Artikelen bij COM(2025)140 - Wijziging van Verordening (EU) 2021/691 wat betreft steun aan werknemers die dreigen ontslagen te worden bij ondernemingen die worden geherstructureerd

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.



Artikel 1

Verordening (EU) 2021/691 wordt als volgt gewijzigd:

1) In artikel 1 wordt lid 2 vervangen door:

“2.    Overeenkomstig artikel 4 verleent het EFG steun aan werknemers die zijn ontslagen en zelfstandigen die hun werkzaamheden hebben beëindigd als gevolg van grote herstructureringen en aan werknemers die dreigen ontslagen te worden bij ondernemingen die worden geherstructureerd.”.

2) Artikel 2 wordt vervangen door:

“Artikel 2

Taken en doelstellingen

“1. Het EFG ondersteunt sociaal-economische veranderingen die het gevolg zijn van de globalisering en technologische en milieuveranderingen, door ontslagen werknemers en zelfstandigen die hun werkzaamheden hebben beëindigd, te helpen zich aan te passen aan structurele veranderingen. Het EFG vormt een noodfonds. Zodoende draagt het EFG bij tot de uitvoering van de in de Europese pijler van sociale rechten neergelegde beginselen en verbetert het de economische samenhang tussen de regio’s en de lidstaten.

2. De doelstellingen van het EFG zijn solidariteit te betonen en fatsoenlijke en duurzame werkgelegenheid in de Unie te stimuleren door bijstand te bieden bij grote herstructureringen, met name wanneer die zijn veroorzaakt door uitdagingen die te maken hebben met de globalisering, zoals verschuivingen in de wereldhandelstromen, handelsgeschillen, significante verschuivingen in de handelsbetrekkingen van de Unie of de samenstelling van de interne markt en financiële of economische crises, alsook de overgang naar een koolstofarme economie of als gevolg van de digitalisering of automatisering. Het EFG ondersteunt begunstigden om zo snel mogelijk opnieuw fatsoenlijke en duurzame werkgelegenheid te vinden. Bijzondere nadruk wordt gelegd op maatregelen die de meest kansarme groepen helpen. Het EFG helpt ook werknemers die dreigen ontslagen te worden de vaardigheden te verwerven die nodig zijn om hen te helpen om in een andere functie te worden aangesteld of om van baan te veranderen.”.

3) Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

a) het volgende punt wordt ingevoegd:

“1 bis)    “werknemer die dreigt ontslagen te worden”: een werknemer, ongeacht de aard of de duur van zijn of haar arbeidsbetrekking, wiens arbeidsovereenkomst of -betrekking naar verwachting zal worden beëindigd door ontslag vanaf de datum waarop de werkgever de bevoegde overheidsinstantie schriftelijk kennis geeft van het voorgenomen collectieve ontslag overeenkomstig artikel 3, lid 1, van Richtlijn 98/59/EG;”;

b) het volgende punt wordt toegevoegd:

“6) “onderneming die wordt geherstructureerd”: een onderneming die een proces ondergaat dat collectief ontslag als bedoeld in Richtlijn 98/59/EG met zich meebrengt.”.

4) Artikel 4, lid 1, wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 1 wordt vervangen door:

“1. De lidstaten kunnen financiële steun uit het EFG aanvragen voor maatregelen die gericht zijn op ontslagen werknemers, werknemers die dreigen ontslagen te worden en zelfstandigen, in overeenstemming met de in dit artikel vastgelegde bepalingen.”;

b) aan lid 2 wordt het volgende punt toegevoegd:

“d)    ten minste 200 werknemers die dreigen ontslagen te worden bij een onderneming die wordt geherstructureerd in een lidstaat.”.

5) Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

a) in de eerste alinea wordt de eerste zin vervangen door:

“De aanvragende lidstaat specificeert de methode die gebruikt wordt om het aantal ontslagen werknemers, werknemers die dreigen ontslagen te worden en zelfstandigen voor de toepassing van artikel 4 te berekenen op één of meer van de onderstaande data:”;

b) de tweede alinea wordt vervangen door:

“In de in de eerste alinea, punt a), bedoelde gevallen verstrekt de aanvragende lidstaat de Commissie aanvullende informatie over het werkelijke aantal gedwongen ontslagen overeenkomstig artikel 4, voordat de evaluatie door de Commissie wordt afgerond, voor alle aanvragen betreffende begunstigden als bedoeld in artikel 6, eerste alinea, punten a) en b).”.

6) Aan artikel 6, eerste alinea, wordt het volgende punt toegevoegd:

“c) werknemers die dreigen ontslagen te worden bij een onderneming die wordt geherstructureerd. De werknemers blijven ook in aanmerking komen in geval van daadwerkelijke beëindiging van de arbeidsbetrekking. Alleen herstructureringen die als collectief ontslag in de zin van Richtlijn 98/59/EG kunnen worden aangemerkt, komen in aanmerking.”.

7) Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 1 wordt vervangen door:

“1.    Er kan een financiële bijdrage uit het EFG worden beschikbaar gesteld voor actieve arbeidsmarktbeleidsmaatregelen die deel uitmaken van een gecoördineerd pakket, om de beoogde begunstigden, in het bijzonder de meest kansarmen onder hen, opnieuw aan het werk te helpen, in dienstverband of als zelfstandige, of om de in artikel 6, eerste alinea, punt c), bedoelde werknemers te helpen de vaardigheden te verwerven die zij nodig hebben om in een andere functie bij hun huidige werkgever te worden aangesteld of naar een andere werkgever over te stappen.”;

b) in lid 2, tweede alinea, wordt het volgende punt toegevoegd:

“c) “Voor de in artikel 6, eerste alinea, punt c), bedoelde begunstigden kan het gecoördineerde pakket opleidingen en omscholing omvatten die zijn toegesneden op de behoeften van de individuele werknemer, onder meer op het gebied van informatie- en communicatietechnologie en andere vaardigheden die in het digitale tijdperk vereist zijn, certificering van opgedane kennis en vaardigheden, individuele bijstand bij het zoeken naar een baan en gerichte groepsactiviteiten, loopbaanbegeleiding, adviesverlening, begeleiding door een mentor, outplacementbegeleiding, bevordering van ondernemerschap en samenwerkingsactiviteiten. Het mag geen regelingen voor werktijdverkorting omvatten.”.

8) Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

a) de titel wordt vervangen door:

“Artikel 8

Aanvragen voor EFG-bijstand aan ontslagen werknemers en zelfstandigen die hun werkzaamheden hebben beëindigd”;

b) lid 6 wordt vervangen door:

“6.    Aan de hand van de door de aanvragende lidstaat verstrekte gegevens beoordeelt de Commissie binnen dertig werkdagen na ontvangst van de volledige aanvraag of, indien van toepassing, de vertaling daarvan, definitief of de aanvraag aan de voorwaarden voor het toekennen van een financiële bijdrage voldoet.

Indien de Commissie die termijn niet kan naleven, deelt ze dit vóór het verstrijken van die termijn aan de lidstaat mee en bepaalt zij een nieuwe datum om de beoordeling te voltooien. Die nieuwe datum valt niet later dan twintig werkdagen na het verstrijken van de in de eerste alinea bedoelde termijn.”;

c) in lid 7 wordt punt 1) vervangen door:

l) een gemotiveerde verklaring dat de aangevraagde EFG-steun in overeenstemming is met de procedurele en materiële staatssteunregels van de Unie, alsook een verklaring waarin wordt aangegeven waarom het gecoördineerde pakket niet in de plaats komt van maatregelen waarvoor werkgevers krachtens het nationale recht of collectieve arbeidsovereenkomsten verantwoordelijk zijn;”.

9) Het volgende artikel 8 bis wordt ingevoegd:

“Artikel 8 bis

Aanvragen voor EFG-bijstand aan werknemers die dreigen ontslagen te worden

1. Ondernemingen die geherstructureerd worden, kunnen de betrokken lidstaat verzoeken een aanvraag voor een financiële bijdrage uit het EFG in te dienen, indien aan de criteria voor steunverlening van artikel 4, lid 2, punt d), is voldaan en indien de onderneming door het EFG medegefinancierde bijstand wil verlenen aan het deel van haar werknemers dat dreigt ontslagen te worden, overeenkomstig artikel 6, eerste alinea, punt c). De onderneming dient dit verzoek binnen twee weken na de datum waarop zij de overheidsinstanties overeenkomstig artikel 3, lid 1, van Richtlijn 98/59/EG schriftelijk kennis heeft gegeven van het voorgenomen collectieve ontslag.

2. Alle lidstaten wijzen een centraal contactpunt aan waartoe ondernemingen de in lid 1 bedoelde verzoeken kunnen richten, en publiceren desbetreffende richtsnoeren en modellen. De informatie die aan de hand van deze modellen wordt verzameld, omvat alle informatie die nodig is voor een aanvraag voor een financiële bijdrage uit het EFG, zoals hieronder uiteengezet.

3. De lidstaten behandelen alle verzoeken gelijk in de volgorde van ontvangst, zonder enige discretionaire bevoegdheid uit te oefenen met betrekking tot de ontvankelijkheid en subsidiabiliteit van deze verzoeken, en dienen aanvragen voor bijstand naar aanleiding van de verzoeken van de ondernemingen in. De lidstaten mogen geen aanvullende voorschriften invoeren of de voorschriften van deze verordening wijzigen.

4. De aanvragende lidstaat dient binnen een week na de datum waarop hij het verzoek van een onderneming heeft ontvangen, bij de Commissie een aanvraag voor een financiële bijdrage uit het EFG in.

5. Op verzoek van de onderneming voorziet de betrokken lidstaat de onderneming gedurende de hele aanvraagprocedure van advies.

6. Op verzoek van de aanvragende lidstaat voorziet de Commissie de lidstaat gedurende de gehele aanvraagprocedure van advies.

7. Binnen tien werkdagen vanaf de datum van indiening van de aanvraag of, in voorkomend geval, binnen tien werkdagen vanaf de datum waarop de Commissie de vertaling van de aanvraag heeft ontvangen, naargelang welke datum het laatst is, bevestigt de Commissie de ontvangst van de aanvraag en verzoekt zij de aanvragende lidstaat in voorkomend geval om aanvullende gegevens die zij nodig heeft om de aanvraag te kunnen beoordelen.

8. Indien de Commissie om aanvullende gegevens verzoekt, antwoordt de lidstaat binnen 15 werkdagen vanaf de datum van het verzoek. Op verzoek van de aanvragende lidstaat verlengt de Commissie die termijn met tien werkdagen. Ieder verzoek om termijnverlenging wordt naar behoren gemotiveerd.

9. Aan de hand van de door de aanvragende lidstaat verstrekte gegevens beoordeelt de Commissie binnen dertig werkdagen na ontvangst van de volledige aanvraag of, indien van toepassing, de vertaling daarvan, definitief of de aanvraag aan de voorwaarden voor het toekennen van een financiële bijdrage voldoet.

Indien de Commissie die termijn niet kan naleven, deelt ze dit vóór het verstrijken van die termijn aan de aanvragende lidstaat mee en bepaalt ze een nieuwe datum om de beoordeling te voltooien. Die nieuwe datum valt niet later dan twintig werkdagen na het verstrijken van de in de eerste alinea bedoelde termijn.

10. Een aanvraag moet de volgende gegevens bevatten: 

a) de identificatiegegevens van de betrokken onderneming;

b) een beoordeling van het aantal banen dat wordt bedreigd overeenkomstig artikel 6, eerste alinea, punt c);

c) een korte beschrijving van de gebeurtenissen die tot de herstructurering hebben geleid;

d) een bevestiging dat de onderneming haar wettelijke verplichtingen of collectieve overeenkomsten met betrekking tot die voorgenomen ontslagen heeft nageleefd en blijft naleven en dat zij aan haar verplichtingen ten aanzien van haar werknemers voldoet, en een beschrijving van de procedures die de onderneming heeft gevolgd om de beoogde begunstigden of hun vertegenwoordigers te raadplegen;

e) een geraamde uitsplitsing van de samenstelling van de beoogde begunstigden naar geslacht, leeftijdscategorie en onderwijsniveau, die gebruikt worden in de opstelling van het gecoördineerde pakket;

f) een gedetailleerde beschrijving van het gecoördineerde pakket en de daarmee verband houdende uitgaven, waaronder maatregelen ter ondersteuning van werkgelegenheidsinitiatieven voor kansarme, jonge en oudere begunstigden;

g) de geraamde begroting voor de afzonderlijke onderdelen van het gecoördineerde pakket ter ondersteuning van de beoogde begunstigden dat door de onderneming zal worden aangeboden;

h) de data waarop met de aanbieding van het gecoördineerde pakket aan de beoogde begunstigden en de activiteiten tot uitvoering van het EFG, zoals vermeld in artikel 7, is begonnen of naar verwachting zal worden begonnen;

i) de geraamde begroting voor activiteiten inzake voorbereiding, beheer, voorlichting en publiciteit, controle en rapportage door de aanvragende lidstaat met betrekking tot een dergelijke aanvraag;

j) een gemotiveerde verklaring dat de aangevraagde EFG-steun in overeenstemming is met de procedurele en materiële staatssteunregels van de Unie, alsook een gemotiveerde verklaring waarin wordt aangegeven waarom het gecoördineerde pakket niet in de plaats komt van maatregelen waarvoor werkgevers krachtens het nationale recht of collectieve arbeidsovereenkomsten verantwoordelijk zijn;

k) de bevestiging dat de betrokken onderneming de maatregelen zal medefinancieren en de enige bron voor de nationale medefinanciering is.”.

10) In artikel 11 wordt lid 1 vervangen door:

“1. Op initiatief van de Commissie kan maximaal 1,5 % van het jaarlijkse maximumbedrag van het EFG worden gebruikt voor technische en administratieve uitgaven voor de uitvoering ervan, zoals werkzaamheden op het gebied van voorbereiding, monitoring, controle, audit en evaluatie, alsmede gegevensverzameling, waaronder met betrekking tot institutionele informatietechnologiesystemen, communicatiemaatregelen en maatregelen die de zichtbaarheid van het EFG als fonds of voor specifieke projecten vergroten, alsook andere maatregelen voor technische bijstand. Dergelijke maatregelen kunnen betrekking hebben op toekomstige en eerdere programmeringsperioden.”.

11) Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 1 wordt vervangen door:

“1. Op basis van de overeenkomstig artikel 8 of artikel 8 bis verrichte beoordeling voert de Commissie met name aan de hand van het aantal beoogde begunstigden, de voorgestelde maatregelen en de geraamde kosten, een evaluatie uit en bepaalt zij de omvang van een eventuele financiële bijdrage uit het EFG die kan worden verstrekt binnen de grenzen van de beschikbare middelen.”;

b) het volgende lid wordt ingevoegd:

“2 bis. Het medefinancieringspercentage voor uitgaven van de lidstaat voor de in artikel 6, eerste alinea, punt c), bedoelde begunstigden en met betrekking tot de in artikel 7, lid 6, bedoelde maatregelen bedraagt 100 %.”;

c) lid 3 wordt vervangen door:

“3. Indien de Commissie op grond van de overeenkomstig artikel 8 of artikel 8 bis uitgevoerde beoordeling concludeert dat aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage krachtens deze verordening is voldaan, stelt zij onmiddellijk een besluit over een financiële bijdrage zoals bepaald in artikel 15, lid 6, vast.”.

12) In artikel 14 worden de leden 1 en 2 vervangen door:

“1.    Uitgaven komen in aanmerking voor een financiële bijdrage uit het EFG vanaf de in de aanvraag overeenkomstig artikel 8, lid 7, punt j), of artikel 8 bis, lid 10, punt h), bedoelde data waarop de betrokken lidstaat of de onderneming begint of geacht wordt te beginnen met het aanbieden van het gecoördineerde pakket aan de beoogde begunstigden of waarop de lidstaat administratieve uitgaven maakt voor de uitvoering van het EFG overeenkomstig artikel 7, leden 1 en 5.

2. De lidstaat of de onderneming begint onmiddellijk met de uitvoering van de in artikel 7 bedoelde subsidiabele maatregelen en zorgt ervoor dat die maatregelen zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval 24 maanden vanaf de datum van inwerkingtreding van het besluit over de financiële bijdrage, volledig zijn uitgevoerd.”.

13) Artikel 15 wordt vervangen door:

“Artikel 15

Begrotingsprocedure en uitvoering van de begroting

“1. Om ervoor te zorgen dat de bijstand zo spoedig mogelijk aan de in aanmerking komende begunstigden wordt verstrekt, dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel in om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen overeenkomstig lid 2 of 3.

2. De Commissie dient haar voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar stellen bij het Europees Parlement en de Raad in wanneer zij één aanvraag voor EFG-steun heeft ontvangen en ten minste aan een van de volgende voorwaarden is voldaan:

a) De Commissie beoordeelt, naar aanleiding van een aanvraag of van informatie van de lidstaten, of aan een van de voorwaarden van artikel 4, lid 2, 3 of 4, is voldaan;

b) De Commissie is in kennis gesteld van de stopzetting van activiteiten die leidt tot het ontslag van meer dan 1 000 werknemers;

c) De Commissie is in kennis gesteld van grootschalige herstructureringen waarbij meer dan 1 000 werknemers dreigen ontslagen te worden.

3. De Commissie kan elk jaar uiterlijk eind februari verzoeken om de volledige beschikbaarstelling van het jaarlijkse maximumbedrag voor het EFG. Het voorstel van de Commissie bevat de volgende elementen, op basis van door de lidstaten verstrekte informatie:

i) het aantal potentiële aanvragen van elke betrokken lidstaat;

ii) de betrokken activiteitensectoren;

iii) het geraamde aantal ondernemingen dat de lidstaten zou kunnen verzoeken om EFG-bijstand aan te vragen;

iv) het geraamde aantal werknemers dat is ontslagen of dreigt te worden ontslagen.

Tegelijk met het voorstel voor een besluit tot beschikbaarstelling van middelen uit het EFG dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel in tot overschrijving van het jaarlijkse maximumbedrag naar de betrokken begrotingsonderdelen.

Wanneer het jaarlijkse maximumbedrag niet beschikbaar is gesteld op grond van de eerste alinea van dit lid, verzoekt de Commissie om de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG per ontvangen aanvraag. Het voorstel van de Commissie voor een besluit om per aanvraag middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, omvat de overeenkomstig artikel 8, lid 6, of artikel 8 bis, lid 9, uitgevoerde beoordeling en een samenvatting van de informatie waarop die beoordeling is gebaseerd en de redenen voor de voorgestelde bedragen. Tegelijk met het voorstel voor een besluit tot beschikbaarstelling van middelen uit het EFG dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel in tot overschrijving naar de betrokken begrotingsonderdelen.

4. De lidstaten verstrekken de Commissie elk jaar uiterlijk eind december de in lid 2 bedoelde informatie.

5. Het besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, wordt gezamenlijk genomen door het Europees Parlement en de Raad. De begrotingsoverschrijving die betrekking heeft op het EFG, wordt verricht overeenkomstig artikel 31 van het Financieel Reglement.

6. Indien de Commissie heeft geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor de toekenning van een financiële bijdrage uit het EFG van artikel 4 is voldaan, stelt zij een besluit over een financiële bijdrage vast. Dit besluit is een financieringsbesluit in de zin van artikel 110 van het Financieel Reglement.

7. Wanneer het jaarlijkse maximumbedrag overeenkomstig lid 3, eerste alinea, beschikbaar is gesteld, stelt de Commissie na de vaststelling van elk besluit over een financiële bijdrage het Europees Parlement en de Raad daarvan onmiddellijk in kennis.”

14) Artikel 16 wordt vervangen door:

“Artikel 16

Ontoereikende middelen

Indien de resterende vastleggingskredieten van het EFG niet toereikend zijn om het bedrag van de bijstand te dekken dat noodzakelijk is voor een financiële bijdrage, kan de Commissie de vaststelling van een besluit over een financiële bijdrage uitstellen totdat de vastleggingskredieten in het volgende jaar beschikbaar zijn. Het jaarlijkse begrotingsmaximum van het EFG mag in geen geval worden overschreden.”.

1) Aan artikel 17 wordt de volgende alinea toegevoegd:

“6. Binnen een week na ontvangst van de voorfinancieringsbetaling van de Commissie stelt de betrokken lidstaat het deel van de voorfinancieringsbetaling dat betrekking heeft op het gecoördineerde pakket van maatregelen dat door de onderneming is uitgevoerd, ter beschikking van de betrokken onderneming. De lidstaat behoudt het deel van de voorfinanciering dat betrekking heeft op de in artikel 7, lid 5, bedoelde maatregelen.”.

2) Aan artikel 20 wordt de volgende alinea toegevoegd:

“3. Wanneer een onderneming een financiële bijdrage uit het EFG uitvoert voor werknemers die dreigen ontslagen te worden, verstrekt de onderneming de betrokken lidstaat uiterlijk aan het einde van de zesde maand na het verstrijken van de uitvoeringsperiode alle in lid 1 bedoelde relevante informatie.”.

3) In artikel 22 wordt lid 4 vervangen door:

“4. In de zesde maand na het einde van elke uitvoeringsperiode wordt een enquête onder begunstigden gehouden. De enquête onder begunstigden moet ten minste vier weken lang open zijn voor deelname. De lidstaten verspreiden deze enquête onder de begunstigden, zenden hun ten minste één herinnering toe, en stellen de Commissie in kennis van de verspreiding en de toegezonden herinnering. Wanneer een onderneming aan begunstigden bijstand verleent op grond van artikel 6, eerste alinea, punt c), is zij verantwoordelijk voor de verspreiding van de door de Commissie opgestelde enquête onder de werknemers die aan de maatregelen hebben deelgenomen. De Commissie verzamelt en analyseert de antwoorden op de enquête onder begunstigden voor gebruik bij toekomstige evaluaties.”.

4) Het volgende nieuwe artikel wordt ingevoegd:

“Artikel 28 bis

Overgangsmaatregelen

In afwijking van artikel 15, lid 1, kan de Commissie met ingang van... [de datum van inwerkingtreding van deze verordening] bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel indienen om, onder de voorwaarden van artikel 15, de rest van het jaarlijkse maximumbedrag voor 2025 voor het EFG beschikbaar te stellen.”.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en rechtstreeks toepasselijk in alle lidstaten.