Artikelen bij JOIN(2022)13 - Strategisch partnerschap met de Golf

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier JOIN(2022)13 - Strategisch partnerschap met de Golf.
document JOIN(2022)13 NL
datum 18 mei 2022
EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 18.5.2022

JOIN(2022) 13 final


GEZAMENLIJKE MEDEDELING AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Een strategisch partnerschap met de Golf


1. Inleiding

De Golf is een dynamische buurregio en een belangrijke verbindingspoort tussen Europa, Azië en Afrika. De veiligheid en stabiliteit in de Golfregio heeft directe gevolgen voor de EU. Evenzo heeft de EU, als ’s werelds grootste eengemaakte markt, handelsblok en investeerder, leider op het gebied van onderzoek en innovatie, en belangrijke bemiddelaar en bevorderaar van multilateralisme, democratie en maatschappelijke transformatie, waaronder op het gebied van mensenrechten en gendergelijkheid, de Golfpartners veel te bieden.

In deze tijd van onveiligheid en aanzienlijke uitdagingen voor de op regels gebaseerde internationale orde, zowel in Europa als in de Golfregio, en terwijl de wereld wordt geconfronteerd met de gevolgen van de Russische agressie tegen Oekraïne en de COVID-19-pandemie en de dringend noodzakelijke groene en digitale transitie, heeft de Europese Unie veel te winnen bij een sterker en strategischer partnerschap met de Gulf Co-operation Council (GCC) en zijn lidstaten. 1  

Het uitbreiden van handel en investeringen, het bestrijden van de klimaatverandering, het waarborgen van wereldwijde gezondheid en energiezekerheid en een vlotte groene transitie, het voorzien in groeiende mondiale ontwikkeling en humanitaire behoeften en het bevorderen van vrede en stabiliteit en de-escalatie van spanningen in de bredere regio zijn allemaal kwesties van groot wederzijds belang. Een strategisch partnerschap tussen de EU en de GCC en zijn lidstaten zal de welvaart en de veiligheid van beide partners ten goede komen en een echt verschil maken bij het aangaan van mondiale uitdagingen. Een dergelijk partnerschap bouwt voort op de traditioneel sterke banden die er al zijn tussen individuele GCC- en EU-lidstaten. De betrokkenheid van andere belangrijke Golfstaten bij het partnerschap kan ook worden overwogen naarmate de betrekkingen ontwikkelen en rijpen.

Een sterker partnerschap met de Golfregio speelt een sleutelrol bij de uitvoering van de Europese strategie voor REPowerEU 2 en de aanvullende externe energiestrategie van de EU. 3 Het gaat hierbij om belangrijke onderwerpen zoals een grotere voorziening van vloeibaar aardgas (lng), maatregelen om de oliemarkten te stabiliseren, de samenwerking op het gebied van waterstof, energie-efficiëntie en een snellere uitrol van hernieuwbare energie.

De recente ontwikkelingen in de Golf zijn bemoedigend. Het einde van de scheuring binnen de GCC in 2021 heeft de hervatting en uitbreiding van de samenwerking tussen de EU en de GCC vergemakkelijkt. De veelbelovende maatschappelijke en economische veranderingen die in de GCC-landen aan de gang zijn, gebaseerd op ambitieuze transformatieve agenda’s (“visies”), en de verdere ontwikkeling ervan, bieden een breed spectrum van mogelijkheden voor samenwerking en investeringen. Bovendien zou een positieve afronding van de onderhandelingen in Wenen, die erop gericht zijn de terugkeer van de Verenigde Staten naar het gezamenlijk alomvattend actieplan (JCPOA) te vergemakkelijken en de volledige uitvoering van alle JCPOA-verbintenissen door de Verenigde Staten en Iran te hervatten, een platform kunnen bieden voor verdere inspanningen om de spanningen te verminderen en het vertrouwen in de ruimere regio op te bouwen.

Gezien de vele ontwikkelingen sinds de samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en de GCC in 1989 werd gesloten 4 en de behoefte aan een veel sterkere en uitgebreidere samenwerking, is de EU vastbesloten om als partner met de Golfregio samen te werken en de samenwerking nieuw leven in te blazen via een robuust strategisch partnerschap en solide bilaterale institutionele kaders.

In deze gezamenlijke mededeling 5 wordt daarom een sterker partnerschap voorgesteld op een aantal belangrijke beleidsterreinen en worden er een aantal concrete voorstellen gedaan voor de EU en de GCC en zijn lidstaten om hun samenwerking in hun beider belang te versterken, met duidelijke aandacht voor het behalen van resultaten.

2. Een partnerschap voor welvaart

De EU en de GCC vertegenwoordigen samen 20 % van de wereldeconomie en 17,5 % van de wereldhandel, en zijn goed voor meer dan de helft van de wereldwijde directe buitenlandse investeringen. In 2020 was de EU de grootste invoerpartner en de op drie na grootste uitvoerpartner van de GCC (met een aandeel van respectievelijk 17,8 % en 6,9 %) 6 . Een bevoorrechte relatie op het gebied van handel en investeringen tussen de EU en de GCC en zijn leden is in hun beider belang, wordt steeds belangrijker en heeft duidelijk nog meer potentieel. Dit is nog relevanter in een snel veranderende geopolitieke context waarin de EU allianties moet aangaan en samenwerkingsplatforms tot stand moet brengen om haar doelstellingen te verwezenlijken en haar open strategische autonomie te vergroten. Naar aanleiding van de Russische agressie tegen Oekraïne zal de EU actief werken aan nauwere banden met de GCC om alternatieve bronnen van hernieuwbare energie te zoeken.

Voortbouwend op de samenwerkingsovereenkomst van 1989 waren de EU en de GCC betrokken bij onderhandelingen over een vrijhandelsovereenkomst, die in 2008 werden stopgezet, voornamelijk als gevolg van verschillende ambitieniveaus op belangrijke punten. Het EU-kader voor vrijhandelsovereenkomsten is sindsdien verder uitgewerkt en bevat op dit moment ambitieuze bepalingen inzake duurzame ontwikkeling, arbeidsrechten, de geleidelijke afschaffing van uitvoerrechten en andere maatregelen die de handel en investeringen verstoren. Besprekingen op deskundigenniveau blijven het wederzijdse begrip van de standpunten verder verbeteren, met het oog op mogelijke onderhandelingen voor een handelsovereenkomst, waarin kwesties van wederzijds belang zouden worden aangekaart, waaronder een betere handels- en investeringsomgeving, samenwerking op het gebied van regelgeving en douane evenals duurzameontwikkelingsdoelstellingen. Ondertussen zal de EU zoeken naar manieren om het economische partnerschap te verdiepen en de bestaande dialoog tussen de EU en de GCC betreffende handel en investeringen te versterken om de samenwerking op regelgevingsgebied verder te vergemakkelijken, de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten, met inbegrip van geografische aanduidingen, te verbeteren, de samenwerking op het gebied van douane en fraudebestrijding, met inbegrip van de bestrijding van namaak en smokkel, verder te versterken, hernieuwbare energie, energie- en hulpbronnenefficiëntie en digitale handel te ondersteunen en duurzame en mondiale toeleveringsketens te bevorderen. De EU en de GCC zullen de standpunten over multilaterale strategieën voor het handelsbeleid coördineren, onder meer binnen de Wereldhandelsorganisatie over de hervorming ervan. De EU zal ook streven naar een versterking van de samenwerking tussen de EU en de GCC op het gebied van economische integratie en een duurzaam ondernemings- en investeringsklimaat, met goed functionerende en eerlijke markten waar ondernemingen op basis van een gelijk speelveld kunnen concurreren en oneerlijke handelspraktijken of subsidies die de mededinging verstoren, aanpakken. Bovendien zal de EU de economische bilaterale partnerschappen met elk GCC-land consolideren, hetgeen een aanvulling vormt op het bestaande partnerschap voor handel en investeringen tussen de EU en de GCC.

Dit zou ook bijdragen tot economische diversificatie, waar de Golfstaten zeer veel belang bij hebben. Zij hebben strategische “visies” 7 aangenomen die tot doel hebben hun economieën te diversifiëren en hun afhankelijkheid van olie- en gasopbrengsten af te bouwen. Zij zijn ook gericht op de ontwikkeling van andere sectoren en op een robuuste particuliere sector die banen, groei en buitenlandse investeringen kan genereren, en op het aanpakken van verstoringen op de arbeidsmarkt door werkgelegenheid te creëren voor hun eigen onderdanen. De EU en haar lidstaten zouden beste praktijken met de GCC-landen kunnen uitwisselen over de wijze waarop een gunstig ondernemingsklimaat voor kleine en middelgrote ondernemingen in sectoren als digitalisering, energie, de groene economie en duurzaam toerisme kan worden gestimuleerd, en over het ondersteunen van de afstemming van studiecurricula en het ontwikkelen en ondersteunen van een ondernemerscultuur. De EU zal met de GCC blijven samenwerken om de samenwerking tussen ondernemingen verder te verbeteren door openstaande belemmeringen voor markttoegang weg te nemen en een eerlijk, transparant en niet-discriminerend beleid te ondersteunen dat investeringen bevordert. Om deze doelstellingen te verwezenlijken, is de EU voornemens de oprichting van een EU-kamer van koophandel in de GCC-landen te ondersteunen 8 .

De economische transformatie die momenteel in beide regio’s aan de gang is, biedt een kans om na te denken over hoe we onze respectieve tekorten op de arbeidsmarkt kunnen aanpakken en ervoor kunnen zorgen dat onze economieën over de vaardigheden beschikken die zij nodig hebben om te groeien en te innoveren. Daarbij moet de nadruk liggen op de mobiliteit van de jeugd tussen de EU en de GCC-landen. 9  

De Golfstaten zijn belangrijke partners bij de collectieve inspanningen om de gevolgen van de COVID-19-pandemie, de wereldwijde gezondheidszekerheid en de internationale initiatieven ter verbetering van de paraatheid en respons inzake de pandemie aan te pakken. Gezamenlijke inspanningen zullen belangrijk zijn om het verlenen van volksgezondheid te blijven verbeteren en te zorgen voor een robuust wereldwijd netwerk dat de veerkracht en de responscapaciteit voor toekomstige gezondheidscrises vergroot. Verdere werkzaamheden om de Golfstaten te koppelen aan het digitale EU-systeem van covidcertificaten en de erkenning van vaccinaties, zouden veilig internationaal reizen ondersteunen en bijdragen tot het wereldwijde herstel. De EU zal ook met hen samenwerken voor herstelinstrumenten voor de lange termijn en de NextGenerationEU, en hun steun vragen voor haar gediversifieerde financieringsstrategie, waaronder de uitgifte van obligaties op middellange en lange termijn. De EU zal ook gezamenlijke inspanningen op de gebieden van paraatheid en respons inzake bedreigingen voor de volksgezondheid verbeteren en versterken.

Op het gebied van vervoer zal de EU ernaar streven de samenwerking met de Golfstaten op het gebied van de luchtvaart en de gemeenschappelijke inspanningen voor meer samenwerking en convergentie op regelgevingsgebied te blijven verbeteren en beste praktijken en normen uit te wisselen op gebieden als veiligheid en beveiliging in de luchtvaart, luchtverkeersbeheer, maatschappelijke en milieunormen in de luchtvaart en passagiersrechten. De EU steunt ook de regionale samenwerking tussen de Golfstaten op het gebied van de luchtvaart. De versterkte samenwerking tussen de EU en de Golf 10 op het gebied van spoorwegen zou betrekking kunnen hebben op het gebruik van het EU-systeem voor signalering en verkeersbeheer, onderzoek en innovatie, emissievrije technologieën en regelgevingsmodellen en beste praktijken 11 . Wat infrastructuur betreft, zal de EU de samenwerking met de Golfstaten onderzoeken, onder meer in verband met de lopende besprekingen over een toekomstig trans-mediterraan vervoersnetwerk in de landen van de zuidelijke nabuurschap, met als doel sterkere verbindingen met aangrenzende strategische corridors in Sub-Saharaans Afrika en Centraal-Azië te bevorderen.

De EU zal haar dialoog met de regio over de scheepvaart voortzetten en ernaar streven de samenwerking te versterken, met name op het gebied van maritieme veiligheid, milieubescherming en maritieme vervoersverbindingen. De EU zal bij de Internationale Maritieme Organisatie met de Golfstaten blijven samenwerken om te zorgen voor strenge veiligheids- en milieunormen en ambitieuzere doelstellingen inzake de reductie van broeikasgasemissies.

De EU is vastbesloten om de uitdagingen aan te pakken en de kansen die voortvloeien uit de digitalisering, te maximaliseren en om samen te werken met de GCC, onder meer op het gebied van digitale transitie, connectiviteit en innovatie. Via de Global Gateway-strategie 12 zal de EU de uitrol van digitale netwerken en infrastructuren in minder bediende regio’s in de wereld ondersteunen en ervoor zorgen dat zij veilig, veerkrachtig en betrouwbaar zijn en de integriteit van mensen beschermen, met name door de 5G-toolbox van de EU te bevorderen. De EU zal steun verlenen aan de verbetering van veilige internationale verbindingen, met name tussen Europa en de Golf, en zal deelnemen aan besprekingen over de ondersteuning van een mensgerichte benadering van digitalisering, met inbegrip van de eerbiediging van universele waarden. Dit kan op zijn beurt mogelijkheden bieden voor verdere samenwerking op het gebied van de data-economie, high-performance computing of een mensgerichte benadering van artificiële intelligentie. Een uitgangspunt voor de versterking van de data-economie zou kunnen zijn om onderzoek te verrichten naar het belang voor beiden bij samenwerking op het gebied van industriële dataruimten. De EU en de GCC kunnen samenwerken om de digitale bijscholing van mensen in de GCC-landen, met name vrouwen en jongeren, verder te ondersteunen, zodat zij de kansen van de digitale transitie kunnen benutten. Het belang van beiden om samen te werken aan het EU-concept van digitale innovatiehubs kan worden onderzocht. De EU zal ook steun verlenen aan uitwisselingen met de Golfstaten over EU-beleid en -praktijken inzake gegevensbescherming om verdere convergentie met de EU- en internationale normen te bevorderen.

De samenwerking van de EU met de GCC-landen op het gebied van onderzoek en innovatie zal nieuwe markten en banen creëren, bijdragen tot economische diversificatie en het economische herstel in de regio en maatschappelijke uitdagingen zoals de klimaat- en energietransitie en mondiale gezondheidskwesties aanpakken. Deze samenwerking zal gebaseerd zijn op de nieuwe strategie 13 van de EU, die ook informatie zal bieden voor de internationale samenwerking in het kader van het kaderprogramma Horizon Europa en deze samenwerking zal sturen 14 . Zij zal openheid bevorderen, gecombineerd met een hogere mate van wederkerigheid, en streven naar een gelijk speelveld op basis van eerbiediging van fundamentele beginselen zoals academische vrijheid, gendergelijkheid, ethiek, integriteit en inclusiviteit van onderzoek, open wetenschap en empirisch onderbouwde beleidsvorming.

De EU wil de samenwerking met de GCC op het gebied van de ruimtevaart versterken. De GCC-landen zijn op dit gebied actiever geworden en hebben belangstelling getoond voor de gezamenlijke ontwikkeling van augmentatie vanuit de ruimte voor gps en Galileo om de Golfregio te bestrijken. Hierdoor kunnen voor de veiligheid essentiële toepassingen gebruikmaken van gps en Galileo om luchthavens met grote precisie aan te vliegen, waardoor er minder behoefte is aan grondinfrastructuur 15 . De samenwerking tussen de EU en de GCC zou ook betrekking kunnen hebben op het gebruik van aardobservatiegegevens die worden verstrekt door het Copernicus-systeem van de EU voor toepassingen zoals monitoring van verontreiniging of metingen van het waterdampgehalte.

Actiepunten:

·de samenwerking tussen de EU en de GCC op het gebied van handel en investeringen in het algemeen versterken, onder meer wat betreft economische integratie en diversificatie, en met name de bestaande dialoog inzake handel en investeringen tussen de EU en de GCC. Hierbij zou het gaan om het onderzoeken van de mogelijkheden om tot een wederzijds begrip over mogelijke onderhandelingen voor een handelsovereenkomst te komen, waarin kwesties van wederzijds belang zouden worden aangekaart, waaronder een betere handels- en investeringsomgeving, samenwerking op het gebied van regelgeving en douane evenals duurzameontwikkelingsdoelstellingen;

·uitwisselingen organiseren over jeugdwerkgelegenheid en de oprichting van bedrijven;

·gemeenschappelijke inspanningen voortzetten om de COVID-19-pandemie aan te pakken, met name wat betreft de erkenning van certificaten en vaccinaties;

·gezamenlijke inspanningen op de gebieden van paraatheid en respons inzake bedreigingen voor de volksgezondheid verbeteren en versterken en werken aan een verbeterde wereldwijde gezondheidsarchitectuur om een antwoord te bieden op gezondheidscrises;

·de samenwerking op het gebied van vervoer verbeteren, met inbegrip van regelgevingsaspecten, veiligheid, verkeersbeheer, verbindingen en sociale en milieunormen;

·verder samenwerken aan de ontwikkeling van een mensgerichte benadering van digitalisering, onder meer op het gebied van connectiviteit, infrastructuurontwikkeling, digitale transitie, digitale vaardigheden en gegevensbescherming;

·het bewustzijn betreffende de mogelijkheden voor samenwerking op het gebied van onderzoek en innovatie en institutionele opleidingsmogelijkheden verhogen, onder meer in het kader van het Horizon Europa-programma;

·de samenwerking op het gebied van de ruimtevaart versterken.


3. Een partnerschap voor een groene transitie en duurzame energiezekerheid

Gezien de omvang van de uitdagingen op het gebied van klimaatverandering en de kansen die de groene transitie kan bieden, is het bundelen van krachten voor de EU en de Golfregio van het grootste belang. Het verwezenlijken van de belangrijkste elementen van de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling, de Overeenkomst van Parijs en het Verdrag inzake biologische diversiteit zijn de voornaamste gemeenschappelijke prioriteiten. Terwijl de Golfstaten op het internationale toneel opkomende spelers zijn in de strijd tegen de klimaatverandering, waardoor vooral de Golfregio wordt getroffen, kan de EU expertise en knowhow delen op aanverwante terreinen als pionier inzake initiatieven op het gebied van klimaatverandering. Tegelijkertijd zijn de Golfpartners betrouwbare leveranciers van vloeibaar aardgas en spelen zij een grote rol en beschikken zij over meer potentieel in het kader van de algehele duurzame energiezekerheid en een vlotte transitie naar energieneutraal. Als ’s werelds grootste producent van fossiele brandstoffen zullen de Golfstaten echter ingrijpende stappen moeten zetten om op langere termijn van dit economische model af te stappen en niet alleen belangrijke exporteurs te zijn, maar ook grote investeerders in hernieuwbare energie en energie-efficiëntie in de ruimere regio van het Midden-Oosten en financiële steunverleners voor mondiale klimaatgerelateerde inspanningen te worden. Tegelijkertijd is de EU geïnteresseerd in alternatieve energiebronnen en zal zij steeds meer aanzienlijke hoeveelheden hernieuwbare energie uit gediversifieerde bronnen moeten invoeren door een klimaat te ontwikkelen dat bevorderlijk is voor niet-verstoorde handel en investeringen in groene energiegoederen. Daarom is er een hoger gemeenschappelijk belang om strategischer te handelen, de groene transitie en de overgang naar circulaire economieën te versnellen, de respectieve handelsbelangen van beide regio’s aan te pakken en klimaatgerelateerde verbintenissen met succes na te komen. Dit wordt ook weerspiegeld in de externe energiestrategie van de EU.

De recente aankondigingen inzake klimaatneutraliteit van de Golfpartners zijn belangrijke stappen voorwaarts bij het dichten van de kloof op het gebied van mitigatie van de klimaatverandering en het voor ogen houden van de doelstelling van Parijs betreffende 1,5 graden Celsius, als deze gepaard gaan met even ambitieuze ontwikkelingsstrategieën voor de lange termijn met het oog op een lage uitstoot van broeikasgassen. De verwezenlijking van de gedane toezeggingen en aankondigingen en de geleidelijke afschaffing van gesubsidieerde energie uit fossiele brandstoffen moeten nu prioritair zijn. De vermindering van de methaanuitstoot is een ander gebied voor potentiële samenwerking tussen de EU en de Golf dat kan bijdragen tot een geleidelijke overschakeling van fossiel aardgas naar biogas en biomethaan, hernieuwbare en koolstofarme waterstof en synthetische brandstoffen 16 .

De EU zal ook haar samenwerking met de Golfstaten op het gebied van klimaatactie en de transitie naar schone energie intensiveren door uitwisselingen en partnerschappen inzake hernieuwbare energie (met inbegrip van hernieuwbare waterstof), energie-efficiëntie, met inbegrip van het energie-efficiëntie-eerstbeginsel, koolfstofafvang, -gebruik en -opslag, koolstofbeprijzing en koolstofmarkten, aanpassing aan de klimaatverandering, rampenrisicovermindering en veerkracht, te vergemakkelijken. Tijdens deze samenwerking zullen ook beste prakijken, technische opties, innovatie, regelgevingskaders en normen worden onderzocht 17 . De EU zal de actieve betrokkenheid en ondersteuning van het Internationaal Agentschap voor hernieuwbare energie (Irena) in de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) voortzetten, hetgeen nuttig zou kunnen zijn voor de transitie naar schone energie. De EU zal overleg plegen met de Golfstaten en met name met de VAE, over de voorbereidingen voor de COP27 in Egypte en de COP28 in de VAE, en zal zich inzetten voor kaders zoals het Saudi Green Initiative en het Middle East Green Initiative.

De groene transitie en aanpassing aan en mitigatie van de klimaatverandering zullen wereldwijd grootschalige investeringen vergen. De Global Gateway biedt een nuttig kader voor een gemeenschappelijke onderneming met de Golf om duurzame investeringen in de ruimere regio van het Midden-Oosten en in Afrika te bevorderen. Het zou nuttig kunnen zijn om de investeringscapaciteiten van de EU en de Golfstaten en hun financiële instellingen samen te brengen en de particuliere sector doeltreffend te betrekken bij het ontsluiten van het noodzakelijke kapitaal en de benodigde deskundigheid en ervaring.

De samenwerking tussen de EU en de GCC kan een belangrijke rol spelen bij het afstemmen van de financiële stromen op een traject naar een lage uitstoot van broeikasgassen en een klimaatbestendige ontwikkeling, met name met het oog op de doelstelling inzake klimaatfinanciering na 2025. De EU en de Golfstaten zullen hun samenwerking versterken door middel van uitwisselingen over initiatieven voor duurzame financiering en de uitgifte van groene obligaties, onder meer met Europese, in de Golf gevestigde en multilaterale ontwikkelingsinstellingen, en in het kader van de besprekingen op de desbetreffende internationale fora. De EU moedigt derhalve de deelname van de Golfstaten aan het internationaal platform voor duurzame financiering aan.

Het partnerschap tussen de EU en de GCC zal ook essentieel zijn in de context van een wereldwijde en regionale duurzame energiezekerheid en een vlotte groene transitie zoals deze wordt weerspiegeld in de externe energiestrategie van de EU die tegelijk met deze mededeling wordt gepubliceerd. De GCC-landen beschikken over enkele van de beste zonne- en windbronnen ter wereld en hebben een aanzienlijk potentieel om de transitie naar duurzaamheid en decarbonisatie te leiden, onder meer door energie-efficiëntie te verbeteren en het energie-efficiëntie-eerstbeginsel toe te passen. De samenwerking tussen de EU en de Golf zal onder meer gericht zijn op knowhow, technologie, regelgevingskaders, normen en investeringen. De Golfstaten kunnen bijdragen tot het beperken van de volatiliteit van de markten die door de energietransitie worden beïnvloed, niet in het minst door de toegenomen uitvoer van vloeibaar aardgas als alternatief voor gas via pijpleidingen.

De Golfregio kan echter ook een rol spelen als producent en leverancier van koolstofvrije energie, onder meer hernieuwbare waterstof en elektriciteit. In de REPowerEU-mededeling wordt benadrukt dat gas moet worden vervangen door een grotere hoeveelheid hernieuwbare energie, waaronder waterstof. Dit, in combinatie met de ambities van de Golfpartners om leidende exporteurs te worden, zal nieuwe mogelijkheden bieden voor de samenwerking tussen de EU en de GCC. De EU zal onderzoeken wat de mogelijkheden inzake productie en handel zijn om de niet-verstoorde invoer van met name hernieuwbare waterstof mogelijk te maken. Daarbij wil zij verder bouwen op bestaande projecten, met name in het oostelijke en zuidelijke Middellandse Zeegebied.

Zowel in de EU als in de Golfstaten zijn een geïntegreerde gas- en waterstofinfrastructuur, waterstofopslagfaciliteiten en een haveninfrastructuur nodig. De EU werkt reeds aan een partnerschap voor groene waterstof in het Middellandse Zeegebied en zal samen met de Golfstaten kansen onderzoeken om partnerschappen betreffende groene waterstof tot stand te brengen. De EU zal ook een nauwere samenwerking op het gebied van elektrische connectiviteit en duurzame vervoersverbindingen bevorderen. Er zullen ook mogelijkheden worden nagestreefd voor een trilaterale samenwerking op het gebied van schone en billijke energietransitie, met name met Afrika, Azië en de ruimere regio van het Midden-Oosten. De EU zal de regionale integratie van energie en samenwerking bevorderen 18 .

De EU en de Golfstaten zouden ook verder kunnen samenwerken op het gebied van milieuproblemen. Het behoud, het duurzame gebruik en het beheer van de zeeën, mariene hulpbronnen en waterbeheer, met inbegrip van het verband tussen water en energie, en de noodzaak om de verontreiniging van de zee aan te pakken, met name in dichtbevolkte stedelijke kustgebieden, zijn gebieden van gemeenschappelijk belang. Gezien de omvang van de scheepvaart van de Golf over de Arabische Zee naar de Middellandse Zee zal de EU verdere samenwerkingsmogelijkheden onderzoeken om de emissieniveaus van het zeevervoer te verlagen. Ook de mogelijkheden voor samenwerking op het gebied van visserij en aquacultuur, ontzilting en kusttoerisme kunnen verder worden onderzocht.

Er zouden ook verdere uitwisselingen tussen de EU en de GCC moeten plaatsvinden over het mondiale actiekader voor biodiversiteit, wat zal leiden tot een uitbreiding van de huidige beschermde mariene gebieden in de Golf. Andere aspecten die aan bod kunnen komen, zijn de aanpak van alle oorzaken van verlies aan biodiversiteit, het herstel van ecosystemen, de ontwikkeling en uitvoering van strategieën tegen invasieve soorten en de samenwerking met andere sectoren, zoals vervoer en industrie.

De EU zal haar expertise op het gebied van de circulaire economie, zoals maatregelen voor afvalvermindering en duurzaam afvalbeheer, en op het gebied van recycling delen met de Golfstaten en zal nauw met hen samenwerken aan een juridisch bindend instrument om een einde te maken aan de plasticverontreiniging.

De EU zal ook samenwerken met de Golfstaten om eerlijke, duurzame, gezonde en milieuvriendelijke voedselsystemen tot stand te brengen, in overeenstemming met de “van boer tot bord”-strategie van de EU, 19 de mededeling van de EU over het waarborgen van de voedselzekerheid en het versterken van de veerkracht van voedselsystemen 20 , met als doel de mondiale voedselzekerheid te verbeteren. Dit is van bijzonder belang in het licht van de impact van de Russische agressie tegen Oekraïne en de gevolgen daarvan voor de mondiale voedselmarkten. De EU en de Golfstaten zullen ook verder samenwerken met het oog op de bestrijding van woestijnvorming en ontbossing, en aan de ontwikkeling van agrotechnologie voor droge klimaten.

Het partnerschap met de Golf op deze gebieden zal gericht zijn op bilateraal en regionaal niveau. Kaders zoals de Saoedische groene initiatieven en die van het Midden-Oosten kunnen een belangrijk instrument zijn voor het voeren van een dialoog. De EU zal ook trilaterale samenwerking bevorderen. Het project van Israël, Jordanië en de VAE betreffende ontzilting en elektriciteit is hiervan een goed voorbeeld.

Actiepunten:

·een speciale deskundigengroep voor energie en klimaat oprichten met deskundigen uit de EU en de GCC om de beleidsdialoog over groene transitie op regionaal en bilateraal niveau te intensiveren;

·een jaarlijkse ministeriële bijeenkomst van de EU en de GCC over de groene transitie houden, aangevuld met gerelateerde initiatieven uit de particuliere sector (bv. Green Business Forum), om verdere tastbare gezamenlijke initiatieven vast te stellen;

·de samenwerking op regelgevingsgebied en infrastructuurverbindingen verder vergemakkelijken, de ontwikkeling van hernieuwbare energie en energie-efficiëntie en -productie ondersteunen en de totstandbrenging bevorderen van concurrerende markten die de handel in hernieuwbare energie mogelijk maken zonder uitvoerbeperkingen of prijsverstoringen;

·het streven naar duurzame financiering ontwikkelen, onder meer in samenspraak met Europese en in de Golf gevestigde financiële instellingen;

·een specifieke faciliteit opzetten om expertise uit te wisselen op de beleidsterreinen met betrekking tot de groene transitie, de circulaire economie en duurzame groeimodellen, en helpen om de samenwerking tussen de EU en de GCC op het gebied van groene transitie in de praktijk te brengen;

·een seminar op hoog niveau organiseren over de groene transitie, met het oog op COP27 en COP28;

·een initiatief ter bescherming van de zee lanceren op het Arabische schiereiland om beschermde gebieden en gezamenlijke mechanismen tot stand te brengen om de verontreiniging van het mariene milieu te voorkomen en de samenwerking op het gebied van mariene wetenschap en hulp bij rampen/risicovermindering te verbeteren.

4. Een partnerschap voor regionale stabiliteit en mondiale veiligheid

Het behoud van vrede, veiligheid en stabiliteit in de bredere Golfregio is een belangrijke prioriteit voor de EU en een belangrijk gemeenschappelijk belang met de GCC en zijn lidstaten en andere internationale en regionale partners. De instabiliteit in de bredere Golfregio heeft rechtstreekse gevolgen voor de veiligheid en economische belangen van de EU. Ze is niet alleen voelbaar in de buurlanden van de EU, maar ook in andere gebieden die voor beiden belangrijk zijn, zoals de Hoorn van Afrika en de Sahel. Aangezien de Golfstaten steeds actiever worden in hun eigen regio en in het ruimere Midden-Oostengebied en daarbuiten, is het duidelijk dat duurzame stabiliteit in de bredere nabuurschap van de EU nauwe samenwerking met hen vereist.

De Golfstaten hebben onlangs positieve stappen gezet, zoals de AlUla-overeenkomst waarmee een einde wordt gemaakt aan de scheuring binnen de GCC, de normalisatieovereenkomsten met Israël en de stappen van een aantal GCC-lidstaten om de dialoog met Iran te hervatten of te verdiepen. Deze ontwikkelingen bieden de Golfstaten de gelegenheid om de stabiliteit in de hele regio te verbeteren op basis van de eerbiediging van de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties en het internationaal recht en op basis van een aantal overeengekomen gemeenschappelijke belangen en universele beginselen en waarden, zoals goede nabuurschapsbetrekkingen, niet-inmenging in binnenlandse aangelegenheden, vreedzame beslechting van geschillen en non-proliferatie, en door geleidelijk een regionale veiligheidsarchitectuur op te bouwen. Zij zouden ook een nuttig platform bieden voor bredere maatschappelijke vraagstukken en economische integratie. De EU, zelf een succesvol vredesproject, kan een waardevolle partner zijn om deze doelstellingen te ondersteunen.

De EU coördineert de inspanningen om te zorgen voor de volledige en doeltreffende uitvoering van het JCPOA, dat kan bijdragen tot alomvattende en duurzame inspanningen om ervoor te zorgen dat de Golfregio permanent vrij blijft van kernwapens en zelf kan helpen andere regionale kwesties aan te pakken. Een positieve afronding van de onderhandelingen in Wenen, die erop gericht zijn de terugkeer van de Verenigde Staten naar het JCPOA te vergemakkelijken en de volledige uitvoering van alle JCPOA-verbintenissen door de Verenigde Staten en Iran te hervatten, kan een platform bieden voor verdere inspanningen om de spanningen te verminderen en het vertrouwen in de ruimere regio op te bouwen. De landen uit de regio — aan beide zijden van de Golf — moeten dergelijke inspanningen uiteraard leiden en sturen, maar de EU en de bredere internationale gemeenschap kunnen en moeten steun en advies bieden. In dit verband zal de EU bereid zijn met de GCC, zijn lidstaten, Iran en andere belangrijke landen in de regio samen te werken aan een geleidelijke en inclusieve aanpak, met volledige transparantie en met het uiteindelijke doel regelingen te treffen die zorgen voor meer veiligheid voor alle landen in de Golfregio.

Daartoe zou de EU kunnen werken aan dialoog, transparantie en vertrouwenwekkende maatregelen en expertise delen op gebieden als maritieme veiligheid/beveiliging; conflictpreventie en -bemiddeling, rampenparaatheid en -respons; chemische, biologische, radiologische en nucleaire (CBRN) veiligheid; terrorismebestrijding; cyberveiligheid en het tegengaan van desinformatie.

Bovendien zou een speciale politiek-militaire dialoog met de GCC en zijn lidstaten de uitwisseling van informatie over militaire oefeningen, beleid en begrotingen, vrijwillige maatregelen ter verbetering van de transparantie op het gebied van bewapening, wapenbeheersingsregelingen ter ondersteuning van het Verdrag over onmenselijke wapens en het Verdrag van Ottawa, en over de doeltreffende uitvoering van non-proliferatieverdragen kunnen vergemakkelijken. Deze dialoog kan worden aangevuld met military-to-military contacten.

Deze activiteiten kunnen op middellange en lange termijn leiden tot een gestructureerde, door de EU gefaciliteerde dialoog die geleidelijk kan bijdragen tot een inclusievere regionale veiligheidsarchitectuur. De regionale conferentie van Bagdad over samenwerking en partnerschap en het follow-upproces daarvan met betrokkenheid van de EU, kunnen als nuttig voorbeeld dienen voor door regio’s geleide procedures.

Een betere samenwerking op het gebied van maritieme veiligheid, op basis van het internationaal recht, zou kunnen bijdragen tot de versterking van de op regels gebaseerde orde op zee, met inbegrip van de vrijheid van scheepvaart en overvliegen. Het zou hierbij kunnen gaan om deconflicteringskanalen, het delen van maritieme informatie, het voorkomen van incidenten en gedragscodes 21 . De groeiende regionale aanwezigheid van operatie Atalanta van de EU biedt ruimte voor een dergelijke betrokkenheid. De EU zou ook kunnen uitkijken naar extra samenwerking door middel van het maritieme bewustzijn in de Straat van Hormuz-operatie onder leiding van Europa, die tot doel heeft een veiliger scheepvaartmilieu en de-escalatie te ondersteunen. Een door de EU gecoördineerde maritieme aanwezigheid 22 in het noordwestelijke deel van de Indische Oceaan en de totstandbrenging van het maritieme gebied van belang voor de EU, in overeenstemming met de EU-strategie voor de Indo-Pacifische regio 23 , kunnen ook een breder platform voor deze werkzaamheden bieden, in samenwerking met internationale en regionale partners.

De EU en de GCC zouden goede praktijken op het gebied van rampenpreventie en -paraatheid kunnen uitwisselen, met name door middel van een betere samenwerking tussen het Coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties van de EU en het centrum voor het beheer van noodsituaties van de GCC. In voorkomend geval zal de EU ook technische uitwisselingen met andere Golfstaten, de Liga van Arabische Staten en het Arabisch coördinatiemechanisme voor rampenrisicovermindering voorstellen om bij te dragen tot regionale grensoverschrijdende capaciteitsopbouw.

Gezien de steeds grotere rol die kernenergie in de GCC-landen speelt, zou de EU kunnen overwegen de samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid en de paraatheid en respons inzake nucleaire noodsituaties te verbeteren. Daarbij gaat het ook om de gevolgen voor de volksgezondheid van opzettelijke of onopzettelijke CBRN-bedreigingen. Met name speciale technische ondersteuning op belangrijke gebieden zoals de nucleaire veiligheidscultuur of het beheer van ongevallen zou de nucleaire veiligheid ten goede kunnen komen, terwijl de paraatheid en respons inzake nucleaire noodsituaties kunnen worden aangepakt door de uitwisseling van informatie over noodsituaties tussen de EU en de GCC te versterken, in overeenstemming met lopende projecten op dit gebied. Dergelijke samenwerkingslijnen zouden tussen de EU en het centrum voor het beheer van noodsituaties van de GCC moeten worden gelegd, en zouden uiteindelijk ook naar andere Golfstaten kunnen leiden.

Een verdere consolidatie tussen regionale partners en de EU met betrekking tot CBRN, medische tegenmaatregelen inzake CBRN en het beheer van CBRN-materialen kan worden onderzocht. Naast zijn huidige focus op biologische paraatheid, chemische veiligheid en beveiliging en noodrespons op de COVID-19-pandemie moet het CBRN-centrum ook regionale activiteiten voorstellen met betrekking tot strategische uitvoercontroles van producten voor tweeërlei gebruik.

De EU en de Golfstaten hebben hun coördinatie inzake regionale crises in de ruimere Golf, het Midden-Oosten en het noorden en de Hoorn van Afrika al geïntensiveerd. Vrede en stabiliteit in deze ruimere regio zijn een sterk gemeenschappelijk belang, of het nu gaat om Irak, Jemen, Syrië, Libië, Libanon, Israël/Palestina of Somalië, Ethiopië of Soedan. De EU hecht ook waarde aan de belangrijke rol die de GCC en zijn lidstaten spelen bij internationale bemiddeling. Recente voorbeelden zijn de rol van Qatar met betrekking tot Afghanistan en Tsjaad, Saoedi-Arabië en de VAE in de Hoorn van Afrika, Koeweit in Libanon en Oman in Jemen. De EU is bereid een voorstel te doen voor nauwere samenwerking en het delen van methoden, ervaringen en beste praktijken op het gebied van conflictpreventie en -bemiddeling, zowel op bilateraal als op regionaal niveau.

Een intensivering van de betrokkenheid van de Golfstaten bij terrorismebestrijding kan worden overwogen met betrekking tot kwesties als de bestrijding van gewelddadig extremisme en radicalisering, financiële steun voor extremisme, uitvoer van extremistische literatuur en terroristische dreigingen uit de regio en daarbuiten. De EU zal onderzoeken op welke manieren ze meer steun kan bieden voor de uitwisseling van beste praktijken om extremistische verhalen tegen te gaan en het productieve gebruik van traditionele en sociale media te bevorderen, met inbegrip van nauwere samenwerking met bestaande organisaties 24 . Nauwere samenwerking zou ook betrekking kunnen hebben op gezamenlijke activiteiten om het bewustzijn omtrent juridische en institutionele kaders ter bestrijding van de financiering van terrorisme en van witwassen van geld te vergroten. De EU zal ook met de Golfstaten blijven samenwerken om een mondiale, open, stabiele en veilige cyberruimte te bevorderen. Daarbij ligt de nadruk met name op cyberbeveiliging en op de bescherming van kritieke infrastructuur tegen cyberaaanvallen. 

De EU zal ook mogelijkheden verkennen om de samenwerking inzake justitie en wetshandhaving te verbeteren teneinde ernstige grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit beter te bestrijden, met name in verband met de bestrijding van terrorisme, witwasonderzoeken, de ontneming van vermogensbestanddelen en de bestrijding van mensenhandel. De uitwisseling van beste praktijken en steun in het kader van de mondiale EU-faciliteit 25 worden aangeboden ter ondersteuning van de internationale naleving bij de bestrijding van witwassen en van terrorismefinanciering, met name om de aanbevelingen van de Financiële-actiegroep (FATF) op te volgen. De samenwerking met Eurojust kan worden geïntensiveerd, eventueel door het opzetten van contactpunten, evenals de samenwerking met het Europees Openbaar Ministerie.

Zowel de EU als de Golfregio’s werden getroffen door hybride aanvallen, zoals kunstmatig geïnduceerde migratiestromen en terrorisme, waaronder terreuraanvallen met drones en raketten. De EU en de Golfstaten moeten verder samenwerken om dergelijke uitdagingen doeltreffend aan te pakken. Met het oog op het aanpakken van dergelijke hybride bedreigingen versterkt de EU ook haar strategische communicatie over het opsporen, analyseren en aanpakken van buitenlandse informatiemanipulatie en inmenging die regionale spanningen kunnen aanwakkeren. De EU zal werken aan kaders ter ondersteuning van de vrijheid van meningsuiting, mediavrijheid en pluralisme, zaken die centraal staan in een gezonde informatieomgeving, onder meer door de maatschappelijke veerkracht in de regio te ondersteunen en het bewustzijn over de toenemende buitenlandse informatiemanipulatie en inmenging als instrument voor buitenlands beleid te vergroten. Uitvoeringsmaatregelen om desinformatie en onjuiste informatie tegen te gaan zullen een belangrijk aspect van deze aanpak blijven 26 .

Actiepunten:

·politieke en specifieke dialogen en coördinatie over kwesties in verband met regionale en mondiale stabiliteit en veiligheid op gang brengen en verder versterken, ook in verband met meer veerkracht en respons tegen hybride bedreigingen;

·de benoeming van een speciale vertegenwoordiger van de EU voor de veiligheid van de Golf voorstellen;

·de ontwikkeling van een samenwerkingsmechanisme voor een verbeterde maritiemeveiligheid, verder bouwend op Operatie Atalanta, EMASoH en de gecoördineerde maritieme aanwezigheid in het in het noordwestelijke deel van de Indische Oceaan;

·de technische ondersteuning op het gebied van nucleaire veiligheid versterken en de samenwerking tussen de EU en het centrum voor het beheer van noodsituaties van de GCC op het gebied van paraatheid en respons inzake nucleaire noodsituaties bevorderen;

·de samenwerking tussen de EU en de GCC op het gebied van terrorismebestrijding en de bestrijding van gewelddadig extremisme tussen de EU en de GCC en zijn lidstaten intensiveren;

·wederzijds voordelige samenwerking op het gebied van rampenparaatheid en -respons tot stand brengen tussen het Coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties (ERCC) en het centrum voor het beheer van noodsituaties van de GCC;

·een dialoog over cyberveiligheid beginnen.

5. Een mondiaal partnerschap op humanitair en ontwikkelingsvlak

Donoren in de Golfregio en hun financiële instellingen zijn belangrijke verleners van officiële ontwikkelingshulp voor humanitaire hulp en ontwikkelingssamenwerking, en hun hulp is voornamelijk bilateraal. Een betere en meer systematische betrokkenheid bij de donoren in de Golfregio, met name wat betreft de uitvoering via multilaterale agentschappen en een aanpak op basis van gedeelde lasten, is van essentieel belang om mondiale uitdagingen aan te pakken, en met name de ongekende uitdagingen voor het internationale humanitaire stelsel. Het gaat hierbij om de steeds groter wordende financieringskloof tussen de snel groeiende behoeften en de beschikbare financiële middelen, de toenemende veronachtzaming van het internationaal humanitair recht en langdurige conflictsituaties 27 .

De Golfstaten zijn belangrijke donoren van humanitaire hulp. De EU zal haar betrokkenheid met de Golfstaten op het gebied van financiering, efficiëntie, hoogwaardige hulp en algemene steun voor het internationale humanitaire systeem opvoeren als geïntegreerd onderdeel van de politieke dialoog tussen de EU en de Golf. In dit verband zal er bijzondere aandacht worden besteed aan landen die kampen met langdurige crises. De EU zal donoren in de Golfregio ook aanmoedigen hun inzet en meerjarige financiering voor het door de VN gecoördineerde mondiale humanitaire systeem en de relevante VN-agentschappen, met inbegrip van de Organisatie van de Verenigde Naties voor hulpverlening, die van cruciaal belang is voor de stabiliteit van het Midden-Oosten, op te voeren.

De Golfstaten hebben ook een specifieke rol te spelen bij de bevordering en toepassing van het internationaal humanitair recht in de regio en daarbuiten, gezien hun geografische en/of culturele nabijheid en invloed op enkele van de meest acute crises. De EU zal haar dialoog en belangenbehartiging met de donoren in de Golfregio intensiveren om de eerbiediging van het internationaal humanitair recht en de humanitaire beginselen te bevorderen om de toegang tot en de doeltreffende verlening van humanitaire hulp en bescherming van burgers te vergemakkelijken. De EU moedigt de deelname van de Golfstaten aan relevante initiatieven aan om humanitaire normen en richtsnoeren te ontwikkelen voor de transparante uitvoering van deze richtsnoeren, op basis van gedeelde ervaringen met crises zoals die in Jemen, Syrië, Irak, Libië, de Sahel, de Hoorn van Afrika, de Rohingya en Afghanistan.

De EU zal ook streven naar sterkere partnerschappen met de Golfstaten, Arabische financiële instellingen en regionale organen, waaronder de Organisatie van Islamitische Samenwerking (OIS), om de onderliggende politieke en structurele oorzaken van conflicten aan te pakken, en om de politieke dialoog, hulpverlening en ontwikkeling op langere termijn beter te koppelen aan een verband tussen humanitaire ontwikkeling en vrede. De EU zal met name onderzoeken wat het potentieel is van gezamenlijke geïntegreerde benaderingen voor het aanpakken van kwetsbaarheden in het Midden-Oosten/Noord-Afrika, alsmede in de Hoorn van Afrika en de Sahel, en Centraal-Azië, waaronder Afghanistan. Er zullen speciale uitwisselingen plaatsvinden over de onderliggende oorzaken van humanitaire crises in multilaterale fora zoals de dialoog tussen de Arabische staten en de Commissie voor ontwikkelingsbijstand (DAC) van de OESO 28 en met de Arabische coördinatiegroep.

Wat de ontwikkelingssamenwerking betreft, zijn de Golfpartners sterk betrokken op gebieden als infrastructuur, hernieuwbare energie, gezondheidszorg, onderwijs en recente bijdragen aan het Covax-mechanisme. Dit biedt kansen voor potentiële partnerschappen op veel gebieden. Als eerste stap vindt er meer coördinatie met de donoren in de Golfregio en hun financiële instellingen plaats in partnerlanden van wederzijds belang en internationaal. De bouw van de centrale ontziltingsinstallatie in Gaza wordt beschouwd als een uitstekend voorbeeld van samenwerking tussen de EU en haar Arabische partners.

De EU zal de beleidsdialoog en de donorcoördinatie met de donoren in de Golfregio op multilateraal niveau verder intensiveren, met name in het kader van de dialoog tussen de Arabische staten en de Commissie voor ontwikkelingsbijstand van de OESO over ontwikkeling. De EU zal erop aandringen deze dialoog te hervormen om hem doeltreffender te maken, voortbouwend op de aanpak van Team Europa en door de procedures, maatschappelijke en milieuwaarborgen en de doeltreffendheid van de hulp beter op elkaar af te stemmen.

Daarnaast zal de EU haar betrekkingen met regionale organisaties en financiële instellingen in de Golf, met name de Islamitische Ontwikkelingsbank en de Arabische coördinatiegroep, intensiveren door zich bezig te houden met prioriteiten en programmering en door partnerschappen met Europese financiële instellingen aan te moedigen. De EU zal met name investeringsmogelijkheden verkennen in het kader van EU-beleid en -initiatieven zoals REPowerEU, de Europese Green Deal en de Global Gateway.

In het kader van de Global Gateway kunnen de EU en de Golfpartners nagaan welke gezamenlijke initiatieven in derde landen mogelijk zijn door middel van trilaterale samenwerking, financiële steun, capaciteitsopbouw en technische bijstand. Bovendien biedt de snellereactiepijler van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking (NDICI) — Europa in de wereld mogelijkheden om gezamenlijke prioriteiten op het gebied van buitenlands beleid aan te pakken door middel van een beleidsdialoog.

Actiepunten:

·in 2023 een ministeriële bijeenkomst van de EU en de GCC over humanitaire hulp organiseren;

·de doeltreffende uitvoering van op behoeften gebaseerde humanitaire hulp en algemene steun voor het internationale humanitaire systeem bevorderen en de eerbiediging van het internationaal humanitair recht en de humanitaire beginselen bevorderen. Synergieën in humanitaire logistieke operaties verkennen, evenals mogelijkheden voor parallelle financiering van projecten onder leiding van de VN in crises van wederzijds belang;

·de beleidsdialoog en de donorcoördinatie met de donoren in de Golfregio op multilateraal niveau intensiveren, met name in het kader van de dialoog tussen de Arabische staten en de Commissie voor ontwikkelingsbijstand van de OESO over ontwikkeling;

·mogelijkheden voor samenwerking op het gebied van Global Gateway-initiatieven in kaart brengen en de samenwerking van de Golfpartners met EU-instellingen, lidstaten, financiële instellingen en de particuliere sector bevorderen, in overeenstemming met de aanpak van Team Europa.

6.Een partnerschap voor mensen

De voortdurende maatschappelijke en economische transformaties in de Golfregio bieden talloze mogelijkheden voor samenwerking, met name ter ondersteuning van de ambitieuze transformatieve visies die door de Golfstaten zijn aangekondigd. Gedreven door economische diversificatie en het groeiende aantal “geglobaliseerde” jongeren die zich steeds meer betrokken voelen, voeren de Golfstaten een binnenlands beleid op het gebied van maatschappelijke ontwikkeling. Dit langetermijnbeleid gaat vaak gepaard met maatschappelijke hervormingen, met het potentieel om een keerpunt te vormen in deze samenlevingen, met name met betrekking tot vrouwenrechten, arbeidskwesties (bv. afschaffing van het kafala-systeem 29 voor migrerende werknemers) en vrijheid van godsdienst en interreligieuze dialoog. Hoewel er nog steeds uitdagingen op het gebied van mensenrechten, democratisering en de rechtsstaat bestaan, kan de EU met de GCC samenwerken bij het begeleiden van dergelijke hervormingsinspanningen, voortbouwend op bilaterale dialogen betreffende de mensenrechten met de GCC-landen en bij het faciliteren van intermenselijke contacten, met name voor jongeren, om het wederzijds begrip te vergroten en het vertrouwen tussen de samenlevingen in beide regio’s rond succesvolle samenwerkingsactiviteiten te bevorderen. In dit verband zal de EU haar ervaring met het bevorderen van een inclusieve dialoog met het maatschappelijk middenveld delen.

De EU steunt de werkzaamheden van de GCC-landen voluit, onder meer via samenwerkingsinstrumenten van de EU, om de eerbiediging van de rechtsstaat en goed bestuur te versterken, teneinde transparantie, verantwoordingsplicht en vertrouwen in de instellingen te ondersteunen. De EU kan haar ervaring met inclusieve dialoog met het maatschappelijk middenveld en de sociale partners bevorderen en delen in het kader van de uitvoering van de maatschappelijke aspecten van de nationale visies van de GCC-landen.

De EU moedigt met name de GCC-landen sterk aan om hun internationale verplichtingen inzake mensenrechten na te komen, onder meer om relevante VN-mensenrechtenverdragen te ratificeren, het werk van het VN-Bureau voor de mensenrechten en de speciale procedures van de VN actief te ondersteunen, volledig samen te werken met VN-mensenrechtenmechanismen en de verdragen en aanbevelingen van de Internationale Arbeidsorganisatie te ratificeren en uit te voeren. De EU zal het recht op vrijheid van meningsuiting, met inbegrip van het belang van de bescherming van journalisten en de onafhankelijkheid van de media, blijven verdedigen en bevorderen. De EU is bereid beste praktijken uit te wisselen, technische bijstand te verlenen en in voorkomend geval expertise aan te bieden, voortbouwend op de regelmatige gestructureerde mensenrechten- en sectorale dialogen tussen de EU en de GCC-landen, die een constructief instrument zijn gebleken voor eerlijke uitwisselingen over mensenrechten, onder meer over zorgwekkende individuele gevallen.

De EU houdt zich aan het beginsel dat mensenrechten zowel online als offline van toepassing zijn. De EU moedigt Golfstaten aan om wetgeving en waarborgen uit te voeren om mensen te beschermen tegen toezicht en gegevensverzameling die niet rechtmatig of niet noodzakelijk zijn De EU beschikt over uitvoercontroles, met name op het gebied van tweeërlei gebruik waar civiele technologieën mogelijk op militair gebied of voor de beveiliging kunnen worden ingezet. Deze regels bevatten specifieke bepalingen om ervoor te zorgen dat verhandelde digitale technologieën rechtmatig worden gebruikt, met inachtneming van de mensenrechten. De EU is bereid expertise te delen met haar Golfpartners en gezamenlijk in te spelen op de noodzaak van de invoering en uitvoering van internationale wettelijke normen op het gebied van digitale rechten, op multilateraal niveau.

De EU is ook voornemens haar betrokkenheid bij de bevordering van gendergelijkheid en empowerment van vrouwen te versterken, in nauwe samenwerking met regeringen, het maatschappelijk middenveld, de particuliere sector en andere belangrijke belanghebbenden in de Golfregio. Betere partnerschappen op dit gebied kunnen met name de toegang van vrouwen en meisjes tot onderwijs en opleiding en gezondheid bevorderen en ervoor zorgen dat zij gelijke handelingsbevoegdheid en toegang tot de rechter hebben. Bevorderen van de participatie en vertegenwoordiging van vrouwen op het gebied van werkgelegenheid, politiek, bestuur en burgerparticipatie, en voorkomen en bestrijden van seksuele en gendergerelateerde discriminatie en geweld, is een veelbelovend gebied van EU-inzet. De EU zal een veilige omgeving blijven aanmoedigen waarin het maatschappelijk middenveld, organisaties voor de rechten van meisjes en vrouwen, mensenrechtenverdedigers, vredesopbouwers en vrouwelijke journalisten worden gesteund.

Samenwerking en interculturele en interreligieuze uitwisselingen kunnen het wederzijds begrip en vertrouwen verbeteren en zijn tegelijkertijd vectoren van tolerantie en vreedzaam samenleven. 30 Zo is het Abrahamic Family House in Abu Dhabi een toe te juichen voorbeeld van dergelijke uitwisselingen in de GCC-regio. Ook blijven de nationale instituten voor cultuur van de EU, gevestigd in Saoedi-Arabië, Qatar en de VAE, activiteiten op verschillende gebieden zoals mode, film, muziek, architectuur en design en beeldende kunst bevorderen. De EU en de GCC-landen hebben de afgelopen jaren ook geïnvesteerd in de bescherming van cultureel erfgoed, wat mogelijkheden biedt voor een intensievere dialoog en gezamenlijke acties.

De EU kan via het Erasmus+-programma verdere steun verlenen aan regio-overschrijdende banden op het gebied van onderwijs, beroepsopleiding, ontwikkeling van vaardigheden en burgerparticipatie. In 2021–2027 zal Erasmus+ op het gebied van hoger onderwijs de partnerinstellingen in de Golf mogelijkheden bieden om via de Jean Monnet-acties curricula op te zetten, zoals onderwijsmodules over EU-gerelateerde aangelegenheden. Instellingen voor hoger onderwijs uit de regio zullen zich ook kunnen aansluiten bij academische consortia met de EU en andere internationale partners, om geïntegreerde masteropleidingen aan te bieden via de gezamenlijke masteropleiding van Erasmus Mundus. Daarnaast zijn de International Credit Mobility, die kortetermijnuitwisselingen voor academische studenten en personeel faciliteert, en de ontwerpmaatregelen van Erasmus Mundus, die de mogelijkheid bieden om samen een gezamenlijke masteropleiding te op te zetten, nu ook toegankelijk voor partnerinstellingen in de Golfregio.

In het kader van het Europees Jaar voor de Jeugd in 2022 stimuleren de EU-delegaties in de Golf dit soort mobiliteitsmogelijkheden voor jongeren in de regio op het gebied van hoger onderwijs en onderzoek. Dit zal worden aangevuld met activiteiten van Erasmus+-studenten en alumniverenigingen, samen met de mogelijkheid voor de Golflanden om nationale Erasmus+-contactpunten op te zetten.

Gezamenlijke bevorderingsinspanningen kunnen de samenwerking tussen de EU en de Golf ook op het gebied van onderzoek verbeteren, bijvoorbeeld door de deelname van onderzoekers uit de Golf aan Marie Skłodowska-Curie-acties, met inbegrip van internationale doctoraatsnetwerken en uitwisselingen van personeel, te ondersteunen. 

Consulaire bescherming wordt steeds belangrijker gezien het toenemende aantal EU-burgers dat in de Golf verblijft of naar de Golf reist. Een betere samenwerking tussen de EU en haar lidstaten en de autoriteiten in de Golf kan voortbouwen op de vastgestelde regelingen 31 , onder meer over de paraatheid en respons bij consulaire crisis.

Veel burgers van GCC-landen wonen of bezitten onroerend goed in de EU of studeren aan Europese universiteiten. De EU erkent de grote belangstelling van de GCC-landen om te worden opgenomen in de EU-lijst van visumvrije landen 32 . De EU ziet ook haar eigen belang bij het bevorderen van intermenselijke contacten en reizen tussen de EU en de GCC-landen. De Verenigde Arabische Emiraten verkregen een visumvrije status in 2015. 33 De Commissie heeft een voorstel ingediend voor de vrijstelling van onderdanen van Qatar en Koeweit bij de Raad en het Europees Parlement 34 . Voor de resterende GCC-landen zal de Commissie, met het oog op het bevorderen van het partnerschap tussen de twee regio’s en het versterken van de reeds intense politieke, economische, onderzoeks-, onderwijs-, culturele en maatschappelijke uitwisselingen, op korte termijn technische discussies opstarten om ervoor te zorgen dat aan de desbetreffende criteria wordt voldaan, met als uiteindelijk doel tot visumvrijstelling voor alle GCC-landen te komen 35 . Dat is in het belang van zowel de GCC als de EU. Intussen blijft de EU zich inzetten voor het verminderen van de lasten voor visumaanvragers uit GCC-landen, via de lokale aanpassing van haar visumregels en voor de systematische afgifte van meervoudige visa met een lange geldigheidsduur (tot vijf jaar geldig) voor reizigers die geen specifieke risico’s met zich meebrengen 36 . Het voorstel voor de digitalisering van de procedure voor de afgifte van eenvormige visa zal de visumprocedure grotendeels papierloos en contactloos maken en daardoor tijd en kosten besparen voor aanvragers. 37  

Actiepunten:

·snelle opstart van technische discussies met de resterende visumplichtige GCC-landen over visumvrijstelling; de afgifte van meervoudige visa met een lange geldigheidsduur vergemakkelijken;

·uitwisselingen over migratie en mobiliteit versterken, met name voor jeugd, cultuur en sport, om mensen samen te brengen en samenlevingen hechter te maken;

·de mensenrechtendialogen met de Golfpartners intensiveren en activiteiten opvolgen, en een inclusieve dialoog met het maatschappelijk middenveld bevorderen; in het bijzonder gendergelijkheid en empowerment van vrouwen bevorderen;

·samenwerking rond interculturele en interreligieuze dialoog ontwikkelen om broederschap, tolerantie en vreedzaam samenleven tussen mensen te bevorderen;

·de samenwerking tussen de GCC en de EU met betrekking tot governance op het gebied van onder meer corruptiebestrijding, bevordering van transparantie en het waarborgen van verantwoordingsplicht verbeteren;

·de samenwerking tussen de EU en de GCC op het gebied van onderwijs, beroepsopleiding, wetenschappelijk onderzoek en burgerparticipatie intensiveren via het Erasmus+-programma en de Marie Skłodowska-Curie-acties;

·culturele en publieke diplomatie opvoeren om het bewustzijn te vergroten en de EU zichtbaarder te maken in de GCC-landen om het wederzijds begrip te verbeteren.

7. Een sterker institutioneel partnerschap

De gestructureerde samenwerking met de GCC en zijn leden wordt geregeld in de in 1989 gesloten samenwerkingsovereenkomst en door bilaterale samenwerkingsregelingen tussen de Europese Dienst voor extern optreden en de ministeries van Buitenlandse Zaken van de zes GCC-landen. Dit kader omvat verschillende formaten voor politieke en sectorale raadpleging en samenwerking en uitwisselingen over regionale ontwikkelingen op verschillende niveaus 38 . Dialogen betreffende de mensenrechten zijn gestart met de VAE, Bahrein, Qatar, Koeweit en Saoedi-Arabië.

Er worden meer kansen aangegrepen en er is een sterk wederzijds belang om ervoor te zorgen dat de betrekkingen tussen de EU en de GCC een meer strategische focus hebben en de institutionele samenwerkingsregelingen versterken. De EU zal voortbouwen op het bestaande kader waarin bilaterale betrokkenheid wordt gecombineerd met versterkt regionaal partnerschap en waar mogelijk voorbeeldacties ontwikkelen. In dit verband zou de EU de mogelijkheid van een top met de GCC kunnen onderzoeken.

De EU zal de zichtbaarheid en efficiëntie van het EU-optreden vergroten door in 2022 een delegatie in Qatar te openen. De EU onderzoekt de mogelijkheid om een delegatie in Oman te openen en een EU-ambassadeur bij de GCC te benoemen die de vertegenwoordiging van de GCC bij de EU weerspiegelt.

De EU is voornemens de mogelijkheid te onderzoeken om met de GCC-landen te onderhandelen over partnerschapsovereenkomsten, die een steviger en alomvattend kader voor institutionele betrokkenheid zouden bieden.

De organisatie van sectorale ministeriële bijeenkomsten tussen de EU en de GCC over kwesties van wederzijds belang, zoals handel en investeringen, economische diversificatie, vervoer, groene transitie en digitalisering, zal het biregionale kader verbeteren. Deze nieuwe vorm zal een aanvulling vormen op bestaande regelingen zoals de Gezamenlijke Raad voor de EU en de GCC en de trojkavergadering van de EU en de GCC, georganiseerd in de marge van de AVVN. Zij zal zorgen voor de uitvoering van het nieuwe gezamenlijke actieplan van de EU en de GCC dat op 21 februari 2022 tijdens de laatste ministeriële bijeenkomst van de EU en de GCC is aangenomen.

De totstandbrenging van een jaarlijkse politieke dialoog tussen de EU en de GCC zou helpen om de geopolitieke ontwikkelingen die van invloed zijn op de twee regio’s, alsook de politieke aspecten van samenwerking, belangenbehartiging en conflictoplossing, aan te pakken. In dit kader kunnen de EU en de Golfstaten ook regio-overschrijdende samenwerking bevorderen, met name met de landen van de zuidelijke nabuurschap, en samenwerken met andere regionale organisaties zoals de Liga van Arabische Staten, de Unie voor het Middellandse Zeegebied en de Organisatie voor Islamitische Samenwerking.

Daarnaast zal de EU de samenwerking met het secretariaat-generaal van de GCC voortzetten door middel van workshops, collegiale uitwisselingen en studierondleidingen, op basis van institutionele en organisatorische ervaringen van de EU op gebieden die van belang zijn voor het secretariaat-generaal van de GCC, zoals beleidsvorming en coördinatie en openbare diplomatie.

Actiepunten:

·de institutionele betrokkenheid van de EU en de GCC verder versterken door een jaarlijkse politieke dialoog tussen de EU en de GCC, jaarlijkse raadpleging over multilaterale kwesties en sectorale ministeriële bijeenkomsten te houden, te beginnen met de groene transitie en coördinatie inzake humanitaire actie;

·nagaan of bilaterale partnerschapsovereenkomsten met de zes GCC-lidstaten kunnen worden gesloten;

·de institutionele en organisatorische uitwisselingen met het secretariaat-generaal van de GCC intensiveren;

·de uitvoering van gezamenlijke activiteiten op het gebied van gezondheid, handel en investeringen, migratie en mobiliteit, onderwijs en onderzoek, energie, energie-efficiëntie en klimaatverandering, digitalisering en rampenparaatheid en -respons voortzetten.

8. Conclusie/de weg vooruit

De EU zal al haar instrumenten gebruiken om te zorgen voor een efficiënte, doeltreffende en snelle uitvoering van dit strategische partnerschap met de Golf. Een permanente en toekomstgerichte dialoog tussen de EU en haar Golfpartners zal voor alle kwesties wederzijds voordelig zijn. De EU zal de nadruk leggen op de lopende werkzaamheden inzake de groene transitie, economische diversificatie en maatschappelijke hervormingen. De EU zal bijzondere aandacht besteden aan de rechtsstaat en de mensenrechten en in dit verband acties ontwikkelen die gericht zijn op empowerment van vrouwen en jongeren. De EU zal haar samenwerking met de Golfstaten versterken door gebruik te maken van alle passende financiële instrumenten, met name het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking (NDICI) — Europa in de wereld, en zal zich via openbare diplomatie inzetten om wederzijdse kennis en begrip te versterken.

De Commissie en de hoge vertegenwoordiger verzoeken het Europees Parlement en de Raad hun goedkeuring te hechten aan de in deze gezamenlijke mededeling uiteengezette aanpak en samen te werken bij uitvoering van haar acties en de evaluatie daarvan.

(1)

Koninkrijk Bahrein, Koninkrijk Saoedi-Arabië, Staat Koeweit, Staat Qatar, Sultanaat Oman, Verenigde Arabische Emiraten.

(2)

Mededeling van de Commissie, REPowerEU: een gemeenschappelijk Europees optreden voor betaalbaardere, veiligere en duurzamere energie, COM(2022) 108, 8.3.2022.

(3)

Gezamenlijke mededeling over het externe energie-engagement van de EU in een veranderende wereld, JOIN(2022) 23, 18.5.2022.

(4)

     https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=celex%3A21989A0225%2801%29

(5)

     De mededeling bevat ook informatie over de resultaten van gerichte raadplegingen en feedback die tijdens een verzoek om input is verstrekt (tussen 3 februari en 3 maart 2022).

(6)

     De invoer uit de EU bestond voornamelijk uit brandstof- en mijnbouwproducten en chemische stoffen; de uitvoer bestond uit machines en vervoersmiddelen, chemicaliën, landbouwproducten en grondstoffen.

(7)

     De “National Vision 2030” van Qatar; de “Vision 2035” van Koeweit; de “Vision 2040” van Oman; de “Economic Vision 2030” van Bahrein en de “Vision 2030” van Saoedi-Arabië.

(8)

     Door middel van het project voor economische diversificatie, dat door de Commissie wordt beheerd en dat bedoeld is om de dialoog over economische diversificatie, voorwaarden voor markttoegang en duurzame structurele veranderingen te versterken.

(9)

De Commissie heeft onlangs de Mededeling inzake het aantrekken van vaardigheden en talent naar de EU voorgesteld: COM(2022) 657 final, 27.4.2022.

(10)

     Voortbouwend op het memorandum van overeenstemming van 2017 tussen het secretariaat van de GCC en het Spoorwegbureau van de Europese Unie.

(11)

     Dit kan over de ervaring van de EU met de oprichting van het ERA gaan, in het licht van de lopende besprekingen over de oprichting van een spoorwegbureau in de Golfregio.

(12)

     Gezamenlijke mededeling aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio’s en de Europese Investeringsbank – De Global Gateway (JOIN(2021) 30 final, 1.12.2021). Via de Global Gateway plant de EU grote investeringen in de ontwikkeling van infrastructuur over de hele wereld, met de nadruk op de groene en digitale transitie, onder meer in de sectoren energie, vervoer, gezondheidszorg, onderwijs en onderzoek.

(13)

     Totaalaanpak voor onderzoek en innovatie – de strategie van Europa voor internationale samenwerking in een veranderende wereld – Conclusies van de Raad aangenomen op 28 september 2021, 12301/21.

(14)

     Het kaderprogramma Horizon Europa (2021-2027) zal de internationale samenwerking tussen onderzoekers en bedrijven in de EU en de rest van de wereld blijven bevorderen, net als eerdere kaderprogramma’s voor onderzoek en innovatie.

(15)

     Een optie voor een dergelijk systeem is de uitbreiding van het bestaande Egnos-systeem van de EU, waarvoor er lokaal meerdere controlestations moeten worden geplaatst.

(16)

     De meeste Golfstaten hebben de door de EU/VS geleide Methane Pledge ondertekend en sommige energiebedrijven uit de regio maken deel uit van het Oil and Gas Methane Initiative 2.0, onder leiding van de VN en de EU.

(17)

     Het Clean Energy Network-project tussen de EU en de GCC heeft een belangrijke rol gespeeld bij de bevordering van de samenwerking tussen de EU en de GCC op het gebied van milieuvriendelijk beleid en technologieën voor schone energie, waarbij het nieuwe vervolgproject verder gaat dan samenwerking op het gebied van energie en de groene transitie als geheel bestrijkt.

(18)

     Het project van Egypte en Saoedi-Arabië met betrekking tot elektriciteitsinterconnectie is daar een goed voorbeeld van.

(19)

https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=CELEX:52020DC0381

(20)

https://eur-lex.europa.eu/resource.html?uri=cellar:5391557a-aaa2-11ec-83e1-01aa75ed71a1.0017.02/DOC_1&format=PDF

(21)

     Zoals het gebruik van regionale informatie-uitwisseling in de Indo-Pacifische regio door de Golfpartners via speciale initiatieven voor capaciteitsopbouw in het kader van de gedragscode van Djibouti, die het maritieme omgevingsbewustzijn en de communicatie vergroot.

(22)

     Conclusies van de Raad betreffende de uitvoering van het concept “gecoördineerde maritieme aanwezigheid” in het noordwestelijke deel van de Indische Oceaan – aangenomen op 14 februari 2022, 6075/22.

(23)

     Gezamenlijke mededeling aan het Europees Parlement en de Raad: “EU-strategie voor samenwerking in de Indo-Pacifische regio”, 16.9.2021.

(24)

     Zoals Hedayah, de onafhankelijke, multilaterale “denk- en doetank” gewijd aan het voorkomen en bestrijden van gewelddadig extremisme in Abu Dhabi (de EU is lid van het bestuur).

(25)

     https://www.global-amlcft.eu/global-anti-money-laundering-and-countering-terrorism-financing-context/

(26)

     Voortbouwend op het gezamenlijk actieplan tegen desinformatie (5 december 2018), het actieplan voor de Europese democratie (COM(2020) 790) en de ervaringen met de COVID‑19-pandemie zullen de strategische communicatie-inspanningen van de EU gegrondvest zijn op de Europese waarden en beginselen.


(27)

     De mededeling “EU’s humanitarian action: new challenges, same principles” van 10 maart 2021 en de daaropvolgende conclusies van de Raad pleiten voor een grotere betrokkenheid van de EU bij opkomende donoren, waaronder de Golfstaten.

(28)

     De volgende dialoog tussen de Arabische staten en de Commissie voor ontwikkelingsbijstand van de OESO zal in 2022 voor het eerst in Brussel plaatsvinden.

(29)

     Sponsoringsysteem dat werkgevers buitensporige bevoegdheden geeft over buitenlandse werknemers.

(30)

Versterkte politieke dialoog, samenwerking en outreachproject van de EU en de GCC, een lopend driejarig EU-project dat actief steun verleent aan samenwerking, publieke diplomatie en bewustmakingsactiviteiten in de GCC.

(31)

     Zoals de regelingen met de VAE en Qatar in het kader van de EXPO 2020, de FIFA World Cup in 2022 en de repatriëring van EU-burgers en personen voor wie de EU verantwoordelijk was uit Afghanistan.

(32)

     Bijlage II bij Verordening (EU) 2018/1806 van het Europees Parlement en de Raad van 14 november 2018 tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld (PB L 303 van 28.11.2018, blz. 39).

(33)

Besluit (EU) 2015/785 van de Raad van 20 april 2015 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Verenigde Arabische Emiraten inzake de vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf, PB L 125/1, 21.5.2015.

(34)

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1806 tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld COM(2022) 189 final, 27 april 2022.

(35)

De criteria voor vrijstelling van de visumplicht houden onder meer verband met illegale immigratie, openbare orde en veiligheid, economische voordelen, in het bijzonder op het gebied van toerisme en buitenlandse handel, en de externe betrekkingen van de Unie met de betrokken derde landen; daarbij wordt in het bijzonder gekeken naar mensenrechten en fundamentele vrijheden alsmede naar de implicaties voor de regionale samenhang en de wederkerigheid (artikel 1 van Verordening (EU) 2018/1806, hierboven aangehaald).

(36)

     In overeenstemming met de herziene visumcode. Verordening (EU) 2019/1155 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 810/2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode (Visumcode) (PB L 188 van 12.7.2019, blz. 25).

(37)

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 767/2008, (EG) nr. 810/2009 en (EU) 2017/2226 van het Europees Parlement en de Raad, Verordeningen (EG) van de Raad nr. 1683/95, (EG) nr. 333/2002, (EG) nr. 693/2003 en (EG) nr. 694/2003 en Schengenuitvoeringsovereenkomst, wat betreft de digitalisering van de visumprocedure, COM/2022/658 final, 27 april 2022.

(38)

     Gezamenlijke raad en ministeriële bijeenkomst van de EU en de GCC, gezamenlijk voorgezeten door de HV/VV en het roulerende voorzitterschap van de GCC, met deelname van de ministers van Buitenlandse Zaken van de EU en de GCC; het gemengd samenwerkingscomité van de EU en de GCC, dat hoge ambtenaren de gelegenheid biedt sectorale samenwerking te bespreken; ministeriële trojka-bijeenkomst van de EU en de GCC over regionale kwesties; bijeenkomst van regionale directeuren van de EU en de GCC; dialoog betreffende handel en investeringen tussen de EU en de GCC; macro-economische dialoog tussen de EU en de GCC.