Artikelen bij COM(2023)200 - Verslag overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1308/2013 over nieuwe handelsnormen voor appelwijn en perenwijn en voor gedroogde zaden van peulvruchten en sojabonen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

overeenkomstig artikel 75, lid 6, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 over nieuwe handelsnormen voor appelwijn en perenwijn en voor gedroogde zaden van peulvruchten en sojabonen

1. INLEIDING

In de verordening tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten (hierna “GMO-verordening” genoemd) worden de sectoren en producten opgesomd waarvoor handelsnormen kunnen gelden1. Appelwijn en perenwijn, gedroogde zaden van peulvruchten en sojabonen zijn niet in die lijst opgenomen. De Commissie is bevoegd een gedelegeerde verordening vast te stellen om een dergelijke lijst te wijzigen in geval van aangetoonde behoeften van de consument die voortvloeien uit de veranderende vraag van de consument, de technische vooruitgang of de behoefte aan productinnovatie, en onder voorbehoud van een verslag aan het Europees Parlement en de Raad. In het licht daarvan wordt in dit verslag beoordeeld of nieuwe EU-handelsnormen voor appelwijn en perenwijn, en voor gedroogde zaden van peulvruchten en sojabonen een meerwaarde zouden opleveren, met name in verband met de behoeften van de consument, de kosten en de administratieve lasten voor de marktdeelnemers en de voordelen voor producenten en de eindconsument. Het verslag wordt ondersteund door een effectbeoordeling die meer gedetailleerde informatie verschaft, met name over de verwachte economische, maatschappelijke en milieueffecten2.

2. APPELWIJN EN PERENWIJN

1. Een markt op zoek naar meer waarde?

Momenteel worden op de EU-markt de termen “cider” (appelwijn) en “perencider” (perenwijn) gebruikt voor een groot aantal zeer uiteenlopende dranken op basis van appelen en peren. Volgens een briefing van Euromonitor uit 20193 is West-Europa de grootste cidermarkt ter wereld, met een consumptie van ongeveer 1,2 miljard liter in 2017 (52 % van het wereldwijde volume), waarvan alleen al in het Verenigd Koninkrijk 848 miljoen liter. In de EU wordt cider (met inbegrip van perencider4) van oudsher geproduceerd in Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk, België, Denemarken, Spanje, Finland, Ierland, Italië, Polen en Zweden. De afgelopen tien jaar kende de consumptie van cider de relatief snelste groei in Portugal, Griekenland en Duitsland (respectievelijk 56 %, 35 % en 21 % tussen 2012 en 2017).

Wat de omvang van de markt betreft, blijkt uit gegevens van Euromonitor dat de marktwaarde voor appelwijn en perenwijn in de EU-28 in 2019 werd geraamd op ongeveer 6,2 miljard EUR5 (2,3 miljard EUR in de EU-27).

Deskundigen verwachten groeiperspectieven voor deze twee producten in de komende jaren, gezien de neiging van de consument om te kiezen voor hoge kwaliteit, gezondheid en welzijn en de wens om nieuwe smaken te leren kennen6. Hoewel de Britse markt naar verwachting een bescheiden groei zal doormaken vanwege de rijpheid van de markt, zullen cidermarkten zoals in Griekenland, Duitsland, Turkije en Italië naar verwachting een groei van meer dan 10 % vertonen, zij het vanuit een kleine basis.

Over het geheel genomen is het belang van de sector en de industrie aanzienlijk. Zo vertegenwoordigen de rechtstreekse leden van de Vereniging van de cider en vruchtenwijnindustrie van de EU (AICV) meer dan 180 cider- en vruchtenwijnproducenten in Europa. De meesten daarvan zijn relatief bescheiden in omvang, alhoewel er enkele grote producenten zijn, voornamelijk in het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Nederland, Denemarken, Ierland, Spanje en Duitsland7. Meer dan 5 000 mensen zijn rechtstreeks werkzaam in de cider- en vruchtenwijnindustrie en de sector genereert veel indirecte banen, voornamelijk in de landbouwsector door de productie van appelen en ander fruit8.

Uit Comext-gegevens blijkt dat de invoer van buiten de EU-27 tussen 2012 en 2019 is gestegen van 8 tot 23 miljoen liter (gedaald tot 15 miljoen liter in 2021 door de gevolgen van COVID-19). De invoer in waarde volgde een vergelijkbare trend, van 14 miljoen EUR in 2012 tot 19 miljoen in 2019 (met een daling tot 13 miljoen in 2021). De uitvoer naar landen buiten de EU-27 is gestegen van ongeveer 54 miljoen liter in 2012 tot 250 miljoen liter (met een daling tot 163 miljoen liter in 2021). Ook de waarde van de uitvoer nam toe, zij het iets langzamer als gevolg van dalende prijzen (112 miljoen EUR in 2012, 158 miljoen EUR in 2021). De handel binnen de EU-27 is daarentegen vrij stabiel gebleven rond 120-130 miljoen liter, met een zekere mate van substitutie tussen categorieën (afname van de mousserende appelwijn en perenwijn en toename van de niet-mousserende producten in flessen of grotere verpakkingen). De waarde is echter gedaald als gevolg van een constante prijsdaling gedurende de hele periode, met gevolgen voor alle categorieën.


2. Is er behoefte aan meer duidelijkheid op de markt en voor de consumenten?

De termen “cider” en “perencider” worden momenteel in de EU gebruikt voor een groot aantal dranken op basis van respectievelijk appelen en peren, met verschillende belangrijke eigenschappen910. Zo worden verschillende soorten producten, variërend van producten van 100 % appelsap tot voormengsels met toegevoegde suikers, momenteel geëtiketteerd als “cider”. Dit leidt tot oneerlijke concurrentie tussen producenten, aangezien niet alle consumenten gemakkelijk de verschillen zien tussen producten met het etiket “cider” of “perencider”. In dit opzicht is de informatie waarover de consument beschikt, ontoereikend voor een goede aankoopkeuze.

De kwestie werd ook aangehaald in een studie uit 2020 over de beoordeling van de handelsnormen in de GMO-verordening, de “ontbijtrichtlijnen” en de secundaire wetgeving van de GMO11, alsook in de antwoorden en bijdragen die zijn ontvangen tijdens de openbare raadpleging over de herziening van de EU-handelsnormen voor landbouwproducten12.

Hoewel er geen internationale definitie van cider en perencider bestaat, hanteren sommige lidstaten normen voor deze producten. Die normen variëren voornamelijk naargelang de volgende kerncriteria, die een grote invloed hebben op de productiekosten en de productkwaliteit13:

- Het minimumgehalte aan appel-/perensap (met inbegrip van sap en/of concentraat) in de appelwijn/perenwijn (variërend van geen specificaties voor het minimumsapgehalte tot 100 % afhankelijk van de lidstaat) (bv. 100 % in Frankrijk);
- Het minimumgehalte aan “vers” appel-/perensap (d.w.z. exclusief concentraat) in de appelwijn/perenwijn (bv. minimaal 50 % in Frankrijk);
- De toevoeging van water of geen toevoeging van water;
- Het toevoegen van suiker aan het appel-/perensap vóór de gisting (d.w.z. “chaptalisatie”) of geen toevoeging van suiker;
- Het toevoegen van alcohol (d.w.z. “alcoholisering”) of geen toevoeging van alcohol.

Bovendien beschikken sommige lidstaten over ciderspecifieke gedetailleerde, verplichte normen en etiketteringsvoorschriften die de productkwaliteit beschrijven en waarmee de oorsprong kan worden geïdentificeerd, zoals de beschermde oorsprongsbenaming en de beschermde geografische aanduiding (bv. Frankrijk, Spanje).

Sommige andere lidstaten hebben ciderspecifieke handelsnormen op “basisniveau” (bv. Denemarken, Finland, Slowakije, Zweden). In Zweden bijvoorbeeld moet cider worden gemaakt van ten minste 15 % appelsap.

In Duitsland heeft de cidersector productierichtsnoeren ontwikkeld, die in de nationale wetgeving worden aangevuld met etiketteringsvoorschriften.

Tot slot bestaan er in een aantal lidstaten, bv. België, Bulgarije, Duitsland, Ierland en Nederland, geen handelsnormen voor cider.

Bij gebrek aan EU-specificaties voor “appelwijn” en “perenwijn” zou de oneerlijke concurrentie voor producenten blijven bestaan en zou de informatieasymmetrie voor consumenten niet worden aangepakt.


3. Een EU-handelsnorm voor appelwijn en perenwijn: meer marktwaarde en betere informatie voor de consument

Een EU-handelsnorm voor appelwijn en perenwijn zou de essentiële (minimum)eisen vaststellen waaraan de betrokken producten moeten voldoen. Dit zou bijdragen tot het creëren van een gelijk speelveld voor producenten en tot een duidelijke segmentering van de markt. Het zou ook de voorlichting voor de consument verbeteren, het vertrouwen in dranken met de benaming “cider” en “perencider” vergroten en de waarde van de producten verhogen. In de handelsnorm zou ook een reeks parameters worden gedefinieerd (bv. facultatieve gereserveerde vermeldingen), hun bijbehorende technische kenmerken (bv. toegestane bewerkingen en stoffen), en de grondstoffen die voor de productie ervan zijn toegestaan volgens het wetgevingsmodel voor oenologische procedés of vruchtensappen.

Voor een dergelijke norm zouden verschillende opties kunnen worden overwogen:

Optie I: een loutere definitie van sommige facultatieve gereserveerde vermeldingen op EU-niveau. Deze vermeldingen kunnen uitsluitend worden gebruikt indien aan de in de wetgeving gestelde voorwaarden is voldaan. Enkele voorgestelde facultatieve gereserveerde vermeldingen worden hieronder vermeld. Dergelijke facultatieve gereserveerde vermeldingen kunnen consumenten in de richting sturen van producten van hogere kwaliteit of hen helpen aankoopbeslissingen te nemen op basis van de gewenste kenmerken van het product, zoals het suikergehalte (net als bij wijnen). De nationale voorschriften, voor zover deze bestaan, en het gebruik van de generieke termen “cider” en “perencider” zouden grotendeels ongewijzigd blijven, zodat zij naast de facultatieve gereserveerde vermeldingen kunnen bestaan.


Facultatieve gereserveerde vermeldingen met betrekking tot een hogere kwaliteit:

- “Gemaakt van zuiver vers sap” (100 % vers appel- of perensap, of een mengsel van beide);
- “Boerenproduct” (gemaakt van zuiver vers sap + vruchten verwerkt op de boerderij);
- “Ambachtelijk” (gemaakt van zuiver vers sap, geen gebruik van industriële processen, geen intense persing);
- “Natuurlijk bruisend” (bruis uitsluitend afkomstig van de alcoholgisting).

Facultatieve gereserveerde vermeldingen met betrekking tot het suikergehalte:

- “Droog” (maximaal [X] g/l restsuiker);
- “Halfdroog” (meer dan [X] g/l en maximaal [Y] g/l restsuiker);
- “Zoet” (meer dan [Y] g/l restsuiker)14.

Optie II: een basishandelsnorm op EU-niveau, aangevuld met de in optie I genoemde facultatieve gereserveerde vermeldingen. Volgens de basisnorm zou de alcohol in appelwijn en perenwijn alleen afkomstig mogen zijn van de gisting van vruchten en suikers en zou het dus verboden zijn externe alcohol aan het product toe te voegen. De vaststelling van strengere eisen wordt overgelaten aan de lidstaten. Dit zou zorgen voor een basisharmonisatie op EU-niveau en een aanvulling blijven op de bestaande nationale regels.

Optie III: een ambitieuzere norm, aangevuld met de in optie I genoemde facultatieve gereserveerde vermeldingen. Deze norm zou de toevoeging van externe alcohol aan het product verbieden, zoals in optie II, maar zou bovendien vereisen dat de appelwijn en perenwijn worden bereid uit ten minste 50 % vruchtensap (vers en/of gereconstitueerd). Deze norm zou leiden tot een hoger niveau van harmonisatie binnen de EU.


4. Wat zijn de verwachte effecten van een EU-handelsnorm?

1. Kosten en administratieve lasten voor marktdeelnemers en lidstaten, een gemengd beeld afhankelijk van de marketingstrategie

De verbetering van de algehele samenhang van het regelgevingskader voor de productie en afzet van appelwijn en perenwijn in de hele EU zou de handel binnen de EU vergemakkelijken en een gelijk speelveld voor producenten waarborgen. Duidelijke regels over de producten en etikettering verminderen de onzekerheden over de handel en de transactiekosten voor de marktdeelnemers.

Wat de industriële verwerking betreft, kunnen er hogere kosten ontstaan voor producenten (binnen en buiten de EU) die momenteel producten van lage kwaliteit produceren als zij onder de nieuwe EU-norm hun product met de benaming “cider” zouden willen blijven verkopen. Deze producenten hebben hoe dan ook altijd de keuze om in hun lagere marktsegment te blijven en hun product onder een andere benaming dan cider/perencider te verkopen; afhankelijk van de marktpositie kan dit leiden tot een verslechtering van de handelswaarde van hun product of ten minste tot extra initiële afzetkosten. Het segment van producten van lagere kwaliteit dat de benaming “cider/perencider” – vaak geproduceerd door grotere industriële installaties – zou verliezen, kan dan in eerste instantie marktaandeel verliezen indien strengere normen worden toegepast (met name optie III, in mindere mate optie I en optie II). De industriële producenten die dit soort dranken produceren, zijn echter vaak met meerdere drankproducten actief op markten voor drankproducten en kunnen hun marketingstrategie aanpassen om verliezen te voorkomen.

Wat de nationale overheidsinstanties betreft, zal een nieuwe EU-handelsnorm voor appelwijn en perenwijn naar verwachting tot bepaalde regelgevingskosten leiden als gevolg van de noodzaak om bestaande nationale regels te wijzigen of nieuwe nationale regels in te voeren die in overeenstemming zijn met de EU-regels, en deze uit te voeren en te controleren. De lidstaten die reeds over nationale voorschriften voor de productie en controle beschikken, moeten zich aanpassen aan de nieuwe EU-regels. Die kosten die zij moeten maken, zouden lager zijn dan voor de lidstaten die volledig nieuwe regels zouden moeten invoeren en deze zouden moeten controleren. In die zin zou optie I de optie zijn die het meest verenigbaar is met bestaande nationale voorschriften, terwijl optie II zou kunnen leiden tot hogere lasten (wetgeving, controle) op nationaal niveau.

Anderzijds zou een handelsnorm op EU-niveau de administratie voor de nationale overheden verminderen, aangezien zij bij de nalevingscontrole van de op hun grondgebied in de handel gebrachte appelwijn en perenwijn slechts één reeks EU-regels moeten toepassen.

De combinatie van bovengenoemde elementen, transactiekosten, effecten op vereenvoudiging en administratieve lasten kan een negatief of positief beeld geven, afhankelijk van de positie van de afzonderlijke lidstaat en de sector en de marktstrategie van de sector. Deze effecten moeten worden afgezet tegen de potentiële waarde en voordelen.



2. Voordelen voor producenten en consumenten, en de interne markt van de EU: een zeer positief perspectief

Het invoeren van een EU-handelsnorm voor appelwijn en perenwijn, ten opzichte van de status quo, lijkt naar verwachting aanzienlijke algemene voordelen te bieden en op verschillende gebieden. Enkele voorbeelden:

- Een norm zou leiden tot een betere productidentificatie en een betere reputatie van en vertrouwen in de verkoopbenaming en segmentering in categorieën die een onderscheid maken tussen de massaconsumptie van relatief goedkope appelwijn/perenwijn (industriële mix van appel-/perensap, alcohol, water, aromastoffen, suiker) en traditionele of kwaliteitsvolle appelwijn/perenwijn (gegist zuiver appel-/perensap).

- Marktsegmentatie kan leiden tot een hogere tevredenheid bij de consument en toegevoegde waarde in de sector. Indien een dergelijke norm voldoende ambitieus is, kan worden verwacht dat de norm waarde toevoegt aan de markt en het authentieke karakter van bepaalde ciders en perenciders als ambachtelijke producten versterkt.

- De norm zou de juiste voorwaarden scheppen voor ondernemingen in de sector om meer te investeren in gedifferentieerde producten, met als doel extra waarde te creëren.

- Een norm zou bijdragen tot de doelstelling van de “van boer-tot-bord”-strategie om consumenten in staat te stellen doordachte voedselkeuzes te maken. Dit is belangrijk gezien het feit dat appelwijn en perenwijn alcohol bevatten, zij het in mindere mate dan andere alcoholische dranken.

- De lokale en de EU-productie van appelen en peren zouden meer worden gewaardeerd, met name wanneer in de norm een minimumgehalte aan vers appel- of perensap wordt vastgelegd of specifieke facultatieve gereserveerde vermeldingen met betrekking tot het fruit- of sapgehalte worden ingevoerd. Het gebruik van meer lokale appelen en peren voor de productie van appelwijn en perenwijn zou de lokale producenten ten goede komen. Bovendien kan de traditionelere productie van appelwijn/perenwijn bijdragen tot meer werkgelegenheid, aangezien deze arbeidsintensiever is dan grootschalige industriële productie.

- Er zou beter gebruik worden gemaakt van de hulpbronnen. Omdat zij worden verwerkt, hoeven appelen en peren die voor de productie van appelwijn en perenwijn worden gebruikt niet zonder vlekken te zijn. Ze hoeven niet te worden gesorteerd, wat kan helpen om productieverliezen te verminderen en de mogelijkheid biedt om vruchten te gebruiken die niet geschikt zijn voor de markt van verse producten (bv. vanwege visuele gebreken)15.

Dergelijke algemene voordelen zouden gelden voor alle drie de opties, maar in toenemende mate als de vereisten worden aangescherpt van optie I naar optie III.

De in Quebec opgedane ervaring, die schriftelijk is vastgelegd in een bijdrage van het Syndicat des Cidriers Indépendants de France, is een goed voorbeeld van de voordelen die de invoering van handelsnormen in de sector kan opleveren. In de jaren 1970 werd cider in Quebec weer officieel opnieuw ingevoerd na enkele jaren van verbod en nam de – met name industriële – productie van cider zeer snel toe, hetgeen ernstige problemen voor de traditionele producenten veroorzaakte. Cider werd in massa geproduceerd, tegen lage kosten, en met een middelmatige kwaliteit, en als gevolg van de industriële productiemethoden werden gezondheidsproblemen gemeld. De invoering van strenge normen (d.w.z. ten minste 80 % sap dat wordt gewonnen uit in Quebec geoogste appelen, plus diverse andere criteria) heeft de situatie drastisch veranderd. De totale verkoop van cider is in de loop der jaren gestaag toegenomen en vandaag de dag is Quebec een regio die bekend is om de kwaliteit van zijn cider.


3. GEDROOGDE ZADEN VAN PEULVRUCHTEN EN SOJABONEN

1. Gezonde en duurzame producten grotendeels ingevoerd

Gedroogde zaden van peulvruchten en sojabonen, hierna “gedroogde peulvruchten” genoemd, kunnen aanzienlijk bijdragen tot gezonde een duurzame voeding. Enerzijds is hun voedingsprofiel rijk aan eiwitten, waardoor zij een essentiële rol kunnen spelen bij de overgang naar een meer plantaardig dieet. Anderzijds kan de teelt van peulvruchten ook klimaat- en milieuvoordelen opleveren door hun stikstofbindende eigenschappen. In een verslag van de Commissie uit 201816 wordt de consumptie van gedroogde peulvruchten en andere eiwithoudende gewassen aangemoedigd. Meer recent werden in de “van boer tot bord”-strategie17 maatregelen aangemoedigd om duurzame voedselconsumptie te bevorderen en de overgang naar gezonde, duurzame voedingspatronen te vergemakkelijken. In de strategie werd met name erkend dat de consumptie van peulvruchten onvoldoende was, hoewel de markt voor peulvruchten voor levensmiddelen de afgelopen tien jaar in de EU licht is toegenomen (+5 % in volume voor het gemiddelde van de afgelopen vijf jaar ten opzichte van het gemiddelde van de vijf jaar ervoor)18.

Een aanzienlijk deel van de gedroogde peulvruchten die in de EU als voedsel worden geconsumeerd, wordt ingevoerd, met name linzen en kikkererwten, die uitsluitend voor voeding worden gebruikt en 28 % uitmaken van de peulvruchten die als levensmiddel worden geconsumeerd. De invoer van andere peulvruchten, zoals erwten en veldbonen, wordt meer gebruikt voor voederdoeleinden19. 63 % van de linzen die in de EU worden geconsumeerd, wordt ingevoerd, 41 % voor kikkererwten. In 2021 waren drie landen goed voor meer dan 90 % van alle invoer van linzen (Canada voor 50 %, Turkije voor 20 % en de VS voor 20 %) en vier landen goed voor meer dan 80 % van alle invoer van kikkererwten (Mexico voor 27 %, Turkije voor 23 %, VS voor 21 % en Canada voor 11 %)20. De lidstaten Italië en Spanje zijn de grootste invoerders van linzen en kikkererwten.

Gemakshalve (het koken van gedroogde peulvruchten duurt lang) worden aanzienlijke hoeveelheden peulvruchten in de handel gebracht als gekookte producten, bijvoorbeeld in blikken of in glazen potten. Voor deze gekookte peulvruchten geldt er reeds de bevoegdheid om handelsnormen vast te stellen in de sector van verwerkte producten op basis van groenten en fruit (artikel 75, lid 1, punt c), van Verordening (EU) nr. 1308/2013). Vooralsnog is er geen specifieke handelsnorm vastgesteld voor gekookte peulvruchten of om de oorsprong ervan te vermelden.

Terwijl groen geoogste peulvruchten voor voedingsdoeleinden alleen in de handel mogen worden gebracht als het land van oorsprong is vermeld (zoals slabonen en erwten, omdat zij als groenten en fruit zijn ingedeeld), is de etikettering van de oorsprong van gedroogde peulvruchten facultatief en op initiatief van exploitanten van levensmiddelenbedrijven, op voorwaarde dat zij voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de voedselinformatieverordening21.

Als belangrijk product voor de overgang naar een duurzamere landbouwsector en gezondere, duurzamere voedingspatronen moeten gedroogde peulvruchten onder de aandacht van de consument worden gebracht en zou betere informatie over de oorsprong tot deze transitie bijdragen.


2. Een EU-handelsnorm voor de etikettering van de oorsprong

Een EU-handelsnorm voor gedroogde peulvruchten die alleen betrekking heeft op de etikettering van de oorsprong, zou de informatie voor de consument verbeteren en de toepasselijke regels coherenter maken met de verplichte oorsprongsetikettering voor groen geoogste peulvruchten voor levensmiddelen.

Veel consumenten krijgen geen informatie over de oorsprong van bepaalde producten, hoewel zij er groot voorstander van zijn om te weten waar de producten vandaan komen22.

Het doel van de oorsprongsetikettering is de consument in staat te stellen de oorsprong van het levensmiddel beter te identificeren en een doordachte en duurzame voedselkeuze te maken. Consumenten krijgen steeds meer te maken met een reeks overwegingen bij het nemen van beslissingen over levensmiddelen, waaronder de oorsprong van het levensmiddel en de lengte van de voedselvoorzieningsketen.

Facultatieve oorsprongsetikettering voor gedroogde peulvruchten is al beschikbaar. Toch blijkt deze facultatieve oorsprongsetikettering zelden te worden gebruikt en indien wel, gebeurt dit in het hoogwaardige segment van de markt. Om die reden lijkt een facultatieve etikettering niet voldoende om de doelstelling van betere consumentenvoorlichting te verwezenlijken. Daarom zal de verplichte oorsprongsetikettering naar verwachting leiden tot een hogere tevredenheid van de consument over dit belangrijke duurzame en gezonde product.

De etikettering kan wereldwijd (“EU/niet-EU”) of specifieker (op het niveau van het land van oorsprong) zijn. Het informatieniveau van een EU-/niet-EU-etiket wordt vaak als te algemeen beschouwd door eindconsumenten die geïnteresseerd zijn in de oorsprong van de producten die zij kopen, met name de plaats van productie23. Daarom wordt verwacht dat de verplichte etikettering van het land van oorsprong zal leiden tot een hogere tevredenheid bij de consument.

Een uitbreiding van de verplichte vermelding van de oorsprong voor gekookte peulvruchten (waarvoor de bevoegdheid al bestaat om handelsnormen vast te stellen in de sector van verwerkte producten op basis van groenten en fruit) zou het toepassingsgebied van een nieuwe handelsnorm over de oorsprongsetikettering vergroten en de effecten van de voorgestelde wijziging van de handelsnormen versterken.


3. Wat zijn de verwachte effecten van een EU-handelsnorm voor gedroogde peulvruchten en gekookte peulvruchten?

1. Kosten en administratieve lasten voor marktdeelnemers binnen en buiten de EU en de lidstaten

Aangezien het de verantwoordelijkheid van de lidstaten is ervoor te zorgen dat de handelsnormen correct worden toegepast, zou de verplichte aanduiding van de oorsprong nieuwe controlevoorschriften voor overheidsinstanties met zich meebrengen die extra kosten genereren. Rekening houdend met het feit dat gedroogde peulvruchten geen hoogwaardige producten zijn en dat het risico van fraude met betrekking tot de oorsprong laag is en naar verwachting ook laag zal blijven, is het niet de bedoeling aanvullende traceerbaarheidsvereisten te verlangen dan de reeds bestaande traceerbaarheid (d.w.z. één stap vooruit en één stap terug24).

Verplichte oorsprongsetikettering kan voor marktdeelnemers uit de EU en buiten de EU extra kosten met zich meebrengen als gevolg van de noodzakelijke aanpassingen van de leverings-, verpakkings- en marketingpraktijken, met name wanneer marktdeelnemers gedroogde peulvruchten van verschillende oorsprong hanteren. Deze kosten zouden worden beperkt door het feit dat mengsels van peulvruchten van verschillende oorsprong toegestaan blijven met een passende oorsprongsetikettering.

Aangezien de verplichte etikettering van het land van oorsprong van toepassing zou zijn op niet-verwerkte levensmiddelen of verwerkte levensmiddelen zonder extra ingrediënten (gekookte producten), zal de etikettering naar verwachting minder duur zijn dan voor producten die een groot aantal productiestadia en -plaatsen doorlopen25.



2. Voordelen voor producenten en consumenten

De oorsprongsetikettering zal waarschijnlijk bijdragen tot een grotere consumptie van plantaardige producten, hetgeen zowel producenten als invoerders in de EU en buiten de EU ten goede zal komen. Een dergelijke toename van de vraag zal naar verwachting geen aanzienlijke gevolgen hebben voor de consumentenprijzen, aangezien de extra vraag hoogstwaarschijnlijk zal worden gecompenseerd door een toename van de productie van peulvruchten in de EU, onder meer dankzij nationale eiwitstrategieën die de ontwikkeling van de teelt van eiwithoudende gewassen in de EU bevorderen.

Verplichte oorsprongsetikettering van gedroogde peulvruchten zal afzetbevorderingsacties in de EU vergemakkelijken die zijn gericht op de kwaliteit van peulvruchten. Deze acties zullen de verschuiving van consumptiepatronen van dierlijke producten naar meer plantaardige voedingspatronen ondersteunen en de consument informeren dat de productie van peulvruchten milieuvoordelen oplevert. De uitvoering van EU-afzetbevorderingsprogramma’s voor peulvruchten zou ook de waardeketen van peulvruchten versterken door de actoren van deze sector samen te brengen.

4. CONCLUSIE

1. Voor appelwijn en perenwijn

Een nieuwe EU-handelsnorm voor appelwijn en perenwijn zou bijdragen tot de doelstelling “van boer tot bord” om consumenten beter te informeren over de eigenschappen van de levensmiddelen die zij kopen (sociale duurzaamheid). Dit zou worden bereikt door de verkoopbenaming uitsluitend te gebruiken voor producten die aan de voorschriften voldoen en transparantie te creëren over de eigenschappen van deze producten. De drie voorgestelde opties hebben het potentieel om de kwaliteit van de aan de consument verkochte appelwijn en perenwijn te verbeteren en consumenten op een gemakkelijke manier inzicht te geven in de kwaliteitsverschillen tussen de genoemde producten. Verwacht wordt dat de producenten aldus een hoger inkomen uit hun cider- en perenciderproducten kunnen halen, zoals bijvoorbeeld kan worden vastgesteld in het geval van producten met kwaliteitslabels – biologische en geografische aanduidingen (economische duurzaamheid). Een hogere kwaliteit voor appelwijn en perenwijn houdt tot op zekere hoogte verband met het gebruik van traditionelere productiemethoden voor appelen/peren26 en appelwijn/perenwijn, die vergeleken met de meer industriële methoden voordelen opleveren voor het milieu (milieuduurzaamheid).

De meeste bijdragen aan de raadpleging van belanghebbenden die de afgelopen maanden heeft plaatsgevonden (aanvangsverslag, openbare raadpleging, onafhankelijke bijdragen) wijzen in dezelfde richting, d.w.z. zij steunen de vaststelling van een EU-handelsnorm voor appelwijn en perenwijn. Uit de bijdragen van belanghebbenden kwam echter een verschillend ambitieniveau voor die norm naar voren, sommige belanghebbenden waren voorstander van een minimumnorm, terwijl andere om ambitieuzere regels verzochten27.

Gezien deze adviezen en de beoordeling van de economische, maatschappelijke en milieueffecten, zoals hierboven vermeld, is de Commissie voorstander van het vaststellen van een EU-handelsnorm voor appelwijn en perenwijn met een voorkeur voor gedetailleerde regels, aangevuld met facultatieve gereserveerde vermeldingen (optie III). De twee andere opties zouden de in punt 2.3 genoemde doelstellingen niet voldoende verwezenlijken.


2. Voor gedroogde zaden van peulvruchten en sojabonen

Een nieuwe EU-handelsnorm voor gedroogde zaden van peulvruchten en sojabonen, die alleen betrekking heeft op de oorsprongsetikettering, zou bijdragen tot de doelstellingen “van boer tot bord” om consumenten beter te informeren over de eigenschappen van de levensmiddelen die zij kopen en de consumptie van plantaardige producten aan te moedigen, in overeenstemming met verschillende initiatieven van de Commissie zoals de “van boer tot bord”-strategie. De verplichte vermelding van de oorsprong van gedroogde peulvruchten is in overeenstemming met de GMO-verordening in die zin dat een dergelijke eis reeds bestaat voor soortgelijke producten zoals met name groene peulvruchten. Verplichte oorsprongsetikettering van gedroogde peulvruchten zal afzetbevorderingsacties in de EU vergemakkelijken die zijn gericht op de kwaliteiten van peulvruchten.

1 Artikel 75, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).

2 SWD(2023) 97 final.

3 Euromonitor, Passport – Cider in Western Europe – juni 2019.

4 Perencider wordt gemaakt van peren.

5 Gegevens geëxtraheerd uit Euromonitor Passport voor alcoholhoudende dranken, categorie “appelwijn/perenwijn”, totale waarde retailprijs in lopende prijzen, samengeteld voor alle lidstaten.

6 Euromonitor, Passport – Cider in Western Europe – juni 2019.

7 https://aicv.org/en/members

8 https://aicv.org/en/industry-data

9 “Evaluation of Marketing Standards contained in the CMO Regulation, the “Breakfast Directives” and CMO secondary legislation”, eindverslag, november 2019, Areté, Agra CEAS https://op.europa.eu/en/publication-detail/-/publication/309c4642-7ec0-11ea-aea8-01aa75ed71a1

10 De enige gereguleerde elementen op internationaal niveau zijn levensmiddelenadditieven die zijn toegestaan bij de productie van cider via de Codex Alimentarius en de EU-wetgeving.

11 https://doi.org/10.2762/475831

12 https://ec.europa.eu/info/law/better-regulation/have-your-say/initiatives/12772-Agricultural-products-revision-of-EU-marketing-standards/public-consultation_nl

13 Ricome, Solano-Hermosilla & Ciaian (2022). Benefits and costs of EU marketing standards in the cider sector. https://publications.jrc.ec.europa.eu/repository/handle/JRC127345


14 X en Y te bepalen tijdens besprekingen over eventuele wetgevingsvoorstellen.

15 JRC technisch rapport “Benefits and costs of EU marketing standards in the cider sector – Results from interviews with stakeholders” (2022).

16 https://ec.europa.eu/info/food-farming-fisheries/plants-and-plant-products/plant-products/cereals/development-plant-proteins_nl

17 COM(2020) 381 final.

18 Euromonitor – Pulses market size data for 2013-2022 [gegevens over de omvang van de markt voor peulvruchten voor 2013-2022].

19 DG AGRI source – Protein crops balance sheet [bron – Balans eiwithoudende gewassen].

20 Comext-gegevens 2021.

21 Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten (PB L 304 van 22.11.2011, blz. 18).

22 https://www.efsa.europa.eu/sites/default/files/corporate_publications/files/Eurobarometer2019_Food-safety-in-the-EU_Full-report.pdf

23 Studie over de verplichte aanduiding van het land van oorsprong of de plaats van herkomst voor onverwerkte levensmiddelen, producten met maar één ingrediënt en ingrediënten die meer dan 50 % van een levensmiddel uitmaken – Eindverslag – september 2014 – Food Chain Evaluation Consortium (FCEC), blz. 64.

24 Artikel 18 van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).

25 Bladzijde 8 van het verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad betreffende de verplichte aanduiding van het land van oorsprong of de plaats van herkomst voor onverwerkte levensmiddelen, producten met maar één ingrediënt en ingrediënten die meer dan 50 % van een levensmiddel uitmaken (COM(2015) 204 final).

26 De traditionele productie van cider komt vooral voor bij kleine producenten die hun eigen appelen gebruiken die zij veelal extensief produceren. Een meer industriële productie van cider zou meer berusten op intensieve productie van appelen om het industriële proces te voeden.

27 De FNPFC vroeg om 70 % appelsap, CIF en Maison cidricole de Normandie om 100 %.

NL NL