Artikelen bij COM(2023)444 - Bevoegdheidsdelegatie uit hoofde van Verordening 376/2014 inzake het melden, onderzoeken en opvolgen van voorvallen in de burgerluchtvaart - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
| dossier | COM(2023)444 - Bevoegdheidsdelegatie uit hoofde van Verordening 376/2014 inzake het melden, onderzoeken en opvolgen van voorvallen in de ... |
|---|---|
| document | COM(2023)444 |
| datum | 14 juli 2023 |
1. INLEIDING
Verordening (EU) nr. 376/2014 (hierna “de verordening” genoemd) heeft tot doel de veiligheid van de luchtvaart te verbeteren door ervoor te zorgen dat relevante veiligheidsinformatie met betrekking tot de burgerluchtvaart wordt gemeld, opgeslagen, beschermd, uitgewisseld, verspreid en geanalyseerd. Het melden van voorvallen heeft alleen tot doel ongevallen en incidenten te voorkomen.
Artikel 7, lid 6, van deze verordening verleent de Commissie de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen om het gemeenschappelijk Europees risicoclassificatiesysteem (ERCS) te definiëren. Ter aanvulling van deze bepaling draagt artikel 7, lid 7, van de verordening de Commissie voorts op om door middel van uitvoeringshandelingen regelingen vast te stellen voor de toepassing van het ERCS.
Bovendien verleent artikel 17 van de verordening de Commissie de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen met het oog op de actualisering van de bijlagen I en III bij de verordening, in voorkomend geval, om rekening te houden met opgedane ervaring en nieuwe ontwikkelingen, en om de bijlagen bij de verordening in overeenstemming te brengen met de Eccairs-software1 die wordt gebruikt voor het verzamelen van voorvallen in de burgerluchtvaart en de door de ICAO2 beheerde ADREP3-luchtvaarttaxonomie, alsook met door de Unie vastgestelde rechtshandelingen en internationale overeenkomsten.
In deze context is in artikel 18, lid 2, van de verordening bepaald dat de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad verslag uitbrengt over de bevoegdheidsdelegatie die haar krachtens de verordening is verleend.
2. UITOEFENING VAN DE BEVOEGDHEID TOT HET VASTSTELLEN VAN GEDELEGEERDE HANDELINGEN
Gemeenschappelijk Europees risicoclassificatiesysteem (ERCS)
Hoewel de desbetreffende gedelegeerde handeling onder artikel 7, lid 6, van de verordening valt, is het vanuit contextueel oogpunt belangrijk te wijzen op het verband met de bepalingen van de leden 5 en 7 van dit artikel.
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/20344 van de Commissie, vastgesteld overeenkomstig artikel 7, lid 6, van de verordening, heeft tot doel het ERCS te definiëren, dat overeenkomstig lid 5 van dat artikel is ontwikkeld. Bovendien moet het ERCS, zoals omschreven in de bovenvermelde gedelegeerde handeling, ten uitvoer worden gelegd overeenkomstig regelingen die zijn vastgesteld aan de hand van een overeenkomstig artikel 7, lid 7, vastgestelde uitvoeringshandeling. Tot slot bepaalt artikel 24, lid 3, van de verordening dat artikel 7, lid 2 (bv. de verplichting om gebruik te maken van het ERCS) van toepassing is zodra de gedelegeerde en uitvoeringshandelingen tot vaststelling en uitvoering van het ERCS in werking treden.
De ontwikkeling van het ERCS is voltooid binnen de wettelijke termijn, namelijk 15 mei 2017, zoals bepaald in artikel 7, lid 5. De daaropvolgende vaststelling van de gedelegeerde handeling om het ERCS te definiëren, vond plaats in 2020. Naast de gedelegeerde handeling is in november 2021 Uitvoeringsverordening (EU) 2021/20825 van de Commissie tot vaststelling van de regelingen voor de uitvoering van het ERCS vastgesteld.
Bijgevolg heeft de Commissie de bevoegdheid uitgeoefend om de gedelegeerde handeling betreffende de gemeenschappelijke Europese risicoclassificatieregeling vast te stellen.
Wijzigingen in de bijlagen
Bij artikel 17 van de verordening krijgt de Commissie de bevoegdheid om, voor zover passend, gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van de bijlagen I en III bij de verordening. Naar verwachting zullen dergelijke wijzigingen te zijner tijd noodzakelijk zijn, gezien de opgedane ervaring en de nieuwe ontwikkelingen in verband met de tenuitvoerlegging van de verordening, maar de bijlagen zijn inhoudelijk nog steeds geschikt voor het beoogde doel.
Bijgevolg is de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen met het oog op de wijziging van de bijlagen niet uitgeoefend binnen de in artikel 18, lid 2, van de verordening vastgestelde termijn.
3. CONCLUSIES
Om de in het vorige deel uiteengezette redenen heeft de Commissie gebruik gemaakt van haar bevoegdheid om de gedelegeerde handeling betreffende het ERCS vast te stellen, zoals uiteengezet in de bovengenoemde bepalingen.
De bevoegdheid die voortvloeit uit artikel 17 van de verordening is echter nog niet uitgeoefend met betrekking tot de vaststelling van gedelegeerde handelingen tot wijziging van de bijlagen I en III bij de verordening. De vaststelling van dergelijke handelingen kan noodzakelijk worden in het licht van nieuwe ontwikkelingen in verband met de uitvoering van de verordening.
Bijgevolg is de Commissie van mening dat de haar bij Verordening (EU) nr. 376/2014 verleende bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen met vijf jaar moet worden verlengd.
Met dit verslag voldoet de Commissie aan de verslagleggingsverplichting van artikel 18, lid 2, van Verordening (EU) 376/2014. Zij verzoekt het Europees Parlement en de Raad er kennis van te nemen.
1 Eccairs: Europees Coördinatiecentrum voor rapportagesystemen van vliegtuigongevallen.
2 ICAO: Internationale Burgerluchtvaartorganisatie. Dit is een gespecialiseerd VN-agentschap dat in 1944 is opgericht om het bestuur en de governance van het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart (Verdrag van Chicago) te beheren.
3 ADREP: Accident/Incident Data Reporting. Dit systeem wordt beheerd en onderhouden door de ICAO. Het ADREP-systeem werkt met behulp van het Eccairs-softwareplatform.
4 Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/2034 van de Commissie van 6 oktober 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 376/2014 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het gemeenschappelijk Europees risicoclassificatiesysteem (PB L 416 van 11.12.2020, blz. 1).
5 Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2082 van de Commissie van 26 november 2021 tot vaststelling van de regelingen voor de toepassing van Verordening (EU) nr. 376/2014 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het gemeenschappelijke Europese risicoclassificatiesysteem, PB L 426 van 29.11.2021, blz. 32.
NL NL