Artikelen bij COM(2023)338 - Instelling van de faciliteit voor Oekraïne

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2023)338 - Instelling van de faciliteit voor Oekraïne.
document COM(2023)338
datum 29 februari 2024



HOOFDSTUK I

Algemene bepalingen

Artikel 1

Onderwerp

1. Bij deze verordening wordt de faciliteit voor Oekraïne ingesteld (de “faciliteit”).

Zij stelt de doelstellingen van de faciliteit vast, de financiering ervan, de begroting voor de periode 2024-2027, de vormen van Uniefinanciering uit hoofde ervan en de regels voor het verlenen van die financiering.

2. De faciliteit verleent bijstand aan Oekraïne in het kader van de volgende drie pijlers:


a. Pijler I: financiële steun aan Oekraïne voor de uitvoering van hervormingen en investeringen om het Oekraïneplan uit te voeren en de macrofinanciële stabiliteit van het land in stand te houden, zoals beschreven in hoofdstuk III;

b. Pijler II: een specifiek investeringskader voor Oekraïne om investeringen te ondersteunen en toegang tot financiering te bieden, zoals beschreven in hoofdstuk IV;

c. Pijler III: technische bijstand en aanverwante steun aan Oekraïne om hervormingen in verband met de toetreding tot de EU uit te werken en door te voeren en om de bestuurlijke capaciteit van Oekraïne te bevorderen, evenals andere relevante activiteiten, zoals beschreven in hoofdstuk V.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

1. “kaderovereenkomst”: overeenkomst tussen de Commissie en Oekraïne waarin de beginselen voor de financiële samenwerking tussen Oekraïne en de Commissie uit hoofde van deze verordening worden vastgelegd.

2. “maatregelen”: hervormingen en investeringen in het kader van het in hoofdstuk III uiteengezette Oekraïneplan.

3. “voorwaarden”: kwalitatieve of kwantitatieve stappen met betrekking tot het waarborgen van de instandhouding van de economische en financiële stabiliteit of met betrekking tot de uitvoering van de hervormingen en investeringen die zijn uiteengezet in het in hoofdstuk III beschreven Oekraïneplan.

4. “blendingverrichting”: een door de begroting van de Unie ondersteunde verrichting, waarbij niet-terugbetaalbare vormen van steun, terugbetaalbare vormen van steun, of beide, uit de begroting van de Unie worden gecombineerd met terugbetaalbare vormen van steun van instellingen voor ontwikkelingsfinanciering of andere openbare financiële instellingen, of van commerciële financiële instellingen en investeerders.


Artikel 3

Doelstellingen van de faciliteit voor Oekraïne

1. De algemene doelstellingen van de faciliteit zijn Oekraïne te ondersteunen bij:

a) het aanpakken van de sociale, economische en ecologische gevolgen van de oorlog en zo bijdragen aan het herstel, de wederopbouw en de modernisering van het land;

b) het bevorderen van sociale, economische en ecologische veerkracht en geleidelijke integratie in de economie en markten van de Unie en de wereld;

c) het geleidelijk aanpassen aan de regels, de normen, het beleid en de praktijken (“acquis”) van de Unie, met het oog op het toekomstig lidmaatschap van de Unie, en aldus bij te dragen tot wederzijdse stabiliteit, veiligheid, vrede, welvaart en duurzaamheid.

2. De specifieke doelstellingen van de faciliteit zijn onder meer:

a) helpen de macrofinanciële stabiliteit van het land in stand te houden en de problemen van Oekraïne inzake externe en interne financiering te verlichten;

b) herbouwen en moderniseren van door de oorlog beschadigde infrastructuur, zoals energie-infrastructuur, watersystemen, interne en grensoverschrijdende vervoersnetwerken, waaronder spoorwegen, wegen en bruggen en grensovergangen, en bevorderen van moderne, verbeterde en veerkrachtige infrastructuur; herstellen van de voedselproductiecapaciteit; helpen aanpakken van de sociale uitdagingen die voortvloeien uit de oorlog, onder meer voor specifieke groepen zoals oorlogsveteranen, intern ontheemden, alleenstaande ouders, personen met een handicap, minderheden en andere kwetsbare personen; bijdragen aan de ontmijningsinspanningen;

c) bevorderen van de transitie naar een duurzame en inclusieve economie en een stabiel investeringsklimaat; ondersteunen van de integratie van Oekraïne in de interne markt; repareren, herbouwen en verbeteren van sociale infrastructuur, zoals huisvesting, zorginstellingen, scholen en instellingen voor hoger onderwijs, en van onderzoeksinfrastructuur; versterken van de economische en sociale ontwikkeling, met bijzondere aandacht voor vrouwen en jongeren, onder meer door middel van kwalitatief hoogwaardig onderwijs, opleiding, om- en bijscholing, en werkgelegenheidsbeleid, ook voor onderzoekers; ondersteunen van cultuur en cultureel erfgoed; versterken van strategische economische sectoren en ondersteunen van investeringen en ontwikkeling van de particuliere sector, met bijzondere aandacht voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) en innovatie, alsook voor landbouw en plattelandsontwikkeling, aquacultuur en visserij; herstructureren van de financiële markten van Oekraïne, inclusief de banksector en de kapitaalmarkten; meer binnenlandse inkomsten mobiliseren; versterken van het vermogen van Oekraïne om handel te drijven;

d) verder versterken van de rechtsstaat, de democratie, de eerbiediging van de mensenrechten en fundamentele vrijheden, onder meer door het bevorderen van een onafhankelijke rechterlijke macht, een versterkte veiligheid, de bestrijding van fraude, corruptie, georganiseerde criminaliteit en het witwassen van geld, belastingontduiking en belastingfraude; naleven van het internationaal recht; bevorderen van mediavrijheid en academische vrijheid en een gunstig klimaat voor het maatschappelijk middenveld; bevorderen van sociale dialoog; bevorderen van non-discriminatie en verdraagzaamheid om te zorgen voor de eerbiediging van de rechten van personen die tot minderheden behoren en de bevordering van gendergelijkheid; doeltreffender maken van het openbaar bestuur en ondersteunen van transparantie, structurele hervormingen en goed bestuur op alle niveaus, ook wat betreft het beheer van overheidsmiddelen, overheidsopdrachten en staatssteun; ondersteunen van initiatieven en instanties die betrokken zijn bij de ondersteuning en handhaving van internationale gerechtigheid in Oekraïne;

e) ontwikkelen en versterken van een duurzame groene transitie in alle economische sectoren, met inbegrip van de transitie naar een koolstofarme economie; bevorderen van de digitale transformatie als een stimulans voor duurzame ontwikkeling en inclusieve groei;

f) ondersteunen van decentralisatie en lokale ontwikkeling.

Artikel 4

Algemene beginselen

1. De samenwerking in het kader van de faciliteit wordt gebaseerd op, en bevordert, voor zover toepasselijk, de beginselen inzake doeltreffende ontwikkeling, in alle samenwerkingsvormen, te weten eigen verantwoordelijkheid van Oekraïne voor de ontwikkelingsprioriteiten, resultaatgerichtheid, inclusieve ontwikkelingspartnerschappen, transparantie en wederzijdse verantwoordingsplicht. De samenwerking is gebaseerd op doeltreffende en efficiënte toewijzing en toepassing van middelen.

2. De steun in het kader van de faciliteit vormt een aanvulling op de in het kader van andere programma’s en instrumenten van de Unie verstrekte steun. Activiteiten die in aanmerking komen voor financiering uit hoofde van deze verordening kunnen steun ontvangen uit andere programma’s en instrumenten van de Unie, mits die steun niet dezelfde kosten dekt.

3. Om de complementariteit en de doeltreffendheid van hun optreden en initiatieven te bevorderen, werken de Commissie en de lidstaten samen en streven zij ernaar overlapping te vermijden tussen de steun uit hoofde van deze verordening en andere steun van de Unie, de lidstaten, derde landen, multilaterale en regionale organisaties en entiteiten, zoals internationale organisaties en betrokken internationale financiële instellingen, agentschappen en donoren buiten de Unie, overeenkomstig de beginselen voor de versterking van de operationele coördinatie op het gebied van externe steun, onder meer via verbeterde coördinatie met de lidstaten op lokaal niveau, en via de harmonisering van beleid en procedures, in het bijzonder de internationale beginselen inzake doeltreffende ontwikkeling.

4. In het kader van de faciliteit worden klimaatmitigatie en klimaatadaptatie, de bescherming van het milieu, mensenrechten, democratie, gendergelijkheid en, waar nodig, de beperking van het risico op rampen geïntegreerd, en vooruitgang richting de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling ondersteund, waarbij geïntegreerde maatregelen worden bevorderd die nevenvoordelen kunnen opleveren en waarmee meerdere doelstellingen op coherente wijze kunnen worden bereikt. Gestrande activa moeten worden vermeden en de activiteiten moeten zijn gebaseerd op het beginsel dat geen schade mag worden berokkend en dat niemand aan zijn lot mag worden overgelaten, evenals op de mainstreaming van duurzaamheid die ten grondslag ligt aan de Europese Green Deal.

5. De faciliteit ondersteunt geen activiteiten of maatregelen die onverenigbaar zijn met het nationale energie- en klimaatplan van Oekraïne, indien beschikbaar, en met de nationaal vastgestelde bijdrage van Oekraïne in het kader van de Overeenkomst van Parijs, of die investeringen in fossiele brandstoffen bevorderen, of die aanzienlijke nadelige gevolgen hebben voor het milieu of het klimaat, tenzij dergelijke activiteiten of maatregelen strikt noodzakelijk zijn om de doelstellingen van de faciliteit te verwezenlijken, rekening houdend met de noodzaak om de door de oorlog beschadigde infrastructuur bestendig te herbouwen en te moderniseren, en die, indien relevant, gepaard gaan met passende maatregelen om deze effecten te vermijden, te voorkomen of te verminderen en indien mogelijk te compenseren.

6. Conform het beginsel van inclusief partnerschap zorgt de Commissie er, in voorkomend geval, voor dat belanghebbenden, met inbegrip van lokale en regionale overheden, sociale partners en maatschappelijke organisaties, terdege worden geraadpleegd en op tijd toegang hebben tot relevante informatie, zodat zij een zinvolle rol kunnen spelen bij de opzet en uitvoering van uit hoofde van deze faciliteit voor financiering in aanmerking komende activiteiten en bij de daarmee verband houdende monitoring. De Commissie bevordert met name de betrokkenheid van regionale, lokale, stedelijke en andere overheidsinstanties, in overeenstemming met het beginsel van meerlagig bestuur en rekening houdend met een bottom-upbenadering. De Commissie moedigt samenwerking tussen de belanghebbenden aan.

7. De Commissie draagt in overleg met de lidstaten en Oekraïne bij tot het verwezenlijken van de inspanningen van de Unie voor grotere transparantie en verantwoording bij de verstrekking van steun, mede door de uitvoering en versterking van internecontrolesystemen en fraudebestrijdingsbeleid te bevorderen, en het beschikbaar maken, via internetdatabanken, van informatie over het volume en de toewijzing van de steun, waarbij zij ervoor zorgt dat gegevens vergelijkbaar zijn en gemakkelijk kunnen worden ingezien, gedeeld en gepubliceerd.

Artikel 5

Randvoorwaarde voor steun van de Unie

1. Een noodzakelijke randvoorwaarde voor de steun aan Oekraïne uit hoofde van de faciliteit is dat Oekraïne de instandhouding en eerbiediging van doeltreffende democratische mechanismen – waaronder een parlementair meerpartijenstelsel – en de rechtsstaat voortzet, en dat het de eerbiediging van de mensenrechten blijft garanderen, met inbegrip van de rechten van personen die tot minderheden behoren.

2. De Commissie monitort de vervulling van de in lid 1 vermelde randvoorwaarde voordat in het kader van de faciliteit betalingen aan Oekraïne worden verricht en gedurende de gehele duur van de steun die in het kader van de faciliteit wordt verleend, waarbij naar behoren rekening wordt gehouden met het periodieke uitbreidingsverslag van de Commissie. De Commissie kan een besluit vaststellen waarin wordt geconcludeerd dat niet aan deze voorwaarde is voldaan, en met name de in artikel 25 bedoelde betalingen opschorten, ongeacht of aan de in artikel 15, lid 2, bedoelde voorwaarden is voldaan. Bij haar beoordeling zal de Commissie tevens rekening houden met de omstandigheden in Oekraïne en met de gevolgen van de oorlogssituatie.


HOOFDSTUK II

Financiering en uitvoering

Artikel 6

Begroting

1. De middelen voor de uitvoering van de faciliteit voor Oekraïne zijn beschikbaar overeenkomstig artikel 10 ter van Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad, met de volgende indicatieve verdeling:

a) 78 % in de vorm van niet-terugbetaalbare financiële steun op grond van hoofdstuk III van deze verordening;

b) 16 % voor uitgaven op grond van hoofdstuk IV;

c) 5 % voor uitgaven op grond van hoofdstuk V;

d) maximaal 1 % voor de uitgaven op grond van lid 5 van dit artikel.

2. De financiële steun op grond van hoofdstuk III in de vorm van een lening is beschikbaar voor een bedrag van maximaal 50 000 000 000 EUR voor de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2027.

Bij het totale bedrag van de uitbetalingen van de leningen wordt rekening gehouden met de overeenkomstig lid 1 ter beschikking gestelde bedragen en het in lid 3 bedoelde bedrag.

3. De som van de op grond van de leden 1 en 2 ter beschikking gestelde middelen bedraagt ​​voor de periode 2024-2027 niet meer dan 50 000 000 000 EUR.

4. Aanvullende bijdragen voor de financiering van de in lid 1 bedoelde steun kunnen overeenkomstig artikel 7 worden verstrekt.

5. De in lid 1, punt d), en lid 4 bedoelde middelen kunnen worden gebruikt voor technische en administratieve bijstand bij de uitvoering van de faciliteit, zoals voorbereidende activiteiten en activiteiten op het gebied van monitoring, controle, audit en evaluatie, die nodig zijn voor het beheer van de faciliteit en de verwezenlijking van de doelstellingen ervan, met name voor studies, vergaderingen van deskundigen, overleg met de Oekraïense autoriteiten, conferenties, raadpleging van belanghebbenden, informatie- en communicatiemaatregelen, waaronder inclusieve bewustmakingsacties, en institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover zij verband houden met de doelstellingen van deze verordening, uitgaven in verband met IT-netwerken voor informatieverwerking en -uitwisseling, institutionele informatietechnologie-instrumenten alsmede alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand die de Commissie verricht met het oog op het beheer en de kosten van de faciliteit op het hoofdkantoor en in de delegaties van de Unie. De uitgaven kunnen ook de kosten van andere ondersteunende activiteiten zoals kwaliteitscontrole en monitoring van projecten ter plaatse alsmede de kosten van collegiale advisering en van deskundigen voor de evaluatie en de uitvoering van hervormingen en investeringen omvatten.

Artikel 7

Aanvullende financiële middelen voor de faciliteit

1. Lidstaten, derde landen, internationale organisaties, internationale financiële instellingen of andere bronnen kunnen aanvullende financiële bijdragen aan de faciliteit leveren. Dergelijke bijdragen vormen externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 2, punt a), ii), punt d) en punt e), van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046.

Op grond van de desbetreffende rechtshandelingen van de Unie met betrekking tot beperkende maatregelen naar aanleiding van acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren, zullen aanvullende bedragen aan de in artikel 6 bedoelde middelen voor de faciliteit worden toegevoegd die zijn ontvangen als externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 5, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046.

2. De in lid 1 bedoelde bijdragen worden uitgevoerd volgens dezelfde regels en voorwaarden als het in artikel 6, lid 1, bedoelde bedrag.

3. De bijdragen aan de garantie voor Oekraïne en aan de financiële instrumenten in het kader van hoofdstuk IV worden in overeenstemming met artikel 28 uitgevoerd.

Artikel 8

Uitvoering en vormen van Uniefinanciering

1. De faciliteit wordt uitgevoerd in overeenstemming met Verordening (EU, Euratom) 2018/1046, hetzij in direct beheer, hetzij in indirect beheer met een van de entiteiten bedoeld in artikel 62, eerste alinea, punt c), van Verordening (EU, Euratom ) 2018/1046.

2. Financiering door de Unie kan worden verstrekt in een van de vormen die zijn vastgelegd in Verordening (EU, Euratom) 2018/1046, met name subsidies, prijzen, aanbestedingen, begrotingssteun, financieringsinstrumenten, begrotingsgaranties, blendingverrichtingen en financiële bijstand.

3. Financieringsinstrumenten, begrotingsgaranties en blendingverrichtingen waarbij steun uit financieringsinstrumenten of begrotingsgaranties in het kader van de faciliteit wordt gecombineerd, worden uitgevoerd overeenkomstig de beginselen die zijn vastgelegd in titel X, en met name in artikel 208 en artikel 209, leden 1, 2 en 4, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046. Afhankelijk van de vereiste operationele en financiële capaciteit kan de tegenpartij van de begrotingsgarantie, of de entiteit waaraan de uitvoering van financieringsinstrumenten is toevertrouwd, de Europese Investeringsbank of het Europees Investeringsfonds zijn, een multilaterale Europese financiële instelling, zoals de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling, of een bilaterale Europese financiële instelling, zoals ontwikkelingsbanken. Waar mogelijk wordt de uitvoering van financieringsinstrumenten, begrotingsgaranties en blendingverrichtingen in het kader van de faciliteit aangevuld met aanvullende vormen van financiële steun, hetzij van de lidstaten, hetzij van derden.

Artikel 9

Kaderovereenkomst

1. De Commissie sluit een kaderovereenkomst met Oekraïne voor de uitvoering van de faciliteit, waarin specifieke regelingen worden vastgelegd voor het beheer van, de controle, de supervisie en het toezicht op en de evaluatie, de rapportage en de audit van middelen in het kader van de faciliteit, alsook voor het voorkomen, onderzoeken en corrigeren van onregelmatigheden, fraude, corruptie en belangenconflicten. De kaderovereenkomst wordt aangevuld met financieringsovereenkomsten overeenkomstig artikel 10 en leningsovereenkomsten overeenkomstig artikel 21, met specifieke bepalingen voor het beheer en de uitvoering van financiering in het kader van de faciliteit.

2. Met uitzondering van de in artikel 24 bedoelde overbruggingsfinanciering wordt aan Oekraïne pas financiering verleend nadat de kaderovereenkomst en de toepasselijke financierings- en leningsovereenkomsten in werking zijn getreden.

3. De kaderovereenkomst, de financieringsovereenkomsten en de leningsovereenkomst die met Oekraïne zijn gesloten, als geheel genomen, en de contracten en overeenkomsten die zijn ondertekend met personen of entiteiten die middelen van de Unie ontvangen, waarborgen dat de verplichtingen van artikel 129 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 kunnen worden vervuld.

4. In de kaderovereenkomst worden in het bijzonder gedetailleerde bepalingen vastgesteld betreffende met name:

a) de toezegging van Oekraïne om vooruitgang te boeken in de richting van efficiëntere en doeltreffendere controlesystemen en om de strijd tegen het witwassen van geld, de financiering van terrorisme, belastingontwijking, belastingfraude of belastingontduiking op te voeren;

b) de activiteiten in verband met controle, supervisie en toezicht op en evaluatie, rapportage en audit van de Uniefinanciering uit hoofde van de faciliteit, alsmede met onderzoeken, fraudebestrijdingsmaatregelen en samenwerking;

c) controlevereisten voor het vrijgeven van financiering aan Oekraïne;

d) regels inzake belastingen, rechten en heffingen overeenkomstig artikel 27, leden 9 en 10, van Verordening (EU) 2021/947;

e) de erkenning van de verantwoordelijkheden van het in artikel 34 bedoelde auditcomité en de wijze waarop Oekraïne ermee samenwerkt;

f) de verplichting voor personen of entiteiten die middelen van de Unie in het kader van de faciliteit uitvoeren om het auditcomité, de Commissie en OLAF onverwijld in kennis te stellen van vermoedelijke of feitelijke gevallen van onregelmatigheden, fraude, corruptie en belangenconflicten en de follow-up ervan;

g) het recht van de Commissie om, gedurende de hele projectcyclus, toezicht te houden op de activiteiten in het kader van de faciliteit die door de Oekraïense autoriteiten worden uitgevoerd, met inbegrip van onder meer de selectie- en gunningsprocedures voor projecten, waaronder voor openbare aanbestedingen, om hier in voorkomend geval aan deel te nemen als waarnemer en om aanbevelingen te doen ter verbetering van dergelijke activiteiten, en de toezegging van de Oekraïense autoriteiten om hun uiterste best te doen dergelijke aanbevelingen van de Commissie uit te voeren en verslag uit te brengen over deze uitvoering;

h) de in artikel 33, lid 2, bedoelde verplichtingen, met inbegrip van nauwkeurige regels en een tijdschema voor het verzamelen van gegevens door Oekraïne en toegang voor de Commissie en OLAF;

i) de verplichting voor Oekraïne om de in artikel 26 bedoelde gegevens langs elektronische weg aan de Commissie te verstrekken;

j) een procedure om ervoor te zorgen dat de uitbetalingsverzoeken voor de leningsteun binnen het beschikbare leningbedrag vallen, rekening houdend met artikel 6, lid 2.

Artikel 10

Financieringsovereenkomsten

1. Voor de hoofdstukken III en V worden financieringsovereenkomsten gesloten. Hierin worden de verantwoordelijkheden en verplichtingen van Oekraïne bij de uitvoering van middelen van de Unie vastgelegd, met inbegrip van de verplichtingen die zijn vastgelegd in artikel 129 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046. Hierin worden tevens de voorwaarden vastgesteld voor de betaling van de niet-terugbetaalbare financiële steun, onder meer met betrekking tot de internecontrolesystemen als bedoeld in artikel 9, lid 4, punten a) en c). In de financieringsovereenkomsten worden ook de rechten en plichten van de Unie vastgelegd.

2. De financieringsovereenkomsten omvatten regels voor de verslaglegging aan de Commissie over de wijze waarop de activiteiten worden uitgevoerd en over de vraag of aan de in artikel 15, lid 2, genoemde voorwaarden is voldaan.

Artikel 11

Subsidiabiliteitsregels inzake personen en entiteiten, de oorsprong van leveringen en materialen en beperking in het kader van de faciliteit

1. Deelname aan procedures voor de gunning van aanbestedingen of de toekenning van subsidies en prijzen voor krachtens de faciliteit gefinancierde acties staat open voor internationale en regionale organisaties en voor alle natuurlijke personen die onderdaan zijn van, en voor rechtspersonen die daadwerkelijk gevestigd zijn in:

a) de lidstaten, Oekraïne, partijen bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte en landen die vallen onder bijlage I bij Verordening (EU) 2021/947 en bijlage I bij Verordening (EU) 2021/1529 van het Europees Parlement en de Raad22;

b) landen ten aanzien waarvan de Commissie wederzijdse toegang tot externe steun in Oekraïne heeft vastgesteld.

2. De in lid 1, punt b), bedoelde wederzijdse toegang kan voor een beperkte periode van ten minste één jaar worden toegekend telkens wanneer een land bevestigt dat entiteiten van de Unie en entiteiten uit landen die in het kader van de faciliteit in aanmerking komen, op gelijke voorwaarden in aanmerking komen.

De Commissie beslist over de wederzijdse toegang na raadpleging van Oekraïne.

3. Alle in het kader van deze faciliteit gefinancierde en aangekochte leveringen en materialen zijn afkomstig uit de in lid 1, punten a) en b), bedoelde landen, tenzij de leveringen en materialen niet onder redelijke voorwaarden in een van die landen kunnen worden verkregen. Daarnaast zijn de regels inzake beperkingen in lid 7 van toepassing.

4. De subsidiabiliteitsregels van dit artikel zijn niet van toepassing op en leiden niet tot nationaliteitsbeperkingen voor natuurlijke personen die bij een in aanmerking komende contractant of, in voorkomend geval, subcontractant in dienst zijn of anderszins door deze wettig zijn aangeworven, behalve wanneer de nationaliteitsbeperkingen gebaseerd zijn op de in lid 7 bedoelde regels.

5. Voor acties die medegefinancierd worden door een entiteit of uitgevoerd worden in direct of indirect beheer met entiteiten als bedoeld in artikel 62, lid 1, punt c), van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 of voor acties uitgevoerd door Oekraïense entiteiten krachtens hoofdstuk III van deze verordening, zijn de subsidiabiliteitsregels van die entiteiten of Oekraïne ook van toepassing, naast de regels die zijn vastgesteld op grond van dit artikel, met inbegrip van, indien van toepassing, de beperkingen van lid 7 van dit artikel en die naar behoren zijn weergegeven in de met die entiteiten ondertekende financieringsovereenkomsten en contractuele documenten.

6. Wanneer overeenkomstig artikel 7 aanvullende bijdragen worden verstrekt via externe bestemmingsontvangsten, zijn de subsidiabiliteitsregels in de overeenkomst met de persoon die de aanvullende bijdrage levert, samen met de regels inzake beperkingen van lid 7 van dit artikel, van toepassing.

7. De in de leden 1 en 3 beschreven regels inzake subsidiabiliteit en de oorsprong van leveringen en materialen, en de lid 4 beschreven nationaliteitsregels kunnen in de volgende gevallen worden beperkt wat betreft de nationaliteit, geografische ligging of aard van de aan de aanbestedingsprocedures deelnemende rechtspersonen, en tevens wat betreft de geografische oorsprong van leveringen en materialen:

a) wanneer dergelijke beperkingen vereist zijn vanwege de specifieke aard en/of doelstellingen van de activiteit of specifieke gunningsprocedure en/of wanneer deze beperkingen noodzakelijk zijn voor de doeltreffende uitvoering van de actie;

b) wanneer de actie of specifieke gunningsprocedure gevolgen heeft voor de veiligheid of de openbare orde, met name wat betreft strategische activa en belangen van de Unie, haar lidstaten of Oekraïne, met inbegrip van de bescherming van de integriteit van digitale infrastructuur, communicatie- en informatiesystemen en gerelateerde toeleveringsketens.

8. Inschrijvers, aanvragers en gegadigden uit niet in aanmerking komende landen kunnen worden aanvaard in geval van urgentie of niet-beschikbaarheid van diensten op de markt van de betrokken landen of gebieden, of in andere naar behoren gemotiveerde gevallen waarin de toepassing van de subsidiabiliteitsregels de uitvoering van een actie onmogelijk of uiterst moeilijk zou maken.

Artikel 12

Overdrachten, jaarlijkse tranches, vastleggingskredieten, overschotten uit de begrotingsgarantie, terugbetalingen en door financieringsinstrumenten gegenereerde inkomsten

1. In afwijking van artikel 12, lid 4, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 worden ongebruikte vastleggings- en betalingskredieten in het kader van de faciliteit automatisch overgedragen en kunnen zij worden vastgelegd respectievelijk gebruikt tot en met 31 december van het volgende begrotingsjaar. Het overgedragen bedrag wordt in het volgende begrotingsjaar als eerste gebruikt.

2. De Commissie stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van overgedragen vastleggingskredieten overeenkomstig artikel 12, lid 6, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046.

3. In afwijking van artikel 15 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 over de wederopvoering van kredieten worden vastleggingskredieten die overeenkomen met het bedrag van vrijmakingen die zijn verricht wegens gehele of gedeeltelijke niet-uitvoering van een actie in het kader van de faciliteit, wederopgevoerd ten gunste van het oorspronkelijke begrotingsonderdeel.

4. In afwijking van artikel 209, lid 3, eerste, tweede en vierde alinea, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 vormen alle ontvangsten en terugbetalingen van financieringsinstrumenten die op grond van deze verordening zijn vastgesteld interne bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 5, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 voor de faciliteit of het vervolgprogramma ervan.

5. In afwijking van artikel 213, lid 4, punt a), van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 vormen alle overschotten van de voorzieningen voor de garantie voor Oekraïne interne bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 5, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 voor de faciliteit of het vervolgprogramma ervan.

6. Vastleggingen in de begroting voor acties waarvan de uitvoering zich over meer dan één begrotingsjaar uitstrekt, kunnen over verschillende jaren in jaarlijkse tranches worden opgedeeld, in overeenstemming met artikel 112, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046.

Artikel 114, lid 2, derde alinea, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 is niet van toepassing op de in de eerste alinea van dit lid bedoelde acties.

Artikel 13

Buitengewone financiering

1. In naar behoren gemotiveerde uitzonderlijke omstandigheden, met name wanneer een aanzienlijke verslechtering van de oorlog het voor Oekraïne onmogelijk maakt om te voldoen aan de voorwaarden die zijn verbonden aan de vormen van steun uit hoofde van deze verordening, kan de faciliteit buitengewone financiering verstrekken aan Oekraïne om zijn macrofinanciële stabiliteit in stand te houden en om de verwezenlijking van de in artikel 3 genoemde doelstellingen te bevorderen. Deze buitengewone financiering stopt zodra het weer mogelijk wordt om aan de voorwaarden te voldoen.

2. Voor de toepassing van lid 1 kan de Commissie, indien zij tot de bevinding komt dat het voor Oekraïne onmogelijk is om te voldoen aan de voorwaarden die zijn verbonden aan de vormen van steun uit hoofde van deze verordening, vanwege dergelijke naar behoren gemotiveerde uitzonderlijke omstandigheden, bij de Raad een voorstel indienen voor een uitvoeringsbesluit tot toekenning van buitengewone financiering aan Oekraïne in het kader van de faciliteit.

3. De buitengewone financiering is in elk geval onderworpen aan de in artikel 5 bedoelde randvoorwaarde en wordt gefinancierd uit de middelen bedoeld in artikel 6, lid 1, punt a), en artikel 6, lid 2.


HOOFDSTUK III

Pijler I: Oekraïneplan

Artikel 14

Verband tussen het Oekraïneplan en de pijlers van de faciliteit

1. Het Oekraïneplan (het “plan”) voorziet in een overkoepelend kader om de doelstellingen van artikel 3 te verwezenlijken.

2. Het Oekraïneplan vormt de basis voor de steun die wordt verleend in het kader van pijler I van de faciliteit, zoals uiteengezet in artikel 1, lid 2, punt a), en waarnaar wordt verwezen in dit hoofdstuk. Het dient ook als referentie voor de steun die moet worden verleend in het kader van de in de hoofdstukken IV en V beschreven pijlers II en III.

Artikel 15

Beginselen voor financiering in het kader van het Oekraïneplan

1. Het Oekraïneplan bevat de hervormings- en investeringsagenda van Oekraïne, geïntegreerd in een economisch en fiscaal beleidskader, om de in artikel 3 genoemde algemene en specifieke doelstellingen te bereiken. Het plan omvat maatregelen voor de uitvoering van hervormingen en overheidsinvesteringen via een alomvattend en samenhangend pakket, dat ook overheidsregelingen kan omvatten die gericht zijn op het stimuleren van particuliere investeringen.

2. De faciliteit verstrekt financiering uit hoofde van dit hoofdstuk zodra naar tevredenheid is voldaan aan de voorwaarden die, in de vorm van kwalitatieve of kwantitatieve stappen, uit het plan voortvloeien. Dergelijke voorwaarden weerspiegelen de verschillende doelstellingen van de faciliteit, zoals gedefinieerd in artikel 3, en omvatten voorwaarden met betrekking tot essentiële vereisten, zoals het behoud van economische en financiële stabiliteit, begrotingstoezicht en beheer van de overheidsfinanciën, en voorwaarden met betrekking tot de uitvoering van de in het plan uiteengezette hervormingen en investeringen.

3. De in lid 2 genoemde voorwaarden weerspiegelen de in artikel 6, lid 1, punt a) en lid 2, bedoelde bedragen en relevante bijdragen uit hoofde van lid 4 van dat artikel.

4. Maatregelen die vanaf 1 januari 2023 van start zijn gegaan, komen in aanmerking op voorwaarde dat zij voldoen aan de vereisten van deze verordening.

5. Het Oekraïneplan is in overeenstemming met de hervormingsprioriteiten die zijn vastgesteld in het kader van het toetredingstraject van Oekraïne, zoals geschetst in het advies van de Commissie en het analytisch verslag, en de associatieovereenkomst, met inbegrip van een diepe en brede vrijhandelsovereenkomst. Het plan is tevens in overeenstemming met de nationaal vastgestelde bijdrage van Oekraïne in het kader van de Overeenkomst van Parijs en, indien beschikbaar, het nationale energie- en klimaatplan.

6. In het Oekraïneplan worden de algemene beginselen van artikel 4 in acht genomen.

Artikel 16

Inhoud van het Oekraïneplan

1. Om steun uit hoofde van de faciliteit te ontvangen, dient Oekraïne bij de Commissie een Oekraïneplan in.

2. Het Oekraïneplan bevat met name de volgende elementen, die deugdelijk gemotiveerd en onderbouwd worden:

a) maatregelen die een samenhangend, alomvattend en voldoende evenwichtig antwoord vormen op de doelstellingen van artikel 3, met inbegrip van structurele hervormingen en maatregelen ter bevordering van de convergentie met de Unie, alsmede maatregelen bedoeld in artikel 15, lid 2, zodat het plan in zijn geheel de groei van de Oekraïense economie verhoogt;

b) een toelichting op de samenhang van het plan met de beginselen, plannen en programma’s zoals bedoeld in artikel 15, lid 5;

c) voor de hervormingen en investeringen, een indicatief tijdschema en de beoogde kwalitatieve en kwantitatieve stappen die uiterlijk op 31 december 2027 moeten worden uitgevoerd;

d) de regelingen voor doeltreffende monitoring, rapportage en evaluatie van het Oekraïneplan door Oekraïne, met inbegrip van de voorgestelde kwalitatieve en kwantitatieve stappen, en de bijbehorende indicatoren;

e) een toelichting op de wijze waarop het plan beantwoordt aan de herstel-, wederopbouw- en moderniseringsbehoeften die voortvloeien uit de oorlog in de regio’s en gemeenten van Oekraïne, en aldus hun economische, sociale, ecologische en territoriale ontwikkeling bevordert, en de decentralisatiehervorming in Oekraïne en de convergentie naar de normen van de Unie ondersteunt; een toelichting op de methode en processen die voor de selectie en uitvoering van projecten zijn gebruikt, en de mechanismen om subnationale overheden, met name gemeenten, bij de besluitvorming over de inzet van steun in het wederopbouwproces op lokaal niveau te betrekken; de methode die wordt gebruikt om gerelateerde uitgaven te volgen; en een toelichting op de wijze waarop het plan ervoor zorgt dat de door dergelijke subnationale overheden geselecteerde en uitgevoerde wederopbouwprojecten een voldoende substantieel deel van de steun uitmaken;

f) met betrekking tot de voorbereiding en, indien beschikbaar, de uitvoering van het Oekraïneplan, een samenvatting van het raadplegingsproces, uitgevoerd in overeenstemming met het nationale rechtskader, van belanghebbenden, waaronder lokale en regionale overheden, sociale partners en maatschappelijke organisaties, en de wijze waarop de inbreng van de belanghebbenden wordt weerspiegeld in het Oekraïneplan;

g) een toelichting op de mate waarin de maatregelen uit het plan naar verwachting zullen bijdragen aan de klimaat- en milieudoelstellingen;

h) een toelichting op het systeem van Oekraïne om onregelmatigheden, fraude, corruptie en belangenconflicten bij het gebruik van de in het kader van de faciliteit verstrekte middelen doeltreffend te voorkomen, op te sporen en te corrigeren, en op de regelingen om dubbele financiering van dezelfde uitgaven uit de faciliteit en uit andere Unieprogramma’s of donoren te voorkomen;

i) eventueel andere relevante informatie.

3. Het Oekraïneplan is resultaatgericht en bevat indicatoren voor het beoordelen van de vorderingen bij de verwezenlijking van de in artikel 3 bedoelde algemene en specifieke doelstellingen.

Artikel 17

Voorbereiding en indiening van het Oekraïneplan

1. Het Oekraïneplan wordt opgesteld door Oekraïne. Oekraïne streeft ernaar het plan uiterlijk twee maanden na de inwerkingtreding van deze verordening bij de Commissie in te dienen. Oekraïne kan een ontwerpplan bij de Commissie indienen.

2. Bij het opstellen van het plan overeenkomstig artikel 16 houdt Oekraïne in het bijzonder rekening met de situatie in de regionale, lokale en stedelijke gebieden van Oekraïne, als het gaat om hun specifieke behoeften op het gebied van herstel en wederopbouw, hervorming, modernisering en decentralisatie.

3. De voorbereiding en uitvoering van het Oekraïneplan vinden plaats in overleg met regionale, lokale, stedelijke en andere overheidsinstanties, in overeenstemming met het beginsel van meerlagig bestuur en rekening houdend met een bottom-upbenadering.

Artikel 18

Beoordeling door de Commissie van het Oekraïneplan

1. De Commissie beoordeelt onverwijld de relevantie, volledigheid en geschiktheid van het Oekraïneplan of, indien van toepassing, de wijziging van dat plan als bedoeld in artikel 20, en doet overeenkomstig artikel 19, lid 1, een voorstel voor een uitvoeringsbesluit van de Raad. Bij het uitvoeren van die beoordeling werkt de Commissie nauw samen met Oekraïne en kan zij opmerkingen maken of aanvullende informatie inwinnen.

2. Bij de beoordeling van het Oekraïneplan en bij de vaststelling van het aan Oekraïne toe te wijzen bedrag houdt de Commissie rekening met de relevante beschikbare analytische informatie over Oekraïne, de in artikel 16, lid 2, bedoelde motivering en de door Oekraïne verstrekte elementen, alsmede met alle andere relevante informatie, zoals met name de in artikel 15, lid 5, vermelde informatie.

3. Bij haar beoordeling houdt de Commissie rekening met de volgende criteria:

a) of het plan een samenhangend, alomvattend en voldoende evenwichtig antwoord vormt op de doelstellingen van artikel 3, met inbegrip van structurele hervormingen en maatregelen ter bevordering van de convergentie met de Unie, zodat het plan in zijn geheel de groei van de Oekraïense economie verhoogt;

b) of het plan beantwoordt aan de herstel-, wederopbouw- en moderniseringsbehoeften die voortvloeien uit de oorlog in de regio’s en gemeenten van Oekraïne, en aldus hun economische, sociale, ecologische en territoriale ontwikkeling bevordert, en de decentralisatiehervorming in Oekraïne en de convergentie naar de normen van de Unie ondersteunt; of de methode en processen die voor de selectie en uitvoering van projecten zijn gebruikt, en de mechanismen om subnationale overheden, met name gemeenten, bij de besluitvorming over de inzet van steun in het wederopbouwproces op lokaal niveau te betrekken, geschikt zijn; of de methode die wordt gebruikt om gerelateerde uitgaven voor de door dergelijke subnationale overheden geselecteerde en uitgevoerde wederopbouwprojecten te volgen, geschikt is en of dergelijke projecten een voldoende substantieel deel van de steun uitmaken;

c) of de door Oekraïne voorgestelde regelingen naar verwachting zullen zorgen voor een doeltreffende monitoring, rapportage en uitvoering van het Oekraïneplan, met inbegrip van het beoogde tijdschema, de kwalitatieve en kwantitatieve stappen en de bijbehorende indicatoren;

d) of de door Oekraïne voorgestelde regelingen naar verwachting doeltreffend onregelmatigheden, fraude, corruptie en belangenconflicten zullen voorkomen, opsporen en corrigeren bij het gebruik van de in het kader van de faciliteit verstrekte middelen, en naar verwachting dubbele financiering van dezelfde uitgaven uit de faciliteit en uit andere Unieprogramma’s en donoren zullen voorkomen.

4. Voor de beoordeling van het door Oekraïne ingediende Oekraïneplan kan de Commissie worden bijgestaan ​​door deskundigen.

Artikel 19

Uitvoeringsbesluit van de Raad

1. In geval van een positieve beoordeling keurt de Raad op voorstel van de Commissie bij een uitvoeringsbesluit de beoordeling goed van het door Oekraïne overeenkomstig artikel 17, lid 1, ingediende Oekraïneplan of, in voorkomend geval, van de overeenkomstig artikel 20, lid 1 of 2, ingediende wijziging ervan.

2. In het voorstel van de Commissie voor een uitvoeringsbesluit van de Raad worden voor het door de faciliteit te financieren deel de door Oekraïne uit te voeren hervormingen en investeringen uiteengezet, alsmede de voorwaarden die voortvloeien uit het plan als beschreven in artikel 15, lid 2, met inbegrip van het indicatieve tijdschema, en de bedragen bedoeld in artikel 6, lid 1, punt a) en lid 2, en relevante bijdragen uit hoofde van lid 4 van dat artikel.

3. Het in lid 2 bedoelde voorstel van de Commissie bevat tevens:

a) de indicatieve niet-terugbetaalbare financiële steun en het indicatieve bedrag van de leningsteun die in termijnen wordt betaald, gestructureerd overeenkomstig artikel 15, lid 2, zodra Oekraïne de relevante kwalitatieve en kwantitatieve stappen die in verband met de uitvoering van het Oekraïneplan zijn vastgesteld, op bevredigende wijze heeft voltooid;

b) de niet-terugbetaalbare financiële steun en het bedrag van de leningsteun die moet worden betaald in de vorm van een voorfinanciering overeenkomstig artikel 23;

c) de termijn, die uiterlijk op 31 december 2027 moet liggen, waarbinnen de laatste kwalitatieve en kwantitatieve stappen voor zowel investeringsprojecten als hervormingen moeten zijn voltooid;

d) de regelingen en het tijdschema voor de monitoring en uitvoering van het Oekraïneplan, in voorkomend geval met inbegrip van de maatregelen die nodig zijn om aan artikel 33 te voldoen;

e) de indicatoren voor de beoordeling van de vooruitgang bij de verwezenlijking van de in artikel 3 genoemde algemene en specifieke doelstellingen;

f) de regelingen voor volledige toegang van de Commissie tot de relevante onderliggende gegevens.

Artikel 20

Wijzigingen in het Oekraïneplan

1. Indien het Oekraïneplan, met inbegrip van de relevante kwalitatieve en kwantitatieve stappen, op grond van objectieve omstandigheden deels of in zijn geheel niet langer door Oekraïne te verwezenlijken is, kan Oekraïne een gewijzigd Oekraïneplan voorstellen. In dat geval kan Oekraïne bij de Commissie een met redenen omkleed verzoek indienen om een ​​voorstel te doen tot gehele of gedeeltelijke wijziging van het in artikel 19, lid 1, bedoelde uitvoeringsbesluit van de Raad.

2. De Commissie kan, in overleg met Oekraïne, een voorstel indienen tot wijziging van het in artikel 19, lid 1, bedoelde uitvoeringsbesluit van de Raad, met name om rekening te houden met een wijziging van de beschikbare bedragen, hoofdzakelijk als gevolg van aanvullende bijdragen van de lidstaten of uit andere bronnen als bedoeld in artikel 6, lid 4.

3. Indien de Commissie van mening is dat de door Oekraïne aangevoerde redenen een wijziging van het Oekraïneplan rechtvaardigen, beoordeelt de Commissie het gewijzigde Oekraïneplan overeenkomstig artikel 18 en doet zij onverwijld een voorstel tot wijziging van het in artikel 19, lid 1, bedoelde uitvoeringsbesluit van de Raad.

Artikel 21

Leningsovereenkomst, opgenomen en verstrekte leningen

1. Voor de financiering van de steun uit hoofde van de faciliteit in de vorm van leningen wordt de Commissie gemachtigd om, namens de Unie, de nodige financiële middelen op de kapitaalmarkten of bij financiële instellingen te lenen overeenkomstig artikel 220 bis van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046.

2. Na goedkeuring van het uitvoeringsbesluit van de Raad als bedoeld in artikel 19, lid 1, sluit de Commissie een leningsovereenkomst met Oekraïne voor het in artikel 6, lid 2, bedoelde bedrag. In de leningsovereenkomst worden de beschikbaarheidsperiode en de gedetailleerde voorwaarden van de steun in het kader van de faciliteit in de vorm van leningen vastgelegd, onder meer met betrekking tot de internecontrolesystemen als bedoeld in artikel 9, lid 4, punten a) en c). De leningen hebben een maximale looptijd van 35 jaar. Naast de in artikel 220, lid 5, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 vastgestelde elementen bevat de leningsovereenkomst het bedrag van de voorfinanciering en de regels voor de verrekening van de voorfinanciering.

3. In afwijking van artikel 31, lid 3, tweede zin, van Verordening (EU) 2021/947 wordt de financiële bijstand die uit hoofde van de faciliteit in de vorm van leningen aan Oekraïne wordt verstrekt, niet ondersteund door de garantie voor extern optreden.

4. Voor de leningen op grond van deze verordening worden geen voorzieningen gevormd en, in afwijking van artikel 211, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046, wordt geen voorzieningspercentage vastgesteld als een percentage van het in artikel 6, lid 2, van deze verordening genoemde bedrag.

Artikel 22

Subsidie voor financieringskosten

1. In afwijking van artikel 220, lid 5, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 kan de Unie financieringskosten, kosten van liquiditeitsbeheer en algemene beheerskosten in verband met opgenomen en verstrekte leningen (“subsidie voor financieringskosten”) dragen, met uitzondering van kosten in verband met een vervroegde aflossing van de lening. Voor de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2027 valt de subsidie ​​voor financieringskosten onder hoofdstuk V.

2. Oekraïne kan elk jaar de in lid 1 bedoelde subsidie ​​voor financieringskosten aanvragen. De Commissie kan de subsidie ​​voor financieringskosten toekennen voor een bedrag dat de grenzen van de in de jaarlijkse begroting beschikbare kredieten niet overschrijdt.

Artikel 23

Voorfinanciering

1. Oekraïne kan samen met de indiening van het Oekraïneplan verzoeken om een ​​voorfinanciering van een bedrag van maximaal 7 % van de niet-terugbetaalbare financiële steun en lening die krachtens hoofdstuk III moeten worden verstrekt.

2. Wat de niet-terugbetaalbare financiële steun betreft, kan de Commissie de voorfinanciering betalen na de goedkeuring van het in artikel 19 bedoelde plan en de inwerkingtreding van de in artikel 10 bedoelde financieringsovereenkomst, onder voorbehoud van de beschikbare financiering en van de naleving van de in artikel 5 bedoelde voorwaarde.

3. Wat de leningsteun betreft, kan de Commissie de voorfinanciering betalen na de goedkeuring van het in artikel 19 bedoelde plan en de inwerkingtreding van de in artikel 21 bedoelde leningsovereenkomst. De betalingen worden verricht onder voorbehoud van de beschikbare financiering op de kapitaalmarkten als bedoeld in artikel 21, lid 1, en van de naleving van de in artikel 5 gestelde voorwaarde.

4. De Commissie stelt het tijdschema vast voor de uitbetaling van de voorfinanciering, die in een of meer tranches kan worden uitbetaald.

Artikel 24

Buitengewone overbruggingsfinanciering

1. Indien de in artikel 9 bedoelde kaderovereenkomst niet is ondertekend of het in hoofdstuk III bedoelde Oekraïneplan niet uiterlijk op 31 december 2023 is goedgekeurd, kan de Commissie, onverminderd artikel 23, besluiten Oekraïne beperkte, buitengewone steun te verlenen voor een periode van maximaal drie maanden na de inwerkingtreding van deze verordening, of 1 januari 2024, afhankelijk van welke datum later valt, op voorwaarde dat er voldoende vooruitgang is geboekt bij de voorbereiding van het Oekraïneplan om de macrofinanciële stabiliteit van het land te ondersteunen, onder voorbehoud van in een memorandum van overeenstemming tussen de Commissie en Oekraïne overeen te komen voorwaarden, van de eerbiediging van de in artikel 5 vermelde randvoorwaarde, van de naleving van artikel 6 en van de beschikbare financiering.

2. Het bedrag van deze steun bedraagt ​​niet meer dan 1 500 000 000 EUR op maandbasis. De Commissie sluit een financierings- of leningsovereenkomst met Oekraïne, die naargelang van het geval voldoet aan respectievelijk artikel 10 en artikel 21.

Artikel 25

Regels voor betalingen, inhouding en vermindering van niet-terugbetaalbare financiële steun en leningen

1. Betalingen van de niet-terugbetaalbare financiële steun en van de lening aan Oekraïne uit hoofde van dit artikel worden gedaan in overeenstemming met de begrotingskredieten en onder voorbehoud van de beschikbare middelen. De betalingen worden verricht in tranches. Een tranche kan in een of meer deeltranches worden uitbetaald.

2. Elk kwartaal dient Oekraïne een naar behoren gemotiveerd verzoek om betaling van de niet-terugbetaalbare financiële steun en van de lening in, en betaalt de Commissie de betrokken niet-terugbetaalbare financiële steun en lening, op basis van de in lid 3 beschreven beoordeling.

3. De Commissie beoordeelt onverwijld of Oekraïne op bevredigende wijze heeft voldaan aan de kwalitatieve en kwantitatieve stappen die zijn uiteengezet in het in artikel 19, lid 1, bedoelde uitvoeringsbesluit van de Raad. De bevredigende uitvoering van kwalitatieve en kwantitatieve stappen veronderstelt dat maatregelen met betrekking tot de stappen waarvoor Oekraïne bevredigende uitvoering had bereikt, niet door Oekraïne zijn teruggedraaid. De Commissie kan zich laten bijstaan ​​door deskundigen.

4. Wanneer de Commissie een positieve beoordeling afgeeft over het feit dat de kwalitatieve en kwantitatieve stappen op bevredigende wijze zijn uitgevoerd, stelt zij onverwijld een besluit vast waarmee de uitbetaling van het deel van de niet-terugbetaalbare financiële steun en van de lening dat overeenkomt met die stappen wordt goedgekeurd.

5. Wanneer de Commissie een negatieve beoordeling afgeeft van de uitvoering van kwalitatieve en kwantitatieve stappen volgens het indicatieve tijdschema, wordt de betaling van de niet-terugbetaalbare financiële steun en van de lening die overeenkomt met dergelijke stappen ingehouden. De ingehouden betaling wordt pas verricht op het moment dat Oekraïne, als onderdeel van een volgend betalingsverzoek, naar behoren heeft gemotiveerd dat het de nodige maatregelen heeft genomen om op bevredigende wijze aan de kwalitatieve en kwantitatieve stappen te voldoen.

6. Indien de Commissie tot de conclusie komt dat Oekraïne de nodige maatregelen niet heeft genomen binnen een termijn van twaalf maanden na de in lid 5 bedoelde eerste negatieve beoordeling, verlaagt zij het bedrag van de niet-terugbetaalbare financiële steun en van de lening evenredig met het deel dat overeenkomt met de relevante kwalitatieve en kwantitatieve stappen. Oekraïne kan binnen twee maanden na de mededeling van de conclusies van de Commissie zijn opmerkingen indienen.

7. De Commissie kan het bedrag van de niet-terugbetaalbare financiële steun, onder meer door verrekening overeenkomstig artikel 102 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046, of van de in lid 4 bedoelde lening die aan Oekraïne moet worden uitbetaald, verlagen in geïdentificeerde gevallen van of bij ernstige zorgen met betrekking tot onregelmatigheden, fraude, corruptie en belangenconflicten die de financiële belangen van de Unie schaden en die niet door Oekraïne zijn gecorrigeerd, of bij een ernstige inbreuk op een verplichting die voortvloeit uit dergelijke overeenkomsten, onder meer op basis van de in artikel 34 bedoelde verslagen van het auditcomité of van door OLAF verstrekte informatie.

8. In afwijking van artikel 116, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 begint de betalingstermijn als bedoeld in artikel 116, lid 1, punt a), van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 overeenkomstig lid 4 van dit artikel vanaf de datum van de mededeling van het besluit tot goedkeuring van de uitbetaling aan Oekraïne.

9. Artikel 116, lid 5, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 is niet van toepassing op betalingen uit hoofde van dit artikel en artikel 23 van deze verordening.

Artikel 26

Transparantie met betrekking tot personen en entiteiten die financiering ontvangen voor de uitvoering van het plan

1. Oekraïne publiceert gegevens over personen en entiteiten die financieringsbedragen ontvangen van meer dan 500 000 EUR voor de uitvoering van hervormingen en investeringen gespecificeerd in het in dit hoofdstuk bedoelde Oekraïneplan. Oekraïne werkt deze gegevens tweemaal per jaar bij, in juni en december.

2. Met betrekking tot de in lid 1 bedoelde personen en entiteiten wordt de volgende informatie bekendgemaakt met inachtneming van de vereisten inzake geheimhouding en beveiliging, met name inzake de bescherming van persoonsgegevens:

a) in het geval van een rechtspersoon, de volledige officiële naam en het btw- of fiscaal identificatienummer van de ontvanger, indien beschikbaar, of een ander uniek identificatiemiddel op nationaal niveau;

b) in het geval van een natuurlijke persoon, de voor- en achterna(a)m(en) van de ontvanger;

c) het door de ontvanger ontvangen bedrag, evenals hervormingen en investeringen in het kader van het Oekraïneplan die mede met dit bedrag worden uitgevoerd.

3. De in lid 2 bedoelde informatie wordt niet gepubliceerd wanneer bekendmaking afbreuk dreigt te doen aan de rechten en vrijheden van de betrokken personen of entiteiten of de commerciële belangen van ontvangers dreigt te schaden.

4. Oekraïne verstrekt de Commissie ten minste eenmaal per jaar langs elektronische weg de gegevens over de in lid 1 bedoelde personen en entiteiten, met uitzondering van de in lid 3 bedoelde gegevens, in het in artikel 9, lid 4, punt i), van de kaderovereenkomst vastgestelde formaat.


HOOFDSTUK IV

Pijler II: Investeringskader voor Oekraïne

Artikel 27

Werkingssfeer en structuur

1. Krachtens het investeringskader voor Oekraïne verleent de Commissie steun van de Unie aan Oekraïne in de vorm van een begrotingsgarantie, financieringsinstrumenten of blendingverrichtingen.

2. De Commissie wordt bij de uitvoering van het investeringskader voor Oekraïne bijgestaan door een operationele raad. De Commissie stelt het reglement van orde voor de operationele raad voor.

3. De operationele raad van het investeringskader voor Oekraïne bestaat uit vertegenwoordigers van de Commissie, van elke lidstaat, en vertegenwoordigers van Oekraïne. Tegenpartijen die de door het investeringskader van Oekraïne ondersteunde garantie voor Oekraïne en financieringsinstrumenten uitvoeren, kunnen de status van waarnemer krijgen. De Commissie is voorzitter van de operationele raad.

4. De operationele raad adviseert de Commissie over de manieren waarop de steun kan worden verleend, over het ontwerp van de te gebruiken financiële producten en over niet in aanmerking komende sectoren. De raad stelt adviezen op over het gebruik van de steun van de Unie via de garantie voor Oekraïne, financieringsinstrumenten en blendingverrichtingen.

5. De Commissie zorgt ervoor dat de steun van de Unie in het kader van het investeringskader voor Oekraïne consistent is met het Oekraïneplan en bijdraagt ​​tot de uitvoering ervan, en een aanvulling vormt op de steun van de Unie aan Oekraïne die is overeengekomen in het kader van andere programma’s en instrumenten van de Unie.

6. Voor de toepassing van artikel 209, lid 2, punten d) en h), van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 wordt aan het vereiste inzake ex-ante-evaluaties van financieringsinstrumenten en begrotingsgaranties voldaan middels de positieve beoordelingen van het Oekraïneplan door de Commissie, bedoeld in artikel 19, lid 2, van deze verordening.

7. De steun in het kader van het investeringskader voor Oekraïne dient met name voor de uitvoering van het in hoofdstuk III bedoelde Oekraïneplan en vormt een aanvulling op de in deze verordening vastgestelde financieringsbronnen.

8. De Commissie brengt overeenkomstig artikel 41, leden 4 en 5, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 verslag uit over de uitvoering van de steun in het kader van het investeringskader voor Oekraïne. Daartoe verstrekt elke tegenpartij van de garantie voor Oekraïne en elke met de uitvoering belaste entiteit die financieringsinstrumenten uitvoert jaarlijks de informatie die de Commissie nodig heeft om aan haar rapportageverplichtingen te voldoen.

Artikel 28

Aanvullende bijdragen aan de garantie voor Oekraïne en aan de financieringsinstrumenten

1. De lidstaten, derde landen en derden kunnen bijdragen aan de garantie voor Oekraïne en aan de financieringsinstrumenten die in het kader van het investeringskader voor Oekraïne zijn opgezet. De bijdragen aan de garantie voor Oekraïne worden overeenkomstig artikel 218, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 betaald.

2. Met de bijdragen aan de garantie voor Oekraïne wordt het bedrag van de garantie voor Oekraïne verhoogd zonder dat dit leidt tot aanvullende voorwaardelijke verplichtingen voor de Unie.

3. Voor alle in lid 1 bedoelde bijdragen wordt een bijdrageovereenkomst gesloten tussen de Commissie, namens de Unie, en de contribuant. In deze overeenkomst zijn met name de betalingsvoorwaarden opgenomen.

Artikel 29

Uitvoering van de garantie voor Oekraïne en de financieringsinstrumenten

1. De krachtens het investeringskader voor Oekraïne ondersteunde garantie voor Oekraïne en financieringsinstrumenten worden overeenkomstig artikel 62, lid 1, eerste alinea, punt c), van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 uitgevoerd in indirect beheer.

2. De voor de garantie voor Oekraïne in aanmerking komende tegenpartijen en de voor de financieringsinstrumenten in aanmerking komende, met de uitvoering belaste entiteiten zijn bepaald in artikel 208, lid 4, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046, en omvatten tevens derde landen die bijdragen aan de garantie voor Oekraïne, overeenkomstig artikel 28 van deze verordening. Daarnaast kunnen, in afwijking van artikel 62, lid 1, punt c), van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046, privaatrechtelijke organen van een lidstaat, of een derde land dat heeft bijgedragen aan de garantie voor Oekraïne, in overeenstemming met artikel 28 van deze verordening, en die voldoende zekerheid bieden over hun financiële en operationele capaciteit, in aanmerking komen voor de garantie voor Oekraïne.

3. De Commissie zorgt met een inclusieve benadering voor een doeltreffend, efficiënt en billijk gebruik van de beschikbare middelen tussen de in aanmerking komende tegenpartijen en, indien van toepassing, in aanmerking komende, met de uitvoering belaste entiteiten, terwijl zij hun onderlinge samenwerking bevordert en terdege rekening houdt met hun capaciteiten, toegevoegde waarde, ervaringen en risicodragende capaciteit.

4. De Commissie ziet erop toe dat alle in aanmerking komende tegenpartijen en in aanmerking komende, met de uitvoering belaste entiteiten eerlijk worden behandeld en dat belangenconflicten worden vermeden gedurende de gehele uitvoeringstermijn van het investeringskader voor Oekraïne. Om de complementariteit te waarborgen, kan de Commissie bij voor de garantie voor Oekraïne in aanmerking komende tegenpartijen of bij voor financieringsinstrumenten in aanmerking komende, met de uitvoering belaste entiteiten alle relevante informatie over hun niet door de EU ondersteunde verrichtingen opvragen.

Artikel 30

Garantie voor Oekraïne

1. De garantie voor Oekraïne van 8 914 000 000 EUR in lopende prijzen wordt ingesteld om verrichtingen ter ondersteuning van de doelstellingen van de faciliteit te garanderen. De garantie voor Oekraïne is onafhankelijk en autonoom van de bij Verordening (EU) 2021/947 ingestelde garantie voor extern optreden en wordt verleend als een onherroepelijke, onvoorwaardelijke en afroepbare garantie in overeenstemming met artikel 219, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046.

2. De garantie voor Oekraïne wordt gebruikt om de risico’s van de volgende soorten verrichtingen te dekken:

a) leningen, met inbegrip van leningen in lokale valuta;

b) garanties;

c) tegengaranties;

d) kapitaalmarktinstrumenten;

e) andere vormen van financierings- of kredietverbeteringsinstrumenten, verzekeringen, en investeringen in eigen vermogen of quasi-eigenvermogen.

3. Namens de Unie sluit de Commissie tot en met 31 december 2027 met in aanmerking komende tegenpartijen overeenkomsten met betrekking tot de garantie voor Oekraïne. De garantie voor Oekraïne kan geleidelijk worden verleend.

De Commissie verstrekt in de in artikel 27, lid 8, bedoelde verslagen informatie over de ondertekening van elke overeenkomst met betrekking tot de garantie voor Oekraïne. Op hun verzoek worden die overeenkomsten aan het Europees Parlement en de Raad beschikbaar gesteld, waarbij wordt gelet op de bescherming van vertrouwelijke en commercieel gevoelige informatie.

4. De overeenkomsten met betrekking tot de garantie voor Oekraïne bevatten met name:

a) nadere bepalingen inzake de dekking, de geraamde jaarlijkse investeringen, de vereisten, de subsidiabiliteit en de procedures;

b) nadere bepalingen inzake de voorziening van de garantie voor Oekraïne, waaronder de dekkingsregelingen en de vastgestelde dekking van portefeuilles en van projecten van specifieke soorten instrumenten, alsmede een risicoanalyse van de projecten en de projectportefeuilles, ook op sectoraal, regionaal en nationaal niveau;

c) een vermelding van de doelstellingen van de faciliteit, een beoordeling van de behoeften en een indicatie van de verwachte resultaten;

d) de vergoeding voor de garantie voor Oekraïne, die wordt vastgesteld tegen gunstige voorwaarden die de specifieke situatie van het door oorlog geteisterde Oekraïne weerspiegelen, rekening houdend met de respectieve risicoprofielen van de investeringsprogramma’s om een ​​gelijk speelveld te waarborgen;

e) voorschriften betreffende het gebruik van de garantie voor Oekraïne, waaronder de betalingsvoorwaarden, zoals specifieke termijnen, de op verschuldigde bedragen te betalen rente, uitgaven en invorderingskosten en de eventuele vereiste liquiditeitsregelingen;

f) procedures in verband met vorderingen, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, de triggergebeurtenissen en wachttermijnen, en procedures met betrekking tot de invordering van schuldvorderingen;

g) verplichtingen inzake monitoring, rapportage, transparantie en evaluatie;

h) duidelijke en toegankelijke klachtenprocedures voor derden die nadelige gevolgen zouden kunnen ondervinden van de uitvoering van met de garantie voor Oekraïne ondersteunde projecten.

5. De Commissie kan tot 30 % van het in lid 1 van dit artikel bedoelde bedrag gebruiken om de bedragen te verhogen van de garantie die wordt verleend via van op grond van artikel 38 van Verordening (EU) 2021/947 gesloten overeenkomsten met betrekking tot de garantie voor extern optreden, onder voorbehoud van het volgende:

a) voor de toepassing van dit lid wordt de garantie voor Oekraïne uitgevoerd door middel van een wijziging van of een addendum bij overeenkomsten die op grond van artikel 38 van Verordening (EU) 2021/947 zijn gesloten met de overeenkomstig artikel 35 van Verordening (EU) 2021/947 geselecteerde in aanmerking komende tegenpartijen, ter verhoging van het garantiebedrag in het kader van die overeenkomsten, te ondertekenen binnen vier maanden na de inwerkingtreding van deze verordening;

b) de in aanmerking komende tegenpartijen gebruiken de garantie voor Oekraïne op grond van dit lid uitsluitend ter ondersteuning van de uitvoering van de verrichtingen in Oekraïne en alleen garantieopvragingen van verrichtingen in Oekraïne komen in aanmerking voor dekking door de garantie voor Oekraïne op grond van dit lid;

c) in afwijking van artikel 36, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EU) 2021/947 vormen de door de garantie voor Oekraïne gedekte verrichtingen uit hoofde van dit lid een afzonderlijke portefeuille van de garantie voor Oekraïne en worden deze niet in aanmerking genomen voor het berekenen van de dekking van 65 % bedoeld in artikel 36, lid 1, van Verordening (EU) 2021/947;

d) de risicodeling in de afzonderlijke portefeuille van de garantie voor Oekraïne zorgt voor afstemming van de belangen tussen de Commissie en de in aanmerking komende tegenpartij overeenkomstig artikel 209, lid 2, punt e), van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046, en de tegenpartij draagt ​​met haar eigen middelen bij aan deze portefeuille overeenkomstig artikel 219, lid 4, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046;

e) de tegenpartijen stellen overeenkomstig dit lid een afzonderlijke boekhouding en rapportage op voor de uitvoering van de garantie voor Oekraïne;

f) Artikel 31 is van toepassing op de voorziening van de garantie voor Oekraïne krachtens dit lid. De voorziening wordt uitsluitend gebruikt voor de dekking van verliezen in het kader van de garantie voor Oekraïne. De op grond van artikel 31, lid 5, van Verordening (EU) 2021/947 aangelegde voorziening wordt niet gebruikt voor de dekking van de verrichtingen in het kader van de garantie voor Oekraïne.

6. De financierings- en investeringsverplichtingen worden door de in aanmerking komende tegenpartij goedgekeurd overeenkomstig haar eigen regels en procedures en met inachtneming van de overeenkomst met betrekking tot de garantie voor Oekraïne.

7. De maximale termijn die in aanmerking komende tegenpartijen wordt toegestaan ​​om contracten met financiële intermediairs of eindontvangers te ondertekenen, is drie jaar na de sluiting van de desbetreffende overeenkomst met betrekking tot de garantie voor Oekraïne, met mogelijke verlenging wanneer een aanvullend garantiebedrag wordt verleend en de garantieovereenkomst wordt gewijzigd.

8. De garantie voor Oekraïne kan betrekking hebben op:

a) schuldinstrumenten: de hoofdsom en alle rente en de bedragen die aan de geselecteerde in aanmerking komende tegenpartij zijn verschuldigd, maar niet overeenkomstig de voorwaarden van de financieringsverrichtingen door haar zijn ontvangen nadat zich een wanbetaling heeft voorgedaan;

b) aandeleninstrumenten: de geïnvesteerde bedragen en de eraan verbonden financieringskosten;

c) andere in lid 2 bedoelde financierings- en investeringsverrichtingen: de gebruikte bedragen en de eraan verbonden financieringskosten;

d) alle relevante uitgaven en invorderingskosten die verband houden met een wanbetaling, tenzij die in mindering worden gebracht op de opbrengst van de invordering.

9. Met het oog op de financiële verslaggeving door de Commissie en haar verslaglegging over de door de garantie voor Oekraïne gedekte risico’s, en overeenkomstig artikel 209, lid 4, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046, verstrekken de in aanmerking komende tegenpartijen waarmee een overeenkomst met betrekking tot de garantie voor Oekraïne is gesloten, aan de Commissie en de Rekenkamer jaarlijks de financiële verslagen betreffende de onder deze verordening vallende financierings- en investeringsverrichtingen, gecontroleerd door een onafhankelijke externe auditor, die onder meer informatie bevatten over:

a) de risicobeoordeling van de financierings- en investeringsverrichtingen van de in aanmerking komende tegenpartijen, inclusief informatie over de verplichtingen van de Unie gemeten volgens de in artikel 80 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 bedoelde boekhoudregels en de internationale standaarden voor overheidsboekhouding;

b) de uitstaande financiële verplichting van de Unie als gevolg van de garantie voor Oekraïne die is verleend aan de in aanmerking komende tegenpartijen en hun financierings- en investeringsverrichtingen, uitgesplitst per individuele verrichting.

10. De voorwaarde van artikel 219, lid 4, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 betreffende bijdragen met eigen middelen is van toepassing op elke in aanmerking komende tegenpartij die op grond van het investeringskader voor Oekraïne op portefeuillebasis een begrotingsgarantie heeft gekregen.

10. Het in artikel 33, leden 7 en 8, van Verordening (EU) 2021/947 bedoelde kader voor risicobeheer van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling+ is op de garantie voor Oekraïne van toepassing. Het algemene risicoprofiel van door de garantie voor Oekraïne gedekte verrichtingen kan verschillen van het algemene risicoprofiel van de garantie voor extern optreden. De Commissie zorgt ervoor dat het risico van de gegarandeerde verrichtingen niet groter is dan de capaciteit van de begroting van de Unie om die risico’s te dragen, zoals bepaald door de beschikbare begrotingsmiddelen en het voorzieningspercentage als bedoeld in artikel 31, lid 1, van deze verordening.

Artikel 31

Voorzieningen

1. Het voorzieningspercentage voor de garantie voor Oekraïne bedraagt aanvankelijk 70 %.

In afwijking van artikel 211, lid 2, tweede zin van de tweede alinea van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046, wordt de voorziening opgebouwd tot 31 december 2027 en is deze gelijk aan het bedrag van de voorziening dat overeenkomt met de verleende garantie voor Oekraïne, en kan deze geleidelijk worden opgebouwd om de voortgang weer te geven bij de selectie en uitvoering van de financierings- en investeringsverrichtingen ter ondersteuning van de doelstellingen van de faciliteit.

2. Het voorzieningspercentage wordt ten minste elk jaar na de inwerkingtreding van deze verordening herzien.

3. De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 38 een gedelegeerde handeling vast te stellen om het voorzieningspercentage te wijzigen met inachtneming van de criteria van artikel 211, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046, en, waar relevant, om het in artikel 30, lid 1, van deze verordening bedoelde maximumbedrag van de garantie met maximaal 30 % te verhogen of te verlagen. De Commissie kan het maximumbedrag van de garantie alleen verhogen als het voorzieningspercentage wordt verlaagd. Onverminderd artikel 30, lid 3, kan de Commissie bepalen dat het verhoogde bedrag van de garantie geleidelijk over een periode van drie jaar beschikbaar wordt gesteld voor ondertekening van garantieovereenkomsten.

4. In afwijking van artikel 213 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 is het effectieve voorzieningspercentage niet van toepassing op de voorzieningen die in het gemeenschappelijk voorzieningsfonds zijn gereserveerd met betrekking tot de garantie voor Oekraïne.


HOOFDSTUK V

Pijler III: Hulp en ondersteunende maatregelen bij toetreding tot de Unie

Artikel 32

Hulp en ondersteunende maatregelen bij toetreding tot de EU

1. De bijstand uit hoofde van dit hoofdstuk helpt Oekraïne bij het verwezenlijken van de doelstellingen van artikel 3. De bijstand uit hoofde van dit hoofdstuk is met name gericht op ondersteuning van de geleidelijke aanpassing van Oekraïne aan het acquis van de Unie met het oog op een toekomstig lidmaatschap van de Unie, en draagt ​​zo bij tot wederzijdse stabiliteit, veiligheid, vrede en welvaart. Deze steun omvat de versterking van de rechtsstaat, de democratie, de eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, de versterking van de doeltreffendheid van het openbaar bestuur en de ondersteuning van transparantie, structurele hervormingen, sectoraal beleid en goed bestuur op alle niveaus. Dergelijke steun moet ook bijdragen tot de uitvoering van het plan.

2. In het kader van dit hoofdstuk wordt ook bijstand verleend om ervoor te zorgen dat de capaciteiten van belanghebbenden, waaronder de sociale partners, maatschappelijke organisaties en lokale overheden, worden versterkt.

3. De bijstand uit hoofde van dit hoofdstuk moet ook vertrouwenwekkende maatregelen en processen ter bevordering van gerechtigheid, waarheidsvinding, herstel en het verzamelen van bewijsmateriaal van tijdens de oorlog gepleegde misdaden ondersteunen. In het kader van dit hoofdstuk kan financiering worden verstrekt voor initiatieven en organen die betrokken zijn bij de ondersteuning en handhaving van internationale gerechtigheid in Oekraïne.

4. De bijstand uit hoofde van dit hoofdstuk ondersteunt de oprichting en versterking van de Oekraïense autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het waarborgen van een passend gebruik van middelen en voor de doeltreffende bestrijding van wanbeheer van overheidsfinanciering, met name fraude, corruptie, belangenconflicten en onregelmatigheden met betrekking tot bedragen die zijn uitgegeven om de doelstellingen van de faciliteit te verwezenlijken.

5. De in artikel 34 bedoelde werking van het auditcomité wordt gefinancierd uit hoofde van dit hoofdstuk.

6. De in artikel 22 bedoelde subsidie ​​voor financieringskosten wordt gefinancierd uit hoofde van dit hoofdstuk.


HOOFDSTUK VI

Bescherming van de financiële belangen van de Unie

Artikel 33

Bescherming van de financiële belangen van de Unie

1. Bij de uitvoering van de faciliteit nemen de Commissie en Oekraïne alle passende maatregelen om de financiële belangen van de Unie te beschermen, rekening houdend met het evenredigheidsbeginsel en de specifieke voorwaarden waaronder de faciliteit zal functioneren, en met de in artikel 5, lid 1, vastgestelde randvoorwaarde en de in de raamovereenkomst en specifieke financierings- of leningsovereenkomsten uiteengezette voorwaarden, in het bijzonder met betrekking tot het voorkomen, opsporen en corrigeren van fraude, corruptie, belangenconflicten en onregelmatigheden. Oekraïne verbindt zich ertoe vorderingen te maken met doeltreffende en efficiënte beheers- en controlesystemen en ervoor te zorgen dat ten onrechte betaalde of ten onrechte bestede bedragen kunnen worden teruggevorderd.

2. De in de artikelen 9, 10 en 21 genoemde overeenkomsten voorzien in de verplichting van Oekraïne:

a) om regelmatig te controleren of de verstrekte financiering naar behoren is gebruikt overeenkomstig alle toepasselijke voorschriften, met name wat betreft het voorkomen, opsporen en corrigeren van fraude, corruptie, belangenconflicten en onregelmatigheden;

b) om passende maatregelen te nemen om fraude, corruptie, belangenconflicten en onregelmatigheden die de financiële belangen van de Unie schaden te voorkomen, op te sporen en te corrigeren, om dubbele financiering te voorkomen en juridische stappen te ondernemen om middelen waaraan geen wettige bestemming is gegeven terug te vorderen, onder meer in verband met maatregelen voor de uitvoering van hervormingen en investeringsprojecten in het kader van het Oekraïneplan;

c) om een betalingsverzoek als bedoeld in hoofdstuk III vergezeld te laten gaan van een verklaring dat de middelen zijn gebruikt in overeenstemming met het beginsel van goed financieel beheer en voor het beoogde doel en op passende wijze zijn beheerd, met name in overeenstemming met Oekraïense voorschriften aangevuld met internationale normen, inzake het voorkomen, opsporen en corrigeren van onregelmatigheden, fraude, corruptie en belangenconflicten;

d) voor de toepassing van lid 1 van dit artikel, met name voor controles op het gebruik van middelen met betrekking tot de uitvoering van hervormingen en investeringen van het Oekraïneplan, om te zorgen voor de verzameling van en toegang tot voldoende gegevens over personen en entiteiten die uit hoofde van hoofdstuk III van de faciliteit financiering ontvangen voor de uitvoering van maatregelen van het Oekraïneplan;

e) om de Commissie, OLAF, de Rekenkamer en in voorkomend geval het EOM expliciet toe te staan hun in artikel 129, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 vastgelegde rechten uit te oefenen, overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel.

3. De Commissie streeft ernaar Oekraïne een geïntegreerd en interoperabel informatie- en monitoringsysteem ter beschikking te stellen, met inbegrip van één instrument voor datamining en risicoscores voor toegang tot en analyse van de relevante gegevens, met inbegrip van de in lid 2, punt d), vermelde gegevens. Indien een dergelijk systeem beschikbaar is, gebruikt Oekraïne de relevante gegevens en voert deze in het systeem in, onder meer met de in hoofdstuk V bedoelde ondersteuning.

4. In de in de artikelen 9, 10 en 21 bedoelde overeenkomsten wordt tevens bepaald dat de Commissie het recht heeft om de steun uit hoofde van de faciliteit evenredig te verminderen en elk bedrag dat is besteed aan de verwezenlijking van de doelstellingen van de faciliteit terug te vorderen of om een vervroegde terugbetaling van de lening te vragen in geval van onregelmatigheden, fraude, corruptie en belangenconflicten die de financiële belangen van de Unie schaden en die niet door Oekraïne zijn gecorrigeerd, of in geval van een ernstige schending van een verplichting die voortvloeit uit dergelijke overeenkomsten. Bij het nemen van een besluit over het bedrag van de terugvordering en de vermindering of het vervroegd terug te betalen bedrag neemt de Commissie het evenredigheidsbeginsel in acht en houdt zij rekening met de ernst van de onregelmatigheid, fraude, corruptie of belangenconflicten die de financiële belangen van de Unie schaden, of van een schending van een verplichting. Oekraïne krijgt de gelegenheid opmerkingen te maken voordat tot de vermindering wordt besloten of voordat om vroegtijdige terugbetaling wordt verzocht.

5. Personen en entiteiten die middelen uit hoofde van de faciliteit uitvoeren, melden alle vermoedelijke of feitelijke gevallen van fraude, corruptie, belangenconflicten en onregelmatigheden die de financiële belangen van de Unie schaden, onverwijld aan het in artikel 34 bedoelde auditcomité, de Commissie en OLAF.

Artikel 34

Auditcomité

1. De Commissie stelt een auditcomité in voordat Oekraïne het eerste betalingsverzoek indient.

2. Het auditcomité bestaat uit onafhankelijke leden die door de Commissie worden benoemd. Vertegenwoordigers van de lidstaten en andere donoren kunnen door de Commissie worden uitgenodigd om deel te nemen aan de activiteiten van het auditcomité.

3. Het auditcomité oefent haar taken volledig objectief uit en handelt in overeenstemming met de best toepasselijke internationale praktijken en normen. Het comité handelt onverminderd de bevoegdheden van de Commissie, OLAF, de Rekenkamer en, in voorkomend geval, het EOM.

4. Het auditcomité zorgt voor een regelmatige dialoog en samenwerking met de Europese Rekenkamer.

5. Bij de uitoefening van hun taken vragen noch aanvaarden het auditcomité, zijn leden of personeelsleden instructies van de Oekraïense regering of van welk(e) instelling, orgaan, instantie of agentschap dan ook. Er gelden sterke onafhankelijkheidswaarborgen voor de selectie van zijn personeel, beheer en begroting.

6. Het auditcomité staat de Commissie bij in de strijd tegen wanbeheer van Uniefinanciering in het kader van de faciliteit, en met name tegen fraude, corruptie, belangenconflicten en onregelmatigheden met betrekking tot bedragen die zijn uitgegeven om de doelstellingen van de faciliteit te verwezenlijken.

7. Daartoe brengt het auditcomité regelmatig verslag uit aan de Commissie en verstrekt zij de Commissie onverwijld alle informatie die zij verkrijgt of waarvan zij op de hoogte is gebracht, aangaande vastgestelde gevallen van of ernstige zorgen over wanbeheer van overheidsfinanciering in verband met elk bedrag dat wordt uitgegeven om de doelstellingen van de faciliteit te verwezenlijken.

Bovendien doet het auditcomité aanbevelingen aan Oekraïne over alle gevallen waarin de bevoegde Oekraïense autoriteiten naar zijn mening niet de nodige maatregelen hebben genomen ter voorkoming, opsporing en correctie van fraude, corruptie, belangenconflicten en onregelmatigheden die het goed financieel beheer van de uit hoofde van de faciliteit gefinancierde uitgaven hebben geschaad of ernstig in het gedrang dreigen te brengen, en in alle gevallen waarin tekortkomingen worden vastgesteld die het ontwerp en de werking van het door de Oekraïense autoriteiten ingevoerde controlesysteem schaden. Oekraïne voert dergelijke aanbevelingen uit of geeft een motivering waarom het dit niet heeft gedaan.

De verslagen en informatie van het auditcomité worden eveneens aan OLAF toegezonden en kunnen worden gedeeld met de betrokken Oekraïense autoriteiten, met name wanneer zij maatregelen moeten nemen om fraude, corruptie, belangenconflicten en onregelmatigheden te voorkomen, op te sporen en te corrigeren.

8. Het auditcomité heeft toegang tot alle informatie, databanken en registers die nodig zijn voor de uitvoering van zijn taken. In de in artikel 9 bedoelde kaderovereenkomst worden voorschriften en nadere gegevens vastgesteld voor de toegang tot relevante informatie door het auditcomité en de verstrekking van relevante informatie door Oekraïne aan het auditcomité.

9. Het auditcomité kan de Commissie helpen Oekraïne te ondersteunen met activiteiten voor capaciteitsopbouw op het gebied van de bestrijding van wanbeheer van overheidsfinanciering.

10. De werking van het auditcomité wordt gefinancierd uit hoofde van hoofdstuk V.


HOOFDSTUK VII

Werkprogramma’s, monitoring, rapportage en evaluatie

Artikel 35

Werkprogramma’s

1. De bijstand in het kader van de faciliteit wordt uitgevoerd door middel van werkprogramma’s als bedoeld in artikel 110 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046. Uitvoeringshandelingen tot vaststelling van werkprogramma’s worden volgens de in artikel 39 bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

2. De bijstand uit hoofde van hoofdstuk V van de faciliteit kan ook worden uitgevoerd door middel van specifieke werkprogramma’s wanneer het voor de uitvoering van deze bijstand niet is vereist dat de in de artikelen 9 en 10 bedoelde overeenkomsten zijn gesloten.

Artikel 36

Monitoring en rapportage

1. De Commissie monitort de uitvoering van de faciliteit en beoordeelt de verwezenlijking van de in artikel 3 genoemde doelstellingen. De monitoring van de uitvoering is gericht op en evenredig met de activiteiten die in het kader van de faciliteit worden uitgevoerd.

2. In de in de artikelen 10 en 21 bedoelde financieringsovereenkomsten en leningsovereenkomsten worden de regels en voorwaarden voor Oekraïne uiteengezet om aan de Commissie verslag uit te brengen voor de toepassing van lid 1 van dit artikel.

3. De steun van de Unie die in het kader van het investeringskader voor Oekraïne wordt verleend, wordt overeenkomstig artikel 27, lid 8 gerapporteerd.

4. De Commissie brengt jaarlijks verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad over de voortgang bij de verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening.

5. De Commissie legt het in lid 4 bedoelde verslag voor aan het in artikel 39 bedoelde comité.

Artikel 37

Evaluatie van de faciliteit

1. Na 31 december 2027, maar uiterlijk op 31 december 2031, voert de Commissie een ex-postevaluatie uit van de verordening. Bij die ex-postevaluatie wordt de bijdrage van de Unie aan de verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening beoordeeld.

2. Voor deze ex-postevaluatie wordt gebruikgemaakt van de beginselen voor goede praktijken van de commissie voor ontwikkelingsbijstand van de OESO, om na te gaan of de doelstellingen zijn verwezenlijkt en om aanbevelingen te kunnen opstellen met het oog op de verbetering van toekomstige acties.

De Commissie zendt de bevindingen en conclusies van de ex-postevaluatie, vergezeld van haar opmerkingen en follow-up, aan het Europees Parlement, de Raad en de lidstaten. Deze ex-postevaluatie kan op verzoek van de lidstaten worden besproken. De resultaten daarvan worden gebruikt bij het voorbereiden van programma’s en acties, en bij de toewijzing van middelen. Deze evaluaties en follow-up worden openbaar gemaakt.

De Commissie betrekt alle belanghebbenden, met inbegrip van begunstigden, sociale partners, maatschappelijke organisaties en lokale overheden, op passende wijze bij het evaluatieproces inzake de financiering door de Unie waarin deze verordening voorziet, en kan er waar passend naar streven om gezamenlijke evaluaties met de lidstaten en andere partners te verrichten, met nauwe betrokkenheid van Oekraïne.

HOOFDSTUK VIII

Slotbepalingen

Artikel 38

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

1. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2. De in de artikel lid 31 bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van zeven dagen na de inwerkingtreding van deze verordening.

3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 31 bedoelde bevoegdheidsdelegaties te allen tijde intrekken. Een besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het besluit wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het besluit laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4. Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven.

5. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdige kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

6. Een overeenkomstig artikel 31 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van één maand na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben meegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met één maand verlengd.

Artikel 39

Comitéprocedure

1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

Artikel 40

Informatie, communicatie en publiciteit

1. De Commissie kan communicatieactiviteiten ontplooien om zichtbaarheid te geven aan de Uniefinanciering voor de in het desbetreffende Oekraïneplan beoogde financiële steun, onder meer door gezamenlijke communicatieactiviteiten met Oekraïne. In voorkomend geval kan de Commissie zorgen voor een financieringsverklaring waarin wordt meegedeeld en erkend dat sprake is van steun in het kader van de faciliteit.

2. De ontvangers van Uniefinanciering erkennen de oorsprong van en geven zichtbaarheid aan de Uniefinanciering, onder meer door waar nodig het embleem van de Unie af te beelden en een passende financieringsverklaring weer te geven die luidt “gefinancierd door de Europese Unie – faciliteit voor Oekraïne”, met name wanneer zij de acties en de resultaten ervan promoten door meerdere doelgroepen, waaronder de media en het grote publiek, doelgericht en op samenhangende, doeltreffende en evenredige wijze te informeren.

3. De Commissie voert informatie- en communicatieacties uit met betrekking tot de faciliteit, de overeenkomstig de faciliteit genomen maatregelen en de bereikte resultaten. De aan de faciliteit toegewezen financiële middelen dragen tevens bij aan de institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover zij verband houden met de in artikel 3 vermelde doelstellingen.

Artikel 41

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.