Artikelen bij COM(2022)81 - Gewijzigde begroting nr. 1 bij de begroting 2022 n.a.v. de aanpassing van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027 - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2022)81 - Gewijzigde begroting nr. 1 bij de begroting 2022 n.a.v. de aanpassing van het meerjarig financieel kader voor de jaren ... |
---|---|
document | COM(2022)81 |
datum | 5 april 2022 |
Brussel, 28.1.2022
COM(2022) 81 final
2022/0018(BUD)
ONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING Nr. 1
BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2022
Budgettaire gevolgen voor de begroting 2022 van de aanpassing van het meerjarig financieel kader overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027
Gezien:
–het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 314, in samenhang met het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,
–Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad van 14 december 2020 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie 1 , dat op 1 juni 2021 in werking is getreden,
–Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012, met name artikel 44,
–de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2022, zoals vastgesteld op 24 november 2021 2 ,
dient de Europese Commissie bij het Europees Parlement en de Raad het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 1 bij de begroting 2022 in.
WIJZIGINGEN IN DE STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING
De wijzigingen in de algemene staat van ontvangsten en afdeling III zijn beschikbaar via EUR-Lex ( https://eur-lex.europa.eu/budget/www/index-en.htm ).
Inhoudsopgave
1. Inleiding
2. Verzoeken per MFK-rubriek en per programma
2.1 Subrubriek 2a – Economische, sociale en territoriale cohesie
2.2 Rubriek 3 – Natuurlijke hulpbronnen en milieu
2.3 Rubriek 4 - Migratie en grensbeheer
2.4 Rubriek 5 – Veiligheid en defensie
3. Financiering
4. Samenvatting per MFK-rubriek
TOELICHTING
1. Inleiding
De MFK-verordening voor de jaren 2021-2027 3 is in december 2020 vastgesteld. Het wetgevingskader voor de fondsen onder gedeeld beheer voor de periode 2021-2027, en met name de verordening houdende gemeenschappelijke bepalingen 4 , is medio 2021 vastgesteld. Dit betekende dat het rechtskader voor de programmering van de middelen onder gedeeld beheer in een laat stadium tot stand was gekomen.
Artikel 7 van de MFK-verordening voorziet in een specifieke aanpassing van de MFK-maxima, die begin 2022 door de Commissie moet worden uitgevoerd en die overdrachten mogelijk maakt van de toegewezen vastleggingskredieten voor 2021 voor de geïdentificeerde fondsen onder gedeeld beheer die niet worden gebruikt of overgedragen, in het geval van de vaststelling van nieuwe regels of programma’s onder gedeeld beheer na 1 januari 2021. De negen betrokken fondsen, waarvan de lijst is opgenomen in artikel 7, lid 1, van de MFK-verordening, zijn het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling, het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur, het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid.
De resultaten van de door de Commissie overeenkomstig artikel 7 van de MFK-verordening aan te brengen aanpassingen van de MFK-maxima van de rubrieken 2a, 3, 4 en 5 zijn opgenomen in een specifieke mededeling 5 .
Het ontwerp van gewijzigde begroting (OGB) nr. 1 voor 2022 weerspiegelt het specifieke effect van deze overdracht op de vastleggingskredieten voor 2022 voor de verschillende fondsen onder gedeeld beheer in de rubrieken 2a, 3, 4 en 5. De resterende overgedragen bedragen zullen worden opgenomen in de respectieve ontwerpbegrotingen van 2023, 2024 en 2025.
In totaal komt het netto-effect van dit OGB op de uitgaven in de begroting 2022 neer op een verhoging van de vastleggingskredieten met 12 247,1 miljoen EUR. Er worden geen extra betalingskredieten gevraagd.
2. Verzoeken per MFK-rubriek en per programma
De goedkeuring van de mededeling over de aanpassing van het MFK en dit OGB zijn noodzakelijke voorwaarden voor de uitvoering in 2022 van alle programma’s die in 2021 niet zijn vastgesteld in het kader van de eerste tranche van begrotingsvastleggingen en de betaling van voorfinanciering in het kader van deze programma’s. Alle 27 lidstaten zijn bij deze herprogrammering betrokken. Een snelle vaststelling van dit OGB zou verdere vertragingen bij de uitvoering van de programma’s voorkomen.
Overeenkomstig de bepalingen van artikel 7 van de MFK-verordening worden de bedragen die in 2021 niet zijn vastgelegd en evenmin naar 2022 zijn overgedragen 6 , in gelijke delen overgedragen naar elk van de jaren 2022 tot en met 2025. Dit OGB weerspiegelt derhalve de overdracht van 25 % van de toewijzingen die in 2021 niet zijn gebruikt (d.w.z. vastleggingskredieten die niet zijn gebruikt of overgedragen), wat overeenkomt met een totaal van 12 247,1 miljoen EUR naar het begrotingsjaar 2022. De specifieke bedragen die naar 2022 moeten worden overgedragen, worden in de onderstaande tabellen per begrotingsonderdeel gespecificeerd.
De Commissie stelt in het kader van dit ontwerp van gewijzigde begroting geen wijziging van het niveau van de betalingskredieten voor. Zoals gebruikelijk zal zij de uitvoering van de begroting nauwlettend in het oog houden, wat later dit jaar tot aanpassingsvoorstellen kan leiden.
2.1 Subrubriek 2a – Economische, sociale en territoriale cohesie
De verhoging van de vastleggingskredieten in 2022 ten gevolge van de overeenkomstige overschrijving van 25 % van de toewijzingen die in 2021 niet zijn gebruikt en evenmin naar 2022 zijn overgedragen, bedraagt 11 605,4 miljoen EUR, die als volgt wordt gespecificeerd:
Begrotingsonderdeel | Naam | Vastleggingskredieten |
Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) | ||
05 02 01 | EFRO – Beleidsuitgaven | 7 224 718 708 |
05 02 04 | Fonds voor een rechtvaardige transitie (JTF) – Bijdrage van het “Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO)” | 14 353 159 |
05 02 07 | Instrument voor grensbeheer en visa (BMVI) – Bijdrage uit het EFRO | 11 307 381 |
Cohesiefonds (CF) | ||
05 03 01 | Cohesiefonds – Beleidsuitgaven | 1 166 831 558 |
05 03 05 | Instrument voor grensbeheer en visa (BMVI) – Bijdrage uit het Cohesiefonds | 2 985 607 |
Europees Sociaal Fonds Plus (ESF+) | ||
07 02 01 | ESF+ onderdeel gedeeld beheer – Beleidsuitgaven | 3 175 830 376 |
07 02 03 | Fonds voor een rechtvaardige transitie (JTF) – Bijdrage van het ESF+ | 3 588 359 |
07 02 09 | Instrument voor grensbeheer en visa (BMVI) – Bijdrage uit het ESF+ | 5 771 169 |
Totaal | 11 605 386 317 |
2.2 Rubriek 3 – Natuurlijke hulpbronnen en milieu
De verhoging van de vastleggingskredieten in 2022 ten gevolge van de overeenkomstige overschrijving van 25 % van de toewijzingen die in 2021 niet zijn gebruikt en evenmin naar 2022 zijn overgedragen, bedraagt 445,7 miljoen EUR, die als volgt wordt gespecificeerd:
Begrotingsonderdeel | Naam | Vastleggingskredieten |
Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur (EFMZVA) | ||
08 04 01 | EFMZVA — Beleidsuitgaven onder gedeeld beheer | 162 067 555 |
08 04 05 | Instrument voor grensbeheer en visa (BMVI) – Bijdrage uit het EFMZVA | 344 024 |
Fonds voor een rechtvaardige transitie | ||
09 03 01 | Fonds voor een rechtvaardige transitie (JTF) – Beleidsuitgaven | 283 257 264 |
Totaal | 445 668 843 |
2.3 Rubriek 4 - Migratie en grensbeheer
De verhoging van de vastleggingskredieten in 2022 ten gevolge van de overeenkomstige overschrijving van 25 % van de toewijzingen die in 2021 niet zijn gebruikt en evenmin naar 2022 zijn overgedragen, bedraagt 169,0 miljoen EUR, die als volgt wordt gespecificeerd:
Begrotingsonderdeel | Naam | Vastleggingskredieten |
Fonds voor asiel, migratie en integratie (AMIF) | ||
10 02 01 | Fonds voor asiel, migratie en integratie | 99 359 253 |
Fonds voor geïntegreerd grensbeheer (IBMF) - Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visa (BMVI) | ||
11 02 01 | Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visa | 69 624 839 |
Totaal | 168 984 092 |
2.4 Rubriek 5 – Veiligheid en defensie
De verhoging van de vastleggingskredieten in 2022 ten gevolge van de overeenkomstige overschrijving van 25 % van de toewijzingen die in 2021 niet zijn gebruikt en evenmin naar 2022 zijn overgedragen, bedraagt 27,0 miljoen EUR, die als volgt wordt gespecificeerd:
Begrotingsonderdeel | Naam | Vastleggingskredieten |
Fonds voor interne veiligheid (ISF) | ||
12 02 01 | Fonds voor interne veiligheid (ISF) | 27 035 754 |
Totaal | 27 035 754 |
3. Financiering
In totaal komt het netto-effect van dit OGB op de uitgaven neer op een verhoging van de vastleggingskredieten met 12 247,1 miljoen EUR in 2022. Er worden geen extra betalingskredieten gevraagd.
4. Samenvatting per MFK-rubriek
In EUR
Begroting 2022 | Ontwerp van gewijzigde begroting nr. 1/2022 | Begroting 2022 (incl. OGB 1/2022) | |||||
VK | BK | VK | BK | VK | BK | ||
1. | Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid | 21 775 079 340 | 21 473 535 651 | 21 775 079 340 | 21 473 535 651 | ||
Waarvan flexibiliteitsinstrument | |||||||
Maximum | 21 878 000 000 | 21 878 000 000 | |||||
Marge | 102 920 660 | 102 920 660 | |||||
2. | Cohesie, veerkracht en waarden | 56 038 991 548 | 62 052 771 658 | 11 605 386 317 | 67 644 377 865 | 62 052 771 658 | |
Waarvan flexibiliteitsinstrument | |||||||
Maximum | 56 200 000 000 | 11 606 000 000 | 67 806 000 000 | ||||
Marge | 161 008 452 | 613 683 | 161 622 135 | ||||
2a. | Economische sociale en territoriale cohesie | 49 708 806 007 | 56 350 922 710 | 11 605 386 317 | 61 314 192 324 | 56 350 922 710 | |
Waarvan flexibiliteitsinstrument | |||||||
Maximum | 49 739 000 000 | 11 606 000 000 | 61 345 000 000 | ||||
Marge | 30 193 993 | 613 683 | 30 807 676 | ||||
2b | Veerkracht en waarden | 6 330 185 541 | 5 701 848 948 | 6 330 185 541 | 5 701 848 948 | ||
Waarvan flexibiliteitsinstrument | |||||||
Maximum | 6 461 000 000 | 6 461 000 000 | |||||
Marge | 130 814 459 | 130 814 459 | |||||
3. | Natuurlijke hulpbronnen en milieu | 56 235 443 216 | 56 601 766 838 | 445 668 843 | 56 681 112 059 | 56 601 766 838 | |
Waarvan flexibiliteitsinstrument | |||||||
Maximum | 56 519 000 000 | 446 000 000 | 56 965 000 000 | ||||
Marge | 283 556 784 | 331 157 | 283 887 941 | ||||
Waarvan: marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen | 40 368 859 305 | 40 393 039 132 | 40 368 859 305 | 40 393 039 132 | |||
ELGF-submaximum | 41 257 000 000 | 41 257 000 000 | |||||
Afrondingsverschil uitgesloten voor de berekening van de submarge | 800 000 | 800 000 | |||||
Netto-overdrachten tussen ELGF en Elfpo | -618 000 000 | -618 000 000 | |||||
Voor uitgaven uit het ELGF beschikbaar nettosaldo (submaximum gecorrigeerd door overdrachten tussen ELGF en Elfpo) | 40 639 000 000 | 40 639 000 000 | |||||
ELGF-submarge | 270 140 695 | 270 140 695 | |||||
4. | Migratie en grensbeheer | 3 091 247 387 | 3 078 265 566 | 168 984 092 | 3 260 231 479 | 3 078 265 566 | |
Waarvan flexibiliteitsinstrument | |||||||
Maximum | 3 191 000 000 | 169 000 000 | 3 360 000 000 | ||||
Marge | 99 752 613 | 15 908 | 99 768 521 | ||||
5. | Veiligheid en defensie | 1 785 291 945 | 1 237 861 185 | 27 035 754 | 1 812 327 699 | 1 237 861 185 | |
Waarvan flexibiliteitsinstrument | |||||||
Maximum | 1 868 000 000 | 28 000 000 | 1 896 000 000 | ||||
Marge | 82 708 055 | 964 246 | 83 672 301 | ||||
6. | Nabuurschap en internationaal beleid | 17 170 442 918 | 12 916 051 937 | 17 170 442 918 | 12 916 051 937 | ||
Waarvan flexibiliteitsinstrument | 368 442 918 | 368 442 918 | |||||
Maximum | 16 802 000 000 | 16 802 000 000 | |||||
Marge | |||||||
7. | Europees openbaar bestuur | 10 620 124 324 | 10 620 224 324 | 10 620 124 324 | 10 620 224 324 | ||
Waarvan flexibiliteitsinstrument | |||||||
Maximum | 11 058 000 000 | 11 058 000 000 | |||||
Marge | 437 875 676 | 437 875 676 | |||||
Waarvan: administratieve uitgaven van de instellingen | 8 287 945 711 | 8 288 045 711 | 8 287 945 711 | 8 288 045 711 | |||
Submaximum | 8 528 000 000 | 8 528 000 000 | |||||
Submaximum | 240 054 289 | 240 054 289 | |||||
Kredieten voor rubrieken | 166 716 620 678 | 167 980 477 159 | 12 247 075 006 | 178 963 695 684 | 167 980 477 159 | ||
Maximum | 167 516 000 000 | 169 209 000 000 | 12 249 000 000 | 179 765 000 000 | 169 209 000 000 | ||
Waarvan flexibiliteitsinstrument | 368 442 918 | 467 248 692 | 368 442 918 | 467 248 692 | |||
Marge | 1 167 822 240 | 1 695 771 533 | 1 924 994 | 1 169 747 234 | 1 695 771 533 | ||
Thematische speciale instrumenten | 2 799 170 382 | 2 622 838 000 | 2 799 170 382 | 2 622 838 000 | |||
Totaal kredieten | 169 515 791 060 | 170 603 315 159 | 12 247 075 006 | 181 762 866 066 | 170 603 315 159 |
(1) Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad van 14 december 2020 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie en tot intrekking van Besluit 2014/335/EU, Euratom (PB L 424 van 15.12.2020).
(2) COM(2021) 300, PB L XX van xx.2.2022.
(3) Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad van 17 december 2020 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027 (PB L 433I van 22.12.2020, blz. 11).
(4) Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid.
(5) COM(2022) 80.
(6) Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad van 17 december 2020 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027 (PB L 433I van 22.12.2020, blz. 11).