Artikelen bij COM(2024)951 - AANBEVELING VAN DE RAAD om een einde te maken aan de buitensporigtekortsituatie in België - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2024)951 - AANBEVELING VAN DE RAAD om een einde te maken aan de buitensporigtekortsituatie in België. |
---|---|
document | COM(2024)951 ![]() ![]() |
datum | 26 november 2024 |
Brussel, 26.11.2024
COM(2024) 951 final
Aanbeveling voor een
AANBEVELING VAN DE RAAD
om een einde te maken aan de buitensporigtekortsituatie in België
Aanbeveling voor een
AANBEVELING VAN DE RAAD
om een einde te maken aan de buitensporigtekortsituatie in België
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), en met name artikel 126, lid 7,
Gezien de aanbeveling van de Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) Overeenkomstig artikel 126 VWEU moeten de lidstaten buitensporige overheidstekorten vermijden.
(2) Het stabiliteits- en groeipact (SGP) is gebaseerd op de doelstelling van gezonde overheidsfinanciën als middel ter versterking van de voorwaarden voor prijsstabiliteit en voor een sterke, duurzame en inclusieve groei die berust op financiële stabiliteit, waarbij tegelijk de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie voor duurzame groei en werkgelegenheid wordt ondersteund.
(3) Op 30 april 2024 is het hervormde EU-kader voor economische governance in werking getreden. Het kader omvat Verordening (EU) 2024/1263 van 29 april 2024 betreffende de doeltreffende coördinatie van het economisch beleid en betreffende het multilaterale begrotingstoezicht en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad 1 . Daarnaast omvat het Verordening (EU) 2024/1264 van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten 2 en Richtlijn (EU) 2024/1265 van de Raad van 29 april 2024 tot wijziging van Richtlijn 2011/85/EU tot vaststelling van voorschriften voor de begrotingskaders van de lidstaten 3 .
(4) Op 26 juli 2024 heeft de Raad overeenkomstig artikel 126, lid 6, VWEU besloten dat er in België een buitensporig tekort bestond wegens niet-naleving van het tekortcriterium 4 .
(5) Overeenkomstig artikel 126, lid 7, VWEU en artikel 3, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad moet de Raad een aanbeveling vaststellen gericht tot de betrokken lidstaat opdat deze binnen een bepaalde termijn een einde maakt aan de buitensporigtekortsituatie. Overeenkomstig artikel 3, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad moet in deze aanbeveling ook een termijn van ten hoogste zes maanden worden bepaald waarbinnen de betrokken lidstaat effectieve maatregelen moet treffen om het buitensporige tekort te corrigeren. Die termijn kan worden teruggebracht tot drie maanden indien de ernst van de situatie dit rechtvaardigt. Voorts moet de Raad in zijn aanbeveling de lidstaat verzoeken een correctief netto-uitgavenpad 5 uit te voeren om te waarborgen dat het algemene overheidstekort binnen de in de aanbeveling bepaalde termijn onder de referentiewaarde van 3 % van het bbp wordt gebracht en gehandhaafd. Indien de procedure bij buitensporige tekorten is ingesteld op grond van het tekortcriterium, geldt als benchmark voor het correctieve netto-uitgavenpad een minimale jaarlijkse structurele aanpassing van ten minste 0,5 % van het bbp voor de jaren waarin het overheidstekort de referentiewaarde naar verwachting zal overschrijden. De Commissie kan tijdens een overgangsperiode in 2025, 2026 en 2027 de benchmark aanpassen aan de stijging van de rentebetalingen bij de vaststelling van het voorgestelde correctieve uitgavenpad voor die jaren, rekening houdend met overweging 23 van Verordening (EU) 2024/1264 van de Raad.
(6) Met het oog op de indiening van het nationale budgettair-structurele plan voor de middellange termijn overeenkomstig artikel 11 en artikel 36, lid 1, punt a), van Verordening (EU) 2024/1263 werd er in het besluit van de Raad van 26 juli 2024 rekening mee gehouden dat de volgende stap in de buitensporigtekortprocedure, namelijk de aanbeveling van de Commissie voor een aanbeveling van de Raad op grond van artikel 126, lid 7, VWEU inzake de correctie van het buitensporige tekort, zou samenvallen met het advies van de Commissie over de ontwerpbegrotingsplannen van de lidstaten van de eurozone op grond van artikel 7 van Verordening (EU) nr. 473/2013. Deze aanpak maakt het mogelijk te zorgen voor samenhang tussen de begrotingseisen in het kader van de buitensporigtekortprocedure en het aanpassingstraject in de budgettair-structurele plannen voor de middellange termijn. Dit tijdschema is buitengewoon en houdt verband met de overgang naar het nieuwe kader. Het schept derhalve geen precedent. De Raad heeft er ook nota van genomen dat, bij gebreke van een tijdige indiening van het plan voor de middellange termijn, in de aanbeveling van de Commissie voor een aanbeveling van de Raad op grond van artikel 126, lid 7, rekening zou worden gehouden met het overeenkomstig Verordening (EU) 2024/1263 vastgestelde referentiepad, dat de Commissie op 21 juni 2024 aan de lidstaat heeft toegezonden.
(7) Het reële bbp in België is in 2023 met 1,3 % toegenomen. Volgens de najaarsprognoses 2024 van de Europese Commissie zal de economie in 2024 naar verwachting met 1,1 % groeien als gevolg van de zwakke binnenlandse vraag. Met name wordt verwacht dat de groei van de overheidsconsumptie zal afnemen en dat de investeringen aanzienlijk zullen vertragen. Verwacht wordt dat het reële bbp in 2025 met 1,2 % zal stijgen door een verbetering van de binnenlandse vraag en een heropleving van de investeringen, ondersteund door de verwachte verbetering van de financieringsvoorwaarden en de verdere uitrol van de herstel- en veerkrachtfaciliteit. De particuliere consumptie zal naar verwachting licht stijgen, naast de bescheiden groei van het beschikbare inkomen en de werkgelegenheid. Het werkloosheidspercentage zou in 2024 op 5,6 % en in 2025 op 5,7 % uitkomen. In 2024 zal de inflatie naar verwachting stijgen van 2,3 % in 2023 tot 4,4 %, om te dalen tot 2,9 % in 2025.
(8) Volgens de op 22 oktober 2024 door Eurostat gevalideerde gegevens 6 bedroeg het overheidstekort in België 4,2 % van het bbp in 2023. In de najaarsprognoses 2024 van de Europese Commissie wordt uitgegaan van een overheidstekort van 4,6 % van het bbp in 2024 en 4,9 % van het bbp in 2025, dus boven de referentiewaarde in beide jaren. Het structurele tekort zal naar verwachting op 4,2 % van het bbp uitkomen in 2024 en 0,2 procentpunten stijgen in 2025.
(9) Eind 2023 bedroeg de overheidsschuld 103,1 % van het bbp. Volgens de najaarsprognoses 2024 van de Europese Commissie zal ze stijgen tot 103,4 % van het bbp eind 2024 en tot 105,1 % van het bbp eind 2025, waardoor ze boven de referentiewaarde van 60 % van het bbp blijft.
(10) België zal zijn eerste nationale budgettair-structurele plan voor de middellange termijn naar verwachting vóór 31 december 2024 indienen. Het uitstel is met de Commissie overeengekomen overeenkomstig artikel 36, lid 1, punt a), van Verordening (EU) 2024/1263. In afwachting van de indiening van het nationale budgettair-structurele plan voor de middellange termijn, de beoordeling ervan door de Commissie en de goedkeuring ervan door de Raad, moet het referentiepad met een begrotingsaanpassing van vier jaar en bijgewerkt op basis van recentere gegevens worden aanbevolen als het correctieve pad in het kader van de buitensporigtekortprocedure. Het correctieve netto-uitgavenpad is derhalve in overeenstemming met een minimale jaarlijkse structurele aanpassing van ten minste 0,5 % van het bbp als benchmark voor de jaren waarin het overheidstekort naar verwachting de referentiewaarde zal overschrijden, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad.
(11) Op basis van het netto-uitgavenpad (de enige operationele referentie voor nalevingsmonitoring) dat is vastgesteld in deze aanbeveling, en op basis van het kader van de Europese Commissie voor de prognose van de overheidsschuld op middellange termijn en de najaarsprognoses 2024, zal het overheidstekort naar verwachting dalen van 4,6 % van het bbp in 2024 tot 3,0 % tegen 2027.
(12) Op basis van het aan te bevelen correctieve netto-uitgavenpad, het kader van de Europese Commissie voor de prognose van de overheidsschuld op middellange termijn en de najaarsprognoses 2024, zou de overheidsschuld stijgen van 103,4 % van het bbp eind 2024 tot 105,4 % in 2027.
(13) Maatregelen ter consolidering van de begroting moeten een duurzame verbetering van het buitensporig tekort bewerkstelligen en er tegelijkertijd op gericht zijn de kwaliteit van de openbare financiën te bevorderen, de investeringen op peil te houden en het groeipotentieel van de economie te versterken. Hervormingen van budgettaire en bredere economische aard moeten het groei- en veerkrachtpotentieel van de economie op duurzame wijze verbeteren en de houdbaarheid van de begroting ondersteunen.
(14) Na indiening van het nationale budgettair-structurele plan voor de middellange termijn door België, de beoordeling ervan door de Commissie en de goedkeuring ervan door de Raad, kan de Raad op grond van artikel 126, lid 7, VWEU, op aanbeveling van de Commissie een nieuw correctief netto-uitgavenpad aanbevelen,
BEVEELT AAN:
(1) dat België ervoor zorgt dat het nominale groeipercentage van de netto-uitgaven de in bijlage I vastgestelde maxima niet overschrijdt.
(2) België zou dus tegen 2027 een einde aan de buitensporigtekortsituatie moeten maken.
(3) De Raad stelt 30 april 2025 vast als termijn voor België om effectief gevolg aan zijn aanbevelingen te geven en de nodige maatregelen te presenteren samen met zijn jaarlijkse voortgangsverslag 2025, dat overeenkomstig artikel 21 van Verordening (EU) 2024/1263 bij de Commissie moeten worden ingediend. Daarna moet België ten minste om de zes maanden en totdat het buitensporige tekort volledig is gecorrigeerd, verslag uitbrengen over de bij de uitvoering van deze aanbeveling gemaakte vorderingen.
Deze aanbeveling is gericht tot België.
BIJLAGE I
Maximale groeipercentages van de netto-uitgaven
(jaarlijkse en cumulatieve groeipercentages, in nominale termen)
België
Jaar | 2025 | 2026 | 2027 | |
Groeipercentage (%) | Per jaar | 2,4 | 1,9 | 2,0 |
Cumulatief (*) | 6,2 | 8,2 | 10,3 |
(*) De cumulatieve groeipercentages worden berekend op basis van het referentiejaar 2023.