Artikelen bij COM(2023)147 - Wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1227/2011 en (EU) 2019/942 ter verbetering van de bescherming van de Unie tegen marktmanipulatie op de groothandelsmarkt voor energie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.



Artikel 1

Wijzigingen van Verordening (EU) nr. 1227/2011

Verordening (EU) nr. 1227/2011 wordt als volgt gewijzigd:


Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

[a] de tweede alinea wordt als volgt gewijzigd:

“2. Deze verordening is van toepassing op de handel in voor de groothandel bestemde energieproducten. Deze verordening laat de toepassing van Richtlijn 2014/65/EU, Verordening (EU) nr. 600/2014 en Verordening (EU) nr. 648/2012 wat betreft activiteiten met betrekking tot financiële instrumenten als gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 15, van Richtlijn 2014/65/EU evenals de toepassing van het Europees mededingingsrecht op de onder deze verordening vallende praktijken onverlet.”;

[b] in artikel 1, lid 3, wordt de volgende tweede alinea toegevoegd:

“Het Agentschap, de nationale regulerende instanties, ESMA en de bevoegde financiële autoriteiten van de lidstaten wisselen met name regelmatig, ten minste elk kwartaal, relevante informatie en gegevens uit over mogelijke inbreuken op Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot voor de groothandel bestemde energieproducten die onder deze verordening vallen.”.

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

[a] punt 1 wordt als volgt gewijzigd:

in de tweede alinea wordt het volgende punt e) toegevoegd:

“e) informatie die wordt verstrekt door een cliënt of door andere personen die namens de cliënt optreden, en die verband houdt met de lopende orders van de cliënt inzake voor de groothandel bestemde energieproducten, die concreet is en die rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking heeft op een of meer voor de groothandel bestemde energieproducten”;

[b] de derde alinea wordt vervangen door:

“Informatie wordt als concreet beschouwd indien de informatie een reeks omstandigheden aanduidt die zich voordoet of redelijkerwijs verwacht kan worden zich te zullen voordoen, of een gebeurtenis die plaatsgevonden heeft of die redelijkerwijs verwacht kan worden plaats te zullen vinden, en indien de informatie concreet genoeg is om een conclusie te kunnen trekken ten aanzien van het mogelijke effect van die reeks omstandigheden of gebeurtenis op de prijzen van voor de groothandel bestemde energieproducten. Informatie kan als concreet worden beschouwd indien ze betrekking heeft op een in de tijd gespreid proces dat erop is gericht een bepaalde situatie of gebeurtenis te doen plaatsvinden, of dat resulteert in een bepaalde situatie of gebeurtenis, met inbegrip van een toekomstige situatie of toekomstige gebeurtenissen, alsook indien ze betrekking heeft op de tussenstappen in dat proces die verband houden met het ontstaan of het plaatsvinden van die toekomstige situatie of die toekomstige gebeurtenis.

Een tussenstap in een in de tijd gespreid proces wordt beschouwd als voorwetenschap indien deze tussenstap als zodanig voldoet aan de criteria voor voorwetenschap als bedoeld in dit artikel.

Voor de toepassing van lid 1 wordt onder informatie die, indien deze openbaar zou worden gemaakt, waarschijnlijk een significante invloed zou hebben op de prijzen van die voor de groothandel bestemde energieproducten, informatie verstaan waarvan een redelijk handelende belegger waarschijnlijk gebruik zou maken om er zijn beleggingsbeslissing of beleggingsbeslissingen ten dele op te baseren;”;

[c] punt 2, a), wordt vervangen door:

2. “marktmanipulatie”:

a) het aangaan van een transactie, het afgeven van handelsorders of het stellen van elke andere gedraging met betrekking tot voor de groothandel bestemde energieproducten:

i) waarbij onjuiste of misleidende signalen worden gegeven of waarschijnlijk zullen worden geven met betrekking tot het aanbod van, de vraag naar of de prijs van voor de groothandel bestemde energieproducten;

ii) waarbij de prijs van een of meer voor de groothandel bestemde energieproducten op een kunstmatig niveau wordt of waarschijnlijk zal worden gehouden door een persoon of door samenwerkende personen, tenzij de persoon die de transactie is aangegaan of de handelsorder heeft geplaatst, aantoont dat zijn beweegredenen om de betreffende transactie aan te gaan of de handelsorder te plaatsen, gerechtvaardigd zijn en dat die transactie of handelsorder in overeenstemming is met de gebruikelijke marktpraktijken op de desbetreffende groothandelsmarkt voor energie; of

iii) wordt gebruikgemaakt van een oneigenlijke constructie of enigerlei andere vorm van bedrog of misleiding waarmee onjuiste of misleidende signalen met betrekking tot de levering van, de vraag naar of de prijs van een voor de groothandel bestemd energieproduct worden afgegeven of waarschijnlijk worden afgegeven;”

of

[d] in punt 2 wordt het volgende punt c) toegevoegd en voorafgegaan door het woord “of” aan het einde van punt b):

“c) de verspreiding van onjuiste of misleidende informatie of de verspreiding van onjuiste of misleidende inputs in verband met een benchmark wanneer de persoon die de informatie of de input verspreidde, wist of had moeten weten dat de informatie onjuist of misleidend was, of het stellen van enigerlei andere gedraging die leidt tot manipulatie van de berekening van een benchmark.”;

[e] aan het eind van punt 2 wordt de volgende alinea toegevoegd:

““Marktmanipulatie” kan verwijzen naar het gedrag van een rechtspersoon, maar ook, overeenkomstig het recht van de Europese Unie of het nationale recht, van de natuurlijke personen die deelnemen aan het besluit om voor rekening van de desbetreffende rechtspersoon activiteiten uit te voeren.”;

[f] punt 4, a), wordt vervangen door:

4. “voor de groothandel bestemde energieproducten”: de volgende contracten en derivaten, ongeacht de plaats en wijze van verhandeling:

a) contracten voor de levering van elektriciteit of aardgas waarbij de levering plaatsvindt in de Unie of contracten voor de levering van elektriciteit of aardgas die kunnen leiden tot levering in de Unie;”;

[g] punt 7 wordt vervangen door:

7. “marktdeelnemer”: elke persoon, met inbegrip van transmissiesysteembeheerders en personen die beroepshalve transacties tot stand brengen of uitvoeren wanneer zij voor eigen rekening handelen, die transacties aangaat, met inbegrip van het plaatsen van handelsorders, op een of meer groothandelsmarkten voor energie;”;

[h] het volgende nieuwe punt 8 bis wordt ingevoegd:

“8 bis. “persoon die beroepshalve transacties tot stand brengt of uitvoert”: een persoon die zich beroepshalve bezighoudt met het ontvangen en doorgeven van orders voor of het uitvoeren van transacties in voor de groothandel bestemde energieproducten;”;

[i] het volgende nieuwe punt 10 bis wordt toegevoegd:

“10 bis. “het Agentschap” of”ACER”: het Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators;”;

[j] de volgende punten worden ingevoegd:

“16. “geregistreerd rapportagemechanisme” of “RRM”: een persoon die krachtens deze verordening is geregistreerd voor het aanbieden van de dienst van het rapporteren van bijzonderheden van transacties, met inbegrip van handelsorders, en fundamentele gegevens aan het Agentschap namens marktdeelnemers;

17. “platform voor voorwetenschap” of “IIP”: een persoon die krachtens deze verordening is geregistreerd voor het aanbieden van de dienst van het exploiteren van een platform voor de openbaarmaking van voorwetenschap en voor de rapportage van openbaar gemaakte voorwetenschap aan het Agentschap namens marktdeelnemers;

18. “algoritmische handel”: handel in voor de groothandel bestemde energieproducten waarbij een computeralgoritme automatisch individuele parameters van handelsorders bepaalt, onder meer of het order moet worden geïnitieerd, het tijdstip, de prijs of de omvang van het order, of hoe het order nadat het is ingevoerd, moet worden beheerd, met weinig of helemaal geen menselijk ingrijpen; een systeem dat alleen wordt gebruikt voor de routering van orders naar een of meer georganiseerde markten, dan wel voor het verwerken van orders waarbij geen sprake is van bepaling van handelsparameters, of voor de bevestiging van orders of de posttransactionele verwerking van uitgevoerde transacties, valt niet onder deze definitie;

19. “directe elektronische toegang”: een voorziening waarbij een lid of deelnemer of cliënt van een georganiseerde markt een andere persoon toestaat van zijn handelscode gebruik te maken, zodat de betrokken persoon in staat is handelsorders met betrekking tot een voor de groothandel bestemd energieproduct langs elektronische weg direct aan de georganiseerde markt door te geven, met inbegrip van voorzieningen waarbij de persoon gebruiktmaakt van de infrastructuur van het lid of de deelnemer of cliënt of van de door het lid of de deelnemer of cliënt beschikbaar gestelde verbindingssystemen om de orders door te geven (directe markttoegang) en voorzieningen waarbij deze infrastructuur niet wordt gebruikt door deze persoon (gesponsorde toegang);

20. “georganiseerde markt” (“OMP”): een energiebeurs, een energiemakelaar, een platform voor energiecapaciteit of een andere persoon die beroepshalve transacties tot stand brengt of uitvoert, met inbegrip van aanbieders van gedeelde orderportefeuilles, maar met uitsluiting van zuiver bilaterale handel waarbij twee natuurlijke personen elke transactie voor eigen rekening aangaan;

21. “handel in lng”: biedingen, aanbiedingen of transacties voor de aankoop of verkoop van lng: a) die levering in de Unie specificeren; b) die leiden tot levering in de Unie; of c) waarbij één tegenpartij het lng in een terminal in de Unie hervergast;

22. “lng-marktgegevens”: registraties van biedingen, aanbiedingen of transacties voor de handel in lng met de bijbehorende informatie als gespecificeerd in Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1348/2014 van de Commissie;

23. “lng-marktdeelnemer”: elke natuurlijke of rechtspersoon, ongeacht de plaats van oprichting of woonplaats, die zich bezighoudt met de handel in lng;

24. “lng-prijsraming”: de bepaling van een dagelijkse referentieprijs voor de handel in lng volgens een door ACER vast te stellen methode;

25. “lng-benchmark”: de bepaling van een spread tussen de dagelijkse lng-prijsraming en de dagelijkse afwikkelingsprijs voor het TTF Gas Futures front month-contract die ICE Endex Markets B.V. dagelijks vaststelt.”.


Aan artikel 3, lid 1, wordt de volgende tweede alinea toegevoegd:

“Het gebruik van voorwetenschap door het intrekken of aanpassen van een order met betrekking tot een voor de groothandel bestemd energieproduct waarop de informatie betrekking heeft indien de order werd geplaatst voordat de betrokken persoon over de voorwetenschap beschikte, wordt eveneens beschouwd als handel met voorwetenschap.”.

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

[a] in lid 1 wordt de volgende tweede alinea toegevoegd:

“Marktdeelnemers maken de voorwetenschap bekend via IIP’s. De IIP’s zorgen ervoor dat de voorwetenschap openbaar wordt gemaakt op een wijze die snelle toegang, met inbegrip van toegang via een duidelijke applicatieprogramma-interface, en een volledige, correcte en tijdige beoordeling van de informatie door het publiek mogelijk maakt.”;

[b] lid 4 wordt vervangen door:

De openbaarmaking van voorwetenschap, waaronder informatie in samengevoegde vorm, overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG) nr. 714/2009 of Verordening (EG) nr. 715/2009 en de op grond van die verordeningen vastgestelde richtsnoeren en netwerkcodes, houdt volledige en daadwerkelijke publiekelijke openbaarmaking in, maar niet noodzakelijk tijdige openbaarmaking in de zin van lid 1 van dit artikel.”.

Het volgende artikel 4 bis wordt ingevoegd:

“Artikel 4 bis

Goedkeuring van en toezicht op IPP’s

1. IIP’s registreren zich bij het Agentschap. Een IIP wordt pas geëxploiteerd nadat het Agentschap heeft beoordeeld of dat IIP voldoet aan de eisen van dit artikel en de exploitatie heeft vergund. Het register van IIP’s wordt openbaar gemaakt en bevat informatie over de diensten waarvoor het IIP is geregistreerd. Het Agentschap beoordeelt regelmatig of de IIP’s deze verordening naleven. Wanneer het Agentschap een registratie heeft ingetrokken overeenkomstig lid 5, wordt die intrekking in het register bekendgemaakt voor een periode van vijf jaar vanaf de datum van intrekking.

2. Een IIP beschikt over een adequaat beleid en afdoende regelingen om de krachtens artikel 4, lid 1, te verstrekken voorwetenschap tegen redelijke commerciële voorwaarden openbaar te maken binnen een tijdsspanne die realtime zo dicht mogelijk benadert als technisch haalbaar is. De voorwetenschap wordt voor alle doeleinden kosteloos beschikbaar gesteld. Het IIP verspreidt deze voorwetenschap op efficiënte en consistente wijze, zodat deze snel en op niet-discriminerende basis toegankelijk is in een formaat dat de consolidatie van de voorwetenschap met vergelijkbare gegevens uit andere bronnen vergemakkelijkt.

3. De voorwetenschap die overeenkomstig lid 2 door een IIP openbaar wordt gemaakt, omvat ten minste de volgende elementen afhankelijk van de soort voorwetenschap:

(a) de ID van het bericht en de evenementstatus;

(b) de publicatiedatum, het tijdstip en het begin en einde van het evenement;

(c) de naam van de marktdeelnemer en de identificatie van de marktdeelnemer;

(d) de betrokken bied- of balanceringszone;

(e) en, indien van toepassing:

(a) de aard van de onbeschikbaarheid en het soort evenement;

(b) de meeteenheid;

(c) de onbeschikbare, beschikbare en geïnstalleerde of technische capaciteit;

(d) de reden voor de onbeschikbaarheid;

(e) het brandstoftype;

(f) het betrokken actief of de betrokken eenheid en de identificatiecode ervan.

4. Een IIP treft effectieve administratieve regelingen om belangenconflicten met zijn cliënten te voorkomen en handhaaft deze regelingen. Met name geldt dat een IIP dat ook een marktexploitant of een marktdeelnemer is, alle verzamelde voorwetenschap op niet-discriminerende wijze behandelt en passende regelingen treft en handhaaft met het oog op de scheiding van verschillende bedrijfsfuncties.

Een IIP beschikt over deugdelijke beveiligingsmechanismen om de beveiliging van de middelen voor de overdracht van voorwetenschap te garanderen, het risico op gegevenscorruptie en ongeoorloofde toegang tot een minimum te beperken, en te voorkomen dat voorwetenschap uitlekt vóór de bekendmaking ervan. Het IIP houdt voldoende middelen aan en beschikt over back-upvoorzieningen om zijn diensten te allen tijde te kunnen aanbieden en in stand te kunnen houden.

Het IIP beschikt over systemen die meldingen van voorwetenschap snel en doeltreffend op volledigheid kunnen controleren, omissies en aperte fouten kunnen opsporen, en om de hernieuwde transmissie van dergelijke gebrekkige meldingen kunnen verzoeken.

5. Het Agentschap kan de registratie van een IIP intrekken indien het IPP:

(a) binnen twaalf maanden geen gebruik heeft gemaakt van de vergunning, uitdrukkelijk te kennen geeft geen gebruik van de vergunning te zullen maken of de voorafgaande zes maanden geen diensten heeft aangeboden;

(b) de registratie heeft verkregen door valse verklaringen af te leggen of op een andere onregelmatige wijze;

(c) niet meer voldoet aan de voorwaarden waaronder het is geregistreerd;

(d) deze verordening ernstig en stelselmatig heeft geschonden.

Wanneer de registratie is ingetrokken, zorgt het betrokken IIP voor een ordelijke vervanging, met inbegrip van de overdracht van gegevens naar andere IIP’s en de doorschakeling van meldingsstromen naar andere IIP’s.

Het Agentschap stelt de nationale bevoegde autoriteit in de lidstaat waar het IIP is gevestigd, zonder onnodige vertraging in kennis van een besluit om de registratie van een IIP in te trekken.

6. De Commissie specificeert door middel van uitvoeringshandelingen:

(a) de middelen waarmee een IIP aan de verplichting inzake voorwetenschap van lid 2 moet voldoen;

(b) de inhoud van de overeenkomstig lid 2 bekendgemaakte voorwetenschap op zodanige wijze dat de krachtens dit artikel vereiste informatie kan worden bekendgemaakt;

(c) de concrete organisatorische vereisten voor de uitvoering van lid 4.

Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 21, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.”.

Het volgende artikel 5 bis wordt toegevoegd:

“Artikel 5 bis

Algoritmische handel

1. Een marktdeelnemer die zich met algoritmische handel bezighoudt, heeft voor zijn bedrijfsactiviteit geschikte, doeltreffende systemen en risicocontroles ingesteld om te garanderen dat zijn handelssystemen weerbaar zijn en voldoende capaciteit hebben, aan gepaste handelsdrempels en -limieten onderworpen zijn, en voorkomen dat foutieve handelsorders worden verzonden of dat de systemen anderszins op zodanige wijze functioneren dat zulks tot het ontstaan van een onordelijke markt kan leiden of bijdragen. De marktdeelnemer heeft ook doeltreffende systemen en risicocontroles ingesteld om te garanderen dat de handelssystemen voldoen aan deze verordening en aan de regels van een georganiseerde markt waarbij hij is aangesloten. De marktdeelnemer heeft doeltreffende regelingen ingesteld om de bedrijfscontinuïteit bij elke storing van zijn handelssystemen op te vangen en ziet erop toe dat zijn systemen volledig zijn getest en naar behoren worden gecontroleerd om te garanderen dat zij aan de vereisten van dit lid voldoen.

2. Een marktdeelnemer die zich in een lidstaat met algoritmische handel bezighoudt, stelt de nationale regulerende instanties van zijn lidstaat en het Agentschap daarvan in kennis.

De nationale regulerende instantie van de lidstaat van de marktdeelnemer kan van de marktdeelnemer verlangen dat hij regelmatig of ad hoc een beschrijving verstrekt van de aard van zijn strategieën op het gebied van algoritmische handel, alsmede informatie over de handelsparameters of -limieten die voor de handelssystemen gelden, de belangrijkste compliance- en risicocontroles die hij heeft opgezet om ervoor te zorgen dat aan de eis van lid 1 is voldaan, en informatie over het testen van zijn handelssystemen.

De marktdeelnemer zorgt ervoor dat documentatie in verband met de in dit lid bedoelde punten wordt bijgehouden en ziet erop toe dat deze documentatie volstaat om de nationale regulerende instantie in staat te stellen toe te zien op de naleving van deze verordening.

3. Een marktdeelnemer die directe elektronische toegang tot een georganiseerde markt aanbiedt, stelt de bevoegde autoriteiten van zijn lidstaat van herkomst en het Agentschap daarvan in kennis.

De nationale regulerende instantie van de lidstaat van herkomst van de marktdeelnemer kan van de marktdeelnemer verlangen dat hij regelmatig of ad hoc een beschrijving verstrekt van de in lid 1 bedoelde systemen en controles, alsmede een bewijs dat deze zijn toegepast.

De marktdeelnemer zorgt ervoor dat documentatie in verband met de in dit lid bedoelde aangelegenheden wordt bijgehouden en ziet erop toe dat deze documentatie volstaat om de nationale regulerende instantie in staat te stellen toe te zien op de naleving van deze verordening.

4. Dit artikel laat de verplichtingen uit hoofde van Richtlijn 2014/65/EU onverlet.”.

Artikel 7, lid 1, wordt vervangen door:

“1. ACER houdt toezicht op de handel in voor de groothandel bestemde energieproducten teneinde handel met voorwetenschap en marktmanipulatie of pogingen daartoe op te sporen en te voorkomen. Het verzamelt gegevens voor de evaluatie van en het toezicht op de groothandelsmarkten voor energie als bedoeld in artikel 8.”.

[] De volgende nieuwe artikelen 7 bis tot en met 7 quinquies worden toegevoegd:

“Artikel 7 bis

Taken en bevoegdheden van ACER om prijsramingen en benchmarks uit te voeren

1. Er worden met spoed dagelijkse lng-prijsramingen verricht en gepubliceerd door ACER, vanaf uiterlijk 13 januari 2023. Met het oog op de raming van de lng-prijs verzamelt en verwerkt ACER systematisch lng-marktgegevens over transacties. Bij de prijsraming wordt in voorkomend geval rekening gehouden met regionale verschillen en marktomstandigheden.

2. Uiterlijk vanaf 31 maart 2023 wordt door ACER een dagelijkse lng-benchmark opgesteld en gepubliceerd die wordt bepaald door de spread tussen de dagelijkse lng-prijsraming en de afwikkelingsprijs voor het TTF Gas Futures front month-contract die ICE Endex Markets B.V. dagelijks vaststelt. Met het oog op de lng-benchmark verzamelt en verwerkt ACER systematisch lng-marktgegevens.

3. In afwijking van artikel 3, lid 4, punt b), van deze verordening zijn de in deze verordening opgenomen verplichtingen en verbodsbepalingen voor marktdeelnemers van toepassing op lng-marktdeelnemers. De bij deze verordening en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1348/2014 aan ACER verleende bevoegdheden zijn ook van toepassing op lng-marktdeelnemers, met inbegrip van de bepalingen over vertrouwelijkheid.

Artikel 7 - ter Publicatie van de lng-prijsraming en de lng-benchmark

1. De lng-prijsraming wordt dagelijks gepubliceerd, uiterlijk om 18.00 uur MET voor de raming van de prijzen van rechtstreekse transacties. Uiterlijk vanaf 31 maart 2023 publiceert ACER, naast de lng-prijsraming, ook dagelijks de lng-benchmark, op zijjn laatst om 19.00 uur MET, dan wel zo snel als technisch mogelijk.

2. Voor de toepassing van dit artikel kan ACER een beroep doen op de diensten van een derde partij.

Artikel 7 - quater Verstrekking van lng-marktgegevens aan ACER

1. Lng-marktdeelnemers verstrekken ACER dagelijks lng-marktgegevens overeenkomstig de specificaties van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1348/2014 van de Commissie, in een gestandaardiseerd formaat, middels een hoogwaardig transmissieprotocol en zo dicht mogelijk bij realtime als technologisch haalbaar is vóór de publicatie van de dagelijkse lng-prijsraming (18.00 uur MET).

2. De Commissie kan uitvoeringshandelingen vaststellen tot nadere bepaling van het tijdstip waarop lng-marktgegevens moeten worden ingediend vóór de dagelijkse publicatie van de in lid 1 bedoelde lng-prijsraming. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 29 bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

3. In voorkomend geval verstrekt ACER, na raadpleging van de Commissie, richtsnoeren over:

a) de bijzonderheden van de te rapporteren informatie, naast de huidige bijzonderheden van te rapporteren transacties en fundamentele gegevens uit hoofde van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1348/2014, met inbegrip van biedingen en aanbiedingen; en

b) de procedure, het standaardformaat en het elektronisch formaat en de technische en organisatorische vereisten voor het indienen van gegevens die moeten worden gebruikt om de vereiste lng-marktgegevens te verstrekken.

4. Lng-marktdeelnemers verstrekken ACER de vereiste lng-marktgegevens kosteloos en via de door ACER opgezette rapportagekanalen, waar mogelijk met gebruikmaking van reeds bestaande en beschikbare procedures.

Artikel 7 - quinquies Bedrijfscontinuïteit

ACER evalueert, actualiseert en publiceert regelmatig zijn methode voor de raming van de lng-referentieprijzen en voor de vaststelling van de lng-benchmark, alsook de methode die wordt gebruikt voor de rapportage van lng-marktgegevens en de publicatie van zijn lng-prijsramingen en lng-benchmarks, rekening houdend met de standpunten van de partijen die marktgegevens verstrekken.”.

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

[a] het volgende lid 1 bis wordt ingevoegd:

“1 bis. Met het oog op het verstrekken van gegevens over transacties, onder meer handelsorders, die zijn aangegaan, gesloten of uitgevoerd op georganiseerde markten, stellen die markten gegevens over het orderboek ter beschikking van het Agentschap of verlenen zij, op verzoek van het Agentschap, het Agentschap toegang tot het orderboek zodat het in staat is toezicht te houden op de handel.”;

[b] in lid 2 wordt de tweede alinea vervangen door:

“Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 21, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. In de uitvoeringshandelingen wordt rekening gehouden met bestaande transactierapportagesystemen voor het toezicht op handelsactiviteiten om marktmisbruik op te sporen.”;

[c] in lid 3 wordt de eerste alinea vervangen door:

“3. De in lid 4, punten a) tot en met d), bedoelde personen die transacties hebben gemeld overeenkomstig Verordening (EU) nr. 600/2014 of Verordening (EU) nr. 648/2012, worden niet onderworpen aan een dubbele rapportageverplichting met betrekking tot die transacties.”;

[d] lid 4 wordt als volgt gewijzigd:

i) punt d) wordt vervangen door:

“d) een georganiseerde markt, een systeem voor de matching van orders of een andere persoon die beroepshalve transacties tot stand brengt of uitvoert;”;

ii) de volgende tweede alinea wordt toegevoegd:

“De informatie wordt verstrekt via geregistreerde rapportagemechanismen.”;

[e] lid 5 wordt vervangen door:

“5. Met het oog op toezicht op de handel op groothandelsmarkten voor energie verstrekken de marktdeelnemers aan ACER en de nationale regulerende instanties informatie aangaande de capaciteit en de benutting van productie-, opslag-, verbruik- en transmissiefaciliteiten voor elektriciteit of aardgas, en aangaande de capaciteit en de benutting van lng-installaties, met inbegrip van de geplande of ongeplande niet-beschikbaarheid van deze installaties, alsmede de voorwetenschap die overeenkomstig artikel 4 openbaar is gemaakt. De rapportageverplichtingen voor marktdeelnemers worden zo beperkt mogelijk gehouden door de nodige informatie of delen daarvan indien mogelijk te verzamelen uit bestaande bronnen.”.

Artikel 9, lid 1, wordt vervangen door:

“1. Marktdeelnemers die transacties aangaan die overeenkomstig artikel 8, lid 1, bij ACER moeten worden gemeld, laten zich registreren bij de nationale regulerende instantie in de lidstaat waar zij gevestigd of woonachtig zijn. Marktdeelnemers die in een derde land woonachtig of gevestigd zijn, melden een kantoor aan in een lidstaat waar zij actief zijn en laten zich registreren bij de nationale regulerende instantie van die lidstaat.”.

Het volgende artikel 9 bis wordt ingevoegd:

“Artikel 9 bis

Vergunningverlening aan en toezicht op de geregistreerde rapportagemechanismen

1. Voor de exploitatie van een RRM is een voorafgaande vergunning van het Agentschap vereist overeenkomstig dit artikel.

Het Agentschap geeft partijen een vergunning als RRM indien:

(a) het RRM een in de Unie gevestigde rechtspersoon is; en

(b) het RRM voldoet aan de vereisten van dit artikel.

De vergunning om een RRM te exploiteren is effectief en geldig voor het volledige grondgebied van de Unie en staat de aanbieder van het RRM toe overal in de Unie de diensten aan te bieden waarvoor een vergunning is verleend.

Een vergund RRM moet te allen tijde voldoen aan de in dit artikel bedoelde voorwaarden voor de vergunningverlening. Een vergund RRM stelt ACER zonder onnodige vertraging in kennis van materiële wijzigingen in de voorwaarden voor de vergunningverlening.

Het Agentschap zet een register op van alle RRM’s in de Unie. Het register is publiek beschikbaar en bevat informatie over de diensten waarvoor het RRM een vergunning heeft, en het wordt regelmatig bijgewerkt. Wanneer het Agentschap een vergunning voor een RRM heeft ingetrokken overeenkomstig lid 4, wordt die intrekking in het register bekendgemaakt voor een periode van vijf jaar vanaf de datum van intrekking.

2. Het Agentschap beoordeelt regelmatig of de RRM’s deze verordening naleven. Daartoe brengen de RRM’s jaarlijks verslag uit aan het Agentschap over hun activiteiten.

3. De RRM’s beschikken over een adequaat beleid en afdoende regelingen om de op grond van artikel 8 vereiste informatie zo spoedig mogelijk en uiterlijk binnen de termijnen die zijn vastgelegd in de krachtens lid 5 van dit artikel vastgestelde uitvoeringshandelingen, te verstrekken.

De RRM’s treffen en handhaven effectieve administratieve regelingen om belangenconflicten met hun cliënten te voorkomen. Met name behandelt een RRM dat ook een OMP of een marktdeelnemer is, alle verzamelde informatie op niet-discriminerende wijze en treft en handhaaft het passende regelingen met het oog op de scheiding van verschillende bedrijfsfuncties.

De RRM’s beschikken over deugdelijke beveiligingsmechanismen om de beveiliging en authenticatie van de middelen voor de informatieoverdracht te garanderen, het risico op gegevenscorruptie en ongeoorloofde toegang tot een minimum te beperken, en te voorkomen dat informatie uitlekt door de vertrouwelijkheid van de gegevens te allen tijde te bewaren. Het RRM houdt voldoende middelen aan en beschikt over back-upvoorzieningen om zijn diensten aan te bieden en in stand te houden volgens de timing die is vastgelegd in de krachtens artikel 8, leden 2 en 6, vastgestelde uitvoeringshandelingen.

De RRM’s beschikken over systemen die transactiemeldingen doeltreffend op volledigheid kunnen controleren, door de marktdeelnemer veroorzaakte omissies en aperte fouten kunnen opsporen en, wanneer zich een fout of een omissie voordoet, nadere bijzonderheden over de fout of de omissie aan de marktdeelnemer kunnen meedelen en om de hernieuwde transmissie van dergelijke gebrekkige meldingen kunnen verzoeken.

De RRM’s beschikken over systemen waarmee zij fouten of omissies die het RRM zelf heeft veroorzaakt, kunnen opsporen, transactiemeldingen kunnen corrigeren en juiste en volledige transactiemeldingen aan het Agentschap kunnen toezenden, of opnieuw toezenden, naargelang het geval.

4. Het Agentschap kan de vergunning van een RRM intrekken indien het RRM:

(a) binnen 18 maanden geen gebruik heeft gemaakt van de vergunning, uitdrukkelijk te kennen geeft geen gebruik van de vergunning te zullen maken of tijdens de voorafgaande 18 maanden geen diensten heeft aangeboden;

(b) de vergunning door het afleggen van valse verklaringen of op een andere onregelmatige wijze heeft verkregen;

(c) niet meer voldoet aan de voorwaarden waaronder het zijn vergunning heeft gekregen;

(d) deze verordening ernstig en stelselmatig heeft geschonden.

Een RRM waarvan de vergunning is ingetrokken, neemt alle nodige maatregelen om de ordelijke vervanging te waarborgen, met inbegrip van de overdracht van gegevens aan andere RRM’s en de verlegging van rapporteringsstromen naar andere RRM’s.

In voorkomend geval stelt het Agentschap de nationale bevoegde autoriteit in de lidstaat waar het RRM is gevestigd, zonder onnodige vertraging in kennis van een besluit om de vergunning van een RRM in te trekken.

5. De Commissie specificeert door middel van uitvoeringshandelingen:

(a) de middelen waarmee een RRM aan de informatieverplichting van lid 1 moet voldoen; en

(b) de concrete organisatorische vereisten voor de uitvoering van de leden 2 en 3.

Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 21, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.”.

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

[a] lid 1 wordt vervangen door:

1. ACER stelt mechanismen vast voor het delen van de overeenkomstig artikel 7, lid 1, en artikel 8 ontvangen informatie met de Commissie, de nationale regulerende instanties, de bevoegde financiëlemarktautoriteiten, de nationale mededingingsautoriteiten, ESMA en andere betrokken instanties op het niveau van de Unie. Alvorens die mechanismen vast te stellen, raadpleegt ACER die autoriteiten.”;

[b] het volgende lid 1 bis wordt ingevoegd:

“1 bis. De nationale regulerende instanties stellen mechanismen vast voor het delen van de overeenkomstig artikel 7, lid 2, en artikel 8 ontvangen informatie met de bevoegde financiëlemarktautoriteiten, de nationale mededingingsautoriteiten, de nationale belastingdiensten en Eurofisc, en andere betrokken instanties op nationaal niveau. Alvorens die mechanismen vast te stellen, raadpleegt de nationale regulerende instantie het Agentschap en die partijen.”;

[c] het volgende lid 2 bis wordt ingevoegd:

“2 bis. De nationale regulerende instanties geven toegang tot de in lid 1 bis van dit artikel bedoelde mechanismen enkel aan instanties die systemen hebben opgezet die de nationale regulerende instantie in staat stellen om aan de eisen van artikel 12, lid 1, te voldoen.”.

Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

[a] in lid 1 wordt de tweede alinea vervangen door:

“De Commissie, de nationale regulerende instanties, de bevoegde financiële autoriteiten van de lidstaten, de nationale belastingdiensten en Eurofisc, de nationale mededingingsautoriteiten, ESMA en andere betrokken instanties waarborgen de vertrouwelijkheid, integriteit en bescherming van informatie die zij op grond van artikel 4, lid 2, artikel 7, lid 2, artikel 8, lid 5, of artikel 10 ontvangen en treffen maatregelen ter voorkoming van misbruik van dergelijke informatie, waaronder misbruik in de zin van de toepasselijke wetgeving inzake gegevensbescherming.”;

[b] lid 2 wordt vervangen door:

“2. Onverminderd de voorwaarden van artikel 17 kan ACER beslissen delen van de verkregen informatie publiek toegankelijk te maken op voorwaarde dat geen commercieel gevoelige informatie over afzonderlijke marktdeelnemers, transacties of markten openbaar wordt gemaakt of kan worden afgeleid. ACER wordt niet belet informatie over georganiseerde markten, IIP’s en RRM’s bekend te maken overeenkomstig de toepasselijke wetgeving inzake gegevensbescherming.”.

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

[a] lid 1 wordt vervangen door:

“1.    De nationale regulerende instanties zien erop toe dat de in de artikelen 3 en 5 vastgestelde verbodsbepalingen en de in de artikelen 4, 8, 9 en 15 vastgestelde verplichtingen worden toegepast.

De nationale regulerende instanties zijn bevoegd om alle op hun nationale groothandelsmarkten voor energie verrichte handelingen te onderzoeken en daartoe deze verordening te handhaven, ongeacht waar de overeenkomstig artikel 9, lid 1, geregistreerde marktdeelnemer die deze handelingen verricht, woonachtig of gevestigd is.

Elke lidstaat zorgt ervoor dat de nationale regulerende instanties over de onderzoeks- en handhavingsbevoegdheden beschikken die nodig zijn om die functie te kunnen uitoefenen. Die bevoegdheden worden op evenredige wijze uitgeoefend.

Die bevoegdheden kunnen als volgt worden uitgeoefend:

(a) rechtstreeks;

(b) in samenwerking met andere instanties; of

(c) middels een verzoek aan de bevoegde rechterlijke instanties.

In voorkomend geval kunnen de nationale regulerende instanties hun onderzoeksbevoegdheden uitoefenen in samenwerking met georganiseerde markten, systemen voor de matching van orders of andere personen die beroepshalve transacties tot stand brengen of uitvoeren als bedoeld in artikel 8, lid 4, punt d).”;

[b] de volgende leden 3 tot en met 9 worden toegevoegd:

“3. Om inbreuken op de bepalingen van deze verordening te bestrijden, de handhavingsactiviteiten van de nationale regulerende instanties te ondersteunen en aan te vullen, en bij te dragen tot een uniforme toepassing van deze verordening in de gehele Unie, kan het Agentschap onderzoeken verrichten door de bij de artikelen 13 bis en 13 ter aan het Agentschap verleende bevoegdheden overeenkomstig die artikelen uit te oefenen.

4. Het Agentschap kan zijn bevoegdheden uitoefenen om ervoor te zorgen dat de in de artikelen 3 en 5 vastgestelde verbodsbepalingen en de in artikel 4 vastgestelde verplichtingen worden toegepast wanneer:

(a) handelingen worden of zijn uitgevoerd met betrekking tot voor de groothandel bestemde energieproducten met levering in ten minste drie lidstaten; of

(b) handelingen worden of zijn uitgevoerd met betrekking tot voor de groothandel bestemde energieproducten met levering in ten minste twee lidstaten en ten minste één van de natuurlijke of rechtspersonen die deze handelingen uitvoeren of hebben uitgevoerd, woonachtig of gevestigd is in een derde land, maar op grond van artikel 9, lid 1, geregistreerd is; of

(c) de bevoegde nationale regulerende instantie, onverminderd de in artikel 16, lid 5, bedoelde afwijkingen, niet onmiddellijk de nodige maatregelen neemt om te voldoen aan het in artikel 16, lid 4, punt b), bedoelde verzoek van het Agentschap; of

(d) de relevante informatie zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 1, van deze verordening waarschijnlijk aanzienlijke gevolgen zal hebben voor de prijzen van voor de groothandel bestemde energieproducten met levering in ten minste drie lidstaten.

5. Het Agentschap kan zijn bevoegdheden uitoefenen om ervoor te zorgen dat aan de verplichtingen van artikel 15 wordt voldaan indien de personen beroepshalve transacties tot stand brengen of uitvoeren met betrekking tot voor de groothandel bestemde energieproducten met levering in ten minste drie lidstaten.

6. Bij de uitoefening van zijn bevoegdheden houdt het Agentschap rekening met lopende of reeds uitgevoerde onderzoeken op grond van deze verordening met betrekking tot dezelfde zaken door een nationale regulerende instantie, alsmede met de grensoverschrijdende gevolgen van het onderzoek.

7. Na voltooiing van de maatregelen die het heeft genomen in het kader van de uitoefening van zijn bevoegdheden uit hoofde van lid 4, stelt het Agentschap een verslag op. Het verslag wordt openbaar gemaakt met inachtneming van de vertrouwelijkheidsvereisten. Indien het Agentschap concludeert dat er een inbreuk op deze verordening is gepleegd, stelt het de nationale regulerende instanties van de betrokken lidstaat of lidstaten daarvan in kennis en eist het dat de inbreuk wordt aangepakt overeenkomstig artikel 18. Het Agentschap kan de relevante nationale regulerende instanties een bepaalde follow-up aanbevelen en, indien nodig, de Commissie daarvan in kennis stellen.”.

De volgende artikelen 13 bis tot en met 13 quinquies worden ingevoegd:

“Artikel 13 bis

Inspecties ter plaatse door het Agentschap

1. Het Agentschap bereidt inspecties ter plaatse voor en voert deze uit in nauwe samenwerking met de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat.

2. Om aan zijn verplichtingen uit hoofde van deze verordening te voldoen, kan het Agentschap alle nodige inspecties ter plaatse verrichten in elk gebouw van de aan het onderzoek onderworpen personen. Wanneer dit voor een behoorlijke en efficiënte uitvoering van de inspectie vereist is, kan het Agentschap die inspectie ter plaatse onaangekondigd verrichten.

3. De functionarissen van het Agentschap en andere personen die door het Agentschap gemachtigd zijn om een inspectie ter plaatse te verrichten, kunnen alle gebouwen van de personen die voorwerp zijn van een door het Agentschap uit hoofde van lid 6 genomen onderzoeksbesluit, betreden en hebben alle in dit artikel bedoelde bevoegdheden. Zij zijn tevens bevoegd tot het verzegelen van alle gebouwen, eigendommen en boeken of bescheiden van het bedrijf voor de duur van en voor zover vereist voor de inspectie.

4. Het Agentschap stelt de nationale regulerende instantie en andere betrokken instanties van de lidstaat waar de inspectie zal worden verricht, tijdig vóór de inspectie hiervan in kennis. Inspecties op grond van dit artikel worden uitgevoerd op voorwaarde dat de betrokken autoriteit heeft bevestigd dat zij geen bezwaar maakt tegen die inspecties.

5. De functionarissen van het Agentschap en andere personen die door het Agentschap zijn gemachtigd om een inspectie ter plaatse uit te voeren, oefenen hun bevoegdheden uit na overlegging van een schriftelijke machtiging waarin het voorwerp en het doel van de inspectie worden vermeld.

6. De in dit artikel bedoelde personen onderwerpen zich aan inspecties ter plaatse die zijn gelast bij een besluit dat door het Agentschap wordt vastgesteld. Het besluit vermeldt het voorwerp en het doel van de inspectie, de datum waarop de inspectie zal aanvangen, de krachtens Verordening (EU) 2019/942 beschikbare rechtsmiddelen en het recht om bij het Hof van Justitie tegen het besluit beroep in te stellen. Alvorens een dergelijk besluit vast te stellen, raadpleegt het Agentschap de nationale regulerende instantie van de lidstaat waar de inspectie zal worden verricht.

7. De functionarissen van en de personen die zijn gemachtigd of aangesteld door de nationale regulerende instantie van de lidstaat waar de inspectie zal worden verricht, verlenen op verzoek van het Agentschap actief bijstand aan de functionarissen van het Agentschap en andere door het Agentschap gemachtigde personen. Daartoe beschikken zij over de in dit artikel bedoelde bevoegdheden. Functionarissen van de nationale regulerende instantie kunnen op verzoek eveneens bij de inspectie ter plaatse aanwezig zijn.

8. Wanneer functionarissen van of personen die zijn gemachtigd of aangesteld door het Agentschap vaststellen dat een persoon zich tegen een uit hoofde van dit artikel gelaste inspectie verzet, verleent de nationale regulerende instantie van de betrokken lidstaat hun of andere relevante nationale regulerende instanties de nodige bijstand om hen in staat te stellen hun inspectie ter plaatse te verrichten, zo nodig door een beroep te doen op de politie of een gelijkwaardige rechtshandhavingsautoriteit.

9. Indien het nationale recht voorschrijft dat voor de in lid 1 bedoelde inspectie ter plaatse of voor de in de leden 7 en 8 bedoelde bijstand de toestemming van een rechterlijke instantie is vereist, vraagt het Agentschap ook om die toestemming. Het Agentschap kan die toestemming ook bij wijze van voorzorgsmaatregel vragen.

10. Wanneer het Agentschap om toestemming als bedoeld in lid 9 verzoekt, gaat de nationale rechterlijke instantie na of:

(a) de beslissing van het Agentschap authentiek is; en

(b) de te nemen maatregelen evenredig zijn en niet willekeurig of buitensporig zijn in verhouding tot het voorwerp van de inspectie.

Voor de toepassing van de eerste alinea, punt b), mag de nationale rechterlijke instantie het Agentschap om nadere toelichting verzoeken, met name met betrekking tot de redenen die het Agentschap heeft om aan te nemen dat er sprake is van een inbreuk als bedoeld in artikel 13, lid 3, en met betrekking tot de ernst van de vermoedelijke inbreuk en de aard van de betrokkenheid van de aan het onderzoek onderworpen persoon. In afwijking van artikel 28 van Verordening (EU) 2019/942 kan het besluit van het Agentschap uitsluitend door het Hof van Justitie worden getoetst.

Artikel 13 - ter Verzoek om informatie

1. Op verzoek van het Agentschap verstrekt iedere persoon de informatie die het Agentschap nodig heeft om zijn verplichtingen uit hoofde van deze verordening na te komen. In zijn verzoek doet het Agentschap het volgende:

(a) het vermeldt dit artikel als rechtsgrondslag voor het verzoek;

(b) het vermeldt het doel van het verzoek;

(c) het vermeldt welke informatie wordt verlangd, in welk gegevensformaat;

(d) het bepaalt een met het verzoek evenredige termijn waarbinnen de informatie moet worden verstrekt;

(e) het stelt de persoon ervan in kennis dat het antwoord op het verzoek om informatie niet onjuist of misleidend mag zijn.

2. Het Agentschap is bevoegd om besluiten te nemen met het oog op de in lid 1 bedoelde verzoeken om informatie. In een dergelijk besluit vermeldt het Bureau, naast de vereisten van lid 1, het recht om tegen het besluit beroep in te stellen bij de raad van beroep van het Agentschap en om tegen het besluit een beroep in te leiden bij het Hof van Justitie overeenkomstig de artikelen 28 en 29 van Verordening (EU) 2019/942.

3. De in lid 1 bedoelde personen of hun vertegenwoordigers verstrekken de gevraagde informatie. De personen zijn er volledig verantwoordelijk voor dat de verstrekte informatie volledig, correct en niet misleidend is.

4. Wanneer functionarissen van of personen die zijn gemachtigd of aangesteld door het Agentschap vaststellen dat een persoon weigert de gevraagde informatie te verstrekken, verleent de nationale regulerende instantie van de betrokken lidstaat hun of andere relevante nationale regulerende instanties de nodige bijstand om de nakoming van de in lid 3 bedoelde verplichting te waarborgen, onder meer door sancties op te leggen overeenkomstig het toepasselijke nationale recht.

5. Wanneer functionarissen van of personen die zijn gemachtigd of aangesteld door het Agentschap vaststellen dat een persoon weigert de gevraagde informatie te verstrekken, kan het Agentschap conclusies trekken op basis van beschikbare informatie.

6. Het Agentschap zendt onverwijld een kopie van het verzoek uit hoofde van lid 1 of van het besluit uit hoofde van lid 2 toe aan de nationale regulerende instanties van de betrokken lidstaten.

Artikel 13 - quater Procedurele waarborgen

1. Het Agentschap voert inspecties ter plaatse uit en verzoekt om informatie met volledige inachtneming van de procedurele waarborgen van marktdeelnemers, met inbegrip van:

(a) het recht om geen zelfincriminerende verklaringen af te leggen;

(b) het recht zich te laten bijstaan door een persoon naar keuze;

(c) het recht om een van de officiële talen te gebruiken van de lidstaat waar de inspectie ter plaatse plaatsvindt;

(d) het recht om opmerkingen te maken over feiten die hen betreffen;

(e) het recht om een kopie van het verslag van het onderhoud te ontvangen en die goed te keuren of opmerkingen toe te voegen.

2. Het Agentschap wint bewijsmateriaal in voor en tegen de marktdeelnemer, voert inspecties ter plaatse uit en verzoekt om informatie op objectieve en onpartijdige wijze en met inachtneming van het beginsel van het vermoeden van onschuld.

3. Het Agentschap voert inspecties ter plaatse uit en verzoekt om informatie met volledige inachtneming van de toepasselijke vertrouwelijkheidsregels en de regels inzake gegevensbescherming van de Unie.

Artikel 13 - quinquies Wederzijdse bijstand

1. Om de naleving van de desbetreffende vereisten van deze verordening te waarborgen, verlenen de nationale regulerende instanties en het Agentschap elkaar bijstand.”.

Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

“Artikel 15

Verplichtingen van personen die beroepshalve transacties tot stand brengen of uitvoeren

Personen die beroepshalve transacties in voor de groothandel bestemde energieproducten tot stand brengen of uitvoeren en een redelijk vermoeden hebben dat een handelsorder of een transactie, met inbegrip van elke annulering of wijziging daarvan, in strijd is met artikel 3, 4 of 5, stellen het Agentschap en de relevante nationale regulerende instantie daarvan onverwijld in kennis.

Personen die beroepshalve transacties met betrekking tot voor de groothandel bestemde energieproducten tot stand brengen of uitvoeren, stellen doeltreffende maatregelen en procedures vast, en houden deze ook in stand, om:

a) inbreuken op de bepalingen van de artikelen 3, 4 of 5 op te sporen;

b) te waarborgen dat hun werknemers die voor de toepassing van dit artikel toezichtactiviteiten uitvoeren, geen belangenconflicten hebben en onafhankelijk handelen.”.

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

[a] in lid 1 wordt de vierde alinea vervangen door:

“Nationale regulerende instanties, bevoegde financiële autoriteiten, de nationale mededingingsautoriteit en de nationale belastingdienst van een lidstaat kunnen passende vormen van samenwerking aangaan om doeltreffend en efficiënt onderzoek en handhaving te waarborgen en bij te dragen aan een coherente en consistente benadering van onderzoek en gerechtelijke procedures, alsmede aan de handhaving van de verordening en de relevante financiële en mededingingswetgeving.”;

[b] aan lid 2 wordt de volgende derde alinea toegevoegd:

“Uiterlijk dertig dagen voordat een definitief besluit over een inbreuk op deze verordening wordt genomen, stellen de nationale regulerende instanties het Agentschap daarvan in kennis en verstrekken zij het een samenvatting van de zaak en het beoogde besluit. Het Agentschap houdt een openbare lijst bij van dergelijke besluiten op grond van deze verordening, met inbegrip van de datum van het besluit, de naam van de personen waaraan een sanctie is opgelegd, het artikel van deze verordening dat is geschonden, en de toegepaste sanctie. Met het oog op die bekendmaking verstrekken de nationale regulerende instanties deze informatie aan het Agentschap binnen zeven dagen nadat het besluit is genomen.”;

[c] aan lid 3 wordt het volgende punt e) toegevoegd:

“e) stellen het Agentschap en de nationale regulerende instanties de bevoegde nationale belastingdiensten en Eurofisc in kennis van redelijke vermoedens dat op de groothandelsmarkt voor energie handelingen worden of zijn uitgevoerd die waarschijnlijk belastingfraude vormen.”.

De volgende artikelen 16 bis en 16 ter worden ingevoegd:

“Artikel 16 bis

Delegatie van taken en verantwoordelijkheden

1. Nationale regulerende instanties kunnen, met instemming van de gedelegeerde, taken en verantwoordelijkheden aan de andere nationale regulerende instanties delegeren overeenkomstig het bepaalde in dit artikel. De lidstaten kunnen specifieke regelingen betreffende de delegatie van verantwoordelijkheden vaststellen waaraan moet zijn voldaan voordat hun nationale regulerende instanties dergelijke delegatieovereenkomsten sluiten, en kunnen de werkingssfeer van de delegatie beperken tot hetgeen nodig is om effectief toezicht op marktdeelnemers of groepen mogelijk te maken.

2. De nationale regulerende instanties brengen het Agentschap op de hoogte van delegatieovereenkomsten die zij voornemens zijn te sluiten. Zij doen de overeenkomsten op zijn vroegst één maand na het op de hoogte brengen van het Agentschap in werking treden.

3. Het Agentschap kan binnen één maand na op de hoogte te zijn gebracht een advies over de voorgenomen delegatieovereenkomst geven.

4. Het Agentschap publiceert op passende manieren elke delegatieovereenkomst zoals door de nationale regulerende instanties gesloten, om te verzekeren dat alle betrokken partijen op passende wijze op de hoogte worden gebracht.

Artikel 16 - ter Richtsnoeren en aanbevelingen

1. Teneinde consistente, doelmatige en doeltreffende toezichtpraktijken in de Unie te bewerkstelligen en toe te zien op de gemeenschappelijke, uniforme en consistente toepassing van het recht van de Unie, brengt het Agentschap richtsnoeren en aanbevelingen uit aan alle nationale regulerende instanties of alle marktdeelnemers en doet het aanbevelingen aan een of meer nationale regulerende instanties of aan een of meer marktdeelnemers over de toepassing van de artikelen 4 bis, 8 en 9 bis.

2. Het Agentschap houdt, waar passend, openbare raadplegingen over de richtsnoeren en aanbevelingen die het uitbrengt, en analyseert de potentiële kosten en baten van het uitbrengen van dergelijke richtsnoeren en aanbevelingen. Die raadplegingen en analysen staan in verhouding tot de reikwijdte, de aard en het effect van de richtsnoeren of aanbevelingen.

3. De nationale regulerende instanties en de marktdeelnemers stellen alles in het werk om aan die richtsnoeren en aanbevelingen te voldoen.

4. Binnen twee maanden nadat een richtsnoer of aanbeveling is uitgebracht, deelt elke nationale regulerende instantie mee of zij dat richtsnoer of die aanbeveling in acht neemt of van plan is in acht te nemen. Indien een nationale regulerende instantie een richtsnoer of aanbeveling niet in acht neemt of niet van plan is dat te doen, stelt zij het Agentschap daarvan in kennis, met opgave van de redenen.

5. Het Agentschap maakt bekend dat een nationale regelgevende instantie dat richtsnoer of die aanbeveling niet in acht neemt of niet van plan is dat te doen. Het Agentschap kan ook besluiten de door de nationale regulerende instantie aangevoerde redenen voor het niet in acht nemen van dat richtsnoer of die aanbeveling bekend te maken. De nationale regulerende instantie ontvangt vooraf een kennisgeving van die bekendmaking.

6. Indien zulks in dat richtsnoer of die aanbeveling is voorgeschreven, melden de marktdeelnemers op duidelijke en gedetailleerde wijze of zij dat richtsnoer of die aanbeveling in acht nemen.

7. Het Agentschap neemt de richtsnoeren en aanbevelingen die het heeft uitgebracht, op in het in artikel 19, lid 1, punt k), van Verordening (EU) 2019/942 bedoelde verslag.”.

Artikel 17, lid 3, wordt vervangen door:

“3.   Vertrouwelijke informatie waarvan de in lid 2 bedoelde personen beroepshalve kennis krijgen, mag aan geen enkele andere persoon of instantie worden bekendgemaakt, behalve in een samengevatte of geaggregeerde vorm, zodat individuele marktdeelnemers niet herkenbaar zijn, onverminderd de gevallen die onder het strafrecht, onder de overige bepalingen van deze verordening of onder andere toepasselijke wetgeving van de Unie vallen.”.

Artikel 18 wordt vervangen door:

“1. De lidstaten stellen de regels inzake sancties vast die van toepassing zijn op inbreuken op deze verordening en treffen alle maatregelen die nodig zijn om de daadwerkelijke toepassing van die sancties te garanderen. De aldus vastgestelde sancties moeten doeltreffend, afschrikkend en evenredig zijn en een afspiegeling vormen van de aard, de duur en de ernst van de overtreding, de schade voor de consumenten en de winst die potentieel door de handel met voorwetenschap of de marktmanipulatie werd gerealiseerd.

Onverminderd strafrechtelijke sancties en de toezichtbevoegdheden van de nationale regulerende instanties uit hoofde van artikel 13, zorgen de lidstaten er, overeenkomstig het nationale recht, voor dat de nationale regulerende instanties de bevoegdheid krijgen om passende administratieve sancties en andere administratieve maatregelen vast te stellen met betrekking tot de in artikel 13, lid 1, bedoelde inbreuken op deze verordening.

De lidstaten stellen de Commissie en het Agentschap in detail in kennis van die bepalingen en delen eventuele latere wijzigingen daarop onverwijld mee.

2. De lidstaten zorgen er overeenkomstig het nationale recht en het ne bis in idem-beginsel voor dat de nationale regulerende instanties de bevoegdheid hebben om ten minste de volgende administratieve sancties op te leggen en ten minste de volgende administratieve maatregelen te nemen in verband met inbreuken op de bepalingen van deze verordening:

(a) een besluit vaststellen waarbij de persoon wordt gelast de inbreuk te beëindigen;

(b) de terugbetaling vorderen van de door de inbreuk behaalde winsten of vermeden verliezen, voor zover deze kunnen worden bepaald;

(c) een waarschuwing doen uitgaan of een mededeling doen aan het publiek;

(d) een besluit vaststellen waarbij dwangsommen worden opgelegd;

(e) een besluit vaststellen waarbij administratieve geldboeten worden opgelegd;

met betrekking tot rechtspersonen, maximale administratieve geldboeten van ten minste:

i) voor inbreuken op de artikelen 3 en 5: 15 % van de totale omzet in het voorafgaande boekjaar;

ii) voor inbreuken op de artikelen 4 en 15: 2 % van de totale omzet in het voorafgaande boekjaar;

iii) voor inbreuken op de artikelen 8 en 9: 1 % van de totale omzet in het voorafgaande boekjaar;

met betrekking tot natuurlijke personen, maximale administratieve geldboeten van ten minste:

i) voor inbreuken op de artikelen 3 en 5: 5 000 000 EUR;

ii) voor inbreuken op de artikelen 4 en 15: 1 000 000 EUR;

iii) voor inbreuken op de artikelen 8 en 9: 500 000 EUR.

Onverminderd punt e) bedraagt de geldboete niet meer dan 20 % van de jaaromzet van de betrokken rechtspersoon in het voorafgaande boekjaar. In het geval van natuurlijke personen bedraagt de geldboete niet meer dan 20 % van de jaarlijkse inkomsten in het voorafgaande kalenderjaar. Wanneer de persoon direct of indirect financieel voordeel heeft gehad bij de inbreuk, is het bedrag van de geldboete ten minste gelijk aan dat voordeel.

3. De lidstaten zorgen ervoor dat de nationale regulerende instantie de maatregelen of sancties die worden opgelegd voor schending van deze verordening aan het publiek openbaar mag maken, tenzij deze openbaarmaking onevenredige schade zou toebrengen aan de betrokken partijen.”.

Artikel 2

Wijzigingen van Verordening (EU) 2019/942

Verordening (EU) 2019/942 wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 6 wordt lid 8 geschrapt.

In artikel 12 wordt punt c) vervangen door:

“c) onderzoek op grond van de artikelen 13, 13 bis, 13 ter en 16 van Verordening (EU) nr. 1227/2011 doen en coördineren.”.

Artikel 32, lid 1, wordt vervangen door:

“1. Aan ACER is een vergoeding verschuldigd voor het verzamelen, hanteren, verwerken en analyseren van informatie die op grond van artikel 8 van Verordening (EU) nr. 1227/2011 is gerapporteerd door marktdeelnemers of namens hen rapporterende entiteiten en voor de openbaarmaking van voorwetenschap op grond van de artikelen 4 en 4 bis van Verordening (EU) nr. 1227/2011. De vergoedingen worden betaald door geregistreerde rapportagemechanismen en platformen voor voorwetenschap. Inkomsten uit die vergoedingen kunnen ook dienen voor de kosten van ACER voor de uitoefening van de toezicht- en onderzoeksbevoegdheden uit hoofde van de artikelen 13, 13 bis, 13 ter en 16 van Verordening (EU) nr. 1227/2011.”.

Artikel 3

Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1348/2014 van de Commissie

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1348/2014 van de Commissie wordt als volgt gewijzigd:

Het volgende artikel 7 bis wordt toegevoegd:

“Artikel 7 bis

Kwaliteit van lng-marktgegevens

1. De lng-marktgegevens omvatten:

(a) de partijen bij het contract, met inbegrip van de aan-/verkoopindicator;

(b) de rapporterende partij;

(c) de transactieprijs;

(d) het contractuele volume;

(e) de waarde van het contract;

(f) het aankomstvenster voor de lng-lading;

(g) de leveringsvoorwaarden;

(h) de leveringspunten;

(i) de tijdstempelinformatie op alle volgende punten:

i) de datum en het tijdstip waarop de bieding of de aanbieding wordt gedaan;

ii) de datum en het tijdstip van de transactie;

iii) de datum en het tijdstip van melding van de bieding, de aanbieding of de transactie;

iv) de ontvangst van lng-marktgegevens door ACER.

2. Lng-marktdeelnemers verstrekken ACER lng-marktgegevens in de volgende eenheden en valuta’s:

(a) de transactie-, bied- en eenheidsprijzen worden gerapporteerd in de in het contract gespecificeerde valuta en in EUR/MWh en omvatten, indien van toepassing, de toegepaste omrekenings- en wisselkoersen;

(b) de contractuele volumen worden gerapporteerd in de eenheden als gespecificeerd in de contracten en in MWh;

(c) aankomstvensters worden gerapporteerd als leveringsdata, uitgedrukt in UTC-formaat;

(d) voor het leveringspunt wordt een geldige in de lijst van ACER opgenomen identificatiecode vermeld, zoals opgenomen in de lijst van lng-installaties die onderworpen zijn aan rapportage op grond van Verordening (EU) nr. 1227/2011 en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1348/2014; de tijdstempelinformatie wordt gerapporteerd in UTC-formaat; (eventueel te vervangen door kruisverwijzingen)

(e) indien relevant, wordt de prijsformule in het langetermijncontract waarvan de prijs is afgeleid, integraal vermeld.

3. ACER verstrekt richtsnoeren met betrekking tot de criteria op grond waarvan één indiener een aanzienlijk deel van de binnen een bepaalde referentieperiode ingediende lng-marktgegevens voor zijn rekening neemt en hoe die situatie moet worden aangepakt in zijn dagelijkse lng-prijsraming en lng-benchmarks.”.

Artikel 4
Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.