Artikelen bij COM(2023)593 - Wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1092/2010, (EU) nr. 1093/2010, (EU) nr. 1094/2010, (EU) nr. 1095/2010 en (EU) 2021/523 wat betreft bepaalde verslaggevingsverplichtingen op het gebied van financiële diensten en investeringsondersteuning

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


Artikel 1

Wijzigingen van Verordening (EU) nr. 1092/2010

Verordening (EU) nr. 1092/2010 wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 8 wordt lid 3 vervangen door: 

“3. Onverminderd de artikelen 15 en 16 en de toepassing van het strafrecht mogen vertrouwelijke gegevens waarvan de in lid 1 bedoelde personen beroepshalve kennis krijgen, aan geen enkele persoon of autoriteit bekend worden gemaakt, behalve in een samengevatte of geaggregeerde vorm zodat individuele financiële instellingen niet kunnen worden geïdentificeerd.”.

2. Aan artikel 15 worden de volgende leden toegevoegd: 

“8. Het ESRB deelt, per geval of op regelmatige basis, informatie die deze van een andere in lid 2 bedoelde autoriteit of een andere bij het ESFS aangesloten autoriteit bij de uitvoering van zijn taken heeft verkregen, wanneer deze een verzoek daartoe ontvangen van een andere van die autoriteiten of van een andere bevoegde autoriteit zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 2), van Verordening (EU) nr. 1093/2010, in artikel 4, punt 2), van Verordening (EU) nr. 1094/2010 of in artikel 4, punt 3), van Verordening (EU) nr. 1095/2010, of de autoriteiten zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 1), van Richtlijn (EU) .../... van het Europees Parlement en de Raad 17 , op voorwaarde dat de verzoekende autoriteit krachtens Unierecht bevoegd is dezelfde informatie van financiële instellingen of andere bevoegde autoriteiten te verkrijgen.

9. Het verzoek tot uitwisseling van informatie overeenkomstig lid 8 vermeldt duidelijk de rechtsgrondslag in het Unierecht die de verzoekende autoriteit toestaat om de informatie te verkrijgen van in dat lid bedoelde financiële instellingen of andere autoriteiten. De verzoekende autoriteit en het ESRB zijn onderworpen aan het ambtsgeheim en aan bepalingen inzake gegevensbescherming die zijn vastgesteld in artikel 8 en in sectorale wetgeving die van toepassing is op het delen van data tussen de financiële instelling of een andere in lid 8 bedoelde autoriteit en de verzoekende autoriteit, alsmede op het delen van data tussen een andere in dat lid bedoelde autoriteit en het ESRB. Het ESRB stelt elke betrokken autoriteit onverwijld in kennis van dit soort informatie-uitwisseling. 

10. De leden 8 en 9 zijn ook van toepassing op informatie die het ESRB van een andere in lid 8 bedoelde autoriteit heeft ontvangen en waarop het ESRB vervolgens kwaliteitschecks heeft uitgevoerd of die het ESRB anderszins heeft verwerkt. 

11. Voor het delen van informatie zoals bedoeld in de leden 8, 9 en 10 kunnen de in lid 8 bedoelde autoriteiten memoranda van overeenstemming sluiten waarin de concrete voorwaarden voor het uitwisselen van informatie zijn vastgelegd. Zij kunnen ook regelingen vaststellen voor het delen van middelen om die gedeelde data te verzamelen en te verwerken. 

12. De leden 8, 9 en 10 laten de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten onverlet en vormen geen beletsel voor of beperking van de uitwisseling van informatie tussen de in lid 8 bedoelde autoriteiten overeenkomstig bepalingen in andere Uniewetgeving. Wanneer lid 8, 9 of 10 in strijd is met bepalingen in andere Uniewetgeving die de uitwisseling van informatie tussen de in lid 8 bedoelde autoriteiten beregelt, hebben de bepalingen in die andere Uniewetgeving voorrang. 

13. Onverminderd andere verplichtingen die in Unierecht voor het delen van informatie zijn vastgelegd, deelt het ESRB, na een gemotiveerd verzoek en op individuele basis, met de Commissie of een van de andere in lid 8 bedoelde autoriteiten informatie die andere autoriteiten bij haar hebben gerapporteerd krachtens hun verplichtingen uit hoofde van Unierecht. Het ESRB geeft die informatie door in een vorm die geen identificatie van individuele entiteiten mogelijk maakt en geen persoonsgegevens bevat. 

14. Het ESRB kan, voor onderzoeks- en innovatiedoeleinden, tot bij de uitvoering van haar taken verkregen informatie toegang verlenen voor hergebruik door financiële instellingen, onderzoekers en andere entiteiten die een rechtmatig belang bij die informatie hebben, op voorwaarde dat het ESRB zich ervan vergewist heeft dat alle volgende punten in acht zijn genomen:

a) de informatie is zodanig geanonimiseerd dat het datasubject of de financiële instelling niet of niet meer kan worden geïdentificeerd;

b) de informatie is gewijzigd, geaggregeerd of behandeld volgens een andere methode om de openbaarmaking ervan te controleren, zodat vertrouwelijke informatie, met inbegrip van bedrijfsgeheimen of door intellectuele-eigendomsrechten beschermde inhoud, beschermd is.

Informatie die van een andere autoriteit is ontvangen, wordt alleen gedeeld met de instemming van de autoriteit die de informatie aanvankelijk heeft verkregen.”

Artikel 2

Wijzigingen van Verordening (EU) nr. 1093/2010

Verordening (EU) nr. 1093/2010 wordt als volgt gewijzigd: 

1. In artikel 29, lid 1, wordt punt d) vervangen door: 

“d) evalueren van de toepassing van de desbetreffende door de Commissie vastgestelde technische reguleringsnormen en technische uitvoeringsnormen en van de door de Autoriteit gegeven richtsnoeren en aanbevelingen, en in voorkomend geval voorstellen van wijzigingen, onder meer om overbodige of achterhaalde rapportagevereisten te schrappen en kosten tot een minimum te beperken;”.

2. Aan artikel 30, lid 3, wordt het volgende punt e) toegevoegd: 

“e) de effectiviteit van nationale rapportagevereisten en de mate van convergentie tussen die vereisten en de vereisten in Unierecht.”.

3. In artikel 35 wordt lid 4 vervangen door: 

“4.   Voordat er overeenkomstig dit artikel om informatie wordt gevraagd en om dubbele rapportageverplichtingen te vermijden, maakt de Autoriteit gebruik van informatie verzameld door in artikel 35 bis, lid 1, bedoelde andere autoriteiten en de bestaande statistieken, zoals opgemaakt en verspreid door het Europees statistisch systeem en het Europees Stelsel van centrale banken.”. 

4. Het volgende artikel 35 bis wordt ingevoegd: 

“Artikel 35 bis

Uitwisseling van informatie tussen autoriteiten en met andere entiteiten

1. De Autoriteit en de bevoegde autoriteiten delen, per geval of op regelmatige basis, met andere autoriteiten informatie die deze van financiële instellingen of andere bevoegde autoriteiten hebben verkregen bij de uitvoering van hun taken, wanneer zij een verzoek daartoe ontvangen van de andere Europese Toezichthoudende Autoriteiten, het ESRB of andere bevoegde autoriteiten zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 2), van deze verordening, in artikel 4, punt 2), van Verordening (EU) nr. 1094/2010 of in artikel 4, punt 3), van Verordening (EU) nr. 1095/2010, of de autoriteiten zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 1), van Richtlijn (EU) .../... van het Europees Parlement en de Raad 18 , op voorwaarde dat de autoriteit die om deze informatie verzoekt, krachtens Unierecht bevoegd is dezelfde informatie van financiële instellingen of andere bevoegde autoriteiten te verkrijgen. Voor de toepassing van dit artikel is een “financiële instelling” een financiële instelling zoals gedefinieerd in artikel 2, punt a), van Verordening (EU) nr. 1092/2010. 

2. Het verzoek tot uitwisseling van informatie vermeldt duidelijk de rechtsgrondslag in het Unierecht die de verzoekende autoriteit toestaat om de informatie te verkrijgen van in dat lid bedoelde financiële instellingen of andere bevoegde autoriteiten. De verzoekende autoriteit en de delende autoriteit zijn onderworpen aan het ambtsgeheim en aan bepalingen inzake gegevensbescherming die zijn vastgesteld in de artikelen 70 en 71 en in sectorale wetgeving die van toepassing is op het delen van data tussen de financiële instelling en de verzoekende autoriteit, alsmede op het delen van data tussen de financiële instelling en de delende autoriteit. De delende autoriteit stelt elke betrokken financiële instelling of andere bevoegde autoriteit onverwijld in kennis van dit soort informatie-uitwisseling. 

3. De leden 1 en 2 zijn ook van toepassing op informatie die de delende autoriteit van een financiële instelling of een andere in lid 1 bedoelde autoriteit heeft ontvangen en waarop de delende autoriteit vervolgens kwaliteitschecks heeft uitgevoerd of die de delende autoriteit anderszins heeft verwerkt. 

4. Voor het delen van informatie zoals bedoeld in de leden 1, 2 en 3 kunnen de in lid 1 bedoelde autoriteiten memoranda van overeenstemming sluiten waarin de concrete voorwaarden voor het uitwisselen van informatie zijn vastgelegd. Zij kunnen ook regelingen vaststellen voor het delen van middelen om die gedeelde data te verzamelen en te verwerken. 

5. De leden 1 tot en met 4 laten de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten onverlet en vormen geen beletsel voor of beperking van de uitwisseling van informatie tussen de in lid 1 bedoelde autoriteiten overeenkomstig bepalingen in andere Uniewetgeving. Wanneer het in dit artikel bepaalde in strijd is met bepalingen in andere Uniewetgeving die de uitwisseling van informatie tussen de in lid 1 bedoelde autoriteiten beregelt, hebben de bepalingen in die andere Uniewetgeving voorrang. 

6. Onverminderd andere verplichtingen die in Unierecht voor het delen van informatie zijn vastgelegd, delen de Autoriteit en de bevoegde autoriteiten, na een gemotiveerd verzoek en op individuele basis, met de Commissie of een van de andere in lid 1 bedoelde autoriteiten informatie die financiële instellingen krachtens hun verplichtingen uit hoofde van Unierecht bij haar hebben gerapporteerd. De Autoriteit en de bevoegde autoriteiten geven die informatie door in een vorm die geen identificatie van individuele entiteiten mogelijk maakt en geen persoonsgegevens bevat. 

7. De Autoriteit en de bevoegde autoriteiten kunnen, voor onderzoeks- en innovatiedoeleinden, tot bij de uitvoering van hun taken verkregen informatie toegang verlenen voor hergebruik door financiële instellingen, onderzoekers en andere entiteiten die een rechtmatig belang bij die informatie hebben, op voorwaarde dat de Autoriteit zich ervan vergewist heeft dat alle volgende punten in acht zijn genomen:

a) de informatie is zodanig geanonimiseerd dat het datasubject of de financiële instelling niet of niet meer kan worden geïdentificeerd;

b) de informatie is gewijzigd, geaggregeerd of behandeld volgens een andere methode om de openbaarmaking ervan te controleren, zodat vertrouwelijke informatie, met inbegrip van bedrijfsgeheimen of door intellectuele-eigendomsrechten beschermde inhoud, beschermd is.

Informatie die van een andere autoriteit is ontvangen, wordt alleen gedeeld met de instemming van de autoriteit die de informatie aanvankelijk heeft verkregen.”.

5. Aan artikel 54, lid 2, wordt het volgende streepje toegevoegd: 

“— rapportagevereisten en het verzamelen van informatie bij financiële instellingen.”.

6. In artikel 70 wordt lid 3 vervangen door: 

“3. De leden 1 en 2 staan er niet aan in de weg dat de Autoriteit informatie uitwisselt met bevoegde autoriteiten, andere ESA’s, het ESRB en de autoriteiten zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 1), van Richtlijn (EU) .../... 19 – overeenkomstig deze verordening en overeenkomstig andere Uniewetgeving die op financiële instellingen van toepassing is.”.

Artikel 3

Wijzigingen van Verordening (EU) nr. 1094/2010

Verordening (EU) nr. 1094/2010 wordt als volgt gewijzigd: 

1. In artikel 29, lid 1, wordt punt d) vervangen door: 

“d) evalueren van de toepassing van de desbetreffende door de Commissie vastgestelde technische reguleringsnormen en technische uitvoeringsnormen en van de door de Autoriteit gegeven richtsnoeren en aanbevelingen, en in voorkomend geval voorstellen van wijzigingen, onder meer om overbodige of achterhaalde rapportagevereisten te schrappen en kosten tot een minimum te beperken;”.

2. Aan artikel 30, lid 3, wordt het volgende punt e) toegevoegd: 

“e) de effectiviteit van nationale rapportagevereisten en de mate van convergentie tussen die vereisten en de vereisten in Unierecht.”.

3. In artikel 35 wordt lid 4 vervangen door: 

“4.   Voordat er overeenkomstig dit artikel om informatie wordt gevraagd en om dubbele rapportageverplichtingen te vermijden, maakt de Autoriteit gebruik van informatie verzameld door in artikel 35 bis, lid 1, bedoelde andere autoriteiten en de bestaande statistieken, zoals opgemaakt en verspreid door het Europees statistisch systeem en het Europees Stelsel van centrale banken.”. 

4. Het volgende artikel 35 bis wordt ingevoegd: 

“Artikel 35 bis

Uitwisseling van informatie tussen autoriteiten en met andere entiteiten

1. De Autoriteit en de bevoegde autoriteiten delen, per geval of op regelmatige basis, met andere autoriteiten informatie die deze van financiële instellingen of andere bevoegde autoriteiten hebben verkregen bij de uitvoering van hun taken, wanneer zij een verzoek daartoe ontvangen van de andere Europese Toezichthoudende Autoriteiten, het ESRB of andere bevoegde autoriteiten zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 2), van deze verordening, in artikel 4, punt 2), van Verordening (EU) nr. 1093/2010 of in artikel 4, punt 3), van Verordening (EU) nr. 1095/2010, of de autoriteiten zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 1), van Richtlijn (EU) .../... van het Europees Parlement en de Raad 20 , op voorwaarde dat de autoriteit die om deze informatie verzoekt, krachtens Unierecht bevoegd is dezelfde informatie van financiële instellingen of andere bevoegde autoriteiten te verkrijgen. Voor de toepassing van dit artikel is een “financiële instelling” een financiële instelling zoals gedefinieerd in artikel 2, punt a), van Verordening (EU) nr. 1092/2010. 

2. Het verzoek tot uitwisseling van informatie vermeldt duidelijk de rechtsgrondslag in het Unierecht die de verzoekende autoriteit toestaat om de informatie te verkrijgen van in dat lid bedoelde financiële instellingen of andere bevoegde autoriteiten. De verzoekende autoriteit en de delende autoriteit zijn onderworpen aan het ambtsgeheim en aan bepalingen inzake gegevensbescherming die zijn vastgesteld in de artikelen 70 en 71 en in sectorale wetgeving die van toepassing is op het delen van data tussen de financiële instelling en de verzoekende autoriteit, alsmede op het delen van data tussen de financiële instelling en de delende autoriteit. De delende autoriteit stelt elke betrokken financiële instelling of andere bevoegde autoriteit onverwijld in kennis van dit soort informatie-uitwisseling. 

3. De leden 1 en 2 zijn ook van toepassing op informatie die de delende autoriteit van een financiële instelling of een andere in lid 1 bedoelde autoriteit heeft ontvangen en waarop de delende autoriteit vervolgens kwaliteitschecks heeft uitgevoerd of die de delende autoriteit anderszins heeft verwerkt. 

4. Voor het delen van informatie zoals bedoeld in de leden 1, 2 en 3 kunnen de in lid 1 bedoelde autoriteiten memoranda van overeenstemming sluiten waarin de concrete voorwaarden voor het uitwisselen van informatie zijn vastgelegd. Zij kunnen ook regelingen vaststellen voor het delen van middelen om die gedeelde data te verzamelen en te verwerken. 

5. De leden 1 tot en met 4 laten de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten onverlet en vormen geen beletsel voor of beperking van de uitwisseling van informatie tussen de in lid 1 bedoelde autoriteiten overeenkomstig bepalingen in andere Uniewetgeving. Wanneer het in dit artikel bepaalde in strijd is met bepalingen in andere Uniewetgeving die de uitwisseling van informatie tussen de in lid 1 bedoelde autoriteiten beregelt, hebben de bepalingen in die andere Uniewetgeving voorrang. 

6. Onverminderd andere verplichtingen die in Unierecht voor het delen van informatie zijn vastgelegd, delen de Autoriteit en de bevoegde autoriteiten, na een gemotiveerd verzoek en op individuele basis, met de Commissie of een van de andere in lid 1 bedoelde autoriteiten informatie die financiële instellingen krachtens hun verplichtingen uit hoofde van Unierecht bij haar hebben gerapporteerd. De Autoriteit en de bevoegde autoriteiten geven die informatie door in een vorm die geen identificatie van individuele entiteiten mogelijk maakt en geen persoonsgegevens bevat. 

7. De Autoriteit en de bevoegde autoriteiten kunnen, voor onderzoeks- en innovatiedoeleinden, tot bij de uitvoering van hun taken verkregen informatie toegang verlenen voor hergebruik door financiële instellingen, onderzoekers en andere entiteiten die een rechtmatig belang bij die informatie hebben, op voorwaarde dat de Autoriteit zich ervan vergewist heeft dat alle volgende punten in acht zijn genomen:

a) de informatie is zodanig geanonimiseerd dat het datasubject of de financiële instelling niet of niet meer kan worden geïdentificeerd;

b) de informatie is gewijzigd, geaggregeerd of behandeld volgens een andere methode om de openbaarmaking ervan te controleren, zodat vertrouwelijke informatie, met inbegrip van bedrijfsgeheimen of door intellectuele-eigendomsrechten beschermde inhoud, beschermd is.

Informatie die van een andere autoriteit is ontvangen, wordt alleen gedeeld met de instemming van de autoriteit die de informatie aanvankelijk heeft verkregen.”.

5. Aan artikel 54, lid 2, wordt het volgende streepje toegevoegd: 

“— rapportagevereisten en het verzamelen van informatie bij financiële instellingen.”.

6. In artikel 70 wordt lid 3 vervangen door: 

“3. De leden 1 en 2 staan er niet aan in de weg dat de Autoriteit informatie uitwisselt met bevoegde autoriteiten, andere ESA’s, het ESRB en de autoriteiten zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 1) van Richtlijn (EU) .../... 21 overeenkomstig deze verordening en overeenkomstig andere Uniewetgeving die op financiële instellingen van toepassing is.”.

Artikel 4

Wijzigingen van Verordening (EU) nr. 1095/2010

Verordening (EU) nr. 1095/2010 wordt als volgt gewijzigd: 

1. In artikel 29, lid 1, wordt punt d) vervangen door: 

“d) evalueren van de toepassing van de desbetreffende door de Commissie vastgestelde technische reguleringsnormen en technische uitvoeringsnormen en van de door de Autoriteit gegeven richtsnoeren en aanbevelingen, en in voorkomend geval voorstellen van wijzigingen, onder meer om overbodige of achterhaalde rapportagevereisten te schrappen en kosten tot een minimum te beperken;”.

2. Aan artikel 30, lid 3, wordt het volgende punt e) toegevoegd: 

“e) de effectiviteit van nationale rapportagevereisten en de mate van convergentie tussen die vereisten en de vereisten in Unierecht.”.

3. In artikel 35 wordt lid 4 vervangen door: 

“4.   Voordat er overeenkomstig dit artikel om informatie wordt gevraagd en om dubbele rapportageverplichtingen te vermijden, maakt de Autoriteit gebruik van informatie verzameld door in artikel 35 bis, lid 1, bedoelde andere autoriteiten en de bestaande statistieken, zoals opgemaakt en verspreid door het Europees statistisch systeem en het Europees Stelsel van centrale banken.”.

4. Het volgende artikel 35 bis wordt ingevoegd: 

“Artikel 35 bis

Uitwisseling van informatie tussen autoriteiten en met andere entiteiten  

1. De Autoriteit en de bevoegde autoriteiten delen, per geval of op regelmatige basis, met andere autoriteiten informatie die deze van financiële instellingen of andere bevoegde autoriteiten hebben verkregen bij de uitvoering van hun taken, wanneer zij een verzoek daartoe ontvangen van de andere Europese Toezichthoudende Autoriteiten, het ESRB of andere bevoegde autoriteiten zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 3), van deze verordening, in artikel 4, punt 2), van Verordening (EU) nr. 1093/2010 of in artikel 4, punt 2), van Verordening (EU) nr. 1094/2010, of de autoriteiten zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 1), van Richtlijn (EU) .../... van het Europees Parlement en de Raad 22 , op voorwaarde dat de autoriteit die om deze informatie verzoekt, krachtens Unierecht bevoegd is dezelfde informatie van financiële instellingen of andere bevoegde autoriteiten te verkrijgen. Voor de toepassing van dit artikel is een “financiële instelling” een financiële instelling zoals gedefinieerd in artikel 2, punt a), van Verordening (EU) nr. 1092/2010. 

2. Het verzoek tot uitwisseling van informatie vermeldt duidelijk de rechtsgrondslag in het Unierecht die de verzoekende autoriteit toestaat om de informatie te verkrijgen van in dat lid bedoelde financiële instellingen of andere bevoegde autoriteiten. De verzoekende autoriteit en de delende autoriteit zijn onderworpen aan het ambtsgeheim en aan bepalingen inzake gegevensbescherming die zijn vastgesteld in de artikelen 70 en 71 en in sectorale wetgeving die van toepassing is op het delen van data tussen de financiële instelling en de verzoekende autoriteit, alsmede op het delen van data tussen de financiële instelling en de delende autoriteit. De delende autoriteit stelt elke betrokken financiële instelling of andere bevoegde autoriteit onverwijld in kennis van dit soort informatie-uitwisseling. 

3. De leden 1 en 2 zijn ook van toepassing op informatie die de delende autoriteit van een financiële instelling of een andere in lid 1 bedoelde autoriteit heeft ontvangen en waarop de delende autoriteit vervolgens kwaliteitschecks heeft uitgevoerd of die de delende autoriteit anderszins heeft verwerkt. 

4. Voor het delen van informatie zoals bedoeld in de leden 1, 2 en 3 kunnen de in lid 1 bedoelde autoriteiten memoranda van overeenstemming sluiten waarin de concrete voorwaarden voor het uitwisselen van informatie zijn vastgelegd. Zij kunnen ook regelingen vaststellen voor het delen van middelen om die gedeelde data te verzamelen en te verwerken. 

5. De leden 1 tot en met 4 laten de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten onverlet en vormen geen beletsel voor of beperking van de uitwisseling van informatie tussen de in lid 1 bedoelde autoriteiten overeenkomstig bepalingen in andere Uniewetgeving. Wanneer het in dit artikel bepaalde in strijd is met bepalingen in andere Uniewetgeving die de uitwisseling van informatie tussen de in lid 1 bedoelde autoriteiten beregelt, hebben de bepalingen in die andere Uniewetgeving voorrang. 

6. Onverminderd andere verplichtingen die in Unierecht voor het delen van informatie zijn vastgelegd, delen de Autoriteit en de bevoegde autoriteiten, na een gemotiveerd verzoek en op individuele basis, met de Commissie of een van de andere in lid 1 bedoelde autoriteiten informatie die financiële instellingen krachtens hun verplichtingen uit hoofde van Unierecht bij haar hebben gerapporteerd. De Autoriteit en de bevoegde autoriteiten geven die informatie door in een vorm die geen identificatie van individuele entiteiten mogelijk maakt en geen persoonsgegevens bevat. 

7. De Autoriteit en de bevoegde autoriteiten kunnen, voor onderzoeks- en innovatiedoeleinden, tot bij de uitvoering van hun taken verkregen informatie toegang verlenen voor hergebruik door financiële instellingen, onderzoekers en andere entiteiten die een rechtmatig belang bij die informatie hebben, op voorwaarde dat de Autoriteit zich ervan vergewist heeft dat alle volgende punten in acht zijn genomen:

a) de informatie is zodanig geanonimiseerd dat het datasubject of de financiële instelling niet of niet meer kan worden geïdentificeerd;

b) de informatie is gewijzigd, geaggregeerd of behandeld volgens een andere methode om de openbaarmaking ervan te controleren, zodat vertrouwelijke informatie, met inbegrip van bedrijfsgeheimen of door intellectuele-eigendomsrechten beschermde inhoud, beschermd is.

Informatie die van een andere autoriteit is ontvangen, wordt alleen gedeeld met de instemming van de autoriteit die de informatie aanvankelijk heeft verkregen.”.

5. Aan artikel 54, lid 2, wordt het volgende streepje toegevoegd: 

“— rapportagevereisten en het verzamelen van informatie bij financiële instellingen.”.

6. In artikel 70 wordt lid 3 vervangen door: 

“3. De leden 1 en 2 staan er niet aan in de weg dat de Autoriteit informatie uitwisselt met bevoegde autoriteiten, andere ESA’s, het ESRB en de autoriteiten zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 1) van Richtlijn (EU) .../... 23 overeenkomstig deze verordening en overeenkomstig andere Uniewetgeving die op financiëlemarktdeelnemers van toepassing is.”. 

Artikel 5 - Wijzigingen van Verordening (EU) 2021/523

In artikel 28 van Verordening (EU) 2021/523 wordt lid 4 vervangen door:  

“4. Eenmaal per jaar dient iedere uitvoerende partner bij de Commissie een verslag in over de financierings- en investeringsverrichtingen die onder deze verordening vallen, uitgesplitst tussen EU-compartiment en lidstaatcompartiment, naargelang het geval. Iedere uitvoerende partner dient eveneens informatie over het lidstaatcompartiment in bij de lidstaat waarvan hij het compartiment ten uitvoer legt. Het verslag bevat een beoordeling van de naleving van de vereisten voor het gebruik van de EU-garantie en van de in bijlage III bij deze verordening vastgestelde essentiële prestatie-indicatoren. Het verslag bevat ook operationele, statistische, financiële en boekhoudkundige gegevens voor elke financierings- of investeringsverrichting en een raming van de verwachte kasstromen, op het niveau van de compartimenten, de beleidsterreinen en het InvestEU-fonds. Het verslag van de EIB-groep, en in voorkomend geval van andere uitvoerende partners, bevat ook informatie over investeringsbelemmeringen die zich voordoen bij de uitvoering van financierings- en investeringsverrichtingen die onder deze verordening vallen. De verslagen bevatten de informatie die de uitvoerende partners moeten verstrekken op grond van artikel 155, lid 1, punt a), van het Financieel Reglement.”. 

Artikel 6 - Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.