Artikelen bij COM(2023)63 - Wijziging van Richtlijn 2012/19/EU betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.



Artikel 1

Wijziging van Richtlijn 2012/19/EU

Richtlijn 2012/19/EU wordt als volgt gewijzigd:

1) Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 1 wordt vervangen door:

“1. De lidstaten dragen er zorg voor dat de producenten voorzien in ten minste de financiering van de inzameling, verwerking, nuttige toepassing en milieuhygiënisch verantwoorde verwijdering van AEEA van particuliere huishoudens die is afgegeven bij krachtens artikel 5, lid 2, gecreëerde inzamelingsinrichtingen, overeenkomstig de volgende regeling:

a) voor AEEA die is ontstaan uit in artikel 2, lid 1, punt a), bedoelde EEA, met uitzondering van fotovoltaïsche panelen, indien die EEA na 13 augustus 2005 in de handel is gebracht;

b) voor AEEA die is ontstaan uit fotovoltaïsche panelen, indien die fotovoltaïsche panelen op of na 13 augustus 2012 in de handel zijn gebracht, en

c) voor AEEA die is ontstaan uit in artikel 2, lid 1, punt b), bedoelde EEA die niet binnen het toepassingsgebied van artikel 2, lid 1, punt a), valt, indien die EEA op of na 15 augustus 2018 in de handel is gebracht.”;

b) in lid 3 wordt de eerste alinea vervangen door:

“3. Elke producent is verantwoordelijk voor de financiering van de in lid 1 bedoelde handelingen met betrekking tot het afval van zijn eigen producten. De producent kan voor de nakoming van deze verplichting kiezen tussen collectieve of individuele regelingen.”;

c) lid 4 wordt vervangen door:

“4. De verantwoordelijkheid voor de financiering van de kosten voor het beheer van AEEA die is ontstaan uit in artikel 2, lid 1, punt a), bedoelde apparatuur, met uitzondering van fotovoltaïsche panelen, die op of vóór 13 augustus 2005 in de handel is gebracht (“historische voorraad”) berust bij één of meer systemen waaraan alle producenten die op de markt aanwezig zijn op het tijdstip waarop de desbetreffende kosten ontstaan, naar evenredigheid bijdragen, bijvoorbeeld naar evenredigheid van hun marktaandeel voor de betrokken apparatuur.”.

2) In artikel 13 wordt lid 1 vervangen door:

“1. De lidstaten dragen er zorg voor dat de producenten voorzien in de financiering van de kosten voor de inzameling, verwerking, nuttige toepassing en milieuhygiënisch verantwoorde verwijdering van de AEEA die afkomstig is van andere gebruikers dan particuliere huishoudens, overeenkomstig de volgende regeling:

a) voor AEEA die is ontstaan uit in artikel 2, lid 1, punt a), bedoelde EEA, met uitzondering van fotovoltaïsche panelen, indien die EEA na 13 augustus 2005 in de handel is gebracht;

b) voor AEEA die is ontstaan uit fotovoltaïsche panelen, indien die fotovoltaïsche panelen op of na 13 augustus 2012 in de handel zijn gebracht, en

c) voor AEEA die is ontstaan uit in artikel 2, lid 1, punt b), bedoelde EEA die niet binnen het toepassingsgebied van artikel 2, lid 1, punt a), valt, indien die EEA op of na 15 augustus 2018 in de handel is gebracht.”.

3) In artikel 14 wordt lid 4 vervangen door:

“4. Teneinde de samen met ongesorteerd stedelijk afval verwijderde AEEA tot een minimum te beperken en de gescheiden inzameling ervan te vergemakkelijken, dragen de lidstaten er zorg voor dat de producenten EEA die in de handel wordt gebracht duidelijk voorzien van het in bijlage IX weergegeven symbool, bij voorkeur overeenkomstig Europese norm EN 50419:2022. Bij wijze van uitzondering, wanneer dit wegens de afmetingen of de functie van het product nodig is, wordt het symbool afgedrukt op de verpakking, de gebruiksaanwijzing en het garantiebewijs van de EEA.”.

4) In artikel 15 wordt lid 2 vervangen door:

“2. Met het oog op een onbetwistbare vaststelling van de datum van het in de handel brengen, zien de lidstaten erop toe dat de EEA wordt voorzien van de expliciete vermelding dat zij na 13 augustus 2005 in de handel is gebracht. Daarbij wordt bij voorkeur Europese norm EN 50419:2022 toegepast.

Wat fotovoltaïsche panelen betreft, is de in de eerste alinea bedoelde verplichting alleen van toepassing op fotovoltaïsche panelen die op of na 13 augustus 2012 in de handel zijn gebracht.

Wat betreft in artikel 2, lid 1, punt b), bedoelde EEA die niet binnen het toepassingsgebied van artikel 2, lid 1, punt a), valt, is de in de eerste alinea bedoelde verplichting alleen van toepassing op EEA die op of na 15 augustus 2018 in de handel is gebracht.”.

Artikel 2

Omzetting

1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op [één jaar na de inwerkingtreding] aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onmiddellijk mee.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Adressaten

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.