Artikelen bij JOIN(2023)8 - Actualisering van de strategie van de EU voor maritieme veiligheid en haar actieplan “Een versterkte EU-strategie voor maritieme veiligheid voor evoluerende maritieme bedreigingen”

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


I. INLEIDING

Maritieme veiligheid is van vitaal belang voor de Europese Unie (EU) en haar lidstaten. De lidstaten van de EU vormen samen de grootste exclusieve economische zone ter wereld. De Europese economie is sterk afhankelijk van veilige en beveiligde oceanen: meer dan 80 % van de wereldhandel en ongeveer twee derde van de wereldwijde olie- en gasvoorziening wordt op zee gewonnen of over zee vervoerd1 en tot 99 % van de wereldwijde gegevensstromen wordt doorgegeven via onderzeese kabels2. Met het oog op een doeltreffende oceaangovernance, de bescherming van onze oceanen en zeebodems en de ontsluiting van het volledige potentieel van de duurzame blauwe economie3 moet het mondiale maritieme domein veilig zijn.

De strategie van de Europese Unie voor maritieme veiligheid (EUSMV) en het actieplan4 vormen sinds 2014 het kader voor het aanpakken van uitdagingen inzake maritieme veiligheid. De strategie heeft gezorgd voor nauwere samenwerking tussen civiele en militaire autoriteiten, met name door middel van informatie-uitwisseling. Ze heeft bijgedragen tot een op regels gebaseerde governance op zee en een impuls gegeven aan de internationale samenwerking. Ze heeft de autonomie en het vermogen van de EU om te reageren op bedreigingen van de maritieme veiligheid versterkt5.

De EU speelt een steeds belangrijkere rol als mondiale verstrekker van maritieme veiligheid door het uitvoeren van haar eigen maritieme operaties, zoals Atalanta6 en Irini7, het uitvoeren van het concept van gecoördineerde maritieme aanwezigheid (CMP)8 en het bevorderen van het maritiem omgevingsbewustzijn en het samenwerken met een groot aantal externe partners. Daarnaast bieden de operationele systemen voor maritieme en grensbewaking van Copernicus, die worden uitgevoerd door het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA) en het Europees Grens- en kustwachtagentschap (Frontex), observaties vanuit de ruimte in aanvulling op de navigatiediensten van Galileo-satellieten.

De algemene strategische omgeving ondergaat ingrijpende veranderingen. Als gevolg van de klimaatcrisis en milieuaantasting, die nog verergerd worden door de illegale en ongerechtvaardigde militaire agressie van Rusland tegen Oekraïne, vraagt zij om meer actie van de EU als internationale veiligheidsverstrekker.

In overeenstemming met het strategisch kompas voor veiligheid en defensie van de EU9 is deze actualisering van de EUSMV en het actieplan bedoeld om de nieuwe uitdagingen het hoofd te bieden. Ze biedt een kans om duurzame oplossingen aan te dragen voor problemen inzake maritieme veiligheid. Ze vormt ook een gelegenheid om de rol van de EU op internationaal niveau verder te versterken en de toegang van de EU tot een steeds meer omstreden maritiem gebied verder te waarborgen.

De geactualiseerde EUSMV biedt de EU een kader voor verdere maatregelen ter bescherming van haar belangen op zee, alsook ter bescherming van haar burgers, waarden en economie. Het doel is de internationale vrede en veiligheid te bevorderen met inachtneming van het duurzaamheidsbeginsel en de bescherming van de biodiversiteit. De EU en haar lidstaten zullen de geactualiseerde strategie uitvoeren, overeenkomstig hun respectieve bevoegdheden.


II. ONTWIKKELENDE EN TOENEMENDE BEDREIGINGEN VAN DE MARITIEME VEILIGHEID

Sinds de goedkeuring van de strategie van de Europese Unie voor maritieme veiligheid in 2014 is er veel veranderd in de mondiale geopolitieke context, waardoor nieuwe en verbeterde maatregelen nodig zijn. Uit de EU-dreigingsanalyse blijkt dat de EU wordt geconfronteerd met een toename van dreigingen en uitdagingen, ook op maritiem gebied10. De strategische concurrentie om macht en middelen neemt toe. De dreigingen worden steeds complexer en gelaagder, waarbij sommige landen proberen de basisbeginselen van de multilaterale orde opnieuw te definiëren, onder meer door schendingen van de nationale soevereiniteit en grenzen. Met de militaire agressie van Rusland tegen Oekraïne is er opnieuw oorlog in Europa en zijn er nieuwe gevaren ontstaan, evenals negatieve spill-overeffecten voor de maritieme veiligheid en de Europese economie, met gevolgen voor de Europese burgers en bedrijven.

In veel regio’s is er sprake van uitdagingen inzake maritieme veiligheid, onder meer door territoriale en maritieme geschillen, concurrentie om natuurlijke hulpbronnen en bedreiging van de vrijheid van scheepvaart en van het recht van onschuldige doorvaart en doortocht. Dergelijke uitdagingen veroorzaken spanningen in de zeebekkens rond de EU, zoals de Middellandse Zee, de Zwarte Zee en de Oostzee, die worden verergerd door de militaire agressie van Rusland tegen Oekraïne. Ook buiten Europa zijn de uitdagingen inzake maritieme veiligheid toegenomen, namelijk in de Golf van Guinee, de Golf van Aden, de Straat van Hormuz, de Straat van Malakka en in de Zuid-Chinese Zee. Sommige derde landen verhogen hun capaciteit en assertiviteit op zee en ondernemen unilaterale acties. Daarbij gaat het onder meer om het gebruik van geweld of het schenden van de nationale soevereiniteit van andere landen. Deze acties vormen een uitdaging voor de rechtsstaat en de internationale orde die zijn gebaseerd op het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee (Unclos).

De Indo-Pacifische regio, waar de EU ultraperifere gebieden (Indische Oceaan) en landen en gebieden overzee (Stille Oceaan) heeft, is uitgegroeid tot een gebied met intense geopolitieke concurrentie. Het machtsvertoon en de toenemende spanningen in regio’s als de Zuid- en Oost-Chinese Zee en de Straat van Taiwan zijn van invloed op de mondiale veiligheid en hebben directe gevolgen voor de Europese veiligheid en welvaart. Het handhaven van de stabiliteit en veiligheid langs belangrijke scheepvaartroutes, zoals de Straat van Malakka en de Straat van Singapore, de Hoorn van Afrika en de Indische Oceaan, betekent dat de EU en haar lidstaten hun aanwezigheid en optreden in deze regio’s moeten uitbreiden, overeenkomstig de EU-strategie voor samenwerking in de Indo-Pacifische regio.

Verwacht wordt dat klimaatverandering en mariene verontreiniging aanzienlijke en langdurige negatieve gevolgen zullen hebben voor de maritieme veiligheid. De gevolgen omvatten overstromingen rond kustgebieden en eilanden, het verlies van koraalriffen, mangroven en andere wetlands en de uitputting van visbestanden11. Klimaatverandering en milieuaantasting werken risicoverhogend doordat ze instabiliteit en ongelijkheid vergroten en leiden tot meer grensoverschrijdende misdaad, piraterij en spanningen rond mariene rijkdommen. Dit vereist een nieuw prisma waarmee de EU de samenleving klimaatbestendiger kan maken, de natuur kan beschermen en een einde kan maken aan de aantasting van de ecosystemen12. Anderzijds kunnen hiaten op het gebied van maritieme veiligheid leiden tot milieuschade, zoals een belemmering van de toegang tot verontreinigde locaties, het onttrekken van middelen aan milieubescherming of sabotage tegen maritieme infrastructuur. Daarnaast heeft de militaire agressie van Rusland tegen Oekraïne niet alleen verwoestende menselijke en economische gevolgen gehad, maar ook geleid tot een aanzienlijk verlies aan biodiversiteit13. Het is daarom van belang de wisselwerking tussen klimaatverandering, milieuaantasting in kust- en zeegebieden en maritieme veiligheid aan te pakken, onder meer door middel van lopend en nieuw gericht onderzoek.


De aanvallen van 2022 op de Nord Stream-pijpleidingen in de Oostzee, de aanwezigheid van onbevoegde, onbemande voertuigen rond offshore-installaties in de Noordzee en de terugkerende hybride en cyberaanvallen op de maritieme infrastructuur vereisen dat de EU haar optreden versterkt en haar kritieke infrastructuur doeltreffender beschermt, met name door het ontwikkelen van innovatieve technologieën. Naarmate de maritieme sector een digitale transformatie ondergaat, zijn de complexiteit en potentiële kwetsbaarheden ervan toegenomen. Kwaadwillenden maken steeds vaker gebruik van hybride en cybermiddelen tegen maritieme infrastructuur, waaronder onderzeese kabels en pijpleidingen, maar ook havens en schepen. In de aanbeveling van de Raad betreffende een Uniebrede gecoördineerde aanpak ter versterking van de weerbaarheid van kritieke infrastructuur14 wordt deze behoefte aan actie erkend. Daarnaast bevat de aanbeveling van de Commissie over Uniedoelstellingen inzake rampbestendigheid maatregelen die kunnen bijdragen tot een betere paraatheid van de EU en de lidstaten bij natuurrampen en door de mens veroorzaakte rampen, ook op zee15.

Bedreigingen en illegale activiteiten – zoals piraterij en gewapende overvallen op zee, georganiseerde criminaliteit, waaronder migrantensmokkel en mensenhandel, wapen- en drugshandel, terrorisme, illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO-visserij), andere illegale activiteiten, waaronder ongeoorloogde exploratie in de exclusieve economische zone van Eu-lidstaten, en niet-geëxplodeerde munitie (UXO)16 op zee – blijven evenzeer kritieke uitdagingen in meerdere regio’s. Sommige kustgebieden en afgelegen gebieden van de EU zijn daarvoor bijzonder kwetsbaar. Sommige van deze illegale activiteiten kunnen worden vergemakkelijkt door een slechte havenbeveiliging. Kwaadwillenden kunnen deze dreigingen en activiteiten ook combineren om hybride aanvallen tegen de EU en haar lidstaten uit te voeren.


III. EU-BELANGEN INZAKE MARITIEME VEILIGHEID

In het licht van de zich ontwikkelende bedreigingen van de maritieme veiligheid omvatten de fundamentele EU-belangen:

- de veiligheid van de Europese Unie, haar lidstaten, burgers en partners;
- bewaren van de vrede en stabiliteit in de wereld en het veilig en open houden van zeevaartroutes;
- handhaven van het internationaal recht, met name Unclos als het overkoepelend rechtskader voor alle activiteiten in de oceaan, en bevorderen van goede internationale oceaangovernance, onder meer door middel van regionale zeeverdragen, en de uitvoering van de WTO-overeenkomst inzake visserijsubsidies17;
- beschermen van de natuurlijke hulpbronnen en het mariene milieu en beheersen van de gevolgen van klimaatverandering en milieuaantasting voor de maritieme veiligheid;
- waarborgen van de veerkracht en bescherming van kritieke maritieme infrastructuur18 (onshore en offshore), onder meer door het aanpakken van de risico’s en bedreigingen in verband met de klimaatverandering en die welke voortvloeien uit directe buitenlandse investeringen;
- versterken van de veerkracht en beschermen van logistieke hubs, d.w.z. havens, met inbegrip van het aanpakken van risico’s in verband met corruptie en illegale activiteiten;
- beschermen van economische activiteiten op zee en aldus bijdragen tot een duurzame blauwe economie (zowel onshore als offshore);
- beschermen van de buitengrenzen van de EU en haar interne veiligheid, ter bestrijding van migrantensmokkel, mensenhandel en andere illegale activiteiten, met inbegrip van ongeoorloofde exploratie- en booractiviteiten voor koolwaterstoffen;
- waarborgen van het vermogen om snel en doeltreffend op te treden op maritiem gebied en op andere operationele gebieden (d.w.z. land, lucht, cyberspace en kosmische ruimte);
- waarborgen van de veiligheid en beveiliging van zeevarenden in overeenstemming met de vereisten van het Maritiem Arbeidsverdrag en andere relevante verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie.


IV. VERSTERKEN VAN DE EU-RESPONS

De geactualiseerde strategie voor maritieme veiligheid zal de bovengenoemde EU-belangen helpen beschermen tegen de zich ontwikkelende en toenemende bedreigingen van de maritieme veiligheid. Daartoe zal de EU haar optreden intensiveren in het kader van zes strategische doelstellingen:

1. intensiveren van activiteiten op zee;
2. samenwerken met partners;
3. het voortouw nemen op het gebied van maritiem omgevingsbewustzijn19;
4. beheren van risico’s en bedreigingen;
5. versterken van capaciteit;
6. onderwijzen en opleiden.


De EU-acties in het kader van deze strategische doelstellingen blijven gebaseerd op de beginselen van de EUSMV 2014: sectoroverschrijdende aanpak, functionele integriteit, eerbiediging van internationale regels – internationaal recht, mensenrechten en democratie en volledige naleving van Unclos – en maritiem multilateralisme. De geactualiseerde EUSMV wordt uitgevoerd via een actieplan (zie bijlage) en in het kader van de geïntegreerde aanpak20. Ter uitvoering van de strategie zal de EU, samen met haar lidstaten, gebruikmaken van alle relevante civiele en militaire beleidsmaatregelen, instrumenten en hulpmiddelen, en het beleid en de activiteiten van alle relevante actoren op Europees, regionaal en nationaal niveau coördineren en daarbij zorgen voor meer synergie en complementariteit. De strategie bevordert ook een meer coherente betrokkenheid van de EU bij externe conflicten en crises ter verbetering van de veiligheid van de EU en haar burgers.

De geactualiseerde strategie zal acties omvatten die specifiek zijn voor ieder zeebekken rond de EU. Bij de actie moet rekening worden gehouden met regionale EU-strategieën21 en capaciteitsopbouwprogramma’s, alsook met de samenwerking met partnerlanden.


1. Intensiveren van activiteiten op zee


In het strategisch kompas van de EU wordt opgeroepen tot verdere versterking van de inzet van de EU inzake maritieme veiligheid. In het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB) wordt operatie Atalanta sinds 2008 gevoerd in het westelijk deel van de Indische Oceaan. Gezien de succesvolle resultaten is het mandaat van operatie Atalanta uitgebreid van de bestrijding van piraterij tot een bredere operatie voor maritieme veiligheid en zorgt zij voor een verdere versterking van de banden en synergieën met de Europese maritieme bewustmakingsmissie in de Straat van Hormuz (EMASOH)22. In het Middellandse Zeegebied heeft operatie Irini als primaire taak het VN-wapenembargo tegen Libië te handhaven. Dit is een rechtstreekse bijdrage van de EU aan vrede en stabiliteit in het Middellandse Zeegebied, waardoor de maritieme veiligheid wordt verbeterd. Overeenkomstig de geïntegreerde aanpak draagt de EU ook bij tot de verbetering van de maritieme veiligheid door middel van opleiding en capaciteitsopbouw voor partners via civiele GVDB-missies, zoals de missie van de Europese Unie voor de opbouw van capaciteit (EUCAP) in Somalië.

In 2021 introduceerde de EU het nieuwe concept van gecoördineerde maritieme aanwezigheid (CMP). Dit flexibele nieuwe instrument is bedoeld om de collectieve inzet van de EU inzake maritieme veiligheid te stimuleren door optimaal gebruik te maken van de marinemiddelen van de lidstaten op gebieden die van strategisch belang zijn voor de EU. In het kader van CMP moet de EU intensiever optreden tegen onwettige en illegale activiteiten op zee, waaronder drugshandel. Op basis van de ervaring die is opgedaan met de uitvoering van CMP in de Golf van Guinee en in het noordwestelijk deel van de Indische Oceaan (ook in de Rode Zee), zal de EU nieuwe maritieme gebieden van belang overwegen waar dit concept kan worden toegepast. Het tot stand brengen van nieuwe maritieme gebieden van belang zou het omgevingsbewustzijn, de partnerschappen en de strategische cultuur van de EU als speler op het gebied van maritieme veiligheid vergroten.

In het strategisch kompas van de EU wordt ook gewezen op het belang van paraatheid en interoperabiliteit tussen de zeemachten van de EU-lidstaten en wordt de EU opgeroepen op alle gebieden levensechte oefeningen te houden. De EU zal daarom jaarlijkse marineoefeningen starten om de paraatheid te vergroten, de interoperabiliteit te bevorderen en de veranderende bedreigingen van de maritieme veiligheid aan te pakken.

De Commissie, bijgestaan door EMSA, voert inspecties inzake maritieme veiligheid uit in havens, havenfaciliteiten en schepen in de EU en onderzoekt hoe de maritieme veiligheid kan worden verbeterd op gebieden als passagiersschepen of cyberbeveiliging. Overeenkomstig de strategische richtsnoeren voor het Europees geïntegreerd grensbeheer (EIBM)23 moet het systeem voor de bewaking van de zeegrenzen in staat zijn alle vaartuigen die in de territoriale wateren aankomen op te sporen, te identificeren en, indien nodig, te onderscheppen en bij te dragen tot het beschermen en redden van levens op zee in alle weersomstandigheden. De lidstaten moeten optimaal gebruikmaken van de door Frontex geboden bewakingscapaciteit ter verbetering van de nationale capaciteit en het algemene omgevingsbewustzijn.

Frontex voert operaties uit zoals Indalo, Themis en Poseidon om de grenzen van de EU te controleren en criminaliteit in het Middellandse Zeegebied te bestrijden, met name de illegale smokkel van migranten. Frontex, het Europees Bureau voor visserijcontrole (EBVC) en EMSA voeren multifunctionele maritieme operaties uit ter bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit, waaronder de smokkel van migranten en mensenhandel, voor het opsporen van mariene verontreiniging en illegale visserij en het uitvoeren van andere bewakingstaken in meerdere zeebekkens rond de EU, waaronder de Zwarte Zee. De EU moet deze belangrijke multifunctionele operaties verder ontwikkelen.

De belangrijkste EU-acties24 ter verbetering van de maritieme veiligheid zijn:

- het organiseren van jaarlijkse marineoefeningen van de EU;
- het versterken van de bestaande marineoperaties van de EU (Atalanta en Irini) met marine- en luchtmiddelen;
- nagaan of er nieuwe maritieme gebieden van belang zijn waar uitvoering kan worden gegeven aan het CMP-concept, op basis van de opgedane ervaring en van voorstellen van de Europese Dienst voor extern optreden;
- het intensiveren van de strijd tegen onwettige en illegale activiteiten op zee, met inbegrip van drugshandel, in het kader van CMP;
- het handhaven en versterken van inspecties van de maritieme veiligheid in de EU en aanpakken van cyberbeveiliging en beveiliging van passagiersschepen;
- het intensiveren van de samenwerking op EU-niveau inzake kustwachttaken door bevordering van de ontwikkeling van multifunctionele maritieme operaties in meerdere zeebekkens rond de EU.


2. Samenwerken met partners

De EU heeft reeds betrekkingen en synergieën op het gebied van maritieme veiligheid tot stand gebracht met multilaterale en regionale organisaties op mondiaal en regionaal niveau (bv. met de VN, de IMO25, de NAVO, de AU26 en Asean27) en met verschillende derde landen, met name in de Golf van Guinee en de Indo-Pacifische regio.

De EU en haar lidstaten hebben ook internationale samenwerking ontwikkeld door middel van bilaterale dialogen, havenaanlopen en levensechte oefeningen, met name in de Indo-Pacifische regio, bv. met Australië, Japan, India, Indonesië, de Republiek Korea, Oman en Singapore. In het kader van de operaties Atalanta en Irini wordt deelgenomen aan mechanismen voor het delen van bewustzijn en voor multilaterale betrokkenheid, met inbegrip van Shade-conferenties (Shared Awareness and Deconfliction). De Europese Unie verleent ook aanzienlijke steun voor maritieme veiligheid in het kader van haar ontwikkelingssamenwerking, humanitaire hulp en steunmaatregelen voor buitenlands beleid.

In het westelijk deel van de Indische Oceaan steunt de EU een regionale maritieme architectuur op basis van de informatiefusie- en operatiecentra in Madagaskar en de Seychellen en de gedragscode van Djibouti betreffende de bestrijding van piraterij en gewapende overvallen op schepen in de westelijke Indische Oceaan en de Golf van Aden28.

Evenzo steunt de EU in de Golf van Guinee regionale organisaties en kuststaten bij het uitvoeren van hun eigen strategieën voor maritieme veiligheid, het versterken van maritieme rechtshandhaving en justitie, het verbeteren van de beveiliging en veiligheid van havens, het vergroten van het maritiem omgevingsbewustzijn en het delen van informatie in het kader van de Yaoundé-architectuur29. In de ruimere Atlantische Oceaan steunt de EU de strijd tegen illegale activiteiten in samenwerking met partners, met name de strijd tegen drugshandel.

In een moeilijke geopolitieke context moet de EU de samenwerking met partners in haar nabuurschap en in andere strategisch belangrijke maritieme gebieden intensiveren. Dit is met name van belang in het licht van de militaire agressie van Rusland tegen Oekraïne. De EU zal haar samenwerking met de NAVO op het gebied van maritieme veiligheid intensiveren, voortbouwend op de bereikte resultaten en in overeenstemming met de derde gezamenlijke verklaring over de samenwerking tussen de EU en de NAVO van januari 2023. In de Indo-Pacifische regio moet de EU de uitwisseling van ervaringen met partners inzake maritieme veiligheid opvoeren door middel van het project “Versterking van de veiligheidssamenwerking in en met Azië” (Esiwa) en bilaterale dialogen en door te streven naar toekenning van de status van waarnemer (“dialoogpartner”) in de Associatie van landen gelegen aan de Indische Oceaan (IORA). De EU moet ook zorgen voor meer samenwerking met gelijkgestemde landen en organisaties, waaronder internationale en regionale fora voor maritieme aangelegenheden.

De belangrijkste EU-acties op het gebied van internationale samenwerking zijn:

- aanmoedigen van de ondertekening en ratificatie van internationale instrumenten op het gebied van maritieme veiligheid, met name Unclos, en bevorderen van de naleving, en het delen van beste praktijken met partners, bij de uitvoering van internationaal recht dat relevant is voor maritieme veiligheid, in relevante fora;
- intensiveren van de samenwerking tussen personeelsleden van de EU en de NAVO op het gebied van maritieme veiligheid om alle kwesties van wederzijds belang op dit gebied te bestrijken, met inbegrip van niet-geëxplodeerde munitie op zee, voortbouwend op de drie gezamenlijke verklaringen van 2016, 2018 en 2023;
- uitvoeren van gezamenlijke marineoefeningen met partners ter vergroting van de interoperabiliteit, naast frequentere havenaanlopen en patrouilles in de EU, met name in de Indo-Pacifische regio, overeenkomstig het strategisch kompas;
- inzetten van EU-verbindingsfunctionarissen in fusiecentra voor maritieme informatie30 in maritieme gebieden van belang ter bevordering van informatie-uitwisseling en samenwerking, onder meer inzake rechtshandhaving, justitie en binnenlandse zaken, tussen de EU en haar partners en, in voorkomend geval, beoordelen van de haalbaarheid van een rechtstreekse verbinding tussen deze fusiecentra en relevante maritieme bewakingssystemen van de EU;
- streven naar de status van dialoogpartner voor de EU in de Associatie van landen gelegen aan de Indische Oceaan ter versterking van de rol van de EU als partner op het gebied van maritieme veiligheid in de regio;
- bevorderen van internationale samenwerking inzake informatie-uitwisseling en de bewaking van kritieke maritieme infrastructuur, met inbegrip van onderzeese kabels31, alsmede op het gebied van de beveiliging van schepen en havens32.


3. Het voortouw nemen op het gebied van maritiem omgevingsbewustzijn

Goed maritiem omgevingsbewustzijn is van essentieel belang om ervoor te zorgen dat de bevoegde autoriteiten snel de groeiende en evoluerende dreigingen voor de EU kunnen opsporen en er doeltreffend op kunnen reageren. De EU zal het voortouw nemen op het gebied van maritiem omgevingsbewustzijn door de verzameling en uitwisseling van informatie tussen de verschillende maritieme sectoren33 te verbeteren en de uitwisseling van informatie tussen de lidstaten te vergemakkelijken. Op internationaal niveau zal de EU haar werkzaamheden ter versterking van de capaciteit van de partnerlanden op het gebied van maritiem omgevingsbewustzijn voortzetten door informatie-uitwisseling en capaciteitsopbouw, met name in de Golf van Guinee en in de Indo-Pacifische regio.

Sinds 2014 hebben de EU en haar lidstaten aanzienlijke vooruitgang geboekt bij het verwerven en uitwisselen van informatie op maritiem gebied door het ontwikkelen en koppelen van sectorspecifieke systemen die worden gebruikt door verschillende autoriteiten die betrokken zijn bij maritieme bewaking34. De EU heeft met name de gemeenschappelijke gegevensuitwisselingsstructuur (CISE) ontwikkeld35. Op basis van vrijwillige deelname zal de CISE de realtime informatie-uitwisseling vergemakkelijken tussen de verschillende autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor kustwachttaken, waaronder de militaire autoriteiten, die de betrokken autoriteiten binnen en tussen de lidstaten met elkaar verbinden. Op basis van het onderzoeksproject EU-CISE2020 startte de Commissie in april 2019 de overgangsfase van CISE, waarbij zij de coördinatie toevertrouwde aan EMSA, in nauwe samenwerking met de lidstaten36. Voortbouwend op de overgangsfase is de Commissie voornemens de operationele fase in 2024 te starten met de steun van EMSA, mits de raad van bestuur daarmee instemt.

Wat defensie betreft, is het door het Europees Defensieagentschap (EDA) gesteunde project voor maritieme bewaking (Marsur) ontworpen om de zeemachten van bijdragende lidstaten in staat te stellen operationele maritieme informatie en diensten uit te wisselen. Marsur biedt een operationele meerwaarde, zoals blijkt uit het feit dat de EU-lidstaten hebben gekozen het te gebruiken voor de tenuitvoerlegging van het CMP-concept in de Golf van Guinee en in het noordwestelijk deel van de Indische Oceaan. Het EDA en de deelnemende lidstaten werken momenteel aan de versterking van Marsur door middel van een specifiek programma. In overeenstemming met het strategisch kompas, waarin de EU wordt opgeroepen haar op inlichtingen gebaseerde omgevingsbewustzijn en capaciteit te versterken, moet de EU ten volle gebruikmaken van alle capaciteiten voor maritieme bewaking (bv. drones, patrouillevliegtuigen en in de ruimte gestationeerde technologie). Het ruimtevaartprogramma van de EU kan via zijn componenten zoals Copernicus of Galileo en IRIS² 37 rechtstreeks bijdragen tot het vergroten van het maritiem omgevingsbewustzijn. Het Satellietcentrum van de EU (EU SatCen) is ook betrokken bij het maritiem omgevingsbewustzijn via zijn werkzaamheden met de gezamenlijke capaciteit op het gebied van inlichtingenanalyse van de EU en met de Commissie op het gebied van Galileo/Copernicus. In dat verband zijn de veerkracht en veiligheid van relevante ruimtemiddelen van cruciaal belang ter waarborging van de continuïteit van de diensten.

De EU heeft samenwerking tussen de instanties EBVC, EMSA en Frontex tot stand gebracht ter ondersteuning van de nationale kustwachtautoriteiten, onder meer op het gebied van maritiem omgevingsbewustzijn. Het Europees forum voor kustwachttaken en het Mediterraans Forum voor kustwachtfuncties kunnen bijdragen tot het vergroten van het maritiem omgevingsbewustzijn en de operationele samenwerking door middel van uitwisseling van beste praktijken.

Bij rampen of ongevallen en wanneer de nationale capaciteit ontoereikend is, kunnen de EU-lidstaten en derde landen het Uniemechanisme voor civiele bescherming in werking stellen38. Via het Coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties39 kunnen zij hulp, deskundigheid of analyse van de situatie inroepen.

De EU draagt ook bij tot de versterking van het maritiem omgevingsbewustzijn op internationaal niveau door het uitvoeren van specifieke initiatieven voor capaciteitsopbouw op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. In het kader van het project “kritieke zeeroutes in de Indo-Pacifische Oceaan” (Crimario)40 zijn specifieke instrumenten41 ontwikkeld met het oog op het verbeteren van het maritiem omgevingsbewustzijn en het versterken van de samenwerking met en tussen regionale partners. Dit is in overeenstemming met de bredere inzet van de EU inzake veiligheid en defensie in de Indo-Pacifische regio. In dezelfde geest is in het kader van het project “Interregionaal netwerk in de Golf van Guinee” (GoGIN)42 het Yaris-platform ontwikkeld, een instrument voor informatie-uitwisseling ter ondersteuning van de “Yaoundé-architectuur”.

De belangrijkste EU-acties op het gebied van maritiem omgevingsbewustzijn zijn:

- ervoor zorgen dat de gemeenschappelijke gegevensuitwisselingsstructuur tegen medio 2024 operationeel wordt, waardoor de veilige en gestructureerde uitwisseling van gerubriceerde en niet-gerubriceerde informatie tussen autoriteiten uit verschillende (civiele en militaire) maritieme bewakingssectoren mogelijk wordt;
- versterken van het netwerk voor de uitwisseling van informatie over maritieme bewaking op defensiegebied (Marsur) door het opzetten van een specifiek programma via het EDA en het versterken van de banden tussen Marsur en CISE;
- gebruikmaken van de investeringen in het kader van het EU-ruimtevaartbeleid en verder gebruikmaken van de via Copernicus beschikbare capaciteit op het gebied van maritieme bewaking, monitoring van het mariene milieu en klimaatverandering;
- integreren van in de ruimte gestationeerde technologie, op afstand bestuurde luchtvaartuigsystemen en radarstations, maritieme patrouillevliegtuigen en bemande en onbemande middelen op zee door middel van innovatieve, cyberbestendige instrumenten ter vergroting van het maritiem omgevingsbewustzijn;
- intensiveren van de bewaking door kust- en offshore-patrouillevaartuigen en deze aanvullen met digitaal genetwerkte hoogwaardige maritieme platforms, waaronder onbemande platforms ter verbetering van de preventie- en responscapaciteit;
- versterken van de capaciteiten van partnerlanden op het gebied van maritiem omgevingsbewustzijn door middel van de projecten GoGIN en Crimario, onder meer door het verder operationeel maken van instrumenten voor maritiem omgevingsbewustzijn (Yaris, Ioris en Share.it) in coördinatie met de satellietdiensten van Copernicus.


4. Beheren van risico’s en dreigingen

Overeenkomstig het strategisch kompas zullen de EU en haar lidstaten zorgen voor een verbetering van hun collectieve vermogen om hun veiligheid te verdedigen en hun veerkracht en paraatheid voor uitdagingen inzake maritieme veiligheid, waaronder hybride en cyberdreigingen, te vergroten. De EU en haar lidstaten moeten snel kunnen optreden met gecoördineerde civiele en militaire capaciteit.


De bestrijding van klimaatverandering en milieuaantasting behoort tot de belangrijkste politieke prioriteiten van de EU, die tot uiting komen in haar externe optreden via tal van thematische of geografische strategieën, zoals Global Gateway of de strategie voor samenwerking in de Indo-Pacifische regio, alsook via diplomatieke contacten en klimaatdiplomatie van de EU.


De EU heeft reeds aanzienlijke stappen gezet om tegen 2050 klimaatneutraliteit te bereiken en zal verdere actie ondernemen om problemen aan te pakken die verband houden met klimaatverandering, milieuaantasting en veiligheid. De hoge vertegenwoordiger en de Commissie zullen medio 2023 een gezamenlijke mededeling presenteren over het verband tussen klimaatverandering, milieuaantasting, veiligheid en defensie. Deze mededeling zal onder meer voorstellen omvatten voor instrumenten voor het beoordelen van de oorzaken en gevolgen van klimaatverandering en milieuaantasting voor de maritieme sector, de maritieme infrastructuur en de natuurlijke en door de mens veroorzaakte kenmerken van kustgebieden, onder meer met betrekking tot vroegtijdige waarschuwing, empirisch onderbouwd onderzoek en satellietbeelden (bv. via het Copernicus-programma).


In het noordpoolgebied smelten de ijskappen, trekt het zee-ijs zich terug, ontstaan geleidelijk nieuwe scheepvaartroutes, en de daaruit voortvloeiende toename van menselijke activiteiten zal waarschijnlijk leiden tot bedreigingen van het milieu en lokale gemeenschappen of deze verergeren. In dit verband moet de gezamenlijke mededeling “Een sterker engagement van de EU voor een vreedzaam en welvarend noordpoolgebied”43 zo spoedig mogelijk verder operationeel worden gemaakt, met name wat betreft emissievrije scheepvaart in de Noordelijke IJszee, duurzame winning van kritieke grondstoffen en duurzame ontwikkeling van het noordpoolgebied.


Ook de bescherming van kritieke infrastructuur op maritiem gebied blijft een belangrijke prioriteit. De EU moet de rol van de lidstaten aanvullen bij het opbouwen van de veerkracht van kritieke maritieme infrastructuur, zoals pijpleidingen of onderzeese kabels die over nationale zeegrenzen lopen. Zij moet de huidige risicobeoordelingen van onderzeese kabels verbeteren en aanvullen met responsopties en risicobeperkende maatregelen op basis van sectoroverschrijdende expertise en capaciteit. Het is absoluut noodzakelijk de lidstaten te blijven steunen bij de ontwikkeling van onderwaterbeschermingsmiddelen en antidrone-oplossingen. Daarnaast moet de EU het naast elkaar bestaan44 van hernieuwbare offshore-energie en defensieactiviteiten45 blijven bevorderen, zoals bepleit in de strategie voor hernieuwbare offshore-energie46.


Met de richtlijn betreffende de weerbaarheid van kritieke entiteiten47 en de herziene richtlijn betreffende de beveiliging van netwerk- en informatiesystemen (NIS 2-richtlijn)48 loopt de EU voorop bij relevante ontwikkelingen, met een uitgebreid rechtskader waarmee zij zowel de fysieke als de cyberveerkracht van kritieke entiteiten en infrastructuur kan verbeteren. De EU moet de samenwerking met belangrijke partners en relevante derde landen op dit gebied intensiveren, met name via de gestructureerde dialoog tussen de EU en de NAVO over veerkracht en de taskforce voor de veerkracht van kritieke infrastructuur.

De EU wordt geconfronteerd met de extra uitdaging die wordt gevormd door grote hoeveelheden niet-geëxplodeerde munitie (UXO) en chemische wapens afkomstig uit de Eerste en Tweede Wereldoorlog die in zeebekkens rond de EU liggen. Deze uitdaging wordt nog verergerd door de militaire agressie van Rusland tegen Oekraïne, waardoor een groot aantal mijnen in de Zwarte Zee aanwezig is. Er is onvoldoende bekend over het type, de locatie en de hoeveelheid van deze munitie, wat risico’s oplevert voor de maritieme veiligheid en beveiliging, voor het milieu (door het mogelijk vrijkomen van chemische stoffen) en voor activiteiten in het kader van de blauwe economie (bv. de aanleg van offshore-installaties voor hernieuwbare energie). Voortbouwend op bestaande succesvolle projecten49 moet de EU deze kwestie dringend en uitgebreid aanpakken door de milieurisico’s in verband met UXO en de verwijdering ervan te beperken. Het is dan ook van groot belang dat UXO en mijnen in de Zwarte Zee veilig worden verwijderd zodra de veiligheids- en politieke omstandigheden dat toelaten.

De maritieme veiligheid wordt ook ondermijnd door buitenlandse actoren, zowel door risico’s in verband met directe buitenlandse investeringen in kritieke infrastructuur als door informatiemanipulatie en inmenging door dergelijke actoren. Deze kwesties worden aangepakt door middel van relevante instrumenten en kaders; bv. buitenlandse directe investeringen worden gescreend overeenkomstig de desbetreffende verordening50.

De Commissie en de lidstaten voeren momenteel een risicobeoordeling uit om richtsnoeren op te stellen ter verbetering van de veiligheid van passagiersschepen in de EU.

De belangrijkste EU-acties op het gebied van risico- en dreigingsbeheer zijn:

- uitvoeren van regelmatige, grootschalige, levensechte oefeningen op EU-niveau, gericht op havenbescherming en op de bestrijding van onder meer cyber- en hybride dreigingen, naast de hierboven genoemde jaarlijkse maritieme oefeningen;
- inzetten van middelen en bewakingsinstrumenten (bv. RPAS) en zorgen voor een optimaal gebruik van huidige en toekomstige ruimtediensten (zoals aardobservatie) voor patrouilles en bescherming van kritieke maritieme infrastructuur;
- ontwikkelen van regionale samenwerkingsplannen van de EU ter waarborging van het toezicht op onderwater- en offshore-infrastructuur;
- ontwikkelen van een samenhangend kader voor het aanpakken van de dreigingen die uitgaan van UXO, actieve wapens en chemische wapens op zee, het monitoren en verwijderen ervan met innovatieve technologieën en met minimaal milieueffect;
- verbeteren van vroegtijdige waarschuwing en strategische prognoses, onder meer door het gebruik van ruimtediensten, met betrekking tot de gevolgen van klimaatverandering, met name de stijging van de zeespiegel, stormgolven en milieuaantasting;
- opstellen en versterken van bestaande risicobeoordelingen, noodplannen en rampenherstelplannen (op EU- en nationaal niveau) voor havens, kustinfrastructuur en de beveiliging van passagiersschepen en vervoers- en toeleveringsketens;

- aanmoedigen van de uitwisseling van beste praktijken tussen maritieme actoren op het gebied van cyberdreigingen en het verder aanpakken van cyberbeveiliging op het niveau van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO);
- verbeteren van het maritiem omgevingsbewustzijn in het noordpoolgebied, met inbegrip van ruimteobservatie; voortzetten van de samenwerking met de kuststaten van het noordpoolgebied, bilateraal en in relevante multilaterale fora, waar passend, ter ondersteuning van de uitvoering van het beleid inzake het noordpoolgebied51;
- beoordelen van de mogelijkheid om projecten op het gebied van hernieuwbare offshore-energie en andere duurzame toepassingen uit te rollen in maritieme gebieden die zijn voorbehouden aan of worden gebruikt voor militaire activiteiten;
- beoordelen van investeringen in maritieme infrastructuur door derde landen en entiteiten in het kader van het samenwerkingsmechanisme dat is ingesteld bij de verordening betreffende de screening van buitenlandse directe investeringen.


5. Versterken van capaciteit

Om haar belangen inzake maritieme veiligheid te bevorderen, moet de EU de ontwikkeling van zowel civiele als militaire capaciteit versnellen, in voorkomend geval met sectorale betrokkenheid. Onderzoek en ontwikkeling (O&O) met betrekking tot de civiele aspecten van de Europese maritieme veiligheid is opgenomen in het cluster “Civiele veiligheid voor de samenleving” van het EU-programma Horizon Europa. De huidige en toekomstige O&O zal de vermogensontwikkeling op EU-niveau ondersteunen, met inbegrip van de bescherming van kritieke maritieme infrastructuur, het beheer van onderwaterdreigingen, de paraatheid voor en respons op antropogene en natuurrampen, de veiligheid van het passagiersvervoer over zee en het beheer van UXO, in voorkomend geval met sectorale betrokkenheid.

Op defensiegebied moeten de lidstaten een volledig spectrum van maritieme vermogens ontwikkelen, waarbij ten volle gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheden voor samenwerking in het kader van gerelateerde EU-initiatieven52. Zij moeten met name gericht zijn op het versterken van capaciteiten om de superioriteit van de EU op het zeeoppervlak te waarborgen, macht op zee te projecteren, onderwaterbeheersing mogelijk te maken en bij te dragen tot de luchtverdediging.

Bij de komende herziening van het vermogensontwikkelingsplan53 zal ook worden voortgebouwd op de lessen die zijn getrokken uit de militaire agressie van Rusland tegen Oekraïne. Zo zal het EDA de belangrijkste technologieën onderzoeken die nodig zijn om maritieme onbemande dronezwermen te beheren en kritieke zeebodeminfrastructuur te beschermen.

Conform de oproep in het strategisch kompas en in overeenstemming met de gecoördineerde jaarlijkse evaluatie inzake defensie (CARD)54 moeten nationale en multinationale projecten erop gericht zijn een einde te maken aan de versnippering van kritieke middelen, zoals korvetschepen en boordsystemen, en tevens zorgen voor een betere operationele doeltreffendheid van afzonderlijke platforms. Verschillende samenwerkingsmogelijkheden die in de CARD-cyclus van 2020 zijn vastgesteld, hebben geleid tot projecten voor permanente gestructureerde samenwerking (Pesco) in onbemande maritieme systemen, zoals het middelgroot semiautonoom oppervlaktevaartuig. Het Europees Defensiefonds55 beoordeelt onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten, bijvoorbeeld op het gebied van maritiem omgevingsbewustzijn, capaciteiten voor maritieme bewaking, bescherming van kritieke maritieme infrastructuur en onderwatercapaciteiten.

De belangrijkste EU-acties ter versterking van de vermogens zijn:

- ontwikkelen van gemeenschappelijke eisen en concepten voor defensietechnologie, onder meer met het oog op maritiem omgevingsbewustzijn, zowel aan de oppervlakte als onder water;
- opzetten van interoperabele onbemande systemen voor het monitoren van kritieke maritieme infrastructuur, het tegengaan van vijandige dronezwermen enz.;
- vergroten van de moderne capaciteiten op het gebied van mijnenbestrijding, bv. door de ontwikkeling van een EU-operatieconcept;
- ondersteunen van de ontwikkeling van gezamenlijke, versterkte capaciteit voor maritieme patrouillevliegtuigen;
- opzetten van gezamenlijke exercities voor tests en experimenten ter ontwikkeling van toekomstige, geavanceerde maritieme vermogens.


6. Onderwijs en opleiding

Een hoog niveau van gespecialiseerd onderwijs, vaardigheden en opleiding is onontbeerlijk om de EU in staat te stellen de huidige en toekomstige uitdagingen inzake maritieme veiligheid aan te pakken. De aanpak van nieuwe hybride en cyberdreigingen vereist operatoren met sterke digitale vaardigheden en specifieke om- en bijscholingsprogramma’s. Oplossingen in de vorm van uitwisselingen tussen militaire opleidingsprogramma’s en gezamenlijke opleidingsprogramma’s tussen de zeemachten van de lidstaten van de EU en tussen verschillende instellingen zullen de interoperabiliteit bevorderen en de EU helpen om doeltreffender, beter gecoördineerd en inclusiever te reageren op nieuwe dreigingen.

In de praktische handleiding voor Europese samenwerking op het gebied van kustwachttaken is een opleidingscatalogus opgenomen met alle cursussen van EU-agentschappen op alle maritieme gebieden. De handleiding wordt doorlopend bijgewerkt in overeenstemming met de behoeften en ontwikkelingen. Het succesvolle project van het European Coast Guard Functions Training Academy Network (ECGFA NET) en de geharmoniseerde opleidingscursus over de kustwachttaken moeten worden voortgezet, met name het uitwisselingsprogramma, waarbij buurlanden en regionale samenwerking betrokken zijn via een specifiek project dat wordt uitgevoerd door het EBVC in nauwe samenwerking met het EMSA en Frontex. EMSA ontwikkelt ook een cursus over maritieme cyberbeveiliging. Het kenniscentrum voor de bestrijding van hybride dreigingen in Helsinki (Hybrid CoE) organiseert cursussen en conferenties over hybride dreigingen betreffende het maritieme domein. Gendergelijkheid en de versterking van de positie van vrouwen in de maritieme veiligheidssector van de EU moeten worden ondersteund door het bevorderen van de toegang van vrouwen tot technisch onderwijs en opleiding op hoog niveau.

De Europese Veiligheids- en defensieacademie (EVDA)56 voorziet in onderwijs en opleiding op EU-niveau voor zowel civiel als militair personeel ter bevordering van een gemeenschappelijke visie op de uitdagingen inzake maritieme veiligheid en ter vergroting van het bewustzijn over de toenemende rol van de EU op dit vlak. Met de steun van de EVDA werken momenteel zes Europese marineacademies aan de inhoud van een gemeenschappelijk internationaal marinesemester.

De belangrijkste EU-acties op het gebied van onderwijs en opleiding57 zijn:

- verbeteren van vaardigheden op het gebied van cyber-, hybride en ruimtevaartbeveiliging door steun te verlenen aan nieuwe en bestaande opleidingscursussen die worden aangeboden door diverse academische instellingen en bevoegde nationale of EU-instanties, zowel op civiel als op militair gebied;
- organiseren van gerichte opleidingsprogramma’s die openstaan voor partners van buiten de EU om bestaande en opkomende bedreigingen van de maritieme veiligheid aan te pakken;
- ontwikkelen van een “internationaal marinesemester” in het kader van het Europees initiatief voor de uitwisseling van jonge militaire officieren (Emilyo)58;
- uitvoeren van civiel-militaire oefeningen op basis van scenario’s met gedeelde jurisdictie of gedeeld gebruik van vermogens.


V. TOOLS EN INSTRUMENTEN TER ONDERSTEUNING VAN EU-ACTIES INZAKE MARITIEME VEILIGHEID

De geactualiseerde strategie moet worden uitgevoerd in de geest van de geïntegreerde aanpak om de synergieën te maximaliseren en aanvullende EU-middelen en -instrumenten in te voeren. Daaronder dienen te vallen:

- de O&O-defensieprojecten van het Europees Defensiefonds ter versterking van de vermogens van de strijdkrachten van de EU-lidstaten;
- de Europese Vredesfaciliteit als financieringsmechanisme buiten de begroting voor EU-acties in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid met gevolgen op militair en defensiegebied;
- EU-onderzoek en -innovatie op het gebied van civiele capaciteiten voor maritieme veiligheid, met name in het kader van Cluster 3 “Civiele veiligheid voor de samenleving” van het EU-programma Horizon Europa.
- de mogelijkheden die worden geboden door het Fonds voor interne veiligheid en het instrument voor grensbeheer en visa ter versterking van het vermogen van de kustwachtautoriteiten van de lidstaten die rechtshandhavings- en grenscontroletaken op zee uitvoeren;
- het Uniemechanisme voor civiele bescherming, met name door gebruik te maken van analytische en responscapaciteit en door uitvoering te geven aan de aanbeveling van de Commissie betreffende de doelstellingen inzake rampbestendigheid;
- het programma van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking ter ondersteuning van internationale partnerschappen ter verbetering van de maritieme veiligheid, met name het maritiem omgevingsbewustzijn;
- het instrument voor pretoetredingssteun (2021-2017), IPA III, gezien het toepassingsgebied ervan en de focus op kandidaat-lidstaten;
- de begroting van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid voor de financiering van civiele GVDB-missies;
- het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur (EFMZVA) voor de financiering van maritieme bewaking en samenwerking op het gebied van kustwachttaken;
- de programma’s van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en Interreg ter ondersteuning van investeringen in kust- en ultraperifere gebieden en in landen die maritieme grenzen met de EU delen;
- het Fonds voor interne veiligheid voor financiering van het Maritiem Analyse- en Operatiecentrum voor verdovende middelen (MAOC-N) en zijn specifieke vermogens om informatie uit te wisselen om de drugshandel op zee aan te pakken.


VI. VOLGENDE STAPPEN

De Commissie en de hoge vertegenwoordiger zullen met de Raad samenwerken om deze geactualiseerde strategie uit te voeren op de hierboven genoemde en in het actieplan beschreven actiegebieden, voortbouwend op de resultaten van de EUSMV sinds 2014, met gebruikmaking van bestaande instrumenten en beleidsmaatregelen en volgens de algemene richtsnoeren van het strategisch kompas.

De Commissie en de hoge vertegenwoordiger verzoeken de lidstaten hun goedkeuring te hechten aan de strategie en het actieplan. Drie jaar nadat de strategie door de Raad is goedgekeurd, zullen de Commissie en de hoge vertegenwoordiger bij de Raad een gezamenlijk voortgangsverslag met bijdragen van de lidstaten indienen.

1 JOIN(2022) 28 final.

2 https://www.europarl.europa.eu/RegData/etudes/IDAN/2022/702557/EXPO_IDA(2022)702557_EN.pdf

3 COM(2021) 240 final.

4 Document van de Raad nr. 11205/14 en Conclusies van de Raad nr. 10494/18.

5 Conclusies van de Raad nr. 9946/21.

6 https://eunavfor.eu/

7 https://www.operationirini.eu/

8 Conclusies van de Raad nr. 06256/22 en nr. 06255/22.

9 Document van de Raad nr. 7371/22.

10 De EU-dreigingsanalyse is een uitgebreide en op inlichtingen gebaseerde analyse van de diverse dreigingen en uitdagingen waarmee de EU wordt geconfronteerd of in de toekomst zou kunnen worden geconfronteerd. Ze wordt regelmatig geactualiseerd en dient als achtergrondinformatie voor de ontwikkeling en uitvoering van het strategisch kompas voor veiligheid en defensie van de EU.

11 IPCC SROCC (2019) en WGII-verslag, AR6 (2022).

12 COM(2020) 380 final.

13 Met name een alarmerende toename van de sterfte van walvisachtigen in de Zwarte Zee.

14 2023/C 20/01.

15 COM(2023) 61 final en 2023/C 56/01.

16 Niet-geëxplodeerde munitie (UXO) verwijst naar explosieve wapens (bommen, granaten, landmijnen, zeemijnen, clustermunitie en andere munitie) die niet zijn geëxplodeerd en nog steeds een detonatierisico vormen, soms tientallen jaren nadat ze zijn gebruikt of weggegooid.

17 https://www.wto.org/english/tratop_e/rulesneg_e/fish_e/fish_e.htm

18 Bijvoorbeeld onderzeese kabels en pijpleidingen, logistieke hubs (d.w.z. havens), installaties voor hernieuwbare offshore-energie, offshore-olie- en -gasolieplatforms enz.

19 Maritiem omgevingsbewustzijn is het effectieve inzicht in activiteiten die verband houden met de maritieme omgeving en die gevolgen kunnen hebben voor de beveiliging, de veiligheid, de economie of het milieu van de Europese Unie en haar lidstaten. Op basis van duidelijk omschreven gebruikersbehoeften en -rechten helpt het de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor monitoring- en bewakingsactiviteiten bij het voorkomen en beheren van al dergelijke situaties, gebeurtenissen en acties met betrekking tot het maritieme gebied van de EU. Het maritieme gebied van de EU omvat de territoriale wateren, de exclusieve economische zones en de continentale platten van de lidstaten van de EU, zoals gedefinieerd in het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 1982, alsmede alle maritieme activiteiten die daarin plaatsvinden, op de zeebodem, onder het oppervlak, aan de oppervlakte en boven de zee, zoals installaties, vracht, kleine boten en vaartuigen die de vlag voeren van, eigendom zijn van of beheerd worden door of verbonden zijn aan de EU.

20 De “geïntegreerde aanpak van externe conflicten en crises” is gebaseerd op de integrale EU-strategie van 2016 (conclusies van de Raad: EUCO 26/16 en 13202/16) en bekrachtigd door de conclusies van de Raad nr. 5413/18 van 2018. Daarin wordt een kader vastgesteld voor een meer coherente en holistische aanpak door de EU van externe conflicten en crises en wordt de menselijke veiligheid bevorderd, waarmee ook de veiligheid van de EU en haar burgers wordt vergroot.

21 Zoals de brede strategie met Afrika (JOIN(2020) 4 final), de Strategie van de EU betreffende de Golf van Guinee (7671/14), de EU-strategie voor de Indo-Pacifische regio (JOIN(2021) 24 final), het EU-beleid voor de Noordpool (JOIN(2021) 27 final) en de strategie voor de ultraperifere gebieden (COM(2022)).

22 https://www.diplomatie.gouv.fr/en/french-foreign-policy/europe/news/article/european-maritime-awareness-in-the-soh-emasoh-political-statement-by-the

23 COM(2022) 303

24 De belangrijkste EU-acties die onder elk van de zes specifieke doelstellingen zijn vermeld, vormen een samenvatting van prominente elementen van acties die in het actieplan in detail worden gepresenteerd.

25 Internationale Maritieme Organisatie van de Verenigde Naties

26 Afrikaanse Unie

27 Maritieme veiligheid is al geruime tijd een gedeelde prioriteit voor zowel de EU als de Asean. De samenwerking tussen de twee regio’s is gericht op het aanpakken van transnationale maritieme dreigingen zoals piraterij, smokkel, illegale immigratie, rampenrisico’s en de gevolgen van verontreiniging en klimaatverandering. De Europese Unie steunt het door de Asean geleide proces met het oog op een gedragscode in de Zuid-Chinese Zee; https://euinasean.eu/maritime-cooperation/

28 Maritieme veiligheid in Oost- en Zuidelijk Afrika en de Indische Oceaan (MASE), programma voor havenbeveiliging en veiligheid van de scheepvaart, regionaal programma voor maritieme veiligheid in het Rode Zeegebied en Crimario.

29 Acties van Swaims, Passmar en Gogin.

30 Fusiecentra voor maritieme informatie zijn nationale of regionale entiteiten die informatie verzamelen ter vergroting van het maritiem omgevingsbewustzijn in een bepaald geografisch gebied. In 2022 heeft de EU haar eerste verbindingsfunctionaris ingezet bij het Information Fusion Centre in Singapore, dat het grootste deel van de Indo-Pacifische regio bestrijkt.

31 Overeenkomstig de aanbeveling van de Raad nr. 2023/C 20/01 betreffende een Uniebrede gecoördineerde aanpak om de weerbaarheid van kritieke infrastructuur te versterken.

32 in overeenstemming met de internationale code voor de beveiliging van schepen en havenfaciliteiten; https://www.imo.org/en/OurWork/Security/Pages/SOLAS-XI-2%20ISPS%20Code.aspx

33 De maritieme sectoren omvatten veiligheid en beveiliging van het zeevervoer, visserijcontrole, paraatheid voor en respons op mariene verontreiniging, bescherming van het mariene milieu, douane, grenscontrole, algemene rechtshandhaving en defensie.

34 Bv. Eurosur en SafeSeaNet (operationele systemen op EU-niveau).

35Document 9946/2021 van de Raad.

36 SWD(2019) 322 final.

37 https://defence-industry-space.ec.europa.eu/welcome-iris2-infrastructure-resilience-interconnectivity-and-security-satellite-2022-11-17_en

38 EU-mechanisme voor civiele bescherming (rescEU)

39 Coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties (ERCC) (europa.eu)

40 De Europese Commissie verleent Crimario tussen 2015 en 2025 23 miljoen EUR aan financiële steun.

41 De Ioris- en de Share.it-platforms.

42 De Europese Commissie financiert Gogin met 11,5 miljoen EUR (2016-2023) en Gogin II met 5 miljoen EUR (2023-2025).

43 JOIN(2021) 27 final.

44 In overeenstemming met de MRP-richtlijn (2014/89/EU).

45 Het “Symbiosis”-project dat wordt gecoördineerd door het Europees Defensieagentschap, met financiering van Horizon 2020; https://eda.europa.eu/symbiosis

46 COM(2020) 741 final.

47 Richtlijn (EU) 2022/2557.

48 Richtlijn (EU) 2022/2555.

49 Projecten voor het ruimen van chemische en conventionele munitie in de Oostzee met steun van het Interreg-programma, gefinancierd door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) - 10 jaar Interreg-samenwerking om de Oostzee vrij te maken van gedumpte munitie - Interreg Baltic Sea Region (interreg-baltic.eu)

50 Verordening (EU) 2019/452.

51 JOIN(2021) 27 final.

52 Het vermogensontwikkelingsplan, de samenwerkingsmogelijkheden die zijn vastgesteld in de gecoördineerde jaarlijkse evaluatie inzake defensie, de permanente gestructureerde samenwerking, het Europees Defensiefonds.

53 Het EDA-bestuur heeft in juni 2022 formeel de aanzet gegeven tot de herziening van het vermogensontwikkelingsplan.

54 Aandachtsgebied “Europese patrouille-oppervlakteschepen”.

55 Het EDF heeft tot doel het concurrentie- en innovatievermogen van de Europese defensiesector te versterken. Het draagt derhalve bij tot de ontwikkeling van de militaire vermogens van de lidstaten.

56 De EVDA verstrekt in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) onderwijs en opleiding op EU-niveau op het gebied van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB) van de Unie. Zij heeft tot doel een gemeenschappelijk begrip van het GVDB onder civiel en militair personeel te ontwikkelen en te bevorderen en via haar opleidingsactiviteiten goede praktijken met betrekking tot verschillende GVDB-kwesties in kaart te brengen en te verspreiden. Hiermee biedt de EVDA een aanvulling op de nationale inspanningen op het gebied van onderwijs en opleiding.

57 Ook in het kader van het Jaar van de vaardigheden.

58 http://www.emilyo.eu/; Emilyo is niet gekoppeld aan het Erasmus+-programma.

NL NL