Artikelen bij COM(2024)16 - Gedelegeerde handelingen van de Commissie onder Verordening (EU) 2016/1012 betreffende de zoötechnische en genealogische voorwaarden voor het fokken van, de handel in en de binnenkomst in de Unie van raszuivere fokdieren, hybride fokvarkens en levende producten daarvan (“Fokkerijverordening”)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 19.1.2024

COM(2024) 16 fin,

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARPEMENT EN DE

RAAD

over de uitoefening van de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vastte stellen die aan de Oom missie is verleend krachtens Verordening (PU) 2016/1012 betreffende de zoötechnischeen genealogische voorwaarden voor het fokken van, de handel in en de binnenkomst in de Unie van raszuivere fokdieren, hybride fokvarkens en levende

producten daarvan ("Fokkerijverordening")

NL NL

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE

RAAD

over de uitoefening van de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vastte stellen die aan de Oom missie is verleend krachtens Verordening (EU) 2016/1012 betreffende de zoötechnischeen genealogische voorwaarden voor het fokken van, de handel in en de binnenkomstin de Unie van raszuivere fokdieren, hybride fokvarkens en levende

producten daarvan ("Fokkerijverordening")

1. INLEIDING

Verordening (EU) 2016/1012 betreffende de zoötechnische en genealogische voorwaarden voor het fokken van, de handel in en de binnenkom st in de Unie van raszuivere fokdieren,

hybride fokvarkens en levende producten daarvan ("Fokkerijverordening") werd i n 2016

vastgesteld. LJie verordening is op 19ju,i 2016 in werking getreden en is sinds I november 2018 van toepassing.

Bij de verordening zijn acht richtlijnen van de Raad (Richtlijnen 87/328/EEG, 88/661/EEG,

89/361/EEG, 90/118/EEG, 90/119/EEG, 90/427/EEG, 94/28/EG en 2009/157/EG van de

Raad) vervangen, alsmede een aantal handelingen van de Commissie die op grond van die richtlijnen zijn vastgesteld, betreffende het fokken van runderen, varkens, schapen en geiten, en paardachtigen, en betreffende de invoer van fokdieren. Daarnaast zijn bij de verordening

l/e rordening (EU) 2016/1012 van h et Eu ropees r l e m e nt en de a d va n 8jun, 2016 b etreffen de de zoötechnische en genealogische vo o rwa arden voor h et fokken van, de handel in en de binnenkom st in de Unie van raszuivere fokdieren, hybride fo kva rkens en levende p ro du eten daarvan en tot wijzig in g

van l/e rordening (EU) nr, 652/2014, de R ichtl ij n en 89/608/EEG en 90/425/EEG va n de 3d en tot intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van dierfokkerij ("Fokkerijverordening") (PB

L 1/1 van 29,62016 blz. 66) EU: http .//data. europa , eu/sl i/r eg/2016/1012/oj

Ri chtl ijn 87/328/E.tTG van de Ra ad van 18 j un i 1987 b et re ffe n d e de toelating van raszuivere

fokrun deren tot de voo rtp / anting (PB L 16/ va n 266198/ blz. 54) ELI: http, ata , eu r o p a , e u/si i/~Jir /198//328/oj

Ri chtl ijn 88/661/EEG va n de Ra a d va n 19 d ece m ber 1988 b et r effen de de zoötechnische normen die gelden voor fokvarkens (PB L 382 van 31.121988 blz. 36) EU:

http. ata , eu r o p a , e u/sl i/~Jir /1988/661/oj

Ri chtl ijn 89/361/EEG van de Ka ad van 30 mei 1989 b et r effen de raszuivere fo ks ch a p en en ~g e it en (PB L 153 van 6.6.1989 blz. 30) ELI: http, ata , e u r o p a, e u/sl i/~Jir /l989/361/oj

Ri chtl ij n 90/118/EEG va n de Ra ad van 0 maart 1990 betreffende de toelating van raszuivere fokvarkens tot de vo o rtp I a nt i n g (PB L 77 va n 1/3.1990 blz. 34) ELI: http ,'//3 ata , eu rop a , eu/eii/-J ir /l990/118/oj Ri chtl ijn 90/119/EEG va n de Rs ad van 0 maart 1990 b et r effen de de toelating van hybride fokvarkens tot de vo o rtp I a nt i n g (PB L 77 va n 1/3.1990 blz. 36) ELI: http, ata , eu rop a , eu/e I i/d i r /l990/119/oj

R ichtl ijn 90/427/lZlzG van de Ra ad van 26 juni 1990 tot va ststel I i n g van zoötechnische en genealogische voorschriften voor h et intracommunautaire handelsverkeer in p a a rd a chtig en (PB L 224 van 18.8.1990, blz. 55) ELI: http .'//data, eu r op a , eu/el i/d ir/1990/427/oj

Ri chtl ij n 94/28/EG van de Ra a d va n 23jun, 1994 tot va ststel li n g van de b eg i nselen inzake de zoötechnische en genealogische voo rsch riften voor de invoer uit derde landen van dieren, alsmede van

sperma, eicellen Cïl embryo 's en tot wijziging van Richtlijn ///504/EEG b et r effen de raszuivere fo krunderen (PBL 1/8 va n 12.7 1994, blz. 66) ELI: http ,'//'J ata , europa , eu/e l i/d i r/1994/28/oj Ri chtl ijn 2009/15//EG van de Ka ad van 30 n o vem b er 2009 b et r effen de raszuivere fo krunderen (PB L 323 van 10.12.2009, blz. 1) ELI: http .'//data, eu ro p a , e u/el i/d i r/2009/157/oj

1

Richtlijn 91/174/EEG ( fokken van dieren van andere soorten) en Beschikking 96/463/EG van

de Raad tot aanwijzing van een referentie_i nstantie van de Europese Unie ingetrokken.

Bij de verordening wordt het merendeel van de bepalingen van die richtlijnen in één enkel Juridisch kader geconsolideerd, vereenvoudigd en aan het verdrag van Lissabon aangepast, in de vorm van een verordening. Daarnaast zijn bij de verordening bepalingen inzake door de lidstaten en de Commissie uitte voeren officiële controles en werkzaamheden geïntroduceerd.

Overeenkomstig de bepalingen van de verordening is de Commissie bevoegd een aantal gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen vast te stellen. De verordening legt de Commissie ook de verplichting op om de medewetgevers verslag uit te brengen over de uitoefening van de gedelegeerde bevoegdheden waarin zij voorziet.

2. RECHTSGRONDSLAG

Dit verslag moet worden opgesteld op grond van artikel 61, lid 2, van Ve r o rdening (EU) 2016/1012. 0 vereenkomstig die bepaling wordt de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te st ellen met betrekking tot de daarin genoemde aangelegenheden aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijfjaar met ingang van 19juli 2016 en m o et d e Commissie uiterlijk negen maanden vóór het einde van de termijn van vijfjaar een verslag over de bevoegdheidsdelegatie opstellen.

Zoals bepaald in artikel 61, lid 2, is de Commissie bevoegd om gedelegeerde handelingen vast

te st ellen als bedoeld in artikel 26, Md 1, a rt i kei 29, Md 5, arti kei 30, Md 9, en a rt i k e I 32, Md 1,

van Verordening (EU) 2016/1012.

In a rt i k e I 61, ,id 2, is ook bepaald dat de bevoegdheidsdelegatie stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur wordt verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden vóór het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet, terwijl in artikel 61, lid 3, wordt bepaald dat het Europees Parlement of de Raad de bevoegdheidsdelegatie te allen tij de kan intrekken.

3. UITOEFENING VAN DE DELEGATIE

Tijdens de verslagperiode heeft de Commissie haar bij artikel 32, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1012 verleende gedelegeerde bevoegdheden uitgeoefend door de volgende verplichte gedelegeerde handeling vast te stel len,

• Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1940 van de Uom missie van 13jum 2017 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/1012 van het Luropees Parlement en de Kaad wat betreft de inhoud en vorm van zoötechnische certificaten die worden afgegeven voor

Ri cht! ij n 91/174/EEG va n de ad van 25 m a a rt 1991 inzake zoötechnische en genealogische voorschriften voor de handel in rasdieren en tot wijzig i n g van de Richt I ij n en 77/504/EEG en

90/425/EEG (PB L 85 van 5,4,1991, blz, 37) ELI: http ,'//lata,europa, eu/eii/-J ir /1991/174/oj

Besch ikking 96/463/EG va n de a d va n 23jun 1996 tot aan wjzing van de referenti e ~ i n sta nti e die

verantwoordelijk is voor de uniformisering van de m eth o d en voor het testen van raszuivere fokrunderen

en van de evaluatie van de test res u ita ten (PB L 192 van 2,8,1996 blz, 19) ELI:

http .'//data, eu r o p a , eu/e i i/d ec/1996/463/oj

2

raszuivere fokpaarden en "ezels, vervat in een uniek, levenslang geldig

5

identificatiedocument voor paardachtigen .

In die gedelegeerde verordening wordt het zoötechnisch certificaat voor raszuivere fokpaarden en "ezels qua inhoud en administratieve procedure afgestemd op het unieke, levenslang geldige identificatiedocument, zoals bedoeld in artikel 114 van Ve r o rdening (EU)

2016/429 van het Europees Parlement en de Raad ("diergezondheidswetgeving")6. Het

unieke, levenslang geldige identificatiedocument moet raszuivere fokpaarden en "ezels te allen tij de vergezellen, ook wanneer zij binnen de Unie worden verpla atst. De gedelegeerde verordening is toegezonden aan het Europees Parlement en de Raad. Het Europees Parlement en de Raad hebben niet om verlenging van de bezwaartermijn verzocht en hebben geen bezwaar gemaakt. LJe gedelegeerde verordening is op 25 o kto b e r 2017 bekendgemaakt in het P u b I ica ti eb I a d en op 14 novem ber 2017 in werking getreden, en is sinds I november 2018 van toepassing.

De C om missie heeft tot dusver een van de vier bevoegdheden om gedelegeerde handelingen vast te st ellen, zoals opgenomen in Verordening (EU) 2016/1012, uitgeoefend. LJe drie rest erende bevoegdheden zijn niet verplicht. Deze betreffen mogelijke wijzigingen van b ij lage III (voorschriften voor prestatieonderzoek en genetische evaluatie), b ij lage IV (voorschri f te n voor referentiecentra van de Europese Unie) en b ij lage V (inhoud van zoötechnische certificaten) bij de verordening. Deze drie b ij lagen bevatten een groot aantal technische elementen die eventueel in het licht van technische o n tw i k k e I i n g e n , wetenschappelijke vooruitgang of het functioneren van de interne markt moeten worden a a n g e p a st.

Dergel ij ke aanpassingen zijn naar aanleiding van technische o n tw ikkelingen of wetenschappelijke vooruitgang tot dusver nog niet nodig geweest. Evenmin hebben de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en de belanghebbenden aangegeven dat die b ij lagen moeten worden gewijzigd.

4. CONCLUSIE

Op basis van de in artikel 32, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1012 verleende bevoegdheid heeft de Commissie de gedelegeerde handeling, d.w.z. Gedelegeerde V erordening (EU) 2017/1940 van de Vvo m missie, naar behoren vastgesteld. De C om missie acht het noodzakelijk om die bevoegdheid te handhaven, aangezien er in de toekom st wijzigingen van die gedelegeerde verordening nodig kunnen zijn.

A a ngezien de drie bevoegdheden betreffende gedelegeerde handelingen tot wijziging van de b ij I a g e n III, IV en V bij V erordening (EU) 2016/1012 duidelijk verband houden met de wetenschappelijke of technische vooruitgang, is de Commissie van mening dat die bevoegdheden om gedelegeerde handelingen vast te s te Men overeenkomstig die verordening moeten worden gehandhaafd. De noodzaak om op basis van die bevoegdheden gedelegeerde handelingen te o n tw ikkelen en vast te st ellen, zal waarschijnlijk in de toekomst o n tsta a n. Aangezien de technische aspecten in de bijlagen III, IV en V bij de verordening wellicht moeten worden geactualiseerd vanwege technische o n tw ikkelingen en wetenschappelijke

5 PB L 275 va n 25,10,2017, 1, PU: http, at a, europa, eu/e I i/reg_d e ,72017/1940/oj

(PU) 2016/429 van het Pu ropees Pa r Ie m ent en de ad van c/ maart 2016 b etr effen d e

overdraagbare d ierziekten en tot wij z ig i n g en intrekking van bepaalde handelingen op h et gebied van

diergezondheid ("diergezondheidswetgeving") (PB L 84 van 31,3,2016, biz, 1) ELI:

h ttp ,//J ata , europa, e u/sl i/r eg/20 16/429/oj

3

vooruitgang in de toekomst, of in het licht van het functioneren van de interne markt, is het belangrijk om de nodige flexibiliteit van het rechtskader te behouden.

IVIet dit verslag voldoet de Vv o m missie aan de verslagleggingsverplichting van artikel 61, Md 2, van Verordening (EU) 2016/1012. Zu verzoekt het Europees Parlement en de Kaad er kennis van te nemen.

4