Artikelen bij COM(2023)242 - Wijziging van Richtlijn 2011/85/EU betreffende voorschriften voor de begrotingskaders van de lidstaten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.




Richtlijn 2011/85/EU wordt als volgt gewijzigd:


1) Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:


(a) in de eerste alinea wordt de tweede zin vervangen door:


“De definitie van subsectoren van de overheid die is neergelegd in bijlage A bij Verordening (EU) nr. 549/2013 van het Europees Parlement en de Raad is van toepassing.*


___________


*PB L 174 van 26.6.2013, blz. 1.”;


(b) de tweede alinea wordt als volgt gewijzigd:

i) punt a) wordt vervangen door:


“a) stelsels voor overheidsboekhouding en statistische rapportage;”;


ii) (heeft geen betrekking op het Nederlands)


iii) punt e) wordt vervangen door:


“e) begrotingskaders voor de middellange termijn als een specifiek samenstel van nationale begrotingsprocedures die een langere horizon voor de budgettaire beleidsvorming behelzen dan de éénjarige begrotingskalender, door onder meer beleidsprioriteiten en nationale begrotingsdoelstellingen voor de middellange termijn vast te stellen;”;


iv) het volgende punt h) wordt toegevoegd:


“h) overeenkomstig artikel 8 opgerichte onafhankelijke begrotingsinstellingen, zoals structureel onafhankelijke instanties of instanties die functioneel autonoom zijn ten opzichte van de begrotingsautoriteiten van de lidstaten.”.


2) Artikel 3 wordt vervangen door:


“1. Wat de nationale stelsels voor overheidsboekhouding betreft, beschikken de lidstaten uiterlijk in 2030 over geïntegreerde, alomvattende en nationaal geharmoniseerde financiële boekhoudsystemen op transactiebasis die alle subsectoren van de overheid bestrijken en die de kas- en transactie-informatie bevatten die nodig is ter voorbereiding van op ESR 2010 gebaseerde gegevens. Die financiële overheidsboekhoudsystemen zijn aan interne controle en onafhankelijke audits onderworpen.

2. De lidstaten waarborgen dat de begrotingsgegevens van alle subsectoren van de overheid zoals beschreven in Verordening (EU) nr. 549/2013 van het Europees Parlement en de Raad* regelmatig en tijdig openbaar beschikbaar zijn. Met name publiceren de lidstaten, voor het einde van het volgende kwartaal of na de publicatie van de relevante gegevens door de Commissie (Eurostat), voor de centrale overheid, deelstaatoverheid, lagere overheid en socialezekerheidsfondsen afzonderlijk kwartaalgegevens over de schuld en het tekort.

3. De Commissie (Eurostat) publiceert om de 3 maanden de statistische kwartaalgegevens van de overheidsfinanciën overeenkomstig de tabellen 25, 27 en 28 van bijlage B bij Verordening (EU) nr. 549/2013.

___________


*PB L 174 van 26.6.2013, blz. 1.”.


3) Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:


(a) lid 1 wordt vervangen door:


“1. De lidstaten zien erop toe dat de jaarlijkse of meerjarige begrotingsplanning is gebaseerd op realistische macro-economische en budgettaire prognoses die van de meest actuele informatie gebruikmaken. De begrotingsplanning is gebaseerd op het meest waarschijnlijke macrobudgettaire scenario of op een meer prudent scenario. De macro-economische en budgettaire prognoses worden opgesteld of bekrachtigd door overeenkomstig artikel 8 opgerichte onafhankelijke begrotingsinstellingen. Zij worden vergeleken met de recentste prognoses van de Commissie. Aanzienlijke verschillen tussen de macro-economische en budgettaire prognoses van de lidstaat en de prognoses van de Commissie worden toegelicht, onder meer als het niveau of de groei van variabelen in externe aannames aanzienlijk afwijkt van de waarden in de prognoses van de Commissie.”;

(b) lid 4 wordt geschrapt.

(c) de leden 5 en 6 worden vervangen door:

“5. De lidstaten geven aan welke instelling verantwoordelijk is voor het opstellen van macro-economische en budgettaire prognoses. Ten minste eenmaal per jaar gaan de lidstaten en de Commissie een technische dialoog aan over de aannames die ten grondslag liggen aan de voorbereiding van de macro-economische en begrotingsprognoses.

6. De door de nationale instellingen opgestelde macro-economische en budgettaire prognoses voor de jaarlijkse en meerjarige begrotingsplanning worden op gezette tijden onderworpen aan een objectieve en volledige evaluatie door een onafhankelijke instantie, inclusief evaluaties achteraf. De resultaten van die evaluatie worden openbaar gemaakt en bij toekomstige macro-economische en budgettaire prognoses waar nodig in aanmerking genomen. Indien uit de evaluatie een significante afwijking blijkt die gedurende ten minste vier opeenvolgende jaren van invloed is op de macro-economische prognoses neemt de betrokken lidstaat de nodige maatregelen en maakt hij een en ander openbaar.”;

(d) lid 7 wordt geschrapt.


4) Artikel 5 wordt vervangen door:


“Artikel 5


Elke lidstaat voert specifieke cijfermatige begrotingsregels in om de naleving over een meerjarige periode voor de overheid als geheel van de uit het VWEU op het vlak van begrotingsbeleid voortvloeiende verplichtingen doeltreffend te bevorderen. Deze regels bevorderen in het bijzonder het volgende:

a)naleving van de overeenkomstig het VWEU vastgestelde referentiewaarden voor en bepalingen inzake het tekort en de schuld;
b)vaststelling van een meerjarige begrotingsplanningsperiode in overeenstemming met de bepalingen van Verordening [XXX preventief deel van het SGP].*


__________________

* Verordening (EU) van het Europees Parlement en de Raad van [datum invoegen] [volledige titel invoegen] (PB L ..).”.


5) Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

a) in lid 1 wordt punt b) vervangen door:

“b) effectieve en tijdige monitoring van de inachtneming van de regels, gebaseerd op een betrouwbare en onafhankelijke analyse door overeenkomstig artikel 8 opgerichte onafhankelijke begrotingsinstellingen.”;


b) lid 2 wordt vervangen door:


“Indien de cijfermatige begrotingsregels ontsnappingsclausules bevatten, worden hierin een beperkt aantal specifieke omstandigheden in verband met de voor de lidstaten uit het VWEU en verordening [XXX preventief deel van het SGP] voortvloeiende verplichtingen en stringente procedures omschreven waarin tijdelijke niet-naleving van de regels is toegestaan. Ontsnappingsclausules hebben duidelijke termijnen.”.


6) Artikel 7 wordt vervangen door:


“Artikel 7

De nationale wetgeving betreffende de jaarlijkse begroting strookt met de geldende landspecifieke cijfermatige begrotingsregels.”.


7) In hoofdstuk V wordt de titel vervangen door “ONAFHANKELIJKE BEGROTINGSINSTELLINGEN”.


8) Artikel 8 wordt vervangen door:


“Artikel 8

1. De lidstaten zorgen ervoor dat bij nationale wetgeving, regelgeving of bindende administratieve voorschriften onafhankelijke begrotingsinstellingen worden opgericht, zoals structureel onafhankelijke instanties of instanties die functioneel autonoom zijn ten opzichte van de begrotingsautoriteiten van de lidstaten.

2. De in lid 1 bedoelde instellingen bestaan uit leden die door middel van transparante procedures worden voorgedragen en benoemd op basis van hun ervaring en bekwaamheid op het gebied van overheidsfinanciën, macro-economie of begrotingsbeheer.

3. De in lid 1 bedoelde instellingen:

a) nemen geen instructies aan van de begrotingsautoriteiten van de betrokken lidstaat of enige andere publieke of private instantie;

b) hebben de capaciteit om tijdig publiekelijk te communiceren over hun beoordelingen en adviezen;

c) beschikken over toereikende en stabiele eigen middelen om hun taken effectief te kunnen uitvoeren, inclusief alle soorten analyses die binnen hun taakomschrijving vallen;

d) hebben adequate en tijdige toegang tot de informatie die nodig is om hun taken uit te voeren;

e) worden onderworpen aan regelmatige externe evaluaties door onafhankelijke beoordelaars.


4. De lidstaten zorgen ervoor dat de in lid 1 genoemde instellingen de volgende taken hebben:

a) het opstellen van de jaarlijkse en meerjarige macro-economische en budgettaire prognoses die aan de middellangetermijnplanning van de regering ten grondslag liggen, of het bekrachtigen van de door de begrotingsautoriteiten gebruikte prognoses;

b) het opstellen van schuldhoudbaarheidsbeoordelingen die aan de middellangetermijnplanning van de regering ten grondslag liggen, of het bekrachtigen van dergelijke door de begrotingsautoriteiten verstrekte beoordelingen;

c) het opstellen van beoordelingen van de effecten van beleid op de houdbaarheid van de begroting en duurzame en inclusieve groei, of het bekrachtigen van dergelijke door de begrotingsautoriteiten verstrekte beoordelingen;

d) monitoring van de naleving van de landspecifieke cijfermatige begrotingsregels overeenkomstig artikel 6;

e) monitoring van de naleving van het begrotingskader van de Unie overeenkomstig de Verordeningen [XXX preventief deel van het SGP] en [XXX correctief deel van het SGP]*;

f) regelmatig evaluaties van het nationale begrotingskader uitvoeren om de consistentie, samenhang en doeltreffendheid van het kader te beoordelen, inclusief mechanismen en regels ter regulering van de budgettaire betrekkingen tussen overheidsinstanties in alle subsectoren van de overheid;

g) deelnemen aan regelmatige hoorzittingen en debatten in het nationale parlement.


5. De lidstaten zien erop toe dat de begrotingsautoriteiten van de betrokken lidstaat zich houden aan de beoordelingen en adviezen die de instellingen in het kader van de in lid 4 bedoelde taken hebben uitgebracht. Indien de begrotingsautoriteiten zich niet aan die beoordelingen of adviezen houden, motiveren zij het besluit daartoe publiekelijk binnen een maand na het uitbrengen van die beoordelingen of adviezen.


* Verordening (EU) van de Raad van [datum invoegen] [volledige titel invoegen] (PB L ..).”.

9) Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 1 wordt vervangen door:

“1. De lidstaten stellen een geloofwaardig, doeltreffend begrotingskader voor de middellange termijn vast dat voorziet in een planningsperiode van ten minste vier jaar voor de begroting om te waarborgen dat bij de nationale begrotingsplanning wordt uitgegaan van een meerjarenperspectief.”;

b) lid 2 wordt als volgt gewijzigd:

i) punt a) wordt vervangen door:


“a) algemene en transparante meerjarige begrotingsdoelstellingen als bedoeld in artikel 2, punt e), voor het overheidstekort, de overheidsschuld en eventuele andere samenvattende begrotingsindicatoren, zoals de uitgaven, om te waarborgen dat deze stroken met de geldende landspecifieke cijfermatige begrotingsregels als bedoeld in hoofdstuk IV van deze richtlijn en de desbetreffende bepalingen van Verordening [XXX preventief deel van het SGP].”;


ii) punt c) wordt vervangen door:


“c) een beschrijving van de geplande beleidsmaatregelen voor de middellange termijn, inclusief investeringen en hervormingen, die gevolgen hebben voor de overheidsfinanciën en duurzame en inclusieve groei, uitgesplitst naar de voornaamste ontvangsten- en uitgavenposten, waarbij wordt getoond op welke wijze de aanpassing aan de nationale begrotingsdoelstellingen voor de middellange termijn als bedoeld in artikel 2, punt e), wordt verwezenlijkt, afgezet tegen de prognoses bij ongewijzigd beleid;”;


iii) punt d) wordt vervangen door:


“d) een beoordeling van de wijze waarop de voorgenomen beleidsmaatregelen in het licht van hun rechtstreekse middellange- en langetermijnimpact op de overheidsfinanciën de houdbaarheid van de overheidsfinanciën en duurzame en inclusieve groei op middellange en lange termijn zouden kunnen beïnvloeden. In de beoordeling worden, voor zover mogelijk, de macrobudgettaire risico’s van klimaatverandering en de milieu- en verdelingseffecten daarvan gespecificeerd, alsmede de gevolgen voor de overheidsfinanciën van klimaatgerelateerde mitigatie- en adaptatiemaatregelen op middellange en lange termijn.”;

c) lid 3 wordt geschrapt.


10) De artikelen 10 en 11 worden vervangen door:


“Artikel 10

De wetgeving betreffende de jaarlijkse begroting is in overeenstemming met de nationale begrotingsdoelstellingen voor de middellange termijn als bedoeld in artikel 2, punt e). Elke afwijking wordt naar behoren uitgelegd.


Artikel 11

Deze richtlijn belet niet dat de nieuwe regering van een lidstaat het begrotingsplan voor de middellange termijn aanpast aan haar nieuwe beleidsprioriteiten. In dat geval geeft de nieuwe regering de verschillen tussen het voorgaande en het nieuwe begrotingsplan voor de middellange termijn aan.”.


11) In hoofdstuk VI wordt de titel vervangen door: “TRANSPARANTIE VAN DE OVERHEIDSFINANCIËN”.

12) Artikel 12 wordt vervangen door:


“Artikel 12

De lidstaten zien erop toe dat alle overeenkomstig de hoofdstukken II, III en IV genomen maatregelen consistent zijn voor alle subsectoren van de overheid en die subsectoren volledig bestrijken. Daartoe schrijven de lidstaten in het bijzonder consequente overheidsboekhoudregels en -procedures voor, alsook integere verzamelings- en verwerkingssystemen voor de onderliggende gegevens.”.


13) Artikel 14 wordt vervangen door:


“Artikel 14

1.In het kader van de jaarlijkse en meerjarige begrotingswetgevingsprocedures maken de lidstaten bekend welke instellingen en fondsen niet in de reguliere begrotingen zijn opgenomen, maar wel deel uitmaken van de overheid, inclusief subsectoren van de overheid. De lidstaten publiceren ook waarden die overeenstemmen met de gecombineerde impact van die instellingen en fondsen op het overheidssaldo en de overheidsschuld, waarbij de impact op het saldo rekening houdt met vroegere en verwachte toekomstige verrichtingen en de impact op de schuld rekening houdt met uitstaande en verwachte nieuwe verplichtingen.

2. De lidstaten publiceren op basis van een transparante methode gedetailleerde informatie over de gevolgen van belastinguitgaven voor de ontvangsten met het oog op de nationale begrotingsdoelstellingen als bedoeld in artikel 2, punt e).

3. Voor alle subsectoren van de overheid publiceren de lidstaten relevante informatie over voorwaardelijke verplichtingen met mogelijk grote gevolgen voor de overheidsbegrotingen, zoals onder meer overheidsgaranties, niet-renderende leningen, uit de exploitatie van overheidsbedrijven voortvloeiende verplichtingen, potentiële uitgaven en verplichtingen als gevolg van rechtszaken, met vermelding van de omvang ervan. De lidstaten publiceren voor zover mogelijk ook informatie over ramp- en klimaatgerelateerde voorwaardelijke verplichtingen. De lidstaten publiceren informatie over eerdere beroepen op eenmalige garanties en geregistreerde uitgaven voor standaardgaranties. De gepubliceerde informatie omvat informatie over economische verliezen als gevolg van rampen en klimaatgerelateerde schokken, inclusief de door de overheid gedragen begrotingskosten en de instrumenten die worden gebruikt om deze te beperken of te dekken. De lidstaten publiceren informatie over overheidsparticipaties in kapitaal van particuliere en overheidsbedrijven, voor zover het om economisch significante bedragen gaat.”.


14) Het volgende artikel 14 bis wordt ingevoegd:


“Artikel 14 bis

1. Uiterlijk op 14 december 20XX publiceert de Commissie een beoordeling van de doeltreffendheid van deze richtlijn.


2. Uiterlijk op 31 december 2025 brengt de Commissie verslag uit over de stand van zaken en de toekomstige richting van de financiële overheidsboekhouding in de Unie, rekening houdend met de vooruitgang die is geboekt sinds haar beoordeling in 2013 van de geschiktheid van de internationale standaarden voor overheidsboekhouding voor de lidstaten.”.


15) Artikel 15 wordt vervangen door:


“Artikel 15

1. De lidstaten doen de nodige bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 december 202x aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie onmiddellijk de tekst van die bepalingen mee. De Raad spoort de lidstaten ertoe aan voor zichzelf en in het belang van de Unie hun eigen concordantietabellen op te stellen, die voor zover mogelijk het verband weergeven tussen deze richtlijn en de omzettingsmaatregelen, en deze openbaar te maken.

2. Wanneer de lidstaten die bepalingen vaststellen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

3. De Commissie stelt op basis van relevante informatie van de lidstaten een tussentijds voortgangsverslag op over de uitvoering van de belangrijkste bepalingen van deze richtlijn, dat uiterlijk op 14 december 20XX wordt voorgelegd.

4. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.”.


16) Artikel 16 wordt geschrapt.