Artikelen bij COM(2022)732 - Wijziging van Richtlijn 2011/36/EU inzake de voorkoming en bestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers daarvan

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.



Artikel 1

Wijzigingen van Richtlijn 2011/36/EU

Richtlijn 2011/36/EU wordt als volgt gewijzigd:

1) In artikel 2, lid 3, wordt “en de verwijdering van organen” vervangen door “de verwijdering van organen, gedwongen huwelijken en illegale adoptie”.

2) het volgende artikel 2 bis wordt ingevoegd:

“Artikel 2 bis

Strafbare feiten op het gebied van mensenhandel

gepleegd met behulp van of gefaciliteerd door informatie- of communicatietechnologieën

De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de in artikel 2, lid 1, bedoelde opzettelijke gedragingen en middelen en de in artikel 2, lid 3, bedoelde uitbuiting ook met behulp van informatie- en communicatietechnologieën gepleegde handelingen omvatten.”

3) de artikelen 6 en 7 worden vervangen door:

“Artikel 6
Sancties tegen rechtspersonen

1. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat aan een rechtspersoon die krachtens artikel 5, leden 1 of 2, aansprakelijk is gesteld, al dan niet strafrechtelijke geldboetes kunnen worden opgelegd, alsmede, indien passend, de volgende sancties:

a) uitsluiting van door de overheid verleende voordelen, steun of subsidies;

b) tijdelijke of blijvende sluiting van vestigingen die zijn gebruikt voor het plegen van het strafbare feit.

2. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat aan een rechtspersoon die krachtens artikel 5, leden 1 of 2, aansprakelijk is gesteld voor een strafbaar feit dat is gekwalificeerd door een van de omstandigheden als vermeld in artikel 4, lid 2, indien passend, de volgende sancties worden opgelegd:

a) een tijdelijk of permanent verbod op het uitoefenen van commerciële activiteiten,

b) plaatsing onder toezicht van de rechter,

c) gerechtelijke ontbinding.

3. De lidstaten zorgen ervoor dat de in de leden 1 en 2 bedoelde sancties doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.”

Artikel 7
Bevriezing en confiscatie

De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat hun bevoegde autoriteiten overeenkomstig Richtlijn EU/XX/YY van het Europees Parlement en de Raad [voorgestelde richtlijn betreffende ontneming en confiscatie van vermogensbestanddelen] 32 de opbrengsten van, en de hulpmiddelen die zijn gebruikt of bestemd zijn om te worden gebruikt voor het plegen of het bijdragen aan het plegen van de in deze richtlijn bedoelde strafbare feiten, mogen opsporen, bevriezen, beheren en confisqueren.”

4) in artikel 11 wordt lid 4 vervangen door:

“4. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om bij wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen nationale verwijzingsmechanismen in te stellen voor het, in samenwerking met relevante hulpverleningsorganisaties, vroegtijdig identificeren, bijstaan en steunen van slachtoffers, en om een nationaal contactpunt voor de doorverwijzing van slachtoffers aan te wijzen.”

5) artikel 18, lid 4, wordt geschrapt.

6) het volgende artikel 18 bis wordt ingevoegd:

“Artikel 18 bis

Strafbare feiten betreffende het gebruikmaken van diensten die het voorwerp zijn van uitbuiting, in de wetenschap dat de betrokkene het slachtoffer is van een strafbaar feit op het gebied van mensenhandel

1. Om het voorkomen en bestrijden van mensenhandel doeltreffender te maken door de vraag ernaar te ontmoedigen, nemen de lidstaten de nodige maatregelen houdende strafbaarstelling van het gebruikmaken van diensten die het voorwerp zijn van uitbuiting in de zin van artikel 2, in de wetenschap dat de betrokkene het slachtoffer is van een in artikel 2 bedoeld strafbaar feit.

2. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat op een overeenkomstig artikel 1 strafbaar gesteld feit doeltreffende, evenredige en afschrikkende strafrechtelijke straffen en sancties worden gesteld.”

7) het volgende artikel 19 bis wordt ingevoegd:

“Artikel 19 bis

Gegevensverzameling en statistieken

1. De lidstaten verzamelen statistische gegevens om toezicht te houden op de doeltreffendheid van hun systemen voor het bestrijden van de in deze richtlijn bedoelde strafbare feiten.

2. De in lid 1 bedoelde statistische gegevens omvatten ten minste het volgende:

a) het aantal geregistreerde slachtoffers van in artikel 2 bedoelde strafbare feiten, uitgesplitst naar registrerende organisatie, geslacht, leeftijdsgroep (kind/volwassene), staatsburgerschap en vorm van uitbuiting;

b) het aantal verdachten van in artikel 2 bedoelde strafbare feiten, uitgesplitst naar geslacht, leeftijdsgroep (kind/volwassene), staatsburgerschap en vorm van uitbuiting;

c) het aantal personen jegens wie vervolging is ingesteld wegens in artikel 2 bedoelde strafbare feiten, uitgesplitst naar geslacht, leeftijdsgroep (kind/volwassene), staatsburgerschap, vorm van uitbuiting en aard van de definitieve beslissing tot vervolging;

d) het aantal beslissingen tot vervolging (tenlastelegging van in artikel 2 bedoelde strafbare feiten, tenlastelegging van andere strafbare feiten, beslissing om geen vervolging in te stellen, andere);

e) het aantal personen dat veroordeeld is wegens in artikel 2 bedoelde strafbare feiten, uitgesplitst naar geslacht, leeftijdsgroep (kind/volwassene) en staatsburgerschap;

f) het aantal rechterlijke uitspraken (vrijspraak, veroordelingen, andere) wegens in artikel 2 bedoelde strafbare feiten, uitgesplitst naar beslissingen in eerste aanleg, beslissingen in tweede aanleg en definitieve rechterlijke beslissingen (of beslissingen van de hoogste rechter);

g) het aantal in verband met in artikel 18 bis bedoelde strafbare feiten verdachte, vervolgde en veroordeelde personen, uitgesplitst naar geslacht en leeftijdsgroep (kind/volwassene).

3. De lidstaten dienen uiterlijk op 1 juli van elk jaar bij de Commissie de in lid 2 bedoelde statistische gegevens over het voorgaande jaar in.

8) aan artikel 23 wordt het volgende lid 3 toegevoegd:

“3. Binnen [vijf jaar na de omzettingstermijn] dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in waarin wordt beoordeeld in hoeverre de lidstaten de nodige maatregelen hebben genomen om aan artikel 18 bis te voldoen en welk effect die maatregelen sorteren.”

Artikel 2

1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk één jaar na de inwerkingtreding aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onmiddellijk mee.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

3. Punt 7) van artikel 1, waarbij artikel 19 bis in Richtlijn 2011/36/EU wordt ingevoegd, wordt van toepassing op de in artikel 3 bedoelde dag.


Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.