde van artikel 3 getroffen maatregelen onder de aandacht van de passagiers, zowel via hun websites als, in voorkomend geval, in hun gebouwen.

3. Deze verordening mag geen invloed hebben op de passagiersrechten krachtens de Verordeningen (EG) nr. 261/2004, (EG) nr. 1107/2006, (EG) nr. 1371/2007, (EU) nr. 181/2011 en (EU) nr. 1177/2010.

4. Voor de toepassing van die verordeningen mag de annulering van vervoer als gevolg van de toepassing van de overeenkomstig artikel 3 door de Commissie genomen maatregelen niet als een buitengewone omstandigheid worden beschouwd.

Artikel 8 - Comitéprocedure

1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

2. Als naar dit lid wordt verwezen, is artikel 8 van Verordening (EU) nr. 182/2011 in samenhang met artikel 5 van toepassing.

3. Als naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

Artikel 9 - Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.