Artikelen bij COM(2022)467 - Gedelegeerde handelingen van de Commissie onder Verordening 2018/842 betreffende bindende jaarlijkse broeikasgasemissie­reducties door de lidstaten van 2021 tot en met 2030

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 16.9.2022

COM(2022) 467 final


VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

over de uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie die aan de Commissie is verleend bij Verordening (EU) 2018/842 betreffende bindende jaarlijkse broeikasgasemissiereducties door de lidstaten van 2021 tot en met 2030 teneinde bij te dragen aan klimaatmaatregelen om aan de toezeggingen van de Overeenkomst van Parijs te voldoen, en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 525/2013


1. Inleiding

In Verordening (EU) 2018/842 van het Europees Parlement en de Raad 1 (“de verordening inzake de verdeling van de inspanningen”) zijn de doelstellingen voor de Unie en de lidstaten vastgesteld met betrekking tot de vermindering tegen 2030 van broeikasgasemissies die noch onder het emissiehandelssysteem van de Unie 2 vallen, noch onder de verordening inzake broeikasgasemissies en ‑verwijderingen door landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw 3 .

Bij artikel 7, lid 2, en artikel 12, lid 1, van de verordening inzake de verdeling van de inspanningen is de Commissie de bevoegdheid verleend om gedelegeerde handelingen vast te stellen teneinde de titel van bijlage III bij die verordening te wijzigen respectievelijk via het EU-register dat is ingesteld bij Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad 4 inzake het systeem voor de handel in emissierechten van de Unie, te zorgen voor een nauwkeurige boekhouding in het kader van de verordening inzake de verdeling van de inspanningen.

Overeenkomstig artikel 13, lid 2, van de verordening inzake de verdeling van de inspanningen is de bevoegdheid aan de Commissie verleend om voor een termijn van vijf jaar met ingang van 9 juli 2018, dat wil zeggen tot en met 9 juli 2023, gedelegeerde handelingen vast te stellen. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met perioden van eenzelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad bezwaar maken tegen deze verlenging.

De Commissie wil met dit verslag aan de verplichting van artikel 13, lid 2, van de verordening inzake de verdeling van de inspanningen voldoen, op grond waarvan de Commissie uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag over de bevoegdheidsdelegatie moet opstellen.

2. Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

De Commissie heeft sinds de inwerkingtreding van de verordening inzake de verdeling van de inspanningen één gedelegeerde handeling vastgesteld, namelijk Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1124 van de Commissie 5 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1122 van de Commissie betreffende de werking van het bij Richtlijn 2003/87/EG ingestelde EU-register (“de verordening inzake het EU- register”).

Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1124 van de Commissie werd op 13 maart 2019 vastgesteld en werd ter toetsing aan het Europees Parlement en de Raad voorgelegd. Het Europees Parlement en de Raad hebben geen bezwaar aangetekend tegen de vaststelling van de gedelegeerde handeling. Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1124 van de Commissie is er vooral op gericht om bepalingen aan de verordening inzake het EU-register toe te voegen, die zorgen voor een nauwkeurige boekhouding van de transacties in het kader van de verordening inzake de verdeling van de inspanningen, met inbegrip van met name het gebruik van de flexibiliteit waarin artikel 5 van de verordening inzake de verdeling van de inspanningen voorziet (lenen, reserveren en overdragen van jaarlijkse emissieruimten).

Zoals hierboven vermeld, wordt bij artikel 7, lid 2, van de verordening inzake de verdeling van de inspanningen de Commissie de bevoegdheid verleend om een gedelegeerde handeling vast te stellen om de titel van bijlage III bij die verordening te wijzigen. De Commissie heeft op 14 juli 2021 een voorstel voor een verordening tot wijziging van de verordening inzake de verdeling van de inspanningen goedgekeurd 6 . Dit voorstel omvat een wijziging van de titel van bijlage III. Zodra het voorstel door de medewetgevers is goedgekeurd, is aan het doel van de machtiging voldaan waardoor het niet langer noodzakelijk is om een gedelegeerde handeling vast te stellen.

4. Conclusie    

De Commissie heeft in het kader van de verordening inzake de verdeling van de inspanningen één gedelegeerde handeling vastgesteld, namelijk Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1124 van de Commissie van 13 maart 2019 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1122 wat betreft de werking van het EU-register overeenkomstig Verordening (EU) 2018/842 van het Europees Parlement en de Raad. Het Europees Parlement en de Raad hebben geen bezwaar aangetekend.

De Commissie verzoekt het Europees Parlement en de Raad kennis te nemen van dit verslag.


(1)

   Verordening (EU) 2018/842 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 betreffende bindende jaarlijkse broeikasgasemissiereducties door de lidstaten van 2021 tot en met 2030 teneinde bij te dragen aan klimaatmaatregelen om aan de toezeggingen uit hoofde van de Overeenkomst van Parijs te voldoen, en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 525/2013 (PB L 156 van 19.6.2018, blz. 26).

(2)

   Het EU-emissiehandelssysteem (EU‑ETS) is vastgesteld bij Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Unie en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32).

(3)

   Verordening (EU) 2018/841 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 inzake de opname van broeikasgasemissies en -verwijderingen door landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw in het klimaat- en energiekader 2030 en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 525/2013 en Besluit nr. 529/2013/EU (PB L 156 van 19.6.2018, blz. 1).

(4)

   Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Unie en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32).

(5)

   Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1124 van de Commissie van 13 maart 2019 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1122 wat betreft de werking van het EU-register overeenkomstig Verordening (EU) 2018/842 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 177 van 2.7.2019, blz. 66).

(6)

   COM(2021) 555 final.